EXTRA EDITIE TAX 6 UUR. De Groote Oorlog. No. 98a. Zaterdag 8 Augustus 1914. Tiende Jaargang Hoe denken wij, Katholie ken, over den toestand? WE ZEEUWS» coupr „De Maasbode" vertolkt die gedachte als volgt Het uur des gevaars is plotseling ge komen. Buiten onze grenzen breekt de oorlogsbrand uit en de fanatieke woede van strijdende vo.keren dreigt de rechten onzer kleine natie te schei.den. In de ure des gevaars leert men zijne vrienden kennen. Ook thans. Welnu, van het oogenblik af, dat Hare Majesteit onze geëerbiedigde Koningin heeft verklaard, dat Nederland zich be vond in oorlogsgevaar, van dat oogen blik af, zijn wij, katholieken, bereid om de lasten en ellenden van den oorlog mede te dragen. Wij staan gereed; de Regeering kan over ons beschikken. Het katholieke volksdeel durft de fiere wapenspreuk „Je Maintiendrai" mede voor zich opvorderen. Wij worden wel eens beschouwd als vaderlandsloozen, thans zullen wij op nieuw bewijzen, dat het Oranjehuis in ons zijn trouwste onderdanen vindt. Opnieuw, ja. Want velen uwer weten hetook in 1830 hebben wij dat bewezen. Ook toen hebben wij den strijd niet geschuwd en de katholieke bewoners der Zuidelijke Provinciën hebben toen Nederland behoed voor een grootere afscheuring van het koninklijk gebied. Wij zullen het vaderland dienen. Onze zonen hebben niet geaarzeld, toen de Regeering lien wegriep van huis en haard. Vaders hebben hunne vrouwen en kinderen verlaten, zonen hunne ouders, om Nederland te verdedigen, desnoods met hun bloed. Straks, indien wat God verhoede onze dapperen gewond nederstorten, dan zult gij onze priesters, onze pleeg zusters aanschouwen op het slagveld Wij zullen het vaderland dienen, ook wij, die niet behooren tot de strijdkrach ten des lands. Gij, die gelooft, dat het gebed van priesters en religieuzen, dat de schreiend- geuite gebeden der achtergeblevenen opstijgen tot den Almachtige, gij, minister-president, die uwe hoop op Gods bijstand hier beleden hebt weet het wel, dat uit onze kathedralen en kerken, onze kapellen en binnenhuizen voortdu rende gebeden om den vrede omhoog gaan! Maar ook op stoffelijke wijze willen wij het vaderland dienen. De oorlog ontwricht de maatschappe lijke verhoudingen en rukt de stutten der stoffelijke welvaart omver. Welnu, wij, op wie het volk vertrouwt, wij zullen gaan tot het volk en zeggen: „Steunt degenen, die ook om uweutwil- de wapenen dragen. Eerbiedigt den sol daat, ontvangt hem in uw huisgezin als een heldhaftigen bezoeker, spijst hem en laaft hem. Steunt de achtergeblevenen met uw geld en goede woorden, tracht nimmer misbruik te maken van hun angst en hun onverstand. Blijft kalm in deze moeilijke uren. Toont uw vertrouwen in de instellingen, welke uw vertrouwen waarlijk wel verdienen, onttrekt toch niet op dwaze wijze aan den Staat wat gij den Staat verschuldigd zijt! Zóó zullen wij spreken en onze dag bladen zullen onze woorden dragen tot in de kleinste huisjes der steden en in de afgelegenste hoeven van het platte land En wij durven verzekeren, dat ons woord niet zal worden verworpen. Terwijl wij ons aldus inspannen, om aan het vaderland te geven wat het toe-, komt, zal echter in ons land een hevige afschuw blijven leven naast dit gevoel van liefde en opofferingsgezindheid. Een hevige afschuw van den oorlog! Geloovend in de Voorzienigheid, kun nen wij aannemen, dat ook een oorlog door de Voorzienigheid wordt toegelaten. Maar wij durven het Bijbelwoord uit spreken „Het is noodzakelijk dat er ergernis kome, maar wee hem, wee hem, door wien zij komt!" Zóó beschouwen wij ook den