binnenland. No. él DERDE BLAD NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT Zaterdag April lOlé Sociale Berichfen. Gemengd Nieuws. Verzoening? Baron van Wijnbergen lieeft dezer dagen in Amsterdam III voor de rechtsche kiezers gesproken over den z.g. geest van verzoening die in regeering en con centratie merkbaar zou zijn. De spreker bespeurt er niets van. Wat betreft de sociale wetgeving, weten we thans met meer zekerheid, wat dit ministerie wil. Steeds komt er voor rechts meer reden om zich ontevreden en zelfs gegriefd te toonen door het optreden van Minister T r e u b. Of is het niet grievend, dat Minister Treub komt verklaren, hoe hij Minister is geworden, 0111 den arbeid van Minister Talma te verbeteren, zich zelfs geroepen acht, om daarom alleen reeds Minister te moeten worden. Be Ouderdomsrente en Invaliditeitswet, meent spr., tracht men zooveel mogelijk op losse schroeven te zetten, op de lange baan te schuiven door het Staatspensioen. Zeker is onwaar, dat de huidige uit- keeringen reeds Staatspensioen zijn. Niet genoeg zijn de kiezers er van overtuigd, dat de huidige uitkeering geschieden krachtens de wet-Talma. (Applaus). Het hoofdbezwaar, tegen Treub's ouderdomswet door rechts gemaakt, is nog niet eens de uitsluiting der bedeelden, ook niet de lasten, die aan de Gemeenten worden opgelegd, doch liet feit, dat men Talm a's wet wil op zijde schuiven. Wij moeten niet dulden, dat de arbeid van Minister Talma wordt ongedaan gemaakt. (Krachtig applaus). Tal 111 a's wet bedoelde den arbeiders stand omhoog te heffen, maar Treu b's wet is een bedeeling, die desnoods na eenige tijd gewerkt te hebben, zou ingetrokken kunnen worden. Heeft dus het kabinet ook hierin geen pacificatie gebracht, wat heeft het in andere opzichten verricht met betrekking tot den volkswil. Zijn soms ds 20 opcenten op vermogens- en bedrijfsbelasting met zoo ongemeene vroolijkheid ontvangen? (hilariteit). Voorts heeft de Minister van Waterstaat twee circulaires van zijn ambtsvoorganger ingetrokken, n.l. de circulaire inzake den nachtarbeid van het vrouwelijk personeel bij de post en de z g. godsdienst-circulaire voor de posterijen, (rekening houden met geschiktheid, doch ook met de godsdien stige gezindheid ter plaatse). De tegenwoordige Minister wiluitslui- tend rekening gehouden zien met de geschiktheid, niet wetende van welken godsdienst de sollicitant is. Docli nu is liet vreemd, dat de Regee ring, zoekend naar 'n geschikt per soon voor den burgemeesterszetel van Zaandam, heeft aangesteld den heer Ter Laan... zeker niet wetend van welke godsdienstige gezindheid hij was Dit is dus meten met twee maten. Resumeerend is spr. van oordeel, dat 7.00 de toestand over het algemeen vrij goed is, dit is te danken aan het degelijk, pacifiek optreden der rechterzijde. De fabrieksbrand te Almelo. Aan het „Hbl." wordt nog het volgende gemeld Woensdagmorgen zijn op verschillende plaatsen de overblijfselen van vier der vijf verongelukte werklieden gevonden. Duiten de fabriek werd het echter stil ge houden. Familieleden van de slachtoffers staan voortdurend buiten het, hek. Her kenning zou trouwens toch uitgesloten zijn, daar van de noeste werkers niet meer over is dan de ruggegraat en eenige heen deren. De officier van justitie en de burge meester waren weder op het terrein. In het geheel zijn door do ramp 150 personen werkloos. De burgemeester van Almelo ontving een telegram van de Koningin, waarin H. M. verklaart teil zeerste getroffen te zijn door de berichten betreffende liet omkomen van vijf arbeiders hij den brand der katoenspinnerij „Twente". H. M. verzoekt aan de nagelaten betrekkingen der slachtoffers de betuiging van hare oprechte deelneming' over te brengen. De Commissaris der Koningin bracht Woensdagmiddag een bezoek aan do plaats des onheils. Een historische te 111 o 0 n s t e 1- 1 ing op Spoorweggebied. Men meldt aan de „Tel.": Ter gelegenheid van hot 50-jarig be staan der Staatsspoor was in het hoofd bureau der Maatschappij te Utrecht, door den heer G. 