JY.
e fa.—
GOES.
endaal,
oesf
No. 84 DERDE BLAD NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT
Zaterdag 18 Juli 1914
deze
ding.
tegen
KAKEBEEKE.
[250 en flOO
IK TE GOES.
ecfen.
igdheden
IES.
UIT DE PERS.
Sociale Berichten-
Gemengd Nieuws.
nose. Hun aantal
der onderstaande
Idel tegen bloed-
ïd aan lusteloos-
ar. Verschillende
lij, totdat ik do
van Egmond te
baat te vinden.
rAN GUGTE".
verkrijgbaar bij
twaalf flesschen
een eetlepel is
dag. Dat is niet
winnen 1
DAM Co.
Den Haag.
(turen zllflnj In het
ik- en Effecfenzaken
K.
Na een jaar.
Er is één ding, waarvan in de vrij
zinnige pers weinig of niet wordt gerept,
wanneer zij zich vermeit in toastachtige
beschouwingen over het eerste jaar der
Linkermeerderheid.
Wij bedoelen: de kluchtige handhaving
der Coalitie.
De Rechterzijde moge verleden jaar een
zware nederlaag hebben gelegen, versla
gen is zij niet, noc-h in haar bestaan of
wezen geschokt.
Dat hare kracht, in het land ongebroken
bleef, werd reeds bij de naverkiezingen
tastbaar.
En ook Links zal men er wel van over
tuigd zijn, da.t de eerstvolgende stembus
zelfs indien ze binnenkort zich openen
mocht een «enigszins ander resultaat
zal opleveren, dan die van Juni 1913.
De Coalitie is niet uiteengespat, gelijk
ter overzijde werd gehoopt, dat het gevolg
der verkiezingen zijn zou.
Integendeel, de tijdelijke tegenslag
schijnt, hare verschillende elementen dich
ter tot elkander te hebben gebracht en
dieper te hebben doen doordringen het
besef, dat men, om krachtig te blijven
en het verloren terrein te herwinnen, ook
eensgezind moet zijn.
De meerderheid, welke de Rechterzijde
in 1909 verkreeg, was misschiente
groot.
In zooverre, dat zij bij sommigen wel
eens tot overmoed kon voeren en de
voorzichtigheid uit het oog deed verliezen.
Met de ervaring, toen opgedaan, zal men
Rechts niet. verzuimen zijn voordeel te
doen.
Gebleken is, dat zelfs de sterkste meer
derheid onverwacht in een minderheid
ka,n worden omgezet en dat. het niet min
der moeite kost een meerderheid te b e-
houden, dan ze te veroveren.
Maar gebleken is ook, dat de overwin
ning, welke de liberalen zoo luidruchtig
vierden en thans weer na-vieren, welbe
schouwd geen andere beteekenis had, dan
die van een overrompeling, en dat de kans
op een herhaling daarvan er niet grooter
op is geworden.
De Coalitie toont opnieuw haar duur
zaamheid, die wei bestand is tegen een
zelfs forschen stoot.
En het is blijkbaar ook daarom, dat
men tor overzijde zich zoozeer beijvert
aan de ietwat wankele Concentratie, een
steviger grondslag te verzekeren.
(„Het Centrum")
De naam „God".
Het trof ons, aldus het „Friesch Dag
blad", dat Dinsdag j.l. twee van de hoogst-
geplaatste dienaren onzer „bij de gratie
Gods" regeerende Koningin den naam
„God" in hun toespraken vermeden.
Onopzettelijk, naar we vermoeden.
De heer Commissaris der Koningin in
Friesland eindigde zijn toespraak tot de
leden der Staten:
„Mogen onze werkzaamheden onder
Hooger Zegen strekken tot heil van het
aan onze zorgen toevertrouwd gewest."
En zijn ambtgenoot in de provincie
Zuid-Holland, gedenkende de nagelaten be
trekkingen van baron Van Wassenaar van
Rosande, sprak:
„Moge hun van Hooger Hand kracht
tot berusten worden geschonken".
