No. 46 TWEEDE BLAD
Zaterdag 18 April 1914
FEUILLETON.
UIT DE PERS.
IN BEHOUDEN HAVEN.
BUITENLAND
Reactie tegen de Invaliditeitswet.
Mgr. dr. W. H. Nolens schrijft in tie
„Nieuwe Venlosche Courant":
„Het iontwerp-Treub, dat aan behoefti
ge 'zeventigjarigen een zoogenaamde „ren
te" toekont, is eene reactie tegen de ar
menwet.
Maar evenzeer tegen de invaliditeito-
wet.
Volgens deze zijn alle loonarbeiders ver
zekerd Itegen invaliditeit en ouderdom.
Die invaliditeit is de oorzaak.
Wie (echter het geluk heeft niet invalide
(o worden, heeft de zekerheid, dat hij op
zeventigjftrigen leeftijd voor de betaalde
premiën, rente zal trekken.
Niemand 'zal' beweren, dat met deze
voorzieningen nu alles in orde zou zijn.
Zelfs niet voor de verzekerden, want
de rente zal1 in vele gevallen toch nog
slechts teen bestaansminimum zijn.
En zeker niet voor hen, die buiten de
verplichte verzekering vallen en van de
gelegenheid 0111 zich vrijwillig te verze
keren geen gebruik maken.
De vraag is maar of men ook de zooge
naamd „zelfstandigen" in de verplichte
invaliditeitsverzekering wil opnemen.
Voor zoover thans kan blijken, zal de
Minister van Landbouw, die een tegen
stander is van verzekeringen, die zich tot
de loonarbeiders beperken, in zijn voor
stel tot wijziging der invaliditeitswet-
daar niet toe overgaan.
Het ontwerp licht den ouderdom uit
de invaliditeitswet.
Voor 'de zeventigjarigen houdt de ver
zekering op, zij vallen onder de ouder-
domsbedeeling.
Indien ze invaliditeitsrente genoten,
moot deze overgaan in zoogen. ouder
domsrente".
Er moest dus aansluiting gevonden
worden.
En wel tusschen twee geheel ongelijk
soortige instellingen.
Maar die invaliditeitsrente zal in de
meeste gevallen hooger zijn dan de in
uitzicht gestelde ouderdomsrente.
Men heeft er nu dit op gevonden, dat
met den leeftijd van den invalide-rente
trekker, pp zoodanige wijze rekening zal
worden gehouden, dat d-o rente met het
klimmen der jaren geleidelijk daalt, zoo
dat ze tenslotte zich aansluit bij de
ouderdomsrente, d.W.z. twee gulden per
week,
Nog eenvoudiger zou het geweest zijn
de 'rente voor de invaliden maar op het
zelfde bedrag te stellen, en ze dan ook
maar „kosteloos" te verleenen.
Dan Was men van de moeilijkheden,
die ieder verzekeringsstelsel oplevert, voor
goed af.
En !dan kon hot evengoed gelden voor
zelfstandigen als voor onzelfstandigen.
Laat men eenmaal het verzekerings
stelsel los, wat de gepresumeerde invali
diteit, den ouderdom, betreft, dan komt
men van zelf verder op den weg der
overheidsbcdeeling. 1
De inv.aliditeitsrentetrekkcr zal op zijn
zeventigste jaar ouderdoms„rente"-trekkor
worden.
Uitgezonderd iïi twee- gevallen.
Vooreerst Wanneer hij, wat niet uitge
sloten is, 'niettegenstaande zijn invalidi
teitsrente, toch nog tot de bedeelden be
hoort.
En in de tweede plaats wanneer hij,
wat evenmin onmogelijk is, op zijn 70ste
jaar niet lot de behoeftigen gerekend
wordt.
In die béide gevallen krijgt hij niets
moer.
Een gevolg van het doen samenvloeien:
van het verzekeringsstelsel met het be-
deelingsstelsel.
Uit de invaliditeitswet wordt de ouder
dom gelicht.
