Iburg.
IMAMA
.KEN,
(i Ruyter en
ioes.
ilS,
Ires voor:
aren, verhuren,
isporteeren. (i)
No. 71.
Donderdag 18 Juni 1914.
Tiende Jaargang.
/n
THOMSON, f
BUITENLAMP.
BINNENLAND.
Sigaar,
srkoop:
ITDIENST
Zij, die zich tegen 1 JULI
a. s. op ons blad abonnee-
ren, ontvangen de nog in
JUNI verschijnende nom-
mers GRATIS.
NNESC HERMEN
jckelijk trekkende
J?
GOES.
[Rotterdam en
•dam,
ombooten
in. ROTTERDAM:
's morgens 5 u.
's morgens 7 u.
's morgens 9 u.
Woensdagmiddag^
tRDAM n. GOES:
's avonds,
's avonds,
's avonds,
naar GOESi
lag 2 uur.
rdam, Haring
bekomen te Goes
MONHEMIUS, te
BOUMAN Zn.,
de heeren J. R.
JEFAIS en te Rot
boot-Reederjj v/h
ICHUIJT.
:HT Goe»—Dordf—
kis, II, retour M,BO.
3n en houtsoorten,
ntie voor deugde-
fide stemhouding.
Kamen, ja gij moogt
I gij van het begin
Igen weerstand ge-
na eenige onaange-
Ige vrijheid verwor-
stberadenheid hebt
[;toond; gij zijt zwak
toe te geven, en
Iraan een einde te
zeker ten gronde."
bom, welk een leven
stond, als ik met
twisten; ik kreeg
arde."
[aarde, Bertha, dan
Tieid. Zelfs wanneer
fleef, moest gij als
het eerste kiezen,
bns God kan u uw
God moet u hoo
fden de snelle schre-
de trap hoorbaar,
peurig en verbleekte.
en de ontvanger
[te klem op 't ge
wordt vscrolfL)
UWE ZEEUWSCHE COURANT
Abonnementsprijs p. 3 maanden voor Goes ƒ0.75, daarbuiten 0.95
Afzonderlijke nummers 5 cent, dubbele bladen 10 cent.
Advertentiën worden ingewacht op Maandag en Woensdag vóór
half drie en Vrijdag vóór een uur 's namiddags.
Reclameberichten 25 Ct. p. r. Bij abonnement speciale prijs.
Advertentiën van 15 regels 0.50; iedere regel meer 10 Ct.
Eenzelfde advertentie 3 X geplaatst, wordt 2 X berekend.
Dienstaanbiedingen 5 regels voor 25 Ct. a contant.
De abonné's op dit blad, in het bezit der door de IP #1 gulden bij verlies van beide I 4% gulden bij gulden bij
directie uitgereikte polis, zijn, overeenkomstig de 1 1111 handen, voeten of oogen. 1 I I verlies van een 1 I II I verlies]
daarvoor vastgestelde Verzekeringsvoorwaarden, I Tl I 11 I Voorts bij ongeneeselijke I (hand, voet I van éen
GRATIS verzekerd tegen ongelukken voor: verstandsverbijstering; I W of oog; I duim;
De uitkeering der bovenstaande bedragen is gewaarborgd door de „HoUandsche Algemeene Verzekering.s-Bank" te Schiedam.
M gulden bij fK P"
verlies van M
wijsvinger, mm
gulden bij
verlies van
eiken anderen
vinger.
„Hij is met vollen roem in 't harrenas
gestorven". Deze woorden uit Vondel's
„Gijsbregt" passen volkomen ter uitvaart
van den Nederlandschen held, die in li et
verre Albanië liet leven liet voor een
vorst en een volk, aan wie hij zijn trouw
en toewijding had verpand.
Aan de zeer zware, zeer ondankbare
taakorde te scheppen in den Alba-
neeschen baaiert, heeft majoor Thomson
gearbeid met dien werklust en stoere
voortvarendheid welke hem steeds ken
merkten en spoedig mochten de mogend
heden, op wier verzoek de Nederlandsche
officieren naar Albanië vertrokken wa
ren, ervaren, dat Thomson de rechte
man was op de rechte plaats, een krach
tige, energieke persoonlijkheid die, ge
dachtig het oud-Hollandsche „recht door
zee", zijn weg vervolgde zonder aanzien
des persoons, alie sluip- en kronkelpaden
verachtende.
