De Oorlogstoestand
BUITENLAND
BINNENLAND.
UIT ZEELAND.
E. VERBEEM - does.
had denkelijk tot de verkenningstroepenj
behoord, zijn grijze uniform zat vol bloed,
de handen waren reeds verstijvend©
't oog half gebroken. Ik had niets meer
hij mij om hem te helpen, geen water
geen verband, niets.niets.Zijn jas
losknoopend zag ik, aan ©en zilver ket
tinkje een scapulier-medaille bevestigd,
aan de ©ene zijde de beeltenis van het
H. Hart, aan de andere die van O. L.
Vrouw van Altijddurenden Bijstand. Ik
trachtte hem toe te spreken, maar hij
verstond mij niet.Hoe had ik deze
©ogenblikken gewenschl, Duitsch te ver
staan en te spreken.Ik wees hem op
mijn tonsuur, loonde hem mijn brevier,
dat nog in mijn zak zat, an trachtte hem
te beduiden, dat ©en priester hein bijstond.
Hij mompelde kreunende iets was
het zijn biecht? was het ©en gebed
was het ©en laatste wensch? God zal
het gehoord hebben.Ik had het confi
teor en gaf hem de absolutie. Hij wees
me op enkele prieven, die tussche.il zijn
uniform zaten en 't woord Mutter heb ik
verstaan. Ik beduidde hem, dat ik be
grepen had en blééf hem nabij tot het
dichtdrukken der oogen de laatsten.
dienst was, dien ik dezen vijand van mijn
vaderland bewijzen kon. De brieven be
waar ik als een biechtgeheim en ik hoop
ze eens na. deze dagen van verschrik
king te kunnen zenden aan de diepbe
droefde Mutter, wier adres ik er in ver
nield vond. Dan zend ik haar met de
brieven den laatsten groet van. haar zoon.
De verwoesting van Leuven.
Hierover verneemt. „Die Tijd" van een
zijner correspondenten
Over de oorzaak der verwoesting van
Leuven ligt een sluier. Ik sprak voor
de catastrophe inwoners, die het onheil
voelden aankomen en mij zeidendat
loopt verkeerd af. Leuven werd gesard
en Leuven leed honger. Een© stad van
43.000 inwoners, te midden van ©en Ver
woest land, anderhalve week doortrokken
van legerkorpsen, die proviand eischten,
staat in de kortste kearen voor een lion-
gernood. Dit is een der oogenschijjilijkste
aanleidingen tot de ramp. Voeg daarbij
de inwoners, diie nacht, op nacht niet
geslapen hadden en dus in hooge mate
overspannen waren en uiterst prikkel
baar; hierbij: de opmarsch der Diuitsche
troepen om den Antwerpschen uitval te
rug te slaan, daarna hun vluchtende we
derkomst, hunne wcedende officieren en
alle oorzaken tot een wederzijdsche mui
terij zijn aanwezig.
De huizen zijn boven de hoofden der
inwoners in vuur gestoken en gleschoten.
Tot mijn spijt moet ik u ook 'berichten,
dat het gedrag der Diuitsohers in Bel
gië ©en sterk anti-katholiek tintje heeft
en bijna, een godsdienstoorlog gaat lijken.
In Thienen is geen huis verwoest; doch
de kerk is „ter waarschuwing" in brand
gestoken met slroo en terpetijn. Die ge
bouwen, welke 't eerst vlamden te Leu
ven en systematisch bleken aangestoken,
waren het klooster der verdreven Porta
geesche paters, hef. Benedictijnen-kloos
ter op den Keizerberg en de Sint Pie
terskerk. Verder zijn alle priesters, die
men machtig kon worden, onmiddellijk ge
fusilleerd, omdat het heette, dat zij de
burger's van munitie hadden voorzien. Op
een plaats zag ik er vier dood liggen.
Enkele zijn gedood, terwijl zij geknield
lagen om van stervenden de biecht te
hooien.