Wat de invaliditeitsverzekering, die
overblijft, betreft: deze wordt gedwon
gen zich aan te passen aan een geheel
ongelijksoortige instelling.
ii)
Onder het lezen van dien brief was
het gelaat der waardin vuurrood ge
worden, en men zou er tevergeefs het
minste spoor harer gewone goedaardig
heid op hebben gezocht. Eindelijk barst
te het omveder los. Na met groote schre
den de zaal te hebben op en neder ge
wandeld, met de eene vuist op de heup
en de andere naar Marianna uitgestoken,
die hare vreugde niet had verborgen en
zelfs de kinderen had geroepen, om hun
dat geluk mede te doelen, rle-p mistress
Simpson, den vollen teugel aan hare gram
schap -gevende, uit:
"Is het dan op deze wijze, dat men
met zijne weldoeners handelt? Kleine zelf
zuchtige, wat zou er van u geworden
zijn, indien ik geen mededoogen met u
had gehad? Antwoord mij: gij zoüdt van
honger gestorven zijn met uwen troep
deugnieten, die mij van den morgen tot
den avond met hun geraas de ooren doof
maken, en mij door hunnen eetlust ten
En 'de inwerkingtreding, die van rechts
wege 'zou plaats hebben in 'December 1916,
wordt in ieder geval uitgesteld, zoo niet
afgesteld. I
Wel eene reactie I"
Verschrikkelijke statistiek.
De „Nieuwe Koerier" schrijft:
In Die Tat V12) geeft C. Felden
een statistiek, die waarlijk angstwek
kend is.
Felden gaf te Bremen godsdienstonder
richt aan 410 Protestanfeche leerlingen,
knapen en meisjes van 12 tot 14 jaar.
Alle maatschappelijke klassen waren
vertegenwoordigd, leerlingen van hoogere
scholen en van volksscholen.
Op zekeren dag vroeg een der oudere
leerlingen, waarom men toch altijd sprak
van God, ofschoon er geen God bestond.
Die vraag was voor Felden aanleiding
een onderzoek in Ie stellen welke Jv'an 'zijne
leerlingen van hetzelfde gevoelen waren
als bovenbedoelde vrager.
Het resultaat was verschrikkelijk'.
Van 50 kinderen verklaarden er 49
er bestaat geen God.
Felden stelde nu ook in andere afdee-
lingen een onderzoek in.
Met het volgend resultaat:
Van de 360 leerlingen der overige af-
deelingen verklaarden slechts 26, dat zij
aan het bestaan van God geloofden; '13
zeiden, dat men het niet wist en ook
niet weten kon, of er een God bestond.
En 321 van de 360 verklaarden eenvou
dig, dat er geen God was.
Van 410 Pro-testantsche leerlingen, die
voor hun aanneming onderricht ontvingen,
waren derhalve 370 volslagen ongeüoovig',
ontkenden het bestaan van God; 14 kin
deren waren sceptici (twijfelaars) en
slechts 26 geloofden nog!
De kinderen voegden e-r hij, dat hun
Pïotestantsche kennissen van gelijken leef
tijd er evenals zij zelf over dachten.
Ook was er tussc-hen de denkbeelden
van meisjes en jongens geen onderscheid.
Felden maakte de opmerking, dat do
meeste anderen toch nog naar de „ge
loovige" predikanten gingen en ontving
daarop ten antwoord„Sie glauben das
doch nicht Sie- tun nur so als ob sie es
glauben, weil sie sonst hinausgeschmisse-n
werden." Ze gelooven er toch niets van,
maar doen of ze het gelooven, omdat ze
er anders uitgezet worden.
Ziedaar hoe het met de Protestantse he
jeugd van Bremen gesteld is.
Bremen, zoo lazen we in een Duilseh
blad, is de slad dor ongeloovige predikan
ten.
Het zij. Maar zelfs voor een plaats,,
waar slechts een kleine minderheid dar
predikanten nog geloovig is, moet hot
resultaat van Feklcn's onderzoek nog ont
zettend heeten.
Intussehen blijkt lederen dag duidelijker,
dat de groepen en groepjes zich allengs
oplossen in de twee groote strijdmachten,
die tegenover elkander staan en tusschen
welke de wereldschokkende reuzestrijcl ten
leste gevoerd zal wordengeloof tegenover-
ongeloof. (N. L. K.)
Paganisme.
Hierover schrijft de (a.-r.) „Standaard":
Toen onze hoofdredacteur van achter
de ministerstafel op beslisten toon van
Paganisme sprak, is hem dit van de
overzijde euvel geduid, en zelfs Christen
staatslieden meden dien term liefst.
Daarom is hot van belang er hier na
druk op te leggen, dat deze term van:
Paganisme rechtstreeks aan den Chris
tus ontleend was, en dat 't als zoodanig
aan ieder Christenstaatsman moet aan
bevolen blijven, een uitdrukking, die de
Christus noodzakelijk achtte, en waarin
hij ons voorging, n i e t te mijden. Te méér,
daar Jezus ook in ander verhand meer
dan eens op de Paganislcu, d.i. Heidenen
wees.
