De Oorlogstoestand BUITENLAND BINNENLAND. UIT ZEELAND. E. VERBEEM - does. had denkelijk tot de verkenningstroepenj behoord, zijn grijze uniform zat vol bloed, de handen waren reeds verstijvend© 't oog half gebroken. Ik had niets meer hij mij om hem te helpen, geen water geen verband, niets.niets.Zijn jas losknoopend zag ik, aan ©en zilver ket tinkje een scapulier-medaille bevestigd, aan de ©ene zijde de beeltenis van het H. Hart, aan de andere die van O. L. Vrouw van Altijddurenden Bijstand. Ik trachtte hem toe te spreken, maar hij verstond mij niet.Hoe had ik deze ©ogenblikken gewenschl, Duitsch te ver staan en te spreken.Ik wees hem op mijn tonsuur, loonde hem mijn brevier, dat nog in mijn zak zat, an trachtte hem te beduiden, dat ©en priester hein bijstond. Hij mompelde kreunende iets was het zijn biecht? was het ©en gebed was het ©en laatste wensch? God zal het gehoord hebben.Ik had het confi teor en gaf hem de absolutie. Hij wees me op enkele prieven, die tussche.il zijn uniform zaten en 't woord Mutter heb ik verstaan. Ik beduidde hem, dat ik be grepen had en blééf hem nabij tot het dichtdrukken der oogen de laatsten. dienst was, dien ik dezen vijand van mijn vaderland bewijzen kon. De brieven be waar ik als een biechtgeheim en ik hoop ze eens na. deze dagen van verschrik king te kunnen zenden aan de diepbe droefde Mutter, wier adres ik er in ver nield vond. Dan zend ik haar met de brieven den laatsten groet van. haar zoon. De verwoesting van Leuven. Hierover verneemt. „Die Tijd" van een zijner correspondenten Over de oorzaak der verwoesting van Leuven ligt een sluier. Ik sprak voor de catastrophe inwoners, die het onheil voelden aankomen en mij zeidendat loopt verkeerd af. Leuven werd gesard en Leuven leed honger. Een© stad van 43.000 inwoners, te midden van ©en Ver woest land, anderhalve week doortrokken van legerkorpsen, die proviand eischten, staat in de kortste kearen voor een lion- gernood. Dit is een der oogenschijjilijkste aanleidingen tot de ramp. Voeg daarbij de inwoners, diie nacht, op nacht niet geslapen hadden en dus in hooge mate overspannen waren en uiterst prikkel baar; hierbij: de opmarsch der Diuitsche troepen om den Antwerpschen uitval te rug te slaan, daarna hun vluchtende we derkomst, hunne wcedende officieren en alle oorzaken tot een wederzijdsche mui terij zijn aanwezig. De huizen zijn boven de hoofden der inwoners in vuur gestoken en gleschoten. Tot mijn spijt moet ik u ook 'berichten, dat het gedrag der Diuitsohers in Bel gië ©en sterk anti-katholiek tintje heeft en bijna, een godsdienstoorlog gaat lijken. In Thienen is geen huis verwoest; doch de kerk is „ter waarschuwing" in brand gestoken met slroo en terpetijn. Die ge bouwen, welke 't eerst vlamden te Leu ven en systematisch bleken aangestoken, waren het klooster der verdreven Porta geesche paters, hef. Benedictijnen-kloos ter op den Keizerberg en de Sint Pie terskerk. Verder zijn alle priesters, die men machtig kon worden, onmiddellijk ge fusilleerd, omdat het heette, dat zij de burger's van munitie hadden voorzien. Op een plaats zag ik er vier dood liggen. Enkele zijn gedood, terwijl zij geknield lagen om van stervenden de biecht te hooien. 's Morgens treed de eerste trein van meer dan twintig wagens vol gewonden en zwaargewond© Duitsche soldaten naar Aken. Wanneer de lezing, welke mij! Duit ach© olficieien gaven waar zon zijn, n.l. dat het Leuvensiohe volk, „onder aanvoe ring, der geestelijken" op do zeer geringe bezetting ©en onve h'.elschvn aanval deed, dan kan ik met het oog op dien eersten trein vol gewonden (het moeten er vol gens opgave 453 zijn geweest) voorloo pig slechts concludeeren, dat de bezet ting niet zoo, gering was. In den loop van den dag vertrok een tweede transport. En in