No. 81. Zaterdag 11 Juli 1914. Tieude Jaargang. Dit marnier bestaat uit 8 bladzijden, EERSTE BLAD. „DAN VIDOW". Verschijnt eiken MAANDAG-. WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Welk weder zullen wij hebben BINNENLAND. I1HE HEM COURANT Abonnementsprijs p. 3 maanden voor Goes f 0.75, daarbuiten f 0.95 Afzonderlijke nummers 5 cent, dubbele bladen 10 cent. Advertentiën worden ingewacht op Maandag en Woensdag vóór half drie en Vrijdag vóór een uur 's namiddags. Kanfoor v. A. Administratis: Gan*epoortstraat C 209, GOES Reclameberichten 25 Ct. p. r. Bij abonnement speciale prijs. Advertentiën van 15 regels ƒ0.50; iedere regel meer 10 Ct. Eenzelfde advertentie 3 X geplaatst, wordt 2 X berekend. Dienstaanbiedingen 5 regels voor 25 Ct. a contant. De abonné's op dit blad, in het bezit der door de I p* gulden bij verlies van beide I gulden bij directie uitgereikte polis, zijn, overeenkomstig de ff I III handen, voeten of oogen. I I verlies van een daarvoor vastgestelde Verzekeringsvoorwaarden, j| 11 9I I Voorts bij ongeneeselijke I 11 I ;band, voet GRATIS verzekerd tegen ongelukken voor9 verstandsverbijstering9 %0 008 i De üitkeering der bovenstaande bedragen is gewaarborgd door de „Hollandsche Algemeene Ve -zekerings-Bank' p* gulden bij I gulden bij A gulden bij P" I B verlies van een B B verlies] B_ B B verlies van M 9 B 9 9 [hand, voet 9 9 9 9 I van een BjÉ I 9 een M B 1 of oog; %ff %0 duim; wijsvinger. gulden bij verlies van eiken anderen vinger. te Schiedam. Zoo heet in Servië de jaarlijksche her denkingsdag van den slag op het Lijster- veld (28 Juni 1389), waarin Sultan Amurat de Groot-Servische heerschappij ver nietigde, al boette hij die overwinning ook met zijn eigen leven. Instede van dien dag als een treurdag in zijn historie te beschouwen, besteedt het Servische volk dien tot het houden van feestelijke bijeenkomsten, waarin de opstanding van een nieuw Groot-Servië wordt verkondigd, dat alle stambroeders in Servië en de omliggende landen omvat. Verder zorgt men er voor, die groot- Servische sympathieën gedurende het verdere verloop des jaars te - voeden. De chauvinistische beweging, binnen eigen landpalen gehouden, komt ter ver antwoording van de natie diehaaropwekt, maar uitspattend naar buiten, hoofd eu harten vergiftigend van jonge onbezonnen heethoofden in een ander land, kan zij oor zaak worden van de noodlottigste gebeurtenissen, de gruwelijkste misdaden. En zoo geschiedde het. De Groot- Servische beweging, onderdeel van de Slavische agitatie, die Rusland als ge heimen aanstoker en begunstiger erkent, breidde zich in het door Serven druk bewoonde Bosnië gestadig uit en wist vooral de onderwijsinrichtingen tot ware broeinesten te maken van opstand en verzet tegen het Üostenrijksch-Hon- gaarsch goevernement. Al wat Uostenrijksch-Hongaarsch, spe ciaal al wat Duitsch, wat Germaansch was, werd door de Servisch gezinde Bosuiërs gehaat met een onuitblusch- baren haat en wijl het voornamelijk de Grieksch-orthodoxe Bosniërs waren, die van een vrijgevochten Bosnië droomden als onderdeel van het Groot-Servische vaderland, de Katholieken daarentegen met de Mohammedanen meer het tria- lisme aanhingen, had de immer toe nemende agitatie zoowel rassenhaat als godsdiensthaat tot ondergrond De inlijving van Bosnië en Herzegowina bij Oostenrijk-Hongarije een meester lijke diplomatieke zet van Von Aeren- tiial deed den feilen haat van den Groot-Servischen aanhang tegen de Do- naumonarchie nog heviger oplaaien, ter wijl de Balkanoorlog, waarin Servië een voorname rol speelde, het chauvinisme en de zelfverschatting der Groot-Serviërs bedenkelijk deed aangroeien. En Servië zelf? Officieel wist het van de agitatie niets, officieus, mag men althans de bladen gelooven, steunde het de Groot-Servische beweging met in vloed en geld. Het genootschap „Narodua Obrana", de