Dat bleek, toen zijn heldere blik het
complot van Bekir Aga verijdelde, dat
trad aan het licht, toen hij met zijn
open, eerlijke wijze van handelen de
geheime plannen van den sluwen Essad
Pacha wist te kruisen, dat toonde zich
vooral in den jongsten tijd, toen hi] het
hoofd had te bieden aan allerlei intri.
gues en kuiperijen in den boezem van
den nieuwen staat. De arrestatie van
de Italiaansche spionnen was de vrucht
zijner onomstootelijke overtuiging, dat
Muricchio c. s. schuldig stond aan ver
standhouding met den vijand. Hij wei
gerde pertinent daarvoor eeuig excuus
aan Italië aan te bieden. „Zoo'n houding",
verklaarde hij, „is niet in overeenstem
ming met mijn eer".
En kort na dat fiere woord, den
Nederlander teekenend van den echten
stempel, kwam de fiere daad. Bij den
onverwachten aanval der opstandelingen
op de stad was hij de voorste in de
rijen der verdedigers en terwijl hij, vol
gens sommigen met getrokken sabel zijn
wankelmoedige soldaten vooruitsnelde,
volgens anderen overleg pleegde met zijn
collega's, de officieren Roelfsema, Sar
en Fabius op de brug die door de vij
anden werd bestookt, trof hem het vijan
delijk lood in de rechterlong. Zeven
minuten later gaf hij den geest in de
armen van den Nederlandschen arts
Reddingius.
Groot is het verlies, dat vooral Vorst
Wilhelm lijdt door den dood van den
onverschrokken Thomson groot ook het
verlies voer Nederland, dat een zijner
beste zonen in vreemden dienst voor een
schijnbaar ondankbare zaak ziet sneven.
Maar de smart over dit verlies wordt
getemperd door de troostrijke gedachte
aan de roemrijke herinnering, die de ge
vallene nalaat, een herinnering aan Ne
derlandschen moed, aan Nederlandschen
trouw, aan Nederlandsch plichtsbesef.
En als het door vrienden en vereerders
van majoor Thomson gevormde plan tot
het oprichten van een grafmonument
slaagt iets waar wij niet aan twijfelen
dan mogen land en volk op dat ge-
denkteeken_met volle recht de woorden
griffelen: „Bene meruit de patria", „hij
heeft zich ten opzichte van het vader
land verdienstelijk gemaakt".
Geve intusschen de Voorzienigheid dat
de ondankbare Albaneesche grond door
geen ander Nederlandsch bloed meer ge
drenkt worde. Daarvoor toch is het te
kostbaar.
Wij laten hier alsnog volgen eene
korte biografie van kolonel Thomson,
ontleend aan de Msb.
Kolonel L. W. J. K. Thomson werd
op 11 Juni 1869 geboren. Van jongsaf
aan voelde hij zich getrokken tot het
leger. Hij bezocht de Koninklijke Mili
taire Academie en werd op 19-jarigen
leeftijd aangesteld als tweede luitenant
der infanterie. Door zijn bijzonder schit
terende examens trok hij toen reeds de
aandacht van het legerbestuur op zich.
In het bezit van den kapiteinsrang, heeft
hij bij gelegenheid zijner verkiezing tot
lid der Tweede Kamer in 1905 non-acti
viteit aangevraagd. Het vorig jaar bij de
groote promoties naar aanleiding der
leger-reorganisatie,werd hij gepromoveerd
tot majoor.
Hij kon op een schitterende militaire
carrière wijzen, getuige de verschillende
vereerende opdrachten, welke hem van
regeeringswege in verloop van tijd zijn
verstrekt. Zoo herinnert zich een ieder
hoe hij als militair attaché de krijgs
verrichtingen op den Balkan aan Griek-
sche zijde heeft gevolgd. Voordien had
hij een dergelijke opdracht vervuld
tijdens den Transvaalschen Boerenoor
log, toen hij aan de zijde onzer ras-
genooten den oorlog volgde.
Men zegt dat gedurende de stakingsda
gen van 1903 aan kapitien Thomson een
zeer belangrijke geheime opdracht was
verstrekt, die evenwel niet tot uitvoe
ring behoefde te komen. Zijn tact en
verdiensten werden nochtans in dat jaar
geëerd door zijn onderscheiding met het
Ridderkruis der Oranje-Nassauorde.
