binnenland.
No. él DERDE BLAD NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT Zaterdag April lOlé
Sociale Berichfen.
Gemengd Nieuws.
Verzoening?
Baron van Wijnbergen lieeft dezer
dagen in Amsterdam III voor de rechtsche
kiezers gesproken over den z.g. geest
van verzoening die in regeering en con
centratie merkbaar zou zijn. De spreker
bespeurt er niets van.
Wat betreft de sociale wetgeving,
weten we thans met meer zekerheid, wat
dit ministerie wil. Steeds komt er voor
rechts meer reden om zich ontevreden
en zelfs gegriefd te toonen door het
optreden van Minister T r e u b.
Of is het niet grievend, dat Minister
Treub komt verklaren, hoe hij Minister
is geworden, 0111 den arbeid van
Minister Talma te verbeteren,
zich zelfs geroepen acht, om daarom
alleen reeds Minister te moeten worden.
Be Ouderdomsrente en Invaliditeitswet,
meent spr., tracht men zooveel mogelijk
op losse schroeven te zetten, op de lange
baan te schuiven door het Staatspensioen.
Zeker is onwaar, dat de huidige uit-
keeringen reeds Staatspensioen zijn. Niet
genoeg zijn de kiezers er van overtuigd,
dat de huidige uitkeering geschieden
krachtens de wet-Talma. (Applaus).
Het hoofdbezwaar, tegen Treub's
ouderdomswet door rechts gemaakt, is
nog niet eens de uitsluiting der bedeelden,
ook niet de lasten, die aan de Gemeenten
worden opgelegd, doch liet feit, dat men
Talm a's wet wil op zijde schuiven.
Wij moeten niet dulden, dat de arbeid
van Minister Talma wordt ongedaan
gemaakt. (Krachtig applaus).
Tal 111 a's wet bedoelde den arbeiders
stand omhoog te heffen, maar Treu b's
wet is een bedeeling, die desnoods na
eenige tijd gewerkt te hebben, zou
ingetrokken kunnen worden.
Heeft dus het kabinet ook hierin geen
pacificatie gebracht, wat heeft het in
andere opzichten verricht met betrekking
tot den volkswil. Zijn soms ds 20 opcenten
op vermogens- en bedrijfsbelasting met
zoo ongemeene vroolijkheid ontvangen?
(hilariteit).
Voorts heeft de Minister van Waterstaat
twee circulaires van zijn ambtsvoorganger
ingetrokken, n.l. de circulaire inzake den
nachtarbeid van het vrouwelijk personeel
bij de post en de z g. godsdienst-circulaire
voor de posterijen, (rekening houden met
geschiktheid, doch ook met de godsdien
stige gezindheid ter plaatse).
De tegenwoordige Minister wiluitslui-
tend rekening gehouden zien met de
geschiktheid, niet wetende van welken
godsdienst de sollicitant is.
Docli nu is liet vreemd, dat de Regee
ring, zoekend naar 'n geschikt per
soon voor den burgemeesterszetel van
Zaandam, heeft aangesteld den heer
Ter Laan... zeker niet wetend van
welke godsdienstige gezindheid hij was
Dit is dus meten met twee maten.
Resumeerend is spr. van oordeel, dat
7.00 de toestand over het algemeen vrij
goed is, dit is te danken aan het degelijk,
pacifiek optreden der rechterzijde.
De fabrieksbrand te Almelo.
Aan het „Hbl." wordt nog het volgende
gemeld
Woensdagmorgen zijn op verschillende
plaatsen de overblijfselen van vier der
vijf verongelukte werklieden gevonden.
Duiten de fabriek werd het echter stil ge
houden. Familieleden van de slachtoffers
staan voortdurend buiten het, hek. Her
kenning zou trouwens toch uitgesloten
zijn, daar van de noeste werkers niet meer
over is dan de ruggegraat en eenige heen
deren.
De officier van justitie en de burge
meester waren weder op het terrein.