verloop van dien dag werd d© rest van Leuven „officieel verwoest. Ik ibehoef u niet te zeggen, hce mij dit aan greep en met welk een zwaar hart ik huiswaarts keerde. Wie en wat er te Leuven gespaard bleef. MAASTRICHT, 2 Sept. (Van den oor logscorrespondent van „De Tijd Do rector en alle professoren van de Leu- vensche Hoogeschool zijn ongedeerd gebleven en teruggekeerd. Ook onze landgenoot prof. dr Noyons, uit Utrecht, die aanvankelijk gevlucht was, is weer te Leuven terug en heeft het verleenen van hulp aan gewonden hervat. Omtrent het lot van den vice-rector Mgr. Coenraets kan ik alleen geen zekerheid verkrijgen, volgens sommigen is hij gedood, volgens anderen naar Duitschland gevlucht. De paters Benedictijnen zijn naar Duitsch land uitgeweken, waar ze bescherming haopten te vinden. Alle paters Jesuïeten zijn mede gevlucht Sommige hunner keerden echter terug. Een hunner, pater Eugène Dupiereux, is gefusilleerd. Van de vele andere priesters der stad zijn vele gedood, andere gevlucht, doch sommige nu weergekeerd. Uitgenomen de kathedraal „St. Pierre" zijn alle kerken onaangetast gebleven. Het klooster der Benedictijnen op den Mont César, waar de abdij-kerk nog niet is opgebouwd, doch de bibliotheekzaal als hulpkerk is ingericht, bleef grooten- deels behoudenalleen werd het taber nakel geforceerd. Dat de kerken behouden bleven zou te danken zijn aan de tusschenkomst van den Amerikaanschen gezant. Het nieuwe Duitsche geschut. Wat een vijftal dagen geleden een onzer correspondenten meedeelde over de ge heimzinnigheid, waarmee in Duitschland het zware belegeringgeschut werd ver vaardigd, dat thans met zoo vernietigend resultaat vijandelijke vestingen beschiet, wordt thans officieel door de Duitsche regeering aan de pers meegedeeld. De zware veldartillerie, welke te Luik en nu weer te Namen zulke geweldige verwoestingen heeft aangericht, bleef tot het laatste oogenblik aan het buitenland volslagen onbekend, hoewel een groot aantal personen aan de vervaardiging der kanonnen is werkzaam geweest, werd het geheim niet geschonden, zoodat de vijand van het bestaan der kanonnen pas vernam, toen het de geweldige uitwer king daarvan ondervond. (De Tijd). De ware reden. Het heeft verbazing gewekt, dat de Belgen niet meer troepen gebruikt hadden voor de verdediging der sterke stelling Luik, vooral daar het terrein zoo uitne mend geschikt is gebleken om den vijand zware verliezen toe te brengen, doch men heeft ons van welingelichte zijde verze kerd, dat de Luiksche bevelhebber re kende op Fransche troepen, die volgens ingekomen valsche berichten zou den aanrukken, waarom hij geen verster kingen heeftaangevraagd bij het Belgische hoofdkwartier. (De Tijd). Engeland en België Donderdag heeft Asquith in het En- gelsche Lagerhuis bij het indienen van de motie, waarin het Huis sympathie met België betuigt, gezegd, dat Engeland den oorlog was begonnen om de bedreigde onafhankelijkheid van oen neutralen staat, België, te verdedigen, een verdediging waartoe Engeland zich had verbonden. De houding van Italië. Naar de Figaro meldt begrijpen Weenen en Berlijn thans, dat het onmogelijk is Italië nog op zijn onzijdigheidsverkiaring te doen terugkomen. Oostenrijk neemt voorzorgsmaatregelen. De troepen, samen gesteld uit Tyrolers, die naar den Elzas waren gezonden zijn naar Trente terug geroepen, evenals de Kroaten. De Oos- tenrijksche Tyrolers zijn vervangen door Tsjechen. Priesters gefusilleerd. De correspondent van „De Tijd" meldt Aan den pastoor van Blegny had men verboden de kerk nog te betreden, die verwoest zou worden. Hij zeide echter toch eerst het H. Sacrament te willen halen. Hij deed het en werd gefusilleerd. Ook zijn in deze streek gefusilleerd de pastoors van Haccourt, Barchon en Heurle-Romain. De