No. 46 TWEEDE BLAD Zaterdag 18 April 1914 FEUILLETON. UIT DE PERS. IN BEHOUDEN HAVEN. BUITENLAND Reactie tegen de Invaliditeitswet. Mgr. dr. W. H. Nolens schrijft in tie „Nieuwe Venlosche Courant": „Het iontwerp-Treub, dat aan behoefti ge 'zeventigjarigen een zoogenaamde „ren te" toekont, is eene reactie tegen de ar menwet. Maar evenzeer tegen de invaliditeito- wet. Volgens deze zijn alle loonarbeiders ver zekerd Itegen invaliditeit en ouderdom. Die invaliditeit is de oorzaak. Wie (echter het geluk heeft niet invalide (o worden, heeft de zekerheid, dat hij op zeventigjftrigen leeftijd voor de betaalde premiën, rente zal trekken. Niemand 'zal' beweren, dat met deze voorzieningen nu alles in orde zou zijn. Zelfs niet voor de verzekerden, want de rente zal1 in vele gevallen toch nog slechts teen bestaansminimum zijn. En zeker niet voor hen, die buiten de verplichte verzekering vallen en van de gelegenheid 0111 zich vrijwillig te verze keren geen gebruik maken. De vraag is maar of men ook de zooge naamd „zelfstandigen" in de verplichte invaliditeitsverzekering wil opnemen. Voor zoover thans kan blijken, zal de Minister van Landbouw, die een tegen stander is van verzekeringen, die zich tot de loonarbeiders beperken, in zijn voor stel tot wijziging der invaliditeitswet- daar niet toe overgaan. Het ontwerp licht den ouderdom uit de invaliditeitswet. Voor 'de zeventigjarigen houdt de ver zekering op, zij vallen onder de ouder- domsbedeeling. Indien ze invaliditeitsrente genoten, moot deze overgaan in zoogen. ouder domsrente". Er moest dus aansluiting gevonden worden. En wel tusschen twee geheel ongelijk soortige instellingen. Maar die invaliditeitsrente zal in de meeste gevallen hooger zijn dan de in uitzicht gestelde ouderdomsrente. Men heeft er nu dit op gevonden, dat met den leeftijd van den invalide-rente trekker, pp zoodanige wijze rekening zal worden gehouden, dat d-o rente met het klimmen der jaren geleidelijk daalt, zoo dat ze tenslotte zich aansluit bij de ouderdomsrente, d.W.z. twee gulden per week, Nog eenvoudiger zou het geweest zijn de 'rente voor de invaliden maar op het zelfde bedrag te stellen, en ze dan ook maar „kosteloos" te verleenen. Dan Was men van de moeilijkheden, die ieder verzekeringsstelsel oplevert, voor goed af. En !dan kon hot evengoed gelden voor zelfstandigen als voor onzelfstandigen. Laat men eenmaal het verzekerings stelsel los, wat de gepresumeerde invali diteit, den ouderdom, betreft, dan komt men van zelf verder op den weg der overheidsbcdeeling. 1 De inv.aliditeitsrentetrekkcr zal op zijn zeventigste jaar ouderdoms„rente"-trekkor worden. Uitgezonderd iïi twee- gevallen. Vooreerst Wanneer hij, wat niet uitge sloten is, 'niettegenstaande zijn invalidi teitsrente, toch nog tot de bedeelden be hoort. En in de tweede plaats wanneer hij, wat evenmin onmogelijk is, op zijn 70ste jaar niet lot de behoeftigen gerekend wordt. In die béide gevallen krijgt hij niets moer. Een gevolg van het doen samenvloeien: van het verzekeringsstelsel met het be- deelingsstelsel. Uit de invaliditeitswet wordt de ouder dom gelicht. Wat de invaliditeitsverzekering, die overblijft, betreft: deze wordt gedwon gen zich aan te passen aan een geheel ongelijksoortige instelling. ii) Onder het lezen van dien brief was het gelaat der waardin vuurrood ge worden, en men zou er tevergeefs het minste spoor harer gewone goedaardig heid op hebben gezocht. Eindelijk barst te het omveder los. Na met groote schre den de zaal te hebben op en neder ge wandeld, met de eene vuist op de heup en de andere naar Marianna uitgestoken, die hare vreugde niet had verborgen en zelfs de kinderen had geroepen, om hun dat geluk mede te doelen, rle-p