ziel der beweging,werd van regeeriugs- wege gesubsidieerd. Tal van Bosnische jongelieden gingen te Belgrado ter hoogeschool oin in Bosnië terug te keeren als fanatieke propagandisten der Groot- Servische idee. Tal van bladen en tijd schriften, als bij tooverstaf uit den grond verrezen, hitsten in den laatsten tijd in Bosnië de bevolking op tot afval van Oostenrijk, tot vorming van één groote Servische broederschap, terwijl de be vriende Servische en Russische pers de bevrijding van de Kroaten en Bosniërs uit de Oostenrijksche verdrukking als aanstaande voorstelde.2) Voeg daarbij liet kwaad der geheime clubs, der anarchis tische propaganda en het valt niet te verwonderen dat de aartsbisschop van Serajewo, Mgr. Stadler, zeide, dat heel de stad vol van samenzweerders was, gereed om den troonopvolger uit den weg te ruimen. Die man toch gold voor de Goot-Servische dwepers als de incar natie van Oostenrijksche willekeur en Oostenrijksche tirannie.3) Dien uit den weg te ruimen zou een heerlijk werk zijn, dat de kroon ging zetten op hun misdadige agitatie. Maar de troonop volger nam zijn gemalin mede. Wat zou het? Ook die moest sterven. In Servië kent men dat werk. Toen koning Ale xander en zijn gemalin Draga een groep hovelingen en officieren tegenstonden, werden beiden 's nachts in hun paleis gewoonweg vermoord, waarbij zelfs de koningin het leeuwenaandeel m de mis handeling kreeg. Zou een Groot-Serviër dan bang zijn voor Frans Ferdinand en diens vrouw? Men was dan ook spoedig met alles gereed en het moet gezegd, de samen zwering tegen het leven van het aarts hertogelijk paar was tot in de puntjes geregeld. Maar niet alle samenzweerders hebben dan ook zoo'n „cliance" als Princip en diens rotgezellen. Was niet een Servisch majoor zoo vriendelijk het arsenaal van Kragoujevatz ter hunner beschikking te stellen Nu, van die permissie is royaal ge bruik gemaakt. In de dagen rondom den noodlottigen 28sten Juni krioelde Sara jevo en omgeving van de bommen. Aan liet station, op de trap van het stadhuis, in de feestzaal onder tafel, ja in den schoorsteen, overal lagen de lielsche werktuigen gereed en in het Landsmu- seum, dat na liet stadhuis door Frans Ferdinand zou bezocht worden, vond men er liefst dertig, genoeg om een heele stad te verwoesten. Ten slotte was er nog de revolver niet den ver giftigden kogel om het'werk der duis ternis te voltrekken, bijaldien de bom faalde en wij weten, hoezeer dat wapen in de hand van een lagen sluipmoorde naar de plannen der Groot-Servische op ruiers diende. Op geen andere wijze toch mag van den misdadigen Princip gespro ken worden. Hem een „jonge(n) vurige(n) politieke(n) dweper" te noemen, zooals b.v. de „Vlissingsche Courant" doet, pleit niet voor de juiste woordenkeus ter kenschetsing van de verfoeilijke misdaad waaraan dit vroeg bedorven jongmenscli zich schuldig maakte. Zelfs het medelijden dat men onwille keurig nog voor hem voelt om wille zijner jeugd, verdwijnt, wanneer men zijn cynische houding voor den onderzoeks rechter beschouwt. En na de misdaad, die rouw bracht over een gansche natie, een schok van verontwaardiging deed gaan door geheel de beschaafde wereld en drie onschuldige kinderen tot weezen maakte, bleek de toon, dien sommige Servische bladen over den moord op Franz Ferdinand aanhieven, eer een triomfkreet dan een rouwklacht. Doch is dit te verwonderen waar nog pas eenige maanden geleden een Servisch orgaan in Amerika, de „Stroban" zich voïgenderwijze uitdrukte over de voorgenomen reis van liet aarts hertogelijk paar naar Bosnië „Serviërs, grijpt alles wat ge grijpen kunt. Messen, geweren bommen en dy namiet oefent heilige wraak. Dood aan de dynastie der Habsburgers. Eeuwige herinnering aan de helden, die tegen hen de handen opheffen De viering van den Dan Vidow heeft dan wel vruchten gedragen, als men den sluipmoord