beschieting van den St. Romboutstoren te Mechelen. De Antwerpsclie correspondent van liet „Algemeen Handelsblad seint 2 Sept. o.a. ook dit Op het oogenblik dat ik sein, verneem ik van den bestuurder der Mechelsche celgevangenis, die naar Antwerpen is gevlucht met alle gevangen, dat de prach tige St. Romboutstoren, een der schoon ste architectuurmonumenten der Neder landen, begint over te hellen. Belgische vluchtelingen. MAASTRICHT, 2 Sept. (Van den Maas tricht schen correspondent van „De Tijd"). Het volgende staaltje geeft een vrij vol ledig en juist overzicht van het aantal vluchtelingen, die zich oogenblikkelijk nog in Zuid-Limburg bevinden. Maastricht ongeveer 1000Cadier en Keer 400 Eijsden 1400 Sint Geertruid, 400 Gronsveld 130 Gulpen 250Heer 700Magraten 130Mesch 150 Mlieer 600 St Pieter 300Vaals 100Valken burg 200, Wittem 700. In nog 8 andere gemeenten bevinden zich vluchtelingen, in grooter of kleiner aantal. Het aantal vluchtelingen wordt ge raamd op 5703. Let wèlvluchtelingen, die ondersteund worden. Want het aan tal uitgewekenen die in hotelslogeeren, of bij familieleden of bekenden een veilig onderdak hebben weten te verkrijgen en niet om onderstand hebben gevraagd, is niet te benaderen. Dat de kloosters hun aandeel om niet te spreken van het leeuwenaandeel hebben gehad in de verpleging en verzorging der vluchtelingen, spreekt als een boek, zoodat de vele kloosters, die van zekere zijde wel eens een „ramp" voor de streek en het land werden ge noemd, weer eens hebben kunnen too- nen met hoeveel liefde en opoffering zij liet goddelijk gebod van „Heb uw naasten lief als u zeiven, weten te beoefenen. Wapenvoorraden. De Nieuwe Courant schrijft: In de berichten over de verwoesting van Belgische steden wordt herhaaldelijk gezegd, dat in een of ander lokaal, dat aan de gemeente toebehoorde, wapens waren gevonden, die alle voorzien waren van den naam van dengene aan wien ze worden uitgereikt. Dat geeft aanleiding te vermoeden, dat een ontzettend misverstand meermalen aanleiding is geweest tot de verwoesting. Wij spraken Zondag iemand, die dezer dagen naar Luik was geweest en o.a. in Canne had gezien, hoe daar de door de burgers ingeleverde wapens wel geordend waren ondergebracht in het gemeentehuis met een papiertje vermeldend aan wien elk wapen behoorde. Dat was overal zoo geschied, had hij vernomen. Zijn nu wellicht deze voorraden inge leverde en van namen voorziene wapens aangezien voor wapens gereed gehouden om bij de komst ''er Duitsciiers aan hen te worden gegeven? De regeering van Oostenrijk Hongarije heeft de Belgische den oorlog verklaard. Doornik en de oorlog. Ook de stad Doornik, in Henegouwen aan de Schelde, heeft het Duitsche oor logsgeweld aan den lijve gevoeld, zij het ook in mindere mate dan Mechelen en Leuven. De bisschop, Mgr. Walravens, en eenige aanzienlijke burgers zijn door de Dnit- schers gegijzeld, totdat de oorlogsschat ting, 2 millioen francs' [groot, zou zijn betaald. Een Elzasch prelaat gefusilleerd, die blind was. Monseigneur Kannengiesser woonde te Kembs-Loechle, tegenover Tstein, een onbekend dorpje, vergeten van de wereld. Hij was francophiel, schreef eene „His- toire du Kulturkampf", artikelen over het Centrum, in de „Correspondant" en ecu boek over de Duitsche missies en de Fransche missie, waai in hij do voor keur gaf aan de Fransche. Maar moest daarom een blinde man gefusilleerd worden, moest daarom zijn liuis gedyna- miteerd worden Het is barbaarsch als het waar is, zeg ik van smart en verontwaardiging. Als ik u moest vertellen, wat hier al ver brand is, wat al gefusilleerd werd aan mannelijke inwoners tusschen de veertien en zestig jaar I En deze gruwelen, door de Duitschers oorlogsrecht geheeten, toe gepast op verdachte elementen, geschie