oorlog. En nu een lid der socialistische fractie het terecht heeft gezegd, dat wij den f It'll moord betreuren, die Zaterdagnacht te Parijs is gepleegd, nu wensclien wij ook openlijk te verkondigen, dat wij iederen moord afschuwelijk vinden, doch vooral, ja, onuitsprekelijk hevig den massa-moord van een modernen oorlog verafschuwen. De Gerechtigheid Gods zal de schuldi gen eens treffen. Laat Europa weten, dat ons kleine volk op God vertrouwt. Laat het weten, dat koningin Wilhel- mina vóór dezen aanslag op den gedroom den wereldvrede haar hope op den Chris- tus-vóór-alles heeft uitgesproken en dat wij, indien de strijd ons verrast, hopend op de bescherming van den Christus, den eeuwigen Vredevorst, ten strijde zullen gaan. Trouw aan den Christus! Trouw aan het Vaderland Trouw aan de Koningin! Berichten van 7 Augs. 8 uur 's avonds. Brussel. Aan liet ministerie van Oor log wordt medegedeeld, dat de Duitschers een wapenstilstand van "2-1 uur hebben aangevraagd; 25000 man werden aan Duit sche zijde buiten gevecht gesteld. Luik is nog niet genomen. Luik. Het bombardement is geëindigd. Prins George van Pruisen, neet des Kei zers, is vermoedelijk onder de gevange nen. He Franschen hebben zich bij de Belgen gevoegd. Parijs. Officieel wordt tegengesproken, dat de Dardanellen zouden gesloten zijn. Vllsslnjen. Bij de Wielingen is een Noorsche stoomboot op een mijn geloo- pen en gezonken. De mijnlegger „Hydra" kwam de equipage te hulp. 10 uur 's avonds. Berlijn. Keizer Wilhelm deelde van het balkon van zijn paleis onder onbeschrij felijke geestdrift mede, dat Luik is ge nomen en duizenden Belgen zijn krijgs gevangen gemaakt. 8 Aug. II uur 's morgens. Londen. In het Parlement heeft de minister van marine Churchill do berich ten omtrent de gevechten in de Noordzee tegengesproken. 8 Aug. 3'/2 uur 's namiddags. Brussel. De generale staf deelt mede, dat 125.000 Duitschers de forten rondom Luik aanvielen, maar er niet in slaagden den fortengoldel in te nemen. De Fransche legers bezetten thans een groot deel van België. Brussel. De Nederlandsche legatie heeft aan de alhier verschijnende dagbladen een nota «loen toekomen, waarin de valsche berichten worden gerectificeerd, die hier over onze houding tegenover de Duit schers liepen. In het bijzonder wordt in het licht gesteld, dat de 5000 vluchtende Duitschers, die door Maastricht naar Aken gingen, geen soldaten maar weerloeze bur gers waren. Parijs. Aan het geheele front is het rustig. De mobilisatie verliep zonder eenig incident. Parijs. Uit Petersburg komen berichten, dat de mobilisatie geregeld verloopt. De ontstemming itegen Rusland is algemeen. Brussel. Bij' de gevechten der vorige dagen zouden 2 Duitsche generaals ge dood zijn. Onder de 2400 alhier aange komen gekwetsten bevinden zich ook eenige Duitsche officieren. Brussel. De „Petit Bleu" zegt, dat ge neraal Leman geen wapenstilstand aan de Duitschers toestond. De „Vingtième Siècle" zegt, dat hij slechts een wapen stilstand van 4 uur wilde toestaan. Brussel. De ochtendbladen maken geen melding van een mogelijke bezetting der stad Luik. Ofwel zijn die berichten niet tot hier gekomen of worden ze door de re geering geheim gehouden. (Ook moet onderscheid worden gemaakt tusschen de stad en de vesting Luik. Red.), LOSSE BERICHTEN. De Belgische Fortificaties. Een groote kracht van de Belgische weermacht is gelegen in de sterke forti ficaties welke geheel modern zijn inge richt en van prachtig geschut zijn voor zien. Er zijn drie forten-complexen, n.l. Ant werpen, Luik en Namen. De stellingen van Antwerpen zijn