lissie,
EiY
topers,
gelden a Deposito
el (70 c.M.)
No. 38
TWEEDE BLAD
NIEUWE ZEEÜWSCHE COURANT Zaterdag 28 Maart
en keuze.
li,
:en. -w»
FEUILLETON.
IN BEHOUDEN HAVEN.
gestort f472.000
914 f664.560,04
tot den koers van
500 en flOO.
ter Hordijk's Bank
g voor een jaar vast 4 °/0.
ter tijd naar verhouding.
"S*
rste patronen.
'EITEN
i, Pluche, Wollen, Itl
enz.
UIT DE PERS.
HULST.
Gemengd Nieuws.
Handen SCHOUWEN,
fkzee, herinnert de inge-
1 in ontvangst te nernon
Iistvaalten, vuilnishoopen,
(tanden, welke nadeeligen
(jretarls der Commissie,
os te spreken is op het
■ikzee, eiken Dinsdag,
eidscommissie:
JYT, Voorzitter.
(LVLIET, Secretaris.
(I 111 11UUU1 lUIltl;
straat No. 39.
Goes bij DE KANTER
De Directie
IVAN HOUTEN.
TEN BRUGGEN CATE.
«3
CQ
H
IS
c I
.4}
c3 j;
-C !C c
TJ zeker tot de
jvoordeeliger terecht 1^1
behoort tegen zeer
Een paar cijfers.
Onder bovenstaanden titel schrijft de
(antirev.) „Zeeuwsche Courant"
Herinneren onze lezers zich nog, hoe
men een pijlenregen afschoot op den
snooden Kolkman, die het tarief verlioo-
gen wilde, en een tabaksbelasting wilde
invoeren.
Zijn zo het nog niet vergeten, hoe de
antie-tariefhelden dc stelling verkondig
den, dat alleen de directie belastingen
verhoogd mochten worden, en dat alle
indirecte liefst morgen aan den dag be
hoorden te worden afgeschaft.
't Was inderdaad een strijd, die nergens
op leekeen onbekookt en hartstochte
lijk critiseeren, zonder eenig besef van
verantwoordelijkheid.
Het is daarom goed, dat onze lezers
eens weten, hoe de feitelijke toestand is.
Dan kunnen ze zien, dat men wel opcen
ten op de directe belastingen kan heffen
maar dat toch altijd weer de indirect
mee te hulp moet komen. Dat is altijd
zoo geweest, en dat zal ook altijd zoo
blijven.
De opbrengst der voornaamste belas
tingen over 1913 was als volgt
Directe belastingen
Grondbelasting f 15.431.162.753
Personeele belasting 12.905 007.40"'
Bedrijfsbelasting 12.819.030.05
Vermogensbelasting 10.808.132.81
Totaal f 51.9034)99.02
Indirecte belastingen
Invoerrechten (de
veel gesmade, doch
door de liberalen ge
handhaafde en verhoog
de
Accijnzen
Suiker
Wijn
Gedistilleerd
Zout
Bier en azijn
Geslacht
f 17.013.610.003
20.944.727.43
1.558.903.35
28.902.710.50
1.858.757.17
1.009.300.94
5.806.771.78=
Totaal f83.754.847.18
Kwam het nu te pas, dat Kamerleden
en adspirant-Kamerleden den onzin ver
kondigden, dat eigenlijk alle indirecte
belastingen moesten worden afgeschaft
Men ziet nu, dat minister Bertling aan
stonds het plan heelt gemaakt om de
tabak te gaan belasten en de opbrengst
van den bieraccijns te gaan verdubbelen.
Heeren van links, als gij schaamtege
voel hebt, laat dan een blos uw wangen
kleuren.
Gebluschte vreugd.
Al meer en meer begint men zich in
liberale kringen bezorgd tc maken over
de plannen van den minister van Finan
ciën.
De opcenten wil men nog wel aan
vaarden, en een enkel blad legde te dien
aanzien zelfs een zekere „geestdri"""
aan den dag.
