De Groote Oorlog. No. 145. Dinsdag 8 December 1914. Tiende Jaargang. Verschijnt eiken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Welk weder 2ullen wij hebben LIJ LI J Abonnementsprijs p. 3 maanden voor Goes ƒ0.75, daarbuiten ƒ0.95 Afzonderlijke nummers 5 cent, dubbele bladen 10 cent. Advertentiën worden ingewacht op Maandag en Woensdag vóór half.drle en Vrijdag vóór een uur 's namiddags. Kanfoor v. d. Administratis: Ganzepoorfsfraaf C 209, GOES Tel. interc.Directie no. 33. Redactie no. 97. Reclameberichten 25 Ct. p. r. Bij abonnement speciale prijs. Advertentiën van 15 regels 0.50; iedere regel meer 10 Ct. Eenzelfde advertentie 3 X geplaatst wordt 2 X berekend. Dienstaanbiedingen 5 regels voor 25 Ct. li contant. De abonné's op dit blad, in het bezit der door de B Sp# gulden bij verlies van beide directie uitgereikte polis, zijn, overeenkomstig de ,S H 11 handen, voeten of oogen. daarvoor vastgestelde Verzekeringsvoorwaarden, 11 Zi Voorts bij ongeneeselijke GRATIS verzekerd tegen ongelukken voor: wF verstandsverbijstering; De uitkeering der bovenstaande bedragen is gewaarborgd door de gulden bij gulden bij verlies van een II I verlies hand, voet I I 11 I van een of oogduim Hollandsche Algemeene Verzekerings-Bank" te Schiedam. gulden bij verlies van een wijsvinger. 25 gulden bij verlies van eiken anderen vinger. Aan Onze Eerbiedwaardige Broeders, de Patriarchen, Primaten, Aartsbisschoppen, Bisschoppen, en de andere plaatselijke Overheden, die in vrede en gemeenschap met den H- Stoel leven. (Slot.) Overigens wordt van de onzen, die samenwerken tot het gemeenschappelijk heil der katholieke zaak, door de Kerk thans iets geheiel .anders geëischt, dan dat zij zich langer blijven bezig houden met vraagstukken, waardoor men niet in hst minst verder komt; de Kerk eischt, dat zij er met alle kracht naar streven het geloof te bewaren, ongerept en onbesmet door eenigen adem der dwaling, en dat zij daarbij vooral Dengen© volgen, dien Cbristus heeft aangesteld als bewaarder en verklaarder der waarheid. Ook heden ten dage zijn er, en hun aantal is niet gering, die, zooals de Apostel1 zegt, „kittelachtig geworden van gehoor, daar zij de gezonde leer niet kunnen verdragen, naar eigen begeerlijk heden zich overladen met leeraars, en, voor de waarheid het gehoor afwendende, zich tot fabelen fceeren" (29). Sommigen immers hebben, opgeblazen en medegiesleept door hun grooten dunk van den menschelijken geest, die onge twijfeld door Gods hulp hij het onderzoek der natuur ongelooflijke vorde ringen heeft gemaakt, ter wille van hun eigen meiening het gezag der Kerk ver smaad en zijn in hun vermetelheid zóóver gegaan, dat zij niet aarzelden, zelfs de geheimenissen Gods en alles wat God aan den mensch geopenbaard heeft, te meten met hun begripsvermogen en aan te passen ,aan de denkwijze van deze tijden. Zoo zijn ontstaan de monsterach tige dwalingen van het Modernisme, het welk Onze voorganger terecht verklaard heeft als ©en verzameling van alle ket terijen en dat hij plechtig heeft veroor deeld. Deze veroordeeling, Eerwaardige Broeders, herhalen Wij hier in haar ge heel; en daar nog niet overal deze zoo verderfelijke besmetting onderdrukt is, doch zelfs thans nog hier en daar, of schoon in 't verborgen, voortknaagt, moe ten allen wij drukken bet U op het hart zoo ijverig mogelijk zich hoeden tegen elke besmeuring met dit kwaad, waarvan men zeer terecht kan zeggen, het welk Joh over iets anders zeide: „Het is een vuur, dat verslindt tot vernietiging toe en dat alle levenskiemen uitroeit (30). En Wij verlangen, dat de Katholieken niet slechts een afschuw zulten hebben van dei dwalingen, doch ook van de gezindheid, of, zooals men zegt, van den geest der Modernisten, welke iedereen, dien hij be zielt, alles, wat naar bet oude smaakt, met weerzin van zich