Zu
SPAN,
1.57
No. 87.
Zaterdag 25 Juli 1914.
Tiende Jaargang.
Dit nDfflmer bestaat uit 8 bladzijden.
EERSTE BLAD.
S-.Sr '"°°mziin
Idelburg
laten.
Ipgezet,
erkoopen:
[neisje
Het standbeeld van
een onwaardige.
Welk weder zullen wij hebben
lagboog
59
11
1
26
9
27
bssen
27V»
pal
65
27
1' stel
13
Isdeuren 6
10
39
49
ioor
15
39
10
7'/»
ens
15
5
6
7
3
4
3
3
57
en
27
9
17
Ijkpannen en
oorten Draad-
m.Kastbeslag,
3outeri, Klink-
|ien, Duimen,
alle soorten
elen.
9 cent
37
IOS
139 cent
14
10
VAN DISSEL to
Augustus 1914.
i 10 uur te lerseke
i teil verzoeke van
i. J. VAN VELZEN
ki d e uit:
Merriepaard oud 9
|uin Merriepaard oud
n, Zwart Ruinpaard
Ruinpaard oud 10
:paard oud 13 jaar,
d 16 maanden, Lier
maanden.
'I
ng Vaars en 4 Aan-
1 veren, 1 Loopvar-
Hanen en 4 Eenden,
['aarvan 2 op ijzeren
met lemoen, Veer-
Saks-, 1
isploeg, 5
Sleper, 2
Ilkar, Wiedmachine,
riolen, Windmolen, 2
relsteen met paard, 2
Iwichten, 3 stel Mest-
Pleien, Zwingen, Vor-
■ften, Hooiz'aag, Har-
est, Karn, Botergelt,
pussen, Roombus, For-
1915.
>n muziek, wel bergplaats
Ld voor Den Haag, irl
•eptember ot' later een
met liulp vail 2 maal
rkvrouw.
20 wasciigeld. Brieven
449, Den Haag-
NIEUWE ZEEUWSCHE COOItAIIT
Abonnementsprijs p. 3 maanden voor Goes 0.75, daarbuiten ƒ0.95
Afzonderlijke nummers 5 cent, dubbele bladen 10 cent.
Advertentiën worden ingewacht op Maandag en Woensdag vóór
half drie en Vrijdag vóór een uur 's namiddags.
Reclameberichten 25 Ct. p. r. Bij abonnement speciale prijs.
Advertentiën van 15 regels ƒ0.50; iedere regel meer 10 Ct.
Eenzelfde advertentie 3 X geplaatst, wordt 2 X berekend.
Dienstaanbiedingen 5 regels voor 25 Ct. A contant.
De abonné's op dit blad, in het bezit der door de I W* gulden bij verlies van beide I f 4% gulden bij fl gulden bij
directie uitgereikte polis, zijn, overeenkomstig de 118 1 handen, voeten of oogen. fl fl verlies van een |fl I fl 8 fl verlies;
daarvoor vastgestelde Verzekeringsvoorwaarden, fl fl I II I Voorts bij ongeneeselijke I I I I hand, voet I I I I I van een
GRATIS verzekerd tegen ongelukken voor: verstandsverbijstering; of oog; duim;
De uitkeering der bovenstaande bedragen is gewaarborgd door de „Hollandsche Algemeene Verzekerings-Bank" te Schiedam.
M gulden bij AP
verlies van M
wijsvinger. flMI
gulden bij
verlies van
eiken anderen
vinger.
Den 13en October 1909 werd de Spaan
sche anarchist en vrijdenker, Ferrer, na
de bloedige revolutieweek te Barcelona,
als rebel gefusilleerd. De man had zijn
verdienüe loon en met hem verdween
voor goed een hoogst gevaarlijk persoon
voor godsdienst, recht en orde.
Dat. erkenden in die dagen reeds vol
mondig de (niet-Katholieke) dagbladen
„Times", „Standard", „Kölnische Zei-
tung" en hun Katholieke collega's.
Anders was het gesteld met de liberale
persproducten in ons goede vaderland.