In wat zin is duidelijk.
Niet als doelde de naam van Pag a-
n i s t op een mcnsch zonder religie,
ondergang brengen. Ik heb mij' door uwe
tranen laten bewegen, zonder te voor
zien, dat gij mij met landloopsters-munt
zoudl betalen. En nu laat gij mij daar
zoo zitten, zonder mij nog dankje ta zeg
gen. Foei, dat is ongehoord.
Mejuffrouw, ik wil slechts een hei
ligen plicht vervullen. Het belang dezer
kinderen eischt mijn vertrek.
- Hun belang! zeg liever dat het.u
gelegten komt uwe vrijheid Je hernemen,
en op nieuw de wereld door to zwalken.
Maar ik hen gerust: gij zult zoodra niet
bij mij buiten de deur zijn, of giji zult
er berouw over hebben.
Nimmer zal het mij spijten, gehan
deld te hebben zoo als ik moest.
Watgij' durft mij te heeten liegen I
Ziedaar het vaarwel, dat ik u geef.
En, met eene snelle beweging gaf mis
tress Simpson eene hevigen slag op[ de
wang van Marianna. Deze werd doods
bleek; maar zij wist hare smart te be
dwingen, en als eene nederige christin
hoed zij de andere wang aan.
Op het oogenblik dat de Waardin, die
in deze stilzwijgende daad eene soort van
terging meende te zien, de wees nog eens
wilde slaan, sprong Dirk voor Marianna,
en paarsch van gramschap riep hij, de
vuist opheffende, uit: Ik wil niet dat
d. i. op oen stofaanbidder, nu meest ma
terialist geheeten. Voor Jezus zijn de Hei
denen mensch die bidden (Matth. 67),
en ook de apostel begroette te Athene
op den Areopagus de Heidenen als zelfs
„overgodsdienstig". Hier zij alzoo geen
misverstand toegelaten. Ongodsdienstige
mensehon en stofaanbidders staan lager
dan de Heidenen. „Heidenen" zijn lieden
die religie willen, die voor religie plei
ten, die 't voor religie opnemen, gelijk
't ook nu weer bij enkele Liberalen ge
zien wordt, maar die met dat al weigeren
zich aan den Chrislus als hoogsten Leer-
aar en Koning te onderwerpen. Do Heide
nen hadden wol religie, maar een religie
van eigen verzinning, philosophisch of
afgodisch. En tegenover deze pseudo-rcli-
gie van de Heidenen staat nu de
„Vreeze Gods", gelijk de H. Schrift
do religie van Jehova noemt, en in ver
band hiermede de religie, die, daaruit
voortgekomen, zich noemt naar den Chris
lus. Het is dan ook een besliste leemte
in de prediking, dat men veelal dezen
term niet toelicht noch toepast. Gevolg
hiervan loch is, dat bijna een ieder, die
als woord van Jezus leest: „alle deze din
gen zoeken de Heide nen", daarbij aan
Chineezen of aan Negers denkt, en geen
zweem van vermoeden heeft, dat deze
Heidenen, waarvan Jezus spreekt, veels
zins in onze steden de villa's en hoofd
straten bewonen, en evenzoo onder de
leiders van de Linksche sociale ijveraars
in zeer grooten getale gevonden worden.
FKMKBIJ K.
Do m o o r d z aak-C al met te. Za
terdag 'zouden door den rechter van in
structie in de moordzaak-Caillaux twee
dames met elkaar geconfronteerd worden
n.l. mevr. E.stra,dère, oud-medewerkster
van den „Figaro'' en mevr. Gueydan, ge
scheiden vrouw van Caillaux. Men her
innert Zich wellicht dat eerstgenoemde
kort na den moord op Calmette verklaard
had, dat deze haar een groote som gelds
had beloofd, zoo zij! hem in Verbinding
kon brengen met mevrouw Gueydan en
dat Calmette eenige dagen later in haar
tegenwoordigheid bij! een derden persoon
i den zoon van mevrouw Gueydan
zijn poging hadi hernieuwd door aan dhr.
Dupré zoo heet de zoon van mevr.
Gueydan niet hetz'elfde doel 30.000
francs aan to bieden. Mevr. Gueydan en
de heer Dupré verklaarden met de meeste
beslistheid dat van de verklaringen van
mevr. Estriadère niets waar was. Mevr.