Nog andere onderscheidingen sierden
zijn borst. Zoo droeg hij het ridderkruis
voor Moed Beleid en Trouw, verkregen
gedurende zijn detacheering bij het Indi
sche leger. Verleden jaar werd hem nog
door toedoen van minister Colijn,hoe
wel deze zijn tegenstander was inzake
politiek en vooral ook wat legerzaken
betreft, het ridderkruis van den Ned.
Leeuw geschonken, zoodat majoor Thom
son toen reeds over gebrek aan waardee
ring zijner militaire verdiensten geenszins
had te klagen.
Daarna is de eveneens onderscheidende
opdracht gevolgd om met generaal de
Veer te zamen de gendarmerie in Albanië
te organiseer en.
In de Tweede Kamer, waarin de lieer
Thomson als unie- liberaal afgevaardigde
voor Leeuwarden sinds 19U5 zitting had
tot aan de laatste verkiezingen onder
scheidde hij zich door activiteit (men
herinnere zich zijn volhardend optreden
in zake het Kruppmonopolie) en door
voortdurende propaganda voor zijn niet
altijd even heldere denkbeelden over een
„volksleger".
Thomson heeft er veel toe bijgedragen
om den naam onzer Nederlaudsche offi
cieren en van ons leger in het buitenland
hoog te houden.
Thomson was kolonel in Albaneeschen, ma
joor in Nederlandschen dienst.
F H A li It I.I K.
Grondverzakkingen, tengevol
ge van hevige regens hebben in de wijk
Saint Augustin te Parijs groote schade
aangericht en aan 20 menschen
het leven gekost.
Het kabinet Viviani heeft Dins
dag inde Kamer deregeeringsverklaring
voorgelezen, die otsclioon minder sober
en minder duidelijk dan die vanRibot,
door de aanneming eener motie Breton
werd aanvaard.
De zitting was nogal rumoerig door
de ironische uitroepen der socialisten te
gen Viviani en Augagneur maar span
ning over den uitslag van de stemming
was er nfet, daar de regeering door de
houding van het grootste deel der geuni-
fleerde radicalen geen gevaar liep.
De rechterzijde onthielt zich van elke
bijvalsbetuiging.
EKfiDLAlllll.
De Kiesrechtvrouwen.Zondag
avond heeft in de St. George-kerk te
Londen een ontploffing plaats gehad,
waardoor drie kostbare geschilderde ra
men uit de 16de eeuw vernield werden
en die weer op rekening der suffragetten
valt te stellen.
De eenige sporen, welke de misdadig
sters achtergelaten hebben, zijn een stuk
van een vrouwenmantel, en een papier,
waarop de woorden geschreven stonden
„Waarom mishandelt gij de vrouwen?"
Ook in de St. Pauls kathedraal zijn de
kiesrechtfuriën Zondagmorgen weer een
op haar ergerlijke wijze opgetreden. Mid
den onder de godsdienstplechtigheden
begonnen zij plotseling te schreeuwen.
Deze scène duurde ongeveer tien minu
ten, tot zij uit de kerk geworpen waren.
(„Maasbode".)
Met 320 tegen 212 stemmen heeft het
Lagerhuis in derde lezing het wetsont
werp tot afschaffing van het meervoudige
stemrecht goedgekeurd.
Het ontwerp is nu onder de bepalingen,
van de parlementswet tweemaal door het
Lagerhuis goedgekeurd.
A Ij H A IV 1 K.
D u r a z z o, het treurtooneel van
Thomson's dood, is niet gevallen. Het
alarmeerend draadbericht, dat wij Maan
dagavond na het afdrukken van ons blad
ontvingen, en volgens hetwelk Durazzo
in de macht zou zijn der opstandelingen,
de vorst zou gevlucht zijn en nog negen
HoUandsche officieren zouden zijn ge
dood, is dus onwaar gebleken.
Nu kwam dat bericht uit Italiaansche
bron van de „Giornale d'ltalia" en
men weet, dat de houding van Italië
in de Albaneesche kwestie, vooral waar
het gaat tegen onze officieren, een zeer
eigenaardige is.
Sedert maanden, zoo vertelt de
„Reichspost", werkte er in Albanië een
groote menigte Italiaansche agenten,
onder wie ook prof. Muricchio, die betrapt
werd op het wisselen van seinen met
de opstandelingen. Ook moet het bewe
zen zijn, dat diezelfde professor meer
malen de rebellen bezocht. En het is
ook gelukt eenige der lichttelegrammen
te ontcijferen, waaruit bleek, dat er
sprake was over de uitlevering van een
paar kanonnen.