doet afstooten en alom gretig doet rondgrijpen naar nieu wigheden: in de wijze van spreken over de Goddelijke zaken, in de viering van den heiligen ©eredienst, in de katholieke gewoonten, in de bijzondere beoefening zelve der godsvrucht. Vandaar dat Wij dezen stelregel onzer voorvaderen heilig willen gehouden zien: „Dat niets ver nieuwd worde, tenzij hetgeen overgele verd is". Ofschoon deze wiet ongeschon den moet geëerbiedigd te worden in ge loofszaken, dienen daarnaar toch ook die dingen te worden geregeld, welke wijziging dulden kunnen, al geldt ook voor deze laatste meestal de regel: geen nieuwighe den, doch op nieuwe wijze. Daar nu, Eerbiedwaardige Broeders, de menschen tot de openlijke belijdenis van het katholieke geloof en tot liet lieven, overeenkomstig dit geloof, zeer sterk ple gen te worden aangemoedigd door broe derlijke aansporingen en het wederzijd- sche voorbeeld, verheugen Wij; ons ten zeerste er over, dat katholieke vereenigin- gen elkander daarbij opwekken. En Wij wenschen niet alleen, dat zij groeien, doch Wjj willen ook, dat zij onder Onze be scherming en steun steeds bloeien: «en zij zullen bloeien, mits zij aan de voor schriften, welke deze Apostolische Stoel haar reeds gegeven heeft of nog .geven zal, standvastig en getrouw gehoorza men. Daarom laten al degenen, die van deze vereenigingen deel uitmaken en voor God en de Kerk arbeiden, niet dulden, dat hun ooit zou ontvallen, wat in het Boek der Wijsheid gezegd wordt: „De gehoorzame mensch zal weten te spre ken van overwinningen" (31); want in dien zij niet gehoorzamen aan God doo'r door gehoorzaamheid te hetoonen tegen over den Leider der Kerk, zullen zij. zich ook niet verzekerd kunnen houden van de goddelijke hulp en tevergeefs arbeiden. Opdat dit alles den uitslag moge heb ben, dien Wij ervan verwachten, is, gij weet het, Eerbiedwaardige Broeders, de ijverige «en omzichtige arbeid noodig van diegenen, welke Christus Onze Heer heeft gezonden als .arbeiders voor Zijn oogst, namelijk v.an de geestelijkheid. Daarom, gij begrijpt het, moet uw voor na,amste zorg hierin bestaan, dat èn die genen van li, welke reeds het II. Priester schap hebben ontvangen, zich gestadig toeleggen op de heiligheid des levens, èn dat gij de leerlingen van het heiligdom tot de vervulling van een zoo heilig ambt waardig voorbereidt door de beste bepa lingen en leieringen. Dat gij dit zoo ijverig mogelijk doen zult, Wij vermanen er U toe al heeft uw ijver ook geen opwek king noodig en Wij smeeken het U. Want het geldt hier ©en zaak, die voor het heil der Kerk van het .allergrootste gewicht is. Daar onze Voorgangers Leo XIII en Pius X onder dit opzicht hun ver maningen reeds hebben doen hooien, be hoeven Wij hier niet meer daarover te spreken. Wij vragen alleen, dat de voor schriften van deze zeer wijze Pausen, vooral de „Vermaning tot de Geestelijk heid" van Paus Pius, door uw invloed en krachtigen drang nimmer in vergetel heid geraken, doch zoo nauwgezet moge lijk worden nagekomen. Daar is intusschen ééne zaak, waarover niet mag gezwiegen worden. Wij wenschen namelijk alle priesters als Onze zeer be minde zonen erop te wijzen, hoe dringend noodig het is èn voor hun eigen heil èn voor de vruchtbaarheid van hun heilig ambt, dat zij ieder van hen -zich zoo nauw mogelijk bij hun Bisschop aan sluiten en hem een zoo groot mogelijke gehoorzaamheid hetoonen. Ongetwijfeld zijn Wij hebben het hierboven rèeds betreurd niet alle bedienaren van het heiligdom vrij van die opgeblazenheid des geestes en di© vermetele aanmatiging, die tot de eigenschappen behooren van deze tijden; en het gebeurt niet zelden, dat de herders der Kerk verdriet en verzet ondervinden van di© zijde, waarvan zij terecht troost en hulp verwachtten. Laten zij, die zoo jammerlijk hun plicht verzaken, wel bedenken, dat het gezag