Gueydan bad haar slechts één of twee
maal in haan leven gezien, de heer Dupré
slechts eens en wel aan de Gare du Lyon,
toen .hij' daar afscheid nam van ©enige!
vertrekkende vrienden
Mevr. Gueydan herhaalde ten overvloe
de nog, dat Catmeitte haar nooit, hetziijl
direct of indirect, geld had aangeboden
en dait zij! hem geen enkel document tor
hand had gesteld.
Mevr. Gueydan voegde aan het door
haar (verklaarde nog toe, dat zij) nadat
op: 13 Maart de bekende zinsnede uit
den brief, onderteekend, „ton Jo" in do
„Figaro" was medegedeeld, Caillaux had
opgescheld en helm had gezegd, dat zij1
part noch deel had aan die publicatie.
Madame .Eslradère had zich aan de oom
l'rontatie. onttrokken door naai- hot bui-
tenWidlti e Vertrekken. Geen goede dag
voor hot echtpaar Caillaux
De „Gewetensvrijheid" in het
F rans ch o leger. Het 40e regiment
artillerie (heeft Saint-Michiel op Paasch-
Zaterdagavond moeten verlaten, om naar
hét kamp van Chalons te voltrekken en
op den eersten. P,aaschdag g,ing hot 61o
regiment (artillerie van Verdun naar de
zelfde plaats van bestemming.
Twee volle regimenten werden dus in de
absolute onmogelijkheid gebracht, om op
den grootsten kerkdijken feestdag' van het
men onze oudste zuster slaat.
Wie spreekt er tot u, gijl ondeugen
de jongen; en zij schudde het kind ruw
heen en weer, om hem uit den weg te
doen gaan. Maar Dirk, die zich hardnekkig
aan eene tafel vastklampte, bleef mot
zijn lichaam zijne zuster verdedigen. De
andere kinderen deden luide jammerklach
ten hooren en maakten zulk een treffend
smartelijk concert, dat de weduwe eens
klaps hare gramschap voelde verdwijnen,
en begon te snikken.
Zult gij het mij' ooit vergeren? zeide
zij tot Marianna, terwijl zij haar hartelijk
omhelsde. Ik had het recht niet om u
te slaan: ik ben uwe moeder niet, en gij
zijt niet verplicht om hier te blijven^
ofschoon 'ik toch zoo gelukkig zou zijn
geweest, als ik u hier zou hebben mo
gen houden. Maar gij zijt niet geboren
om dienstmaagd in eene herberg te blij
ven; en daar gij toch op eene hetere
toekomst hoopt, zal ik u op uwen weg
niet tegenhouden. Ga dan, lief kind, en
moget gij in eene goede haven aanlanden!
In tranen badende begaf mej. Simpson
zich naar hare kamér; maar voordat zij
de zaal nog uit was, keerde zij terug
en omhelsde met vervoering den eene na
den ander der vier kinderen, die haar
niet minder liefde beloonden.
jaar de II. Mis hij te wonen. De Fran-
Bche Katholieke bladen vragen, of dit nu
(wel iz'óó noodzakelijk was, en of men
niet meer eerbied z'ou kunnen toonen Voor
de gewetens vrijheid va,n de soldaten.
(Men (zteu het zeer zeker kunnen, doch
mein doet het niet in deze atheïstische
retpubliek 1 (Tijd.)
DtlTSCHIiAIYD.
Een vi s s c he r ij-i noi de n t. .Aan
do „National Zeitunig" wordt uit Konings
bergen gemeld: i
Eenige dagen vóór Paschen wérden ver
scheidene Duitscho visschers bijl het grens
plaats]© 'Lasdehnen, op1 de grensrivier
Sz'eszuppe door de strooming naar den
Russischen kant der rivier gedreven.
Ze werden door Russische grenssolda
ten beschoten. Een visscher werd zwaar
gewond.
Een Russische grensofficier ijlde toe on
ontwapende de schietende soldaten.
Hét (incident is vermoedelijk daardoor
als geëindigd te beschouwen, afgezien van
eventueele eischen tot schadeloosstelling.
(Msbode.)
De krankzinnige uit de „Sie
ge s a 11 e" te B er 1 ij n. Onlangs deel
den wij onder, laatste belichten mede, hoe
een krankzinnige in de „Siegesallée" te
Berlijn standbeelden vernielde. Het is een
Franscho gepensioneerde marinedokter,
die hij zijn verhoor beweerde, voor vier
millioen een schilderij te willen verkoopen,
dat notabene te Parijs in het Louvre hangt,
n.l. „la helle Jardiniere". (Men maakte
ujt deze omstandigheid en uit andere bij
zonderheden op, da,t "hij krankzinnig was.