bezet door 30 actieve batterijen en 20 reserve- batterijen en 1 depót, die van Luik door 12 actieve batterijen en 4 reserve-batte rijen en 1 depót, die van Namen door 9 batterijen en 3 reserve-batterijen en 1 depót. In het geheel dus 51 actieve batte rijen, 27 reserve-batterijen en 3 depóts. Het fortificatie-leger ligt in garnizoen te Antwerpen, Luik, Namen, Termonde en Hoei (Huy) en omvat officieren inbegrepen 80,000 geoefende soldaten. Uit Luik wordt d.d. 6 Aug. aan de „Nieuwe Gazet" geseind: Zes Duitsche officieren in Engclsche uniformen boden zich vanochtend aan in de bureelen van den generalen staf te Luik en verlangden bij generaal Leman toegelaten te worden. Zij werden echter onderzocht en het kwam uit, dat zij Duitschers waren, ge komen met het plan, generaal Leman te vermoorden. Zij werden op staanden voet omverge- schoten. (Indien dit bericht waar is zouden de Duitschers zich vergrepen hebben aan het bij alle volken geldende oorlogsrecht, dat wel krijgslisten maar geen k r ij g s- s trek en (d.w.z. bedrog) toelaat. Red. N. Z. Crt.) De Paus en de Zwitsers. Do Paus heeft goedgevonden, dat zijn geheele Zwitsersche lijfwacht naar Zwit serland terug zal gaan, om in dienst van haar eigen vaderland te treden. De gevechten om Luik. De correspondent van de „Telegr." meldt uit Maastricht do. 6 Aug. het volgende omtrent de gevechten rond Luik. De inname van Luik, dat is thans de groote vraag, waarop hier geen voldoen de antwoord verkregen kan worden. De Duitschers zijn hedenmorgen aan beide zijden der Maas op Luik aangetrokken. De bevolking der dorpen Bernot, Bom bay, Visé en ook van de gehuchten op de kruiswegen, welke zich aanvankelijk verstopt had, kwam weer te voorschijn en opende het vuur op de niets vermoe dende Duitschers. Daarop is door de Duitschers weer ombarmhartig huis ge houden. Bij den pastoor van Lixhe werden twee geweren gevonden, waarvan hij de herkomst niet wist te zeggen. De bevel hebber liet hem ten slotte vrij. De pastoor van Bernot, die vanmorgen naar het Hollandsch gebied gevlucht was, maar weer terugkeerde, werd gevat en hedenavond gefusileerd onder beschuldi ging uit den toren op de troepen te hebben geschoten. De vrouwen en kin deren werden het veld ingezonden. Er is vandaag ontzettend gevochten en de Duitschers hebben zware verliezen ge leden. Er hebben zich vreeselijke toonee- len voorgedaan. Een kleine jongen van 12 jaar werd te Bernot in het been ge schoten. Zijn grootmoeder van 70 jaar eveneens. De vader van het ventje, die uit Warsage naar Bernot gevlucht was om zijn dochter te redden, kwam uit een huis naar buiten en werd gedood. Hedenmiddag ben ik met een auto de grenzen overgegaan in de richting van Argenteau. Langs de Maas was het nog niet veilig, maar wij namen den weg over Bernot, Bombay, Dalheim (Dolhain) en Féneur. Onderweg passeerden we een kampement uhlanen en verschillende troepen infanterie, maar een klein gel al in vergelijking met wat er gisteren lag. Langs de wegen van Bernot werd ge patrouilleerd door uhlanen. Op den kruisweg, Oostelijk vanMoulon, passeerde een transport Belgische krijgs gevangenen, die te voet in de richting Verviers gebracht werden. Het waren circa 150 man. Ze zagen er zeer down, maar krijgshaftig uit en werden door Duitsche soldaten met geladen geweren bewaakt. Ze worden, naar mij door een Duitsch officier gezegd werd, naar Aken gebracht. Op den weg naar Bernot lagen overal in de boomgaarden en de greppels doode koeien naast doode paarden, doode varkens en hier en daar gruwelijk door schoten menschenlijken. Een adem des