dergenen, welke do Heilige Geest gesteld heeft tot bisschoppen om de kerk Gods te bestu ren (32), een Goddelijk gezag is, en dat, indien, zooals Wij gezien hebben, alwie aan eenig wettig gezag 'weerstaan, aan God weerstaan, diegenen des te goddeloozer handelen, die weigeren te gehoorzamen aan de bisschoppen, welke God gehei ligd heeft door het zegelmerk van Zijn macht. „Daar de liefde", aldus de If. Ignatius de martelaar, mjj niet veroorlooft tegen over U te zwijgen, heb ik U vermaand, dat gij eensgezind zoudt zijn in de onder werping aan het Woord Gods. Want Jesus Christus, ons onafscheidelijk leven, is hot Woord dos Vaders, evenals de bisschoppen hier op aarde aangesteld, in overeenstem ming zijn met het woord des Vaders. Van daar dat gij in overeenstemming moet zijn met uwen bisschop." En evenals deze verheven martelaar hebben alle kerkvaders en kerkleeraren gesproken. Onder dit opzicht dragen de herders ook, vanwege de moeilijkheden der tijden, een zeer zwaren last: „Want zij waken, ,als zullende rekenschap geven over uwe zielen" (34). Moeten zij dan niet wreedaardig genoemd worden, die hun, door het weigeren der verplicht gehoor zaamheid, dezen last en deze bezorgdheid nog zWaardet maken? „Dit is U niet voor- deelig" (35), zou 'tot dezulken de Apostel zeggen, en dit wel daarom, wijl de Kerk is „het volk, vereenigd met den priester, en de kudde, haren herder getrouw aan hangende (36). Waaruit volgt, dat hij. niet met de Kerk is, die niet is met den bis schop. En nu, Eerbiedwaardige Broeders, hij het slot van dit schrijven, denken Wij onwillekeurig terug aan datgene waarmede Wij begonnen zijn en smeeken Wij1 met allen .aandrang het ©inde af van dezen allerrampzaligsten oorlog èn in het belang der maatschappij èn in dat der Kerk. In het belang der maatschappij; opdat zij; na het sluiten van den vrede, waren voortgang maken op elk gebied van bur gerlijke en menschelijke beschaving; in dat der Kerk van Jezus. Christus, opdat Zij, door geen hindernissen belemmerd, voortga in elke wereldstreek der menschen hulp en heil te brengen. D© Kerk mist intusschen reads veel te lang die volledige vrijheid, welk© zij noodig heeft; namelijk van het .oogenblik .af, waarop haar hoofd, de Paus van Rome, de macht verloor, welke hij, krachtens Goddelijke wilsbe schikking, in den loop der eeuwen had verkregen, ten einde die vrijheid te be sehermen. Toen deze macht vervallen was, volgde zooals noodzakelijk geschieden moest een niet geringe ontsteltenis on der de Katholieken, want allen, die zich kinderen noemen van den Plans van Rome .allen, zoowel zij; die ver verwijderd als die hem nabij zijn, vorderen met het volste re.cht, dat het boven allen twijfel verheven zij, dat hun algemeen© Vader bij de uitoefening van zijn .apostolisch ambt inderdaad van alle menschelijke macht vrij zij en ook openlijk vrij. blijke te zijn. Vandaar dat Wij, vurig wenschen- de, dat de volken zoo spoedig mogelijk vrede sluiten, ook den mnigen wensch koesteren, dat er .een einde kome ,aan den onhoudbaren toestand van het Hoofd der Kerk, een toestand, die onder meer dan één opzicht voor de rust onder de volken hoogst nadeelig is. In deze zaak her nieuwen Wij hier om dezelfde rede nen dezelfde protesten, welke Onze Voorgangers meermalen hebben uitge bracht, niet geleid door menschelijke be weegredenen, doch door de heiligheid van hun ambt, ter verdediging van de rech ten en de waardigheid van den Apostoli- schen Stoel. Ons blijft nog over, Eerbiedwaardige Broeders, om, daar de gezindheid der vorsten en van .al degenen, die aan de hierboven vermelde wreedheden en moei lijke tijdsomstandigheden een einde kun nen maken, m Gods hand berust, onze smeekende stem tot God te verheffen en uit naam van geheel het menschelijk ge slacht uit te roeepn: „Geef vrede, Heer, in onze dagen". Moge