Nu is het natuurlijk op zichzelf te
prijzen, dat deze „goeverneurs" er voor
uitkomen, hoe er iels 'is bóven den
mensch, zelfs daar willen velen niet
aanl
Maar nóg meer zouden we ons verheu
gen, als zij het voorbeeld van ons aller
Vorstinne volgden, niet een verdoezelen-
den rhetorischen zwaai gaven aan hun
gedachtengang, maar eenvoudig weg spra-'
ken van den zegen Gods, van Gods hand,
kracht, hulp en bijstand. Dat riekt aller
minst naar partijdigheid, doch is slechts
de erkentenis, dat in een Christenland
de naam „God" bij de Overheid géén
contrabande is. Iets wat de overgroole
meerderheid onzes volks, van wat partij
of geloof ook, gelukkig nog erkent en
aanneemt.
Fatale leeftijdsgrens.
„Met 65 jaar ophouden 1"
Dat is de order, die min Treub voor
de Rijksverzekeringsbank heeft uitgevaar
digd. Met 65 jaar moeten de ambtenaren
pensioen aanvragen.
Het is een zonderling iets.
Hoogleeraren blijven tot hun zeventigste
in wettelijken zin „groen en frisch". Maar
heel gewone bankambtenaren, die werk
verrichten, dat niet zelden gepensioneer
den als bijverdienste opzettelijk gaan zoe-
ken'.,^ „zii moeten ophouden.
Zij krijgen pensioen.
En de Staat betaalt weer aan een nieu
we vol traktement. De belastingbetalers
brengen de centen op. En de „gewone
arbeiders met veel ruwer en harder werk
wil min. Treub pas op hun 70e jaar
„pensioen" geven.
Hoe rijmt dat met elkaar?
(Friescb Dagblad.)
Bloemendag „Sobriëtas".
Aan de Zeel-eerwaarde Heeren Pastoors,
Weleerwaarde H.H. Kapelaans, Maria-
Vereenigingen en Kruisverbonden in het
Bisdom Haarlem in de volgende cir
culaire gericht.
Alweer een bloemendag! Deze opmer
king ontsnapt U licht, als U deze cir
culaire ontvangt.
Ja, gedachtig aan het succes van 1911
durven wij nogmaals een bloemendag van
Sobriëtas organiseeren in het Bisdom
Haarlem, daartoe aangezocht en aange
spoord door het Nationaal Comité, den
13en Juni te Utrecht geïnstalleerd.
Het Sanatorium voor drankzuchtige
mannen zal dit najaar te Heer bij Maas
tricht geopend wordenonder bestuur van
de Paters van het. H. Hart.
Maar waar blijven wij met de plaatsing
van drankzuchtige vrouwelijke patiënten?
Die zijn er helaas, ook, en uit- den aard dei-
zaak moet daarvoor een andere gelegen
heid gezocht worden. Doch ook hierin
wordt een dringende noodzakelijkheid ge
voeld; herhaalde malen toch heeft men
reeds voor R. K. vrouwen aangeklopt
aan Protestantsche gestichten.
En hoe voortreffelijk de behandeling
daar ook is ingericht, ieder nadenkend
Katholiek zal terstond moeten toegeven,
dat de Roomsche patiënte daar niet. kan
krijgen, wat ze zoo zeer behoeft in dezen
toestand; steun van haar Godsdienst, ver
ilizing van het godsdienstig leven door
veelvuldig gebruik der genademiddelen on
zer II. Kerk. Juist in deze levensperode,
waar het er om gaat, een ander mensch
te worden, mag en kan zij den heilzamen
invloed van haar godsdienst niet missen
daar liaar zwakke wil moet gesterkt,
en do goede meening, die haar bezielt,
moet gestaald worden.
En daarom doet het Comité in dit
Bisdom een beroep op Uwe naastenliefde.
Zeereerwaarde Heeren 1 Werkdadige
Vereenigingen,steunt ons! Met Uw woord
en met Uw daad vooral kunt ge ons
helpen slagen.
Wilt een woord van aansporing en aan
beveling spreken! of zet er, als vereeni-
ging, uwe schouders onder!