mistress Simpson, den vollen teugel aan hare gram schap -gevende, uit: "Is het dan op deze wijze, dat men met zijne weldoeners handelt? Kleine zelf zuchtige, wat zou er van u geworden zijn, indien ik geen mededoogen met u had gehad? Antwoord mij: gij zoüdt van honger gestorven zijn met uwen troep deugnieten, die mij van den morgen tot den avond met hun geraas de ooren doof maken, en mij door hunnen eetlust ten En 'de inwerkingtreding, die van rechts wege 'zou plaats hebben in 'December 1916, wordt in ieder geval uitgesteld, zoo niet afgesteld. I Wel eene reactie I" Verschrikkelijke statistiek. De „Nieuwe Koerier" schrijft: In Die Tat V12) geeft C. Felden een statistiek, die waarlijk angstwek kend is. Felden gaf te Bremen godsdienstonder richt aan 410 Protestanfeche leerlingen, knapen en meisjes van 12 tot 14 jaar. Alle maatschappelijke klassen waren vertegenwoordigd, leerlingen van hoogere scholen en van volksscholen. Op zekeren dag vroeg een der oudere leerlingen, waarom men toch altijd sprak van God, ofschoon er geen God bestond. Die vraag was voor Felden aanleiding een onderzoek in Ie stellen welke Jv'an 'zijne leerlingen van hetzelfde gevoelen waren als bovenbedoelde vrager. Het resultaat was verschrikkelijk'. Van 50 kinderen verklaarden er 49 er bestaat geen God. Felden stelde nu ook in andere afdee- lingen een onderzoek in. Met het volgend resultaat: Van de 360 leerlingen der overige af- deelingen verklaarden slechts 26, dat zij aan het bestaan van God geloofden; '13 zeiden, dat men het niet wist en ook niet weten kon, of er een God bestond. En 321 van de 360 verklaarden eenvou dig, dat er geen God was. Van 410 Pro-testantsche leerlingen, die voor hun aanneming onderricht ontvingen, waren derhalve 370 volslagen ongeüoovig', ontkenden het bestaan van God; 14 kin deren waren sceptici (twijfelaars) en slechts 26 geloofden nog! De kinderen voegden e-r hij, dat hun Pïotestantsche kennissen van gelijken leef tijd er evenals zij zelf over dachten. Ook was er tussc-hen de denkbeelden van meisjes en jongens geen onderscheid. Felden maakte de opmerking, dat do meeste anderen toch nog naar de „ge loovige" predikanten gingen en ontving daarop ten antwoord„Sie glauben das doch nicht Sie- tun nur so als ob sie es glauben, weil sie sonst hinausgeschmisse-n werden." Ze gelooven er toch niets van, maar doen of ze het gelooven, omdat ze er anders uitgezet worden. Ziedaar hoe het met de Protestantse he jeugd van Bremen gesteld is. Bremen, zoo lazen we in een Duilseh blad, is de slad dor ongeloovige predikan ten. Het zij. Maar zelfs voor een plaats,, waar slechts een kleine minderheid dar predikanten nog geloovig is, moet hot resultaat van Feklcn's onderzoek nog ont zettend heeten. Intussehen blijkt lederen dag duidelijker, dat de groepen en groepjes zich allengs oplossen in de twee groote strijdmachten, die tegenover elkander staan en tusschen welke de wereldschokkende reuzestrijcl ten leste gevoerd zal wordengeloof tegenover- ongeloof. (N. L. K.) Paganisme. Hierover schrijft de (a.-r.) „Standaard": Toen onze hoofdredacteur van achter de ministerstafel op beslisten toon van Paganisme sprak, is hem dit van de overzijde euvel geduid, en zelfs Christen staatslieden meden dien term liefst. Daarom is hot van belang er hier na druk op te leggen, dat deze term van: Paganisme rechtstreeks aan den Chris tus ontleend was, en dat 't als zoodanig aan ieder Christenstaatsman moet aan bevolen blijven, een uitdrukking, die de Christus noodzakelijk achtte, en waarin hij ons voorging, n i e t te mijden. Te méér, daar Jezus ook in ander verhand meer dan eens op de Paganislcu, d.i. Heidenen wees. In wat zin is duidelijk. Niet als doelde