Zij stemden over het algemeen gretig in
met het kabaal, dat in de anti-clericale
wereld over Ferrer's terechtstelling werd
gemaakt en vlochten hem den nimbus
van „martelaar" en „vrijheidsheld" om
de slapen. Spanje, het land van „priester
heerschappij" en „inquisitie", kreeg na-
tnurlijk ruim zijn portie van hun anti-
clericale rhetorica.
Ook in onze provincie deden de vrij
zinnige dag- en nieuwsbladen dapper mee,
als kleine hondjes meekeffende in het
koor der bassende buldoggen van de
groote anti-clericale pers.
De „Goesche Courant" begon (in het
nummer van 16 October 1909) haar ont
boezeming met den titel
„Vermoord".
F,n liet er op volgen:
„Ferrer is dood. Woensdagmorgen ge
fusilleerd binnen de hooge wallen van
het fort Montjuich, neergeschoten als
een hond
De „Zierikzeesche Nieuwsbode" (van
16 October 1909), voorlichter der publieke
opinie op Schouwen en aangrenzende ei
landen, hield de navolgende lijkrede:
Do Spaansche krijgsraad heeft te Bar
celona Francisco Ferrer, een welden
kend, hoogbegaafd mensch, die
geen ander misdrijf op zijn geweten
heeft, dan dat hij de stichter van de
moderne school in Spanje is, ter dood
veroordeeld; het reactionaire ministerie
De Maura heeft uit partijhaat dat dood
vonnis bekrachtigd en trots de ver-
toogen van het buitenland werd in het
moordhol van Montjuich Ferrer gefu
silleerd.
Ontroerd staat het verlicht
rondom zijn groeve, betreurend den man
die als slachtoffer van zijn beginsel
gevallen is
Ferrer is dood, maar zijn geest leeft
en roept ons allen toe ons nauwer
aaneen te sluiten, niet te versagen in
den strijd voor den ontwikkelingsgang
der menschheid, maar dien volhardend
voort te zetten, totdat de vijand van
de vrijheid in den vooruitgang vernie
tigd is."
In ons nummer van 19 October 1909
bewezen wij met de stukken in de hand
de dwaasheid en ongerijmdheid van der-
gelijk geschrijf, dat de menschen op een
dwaalspoor bracht, door hun een schurk
ter vereering en navolging aan te prijzen.
De Ferrerfurie duurde nog een tijdlang
voort en de grootmandarijnen van het
anticlericalisme wisten zelfs te bewerken,
dat voor Ferrer te Brussel een standbeeld
werd opgericht. Maar „al is do leugen
nog zoo snel de waarheid achterhaalt
die wel". Thans zit de anticlericale kudde
leelijk in het nauw met. haar Ferrercultus.
Want de aandrang, vanuit Spanje zoowel
als vanuit de kringen aller fatsoenlijke
lieden in andere landen uitgeoefend, om
dat Ferrer-standbeeld weg te nemen, blijkt
te steunen op een onderzoek, welks resul
taten Ferrer onherroepelijk en on-
omstootelijk zeker branmerken als
een misdadig en verdorven
sujet.
En om nu aanstonds het voorwendsel
(om zich va.n de zaak af te maken)
„och, dat zal wel weer een relletje zijn
door de clericalen op touw gezet", aan
de „Zierikzeesche Nieuwsbode" en con
sorten uit de handen te slaan, offreeren
wij aan die bladen het volgende uittreksel
van een brief, door den bijzonderen cor
respondent van „Het Handelsblad" kort
geleden uit Barcelona, aan zijn courant
Igericht.
Wij hopen en vertrouwen, dat de „Zie
rikzeesche Nieuwsbode" en aanverwante
bladen, na kennisname van dit schrijven,
eerlijk genoeg zullen zijn om tegenover
hun lezers hun verkeerde beoordeeling
over Ferrer te herroepen.
De correspondent van „Het Handels
blad" schaamt zich niet openlijk „amende
honorable" te doen.
Mogen de „Zierikzeesche Nieuwsbode"
en consorten zich aan dat. voorbeeld spie
gelen en de waarheid van het spreek
woord „dwalen is menschelijk, volharden
in de dwaling enz." voor wat het tweede
gedeelte betreft, niet in/toepassing brengen.
