lag I Juni
uigen,
No. 62.
Dinsdag 26 Mei 1914.
Tiende Jaargang.
a
E S.V.P.
K. SPRUIJT,
uurwerk.
i
IMijnt eiken MJGHDtG-, Mill- tn (MME
Sgambati's Requiem.
BUITEN LA N D.
Welk weder zullen wij hebben?
"binnenland.
O
O
(T
O
T
(S
3
firma
No. 84.
i maakt bekend dat
aaken
Top. 25 cent
25
i PRIJSCOURANT.
Aanbevelend,
ardstraat, Goes.
JTERDAG),
van liet 50-jarig
et Panfaregezel-
t maakt Macht".
Gezelschappen.
MEM ZEEUWS® COURAUT
Abonnementsprijs p. 3 maanden voor Goes f 0.75, daarbuiten f 0.95
Afzonderlijke nummers 5 cent, dubbele bladen 10 cent.
Advertentiën worden ingewacht op Maandag en Woensdag vóór
half drie en Vrijdag vóór een uur 's namiddags.
Kantoor v. d. Administratis: Ganxepoortstraat C 209, GOES
Reclameberichten 25 Ct. p. r. Bij abonnement speciale prijs.
Advertentiën van 15 regels 0.50; iedere regel meer 10 Ct.
Eenzelfde advertentie 3 X geplaatst, wordt 2 X berekend.
Dienstaanbiedingen 5 regels voor 25 Ct. A contant.
De abonné's op dit blad, in het bezit der door de I gulden bij verlies van beide gulden bij
directie uitgereikte polis, zijn, overeenkomstig de I IB I banden, voeten of oogen. I I verlies van een
daarvoor vastgestelde Verzekeringsvoorwaarden, I V I 11 I Voorts bij ongeneeselijke I 11 I hand, voet
GRATIS verzekerd tegen ongelukken voor: %0 %0 verstandsverbijstering; of oog; I \0 duim; ^0 \0 wijsvinger,
De uitkeering der bovenstaande bedragen is gewaarborgd door de „Hollandsche Algemeene Verzekerings-Bank" te Schiedam.
I f #1 gulden bij gulden bij 4% gulden bij
M I I verlies van een ■■III verliesi I I verlies van
I I hand, voet 11 11 I van een I I een M I
IVV of oog; IUV duimWW wijsvinger. AbW
gulden bij
verlies van
eiken anderen
vinger.
Wegens plaatsgebrek moeten
verschillende berichten alsmede
het feuilleton tot een volgend num
mer worden verschoven. Redactie.
De voornaamste en verhevendste acte
van Godsverecring is in de Katholieke
Kerk het Misoffer, d.w.z. „de onbloedige
offerande des Nieuwen Verbonds, waarin
door de krachtwerkende woorden der Kon-
secratie de zelfstandigheid des broods ver
anderd wordt in bet goddelijke lichaam
des Heeren (transsubstantiatie) on de zelf
standigheid van den wijn in zijn godde
lijk Bloed; waarin dus Christus, Gods
dierbare Zoon, aan den hemèlschen Vader
ten offer wordt gebracht". (M. C. Nieuw-
barn O.P. Het Heilig Misoffer.en
zijn ceremoniën, blz. 16).
In de bedoeling van Hem, die dit mis
offer instelde, n.m. de Zaligmaker zelf
in het Laatste Avondmaal, lag het, dit
offer te doen strekken tot eene blijvende
vertegenwoordiging en vernieuwing van
zijn zoendood.
Niet alsof het Kruisoffer van Golgotha
onvoldoende ware geweest. Integendeel,
liet doel van dat offer: de verlossing
des menschelijken geslachts door het
schenken eener eindelooze voldoening aan
Gods gerechtigheid, werd door Jezus' lij
den en sterven volkomen en voor
a 11 ij d bereikt.
Doch het onbloedige misoffer heeft tot
doel naast Gods verheerlijking de verdien
sten van Jezus' kruisoffer overvloediger
op de menschen toe te passen en wordt
als zoodanig door de Katholieke Kerk
als een heilige, Gode allerwelgevalligste
handeling beschouwd.
Te verwonderen valt het dus niet, dat
de Kerk van oudsher dat misoffer met
ceremoniën omringde en het omgaf met
een krans van gebeden, die beide èn
gebeden èn ceremoniën tot op den dag
van heden zoo goed als ongewijzigd ge
bleven, over geheel de Katholieke we
reld in zwang zijn.