In het geheel zijn door do ramp 150
personen werkloos.
De burgemeester van Almelo ontving
een telegram van de Koningin, waarin
H. M. verklaart teil zeerste getroffen te
zijn door de berichten betreffende liet
omkomen van vijf arbeiders hij den
brand der katoenspinnerij „Twente". H.
M. verzoekt aan de nagelaten betrekkingen
der slachtoffers de betuiging van hare
oprechte deelneming' over te brengen.
De Commissaris der Koningin bracht
Woensdagmiddag een bezoek aan do
plaats des onheils.
Een historische te 111 o 0 n s t e 1-
1 ing op Spoorweggebied. Men
meldt aan de „Tel.":
Ter gelegenheid van hot 50-jarig be
staan der Staatsspoor was in het hoofd
bureau der Maatschappij te Utrecht, door
den heer G. 'W. van Vloten, commies hij
de Algcmeene Comptabiliteit, aldaar een
tentoonstelling georganiseerd van allerlei
merkwaardigheden, op spoorweggebied
betrekking hebbende, welke tentoonstelling
toen druk bezocht werd door het perso
neel. Doch niet lalleen het personeel, maar
ook do directeur-generaal, de hoofdambte
naren en tal1 van hooge chefs bezochten
deze tentoonstelling en gaven van hunne
waardeering blijk. Van verschillende zij
den, ook in do pers, werd daarna het
denkbeeld geopperd, 0111, gezien deze ten
toonstelling, een spoorwegmuseum te
stichten.
Vroeger reeds was tot dat doel een
commissie samengekomen, doch het re
sultaat daarvan, bleef onbekend, was vrij
wel nihil.
Thans vernemen 'we, dat binnenkort op
initiatief van de 'Staatsspoor ;t'e Utrecht
een historische tentoonstelling op spoor
weggebied zal' worden 'gehouden.
Tot dat doel' zal in do Moreclselaan
aldaar een gedeelte van de gracht ge
dempt worden, loopende langs de werk
plaats der Staatsspoor, waarop het van
hout opgetrokken tentoonstellingsgebouw
waarvan feeds de teekeningen enz.
vervaardigd zijn geplaatst zal worden.
Deze tentoonstelling, die waarschijnlijk
eenige maanden geopend zal blijven, zal
ongetwijfeld belangrijke dingen te zien ge
ven, daar van de zijde der Staatsspoor
alles wat maar historische waarde en op
het spoorwegbedrijf betrekking heeft, tot
dat doel 'zal worden afgestaan. Bovendien
zullen van particulieren, zijden eveneens
tal van min- of meer belangrijke inzen
dingen gedaan worden, 't Spreekt van
Zelf, dat het tentoongestelde, ter gelegen
heid van het jubileum der maatschappij,
welke verzameling door den deskundigen
eigenaar nadien 'belangrijk is uitgebreid,
in de 'tentoonstelling zal worden opgeno
men. Dit te meer, omdat de tentoonstelligg
van don heer Van Vloten plotseling een
licht wierp iop hetgeen tot nu toe eigenlijk
verzuimd was.
Zijn wij goed ingelicht, dan moet de
bedoeling zijn, 0111, nadat deze historische
tentoonstelling zal gehouden zijn, te trach
ten er een spoorwegmuseum van te ma
ken. Een plan wat niet alleen in .spoor
wegkringen zal worden toegejuicht.
Drankbestrijding.
Alcoholisme en armoede staan
tot elkander als oorzaak en gevolg.
De heer De Keijzer, staatslaiidbouw-
kundige te Kortrijk heeft een studiereis
gemaakt door de streken 111 Frankrijk,
waar veel Vlaamsche arbeiders komen
werken. Een zijner waarnemingen is
deze De Fransche zoowel als de vlaam
sche landarbeiders zijn zeer aan den
drank verslaaf d en verkeeren d a a r-
doorin ar moedigen toestand.