De correspondent, van „Het Handels
blad" in kwestie schrijft dan het vol
gende
„Voor ons, die, zoover ik weet,
geen standbeelden of straatnamen
hebben, die do nagedachtenis moe
ten bewaren van een der gevaarlijk
ste anarchisten, die Europa in den laat-
sten tijd gehad heeft, komt het er alleen
op aan, om der wille van de waarheid,
ons oordeel over Ferrer te veranderen;
misschien dat bij zeer velen het oordeel
over Spanje daardoor tevens wat beter
wordt, tant mieux!
Over den persoon Ferrer is sedert 1909
en 1911 heel wat nieuws aan den dag
gekomen. Als men toen nog vrijwel niets
van hem wist, kwam dat, 'doordat hij,
zooals de meeste anarchisten, alleen in
de politiecentra, bekend was. Tot 1906
wist het publiek van geen Ferrer en van
geen Moderne Scholen. Eerst toen in 1906
de boezemvriend van Ferrer (en Ieeraar
tevens aan een 'dier Moderne Scholen)
den grawelijken aanslag pleegde in de
Calle Mayor op de; van hun huwelijks
inzegening paleiswaarts keerende jonge
vorsten, waarbij 127 slachtoffers vielen,
en Ferrer vervolgd werd als medeplich
tige, werd de aandacht van het publiek
op hem op zijn scholen gevestigd. Men
ivernam toen, dat hij eerst kellner ge
weest was in een dranktentje op de Ram-
blas, later treinconducteur geworden en
als zoodanig op staanden voet. ontslagen
was, nadat er in een coupé, waarover
hij het toezicht had, tusschen Tarragona
en Cerbère, een priester vermoord en
beroofd was, dat hij, naar Parijs gegaan,
daar van een Fransche dame een millioen
geërfd had en toen zijn Moderne Scholen
gesticht had. Meer wist men niet. Ferrer
werd na een heftige campagne in de
buitenlandsche pers, in 1907 vrijgespro
ken, ofschoon iedereen overtuigd was, dat
zijn medeplichtigheid moreel bewezen
was, en men hoorde verder niets meer
tot in 1909, ïia de semana tragica, Ferrer
gevangen genomen, vervolgd en doodge
schoten werd. Er was toen geen mensch,
die dat. vreemd en erg vond, niemand
vroeg zijn gratie, doch toen begon men
in Europa de bekende campagne. In
Frankrijk en België worden proclamaties
gepubliceerd, in enkele waarvan Ferrer
„zeer groot en goed" genoemd werd en
over heel Europa liep de mare van den
gerechtelijken moord op den martelaar
voor de gewetensvrijheid door het zwarte
Spanje van de middeleeuwen.
Wie in de collectie Europeesche pers
stemmen uit die dagen van de martelin
gen in Spaansche gevangenissen enz.
leest, kan niet nalaten te lachen en zich
verbaasd af te vragen hoe Europa zoo'n
soep gelooven kon.
Doch Spanjo is onder die campagne
enkele jaren gebukt gegaan.
Thans heeft men echter genoeg gege
vens over Ferrer verzameld, om met een
vies gezicht de ware persoonlijkheid van
den „zeer goeden en zeer grooten marte
laar" aan Europa aan te bieden, met
beleefd verzoek excuus te maken. De hard
ste slag voor degenen, die ook in Spanje
politieke munt slaan uit de Ferrer-kwestië,
is zeker het onlangs, door diens vroe-
geren secretaris en medewerker, den ex-
anarchist Constant Eeroy, gepubliceerde
boek „Los secretos del Anarquismo", dat,
zeker ter voorkoming van repressaille-
maatregelen, in Mexico gedrukt wil wezen
en met een voorrede van een bekend
advocaat uit Barcelona aan het welden
kende publiek wordt aangeboden. Leroy,
die jarenlang in Spanje, Frankrijk en Ame
rika. en voornamelijk als secretaris van
Fewer, in de anarchistische keuken mee-
gekookt heeft, die in Parijs mee het com
plot smeedde om Alfonso XIII en Loubet
te vermoorden, die zelfs in 1909 deel uit-
piaiakte van het Comité van Drie, dat
de algemeene staking leidde, moest na
de semana tragica, met Ferrer en andere
anarchisten vluchten. Ferrer was zoo on
verstandig in de buurt van Barcelona
te blijven, hetgeen de politie te weten
kwam, doordat voor een banktransactie,
die zijn broer voor hem trachtte te doen,
doch waarvoor de handteekening van Fer
rer zelf gevorderd werd, dienzelfden dag
nog diens handteekening gebracht werd.