den in werkelijkheid uit haat tegen den ongetemden Elzas. Aldus de Fransche oorlogscorrespon dent van „De Tijd". De priesters hebben liet in Leu ven vooral moeten ontgelden, reeds meldden wij het doodschieten van twee paters Jezuiëten. Tusschen Leuven en Thienen werden 2 paters'Norbertijnen in het veld zonder vorm van proces dood geschoten, terwijl ook tal van dorps pastoors den kogel kregen Voorwendsel tot deze daden was, dat zij de bevolking ophitsten enammunitie uitdeelden Bij onderzoek bleek dat een dezer z.g. priesters-ammunitieuitdeelers aan zijn parochianen, die zich angstig om hurt herders hadden geschaard, gewijde sca- pttliermedaljes gaf om die in den uiter sten nood te dragen. Waarheid is dat te Leuven de latere regimenten bestonden uit het uitschot, volgens de eigen beken tenis der officieren. De officieren toch waren de kwaadsten niet, maar zij waren hun mannen, die door het onophoudelijk zwelgen van alcoholische dranken gede moraliseerd waren, niet meer meester. Er zijn tal van verhalen van vluchte lingen, die allen op dit eene punt neer komen, dat in het dooden en mishandelen van priesters ook wel de haat tot uiting kwam, die de Duitsche soldaten te Leuven den godsdienst en zijn bedienaren bicken toe te dragen. Een Nederlandsclie pater Franciskaan, die in het klooster der Conventueelen te Leuven woonde en aan zijn Nederlander schap zijn redding dankte, verhaalt aldus zijn tocht een waren kruisweg - van Leuven naar Maastricht. Omdat wij Nederlanders waren, moch ten wij vertrekken, den weg was ons aangewezen langs Thienen, St. Truien, Hasselt, Maaseyck, Roermond. Van Leu ven tot Maaseyck i-", volgens den spoor- gids, een 100 L.M. Alles moest te voet worden afgelegd. Den eersten dag gingen wij tot Tienen, 3 maal werden de valiesjes, alle zakken en dan nog aan 't lichaam onderzocht, altijd onder hoon en spot en vervloekingen der soldaten, die ons toe schreeuwden „vuile honden, zwijnen, volksverdommers" Men wierp ons met steenen na, dreigde ons voortdurend met geladen revolverseen onzer werd op 't hoofd geslagen, een ander de bril op den neus stuk geslagen enz. De weg ging tusschen brandende huisjes, waaruit soms de stank van verbrand vee kwam. Hal verwege tusschen Leuven-Tienen werden we opnieuw onderzocht, moesten ander half uur in een stal blijven, bewaakt door een gewapend soldaat en te midden van half dronken soldaten, waarvan één uit muntte in vloeken en verwenscliingen. Met de eerstkomende collonne soldaten moesten wij terug naar Leuven. Nabij de stad stond een officier bij een auto Hij riep ons tot zich en vroeg de rede van ons teruggaan. Toen wij alles hadden uitge legd en hij onzen vrijbrief had gezien, schreef hij daarop eenige regelen en tee- kende: Graaf Von Zeppelin. „Nu zullen ze u wel doorlaten." Op 't kritieke punt gekomen, kwam de soldaat, die ons gevisiteerd had, ons te gemoet, beval ons achter een klein huisje te gaan, ontrukte ons den vrijbrief en greep naar 't valiesje met geld. Ge lukkig kwamen er toen eenige dames en heeren, ook vluchtelingen nabij, en de soldaat durfde zijn voornemen tot diefstal en waarschijnlijk tot moord, niet ten uitvoer te brengen Altijd met opgeheven armen kwamen wij, nu in gezelschap dier leeken, te Thienen aan 's avonds 8 uur. Den volgenden morgen gingen wij te voet naar St Truien, terwijl liet geweldig regende. Ik was blij, dat ik me kon dekken met de parapfuie en ik althans de lange reien soldaten, die ons tegen kwam, niet behoefde te zien. Nog eens werden we op dien dag door een onder officier, die daarvoor uit zijn auto sprong, onderzocht. Toen hij hoorde, dat wij Nederlanders waren vroeg hij pardon, doch zeide ons: „Al de priesters van Leuven worden opgehangen". In St. Truien werden we met broeder liefde door do paters Franciscanen ont vangen, die onze doorwonde en bloedende voeten verzorgden. Zij hoopten ook een kar voor ons te krijgen, doch de com mandant verbood het, alles moest te voet worden afgelegd. Vrijdags vertrok ken we uit St. Truien, de menschen, die ons zagen, weenden. Na een half uur loopens kwam de kar ons achterop. De man waagde het ons naar Maaseyk te te brengen voor vijftig gulden. Wat we gelukkig waren De prachtigste auto kon ons niet heerlijker schijnen dan deze kar. 