Maar tot de opcenten zal de minister
zich niet beperken en al meer en meer
bekoelt de opgewonden vreugde, waarmee
men den val van liet vorig Kabinet jen
de opruiming der Tariefwet begroette
Zelfs verluidt, dat de stemming ter
overzijde bepaald pessimistisch begint te
worden, en wanneer men leest, wat in
een Haagsche correspondentie der „Prov.
Gron. Crt." over de discussie in de Eerste
Kamer wordt geschreven, dan lijkt dit
bericht niet overdreven:
Nieuws heeft ons de discussie in
geon enkel opzicht gebracht, tenzij
men als zoodanig wil opvatten de
mededeeling van den minister'van
Financiën, dat hij er over denkt, om het
overschot van den verhoogden accijns
op het gedistilleerd, bestemd voor een
potje, waardoor na een jaar of wat zou
zijn te beginnen met een verlaging van
den accijns op de suiker, voorj den
4)
Ach Marianna, zeide een kolonist,
gij zijt trotscligij verkiest de ellende,
en wie weet? den bedelstaf boven een
eervol leven.
Mijne heeren, als mijn vader mij
hoorde, zou hij zijne dochter gelijk geven.
Deze brieven bier zijn van mijn oom, die
te Havre in Frankrijk woont. Wij zullen
hem over zee gaan opzoekenen als ik
mijn hart mag gelooven, zal hij ons niet
een stukjen brood weigeren.
-Romanal te maal roman slechts,
riep Peters uitliet is al meer dan vijftien
jaren geleden, dat Baptiste Beauchamps
hier uit het land is vertrokkenZal
hij zijne familie nog indachtig zijn?
Ik hoop het.
Dan hebt gij vast besloten, miss
Marianna, geen toevluchtsoord bij ons
aan te nemen?
Mijne heeren, ik stel mijn vertrou
wen op GodHij zal ons beschermen.
Maar ik gevoel, dat ik mijn plicht niet
zou volbrengen, als ik deze kinderen niet
gewonen dienst, voor de vermindering
van het tekort op de begrooting in te
palmen. Ik geloof mij niet te bedriegen
als ik zeg, dat die aankondiging in
vrijzinnige kringen een hoogst aange
name» (bedoeld is blijkbaar onaange-
namen) indruk lieeft gemaakt en als
t mij geoorloofd ware Z.Exc. een goe
den raad te geven, dan zou ik hem
in allen ernst willen toeroepen: doe
dat niet, want gij zult er uw positie
ontzaglijk door verzwakken.
Nu geef ik toe: de Minister zit voor
eej ^eei\ mogelijke taak; er moet
ondanks de gestadige verblijdende stij
ging der gewone middelen, nog heel
wat geld gevonden worden om het
budget sluitend te maken en de gelden
voor de sociale hervorming te vinden,
vooral wanneer zooals mij wordt
verzekerd, Minister Treub voornemens
is in zijn ouderdomsrente-regeling wijzi
ging te brengen, zoodat de uitsluiting
der bedeelden zou komen te vervallen.
Het vereisclite bedrag voor die renten
i tij?11- n'e^ onaanz'enlijk stijgenen
de Minister van Financiën moet er
maar voor zorgen. Doch zoo die be
windsman het gaat zoeken in zoo
impopulaire maatregelen als 't opslok
ken van liet suiker-potje, voorzie ik
dat hij er stellig niet komen zal.
Veeleer zal de minister succes kunnen
oogsten met andere plannen, die naar
ik hoor, in bewerking zijn en die een
tamelijk hooge belasting op geïmpor
teerde sigaren, ep muziekinstrumenten
piano s, gramaphones en dergelijk en,
niet bestemd voor de uitoefening van
oen beroep of voor de vakstudie, maar
uitsluitend voor huiselijk genoegen,
verhooging van de belasting op auto
mobielen, een belasting op lucifers en
een uitbreiding van de staatsloterij
beoogen.
We zullen omtrent dit een en ander
waarschijnlijk spoedig wat meer te
weten komen. Ik meen echter, dat,
ook uit een politiek oogpunt, groote
voorzichtigheid aan den heer Bertling
mag worden aanbevolen.