He;t is best mogelijk, dat de man niét
ten volle over zijn geestvermogens be
schikt, doch thans wordt uit Berlijn ge
meld', dat liij' 'een bekentenis heeft afgelegd,
en de ziaak naar de rechtbank is verwe
zen.
MEXICO.
D e verwikkelingen van H u e r-
ta's republiek met de Vereenig-
de Staten, waarvan wij in ons vorig
nummer spraken, ontstonden als volgt:
Kolonel Hinojosa van de federale troe
pen had een troepje ongewapende Ameri
kaansche mariniers, die te Tampico waren;
gaan passagieren, laten arresteeren, hen
onder geleide van soldaten door- de stra
ten leiden en hen toen opgesloten in een
huis van bewaring.
Hierop diende Mayo onmiddellijk oen
heftig protest in, waarop generaal Zara-
goza, do commandant van Tampico, de
mannen in vrijheid stelde en den schout
hij-nacht verontschuldigingen aanbood.
Doch deze was daarmede niet tevreden.
Hij cischte, dat kolonel Ilinojosa gevangen
zou worden gezet en dat 21 saluutscho
ten zouden worden afgevuurd.
Daar Iluerta blijkbaar niet veel haast
maakte om die eischen in te willigen heeft
de regeering der Vereen. Staten de oor
logsvloot opgecommandeerd voor een actie
tegen Mexico. President Wilson heeft ge
zegd, dat indien Iluerta de Amerikaansche
eischen niet inwilligt, de eerste stap, diet
gedaan zal worden, de inneming zal zijn
van Tampico en Vera Cruz.
Staatssecretaris Biryan heeft de (redenen
hekend gemaakt van de uitzending der
Amerikaansche vloot naar de Mexicaan-
sche wateren en ze naar alle Amerikaan
sche gezantschappen geseind ter mededee-
ling aan de vreemde regeeringen.
Nader meldt men
De termijn door de Vereenigde Staten
voor het salueeren der Amerikaansche
vlag wegens het gebeurde te Tampico
gesteld, is tot heden, Vrijdagavond, ver
lengd. Huerta is bereid, vijf schoten voor
den commandant van de Amerikaansche
kanonneerboot „Dolphin" te doen lossen,
als de „Dolphin" met vijf schoten ant
woordt.
De Vereenigde Staten echter blijven,
zooals men weet, hij hun eisch, dat 21
IV.
Den volgenden morgen maakte het schip
de „Fortuin" zich zeer vroeg gereed, om
onder zeil te gaan. De kleine familie
bevond zich reeds lang aan boord, toen
de kapitein het toeken gaf om te vertrek
ken. Marianna beantwoordde, in hare zie!
aangedaan, mot haren zakdoek wuivende,
de hartroerende vaarwel groeten, die de
weduwe Simpson haar met stem en ge
baren toezond. Marianna had deze voor-
treflijke vrouw beloofd, haar zoo dikwijls
mogelijk to zullen schrijven. Ondanks deze
verzekering stond er eene diepe droefheid
op het gelaat der weduwe te lezen.
Twee dagen lang behield Marianna een
pijnlijken indruk van dat vaarwel; want
zij erkende, dat mej. Simpson voor haar
eene tweede moeder zou hebben kun
nen zijn; maar zij begreep ook, dat het
beter was eene schuldverbindtenis aan
te gaan met een bloedverwant dan met
eene vreemde.
Ware ik alleen op de wereld geweest,
dacht zij, dan ware ik gaarne in dien
ncderigen staat gebleven, liever dan die
waardige vrouw een oogenblik droefheid
te veroorzaken.
Het nieuwe der reis en het afwisselende
der voorwerpen, die zich voor hare oogen
saluutschoten voor de Amerikaansche na
tie zullen worden gelost.
De Mexicaansche regeering, is van oor
deel, dat inwilliging van dien eisch in
sstrijd zou zijn met de natuonale waar
digheid en bovendien onnoodig is, daar
reeds verontschuldigingen voor dé behan-
delingg der Amerikaansche matrozen is
aangeboden.
Over het incident, dat Amerika aan
leiding heeft gegeven, satisfactie te ei
schen, is nu eerst het volgende bekend
geworden, waf de juiste lezing zou zijn.
De betaalmeester Kopp voer met een
motorboot naar andere schepen. Toen zijn
olievoorraad opraakte, ging hij aan wal
en werd daar met zijn marinesoldaten;
.die ongewapend waren, 'gearresteerd.