Vooral gij, Maria-Vereenigingen, zult
ons niet tevergeefs laten roepen.
Hiernevens gaat de algemeenc werk
wijze van het Nationaal Comité ver
gezeld van eenige bijzondere aanwijzingen
betreffende ons Bisdom.
Wij bevelen den 2den Bloemendag van
Sobriëtas, onder Gods zegen, in uwe bij
zondere aandacht en sympathie aan. Helpt
ons, door uw woord, uw daad, uw ge
bed!
Dan moeten we slagen; O. L. Vrouw
tot. verlossing der slaven, ter eere!
Het Diocesaan Comité voor het Bisdom
Haarlem bestaat uit eereleden zijnde:
Mej. E. Henry, don Haag, Mevr. F.
Thijsen-Nieuwerkerk, den Haag. Mevr. .1.
M. Burcksen-Wels, Rotterdam, Mevr. M.
Kenter-v. Baar, Alkmaar. Alkmaar. Mevr.
v. Wichen-Nuijens, Alkemade. Mej. A. v.
Leeuwen, Rijswijk. Mevr. Schrave-v. Al
phen, Gouda. Mej. D. v. d. Meer, Gouda.
Mevr. Oomen-v. Zadelhoff, Wateringen en
uit werkende leden zijnde: Mej. A. Koks
hoorn, Presidente, Jan Blankenstr. 14,
Den Haag. Mej. D. II. Beekman, Secre
taresse, Galileïstraat 84, Den Haag, Mevr.
de Wed. P. Olijslager-Mooenens, Penning-
meesteresse, Ged. Burgwal 32, Den Haag.
Mej. N. Kruijsman, Haarlem. Mej. A. Mooij-
man, Rotterdam. Mej. C. Ten Brink, Am
sterdam. Mevr. S. Bronsveld-Vitringa,
Hoorn. Mej. R. II. Knoppers, Alkmaar.
Centrale Dag voor de K. S. A. in Friesland,
De plannen, reeds een paar jaar aan
hangig, tot het houden van bovengenoem
de vergadering, zijn thans in een stadium
gekomen, dat er iets definitiefs kan wor
den medegedeeld.
De vergadering wordt gehouden te Leeu
warden op 6 September a. s. Aan de sec
tievergaderingen, die te 12 uur aanvangen,
nemen deel de H. K. en W.-bedienden, de
Handelsreizigers, de Werkliedenvereeni-
gingen en de Prop. Clubs. Aan deze sectie
vergaderingen kunnen ook deelnemen ver
eenigingen uit plaatsen, waar geen Comité
v. d. K. S. A. bestaat.
Daarna wordt te 3 uur of iets vroeger
in de zaal-Rodenhuis de Algemeene Ver
gadering gehouden, waarvoor als spreker
een der meest vooraanstaande mannen zal
worden uitgenoodigd. (,,C.")
Het Algemeen Secretariaat
der Christene (Katholieke) jbe
r oep's vereenigingen in België vier
de Zondag j.l. zijn 10-jarig bestaan en
de inschrijving van het 1 0 0.0 0 0 e lid.
Een groote hulde werd gebracht aan
den stichter van dit machtig secretariaat,
den Dominikanerpater Rutten, den enor-
men socialen werker, die niet aarzelde
eenige weken het leven van den mijnwer
ker mede te maken om het sociale vraag
stuk des te beter te onderzoeken.
Het feest werd bijgewoond door kardi
naal Mercier, die aan het eind van zijn
rede zeide:
„Het is ons niet altjjd mogelijk alles
voor u te doen, u te helpen, te steunen,
maar aanvaardt de verzekering, dat wij
sympathie gevoelen voor uw volk, houdt
u overtuigd, dat wij u beminnen".
Pater Rutten, eindigde zijn toespraak
aldus:
„Men noemt mij uw generaal, welnu, ik
beveel. Over 2 jaar zal het de 25ste ver
jaardag zijn van de encycliek „Rerum No
varum". Dan moeten we met minstens
200.000 hierbij elkander £>jn. (Toejuichin
gen. )Dat. kan, dat moet, dat zhl. Vooruit
dan! (Schier eindelooze toejuichingen)."