Leroy was verstandiger, vluchtte naar
Frankrijk, toen naar Londen en leerde
daar o.a. Malato, Malatesta, Portet en
Hervé nader kennen. Hij zag hoe deze
chefs jonge mannen opwonden, geld en
Jnoordwerktuigen gaven en hen er op
uitstuurden om koningen of ministers (Ca-
nalejasl) te vermoorden; de verdeeling
van de nalatenschap van Ferrer, diens
maitresse incluis, maakte hem geheel en
al afkeerig van het anarchisme en, om
een deel goed te maken van wat hij
misdreef, schreef hij een boek, dat ten
deele komt. bevestigen wat wij reeds
wisten, f.en deele ons in zware en ern
stige vermoedens komt versterken.
De onthullingen van Leroy zijn ver
schrikkelijk (ook van anderen als wijlen
Henri Bochefort), doch laten wij er direct
bijvoegen, geen bewijs. Dat Leroy en Fer
rer's wettige echtgenoote beweren, dat
Ferrer ije hand had in den moord en
de berooving in den trein en dat hij,
met liet zoo verkregen geld, huwen kon,
naar Parijs kon gaan en zich doen in-
stalleeren, is niet bewezen. Evenmin, dat
hij Mademoiselle Meunier, die hem ander
half millioen franc bij testament toege
dacht had, van kant maakte. Zeker is
het wel, dat de Fransche politie Ferrer
verdacht en Leroy vertelt hoe hij in 1910
in Parijs eveneens kennis maakte met
een rijke dame, waarmee hij naar haar
buitengoed in Normandië reisde, dat hij
bij zijn terugkomst daar in café Zimmer
Charles Malato en Portet vond en hen
sprak van zijn rijke kennis en van de
belofte, die deze hem gedaan had, een
deel van haar kapitaal voor de anar
chistische propaganda beschikbaar te stel
len en dat Portet hem toen in overwe
ging gaf haar te „suprimeeren", doch
dat Malato daar niets van wilde weten
en zeide: „Het is niet gewonscht haar
te dooden, want je weet wat er met
Ferrer gebeurde, en hoe moeilijk het was
dat in orde te krijgen; het zou al heel
gevaarlijk zijn als een van zijn leerlingen
hetzelfde deed". De rijkdom van details
en gegevens van Leroy is overtuigend
doch geen bewijs.
Dat. die Mile Meunier échter een vrij-
denkster geweest zou zijn, die haar for
tuin voor vrijdenkersscholen nagelaten
zou hebben, is zeker niet waar. Deze
„dame" was ontzettend fijn katholiek en
trachtte juist. Ferrer, die haar Spaan
sche Ieeraar was, te bekeeren, hetgeen
zij in de vaste overtuiging was, klaar
gespeeld te hebben. Het beste bewijs hier
voor is wel de tekst van het bewuste
testament, waarin o.a. staat, dat de erf
laatster „wil sterven in den schoot, van
haar Heilige Moeder de Kerk; dat haar
begrafenis eenvoudig en godsdienstig zal
zijn en dat drie duizend francs besteed
zullen moeten worden voor het lezen van
[Missen voor de rust van haar ziel en
van die van haar moeder".
En met dit geld (n.l. haar nalatenschap
Red. N. Z.Crt.) werd heel wat stich
telijk werk gesticht!
Laten wij beginnen met. die moderne
scholen, die men in Europa zoo prach
tig vond. Wij komen dan tevens op ter
rein, waar wij niet op min of meer lie-
trouwbare confidenties af behoeven te
gaan, doch waar wij de bewijzen maar
voor het grijpen hebben.