In Italië echter stelt men het zóó voor,
dat de Nederlandsche officieren zich als
werktuigen van Oostenrijk zouden laten
bezigen en de regeering stelde den eisch,
dat Thomson en Fabius zouden heengaan.
De Albaneesche regeering maakte den
Italiaanschen gezant duidelijk, dat men
Thomson niet missen kon en zoo zou hij
dan tot 3 Juli kunnen aanblijven. Maar
men zou nog trachten hem tot onder-
teekening eener verontschuldiging te
bewegen.
De dood van Thomson maakt nu de
kwestie voor Italië gemakkelijk.
Nog een klein maar teekenend punt:
een der gevangen genomen opstandelin
gen was gewapend met een Italiaansch
geweer.
Volgens de laatste tijdingen zijn de
opstandelingen na zoowel Maandagavond
als Dinsdagmorgen hun aanval op de
stad te hebben hernieuwd, teruggeslagen
nadat uit Alessio 1500 man Mirdieten en
Malissoren te hulp waren gesneld van
de totaal onvoldoende bezetting van
Durazzo.
De opstandelingen zijn afgetrokken met
groote verliezen, doch men verwacht dat
zij terugkeeren.
De toestand wordt algemeen op den
duur onhoudbaar geacht, onverschillig
lioe de uitslag van den huidigen strijd
moge zijn. Onverwijlde bezetting door een
voldoende internationale troepenmacht
van Tt geheele gebied om Durazzo en
Tirana schijnt het eenige nog overblij
vende redmiddel.
De mogendheden zullen oorlogsschepen
naar Durazzo zenden en moeten vastbe
sloten zijn Wilhelm te handhaven.
Ook het Nederlandsche oorlogsschip
„Noord-Brabant" zal koers zetten naar
de Albaneesche wateren.
Over den moed van overste Thomson
op de eerste plaats, maar ook van de
overige Nederlandsche officieren is de
internationale pers vol lof, zelfs die van
Italië, waar de lofrede op Thomson door
Galli in de kamer niet zonder ironische
uitroepen werd aangehoord.
De „National Zeitung schrijft o.a.
Al zouden de zaken in Albanië een
ernstigen loop nemen, al zou Durazzo
verloren worden, dan nog hebben de
dappere mannen, die met de weinige
middelen hebben verricht wat mogelijk
was, hun plicht vervuld en niemand zal
met minder eerbied tegen hen opzien,
als deze taak boven hun kracht blijkt te
gaan.
De Temps", een Fransch blad zegt,
dat Thomson zich buiten den partijstrijd
heeft gehouden en zinspeelt dan in zeer
voorzichtige termen op het verband dat
kan bestaan tusschen de geschillen van
Thomson en Aliotii en den dood van
Thomson.
TWEEDE KAMER.
Vergadering van Dinsdag 16 Juni
Thomson herdacht.
Bij ontstentenis van den voorzitter der
Kamer, den lieer Goeman Borgesius, en
van de beide ondervoorzitters, neemt de
heer De Savorniu Lobman als oudste der
aanwezige leden den voorzitterszetel in.
De voorzitter verheft zich van zijn
zetel, terwijl alle leden dit voorbeeld
volgen. Hij zegt daarna:
Bij afwezigheid van onzen voorzitter
wegens lichte ongesteldheid, en ontsten
tenis ook van de beide ondervoorzitters
heb ik dezen zetel ingenomen en op ver
zoek \an den voorzitter heb ik het vol
gende te zeggen
Wij allen zijn onder den indruk van
den heldendood van onzen vroegeren
ambtgenoot, overste Thomson. Telkens
als er nieuwe berichten kwamen, die den
roem verkondden van dezen verdienste
lijken hoofdofficier, gevoelden wij ons
trotsch hem onzen landgenoot te mogen
noemen. Thans is hij op zijn post ge
sneuveld als een held, bij de verdediging
van het terrein, waarvan de bewaking
en de verdediging hem was toevertrouwd.
Waar Thomson, die zooals ook in de
Kamer telkens bleek, in militaire zaken
bekwaam was als weinigen, in den vreem
de niet alleen in de laatste maanden
maar ook reeds vroeger den Nederland
schen naam heeft hoog gehouden, daar
is het mij een behoefte ook van deze
plaats in de Nederlandsche volksverte
genwoordiging een woord van hulde te
doen hooren voor den kloeken strijder,
die als troepenaanvoerder uitblonk en
wiens dood een verlies is voor land en
volk van Nederland niet alleen. Moge
zijn nagedachtenis bij ons in gezegende
herinnering blijven.