Voor Holland en de vertegenwoordigde
Nederlandsche organisaties, die der R. K.
textielarbeiders, timmerlieden, metaal-,
diamant- en tabaksbewerkers wenschte de
heer van Rijzewijk, voorzitter van het
R. K. Vakbureau, de jubileerende Belgi
sche kameraden geluk en wees erop, hoe
ver België Nederland voor is in vakorga
nisatie. Wij tellen slechts 32000 aange
slotenen.
Een leuke conducteur. De
reizigers uit een autobus te Parijs hadden
verleden week toen het. zoo warm was
■een grappige ondervinding op' hun reis.
Wellicht ten gevolge der groote warmte
die het iedereen wel lastig kan maken,
'ging de conducteur pen 'beetje vreemd
doen. In plaats van zijn werk te doen,
ging hij zoo lui mogelijk op een bankje
liggen. Kaartjes verkocht hij niet en toen
een jonge dame hem wilde betalen zeide
de oolij'kert: „Laat maar zitten juffrouw,
ik heb geld genoeg. Ik heb van u niets
noodig."
De passagiers waren nu zoo goed om
hei zaakje voor hem op te knappen. 'De
een liet de tram stoppen, de ander haal
de het geld .op en zoo ging alles onge
stoord zijn gang, terwijl de malende con
ducteur kinderliedjes zat te zingen. Ge
lukkig kwam do man spoedig weer tot
besef van zijn toestand en ging zelf zijn
werk doen.
Vergiftigde r o z ij n e n. Men meldt
uit Rotterdam:
Zaterdagmiddag werd het V-jarig doch
tertje van een politie-agent ernstig on
gesteld en vertoonden zich teekenen van
vergiftiging. Het bleek, dat zij rozijlnen
had gekregen in een snoepwinkel in de
Schoutenstraat alhier. De politie stelde
een onderzoek in en nam in een fabriek
aan het Gedempte Slaak 50 K.G. rozijnen
in beslag, die werden onderzocht en Voor
de consumptie afgekeurd.
Een firma verklaarde toen, aan een
30-tal snoepwinkels van die rozijnen ver
kocht te hebben. In verschillende van
die winkeltjes zijn toen partijten rozijnen
in beslag genomen. Van andere gevallen
van vergiftiging door het gebruik daarvan
is echter niets Vernomen.
Het Italiaansche lucht
schip P 5, dat op de militaire oefen
plaats te Ucline was nedergedaald, werd
daarbij door 10 soldaten vastgehouden.
Door den wind mediegesleurd, lieten 9
soldaten de touwen tos, doch één werd
mede de lucht in genomen en viel van
een hoogte van 150 M. Hij was terstond
dood. De P 5 is vervolgens zonder moei
lijkheden geland.
Onvoorzichtig omgaan met
vuurwapenen. Te Bergen nabij
Alkmaar legde een aldaar ingekwar
tierd soldaat gekscherend een op een
boerenerf gevonden buks op zijn makker
aan, met het gevolg dat deze door een
nog achtergebleven kogel zoodanig ge-
troifen werd, dat opname in een der
Alkmaarsche gasthuizen noodig was.
De tien voornaamste levende
Nederlanders. De „Haagsche Post"
heeft een plebisciet uitgeschreven over
wie tot de tien voornaamste levende
Nederlanders mochten gerekend worden
Er kwamen 2451 stembiljetten in. De
uitgebrachte stemmen waren als volgt
op Dr. Kuyper 1914
op Willem Mengelberg 1774
op Mr. Troelstra 1371
op Louis Bouwmeester 1128
op Minister Cort v. cl. Linden 1040
op Professor Hugo de Vries 1002
op Professor Kamerlingh Onnes 897
op Mesdag 675
op Kardinaal van Rossum 631
op Generaal van Heutz.