op Frans Ferdinand een vrucht mag noemen. Want de les des bloeds zal zich ook hier doen gelden. Op de hoofden der aanstichters zeiven zal de misdaad van 28 Juni 1914 in alle zwaarte neerkomen, en het tegendeel van wat de Groot-Ser viërs hoopten, zal geschieden. Reeds deelt het „Neue Wiener Tage- blatt" mede, dat in den Ministerraad is besloten tot de volgende maatregelen in Bosnië: alle middelbare scholen komen aan den Staatop de leerlingen zal streng toezicht worden gehoudener zullen maatregelen worden genomen, om voor de Zuid-Slaven in Oostenrijk-Hon garije het studeeren aan de hoogeschool te Belgrado te bemoeilijkenverhoogde waakzaamheid tegenover de anti-dy nastieke beweging in Bosnië, en in ver band daarmede een verscherping van den inlichtingendienstreorganisatie der rijkspolitie in Bosnië en Herzegowina. Men vraagt zich natuurlijk af, wat of er van waar is, dat Servië in den moord van het aartshertogelijk paar zou [zijn betrokken en of men zich niet te veel laat leiden door Germaansche sympa thieën voor Oostenrijk. Merkwaardig is de onomwonden be kentenis van den bekenden Belgischen anti-clericaal Georges Lorand in het blad „Le Ralliement" van 5 Juli j.l. „II est indubitable que le crime de Serajevo est un crime s e r b e", schrijft hij, d.w.z. „er valt niet aan te twijfelen of de misdaad van Serajewo is een Servische misdaad." Deze bekentenis wint in geloofwaar digheid, als men leest wat „De Maasbode" Donderdagavond onder zijn telegrammen mededeelt LONDEN, 9 Juli. (PARTICULIER). Het weekblad „John Buil" publiceert een opzienbaremededeeling waarin het het Servisch gezantschap alhier aan klaagt als medeplichtig aan den aanslag te Serajewo. Het tijdschrift verklaart, dat Servië ongeveer 8 maanden geleden in het Londensclie gezantschap een geheim bureau inrichtte om tegen Oostenrijk te agiteeren. Dit bureau zou de geheele samenzwering tegen aartshertog Frans Ferdinand op touw hebben gezet. Het voegt hier aan toe, dat het eigenlijke gezantschapspersoneel zonder bewijs niet wil aanklagen. Het verklaart verder, dat bij de ver huizing van den Servischen gezant van Belgrave Mansion naar Queensgate in April van dit jaar vele gewichtige documenten verbrand werden. Een stuk van een half verbrand document is in het bezit der redactie Naast het artikel is in het blad een fotografische facsimile afgedrukt. Van het adres is daarop,,... .tien royale de Serbie" (Ko ninklijk Servisch gezantschap) en als datum 5 April te onderscheiden. De inhoud is in geheimschrift van het bu reau geschreven. „John Buil" verklaart deu sleutel daarvan te bezitten en geeft de vol gende vertaling: „Voor de uit den weg ruiming (elimination) van F. F. de som van 2000 p. st. betaalbaar als volgt 1000 p. st. bij aankomst in Belgrado, le ontvangen uit de hand van den heer G,; de resteerende 1000 p. st. na vol voering van de opdracht, betaalbaar als boven; de som van 200 p. stvoor uitgaven, voor het betalen van agen ten enz. Voor gij vertrekt... uwe rege lingen niet..." fïier is het blad afge scheurd. F. F. zou naar het blad ge looft Frans Ferdinand beduiden. Wat de medeplichtigheid van Rusland betreft, is Lorand niet minder beslist in zijn oordeel „En cherchant bien on trouve- rait vraisemblablement dans la preparation de eet assassinat politique la main des agents Russes Tous les assassinats politiques qui ont été commis dans les Bal kans, depuis celui de Stambou- lof jusqu' a ceux de Belgrade et de Serajevo, visaient des gens qui étaient des obstacles a la politique Russe et quand on a pu en recherclier les instigateurs on a toujours abouti a des agents russes. L'assassinat, qui est unc sorte d'industrie nationale a Belgrade, l'ust encore plus en Russie et surtout dans les pays ou les agents de la Russie s' efforcent, par tous les inoyens d' établir leur domination." D. w. z. „Wanneer men goed