Die scholen hadden, volgens schrijven
van Ferrer, d.d. Mei 1905 aan zijn toen
malige minares Leopoldina Bonnard, (die
hij later voor haar fortuintje, groot onge
veer 100.000 francs, oplichtte en die hij
in Londen met hun kind gebrek liet lijden
en nooit dat bedrag teruggaf, ook 'niet
toen zelfs Kropotkine en andere anar
chisten er om vroegen) het volgende doel
einde: Het kan ons op het oogenbük
niet schelen goede arbeiders, goede be
dienden, goede handelaren te maken: wij
uenschen de gemeenschap te verwoesten
van af haar grondvesten."
In een brief aan een vriend (na zijn
terechtzitting gepubliceerd in de „Kölni
sche") schreef hij in 1901, dat „het be
kend moet worden, dat tegen de macht
van de Kerk geen ander middel bestaat
aan: ,,de bom en het vergif".
De Moderne Scholen waren dan ook
van die kracht. Om te beginnen was het
leermeesterpersoneel prima! Mateo Moo-
ral de anarchist van de bom van de
allo Mayor, was bijvoorbeeld een der
onderwijzers; Soledad ViJJafranca, eerst
leerlinge van de avondklasse (zij werkte
in een fabriek) werd direct gepromoveerd
tot. minares van den directeur en tege
lijkertijd tot onderwijzeres! (Waar het noo-
nig was menschen voor de goede zaak
te winnen, die gevoeliger waren voor
vrouwenschoon dan geld, daar werd So
ledad op afgestuurd. Zoo verkreeg Ferrer
van MooraJ, dat deze den aanslag in de
CaJle Mayor pleegde).
Vindt, de lezer het hard zoo iets te
moeten gelooven van de Moderne Scholen
die hij juist vroeger dacht, dat zij .Spanje
moesten redden uit de handen der In-
kwisitie (die dan toch zóó inkwisitoriaal
optrad, dat ze dergelijke scholen, in geen
enkel ander land geduld, jaren lang kalm
het. bestaan), dan zullen wij hem wat
helpen en uit. de leerscholen' wat moois
aanhalen moois dat kleinen Catalanen
als geestelijk voedsel dagelijks te verteren
gegeven werd.
Voor leerlingen van 9 tot 12 jaar. Pa-
triotismo y Colonization", pag. 12:"
„Haakt geen geweer aan! Men zal V
wijzen op den vijand, die het. land bin
nendringt: laat hem binnendringen! Men
zat U wijzen dat hij den troon of den
presidentszetel omverwerpt: wat raken II
die vuile prullen)"
„Wanneer men in een rechtbank de
is hit11 "f ,deiL ^"gek'aagde beschouwt,
is het twijfelachtig uit te maken wie een
zwartere ziel heeft".
"iet op voor een
vaandel, .dat niet meer is dan drie meter
bonden"1" een paal
En verder over het huwelijk: „Het hu
welijk is de prostitutie geheiligd door de
kerk en verdedigd door den staat"
Zoo zouden wij halve boeken willen
naschreven, doch waartoe? Aan de vrucht
herkent men den boom en in een vol-
gend artikel zu||eii wij eens vertellen
wat de leerlingen voor proefwerk inle
verden. \\ant de „Escuelas" van Ferrer
publiceerden een „Boletin de la. Escuela
Moderna waarin, als propaganda, het
werd Vr'1" beSte ,eerlin&en opgenomen
Laat de Brusselaars inmiddels al maar
eens uitkijken of er niet iemand anders
hoofd op het beeld van Ferrer zou pas
sen. Ze kunnen dan misschien twee vlie
gen in een klap slaanzonder veel kosten
een ander een pleizier doen en hun stad
bevrijden van een standbeeld van iemand
die door elk weldenkend mensch veracht
moest worden en van wie het jammer t
dat de Spaansche of Fransche justitie
dén TZ /f 0nSChade,Ök maken kon
den of duifden overgaan, omdat zulke
machtige corporaties en personen voor
Verwachting tot den avond van 25Juli:
Matige tot krachtigen, Noord-Westelijken
tot Zuid Westelijken wind. Meest zwaarbe
wolkte lucht. Regenbuien met kans op onweer.