de naam van Pag a- n i s t op een mcnsch zonder religie, ondergang brengen. Ik heb mij' door uwe tranen laten bewegen, zonder te voor zien, dat gij mij met landloopsters-munt zoudl betalen. En nu laat gij mij daar zoo zitten, zonder mij nog dankje ta zeg gen. Foei, dat is ongehoord. Mejuffrouw, ik wil slechts een hei ligen plicht vervullen. Het belang dezer kinderen eischt mijn vertrek. - Hun belang! zeg liever dat het.u gelegten komt uwe vrijheid Je hernemen, en op nieuw de wereld door to zwalken. Maar ik hen gerust: gij zult zoodra niet bij mij buiten de deur zijn, of giji zult er berouw over hebben. Nimmer zal het mij spijten, gehan deld te hebben zoo als ik moest. Watgij' durft mij te heeten liegen I Ziedaar het vaarwel, dat ik u geef. En, met eene snelle beweging gaf mis tress Simpson eene hevigen slag op[ de wang van Marianna. Deze werd doods bleek; maar zij wist hare smart te be dwingen, en als eene nederige christin hoed zij de andere wang aan. Op het oogenblik dat de Waardin, die in deze stilzwijgende daad eene soort van terging meende te zien, de wees nog eens wilde slaan, sprong Dirk voor Marianna, en paarsch van gramschap riep hij, de vuist opheffende, uit: Ik wil niet dat d. i. op oen stofaanbidder, nu meest ma terialist geheeten. Voor Jezus zijn de Hei denen mensch die bidden (Matth. 67), en ook de apostel begroette te Athene op den Areopagus de Heidenen als zelfs „overgodsdienstig". Hier zij alzoo geen misverstand toegelaten. Ongodsdienstige mensehon en stofaanbidders staan lager dan de Heidenen. „Heidenen" zijn lieden die religie willen, die voor religie plei ten, die 't voor religie opnemen, gelijk 't ook nu weer bij enkele Liberalen ge zien wordt, maar die met dat al weigeren zich aan den Chrislus als hoogsten Leer- aar en Koning te onderwerpen. Do Heide nen hadden wol religie, maar een religie van eigen verzinning, philosophisch of afgodisch. En tegenover deze pseudo-rcli- gie van de Heidenen staat nu de „Vreeze Gods", gelijk de H. Schrift do religie van Jehova noemt, en in ver band hiermede de religie, die, daaruit voortgekomen, zich noemt naar den Chris lus. Het is dan ook een besliste leemte in de prediking, dat men veelal dezen term niet toelicht noch toepast. Gevolg hiervan loch is, dat bijna een ieder, die als woord van Jezus leest: „alle deze din gen zoeken de Heide nen", daarbij aan Chineezen of aan Negers denkt, en geen zweem van vermoeden heeft, dat deze Heidenen, waarvan Jezus spreekt, veels zins in onze steden de villa's en hoofd straten bewonen, en evenzoo onder de leiders van de Linksche sociale ijveraars in zeer grooten getale gevonden worden. FKMKBIJ K. Do m o o r d z aak-C al met te. Za terdag 'zouden door den rechter van in structie in de moordzaak-Caillaux twee dames met elkaar geconfronteerd worden n.l. mevr. E.stra,dère, oud-medewerkster van den „Figaro'' en mevr. Gueydan, ge scheiden vrouw van Caillaux. Men her innert Zich wellicht dat eerstgenoemde kort na den moord op Calmette verklaard had, dat deze haar een groote som gelds had beloofd, zoo zij! hem in Verbinding kon brengen met mevrouw Gueydan en dat Calmette eenige dagen later in haar tegenwoordigheid bij! een derden persoon i den zoon van mevrouw Gueydan zijn poging hadi hernieuwd door aan dhr. Dupré zoo heet de zoon van mevr. Gueydan niet hetz'elfde doel 30.000 francs aan to bieden. Mevr. Gueydan en de heer Dupré verklaarden met de meeste beslistheid dat van de verklaringen van mevr. Estriadère niets waar was. Mevr. Gueydan bad haar slechts één of twee maal in haan leven gezien, de heer Dupré slechts eens en wel aan de Gare du Lyon, toen .hij' daar afscheid nam van ©enige! vertrekkende vrienden Mevr. Gueydan herhaalde