Huerta tracht in een telegram aan de
New-York Times het incident als onbetee-
kenend voor te stellen.
Velen gelooven, dat de Vereenigde Sta
ten het Tampico-geval gebruiken als een
voorwendsel om door te tasten. Daarbij
is Tampico voor do Unie van groote be-
teekenis als het centrum der petroleum
industrie in Mexico. Ook Amerikanen heb
ben daar belangrijke petroleumbezittingen.
Met name de Standard Oil Cy. heeft er be
langen; en het is wel te begrijpen, dat
men te Washington ongaarne zou zien, dat
de zeer aanzienlijke petroleumvoorraden,
thans in de tanks te Tampico aanwezig,
worden in brand geschoten.
AMERIKA.
Een katholiek priester be
noemd tot militair attaché. Een
katholiek priester, de eerw. heer Franz.
Feinler, aalmoezenier bij het 13de regi-
giment infanterie van het Amerikaansche
legér op de Philippijnen, is onlangs be-
noemd tot Amerikaansch militair attaché
te Tokio. Ongetwijfeld een feit zonder pre
cedent in de annalen van het Amerikaan
sche legen Reeds op 15 Mei a. s. zal de
priester-officier zijn ambt aanvaarden.
De keuze van den eerw. heer Feinler
is vooral daarom zoo eervol, omdat er
zeer vele candidaten waren en omdat,
zooals men weet, de standplaats Tokio
zeer groote moeilijkheden met zich brengt
door de gespannen verhoudingen tusschen
Tokio en Washington. De minister van
oorlog heeft dezen priester verkozen bo
ven menig beroeps-officier, om zijn uitste
kende hoedanigheden en zijn hijzonderen
staat van dienst.
De nieuwe militaire attaché van de Ver
eenigde Stalen in Japan is Duitscher van
geboorte en later als Amerikaan gena
turaliseerd. Pas in 1909 is hij als aalmoe
zenier in dienst getreden. (De Tijd)
AFRICA.
De beide generaals Hertzog en De
Wet hebben hun ontslag genomen als
leden der Zuid-Afrikaansche partij. Te
vergeefs had men op het jongste partij1-
congres in het vorig jaar getracht
do meeningsverschillen tusschen hen en
Botha uit den weg te ruimen; de beide
generaals verlieten toen met him aan
hangers het congres. Doch ten einde hun
den 'terugkeer tot de partij niet onmogelijk
te maken, werden zij met toestemming
van 'generaal Botha tot leden van het par
tijbestuur herkozen. De thans door Hert
zog en De Wet gedane stap beteekent
een (nieuwe oorlogsverklaring, nadat reeds
gedurende Ide geheel© zittingsperiode van
den Volksraad de Hertzog-mannen tegen
de Tegeering gestemd hadden. Dezen zul
len 'nu; naar uit een rondschrijven van
generaal Hertzog blijkt, een nieuwe par
tij vormen onder den naam van „Natio
nale partij", indien niet met Juli het partij
program gewijzigd is overeenkomstig den
eisch, gesteld op het provinciale congres
van den Vrijstaat.
IERLAXD.
Wapens voor Ulster? Naar uit
Donegal in het Noord-Westen van Ierland
verdrongen; de zorgen voor de kinderen,
waarmedo zij zich aanhoudend moest be
zig houden, dat alles gaf Marianna in
hare overpeinzingen verstrooiing. Gewoon
lijk sloot zij zich met hare jonge familie
in hare hut op, daar de nieuwsgierigheid
der matrozen en der passagiers haar on-
verdrageüjk was. Zij besteedde haren tijd
met hare broederste laten studeeren, en
het was voor haar geen kleine moeite, om
Georges aan het spellen te krijgen, terwijl
Dirk haar vreeselijken schrik aanjoeg, zoo
dikwerf hij aan haar oog ontsnapte, om
in het want te klauteren, waaruit zij hem
immer met de handen en kleederen vol pik
terughaalde.
Die kleine schelm zal aanleg hebben
voor don zeedienst, zeide kapitein Single-
ton eens in het voorbijgaan.
En Marianne, die geheel schaamrood
werd, groetende, ging hij met zijne insec-
tie voort. Dit was het eerste woord, dat
hij do wees, sedert hun vertrek van Que
bec, toesprak. Men weet dat Marianna
zeer afgezonderd leefde en zich zoo wei
nig mogelijk vertoonde.
(Wordt Vervolgd.),