doods was over dit bloeiende land gegaan en met den trek van doodstrijd op de blauw bleeke ge zichten lagen hier burgers en soldaten door elkaar. Verwonderlijk is het gezicht dier gesneuveldende één ligt kalm naar boven tc kijken en de andere heeft het gelaat verwrongen tot een grijns, maar vreeselijk zijn ze allen. Zoo liggen ze dan, paarden naast kerels en koeien en varkens. De kippen wan delen er overheen, maar doodstil is alles en een pestilente lucht waait al over het landschap. In het dorp Bernot een ijzige stilte. De huizen staan er leeg en doodsch, de vensters ingeslagen, enkele huizen afgebrand en het was me of ik reed door een begraven stad. Hier zag ik geen uniform, zelfs van Duitsche soldaten, maar verderop naar Dalheim troffen we weer Duitsche posten aan en uhlanen- patrouilles, die over den weg draafden, de lansen naar beneden gericht. In het kleine Latombe huisden nog enkele burgers. Ik zag er een paar komen aanloopende handen in de hoogte. Dat is het op 't oogenblik tot Luik toe de handen in de hoogte of de kogel! De toestand te Maastricht. Men seint aan „De Maasbode", dd. 7 Augustus Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Hen drik is heden een bezoek komen brengen aan de beide hospitalen en de ambulance. TeEysden ontmoette deMaastriehtsche ambulance een gewonden Mecklenburger, die van het Belgische slagveld gevlucht was. De prins stelde dadelijk zijn auto voor den gewonde ter beschikking van het Roode Kruis. De vier overleden gewonden, één Belg en drie Duitschers zijn heden begraven. Militaire pelotons volgden achter den lijkstoet. Verder maakten van den droe ven stoet deel uit de burgemeester der stad, de stadscommandant en de consuls van Duitschland en België. In allen een voud werd de treurige plechtigheid vol trokken. Het Belgische blad „Le Soir" deelt mede, dat koning Albert zal optreden als opperbevelhebber van het Franscli- Belgische leger dat tegen de Duitschers zal ageeren. Ambtelijk is hekend gemaakt dat drie divisies Fransche troepen in aantocht zijn. Aan een Engelsch blad wordt geseind, dat in de baai van Gibraltar drie Duit sche schepen liggen met aanzienlijke la ding. Zij worden daar vastgehouden en hebben thans een Engelsche bemanning. De eerste gewonden te Brussel. Een trein uit Luik, met de eerste ge kwetsten, is gisterenmiddag, zoo vertelt het Bruselsch N. v. d. D., om 3 uur 47, in de Noordstatie, te Brussel, aangeko men. Het nieuws was spoedig bekend. Eene overgroote menigte stormde naar de Noordstatie, waar onmiddellijk een ordedienst moest ingericht worden. Wel dra gingen de poorten van den midden ingang open en de gekwetsten versche nen, ondersteund üoor makkers. Op hetzelfde oogenblik steeg een grootsche ovatie op. Men wuifde met hoeden en zakdoeken en met Belgische vlaggetjes. De gekwetsten werden door burgers naar het Palace Hotel gedragen, waar eene ambulance ingericht was. De gekwetsten zijn gehavend, vermoeid, vermagerd; verscheidene weenden. Het zijn soldaten van het le jagers te voet van Charleroi. Hun uniformen zijn vol slijk en verscheurd. De eene heeft een kogel in de rechterkniede andere klagen van hevige pijnen in de ledenen. In 't Palace Hotel werden zij in de liften ge plaatst en onmiddellijk naar de kamers van de vierde verdieping opgehaald, waar ziekenverplegers en verpleegsters onmid dellijk den braven soldaten hulp ver leenden en versterkende spijzen toe- dienden. De Duitschers in België. De correspondent van de „Maasbode" seint aan zijn blad uit Maastricht, dd. 7 Aug.. Woensdag en Donderdag zijn duizenden Limburgers