'W. van Vloten, commies hij de Algcmeene Comptabiliteit, aldaar een tentoonstelling georganiseerd van allerlei merkwaardigheden, op spoorweggebied betrekking hebbende, welke tentoonstelling toen druk bezocht werd door het perso neel. Doch niet lalleen het personeel, maar ook do directeur-generaal, de hoofdambte naren en tal1 van hooge chefs bezochten deze tentoonstelling en gaven van hunne waardeering blijk. Van verschillende zij den, ook in do pers, werd daarna het denkbeeld geopperd, 0111, gezien deze ten toonstelling, een spoorwegmuseum te stichten. Vroeger reeds was tot dat doel een commissie samengekomen, doch het re sultaat daarvan, bleef onbekend, was vrij wel nihil. Thans vernemen 'we, dat binnenkort op initiatief van de 'Staatsspoor ;t'e Utrecht een historische tentoonstelling op spoor weggebied zal' worden 'gehouden. Tot dat doel' zal in do Moreclselaan aldaar een gedeelte van de gracht ge dempt worden, loopende langs de werk plaats der Staatsspoor, waarop het van hout opgetrokken tentoonstellingsgebouw waarvan feeds de teekeningen enz. vervaardigd zijn geplaatst zal worden. Deze tentoonstelling, die waarschijnlijk eenige maanden geopend zal blijven, zal ongetwijfeld belangrijke dingen te zien ge ven, daar van de zijde der Staatsspoor alles wat maar historische waarde en op het spoorwegbedrijf betrekking heeft, tot dat doel 'zal worden afgestaan. Bovendien zullen van particulieren, zijden eveneens tal van min- of meer belangrijke inzen dingen gedaan worden, 't Spreekt van Zelf, dat het tentoongestelde, ter gelegen heid van het jubileum der maatschappij, welke verzameling door den deskundigen eigenaar nadien 'belangrijk is uitgebreid, in de 'tentoonstelling zal worden opgeno men. Dit te meer, omdat de tentoonstelligg van don heer Van Vloten plotseling een licht wierp iop hetgeen tot nu toe eigenlijk verzuimd was. Zijn wij goed ingelicht, dan moet de bedoeling zijn, 0111, nadat deze historische tentoonstelling zal gehouden zijn, te trach ten er een spoorwegmuseum van te ma ken. Een plan wat niet alleen in .spoor wegkringen zal worden toegejuicht. Drankbestrijding. Alcoholisme en armoede staan tot elkander als oorzaak en gevolg. De heer De Keijzer, staatslaiidbouw- kundige te Kortrijk heeft een studiereis gemaakt door de streken 111 Frankrijk, waar veel Vlaamsche arbeiders komen werken. Een zijner waarnemingen is deze De Fransche zoowel als de vlaam sche landarbeiders zijn zeer aan den drank verslaaf d en verkeeren d a a r- doorin ar moedigen toestand. De brandstichter? Sedert Dins dagavond wordt uit het garnizoen Ede vermist een sergeant van het 22ste reg. infanterie. Men vermoedt, dat die sergeant de dader is van de jongste brandstichting in de kazerne. Een korte Rongerkuur. 'De milicien-soldaat W. T., van het 12e reg. infanterie te Assen, verdacht zich te heb ben schuldig 'gemaakt aan diefstal van een rijwiel ten nadeele van een kame raad, is ia verzekerde bewaring gesteld. Het ontvreemde rijwiel had hij te Gro ningen verkocht voor... fl.25. T. zal voor den krijgsraad te Arnhem worden terechtgesteld. Het beviel hem maar matig in zijn eng verblijf en hij beslootalle voed sel te weigeren. Met taaie volharding liet hij éénmaal 'zijn middagmaal onaangeroerd en weigerde ook den volgenden morgen iets te nuttigen. De tijd van „luchten" brak aan en de wachtcommandant, zeker zijn volkje ken nende, plaatste in de strafkamer drie dikke sneden brood. T. werd na het „luch ten" weer in arrest gesteld, rook het ver sche brood en verorberde alles in een oogwenk. Zoo eindigde deze hongerkuur. (Ass. Ct.) De spoorwegramp 'bij Beilen. Do „N. Gr. Ct." verneemt, dat