Een v r i e n d e 1 ij k heer. Een aan
tal kinderen, vertelt de „Hofstad", speel
den aan 't strand te Scheveningen onder
toezicht van 2 onderwijzers. Een Indisch
heer kijkt toe, nadert eindelijk en vraagt
éen der onderwijzers„Mogen ze eens
een liedje zingen?" Bereidwillig roept
de onderwijzer de kinderen bij elkaar cn
even later klinkt een eenvoudig lied door
de avondstilte. De Indischman luistert
zijn gelaat toont ontroering. Na afloop
van 't gezang vraagt hij: „Mogen de
kinderen even mee gaan Allen volgen
hem en bij éen van de kramen zegt hij
„Zoek allemaal wat uithet mag voor
elk een gulden kosten 1 Als ik de heeren
niet beleedig, zullen ze me verplichten
iets voor zich en hun vrouw uit te zoe
ken, 't is me onverschillig wat u besteedt!"
De verbaasde onderwijzers vragen
een verklaring en hooren, dat de man
zestien jaar in Indië gewerkt heeft
en nu dol verlangend was, weer eens
Hollandsche kinderen te hooren zingen.
Hij betaalde en toen allen wilden bedan
ken, weerde hij af, weigerde zijn naam
te zeggen, vraagt voor dank nog een
liedje. Vol toewijding zingen de kinde-
ren en aan het slot is de gever ver
dwenen
Onbrandbaar riet. Te Marien-
waerd (gem. Beesd) is dezer dagen onder
groote belangstelling, o. a. waren aanwe
zig de waarnemende burgemeester van
Boesd en de burgemeesters en vele be
stuursleden der gemeenten Geldermalsen,
Deil en Buurmalsen, op het landgoed van
de Ei-ven van den Graaf van Bylandt, een
vuurproef gehouden met onbrandbaar riet,
waarmede bereids eenige boerderijen en
schuren op het landgoed zijn gedekt. Op
een weide was voor da.t doel een houten
gebouwtje opgetrokken, waarvan de eene
helft met onbrandbaar, de andere helft
met gewoon riet was .gedekt. Alhoewel
tusschen het onbrandbaar riet gloeiende
briketten, brandende lappen, gedrenkt in
petroleum, waren gestoken en het dak
met. petroleum was overgoten, doofden
de vlammen weldra uit, zonder het riet
te verteren. Daarna werden dezelfde proe
ven herhaald op het gedeelte dak met ge
woon riet gedekt. Al spoedig stond het
gebouwtje in lichte laaie, het gewone riet
vlamde spoedig hoog op en vie) spoedig
ineen, terwijl van het onbrandbare riet
weinig verteerde en bij het instorten in
zijn geheel inviel.
Na afloop werd door de belangstellen
den een met, onbrandbaar riet gedekte stal
en schuur in oogenschouw genomen.
Een 100-jarig-e. De residentie telt
welhaast weer eene honderdjarige:
Cornelia Josina van Esveld, weduwe!
Vincentius Andreoli, geboren 19 Juli 1814,
wonende aa.n de Prins Hendrikstraat. Deze
oude dame geniet -eene uitmuntende ge
zondheid. Zij js nog alle dagen ijverig
werkzaam voor de huishouding. Dezer
dag-en gaat zij niet uit, maar né. haar
a.s. verjaardag hoopt zij als altijd bij
gunstig weder dagelijks op het Prins Hen
drikplein te toeven. „Msbd."
Het vliegongeluk te Iv ie wit.
Omtrent het vliegongeluk te Kiewit meldt
„Gezet van Antwerpen" nog het volgende:
„Donderdagmorgen kwamen van Namen
per vliegtuig naar Beverloo de luitenants
Hubert en Poot van het 14de regiment.
In den namiddag vlogen zij van Beverloo
naar Kiewit. Omstreeks vier uur keerden
zij per vliegtuig terug. Lt. Poot piloteer-
de het toestel en Lt. Hubert was passa
gier.
Op het oogenblik van opstijgen werkte
het vliegtuig niet en rolde met volle
kracht tegen den hangar van den onge-
lukkigen Verschaeve. De houten schutsels
werden omgeworpen en het toestel tot
splinters geslagen. Lt. Poot, die in het
vliegtuig gebonden zat, kreeg een gapen
de wonde aan het. hoofd en eene aan het
linkerbeen.