's Morgens treed de eerste trein van meer
dan twintig wagens vol gewonden en
zwaargewond© Duitsche soldaten naar
Aken. Wanneer de lezing, welke mij! Duit
ach© olficieien gaven waar zon zijn, n.l.
dat het Leuvensiohe volk, „onder aanvoe
ring, der geestelijken" op do zeer geringe
bezetting ©en onve h'.elschvn aanval deed,
dan kan ik met het oog op dien eersten
trein vol gewonden (het moeten er vol
gens opgave 453 zijn geweest) voorloo
pig slechts concludeeren, dat de bezet
ting niet zoo, gering was. In den loop van
den dag vertrok een tweede transport.
En in verloop van dien dag werd d©
rest van Leuven „officieel verwoest. Ik
ibehoef u niet te zeggen, hce mij dit aan
greep en met welk een zwaar hart ik
huiswaarts keerde.
Wie en wat er te Leuven gespaard bleef.
MAASTRICHT, 2 Sept. (Van den oor
logscorrespondent van „De Tijd Do
rector en alle professoren van de Leu-
vensche Hoogeschool zijn ongedeerd
gebleven en teruggekeerd. Ook onze
landgenoot prof. dr Noyons, uit Utrecht,
die aanvankelijk gevlucht was, is weer te
Leuven terug en heeft het verleenen van
hulp aan gewonden hervat. Omtrent het
lot van den vice-rector Mgr. Coenraets
kan ik alleen geen zekerheid verkrijgen,
volgens sommigen is hij gedood, volgens
anderen naar Duitschland gevlucht. De
paters Benedictijnen zijn naar Duitsch
land uitgeweken, waar ze bescherming
haopten te vinden. Alle paters Jesuïeten
zijn mede gevlucht Sommige hunner
keerden echter terug. Een hunner, pater
Eugène Dupiereux, is gefusilleerd.
Van de vele andere priesters der stad
zijn vele gedood, andere gevlucht, doch
sommige nu weergekeerd.
Uitgenomen de kathedraal „St. Pierre"
zijn alle kerken onaangetast gebleven.
Het klooster der Benedictijnen op den
Mont César, waar de abdij-kerk nog niet
is opgebouwd, doch de bibliotheekzaal
als hulpkerk is ingericht, bleef grooten-
deels behoudenalleen werd het taber
nakel geforceerd.
Dat de kerken behouden bleven zou te
danken zijn aan de tusschenkomst van
den Amerikaanschen gezant.
Het nieuwe Duitsche geschut.
Wat een vijftal dagen geleden een onzer
correspondenten meedeelde over de ge
heimzinnigheid, waarmee in Duitschland
het zware belegeringgeschut werd ver
vaardigd, dat thans met zoo vernietigend
resultaat vijandelijke vestingen beschiet,
wordt thans officieel door de Duitsche
regeering aan de pers meegedeeld.
De zware veldartillerie, welke te Luik
en nu weer te Namen zulke geweldige
verwoestingen heeft aangericht, bleef tot
het laatste oogenblik aan het buitenland
volslagen onbekend, hoewel een groot
aantal personen aan de vervaardiging
der kanonnen is werkzaam geweest, werd
het geheim niet geschonden, zoodat de
vijand van het bestaan der kanonnen pas
vernam, toen het de geweldige uitwer
king daarvan ondervond. (De Tijd).
De ware reden.
Het heeft verbazing gewekt, dat de
Belgen niet meer troepen gebruikt hadden
voor de verdediging der sterke stelling
Luik, vooral daar het terrein zoo uitne
mend geschikt is gebleken om den vijand
zware verliezen toe te brengen, doch men
heeft ons van welingelichte zijde verze
kerd, dat de Luiksche bevelhebber re
kende op Fransche troepen, die volgens
ingekomen valsche berichten zou
den aanrukken, waarom hij geen verster
kingen heeftaangevraagd bij het Belgische
hoofdkwartier. (De Tijd).