Verschillende dier gebeden, welke hij
eene plechtige H. Mis plegen te worden
gezongen, hebben steeds de aandacht ge
trokken van de meesters der toonkunst
katholieke zoowel als niet-katholieke
goodat in den loop der tijden talrijke
muziekmissen ontstonden, die in
mindere of meerdere mate beroemd wer
den.
En wijl van de z.g. zielmissen
ook wel requiem-missen genoemd,
naar het Latijnsche woord „requiem" (re-
quies) „rust", waarmede het aanvangsge-
bed dier mis begint als onderdeel
van het indrukwekkende doodenofficie,
waarmede de Katholieke Kerk hare ge
storven kinderen grafwaarts geleidt, een
bijzondere bekoring uitgaat voor vat
bare muzikale geesten, zoo vinden wij in
de muzikale nalatenschap der groote toon
kunstenaars, zooals Mozart, Cherubi-
ni, Verdi enz. dan ook een of meer
1* e q u i e m 's, die tot op den dag van
heden als muzikale scheppingen van den
eersten rang in eere zijn gebleven.
En waar de toonkunstenaars van den
lateren tijd er op lofwaardige wijze naar
streven hunne beroemde voorgangers te
evenaren, daar spreekt het als vanzelf,
dat zij ook hunne krachten hebben be
proefd en hunne talenten ten koste gelegd
aan het componeeren van een requiem.
Als zoodanig vraagt thans de r e-
qu i e m (d.w.z. de requiem-mis) van
j*.1 °Jtanni Sgambati de aandacht,
die Woensdag a. s. te Goes door de af-
deeling der Maatschappij ter Be
vordering derToonkunst aldaar,
onder de bekwame leiding van den on-
vermoeiden musicus, den heer O. Lies,
zal worden ten gehoore gebracht.
De componist is een Romein, die
den 18en van Bloeimaand 1843 werd ge
boren, zijne muzikale studiën maakte on
der leiding van den beroemden Franz
Liszt en in den grooten Richard Wagner
een beschermer vond, die zijn aanleg en
talenten onder de aandacht bracht van
de Duitsche muziekminnaars.
Van de jongere Italiaansche school is
Giovanni Sgambati ongetwijfeld een der
beste leden en wordt zijn naam in één
adem genoemd met die van Martucci, Bos-
si, Perosi enz.
Door de omstandigheid, dat in Sgamba
ti's composities naast het kleurrijke, ge
passioneerde element, dat in de Itali
aansche muziek overheerschend is, de Ger-
maansche ernst en diepte van conceptie
zeer sprekend optreden, hebben zijne wer
ken een geheel apart cachet, dat aan hun
innerlijke waarde zoowel als aan het uit
wendig effect ten goede komt.
Sinds 1876 doceert Sgambati aan de
Cecilia-academie te Rome en deed zich
door tal van klaviercomposities, door een
symphonic in D-dur, een concert in G-
mol en „last not least" door zijn Re
quiem kennen, dat hij componeerde hij
den tragischen dood van koning Humbert
I, die in 1900 te Monza viel door sluip
moordenaarshand.
Alvorens met deze magistrale compo
sitie nader kennis te maken, is het noo-
dig een enkel woord te zeggen over de
misgezangen. Men onderscheidt ze in
vaste en veranderlijke; vaste,
die steeds en onveranderlijke bij de mis
gezongen worden, v e r a. n d e r 1 ij k e, die
verschillend luiden naar gelang van de
feesten, die gevierd worden, of de heiligen
die worden herdacht.
Terloops zij tevens onder de aandacht
gebracht, dat wat oorspronkelijk door het
volk, door de gemeente met den priester
werd gebeden en gezongen, later door
een zangkoor, in naam des volks optre
dend, werd overgenomen.
De „Introitus", het inleidingsgebed,
dat tot de veranderlijke gezangen behoort,
wordt bij plechtige missen door het koor
gezongen.
Dan volgt als vast gezang het z.g.
„K y r i e". Dit is een negenvoudige aan
roeping om Gods ontferming: „Kyrie elei-
son, Christe eleison", Heer, ontferm U
onzer, Christus, ontferm U onzer. Deze
smeekzang, van Griekschen vorm, is zeer
oud.
Somtijds wordt, alvorens het evangelie
wordt gelezen, een hymna gezongen. De
Katholieke liturgie kent er verschillende:
„Stabat Mater", „Lauda Sion" enz. Bij
plechtige zielmissen wordt de „Dies
irea" gezongen. Deze zeer lange hymne,
waarin de laatste dag en 's werelds eind-
gericht worden bezongen, wordt toege
schreven aan een Franciskanermonnik
Thomas van Celano, die omstreeks de
helft der 13e eeuw is gestorven. De aan
grijpende tekst leent zich uitmuntend voor
een even aangrijpende compositie.