Hij, die van zich zelf getuigd heeft: Ik ben de Heerdie den vrede maak (37), de golven en stor men, waardoor de burgerlijke en de gods dienstige gemeenschap in beweging ge bracht wordt, door onze gebeden genadig gestemd, spoedig doen bedaren. Ons sta met hare hulp bij' da Aller heiligste (Ma,agd, die den Vorst des Vre- des gehaard heeft, en zij neme onzen nederigen persoon, ons opperherderlijk bestuur, de Kerk en d© zielen van alle; menschen, vrijgekocht door het bloed van Haren Zoon, onder hare moederlijke scliutse en bescherming. Als onderpand der hemelsche goederen en blijk van onze welgezindheid verke nen Wij U, Eerbiedwaardige Broeders, alsmede (aan uw geestelijken en uw ge- loovigen, van heeler harte don apostoli- schen zegen. Gegeven te Rome hij Sint Pieter, op den feestdag v.an Allo Heiligen, 1 No vember 1914, in het eerste jaar van ons Pausschap. BENEDICTUS XV, Paus. (29) II Tim. IV, 3, 4. - (30) Job XXXI, 12. (31) Prov. XXr, 28. (3.2) Act. XX, 28. (33) In Epist. ad EphesIII. (30) Hebr. XIII, 17. (35) Ibid. 17. (36) S. Cypr „Flo lentio cui et Puppiano ep. 66 (al 69)". (37) laai' XIV 6 7. De toestand. Wanneer in dezen oorlog het bericht wordt verspreid, dat op de torens van deze of die kerk, van dit of dat stadhuis een militaire observatiepost of een mi trailleuse is opgesteld, dan kan men er bijna zeker van zijn, dat de strijdende ■partij, uit wier midden dat bericht komt, van plan is het bouwwerk in kwestie natuurlijk een bouwwerk van artistieke waarde -onder vuur te nemen. De mededeeling uit Russische bron, dat do torens van de kathedraal te Kra- kau in Oostenrijksch Po-en voor militaire doeleinden worden gebruikt, moet dus voor de Polen niet geruststellend klinken. Die kathedraal toch is het 'Poolsch na tionale heiligdom, waar de roemrijke herinneringen aan het oude koninkrijk, Polen in zoo menig 'monument en graf gesteente voortleven. Daar werden do Poolsche koningen gekroond en begraven, daar ligt onder de arduinen zerk het stoffelijk overschot van den. Poolschen held Kosziusko en zoo pas was men aan de restauratie, van het eerbiedwaardig bouwwerk begonnen. Het zou hoogst ver bijsterend werken op de stemming in Po len en in heel Oostenrijk als i Rusland er in slaagde, deze oude Poolsche stad, nog niet la,ng geleden door den Gallici- schen landdag onder goedkeuring van Frans Jozef tot 4e residentiestad (na Wee- nen, Buda,-P©st, Praag) des rijks verhe ven, te vermeesteren. Blijkens de beripnten gaan de Russische troepen voort Krakau geer en meer te bedreigen. Veel meer nieuws is er van het Oostelijk krijgstooneel niet, daar de groote slag in Russisch Polen, na de mislukte om singeling der Russen opnieuw onthrajid, nog biet is afgeloopen, hoewel de inne ming van L.odz den Russen niet veel goeds', voorspelt. In Vlaanderen doet do eenigszins ge heimzinnige activiteit der Duitschers aller lei vermoedens verwekken. Niet ver van de waarheid dunkt ons de voorstelling van zaken, die de oor logscorrespondent van „De Tijd" geeft, als hij1 uit Duinkerken aan zijn blad schrijft, da.t de Duitschers op sómmige punten van het .Westelijk front groote strijdkrachten hebben samengetrokken, doch op andere plaatsen, bijv. aan de Yserlinie, talrijk e manschappen hebben onttrokken. Daarom betwijfelt hj of in België een groote nieuwe slag op handen is. Heigeen hij heeft waargenomen, wijst er meer op, dat het nieuwe karakter van den strijd gelegen is in een schijnbaar krachtdadig optreden der Duitschers, een schijnbaren troepenaanvoer; terwijl in werkelijkheid regimenten, naar het ooste lijk krijgstooneel zijn gezonden. Het hefti ger optreden der Duitschers thans, vooral vau hu,n geschut, zou dan juist tot doel hebben om de hondgenooten aangaande hun getalsterkte e,n hun bedoeling te mis leiden. Krijgskundig beschouwd is immers het schijnbaar