het met mcj. Do Boer, die bij de spoorwegramp hij Beilen zulke hoogst ernstige verwon dingen opliep, zeer goed gaat. Twee ii drie keer per dag kan zij alweer met be hulp van den loopwagen door de gang van het R. K. Ziekenhuis loepen. Haar eene heen, dat op twee plaatsen was broken, is weer genezen. Het andere, cïat geamputeerd werd, zal, wanneer do tijd daar is, dat zij het ziekenhuis weer zal mogen verlaten, door een kunstbeen wor den vervangen. Mej. De Boer zal vermoe delijk na verloop van een maand de in richting kunnen verlaten. Acetyl'een-ontploffing. I11 een magazijn te Upperhutt bij Wellington (Nieuw Zeeland) brak Zaterdagnacht 0111 12 uur brand uit. Terwijl pogingen ge daan werden 0111 de goederen, die in het magazijn opgestapeld iagen, te redden, had een hevige ontploffing plaats, waarschijn lijk een acetyleen-ontploffing. Een agent van politie, een postbeambte, een spoor wegwachter, een kruier en een tweetal andere personen werden daarbii gedood terwijl twaalf personen verwondingen op liepen. Eenige slachtoffers zijn verschrik kelijk verminkt. Schande 1 ij k. Men 'meldt dt. 30 Maart uit Gennep aan fle „L. K.": I11 het Lochterveld ligt een dijkje ter beveiliging van de lomliggende landerijen bij lioogcn waterstand der Maas. Een dezer nachten werd deze dijk doorgegraven, zoo dat de bedoelde landerijen over eene groo- te oppervlakte zijn ondergeloopen. Daar deze velden alle met winterkoren zijn be bouwd, is den eigenaars daardoor groole schade toegebracht. Is een oorlogsschatting een voordeelig geschenk? Onder den titel: „Het Vredespaleis" schrijft I). L. het volgende interessante antwoord op de bovengestelde vraag. Allen kennen we het oude verhaal van den Arabier in de woestijn. De Arabier was verdwaald geraakt in die zandvlakten zonder eind, waar niets groeit, waar geen water was te bespeuren. Vermoeid van het lange ronddolen zag hij eindelijk iets liggen. Verheugd snelde hij er hoen, den kende een zak met water of met dadels te zullen vinden. Maar hitter werd hij te leurgesteld. In den zak bevonden zich slechts kostbare edelgesteenten, als dia manten en robijnen en zoo meer. Wat had hij aan al die rijkdom. Gaarne had hij den geheelen schat gegeven voor een eenvoudig maal en een dronk water 1 Zoo is het ook eenigszins gesteld met een rijk, dat van een anderen staat, dien het over wonnen heeft, een oorlogsschatting uitbe taald krijgt. Want zoo'n oorlogsschatting bestaat uit geld en tevens uit wissels. Een wissel is een papier, waarbij iemand een ander een zekere som gelds verzoekt uit te betalen aan een derde. Wissels zijn dus een soort van papieren geld, zooals bankbiljetten ook papieren geld is. Om ons nu te bepalen bij het belalen van de oorlogsschatting van Frankrijk aan Duitschland. Dat was een som van (wee duizend en vijf honderd millioen gulden. Dus al dat geld en al die wissels, die eigenlijk ook niets anders dan geld zijn, kwamen in den tijd van twee 'jaar van 'Frankrijk naar Duitschland. Men zou op het eerste oogenblik zeggen, dat Duitschland daardoor erg rijk werd en Frankrijk arm. Maar hierin zou men zich toch vergissen. Want geld is op zichzelf niets waard. Geld k r ij g t eerst waarde w a n 11 e e r men het ruilen kan tegen wa ren, die we 11 o o d i g hebben. Wat had de man in de woestijn aan al die pa relen en diamanten, die hij niet voor eten en drinken kon verruilen? En wat heeft een staat aan een hoeveelheid geld ruil- middel dat het niet gebruiken kan en niet kan omruilen? Want vóór den oorlog had Duitschland voldoende ruil middelen, voldoende geld dus. Alles wat uit Frankrijk kwam was dus overbodig ruilmiddel. Er kwam een teveel aaa ruil middel. En omdat er teveel ruilmiddel kwam, werd het geld goedkoop, zooals men dat noemt. Evenals de rogge of de erwten goedkoop worden, als er een over vloedige oogst