De brandstichter? Sedert Dins
dagavond wordt uit het garnizoen
Ede vermist een sergeant van het 22ste
reg. infanterie. Men vermoedt, dat die
sergeant de dader is van de jongste
brandstichting in de kazerne.
Een korte Rongerkuur. 'De
milicien-soldaat W. T., van het 12e reg.
infanterie te Assen, verdacht zich te heb
ben schuldig 'gemaakt aan diefstal van
een rijwiel ten nadeele van een kame
raad, is ia verzekerde bewaring gesteld.
Het ontvreemde rijwiel had hij te Gro
ningen verkocht voor... fl.25.
T. zal voor den krijgsraad te Arnhem
worden terechtgesteld.
Het beviel hem maar matig in zijn
eng verblijf en hij beslootalle voed
sel te weigeren. Met taaie volharding liet
hij éénmaal 'zijn middagmaal onaangeroerd
en weigerde ook den volgenden morgen
iets te nuttigen.
De tijd van „luchten" brak aan en de
wachtcommandant, zeker zijn volkje ken
nende, plaatste in de strafkamer drie
dikke sneden brood. T. werd na het „luch
ten" weer in arrest gesteld, rook het ver
sche brood en verorberde alles in een
oogwenk.
Zoo eindigde deze hongerkuur.
(Ass. Ct.)
De spoorwegramp 'bij Beilen.
Do „N. Gr. Ct." verneemt, dat het met
mcj. Do Boer, die bij de spoorwegramp
hij Beilen zulke hoogst ernstige verwon
dingen opliep, zeer goed gaat. Twee ii
drie keer per dag kan zij alweer met be
hulp van den loopwagen door de gang
van het R. K. Ziekenhuis loepen. Haar
eene heen, dat op twee plaatsen was
broken, is weer genezen. Het andere, cïat
geamputeerd werd, zal, wanneer do tijd
daar is, dat zij het ziekenhuis weer zal
mogen verlaten, door een kunstbeen wor
den vervangen. Mej. De Boer zal vermoe
delijk na verloop van een maand de in
richting kunnen verlaten.
Acetyl'een-ontploffing. I11 een
magazijn te Upperhutt bij Wellington
(Nieuw Zeeland) brak Zaterdagnacht 0111
12 uur brand uit. Terwijl pogingen ge
daan werden 0111 de goederen, die in het
magazijn opgestapeld iagen, te redden, had
een hevige ontploffing plaats, waarschijn
lijk een acetyleen-ontploffing. Een agent
van politie, een postbeambte, een spoor
wegwachter, een kruier en een tweetal
andere personen werden daarbii gedood
terwijl twaalf personen verwondingen op
liepen. Eenige slachtoffers zijn verschrik
kelijk verminkt.
Schande 1 ij k. Men 'meldt dt. 30 Maart
uit Gennep aan fle „L. K.":
I11 het Lochterveld ligt een dijkje ter
beveiliging van de lomliggende landerijen
bij lioogcn waterstand der Maas. Een dezer
nachten werd deze dijk doorgegraven, zoo
dat de bedoelde landerijen over eene groo-
te oppervlakte zijn ondergeloopen. Daar
deze velden alle met winterkoren zijn be
bouwd, is den eigenaars daardoor groole
schade toegebracht.
Is een oorlogsschatting een
voordeelig geschenk? Onder den
titel: „Het Vredespaleis" schrijft I). L.
het volgende interessante antwoord op
de bovengestelde vraag.
Allen kennen we het oude verhaal van
den Arabier in de woestijn. De Arabier
was verdwaald geraakt in die zandvlakten
zonder eind, waar niets groeit, waar geen
water was te bespeuren. Vermoeid van
het lange ronddolen zag hij eindelijk iets
liggen. Verheugd snelde hij er hoen, den
kende een zak met water of met dadels te
zullen vinden. Maar hitter werd hij te
leurgesteld. In den zak bevonden zich
slechts kostbare edelgesteenten, als dia
manten en robijnen en zoo meer. Wat
had hij aan al die rijkdom. Gaarne had
hij den geheelen schat gegeven voor een
eenvoudig maal en een dronk water 1 Zoo
is het ook eenigszins gesteld met een rijk,
dat van een anderen staat, dien het over
wonnen heeft, een oorlogsschatting uitbe
taald krijgt. Want zoo'n oorlogsschatting
bestaat uit geld en tevens uit wissels.