zoekt, zal men waarschijnlijk in de voorbereiding van dezen po litieke» moord de hand ontdek ken van Russische agenten... Alle politieke moorden die in den Balkan zijn bedreven, vanaf dien op Stam boelof tot aan dien van Belgrado en Serajewo waren gericht op personen die een hinderpaal vormden voor de Russische politiek. En steeds stiet men, wanneer men de aanstokers achterhaalde, op Russische agenten. De (politieke) moord, die een soort nationale industrie sehijnt te zijn te Bel grado, is het nog meer in Rusland en vooral in die landen waar Rusland's agenten met alle middelen trachten er hun heerschappij te vestigen," In hoeverre dit oordeel van Lorand juist is, zal de toekomst moeten leeren. Eigenaardig is wel, dat op den eigen avond van den moord te Serajewo, de Russische gezant te Belgrado een luis terrijk avondfeest gaf en dit niet afbestelde, hoewel overal elders in de stad de feestvieringen door de politie waren verboden uit eerbied voor den grooten rouw, waarin de nabuurstaat Oostenrijk zoo plotseling was gedompeld. Uit het voorgaande is het zeer zeker niet vermetel de conclusie te trekken, dat de beschaafde wereld met argwaan de Groot-Servische beweging gadeslaat en niet dan met afschuw denkt aan de misdaad, die onder haar bescherming den 28sten Juni 1914 werd gepleegd. Men zal geen enkel volk, ook het Servische niet, het streven naar Groot- vaderlandsche idealen euvel duiden, mits dat streven zich beweegt binnen de grenzen van zedelijkheid en recht en niet het pad der misdaad kiest als den weg waarlangs het zijn verwezenlijking zoekt. Onder trialisme verslaat men in de Oosten- rij bsch-Hongaarsche monarchie de vereeniging van Kroatië", Dalmatië, Bosnië, Slavonië, Istrië en da zeeprovincies Kraïu tot één land met zelfregeering, onder hegemonie der Habsburgsche Kroon. Aartshertog Frans Ferdinand was liet trialisme gunstig gezind, van hem werd dan ook de verwezenlijking van dii denkbeeld gehoopt. Daar dit echter de nekslag zon zijn voor de Groot-Servische beweging, begrijpt men dat door de raaddraaiers dier beweging er alles op gezet werd om den man uit den weg te ruimen, die eenmaal hun plannen zou dwarsboomen. -) Het blad „Odjek", orgaan der groot- Servische partij dreet de onbeschaamdheid zoo ver, dut het den aartshertog een verwijt er van maakte, dat hij op den „Dan Vidow" der Serviërs, te Strajewo (nota bene een stad der Oostenlij kteh- Hongaarsche monarchie) zijn intocht hield. :l) Hoe de gezindheid van Frans Ferdinand was ten opzichte der Serviërs moge blijken uit hetgeen hij eenigen tijd geleden tot den vroeger m Bulgaarschen ministerpresident Daueft' zeide: „De Serviërs hebben mij steeds als hun grootsten vijand beschouwd, en toch ben ik dit geenszins. Als bewijs wil ik slechts aanhalen, dat in 1908, toen de Bosnische crisis baar hoogte punt bereikt had en alles tegen Servië slagvaardig was, ik bijDa de eenige geweest beu, die zijn stem tegen een gewapend optreden deed hooren. Servië heeft het dus bijna aan mij alleen te danken, dat het niet vernietigd is." Een waagstuk. Een waagstuk is het wat de Room- sche Drankweer in Zeeuwsch-Vlaanderen, Oostelijk Deel, onderneemt met 'torga- niseereu van den Drankbestrijdersdag te Hulst op 25 dezer, doch dat pleit voor haar durf en haar doorzicht. Zelfs zij, die sceptisch stgan tegenover de drankbestrijding, zullen met de cijfers van liet drankgebruik (beter drankm i s- b r u i k) in Zeeuwsch-Vlaanderen voor oogen, moeten erkennen, dat althans iets gedaan moet worden tegen een euvel, dat de beste krachten, onder sanitair moreel en sociaal opzicht, van het volk sloopt. Of wie durft loochenen, dat in het zuidelijk .deel onzer provincie jaar lijks op den jeneverpias en de bierzee een enorm quantum volksgezondheid, volksenergie en volkskracht wegdrijft? „Ken U zelven". Die spreuk, welke naar men zegt, boven den