krachtig en hardnekkig op treden ecin middel om eigen zwakte op zeker punt te verbergen en den vijand te weerhouden door te breken. De corr. verwacht op deze gronden dat het artillerieduel, 'twelk begonnen is zui delijk van Yperen en rond Nieuwpoort, krachtiger zal worden doorgezet. Alles wijst er z.i. op, dat in de komende da gen het geschut weer het eerste woord zal spreken en de taak der intanterie op de tweede plaats komt. Inmiddels worstelen de hondgenooten gestaag maar langzaam hier en daar voor uit. Een loopgraaf, een kasteel, een boschje een weg, een hoeve het zijn allemaal zoovele veroveringen van beteekenis in dezen oorlog waarin iedere strekkende me ter een heel bijzondere waarde heeft. Komt het niet uit wat Joffre zeide: „ik knabbel den vijand af'? 5 December 5 uur. Petersburg (Off.) Op 3 December wer den de verbitterde gevechten op het front Illowo-Lowicz aan den linker Weichsel- oever voortgezet. Zoomede op de wegen, Verwachting tot den avond van 8 Dec.: Meest krachtige, Westelijke tot Zuide lijken wind, betrokken tot zwaarbewolkt met tijdelijke opklaring. Waarschijnlijk regen buien, aanvankelijk koeler. die van het westen loopen naar Lodz en Petrokof. Overigens hadden geene be langrijke veranderingen plaats. Londen. Een telegram uit Nancy meldt aan de „Times", dat de Duitschers voor zorgsmaatregelen nemen voor hun terug tocht uit Lotharingen. Parijs (Officieel communiqué van gis terenavond 11 uur). Niets bijzonders van het front te ver melden. Op onzen rechtervleugel maakten wij eenige vorderingen in de richting van Altkirch. Op 2 December maakten wij 991 krijgs gevangenen, alleen in het noorden. Berlijn. Vijandelijke vliegtuigen wier pen gisteren bommen op Freiburg in Breisgau. Berlijn. De Italiaansche courant „Cor- riere della Sera" meldt, dat sedert ge- ruimen tijd bij de Australische regeering geen bericht is ingekomen van het slag schip „Australia". Men vreest, dat het in volle zee ten gevolge van een ontploffing is vergaan. Berlijn. Het groote hoofdkwartier meldt In Vlaanderen en ten zuiden van Metz werden gisteren Fransehe aanvallen af geslagen. Bij La Bassee in de Argonnen en in de streek ten Zuid-Westen van Altkirch maakten onze troepen vorde ringen. In de gevechten ten Oosten der Ma- zurisclie meren is de toestand gunstig. Kleine ondernemingen brachten ons daar 1200 gevangenen. In Polen hebben onze krijgsverrich tingen een geregeld verloop. 6 December half twee 's namiddags. parijs (Officieel communiqué van gis terenavond 11 uur). In België heerschte heden dezelfde activiteit als gisteren. Wij hebben onze positie versterkt ten noorden van het Vrijdag j.l. genomen Veerhuis.' Overigens valt van het front niets te vermelden. Weenen (Officieel). In de Karpathen viel lieden niets bijzonders voor. Kleine gevechten, die zich bij Tymbank in West- Gallicië ontwikkelden, hadden een voor ons gunstig verloop. In Zuid-Polen is de toestand onveranderd. In Noord-Polen duurt de strijd voort. Van het Zuidelijk oorlogstooneel wordt gemeld De gevechten ten Westen en Zuid- Westen van Arandjelowatsh worden op hardnekkige wijze voortgezet. Gisteren maakten wij meer dan 600 krijgsgevan gen. Het is nog niet tot een beslissing gekomen. Berlijn (Off.) Het officieel communiqué van het Russisch hoofdkwartier van 28 November j.l. sprekend van een terug slaan der Duitschers door de Russen bij Czentochowa is onjuist Integendeel wer den de Russen teruggeslagen en genood zaakt bun stelling op te geven. Londen. Koning George van Engeland ió Zaterdagavond in het Buekinghampa- leis teruggekeerd. Deil (Eng.-Indië). Alle groote Indische Staten hebben hun leedwezen te kennen gegeven over de houding van Turkije door zich bij Duitschland aan te sluiten ter bestrijding van Engeland.

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1914 | | pagina 1