Een wissel is een papier, waarbij iemand
een ander een zekere som gelds verzoekt
uit te betalen aan een derde. Wissels
zijn dus een soort van papieren geld,
zooals bankbiljetten ook papieren geld is.
Om ons nu te bepalen bij het belalen
van de oorlogsschatting van Frankrijk aan
Duitschland. Dat was een som van (wee
duizend en vijf honderd millioen gulden.
Dus al dat geld en al die wissels, die
eigenlijk ook niets anders dan geld zijn,
kwamen in den tijd van twee 'jaar van
'Frankrijk naar Duitschland.
Men zou op het eerste oogenblik zeggen,
dat Duitschland daardoor erg rijk werd
en Frankrijk arm. Maar hierin zou men
zich toch vergissen. Want geld is op
zichzelf niets waard. Geld
k r ij g t eerst waarde w a n 11 e e r
men het ruilen kan tegen wa
ren, die we 11 o o d i g hebben. Wat
had de man in de woestijn aan al die pa
relen en diamanten, die hij niet voor eten
en drinken kon verruilen? En wat heeft
een staat aan een hoeveelheid geld ruil-
middel dat het niet gebruiken kan
en niet kan omruilen? Want vóór den
oorlog had Duitschland voldoende ruil
middelen, voldoende geld dus. Alles wat
uit Frankrijk kwam was dus overbodig
ruilmiddel. Er kwam een teveel aaa ruil
middel. En omdat er teveel ruilmiddel
kwam, werd het geld goedkoop, zooals
men dat noemt. Evenals de rogge of de
erwten goedkoop worden, als er een over
vloedige oogst geweest is. Wanneer de
rogge goedkoop wordt, dan moet men
meer rogge geven 0111 een pond boter te
koopen, dan wanneer de rogge duur is.
Zoo ook met geld. Wanneer het gold goed
koop wordt, moet men meer geld geven
0111 een pond boter te koopen, dan wan
neer het geld duur is. Als het geld dus
goedkoop is, is do boter, het rleesch, de
eieren, de kleeren, ja al het andere, alles
wat we noodig hebben, duur. Omgekeerd
ook: wanneer het geld duur is, zijn de
levensmiddelen goedkoop.
Het gevolg van do groote oorlogsschat
ting, die Frankrijk aan Duitschland be
taald liad, is geweest, dat in Duitschland
de waren duur werden, maar in Frankrijk
goedkoop. Voor de Duitsche burgers, die
zelfs niets van de oorlogsschatting kregen
-de Staat slokte alles op - braken dus
duro tijden aan, maar voor de Fransche
burgers goedkoope. Dat zou men niet heb
ben verwachtI Toch is het zool De ge
schiedenis heeft het bewezen.
Sterker nog. Omdat in Frankrijk de wa
rén goedkoop waren, kocht men in het bui
tenland gaarne op do Fransche markt. Do
Fransche handel en industrie begonnen
te bloeien. In Duitschland, waar alles
duur was behalve het geld zelf
wilde men graag in het buitenland koopen
om goedkoopere waar te krijgen. Men
kocht dus in Frankrijk. Het gevolg: de
Duitsche industrie begon te kwijnen.
Zoo zien we, dat zulk een oorlogsschat
ting nog lang niet een voordeelig geschenk
isl
is
Onder Bondsmenschen. Uil
schreef in „De School"
A. Hoe zie je zoo somber? Toch geen
sterfgeval in de familie
B. Heb je 't nog niet gehoord van m
broer Willem...?
A. (Wat, is Willem overleden? Hoe
't mogelijk?