ten overvloe de nog, dat Catmeitte haar nooit, hetziijl direct of indirect, geld had aangeboden en dait zij! hem geen enkel document tor hand had gesteld. Mevr. Gueydan voegde aan het door haar (verklaarde nog toe, dat zij) nadat op: 13 Maart de bekende zinsnede uit den brief, onderteekend, „ton Jo" in do „Figaro" was medegedeeld, Caillaux had opgescheld en helm had gezegd, dat zij1 part noch deel had aan die publicatie. Madame .Eslradère had zich aan de oom l'rontatie. onttrokken door naai- hot bui- tenWidlti e Vertrekken. Geen goede dag voor hot echtpaar Caillaux De „Gewetensvrijheid" in het F rans ch o leger. Het 40e regiment artillerie (heeft Saint-Michiel op Paasch- Zaterdagavond moeten verlaten, om naar hét kamp van Chalons te voltrekken en op den eersten. P,aaschdag g,ing hot 61o regiment (artillerie van Verdun naar de zelfde plaats van bestemming. Twee volle regimenten werden dus in de absolute onmogelijkheid gebracht, om op den grootsten kerkdijken feestdag' van het men onze oudste zuster slaat. Wie spreekt er tot u, gijl ondeugen de jongen; en zij schudde het kind ruw heen en weer, om hem uit den weg te doen gaan. Maar Dirk, die zich hardnekkig aan eene tafel vastklampte, bleef mot zijn lichaam zijne zuster verdedigen. De andere kinderen deden luide jammerklach ten hooren en maakten zulk een treffend smartelijk concert, dat de weduwe eens klaps hare gramschap voelde verdwijnen, en begon te snikken. Zult gij het mij' ooit vergeren? zeide zij tot Marianna, terwijl zij haar hartelijk omhelsde. Ik had het recht niet om u te slaan: ik ben uwe moeder niet, en gij zijt niet verplicht om hier te blijven^ ofschoon 'ik toch zoo gelukkig zou zijn geweest, als ik u hier zou hebben mo gen houden. Maar gij zijt niet geboren om dienstmaagd in eene herberg te blij ven; en daar gij toch op eene hetere toekomst hoopt, zal ik u op uwen weg niet tegenhouden. Ga dan, lief kind, en moget gij in eene goede haven aanlanden! In tranen badende begaf mej. Simpson zich naar hare kamér; maar voordat zij de zaal nog uit was, keerde zij terug en omhelsde met vervoering den eene na den ander der vier kinderen, die haar niet minder liefde beloonden. jaar de II. Mis hij te wonen. De Fran- Bche Katholieke bladen vragen, of dit nu (wel iz'óó noodzakelijk was, en of men niet meer eerbied z'ou kunnen toonen Voor de gewetens vrijheid va,n de soldaten. (Men (zteu het zeer zeker kunnen, doch mein doet het niet in deze atheïstische retpubliek 1 (Tijd.) DtlTSCHIiAIYD. Een vi s s c he r ij-i noi de n t. .Aan do „National Zeitunig" wordt uit Konings bergen gemeld: i Eenige dagen vóór Paschen wérden ver scheidene Duitscho visschers bijl het grens plaats]© 'Lasdehnen, op1 de grensrivier Sz'eszuppe door de strooming naar den Russischen kant der rivier gedreven. Ze werden door Russische grenssolda ten beschoten. Een visscher werd zwaar gewond. Een Russische grensofficier ijlde toe on ontwapende de schietende soldaten. Hét (incident is vermoedelijk daardoor als geëindigd te beschouwen, afgezien van eventueele eischen tot schadeloosstelling. (Msbode.) De krankzinnige uit de „Sie ge s a 11 e" te B er 1 ij n. Onlangs deel den wij onder, laatste belichten mede, hoe een krankzinnige in de „Siegesallée" te Berlijn standbeelden vernielde. Het is een Franscho gepensioneerde marinedokter, die hij zijn verhoor beweerde, voor vier millioen een schilderij te willen verkoopen, dat notabene te Parijs in het Louvre hangt, n.l. „la helle Jardiniere". (Men maakte ujt deze omstandigheid en uit andere bij zonderheden op, da,t "hij krankzinnig was. He;t is best mogelijk, dat de man niét ten volle over zijn geestvermogens be schikt, doch thans wordt uit Berlijn ge