Engeland en België
Donderdag heeft Asquith in het En-
gelsche Lagerhuis bij het indienen van
de motie, waarin het Huis sympathie
met België betuigt, gezegd, dat Engeland
den oorlog was begonnen om de bedreigde
onafhankelijkheid van oen neutralen staat,
België, te verdedigen, een verdediging
waartoe Engeland zich had verbonden.
De houding van Italië.
Naar de Figaro meldt begrijpen Weenen
en Berlijn thans, dat het onmogelijk is
Italië nog op zijn onzijdigheidsverkiaring
te doen terugkomen. Oostenrijk neemt
voorzorgsmaatregelen. De troepen, samen
gesteld uit Tyrolers, die naar den Elzas
waren gezonden zijn naar Trente terug
geroepen, evenals de Kroaten. De Oos-
tenrijksche Tyrolers zijn vervangen door
Tsjechen.
Priesters gefusilleerd.
De correspondent van „De Tijd" meldt
Aan den pastoor van Blegny had men
verboden de kerk nog te betreden, die
verwoest zou worden. Hij zeide echter
toch eerst het H. Sacrament te willen
halen. Hij deed het en werd gefusilleerd.
Ook zijn in deze streek gefusilleerd
de pastoors van Haccourt, Barchon en
Heurle-Romain.
De beschieting van den St. Romboutstoren
te Mechelen.
De Antwerpsclie correspondent van liet
„Algemeen Handelsblad seint 2 Sept.
o.a. ook dit
Op het oogenblik dat ik sein, verneem
ik van den bestuurder der Mechelsche
celgevangenis, die naar Antwerpen is
gevlucht met alle gevangen, dat de prach
tige St. Romboutstoren, een der schoon
ste architectuurmonumenten der Neder
landen, begint over te hellen.
Belgische vluchtelingen.
MAASTRICHT, 2 Sept. (Van den Maas
tricht schen correspondent van „De Tijd").
Het volgende staaltje geeft een vrij vol
ledig en juist overzicht van het aantal
vluchtelingen, die zich oogenblikkelijk
nog in Zuid-Limburg bevinden.
Maastricht ongeveer 1000Cadier en
Keer 400 Eijsden 1400 Sint Geertruid,
400 Gronsveld 130 Gulpen 250Heer
700Magraten 130Mesch 150 Mlieer
600 St Pieter 300Vaals 100Valken
burg 200, Wittem 700. In nog 8 andere
gemeenten bevinden zich vluchtelingen,
in grooter of kleiner aantal.
Het aantal vluchtelingen wordt ge
raamd op 5703. Let wèlvluchtelingen,
die ondersteund worden. Want het aan
tal uitgewekenen die in hotelslogeeren,
of bij familieleden of bekenden een veilig
onderdak hebben weten te verkrijgen
en niet om onderstand hebben gevraagd,
is niet te benaderen.
Dat de kloosters hun aandeel om
niet te spreken van het leeuwenaandeel
hebben gehad in de verpleging en
verzorging der vluchtelingen, spreekt
als een boek, zoodat de vele kloosters,
die van zekere zijde wel eens een „ramp"
voor de streek en het land werden ge
noemd, weer eens hebben kunnen too-
nen met hoeveel liefde en opoffering zij
liet goddelijk gebod van „Heb uw naasten
lief als u zeiven, weten te beoefenen.
Wapenvoorraden.
De Nieuwe Courant schrijft:
In de berichten over de verwoesting
van Belgische steden wordt herhaaldelijk
gezegd, dat in een of ander lokaal, dat
aan de gemeente toebehoorde, wapens
waren gevonden, die alle voorzien waren
van den naam van dengene aan wien
ze worden uitgereikt.
Dat geeft aanleiding te vermoeden, dat
een ontzettend misverstand meermalen
aanleiding is geweest tot de verwoesting.