's Avonds 5 uur kwamen we in Maaseyck, waar we weder met liefde door de Kruisheeren werden opgenomen. Franciscanen en Kruisheeren onze innige dank I God vcrgelde hun, wat ze voor ons, arme vluchtelingen, di den 1 Zater dagsmorgens zette een bootje ons over de Maas. We hadden den vaderlandschen grond wel willen kussen, cnnioit klonk met meer gloed een „Te Deum Lauda- mus". Wat er van onze kloosters in Leuven geworden is weten we niet. Wij donken het ergste. We zijn innig dankbaar, dat wij gered zijn, en toch als we denken aan ons klooster en onze medebroeders, dan krimpt het hart ineen van snijdende smart. Moge God Nederland voor de gruwelen van don oorlog bewaren 1 ALB1SIË ROME, 3 Sept. Uit Durazzo wordt gemeld, dat de Prins Von Wied heden aan boord van het Italiaansch oorlogs schip „Misurata" naar Venetië is ver trokken. Het einde der regeering van den prins van Wied in Albanië is te Weenen koel tjes opgenomen. Over Albanië's lot zal na den wereldoorlog worden beslist, zeg gen de Oostenrijksche bladen. De Reichs- post schrijft, dat men het den prins niet kwalijk kan nemen, dat hij zijn taak niet heeft kunnen volbrengen. Het ging boven menschelijke kracht, zich staande te hou den tegen de tallooze binnen- en buiten- landsclie geschillen, die het gevolg waren van de tweespalt onder de mogendheden. TWEEDE KAMER In de zitting der Tweede Kamer, Maandag j 1. gehouden, verhief de voor zitter bij den aanvang der zitting zich van zijn zetel, daarin nagevolgd door alle aanwezige leden, om een woord van hulde aan onze geëerbiedigde Ko ningin te spreken. De heer Goeman Borgesius zeide daarbij liet volgende: Hedenmorgen reeds was ik in de gelegi nheid H. M. onze gelukwenschen aan te bieden. Toen verklaarde H. M., dat zij het zeer waardeert, dat de Tweede Kamer in dezo moeilijkheden ook nu vergadert en dat in groote eensgezind heid van alle partijen en zonder onder scheid van schakeeringen. Voor H. M. zou lvet een aansporing te meer zijn om met al hare krachten de belangen te blijven bevorderen van het haar dier bare Nederlandsclie volk. Ik hen overtuigd, mijne hecren, dat gij allen deze woorden bijzonder waar deert. Al is, op den wensch van H. M. zelve, deze dag niet tot een feestdag gemaakt, wij voelen toch allen, dat de band, die het volk met 't vorstenhuis verbindt, thans èn door de moeilijke omstandigheden, waarin wij allen ver- keeren èn door de wijze, waarop II M. bij deze gelegenheid optrad, nog hechter wordt. Wij zijn niet alleen erkentelijk, maar ook trotseli dal wij in deze tijden, waarin wij weliswaar nog gespaard zijn voor de rampen van don oorlog zelf, maar waarin wij den nood van den oorlog toch ernstig gevoelen, een vorstin aan het hoofd te hebben, die zooveel doet tot leniging van die nooden en die het initiatief heeft genomen voor een sa menwerking van mannen en vrouwen uit alle standen en van alle richtingen, om daaraan het hoofd te bieden. Moge de bede van H. M., dat het kanongebulder spoedig zal ophouden, in vervulling gaan en mogen wij nog vele jaren worden geregeerd door een Koningin, wier hoogst geluk het is, met haar volk samen te werken, opdat het groot zij in alles, waarin een klein volk groot kan zijn. Leve de Koningin 1 De rede vond luiden bijval. De Minister Gort van der Linden, zich bij deze