geweest is. Wanneer de rogge goedkoop wordt, dan moet men meer rogge geven 0111 een pond boter te koopen, dan wanneer de rogge duur is. Zoo ook met geld. Wanneer het gold goed koop wordt, moet men meer geld geven 0111 een pond boter te koopen, dan wan neer het geld duur is. Als het geld dus goedkoop is, is do boter, het rleesch, de eieren, de kleeren, ja al het andere, alles wat we noodig hebben, duur. Omgekeerd ook: wanneer het geld duur is, zijn de levensmiddelen goedkoop. Het gevolg van do groote oorlogsschat ting, die Frankrijk aan Duitschland be taald liad, is geweest, dat in Duitschland de waren duur werden, maar in Frankrijk goedkoop. Voor de Duitsche burgers, die zelfs niets van de oorlogsschatting kregen -de Staat slokte alles op - braken dus duro tijden aan, maar voor de Fransche burgers goedkoope. Dat zou men niet heb ben verwachtI Toch is het zool De ge schiedenis heeft het bewezen. Sterker nog. Omdat in Frankrijk de wa rén goedkoop waren, kocht men in het bui tenland gaarne op do Fransche markt. Do Fransche handel en industrie begonnen te bloeien. In Duitschland, waar alles duur was behalve het geld zelf wilde men graag in het buitenland koopen om goedkoopere waar te krijgen. Men kocht dus in Frankrijk. Het gevolg: de Duitsche industrie begon te kwijnen. Zoo zien we, dat zulk een oorlogsschat ting nog lang niet een voordeelig geschenk isl is Onder Bondsmenschen. Uil schreef in „De School" A. Hoe zie je zoo somber? Toch geen sterfgeval in de familie B. Heb je 't nog niet gehoord van m broer Willem...? A. (Wat, is Willem overleden? Hoe 't mogelijk? B. Neen, dat niet. Maar hij heeft eer gisteren aan 't vergelijkend examen voor hoofd meegedaan A. Wat een schande voor de familie Het schip met de gouden sta ven. Dezer dagen werd medegedeeld, dat men zich te Londen ongerust maakte over het Spaansche stoomschip „Alvarado" dat met een lading gouden staven tti waarde van drie milioen naar Huelva was vertrokken en sedert acht dagen niet vans zich had laten hooren. Het schip is ech ter Zaterdag behouden te Bilbao aange komen. Het had met hevige stormen kampen gehad, zoodat het over een ui- stand van 712 mijlen een geheele week liad moeten doen. Chineesche roovers hebben na bij Hongkong het Noorsche stoomschip „Childar" geplunderd Zij waren als pas sagiers aan boord gegaan, overweldigden in volle zee de bemanning en sloten deze op. Twee scheepsofficieren, die zich ver zetten, werden doodgeslagen. De roovers stoomden daarop met liet scliip naar de Biasbaai, waar de lading werd overgebracht op Chineesche jonken. De „Childar" is later met beschadigde machines in de baai drijvende gevonden en naar Hongkong gesleept. (Tijd.) Moderne roovers in Polen. Uit Czenstochau wordt gemeld, dat gis teren aldaar de kassier van een fabriek, die zich met 20.000 roebel bij zich op weg begaf om de beambten der fabriek uit te betalen, niettegenstaande hij bege leid werd door tien politie-beambten, des middags bij het station Parai door zes roovers overvallen werd, die met Mausergeweren schoten en een bom naar den kassier wierpen. Eén politic-beambte werd gedood, verskhiilende andere be ambten werden gewond. De poging, om den kassier te berooven, mislukte, maar de roovers wisten te ont komen. Op de plek. waar de aanslag had plaate gehad, werden nog drie bommen gevonden. (Tijd.) De g e n 11 e 111 a n - d i e f. Een hotel- dief te Parijs, die jarenlang door de politie gezocht werd, is tot vijf jaar ge vangenisstraf veroordeeld. Urbain Thaust, Duitscher van afkomst, was steeds voor een eerlijk en welgesteld man doorge gaan. Hij leefde kalm en ingetogen te Bois Colombes, een voorstad van Parijs en was er om zijn milddadigheid zeer gezien. Soms was hij eenige weken van huis voor „zaken". Aij logeerde dan te Parijs in eerste rangs-hotels, waar hij de kamers der gasten