Wij spraken Zondag iemand, die dezer
dagen naar Luik was geweest en o.a. in
Canne had gezien, hoe daar de door de
burgers ingeleverde wapens wel geordend
waren ondergebracht in het gemeentehuis
met een papiertje vermeldend aan wien
elk wapen behoorde.
Dat was overal zoo geschied, had hij
vernomen.
Zijn nu wellicht deze voorraden inge
leverde en van namen voorziene wapens
aangezien voor wapens gereed gehouden
om bij de komst ''er Duitsciiers aan hen
te worden gegeven?
De regeering van Oostenrijk Hongarije
heeft de Belgische den oorlog verklaard.
Doornik en de oorlog.
Ook de stad Doornik, in Henegouwen
aan de Schelde, heeft het Duitsche oor
logsgeweld aan den lijve gevoeld, zij het
ook in mindere mate dan Mechelen en
Leuven.
De bisschop, Mgr. Walravens, en eenige
aanzienlijke burgers zijn door de Dnit-
schers gegijzeld, totdat de oorlogsschat
ting, 2 millioen francs' [groot, zou zijn
betaald.
Een Elzasch prelaat gefusilleerd, die blind was.
Monseigneur Kannengiesser woonde te
Kembs-Loechle, tegenover Tstein, een
onbekend dorpje, vergeten van de wereld.
Hij was francophiel, schreef eene „His-
toire du Kulturkampf", artikelen over
het Centrum, in de „Correspondant" en
ecu boek over de Duitsche missies en
de Fransche missie, waai in hij do voor
keur gaf aan de Fransche. Maar moest
daarom een blinde man gefusilleerd
worden, moest daarom zijn liuis gedyna-
miteerd worden
Het is barbaarsch als het waar is, zeg
ik van smart en verontwaardiging. Als
ik u moest vertellen, wat hier al ver
brand is, wat al gefusilleerd werd aan
mannelijke inwoners tusschen de veertien
en zestig jaar I En deze gruwelen, door
de Duitschers oorlogsrecht geheeten, toe
gepast op verdachte elementen, geschie
den in werkelijkheid uit haat tegen den
ongetemden Elzas.
Aldus de Fransche oorlogscorrespon
dent van „De Tijd".
De priesters hebben liet in Leu
ven vooral moeten ontgelden, reeds
meldden wij het doodschieten van twee
paters Jezuiëten. Tusschen Leuven en
Thienen werden 2 paters'Norbertijnen in
het veld zonder vorm van proces dood
geschoten, terwijl ook tal van dorps
pastoors den kogel kregen Voorwendsel
tot deze daden was, dat zij de bevolking
ophitsten enammunitie uitdeelden
Bij onderzoek bleek dat een dezer z.g.
priesters-ammunitieuitdeelers aan zijn
parochianen, die zich angstig om hurt
herders hadden geschaard, gewijde sca-
pttliermedaljes gaf om die in den uiter
sten nood te dragen. Waarheid is dat te
Leuven de latere regimenten bestonden
uit het uitschot, volgens de eigen beken
tenis der officieren. De officieren toch
waren de kwaadsten niet, maar zij waren
hun mannen, die door het onophoudelijk
zwelgen van alcoholische dranken gede
moraliseerd waren, niet meer meester.
Er zijn tal van verhalen van vluchte
lingen, die allen op dit eene punt neer
komen, dat in het dooden en mishandelen
van priesters ook wel de haat tot uiting
kwam, die de Duitsche soldaten te Leuven
den godsdienst en zijn bedienaren bicken
toe te dragen.
Een Nederlandsclie pater Franciskaan,
die in het klooster der Conventueelen te
Leuven woonde en aan zijn Nederlander
schap zijn redding dankte, verhaalt aldus
zijn tocht een waren kruisweg - van
Leuven naar Maastricht.