B. Neen, dat niet. Maar hij heeft eer
gisteren aan 't vergelijkend examen voor
hoofd meegedaan
A. Wat een schande voor de familie
Het schip met de gouden sta
ven. Dezer dagen werd medegedeeld, dat
men zich te Londen ongerust maakte over
het Spaansche stoomschip „Alvarado"
dat met een lading gouden staven tti
waarde van drie milioen naar Huelva was
vertrokken en sedert acht dagen niet vans
zich had laten hooren. Het schip is ech
ter Zaterdag behouden te Bilbao aange
komen. Het had met hevige stormen
kampen gehad, zoodat het over een ui-
stand van 712 mijlen een geheele week
liad moeten doen.
Chineesche roovers hebben na
bij Hongkong het Noorsche stoomschip
„Childar" geplunderd Zij waren als pas
sagiers aan boord gegaan, overweldigden
in volle zee de bemanning en sloten deze
op. Twee scheepsofficieren, die zich ver
zetten, werden doodgeslagen.
De roovers stoomden daarop met liet
scliip naar de Biasbaai, waar de lading
werd overgebracht op Chineesche jonken.
De „Childar" is later met beschadigde
machines in de baai drijvende gevonden
en naar Hongkong gesleept. (Tijd.)
Moderne roovers in Polen.
Uit Czenstochau wordt gemeld, dat gis
teren aldaar de kassier van een fabriek,
die zich met 20.000 roebel bij zich op
weg begaf om de beambten der fabriek
uit te betalen, niettegenstaande hij bege
leid werd door tien politie-beambten,
des middags bij het station Parai door
zes roovers overvallen werd, die met
Mausergeweren schoten en een bom naar
den kassier wierpen. Eén politic-beambte
werd gedood, verskhiilende andere be
ambten werden gewond.
De poging, om den kassier te berooven,
mislukte, maar de roovers wisten te ont
komen.
Op de plek. waar de aanslag had
plaate gehad, werden nog drie bommen
gevonden. (Tijd.)
De g e n 11 e 111 a n - d i e f. Een hotel-
dief te Parijs, die jarenlang door de
politie gezocht werd, is tot vijf jaar ge
vangenisstraf veroordeeld. Urbain Thaust,
Duitscher van afkomst, was steeds voor
een eerlijk en welgesteld man doorge
gaan. Hij leefde kalm en ingetogen te
Bois Colombes, een voorstad van Parijs
en was er om zijn milddadigheid zeer
gezien. Soms was hij eenige weken van
huis voor „zaken". Aij logeerde dan te
Parijs in eerste rangs-hotels, waar hij
de kamers der gasten plunderde.
Ten slotte liep het toch in de gaten,
dat de diefstallen altijd plaats hadden
als deze fatsoenlijke man in een hotel
verbleef. Daarom hadden twee recher
cheurs op 'n goeden keer kamers naast
de zijne genomen en rekenden hem in
toen hij daar met een valscheu sleutel
binnendrong. „De Tijd)".
Nieuwe bezems enz. Eerst
was te Parijs Lépine als politieman alles
Hij deed wonderen van beleid, moed,
tactiek enz hij was overal klein
(van gestalte), maar dapper, waar bij zijn
moest. En nu liij weg is, gepensionneerd,
zegt men van zijn opvolger Hennion
„Ziedaar toch 'n heel andere chef 1" Het
heet, dat onder Hennion vooral de afdee-
ling der recherche het opsporen van
misdrijven zeer verbeterd is.
Zaterdag bijv. heeft zij iets gedaan,
dat ongeloofelijk schijnt, door namelijk
een moordenaar te arresteeren, vier en
een lialf uur nadat men te weten was
gekomen, dat hij zich nog te Parijs moest
bevinden.
Daarvoor moesten 13.266 hotels en
„garnis" doorzocht worden, hetgeen ge
schiedde door de rechercheurs van de
tien politie-divisies, waarin Parijs ver
deeld is, binnen twee uren.