De vaste gezangen „Gloria" en
„C r e d o" worden bij zielmissen niet ge
zongen. Na het lezen des evangelies (hetzij
uit Joan. XI, hetzij uit Joan. V) wordt,
zoodra de priester de gewijde offerhande
ling begint, het „Offertorium" ge
zongen. Daarna zingt het koor het vaste
gezang „Sanctas" geheeten„Heilig,
heilig, heilig is de Heer, de God der
heerscharen".
Tusschen het middelpunt des misoffers,
de Consecratie, en de nuttiging, wordt
vaak een z.g. motet gezongen, dat aan
de prudentie van den koordirigent is over
gelaten. In de requiemmis van Sgambati
bestaat dat motet uit een paar verzen
van Jobs klaagliederen (XXX 31 en VI
16). Versa est in Iuctum cythara mea,
„mijn cither heeft zich tot klaagtonen ge
wend" enz.
Voor do nuttiging wordt het vaste ge
zang „Agnus Dei" „Lam Gods, dat
wegneemt de zonden der wereld, geef hun
(den overledenen geloovigen) de eeuwige
rust", gevolgd door het: „Lux aeterna
luceat eis, Domine, cum Sanctis tuis in
aeternum quia pius es" „Het eeuwige licht
mogen hen, o Heer, met al Uwe heiligen
beschijnen, omdat Gij goed zijt".
Wijl de zielmissen gemeenlijk gevolgd
worden door een zegening van het stof
felijk overschot, dat, in de kist gelegd,
vóór het altaar op de baar is geplaatst,
gaat aan die zegening een kort maar
treffend gezang vooraf, dat naar de aan
vangswoorden „Libera me" wordt ge
noemd.
Keeren wij thans terug tot Sgamb a -
ti's „Requiem". De Introitus, be
vattende een gebed voor de zielerust van
den gestorvene, wordt ingezet door de
vrouwenstemmen, hij wie zich dan de
mannenstemmen voegen. Roerend schoon,
in den F-mol toonaard klinkt de bede:
„Heer, geef hun de eeuwige rust, requiem
aeternam dona eis Domine". Een half-
koor zingt het tweede gedeelte antifo-
nisch, waarna de Kyrie volgt, dat veel
overeenkomt met den aanhef, maar nu
in majeur.
De beschrijving der veelvuldige muzi
kale schoonheden van de roerende hym
ne „Dies irae" zou meer ruimte ver-
eischen dan ons in dit blad is toege
meten.
Stippen wij aan, dat de verschrikkingen
yan den jongsten dag inderdaad treffend
worden weergegeven, zoowel in hun vo
cale als in het instrumentale gedeelte
(dit laatste kan uiteraard door eene piano
begeleiding slechts op onvolmaakte wijze
worden vervangen). De begeleiding b.v.
van het door de bassen alleen gezongen
„mors stupebit enz": „Dood en natuur
zullen verstomd staan, als de schepselen
zullen opstaan om verantwoording af te
leggen voor den Rechtpr", is superieur
gevoeld en van huiveringwekkende kracht.
Bij het „judex ergo cum sedebit", „als
de Rechter zal gezeten zijn" valt het ge-
heele koor prachtig in op eene wijze, die
geheel in overeenstemming is met het
hoofdmotief van dit gedeelte.
Na de verschrikkingen van den jongsten
dag maalt ons Sgambati in zijn won
dervolle compositie het vertrouwen op de
goedheid en barmhartigheid des Zaligma
kers; rustig en wijdingsvol klinkt dan ook
dit gedeelte 't is vol zangerige, melodische
motieven, alleen bij het „ne perenni cre-
mer igne", „opdat ik niet door het eeuwig
vuur worde verbrand", treedt een scherp
dissoneerend gedeelte op. Bij de korte
passage, die in enkele treffende woorden
het treurig lot der verdoemden schetst:
„Confutatis maledictis", „nadat de ver
doemden tot erkentenis zijn gebracht"
klinkt het Dies irae-motief weer door; het
koor vertolkt deze passage in fugatischen
vorm.
Het laatste gedeelte van do hymne, be
ginnende met het „Lacrymosa dies illa",
„deze tranenvolle dag" is van aangrijpen
de ontroering, de bede, dat God ons op
dien dag genadig zij: „huic ergo paree
Deus", „spaar hem dan, o God" spreekt
van een onverzettelijk Godsvertrouwen,
terwijl het smeekende „Pie Jesu", „Lieve
Jezus, schenk hun dan de eeuwige rust",
in koraalvorm gezet, eerst voor het ge-
heele koor, dan voor een klein gedeelte
bij wijze van echo de liefelijkheid van
den tekst prachtig weergeeft.