Omdat wij Nederlanders waren, moch
ten wij vertrekken, den weg was ons
aangewezen langs Thienen, St. Truien,
Hasselt, Maaseyck, Roermond. Van Leu
ven tot Maaseyck i-", volgens den spoor-
gids, een 100 L.M. Alles moest te voet
worden afgelegd. Den eersten dag gingen
wij tot Tienen, 3 maal werden de valiesjes,
alle zakken en dan nog aan 't lichaam
onderzocht, altijd onder hoon en spot en
vervloekingen der soldaten, die ons toe
schreeuwden „vuile honden, zwijnen,
volksverdommers" Men wierp ons met
steenen na, dreigde ons voortdurend met
geladen revolverseen onzer werd op 't
hoofd geslagen, een ander de bril op den
neus stuk geslagen enz. De weg ging
tusschen brandende huisjes, waaruit soms
de stank van verbrand vee kwam. Hal
verwege tusschen Leuven-Tienen werden
we opnieuw onderzocht, moesten ander
half uur in een stal blijven, bewaakt door
een gewapend soldaat en te midden van
half dronken soldaten, waarvan één uit
muntte in vloeken en verwenscliingen.
Met de eerstkomende collonne soldaten
moesten wij terug naar Leuven. Nabij de
stad stond een officier bij een auto Hij riep
ons tot zich en vroeg de rede van ons
teruggaan. Toen wij alles hadden uitge
legd en hij onzen vrijbrief had gezien,
schreef hij daarop eenige regelen en tee-
kende: Graaf Von Zeppelin. „Nu zullen
ze u wel doorlaten."
Op 't kritieke punt gekomen, kwam
de soldaat, die ons gevisiteerd had, ons
te gemoet, beval ons achter een klein
huisje te gaan, ontrukte ons den vrijbrief
en greep naar 't valiesje met geld. Ge
lukkig kwamen er toen eenige dames en
heeren, ook vluchtelingen nabij, en de
soldaat durfde zijn voornemen tot diefstal
en waarschijnlijk tot moord, niet ten
uitvoer te brengen Altijd met opgeheven
armen kwamen wij, nu in gezelschap dier
leeken, te Thienen aan 's avonds 8 uur.
Den volgenden morgen gingen wij te
voet naar St Truien, terwijl liet geweldig
regende. Ik was blij, dat ik me kon
dekken met de parapfuie en ik althans
de lange reien soldaten, die ons tegen
kwam, niet behoefde te zien. Nog eens
werden we op dien dag door een onder
officier, die daarvoor uit zijn auto sprong,
onderzocht.
Toen hij hoorde, dat wij Nederlanders
waren vroeg hij pardon, doch zeide ons:
„Al de priesters van Leuven worden
opgehangen".
In St. Truien werden we met broeder
liefde door do paters Franciscanen ont
vangen, die onze doorwonde en bloedende
voeten verzorgden. Zij hoopten ook een
kar voor ons te krijgen, doch de com
mandant verbood het, alles moest te
voet worden afgelegd. Vrijdags vertrok
ken we uit St. Truien, de menschen, die
ons zagen, weenden. Na een half uur
loopens kwam de kar ons achterop. De
man waagde het ons naar Maaseyk te
te brengen voor vijftig gulden. Wat we
gelukkig waren De prachtigste auto kon
ons niet heerlijker schijnen dan deze
kar. 's Avonds 5 uur kwamen we in
Maaseyck, waar we weder met liefde
door de Kruisheeren werden opgenomen.
Franciscanen en Kruisheeren onze innige
dank I God vcrgelde hun, wat ze voor
ons, arme vluchtelingen, di den 1 Zater
dagsmorgens zette een bootje ons over
de Maas. We hadden den vaderlandschen
grond wel willen kussen, cnnioit klonk
met meer gloed een „Te Deum Lauda-
mus".
Wat er van onze kloosters in Leuven
geworden is weten we niet. Wij donken
het ergste. We zijn innig dankbaar, dat
wij gered zijn, en toch als we denken
aan ons klooster en onze medebroeders,
dan krimpt het hart ineen van snijdende
smart. Moge God Nederland voor de
gruwelen van don oorlog bewaren 1
ALB1SIË
ROME, 3 Sept. Uit Durazzo wordt
gemeld, dat de Prins Von Wied heden
aan boord van het Italiaansch oorlogs
schip „Misurata" naar Venetië is ver
trokken.