Lt. Hubert werd 10 meter ver wegge
slingerd en met geweld tegen de wanden
van den hangar gesmeten. Hij bloedde
uit neus en mond en werd bewusteloos
opgenomen. Men vervoerde de twee ge
kwetsten per auto en draagbaar naar het
hospitaal van Hasselt.
Lt. Poot is slechts licht gewond.
Lt. Hubert, ofschoon jong en sterk ge
bouwd, zal zijne inwendige kneuzingen
wel niet te boven komen. De arme jon
gen is nog niet tot bezinning gekomen.
Zijn toestand was in den avond erg
verzwakt en men vreesde reeds voor den
nacht een doodelijken afloop. Lt. Hubert
is de zoon van den. geneesheer Hubert
uit Bergen en een neef van den minister
van Arbeid. De ongelukkige ouders hebben
telegrafisch bericht, hun zoon de geeste
lijke hulpmiddelen der Kerk te verstrek
ken.
Vrijdagavond zijn talrijke officieren aan
gekomen van Brasschaei, Namen en Brus
sel, welke zich aan de bedsponde van het
slachtoffer plaatsten, waar zich ook de
familie bevond. Het geween deed pijn om
aan te zien. In den nacht is commandant
Blaise, der genie, vertegenwoordiger van
den heer baron de Broqueville, minister
van Oorlog, aangekomen) die den sterven
den officier de ridderorde van Leopold
op de borst hechtte in 't bijzijn der tal
rijke officieren-vliegers van het vliegveld
van Kiewit. Het was een roerend schouw
spel".
Uit een beestenspel te Munchen-Glad-
Bach brak een wolf los. Het dier ver
scheurde een meisjef van 3 jaar. De Vader
werd bij -het zien van het doode
kind krankzinnig. Een burger schoot den
wolf, dfle nog door ©en aantal straten
geloopen was, dood. Men beweert, dat
hier boos opzet in het spel is.
Ergerlijk en onbeschoft. In Glo-
gau werd dezer dagen het vijftigjarig
stichtingsfeest gevierd van den evangeli-
schen mannen- en jongelingenbond. Op dat
feest waren katholieken uitgenoodigd en
talrijk opgekomen; o.a. waren aanwezig
dei leden van de katholieke gezelfenyer-
eieniging met haar geestelijken adviseur.
In de feestzaal trad een evangelisch©
pastooi' op met eien gedicht, dat hij in
leidde met de verontschuldiging, dat het
een beetje garkastisch Zou klinken.
Jupiter, zoo heette het in 't gedicht,
was ©ens zeer slecht geluimd. Om die
buien te verdrijven, wou hij! een beeld
maken. Hij1 doet dan in een pot den vos
met zijn slimheid, de lynx met zijn list,
enz,. Het begon te borrelen en te pruttelen
in den pot, maar een wezen wou zich maar
niet vormen. Hij deed er dan nog wat
ongedierte bij en zie, daar ontstond een
gedaante, waarvoor hij vol huiviering terug:-
deinsde. Hij' liet derhalve de gestalte in
een monnikspij kruipen en zoo ontstond
de Jezuïet. (De Jezuïet in een pijlI Red.)
De meeste aanwezigen beloonden den
pastoor met daverende toejuichingen. De
katholieken waren eerst sprakeloos. Kon
den zij nog lager en gemeener beleedigd
worden? Het duurde eenige minuien, al
vorens zij' den vollen omvang d«r be-
leediging beseften. Daarop verlieten zij de
zaal.
Waar de protestanten zóó onbeschoft
waren tegenover de katholieke gasten, had
den zij eigenlijk ©en geheel ander protest
verdiend dan een -geruischloos verlaten
van de zaal. (De Tijd.)