Het gaat echter den prefect nog niet
vlug genoeg en daarom heeft hij maat
regelen genomen, ten einde in het ver
volg binnen nog korteren tijd de hand
op misdadigers te kunnen leggen, wan
neer men zekerheid meent te hebben,
dat zij zich niet uit de stad hebben ver
wijderd. De rechercheurs zullen dan in
denzelfden tijd minstens 25.000 hotels
en „garnis" moeten hebben ufgezocht.
Zoo noodig met X-stralen
Zaterdag arresteerde de politie ,'drie
mannen en een vrouw, die reeds sedert
geruimen tijd inbraken pleegden in graf
kelders op Père-Lachaise. In hunne wo
ningen werden tal van kostbaarheden
gevonden, die uit de kelders ontvreemd
waren.
Het viertal moet o.a. het graf van de
eenige jaren geleden op een boottocht
op den Rijn verdronken mevr. Edwards
als tooneelspeelster bekend onder
den naam Mile Lantelme hebben
opengebroken en liet lijk van zijn kost
baarheden beroofd.
Een aantal uitdragers worden verdacht
van medeplichtigheid.
(De Tijd.)
Erfgenaamzloek. Op) het oogen
blik zoekt de Duitsche recherche naar
een erfgenaam van een fortuin van an
derhalf millioen mark. Het geldt een fee-
keren 'Otto Brandt, geboren in Duitsch
land in 1878; zijh jeugd bracht hiji door
te Maastricht, alwaar hij| bij' de Broe
ders school ging; hij' bezócht de Hoo
gere Burgerschool, doch staakte wegens|
met slagen feijlner studies. Op' ongeveer
twintigjarigen leeftijd toekende hij' voor
Indië, onderscheidde zich bijl het aanalv-
len der vijlandelijke kampongs herhaalde
lijk door onverschrokken dapperheid, doch
werd wegens ernstige insubordinatie na
eenige jaren uit het Indische leger ont
slagen. Te Rotterdam aangekomen, ver
trok hij naar zijn moeder te Hilpoltstein,
111 Duitschland, doch werd door deze niet
ontvangen. In groote armoede kwam hij
in 1909, te voet, ruim 600 K.M. ver,
v,an Hilpoltstein naar Maastricht, kleef
daar een paar dagen bij oude kennissen,
en gjrig van daar, zooals hij: zeide, werk
zoeken in de kolenmijnen bij' Heerlen. Nar
dien heeft men niets meer van hem ge
hoord. Aan dien Otto Brandt liet een
heer uit Neurenberg bij testamentaire be
schikking een fortuin na van ongeveer
anderhalf millioen mark. Waar de ger
roepen erfgenaam is, en misschien onder
welken anderen naam hij' leeft, weet nie
mand, evenmin, of hijl nog in leven is.
In de mijnen bij Heerlen zocht men hem
tevergeefs.
Hij is ongeveer 36 jaar oud, krachtig
geliouwd, pl.m. M. 1.70 groot, slank van
gestalte, laag voorhoofd, langen neus, nog
al breeden mond; verder geen ongewone
kenteekenen.
Generaal Huerta. Aan een schrij
ven van een Hollander, die in Mexico
woont, ontleent het „Handelsblad" de vol
gende persoonsbeschrijving van generaal
Huerta, den president van Mexico.
Ge komt in Veracruz aan met de over
tuiging, dat Huerta een volbloed Indiaan,
dus minderwaardig is; dat die president
is dom, 'koppig en gruwelijk wreed, dat
het alleen de grootmoedige zwakheid van
Woodrow Wilson is, die heeft belet, dat
het Amerikaansche volk eens eventjes op
ruiming heeft gehouden in die wanregee-
ring van het rumoerige Mexico!