Het einde der regeering van den prins
van Wied in Albanië is te Weenen koel
tjes opgenomen. Over Albanië's lot zal
na den wereldoorlog worden beslist, zeg
gen de Oostenrijksche bladen. De Reichs-
post schrijft, dat men het den prins niet
kwalijk kan nemen, dat hij zijn taak niet
heeft kunnen volbrengen. Het ging boven
menschelijke kracht, zich staande te hou
den tegen de tallooze binnen- en buiten-
landsclie geschillen, die het gevolg waren
van de tweespalt onder de mogendheden.
TWEEDE KAMER
In de zitting der Tweede Kamer,
Maandag j 1. gehouden, verhief de voor
zitter bij den aanvang der zitting zich
van zijn zetel, daarin nagevolgd door
alle aanwezige leden, om een woord
van hulde aan onze geëerbiedigde Ko
ningin te spreken. De heer Goeman
Borgesius zeide daarbij liet volgende:
Hedenmorgen reeds was ik in de
gelegi nheid H. M. onze gelukwenschen
aan te bieden. Toen verklaarde H. M.,
dat zij het zeer waardeert, dat de Tweede
Kamer in dezo moeilijkheden ook nu
vergadert en dat in groote eensgezind
heid van alle partijen en zonder onder
scheid van schakeeringen. Voor H. M.
zou lvet een aansporing te meer zijn
om met al hare krachten de belangen
te blijven bevorderen van het haar dier
bare Nederlandsclie volk.
Ik hen overtuigd, mijne hecren, dat
gij allen deze woorden bijzonder waar
deert. Al is, op den wensch van H. M.
zelve, deze dag niet tot een feestdag
gemaakt, wij voelen toch allen, dat de
band, die het volk met 't vorstenhuis
verbindt, thans èn door de moeilijke
omstandigheden, waarin wij allen ver-
keeren èn door de wijze, waarop II M.
bij deze gelegenheid optrad, nog hechter
wordt.
Wij zijn niet alleen erkentelijk, maar
ook trotseli dal wij in deze tijden, waarin
wij weliswaar nog gespaard zijn voor
de rampen van don oorlog zelf, maar
waarin wij den nood van den oorlog
toch ernstig gevoelen, een vorstin aan
het hoofd te hebben, die zooveel doet
tot leniging van die nooden en die het
initiatief heeft genomen voor een sa
menwerking van mannen en vrouwen
uit alle standen en van alle richtingen,
om daaraan het hoofd te bieden.
Moge de bede van H. M., dat het
kanongebulder spoedig zal ophouden,
in vervulling gaan en mogen wij nog
vele jaren worden geregeerd door een
Koningin, wier hoogst geluk het is, met
haar volk samen te werken, opdat het
groot zij in alles, waarin een klein volk
groot kan zijn.
Leve de Koningin 1
De rede vond luiden bijval.
De Minister Gort van der Linden,
zich bij deze hulde aan H. M. aanslui
tende, zeide daarop:
Niemand beter dan de Regeering kan
beseffen welk een onwaardeerbare zegen
liet is voor ons vaderland dat onze
Vorstin do jr haar hooge plichtsbetrachting
en trouwe liefde voor liet Nederlandsclie
volk een verheven voorbeeld is voor
ons allen De Regeering sluit zich van
harte aan bij uwen wensch dat H. M.
nog vele jaren en voor betere tijden
voor ons volk zal worden gespaard.
Ook na deze woorden volgden bravo's.
Aalmoezeniers en veldpredikers.
De geestelijke verzorging van het leger
te velde is opgedragen aan eenige gees
telijken en predikanten, die zich daartoe
vrijwillig hebben beschikbaar gesteld en
respectievelijk den titel dragen van aal
moezenier oi' veldprediker.