Het Offertorium is een gebed tot
den Verlosser, dat Hij de zielen der afge
storven genadig zij en ze door Michael,
den aartsengel, doe voeren naar het rijk
des Eeuwigen lichts.
De bariton-solist is hier aan het woord.
Hij wordt door het vrouwenkoor gesecon
deerd, daarna door het kleine koor; alle
koristen sluiten den zang.
Heerlijk schoon klinkt de Sanctus, het
lied, den Almachtige door de hemelingen
toegezongen; sopranen, alten en tenoren
zingen het, terwijl het gansche koor het
juichende Hosanna op indrukwekkende
wijze aanheft.
Het motet, „versa est cithara mea" is
door den componist als elegie met treffen
de juistheid behandeld en imponeert door
zijn harmonische verwikkeling zoowel als
door de melodieuze ontwikkeling der mo
tieven.
Het liefelijke en piëteitsvolle „Agnus
Dei" wordt na een teere inleiding door
een quartet van vrouwenstemmen ingezet
en door het koor overgenomen. Terwijl
de stemmen zoo zacht mogelijk het „quia
pius es", „wijl Gij goed zijt" zingen, her
haalt de begeleiding het hoofdmotief en
doet zijn klanken opstijgen tot in de hoog
ste hoogten (bij orkestrale begeleiding is
hier de viool het voorname instrument
ter vertolking der gevoelens van den ge-
wijden zang).
Het laatste gedeelte van de requiemmis,
do „Libera me" is niet het minst ver
zorgende en bij uitstek pakkend. Er ligt
iets dramatisch in het geweldige unisono,
dat, wat het koor vierstemmig aanhief,
herhaalde. Meermalen treden de motieven
van het, „dies irae" op den voorgrond, wat
niet te verwonderen is, wijl de tekst
woorden aan die geweldige hymne her
inneren en „de dag van toorn, de groote
en zeer bittere dag" er nogmaals in ge
schilderd wordt. Uit al die geweldige, klan
ken rijst ten slotte de heerlijke bariton-
solo omhoog „requiem aeternam dona eis
Domine, Heer, geef hun de eeuwige rust",
die ongekend weldadig aandoet en door
het koor wordt voortgezet met het troos
tende „Kyrie" tot heerlijk slot.
Ziehier enkele, zeer onvolmaakte grepen
uit dit toonwerk van Sgambati. Men ga
het zelf hooren om ten volle het genot
te smaken van hetgeen zijn genie hier
wrochtte. Het ultra-dramatische van een
Verdi, en Berlioz, het opera-achtige is hem
vreemd en dat juist is, naar onze beschei
den meening, de verdienste van deze r e-
q u i e m. En ofschoon niet vallend in het
kader van de muziek, zooals de Katholieke
Kerk die bij de begeleiding harer liturgi
sche handelingen wenscht, geeft toch dit
opus van den Italiaanschen toonkunste
naar blijken van een hooge wijding, een
echt religieus sentiment, da.t niet kan na
laten bij den hoorder die gevoelens te
versterken, die de ernstige handeling, wel
ke de reqiemmis veronderstelt, zoowel als
de tekst der gewijde gezangen, noodzake
lijk bij hem wakker roepen.
F U A K K I.l K.
Vrijmetselaarsfantasie. Te
Carcassonne (Fr.) heeit een advocaat-vrij
metselaar, volgens den kermisregel, „als
dat niet trekt, trekt niemendal", iets eemgs
bedacht, om aan touristen aanschouwelijk
onderwijs te geven in.„de gruwelen
der Kerk". Hij heeft in zijn huis een
„inquisitie-kelder" doen graven en daar
boven een kamer ingericht met allerlei
folterwerktuigen en het „skelet van een
gemartelde" in een doodkist onder gla
zen deksel. Hij laat nu strooibiljetten ver
spreiden met deze reclame: „Gaat dat
zienl Historische zetelplaats van de In
quisitie! Folterkamer, onderaardsche ge
vangenis, nieuwe opgravingen enz. enz.
Toegang gratis 1"
Geschieclkenners der stad bewezen, dat
de inquisitie nooit in het huis „geze
teld" heeft, maar de vrijmetselaar-exploi
tant vindt het geval een te mooie vondst
van zijn anti-paapsche fantazie, om er
een eind aan te maken. (Tijd.)
htriHiM'A.iu.
Wegens majesteitsschennis
veroordeeld. De arrondissements
rechtbank te Dresden heeft Donderdag een
sociaal-democraat, Kahman genaamd, tot
twee jaar gevangenisstraf veroordeeld, we
gens het beleedigen van den kroonprins
in den loop van een redevoering tijdens
een openbare vergadering te Dresden.