Een Oostenrijkse he spion. Te
Ostrow (Galicië) is de Oostenrijksche lui
tenant Schmidt Donderdag op heeterdaad
op spionnage betrapt. Schmidt was zoo
genaamd tvoor herstel .van gezondheid naar
Ostrow gegaan, maar spoedig bleek waar
voor hiji gekomen was. Een spoorwegbe
ambte zag hem 'bezig de brug van 'Ostrow,
de belangrijkste van geheel Galicië, het
meten en te iteekenen. De man deelde feulks
mede aan den stationschef en deze waar
schuwde onmiddellijk den regimentscom
mandant en de gendarmerie, die Schmidt
arresteerde, terwijl hij nog aan het werk
was. Toen een gendarm hem plotseling
naderde, trok Schmidt zijn revolver, doch
de gendarm zette hem de hajonet op de
borst en Schmidt liet zich toen gewillig
naar de gevangenis overbrengen.
In zijn woning werden een aantal Reke
ningen pn brieven in beslag genomen*
waardoor zijn schuld bewezen schijnt.
Een woeste passagier. Een per
soon uit Feignard, Emile Hurian, oud
24 jaar, nam in den trein van Bergen
naar Frameries plaats in een 3e klasse
coupé. Zijn bagage legde hij op de eene
zitplaats en op de andere strekte hij zich
uit om een dutje te doen. Juist terwijl
de trein zich in beweging zette kwamen
nog twee jonge mannen, die verzochten
een beetje plaats te maken. Daar scheen
de slaper echter niet reel zin in te hebben.
Een woordenwisseling ontstond en plot
seling haalde Hurian briesend van woede
een revolver te voorschijn en loste twee
schoten op zijn tegenstanders, die doode-
lijk gewond neerstortten. Te Frameries
werd hun de eerste hulp verleend en de
woesteling gearresteerd.
Voorteekenen van den re
gen. Deze zijn vele en haar aard zeer
verschillend. Zij worden opgemerkt in
het doen en laten van dieren en het voor
komen der planten, in de verschijnselen
der lucht en door sommige teekenen in
het huis en den tuin. De boeren zeggen,
dat, wanneer alles vochtig aanvoelt, de
turf op den haard, de muren, vensters,
cementen vloeren, het hout niet goed
brandt of het J'oet uit den schoorsteen
valt en het op den open haard gloeit,
dat dan de regen in aantocht is. Ook
het nat worden, van het spek is teen goede
aankondiger en als de zeis beslaat en de
koffieboonen niet willen malen, is regen
te wachten, zelfs als de kousen van de
drooglijn vallen, zegt men in Duitschland
„de kous trekt water." Ook als rook van
de smederij riekt, of de rook van een loco
motief stinkt, als er damp uit het 'strooien
dak slaat, de klok aan den muur valsch
slaat en het horloge niet loopt, als de
rook in de boerderij blijft hangen, ziet
de landman daarin een toeken, dat er
regen komt. De meeste dezer teekenen
worden verklaard door het feit, dat bij een
te groot vochtigheidsgehalte der lucht een
neerslag op de voorwerpen plaats vindt.
Andere teekenen echter, hooren alleen op
het gebied van het bijgeloof thuis. Ruzie
en vechten maken het weer slecht, zegt
men. Als de meisjes de harken op de
schouders dragen of als een toevallig
weggeworpen hark met de tanden naar
hoven komt te liggen, wordt daarmede
de regen naar beneden gehaald. (Z.)
Wat de drank doret. Na deel
genomen te hebben aan een feest, kre
gen drie metselaars op den terugweg
naar Portel het dwaze idéé om met el
kaar een weddenschap aan te gaan, dat
wie in een onderlinge worsteling het ver
loor de verteering moest betalen. In den
eersten strijd tusschen Boulard en Pouve-
lard bleef de eerste de overwinnaar, die
daarop worstelde met de 36-jarige Joseph
Bernhard. Beiden waren dronken en pak
ten elkaar zoo woest beet, dat Bernhard
terstond met zijn hoofd op de straatstee-
nen tuimelde en het bewustzijn verloor.
Zijn dronken maats bekommerden zich
niet over hem en zwaaiden verder. De
ongelukkige werd later gevonden en over
leed nog dienzelfden nacht. 'Z.)~