Go komt in de stad Mexico aan. Ge
gaat 's middags uw kopje thee drinken
in „El Globo" en zit u daar te verba-
zeen over de eindeiooze file van auto's
en equipages, die over het asphalt voor
bij glijden en waarin de Mexikaansche da
mes haar (nieuwe japonnen en hoeden eta-
leeren. Ge vraagt u verbaasd af, of dit
wel het land is, waar drie jaar van re
volutie geen 'steen meer op zijn plaats
heeft gelaten.
In de zaal valt uw aandacht op een
oud, stevig heertje, met een lëelijken maar
intelligenten kop, grijs haar onder een
slap bruin hoedje, een bril met dikke
glazen en een goedmoedigen glimlach. Hij
zit vol' aandacht te luisteren naar een
paar heeren, die aan zijn tafeltje zijn bij-
eengeschoven, maar opeens kijkt hij op
zijn horloge, drukt den heeren de hand,
groet beleefd de zaal rond, met een spe
ciaal knikje voor de juffrouw aan de kas
snort even daarna weg in eon groote
blauwe auto.
„Wie is die heer, die daar wegging?"
vraagt ge een kelner.
Dat is generaal Huerta."
„Dus dat is de gruwelijk wreede, de
domme, de koppige president. Ge denkt
aan een vergissing en vraagt na; maar
het blijkt wel degelijk de president te
zijn. Hij is hier iederen middag onder
het publiek te vinden in een café, aan
een cantine, soms gewoon boodschappen
do over de toonbank van een „tienda".
Hij voelt zich thuis en op zijn gemak
in de straten van Mexico; het publiek groet
hem even in het voorbijgaan maar
neemt verder van zijn gewone verschijning
geen bijzondere notitie; men heeft respect
voor hem, men heeft op hem alle hoop
gebouwd voor de redding van het mis
handelde Mexico. „Mishandeld"? Door
wie?
Gevaarlijke roomtaartjes. In
het Fransche plaatsje Cholet zijn 10 per
sonen overleden aan de gevolgen van het
eten van roomtaartjes. De keukenmeid die
den room had bereid, was een typhus-
bacillendraagster; uit haar darminhoud
kon de zelfde hac.il gekweekt worden.
In de Parijsche Academie de médecine
heeft nu prof. Chantemesse andermaal ge
waarschuwd tegen het gebruik van room,
die niet toebereid is onder zorgvuldige
voorzorgen. Hij gaf liet volgende recept
voor de bereiding van roomtaartjes:
le. Roomtaartjes mogen slechts bereid
worden met gekookte melk, versche eieren,
die na het breken van den dooier niet kwa
lijk rieken;
2e. De melk moet zoo warm mogelijk
met de dooiers gemengd worden;
3e. De vooiwerpen, waarin het eiwit
en de dooiers opgevangen worden en die,
waarmede zij geklopt of geslagen worden,
moeten vóór het gebruik met kokeud
water worden gewassen;
4e. Alles wat er verder wordt toege
voegd (vanille), moet eerst met kokend
water gewasschen of gekookt worden
(gelatine enz.);
5e. Het tot sneeuw geslagen eiwit mag
eerst op den room geplaatst worden, als
laatste afgekoeld is;
6e. Roomtaartjes moeten op een koele
plaats bewaard worden, het liefst in een
ijskast tot zij verkocht of gebruikt worden;
7e. Alvorens roomtaartjes te bereiden
moet de kok, koekenhakker o. d. zijn
(haar), handen wasschen met warm water,
zeep en borstel', en schoone, witte katoe
nen handschoenen aantrekken.
De redactie van Molesehott waaraan
bovenstaande is ontleend, teekent hierbii
aan
In een der meest gerenommeerde Am-
sterdamsche banketbakkerswinkels staat
een juffrouw met gitzwarte nagels. Zij is
belast met stof afnemen en moet tevens
het publiek 'bedienen. Dit laatste doet zij
met den stofdoek in haar hand. Dit ziet
het publiek wat zal er geschieden met
ons lekkers, op plaatsen, die voor het pu
bliek gesloten 'zijn I (Msbode.)