meld', dat liij' 'een bekentenis heeft afgelegd, en de ziaak naar de rechtbank is verwe zen. MEXICO. D e verwikkelingen van H u e r- ta's republiek met de Vereenig- de Staten, waarvan wij in ons vorig nummer spraken, ontstonden als volgt: Kolonel Hinojosa van de federale troe pen had een troepje ongewapende Ameri kaansche mariniers, die te Tampico waren; gaan passagieren, laten arresteeren, hen onder geleide van soldaten door- de stra ten leiden en hen toen opgesloten in een huis van bewaring. Hierop diende Mayo onmiddellijk oen heftig protest in, waarop generaal Zara- goza, do commandant van Tampico, de mannen in vrijheid stelde en den schout hij-nacht verontschuldigingen aanbood. Doch deze was daarmede niet tevreden. Hij cischte, dat kolonel Ilinojosa gevangen zou worden gezet en dat 21 saluutscho ten zouden worden afgevuurd. Daar Iluerta blijkbaar niet veel haast maakte om die eischen in te willigen heeft de regeering der Vereen. Staten de oor logsvloot opgecommandeerd voor een actie tegen Mexico. President Wilson heeft ge zegd, dat indien Iluerta de Amerikaansche eischen niet inwilligt, de eerste stap, diet gedaan zal worden, de inneming zal zijn van Tampico en Vera Cruz. Staatssecretaris Biryan heeft de (redenen hekend gemaakt van de uitzending der Amerikaansche vloot naar de Mexicaan- sche wateren en ze naar alle Amerikaan sche gezantschappen geseind ter mededee- ling aan de vreemde regeeringen. Nader meldt men De termijn door de Vereenigde Staten voor het salueeren der Amerikaansche vlag wegens het gebeurde te Tampico gesteld, is tot heden, Vrijdagavond, ver lengd. Huerta is bereid, vijf schoten voor den commandant van de Amerikaansche kanonneerboot „Dolphin" te doen lossen, als de „Dolphin" met vijf schoten ant woordt. De Vereenigde Staten echter blijven, zooals men weet, hij hun eisch, dat 21 IV. Den volgenden morgen maakte het schip de „Fortuin" zich zeer vroeg gereed, om onder zeil te gaan. De kleine familie bevond zich reeds lang aan boord, toen de kapitein het toeken gaf om te vertrek ken. Marianna beantwoordde, in hare zie! aangedaan, mot haren zakdoek wuivende, de hartroerende vaarwel groeten, die de weduwe Simpson haar met stem en ge baren toezond. Marianna had deze voor- treflijke vrouw beloofd, haar zoo dikwijls mogelijk to zullen schrijven. Ondanks deze verzekering stond er eene diepe droefheid op het gelaat der weduwe te lezen. Twee dagen lang behield Marianna een pijnlijken indruk van dat vaarwel; want zij erkende, dat mej. Simpson voor haar eene tweede moeder zou hebben kun nen zijn; maar zij begreep ook, dat het beter was eene schuldverbindtenis aan te gaan met een bloedverwant dan met eene vreemde. Ware ik alleen op de wereld geweest, dacht zij, dan ware ik gaarne in dien ncderigen staat gebleven, liever dan die waardige vrouw een oogenblik droefheid te veroorzaken. Het nieuwe der reis en het afwisselende der voorwerpen, die zich voor hare oogen saluutschoten voor de Amerikaansche na tie zullen worden gelost. De Mexicaansche regeering, is van oor deel, dat inwilliging van dien eisch in sstrijd zou zijn met de natuonale waar digheid en bovendien onnoodig is, daar reeds verontschuldigingen voor dé behan- delingg der Amerikaansche matrozen is aangeboden. Over het incident, dat Amerika aan leiding heeft gegeven, satisfactie te ei schen, is nu eerst het volgende bekend geworden, waf de juiste lezing zou zijn. De betaalmeester Kopp voer met een motorboot naar andere schepen. Toen zijn olievoorraad opraakte, ging hij aan wal en werd daar met zijn marinesoldaten; .die ongewapend waren, 'gearresteerd. Huerta tracht in een telegram aan de New-York Times het incident als onbetee- kenend voor te