plunderde. Ten slotte liep het toch in de gaten, dat de diefstallen altijd plaats hadden als deze fatsoenlijke man in een hotel verbleef. Daarom hadden twee recher cheurs op 'n goeden keer kamers naast de zijne genomen en rekenden hem in toen hij daar met een valscheu sleutel binnendrong. „De Tijd)". Nieuwe bezems enz. Eerst was te Parijs Lépine als politieman alles Hij deed wonderen van beleid, moed, tactiek enz hij was overal klein (van gestalte), maar dapper, waar bij zijn moest. En nu liij weg is, gepensionneerd, zegt men van zijn opvolger Hennion „Ziedaar toch 'n heel andere chef 1" Het heet, dat onder Hennion vooral de afdee- ling der recherche het opsporen van misdrijven zeer verbeterd is. Zaterdag bijv. heeft zij iets gedaan, dat ongeloofelijk schijnt, door namelijk een moordenaar te arresteeren, vier en een lialf uur nadat men te weten was gekomen, dat hij zich nog te Parijs moest bevinden. Daarvoor moesten 13.266 hotels en „garnis" doorzocht worden, hetgeen ge schiedde door de rechercheurs van de tien politie-divisies, waarin Parijs ver deeld is, binnen twee uren. Het gaat echter den prefect nog niet vlug genoeg en daarom heeft hij maat regelen genomen, ten einde in het ver volg binnen nog korteren tijd de hand op misdadigers te kunnen leggen, wan neer men zekerheid meent te hebben, dat zij zich niet uit de stad hebben ver wijderd. De rechercheurs zullen dan in denzelfden tijd minstens 25.000 hotels en „garnis" moeten hebben ufgezocht. Zoo noodig met X-stralen Zaterdag arresteerde de politie ,'drie mannen en een vrouw, die reeds sedert geruimen tijd inbraken pleegden in graf kelders op Père-Lachaise. In hunne wo ningen werden tal van kostbaarheden gevonden, die uit de kelders ontvreemd waren. Het viertal moet o.a. het graf van de eenige jaren geleden op een boottocht op den Rijn verdronken mevr. Edwards als tooneelspeelster bekend onder den naam Mile Lantelme hebben opengebroken en liet lijk van zijn kost baarheden beroofd. Een aantal uitdragers worden verdacht van medeplichtigheid. (De Tijd.) Erfgenaamzloek. Op) het oogen blik zoekt de Duitsche recherche naar een erfgenaam van een fortuin van an derhalf millioen mark. Het geldt een fee- keren 'Otto Brandt, geboren in Duitsch land in 1878; zijh jeugd bracht hiji door te Maastricht, alwaar hij| bij' de Broe ders school ging; hij' bezócht de Hoo gere Burgerschool, doch staakte wegens| met slagen feijlner studies. Op' ongeveer twintigjarigen leeftijd toekende hij' voor Indië, onderscheidde zich bijl het aanalv- len der vijlandelijke kampongs herhaalde lijk door onverschrokken dapperheid, doch werd wegens ernstige insubordinatie na eenige jaren uit het Indische leger ont slagen. Te Rotterdam aangekomen, ver trok hij naar zijn moeder te Hilpoltstein, 111 Duitschland, doch werd door deze niet ontvangen. In groote armoede kwam hij in 1909, te voet, ruim 600 K.M. ver, v,an Hilpoltstein naar Maastricht, kleef daar een paar dagen bij oude kennissen, en gjrig van daar, zooals hij: zeide, werk zoeken in de kolenmijnen bij' Heerlen. Nar dien heeft men niets meer van hem ge hoord. Aan dien Otto Brandt liet een heer uit Neurenberg bij testamentaire be schikking een fortuin na van ongeveer anderhalf millioen mark. Waar de ger roepen erfgenaam is, en misschien onder welken anderen naam hij' leeft, weet nie mand, evenmin, of hijl nog in leven is. In de mijnen bij Heerlen zocht men hem tevergeefs. Hij is ongeveer 36 jaar oud, krachtig geliouwd, pl.m. M. 1.70 groot, slank van gestalte, laag voorhoofd, langen neus, nog al breeden mond; verder geen ongewone kenteekenen. Generaal Huerta. Aan een schrij ven van een Hollander, die in Mexico woont, ontleent het „Handelsblad" de vol gende persoonsbeschrijving van generaal Huerta, den president van Mexico. Ge komt in Veracruz aan met de over tuiging, dat Huerta