Deze rede, door den heer Goeman Bor
gesius gesteld, geeft ook mijn gevoelen
volkomen weer.
De Minister van Binnenlandsche zaken
(de heer Cort van der Linden) zegt daarop
Welk weder zullen wij hebben
Verwachting tot den avond van 18 Juni
Zwakke tot matige winden uit Westelijke
richtingen. Gedeelteijk bewolkte lucht. Waar
schijnlijk droog weer, behoudens eenige kans
op onweer Warmer.
De regeering sluit zich aan bij de ge
voelvolle woorden, door U gesproken.
Thomson is als een dapper krijgsman
gesneuveld, van den aanvang tot aan het
einde getrouw aan de taak, die liij liad
aanvaard. Zijn dood is een verlies en
tegelijk een winst voor ons vaderland.
Een verlies, omdat wij noode mannen
als hij was kunnen missen een winst,
omdat de Nederlandsche naam doorhem
over de geheele wereld wordt geörd.
Ook bij de regeering zal zijn nagedach
tenis in dankbaar aandenken blijven.
Supplementaire Begrooting 1914.
Aan de orde was een supplementaire
begrooting voor 1914.
Minister Treub zeide aan dhr. v. Wijn
bergen toe, het volgende jaar toelagen
te zullen uittrekken voor on- en minver
mogende leerlingen van bijzondere land
bouwscholen.
Na eenige discussie werd goedgekeurd
de subsidie-verhooging met f 2000 voor de
Nederl. Tuinbouwraad.
Een uitvoerig debat ontspon zich ovef
den subsidiepost voor kerkbesturen in
de Limburgsche mijnstreek, voor de be
hartiging der geestelijke belangen der
mijnarbeiders. De Minister had dezen
post met f 1 verhoogd, teneinde een
Kamerbeslissing uit te lokken.
Dhb. Albarda, Ketelaar en Ter Spil
waren tegen den post.
Dhr. Ruijs de Beerenbrouck verdedigde
de subsidieering en Minister Treub wildo
deze subsidieering alleen als uitdrukke
lijke uitzondering handhaven.
De heer Ruijs betoogde, dat de Staat
als werkgever in het mijnbedrijf handelen
moet als een verlicht werkgever, die de
bestaansvoorwaarden zijner werklieden
zoo gunstig mogelijk maken moet. Daarbij
zijn ook zeker de geestelijke bestaans
voorwaarden. In het zuiden van Limburg,
waar de bevolking zoo ontzaglijk snel
wassende is, kan een kleine tegemoet
koming aan de kerken zoowel Roomsche
als Frotestantsche voor bouw en meubi-
leermg, niet anders zijn dan een steun
in de geestelijke verzorging van den ar
beider. Zoo denken ook blijkens de prak
tijk de particuliere werkgevers er over.
Dhr. Ketelaar wilde den post alleen
nog over 1914 toestaan.
Dhh. Nolens en Ruijs verdedigden
nader de subsidieering.
Dhr. Duijs bestreed echter den post,
betoogende dat het niet aangaat geld uit
de schatkist te geven voor positief cleri-
cale propaganda.
De Zaandamsche afgevaardigde liet
weer eens zien, dat het Socialisme heele-
maal niet tegen den godsdienst is. O,
neen.
Wat anti clericalisme betreft aldus
de Kameroverzichtschrijver van „De
Maasbode" laat de luidkelige afge
vaardigde voor Zaandam zich moeilijk
overtreffen. Bij het hartstochtelijk verzet
der linkerzij speelden de roode heeren
een eerste vioolmaar Duys deed wel
liet hardst zijn best. Jammer, dat de
„Handelingen" niet vastleggen een stukje
gebral als deze interruptie die we ons
ongeveer herinneren„Ja, dat jullie de
staatskas plunderen voui' de kerkelijke
belangen, dat weten we".
Duys' hatelijke optreden van heden is
geheel voldoende om een eind te maken
aan de sage, dat hij voor Katholieke,
voor rechtsche kiezers, aannemelijker zou
zijn dan een liberaal. Als Zaansche kie
zers heden den loop van zaken gevolgd
hadden, zouden ze met een geheel andere
overtuiging naar huis zijn teruggekeerd.
Wat het eind van de discussies zou
zijn, was te voorzien.
De Kamer verwierp den post (en daar-