ingang van den tempel van Delphi stond, zullen de Roomsche drankbestrijders in Zeeuwsch- Vlaanderen tot hunne gewestgenooten richten op den grooten drankweeidag, die aanstaande is. Daar zal zoowel in de besloten lokalen als in de openlucht meeting en niet het minst in bet plech tig lof, des namiddags in de eerbied waardige St. Willebrordskeik te bonden Verwachting tot den avond van II Juli: Zwakke wind uit Oostelijke richtingen. Lichtbewolkte lucht. Droog weer. Iets war mer. den menschen opnieuw worden inge scherpt, hoe onder godsdienstig eu maat schappelijk opzicht het alcoholisme de groote verwoester is van zoo oneindig veel goeds, dat Gods almacht en liefde in de wereld uitwerken. Moge het wooid der verschillende spre kers, zoo geestelijken als leeken, vrucht dragen in overvloed, gesteund door het opwekkend voorbeeld der offervaardige Zeeuwsch-Vlaamsche Katholieke drank bestrijders en met de wetenschap, dat de Katholieke drankbestrijding een sociaal werk is van den eersten rang en over- dierbaar aan liet hart van den Vader der geloovigen, onzen roemrijke regeerenden Faus Fius X, die liet nog pas onlangs met vele aflaten verrijkte. Eerste Kamer. Do Voorzitter der Eerste Kamer, de heer J. J. G. Baron van Voorst tot Voorst, opende Dinsdagavond de zitting der Ka mer met eenige gevoelvolle woorden te wijdden aan den gruwelijken moord to Serajewo. Nadat alle leden ende aan wezige Ministers viui hun zitplaats waren opgestaan, sprak de voorzitter, ongeveer het volgende: „Op 28 Juni j.l. werd Europa opgeschrikt door hot bericht van do ontzettende misdaad, die Aartshertog Franz Ferdinand van Oostenrijk en zijn gemalin tot slachtoffers maakte van oen afsohnwelijkon aanslag. Deze sluipmoord, die ieder weldenkend mensch met afgrij zen vervult, heeft ook diep medelijden gewekt met den grijzen keizer van Oosten rijk. Overal in de pers vernam, men uitin gen van do diepste ontroering 'en 'grootste afschuw voor die verachtelijke daad. Ik ben overtuigd, Mijne Heeren, ook de tolk to .zijn van u allen, wanneer ik deel neming uitspreek met den slag, die het Habsburgsche huis en heel Oostenrijfc- Hongarije trof." Da Minister van Bjnnenlandsche Zaken de heer Loudon, zeide zich. van harte namens do Regeering biji deze treffende woorden aan te sluiten, welke de afschuw weergeven voor een verfoeilijke daad, die een man van ongewone gaven met zijn echtgenoote wegrukte, drie vorstenkinde ren tot weezen maakte en niouw'leed toe voegde aan de reeks van beproevingen van den hoog,bejaarden Keizer, dien de heele wereld met eerbied en bewondering gade slaat. „Ik heb- niet nagelaten den Oosten- rijkschen gezant hier te stede en den Minister van Biuitenlandsche Zaken to iWieenen de deelneming te betuigen van H.M.'s Regeering en zal pok niet verzui- j«en de door u gesproken woorden aan do Oostenrijksche Regeering: te deen weten." Daarop las de griffier het schrijven voor, waarbij: Voorzitter wordt kennis ..gege ven. van het .overlijden van don heer Van Wassenaar van Rosando. Allen staan nog maals op en nu, spjreekt de Voorzitten ongeveer in dezer vcpge„Wederom moet do Kamer het verlies betreuren van pen hoogstaand man, die bijna 10 jaren lid was van dit college. Met Jan Derk van Wassenaer van Rosande is plotseling een man van ons heengegaan, die van grooten ijver en plichtsbetrachting was. Nooit liet hij na, te getuigen waar het dpi belangen van de landsverdediging, in het bijzonder d» marine betrof. Steeds werd naar hem geluisterd, wanneer, hij! zijn weldoordachte adviezen gaf of opmerkingen maakte. Ik ben overtuigd dat gij allen met mij het verlies betreurt en zijn naggedachtenist in eere z,ult houden." Die .Minister; van Biinuenlaudsche Zaken, de lieer Cort. van der Linden, zei, dat de Regeering zjch gaarne hij deze, woorden

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1914 | | pagina 1