naar de Belgische grens ge reisd om uit de verte de Duitsche leger plaats in oogenschouw te nemen en ge tuigen te zijn van de militairen opmarsch. Donderdag werden geen Nederlanders meer over de grens toegelaten, ook niet, die in dienst staan van de ambulance. De nog zeer talrijke nieuwsgierigen pos- teeren zich nu op het heuvelachtig terrein bij Mesch. Van daaruit heeft men een vergezicht op Visé, waarvan slechts enkele huizen zijn opgeblazen; zichtbaar zijn verder Moulingen, Berneau en Warsage. Al deze plaatsen zijn nagenoeg uitge brand, terwijl de bevolking gevlucht is of gefusilleerd. Het Nederlandsch grondgebied en liet Nederlandsche volk bleef absoluut ge spaard. De Duitschers zijn zelfs bijzonder vriendelijk in hun onderhoud met de Limburgsche nieuwsgierigen langs de grens. De totaal-aanblik der verwoeste land streek doet intusschen niet veronder stellen, dat de Pruisen het Walen-land hebben ontzien. Er lieersclit naamlooze ellende onder de verbijsterde vluchte lingen, die in de open lucht kampeeren. Te Berneau wordt, naar men zegt, ver schillenden bewoners, die in kelders liggen te verhongeren, het vluchten be let. Slechts gewonden leveren de Duit schers uit aan het Roode Kruis, en dan nog schaars. Alle gevallen Duitschers worden naar Aken getransporteerd; hun aantal loopt in de duizenden, volgens de verhalen der vluchtelingen. Woensdagavond zijn de Duitschers eindelijk de Maas overgetrokken en Donderdag heeft het aanstroomen van nieuwe regimenten den ganschen dag geduurd. Langs de beide Maasoevers wordt nu naar het Zuiden opgetrokken. Maastricht verkeert in een toestand van zenuwachtige opwinding wegens de beschieting van Luik. In den vroegen morgen van 46 uur, hebben heden de kanonnen onafgebroken gebulderd. Van de Maasbrug af kan men Warsage in brand zien staan. Gistermiddag half zes arriveerde hier per extra-trein een gedetacheerd kapitein van den generalen staf met een opdracht voor den stadscommandant; te 11 uur gisterenavond kwam Z. K. H, Prins Hendrik per auto hier aan. Daden van heldenmoed. De Belgische bladen vermelden tal van bijzonderheden over de gevechten om Luik. Op eengegeven moment van den strijd, kwamen Duitsche officieren van den ge neralen staf tot vlak bij de brug vau Visé, Ongetwijfeld was hun doel de stellingen der Belgische troepen op te nemen. Doch op hetzelfde oogenblk zag men een Belgisch sergeant uit de rangen tre den en zich zonder te verbleeken aan den kogelregen der vijanden blootstellen. Toen deed liij het volgende stoute stukje onbeschermd liep hij vooruit, legde zijn geweer aan en schoot met zeldzaam welgemikte schoten in eenige oogen- blikken verschillende Duitsche officieren neer. Deze werden onmiddellijk achter de geveehtslinie gedragen. Dit alles werd gedaan met den prach- tigsten eenvoud en de grootste koelbloe digheid, terwijl uit deze daad het schoone verlangen van den sergeant sprak, om ook iets bij te dragen tot de verdediging van den vaderlandschen grond. Kort bij het fort Barchon te Luik heeft een jonge sergeant een heldendaad ge steld. Een troep Belgische soldaten lagen in de loopgraven op de vijandelijke linies te schieten: deze laatsten lagen echter plat voorover in het gras, zoodat het treffen buitengewoon moeilijk was. Plotseling richtte zich een jong ser- geantje ongeduldig op, posteerde zich op den wal van de loopgraaf en had vandaar af reeds drie Duitsche officieren neergeschoten, toen hij zelf door een kogel getroffen, achterover in de loop graaf stortedood.

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1914 | | pagina 1