Deze eerw. heeren zijn, zoolang zij
hun diensten bij liet leger verrichten in
rang gelijk gesteld met een majoor. Zij
dragon op hun kleeding de voor dien
rang vastgestelde onderscheidingstee-
keuen, alsmede een uniformpet van het
voor het leger vastgestelde, model van
zwarte stofde band om de pet is bij
de aalmoezeniers van blauwe, bij de veld
predikers van zwarte kleur, terwijl bij
allen het cijfer der divisie, waarbij de
heeren resp. zijn ingedeeld, op de voor
zijde van de pet binnen de daar aange
brachte krans met goud is geborduurd.
Daar de aan do legers verbonden gees
telijken overeenkomstig liet bepaalde in
art. 2 van het verdrag van Genève, de
bij dat verdrag vastgestelde bescher
ming genieten, dragen zij aan den lin
kerbovenarm den bekenden roodekruis-
baud.
Voor de aalmoezeniers en veldpredikers
is door den opperbevelhebber van land
en zeemacht een instructie vastgesteld
omtrent hun standplaats, diensten be
voegdheden.
Trekking staatsloterij.
De trekking van de tweede klasse der
406e Staatsloterij vangt 14 September
aan. De verwisseling der classicale loten
moet vóór of op II September plaats
hebben.
Wethouder Vliegen.
lu de Amsterdamsche Raadszitting is
gekozen tot wethouder in de plaats van
den heer Serrurier, de heer W. H. Vlie
gen (S.D.A.P.)
De lieer Vliegen kreeg 17 stemmen,
terwijl op den lieer Delprat 14 en den
heer Klaas De Vries 1 stem werd uit
gebracht Blanco waren 12 biljetten.
De heer Vliegen deelde mede, dat bij
de benoeming tut wethouder niet aan
neemt, daar de uitslag van de stemming
blijkbaar een verrassing is geweest en
de lieer Vliegen den raad in de gele
genheid wil stellen nader te beslissen,
wien hij tot wethouder wil kiezen.
Evenwel verzekerde de heer Vliegen
dat hij geen principiëele bezwaren tegen
een eventueel wethouderschap heeft.
Ingevolge art, 86 der Gemeentewet
moet tlians binnen 8 dagen oen nieuwe
keuze geschieden. (Z.)
Goes. Hoefijzcrverbond Roode
Kruis. Door het damescomité, afd. Goes
van het Ned. Ilocfijzerverbond in dienst
van liet Roode Kruis, is in Zuid-Beve-
land voor dit doel gecollecteerd.
Do collecte bracht op: Ellewoutsdijk
f 34 OIF, Schore f 15.72, Baarland f 49.02-'',
Oudelande f 23.45, Kwadendamme f 20 09,
Hoedeki nskerke f27 37-"', Ileinkenszand
f86.23, Wilhelminapoldor f43.14, Katten-
dijke f9.80, Kapelle f72.80, Biezelinge
f i3.50, 's Heerenlioek f62.70, 'sGravenpol
der f49.215, 's Heer Arendskerke f82.63,
Nieuwdorp f 111.65, Borselen fl63.0U,
Ovezande f 140.70, Nisse f 56.70', Drie
wegen f46.90, lorseke f 101.78, 's Heer
Abtskerke f31.45, Kloetinge f97.27.
Door de overige dorpen van Zuid-Be
veland werd gedeeltelijk geen toestem
ming tot collecteeren gegeven, gedeelte
lijk was er zelf reeds voor gezorgd.
heeft geen invloed gehad op mijn arti
kelen, wij zijn nog van alles RUIM
VOORZIEN.
Alles aan de bekende LAGE
PRIJZEN a contant met 3 pCt. k o r-
ting. winkeliers rabat.
Middelburg. Bij een der bewoners van
de Lange St. Pieberstraat alhier is' ©en