Weinig verandering van temperatuur.
Maar hadden in Parijs, na de eerste
terechtstellingen van anarchisten te Bar
celona, in de redactie-bureaux van de
„Aurore" niet Charles Palato, Clemen-
ceau, Valles en Tarrida met Ferrer sa
mengewerkt en werd er door dezen niet
met Rochefort, Briand, Naquet en .an
deren geageerd tegen Spanje en voor de
onafhankelijkheid van Cuba?
Ferrer had machtige vriendenin
het buitenland; in Spanje zelf stak nie
mand een hand voor hem uit anders
dan betaald.
In een tweeden brief van denzelfden
schrijver lezen wij nog het volgende:
De anthropologen en criminalisten wis
ten in 1907 dus reeds hoe zwaar Ferrpr
als philosoof en paedagoog woog; toch
kreeg hij, na zijn dood, nog een stand
beeld in Brussel en straatnamen te zijner
Cere over half Europa; toch besloten dezer
dagen de radicalen (tot groote woede van
Lerroux) nog om in den gemeenteraad
van Barcelona morgen te eischen dat
Ferrer's standbeeld geplaatst zal worden
in Barcelona en nog wel tegenover het
paleis van justitie ,,als eeuwig protest
tegen Maura's bewind!" De politiek kan
de menschen kromme dingen laten doen!
Doch Europa moest nu maar eens eer
lijk genoeg wezen 0111 op te houden Fer
rer uit te spelen tegen Spanje, het heeft
zich belachelijk genoeg gemaakt. De Duit-
sche Goethe „Bund", die F"errer onder
meer moois o. a. ook den Cervantes der
XXe eeuw heette, moest eens trachten
één, doch ook slechts één enkel werk,
boekje, al is het dan nog zoo klein,
van dien Cervantes te vinden. Alle moeite
zal nutteloos zijn, want de literaire pro
ductie van den grooten modernen denker
en paedagoog bestaat uitsluitend uit kran
tenartikelen in anarchistische bladen en
in programma's als boven vertaald.
Dat is de wetenschappelijke en idea
listische Ferrer. Den politieke vindt men
overal, waar anderen in Spanje moord
aanslagen of anarchistische woelingen
met moord en brandstichting plegen. Bij
den moord op Canovas, bij de aanslagen
in de Rue Rohan te Parijs op Loubet
en don Alfonso, bij den aanslag in de
Calle Mayor, bij den aanslag op Maura,
overal vindt men vrienden van Ferrer,
leerlingen of leermeesters van zijn school,
geld voor Ferrer.
En Ferrer als mensch? Men vrage het
aan wie hem gekend hebben, aan zijn
arme ongelukkige vrouw, die hij, na haar
drie dochters weggestuurd te hebben, ver
liet, zoodat de arme vrouw, die haar
kinderen, van direct na de geboorte, niet
meer zien mocht, na tevergeefs getracht
te hebben te weten te komen waar ze
zich bevonden, in 1894 in Parijs vier
pchoten op hem loste. Men vrage het
aan Leopoldina Bonnard, die hij, zelf
fechatrijk, met hun zoon in de ellende
achterliet omdat zij hem niet, zooals So
ledad Villafranca, „helpen" wilde in het
bewerken van anarchisten.
Doch genoeg over hel triestige sujet,
dat. Francisco Ferrer Guardia heette. Ik
hoop, dat men met mij slechts betreuren
zal, dat zijn schuld aan het oproer te
Barcelona, onaantastbaar vaststond; dan
had de goede stad Brussel zich de bla
mage met. dat standbeeld kunnen sparen,
en waren wij allen niet warm geloopen
voor iemand, die slechts minachting ver
diende.
Ziedaar wat. do haan van „Het. Handels
blad" over Ferrer te vertellen had. Thans
is het woord aan de „Zierikzeesche
Nieuwsbode" en aanverwante bladen, die
den anticlericalen wierook brandden voor
dien weldenkende n( I) hoogbe
gaafd e n( 1) mensch.