Toen de keizer Zaterdagochtend met
gevolg te Potsdam een rit maakte, viel
luitenant-generaal von Scholl van zijn
paard en brak het sleutelbeen.
GKfiELAHD
Suffragettes voor den rech
ter. Vrijdag hadden in de rechtszaal van
Bow-Street te Londen woeste tooneelen
plaats, veroorzaakt door een aantal van
de zes-en-zestig vrouwen en twee man
nen, die den dag tevoren waren gearres
teerd tijdens de manifestatie voor Bucking
ham-Palace. Eenige dames toch gingen
hevig te keer, schopten als dol om zich
Verwachting tot den avond van 26 Mei
Matige Noordelijke tot Noord-Oostelijken
wind. Zwaar- tot halfbewolkte lucht. Wei
nig of geen regen. Iets zachter.
heen in de bank der beklaagden, bewerk
ten de agenten met hakken en vuisten en
scholden den rechter uit voor ezel, stom
meling, suffert en meer lieflijks. Een ha
rer wierp hem een tot een prop gekneden
krant naar het hoofd, maar het toppunt
werd bereikt, toen een der vrouwen haar.
laarzen uittrok en die den magistraat naar
het gepruikte hoofd slingerde.
De bladen, sportlievend vóór alles, tee
kenen hierbij met eenige bewondering aan,
dat de rechter, „ook niet voor de poes,
met iedere hand één der projectielen in
de vlucht greep".
De Algemeene Bond van R.-K. Kies-
vereenigingen in Nederland Meld Zaterdag'
j.l. te Utrecht een aLgemeene vergadering
onder presidium van mr. dr. D. A. P. N.
Kooien.
De vergadering duurde van 1 uur tot
half zes. Plaatsgebrek maakt het ons on
doenlijk het in dien tijd behandelde weer
te geven, te meer wijl alle voorstellen
overeenkomstig het door het bestuur ge
geven ongunstig praeadvies werden ver
worpen of ingetrokken. Dit ongunsdg prae
advies had volgens den voorzitter zijn oor
zaak in het feit, dat óf de voorstellen
der aideelingen herhalingen waren van
vroeger reeds behandelde en ver-worpen,
voorstellen, óf uitgingen van een stand
punt waarop zien ue Bond niet mag
plaatsen zonder in strijd te komen met
zijn eigen statuien.
Het voorstel Emmen: contributie naar
draagkracht en hcKostiging van het zen
den der afvaardigden naar de algemeene
vergadering uit de bonösxas werd dooi
den afgevaardigde van Goes op veie gron
den niet klem verdedigd, doch van de
bestuurstalel als ondoenlijk bestreden en
daarop verworpen met 91 tegen 26
stemmen.
In een volgend nummer hopen wij de
interessante openingsrede van den voor
zitter af te drukken.
De leiding van den voorzitter was zeer
krachtig, zoo krachtig zelfs, dat de vraag
mag gesteld worden of de heer Kooien
wel hekend is jmet het „suaviter et for
tifier", „zac-ht en toch krachtig".
Zesde Bredasune Katholiekendag.
Het Dagelijksch Bestuur van den op
2 Augustus a.s. te Roosendaal te houden
6den Bredaschen Katholiekendag deelt
mede, dat ,op dezen Katholiekendag als
sprekers zullen optreden:
In de afdeeling Werklieden:
de weleerw. heer C. A. Soffers te
Steenbergen, en de heer W. C. J. Pas-
stoors te Ginneken;
in de afdeeling Landbouwersstand:
de zeereerw. heer E. Ongenae te Heerle
(bij Wouw) en de heer dr. L. N. H.
Deckers, te Eindhoven;
in de afdeeling Middenstand en hoogere
stand
de zeereerw. heer L. de Meulemeester
te Breda, en de heer A. M. van den Donk
te Oudenhosch;
in de afdeeling De Katholieke Vrouw:
de zeereerw. heer G. Peeters, Domi
nicaan te Huissen (bij Arnhem) en me
vrouw Sassen-Jurgens, te Breda;
in de algemeene vergadering:
de zeereerw. heer mr. dr. Ch. Raay-
makers te Nijmegen, en de zeereerw. heer
pater Borromeus de Greeve, te Vorden.
In de affleelingeti zal worden behandeld
het onderwerp: „De Katholiek van de
Daad", door den priester in eene be
schouwing over den katholiek in het
openhaar godsdienstig leven en door den
leek in eene beschouwing over den katho-