een volbloed Indiaan, dus minderwaardig is; dat die president is dom, 'koppig en gruwelijk wreed, dat het alleen de grootmoedige zwakheid van Woodrow Wilson is, die heeft belet, dat het Amerikaansche volk eens eventjes op ruiming heeft gehouden in die wanregee- ring van het rumoerige Mexico! Go komt in de stad Mexico aan. Ge gaat 's middags uw kopje thee drinken in „El Globo" en zit u daar te verba- zeen over de eindeiooze file van auto's en equipages, die over het asphalt voor bij glijden en waarin de Mexikaansche da mes haar (nieuwe japonnen en hoeden eta- leeren. Ge vraagt u verbaasd af, of dit wel het land is, waar drie jaar van re volutie geen 'steen meer op zijn plaats heeft gelaten. In de zaal valt uw aandacht op een oud, stevig heertje, met een lëelijken maar intelligenten kop, grijs haar onder een slap bruin hoedje, een bril met dikke glazen en een goedmoedigen glimlach. Hij zit vol' aandacht te luisteren naar een paar heeren, die aan zijn tafeltje zijn bij- eengeschoven, maar opeens kijkt hij op zijn horloge, drukt den heeren de hand, groet beleefd de zaal rond, met een spe ciaal knikje voor de juffrouw aan de kas snort even daarna weg in eon groote blauwe auto. „Wie is die heer, die daar wegging?" vraagt ge een kelner. Dat is generaal Huerta." „Dus dat is de gruwelijk wreede, de domme, de koppige president. Ge denkt aan een vergissing en vraagt na; maar het blijkt wel degelijk de president te zijn. Hij is hier iederen middag onder het publiek te vinden in een café, aan een cantine, soms gewoon boodschappen do over de toonbank van een „tienda". Hij voelt zich thuis en op zijn gemak in de straten van Mexico; het publiek groet hem even in het voorbijgaan maar neemt verder van zijn gewone verschijning geen bijzondere notitie; men heeft respect voor hem, men heeft op hem alle hoop gebouwd voor de redding van het mis handelde Mexico. „Mishandeld"? Door wie? Gevaarlijke roomtaartjes. In het Fransche plaatsje Cholet zijn 10 per sonen overleden aan de gevolgen van het eten van roomtaartjes. De keukenmeid die den room had bereid, was een typhus- bacillendraagster; uit haar darminhoud kon de zelfde hac.il gekweekt worden. In de Parijsche Academie de médecine heeft nu prof. Chantemesse andermaal ge waarschuwd tegen het gebruik van room, die niet toebereid is onder zorgvuldige voorzorgen. Hij gaf liet volgende recept voor de bereiding van roomtaartjes: le. Roomtaartjes mogen slechts bereid worden met gekookte melk, versche eieren, die na het breken van den dooier niet kwa lijk rieken; 2e. De melk moet zoo warm mogelijk met de dooiers gemengd worden; 3e. De vooiwerpen, waarin het eiwit en de dooiers opgevangen worden en die, waarmede zij geklopt of geslagen worden, moeten vóór het gebruik met kokeud water worden gewassen; 4e. Alles wat er verder wordt toege voegd (vanille), moet eerst met kokend water gewasschen of gekookt worden (gelatine enz.); 5e. Het tot sneeuw geslagen eiwit mag eerst op den room geplaatst worden, als laatste afgekoeld is; 6e. Roomtaartjes moeten op een koele plaats bewaard worden, het liefst in een ijskast tot zij verkocht of gebruikt worden; 7e. Alvorens roomtaartjes te bereiden moet de kok, koekenhakker o. d. zijn (haar), handen wasschen met warm water, zeep en borstel', en schoone, witte katoe nen handschoenen aantrekken. De redactie van Molesehott waaraan bovenstaande is ontleend, teekent hierbii aan In een der meest gerenommeerde Am- sterdamsche banketbakkerswinkels staat een juffrouw met gitzwarte nagels. Zij is belast met stof afnemen en moet tevens het publiek 'bedienen. Dit laatste doet zij met den stofdoek in haar hand. Dit ziet het publiek wat zal er geschieden met ons lekkers, op plaatsen, die voor het pu bliek gesloten 'zijn I (Msbode.)

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1914 | | pagina 9