hulde aan H. M. aanslui tende, zeide daarop: Niemand beter dan de Regeering kan beseffen welk een onwaardeerbare zegen liet is voor ons vaderland dat onze Vorstin do jr haar hooge plichtsbetrachting en trouwe liefde voor liet Nederlandsclie volk een verheven voorbeeld is voor ons allen De Regeering sluit zich van harte aan bij uwen wensch dat H. M. nog vele jaren en voor betere tijden voor ons volk zal worden gespaard. Ook na deze woorden volgden bravo's. Aalmoezeniers en veldpredikers. De geestelijke verzorging van het leger te velde is opgedragen aan eenige gees telijken en predikanten, die zich daartoe vrijwillig hebben beschikbaar gesteld en respectievelijk den titel dragen van aal moezenier oi' veldprediker. Deze eerw. heeren zijn, zoolang zij hun diensten bij liet leger verrichten in rang gelijk gesteld met een majoor. Zij dragon op hun kleeding de voor dien rang vastgestelde onderscheidingstee- keuen, alsmede een uniformpet van het voor het leger vastgestelde, model van zwarte stofde band om de pet is bij de aalmoezeniers van blauwe, bij de veld predikers van zwarte kleur, terwijl bij allen het cijfer der divisie, waarbij de heeren resp. zijn ingedeeld, op de voor zijde van de pet binnen de daar aange brachte krans met goud is geborduurd. Daar de aan do legers verbonden gees telijken overeenkomstig liet bepaalde in art. 2 van het verdrag van Genève, de bij dat verdrag vastgestelde bescher ming genieten, dragen zij aan den lin kerbovenarm den bekenden roodekruis- baud. Voor de aalmoezeniers en veldpredikers is door den opperbevelhebber van land en zeemacht een instructie vastgesteld omtrent hun standplaats, diensten be voegdheden. Trekking staatsloterij. De trekking van de tweede klasse der 406e Staatsloterij vangt 14 September aan. De verwisseling der classicale loten moet vóór of op II September plaats hebben. Wethouder Vliegen. lu de Amsterdamsche Raadszitting is gekozen tot wethouder in de plaats van den heer Serrurier, de heer W. H. Vlie gen (S.D.A.P.) De lieer Vliegen kreeg 17 stemmen, terwijl op den lieer Delprat 14 en den heer Klaas De Vries 1 stem werd uit gebracht Blanco waren 12 biljetten. De heer Vliegen deelde mede, dat bij de benoeming tut wethouder niet aan neemt, daar de uitslag van de stemming blijkbaar een verrassing is geweest en de lieer Vliegen den raad in de gele genheid wil stellen nader te beslissen, wien hij tot wethouder wil kiezen. Evenwel verzekerde de heer Vliegen dat hij geen principiëele bezwaren tegen een eventueel wethouderschap heeft. Ingevolge art, 86 der Gemeentewet moet tlians binnen 8 dagen oen nieuwe keuze geschieden. (Z.) Goes. Hoefijzcrverbond Roode Kruis. Door het damescomité, afd. Goes van het Ned. Ilocfijzerverbond in dienst van liet Roode Kruis, is in Zuid-Beve- land voor dit doel gecollecteerd. Do collecte bracht op: Ellewoutsdijk f 34 OIF, Schore f 15.72, Baarland f 49.02-'', Oudelande f 23.45, Kwadendamme f 20 09, Hoedeki nskerke f27 37-"', Ileinkenszand f86.23, Wilhelminapoldor f43.14, Katten- dijke f9.80, Kapelle f72.80, Biezelinge f i3.50, 's Heerenlioek f62.70, 'sGravenpol der f49.215, 's Heer Arendskerke f82.63, Nieuwdorp f 111.65, Borselen fl63.0U, Ovezande f 140.70, Nisse f 56.70', Drie wegen f46.90, lorseke f 101.78, 's Heer Abtskerke f31.45, Kloetinge f97.27. Door de overige dorpen van Zuid-Be veland werd gedeeltelijk geen toestem ming tot collecteeren gegeven, gedeelte lijk was er zelf reeds voor gezorgd. heeft geen invloed gehad op mijn arti kelen, wij zijn nog van alles RUIM VOORZIEN. Alles aan de bekende LAGE PRIJZEN a contant met 3 pCt. k o r- ting. winkeliers rabat. Middelburg. Bij een der bewoners van de Lange St. Pieberstraat alhier is' ©en

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1914 | | pagina 2