stellen. Velen gelooven, dat de Vereenigde Sta ten het Tampico-geval gebruiken als een voorwendsel om door te tasten. Daarbij is Tampico voor do Unie van groote be- teekenis als het centrum der petroleum industrie in Mexico. Ook Amerikanen heb ben daar belangrijke petroleumbezittingen. Met name de Standard Oil Cy. heeft er be langen; en het is wel te begrijpen, dat men te Washington ongaarne zou zien, dat de zeer aanzienlijke petroleumvoorraden, thans in de tanks te Tampico aanwezig, worden in brand geschoten. AMERIKA. Een katholiek priester be noemd tot militair attaché. Een katholiek priester, de eerw. heer Franz. Feinler, aalmoezenier bij het 13de regi- giment infanterie van het Amerikaansche legér op de Philippijnen, is onlangs be- noemd tot Amerikaansch militair attaché te Tokio. Ongetwijfeld een feit zonder pre cedent in de annalen van het Amerikaan sche legen Reeds op 15 Mei a. s. zal de priester-officier zijn ambt aanvaarden. De keuze van den eerw. heer Feinler is vooral daarom zoo eervol, omdat er zeer vele candidaten waren en omdat, zooals men weet, de standplaats Tokio zeer groote moeilijkheden met zich brengt door de gespannen verhoudingen tusschen Tokio en Washington. De minister van oorlog heeft dezen priester verkozen bo ven menig beroeps-officier, om zijn uitste kende hoedanigheden en zijn hijzonderen staat van dienst. De nieuwe militaire attaché van de Ver eenigde Stalen in Japan is Duitscher van geboorte en later als Amerikaan gena turaliseerd. Pas in 1909 is hij als aalmoe zenier in dienst getreden. (De Tijd) AFRICA. De beide generaals Hertzog en De Wet hebben hun ontslag genomen als leden der Zuid-Afrikaansche partij. Te vergeefs had men op het jongste partij1- congres in het vorig jaar getracht do meeningsverschillen tusschen hen en Botha uit den weg te ruimen; de beide generaals verlieten toen met him aan hangers het congres. Doch ten einde hun den 'terugkeer tot de partij niet onmogelijk te maken, werden zij met toestemming van 'generaal Botha tot leden van het par tijbestuur herkozen. De thans door Hert zog en De Wet gedane stap beteekent een (nieuwe oorlogsverklaring, nadat reeds gedurende Ide geheel© zittingsperiode van den Volksraad de Hertzog-mannen tegen de Tegeering gestemd hadden. Dezen zul len 'nu; naar uit een rondschrijven van generaal Hertzog blijkt, een nieuwe par tij vormen onder den naam van „Natio nale partij", indien niet met Juli het partij program gewijzigd is overeenkomstig den eisch, gesteld op het provinciale congres van den Vrijstaat. IERLAXD. Wapens voor Ulster? Naar uit Donegal in het Noord-Westen van Ierland verdrongen; de zorgen voor de kinderen, waarmedo zij zich aanhoudend moest be zig houden, dat alles gaf Marianna in hare overpeinzingen verstrooiing. Gewoon lijk sloot zij zich met hare jonge familie in hare hut op, daar de nieuwsgierigheid der matrozen en der passagiers haar on- verdrageüjk was. Zij besteedde haren tijd met hare broederste laten studeeren, en het was voor haar geen kleine moeite, om Georges aan het spellen te krijgen, terwijl Dirk haar vreeselijken schrik aanjoeg, zoo dikwerf hij aan haar oog ontsnapte, om in het want te klauteren, waaruit zij hem immer met de handen en kleederen vol pik terughaalde. Die kleine schelm zal aanleg hebben voor don zeedienst, zeide kapitein Single- ton eens in het voorbijgaan. En Marianne, die geheel schaamrood werd, groetende, ging hij met zijne insec- tie voort. Dit was het eerste woord, dat hij do wees, sedert hun vertrek van Que bec, toesprak. Men weet dat Marianna zeer afgezonderd leefde en zich zoo wei nig mogelijk vertoonde. (Wordt Vervolgd.),

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1914 | | pagina 5