11 -f j' ls' naar ul' deze correspondentie
blijkt, maar al te duidelijk, hoe onbehage
lijk men zich ter overzijde reeds gevoelt.
En nu hebben vele plannen nog niet
eens vasten vorm aangenomen
Wat zal het worden, indien de ontwer
pen er zijn, en vóóral, wanneer liet op
betalen aankomt?
Wees toch vooral voorzichtig, roept men
van Links den Minister reeds toe.
f'jI' dat, terwijl de juichkreten over den
val der Tariefwet nauwelijks zijn verstomd.
Het is inderdaad een ontgoocheling
(„Centrum.")
Een gruwel van ongeloovige wetenschap.
Wij lezen in dc Gelderlander
Tot welke gruwelen de ongeloovige
wetenschap, die zich in haar trotschen
zelfwaan tc hoog acht 0111 met de chris
telijke zedenwet rekening te houden,
komen dan, blijkt thans weer uit een
medisch schandaal tc New-York, dat in
geneeskundige tijdschriften openlijk
wordt medegedeeld.
liet blijkt dat beroemde medici zich
niet ontzien(liebben, duizend onschuldige
Kindertjes om wille der wetenschap met
tuberculose-bacillen en kiemen van an
dere besmettelijke ziekten in te enten
t ?-?e?h Winttys schrijft in „American
Institute of social Service" dat de hoofd
verpleegsters van bewaarscholen, wees-
Huizen, vondelinghuizen en hospitalen
zich er toe geleend hebben, hun pleeg-
kinderen aan mannen van de wetenschap
at te staan om proeven met hen te laten
nemen.
Wij vinden niet vermeld dat die ver
pleegsters bekend waren met de experi
menten, waartoe zij de kinderen over-
e d'i bet geval, het zouden
monsters van meecloogenlooze wreedheid
moeten zijn. We lezen toch' dat b.v.
kinderen van nog geen twee jaar tub er
bij den eenigen bloedverwant bracht, die
hun op aarde overblijft.
En de brieven benevens een dertigtal
goudstukken uit het koffertje nemende,
maakte zij er een pakje van, dat zij in
haren zak stak, nam den kleiuen Georges
in liare armen, wierp een laatsten blik
op de puinhoopen, waaronder de asch
harer deugdzame ouders bedolven lag;
en met liet hoofd een teeken van dank
zegging aan de verbaasde kolonisten ge
vende, sloeg (zij den weg naar Quebec in.
Reeds drie dagen ging de tocht de arme
familie langs ter nauwernood gebaande
wegen. Somwijlen waren zij genoodzaakt
lange omwegen te maken, om breede
stortvloeden te ontwijken, die door de
bijeenvloeiïng van verschillende beken
waren ontstaan Korte maar menigvuldige
regenbuien noodzaakten de kinderen dik
werf onder den een of anderen dikge
gebladerden boom de wijk te nemen. Het
was toen in het midden van den herfst,
en de koude deed zich reeds vrij lievig
gevoelen, terwijl een doordringende nevel
de gansche omringde natuur drukte. De
zon vertoonde zich hoogstens slechts drie
of vier uren dagelijks en dan nog maal
ais ter sluiks midden door een sluier van
graauwe dampen, die liare stralen ter
culose-bacillen in de oogjes zijn gespoten,
en dat men hun handjes vastbond, zoo
dat de kleinen niet met wrijven hun pijn
konden verzachten.
Gelukkig lezen wij dat de onthulling
dezer schanddaden te New-York een
storm van verontwaardiging heeft ver
wekt. Het blijkt dus dat de gezonde
volkszin de gruwelen verafschuwt, waar
zoogenaamd hoogstaande mannen der
wetenschap blijkbaar niets verwerpelijks
in zien. Niemand minder dan de beroem
de Japansche professor Noguchi aan het
Rockefeller-Instituut te New-York heeft
de bewuste experimenten gedaan. En
niet alleen Japanner, van wien liet nog
eenigszins begrijpelijk is dat hij bij al
zijn wetenschap nog een barbaar blijkt,
maar ook prof. Holt, hoogleeraar voor
kinderziekten aan de Columbia-universi-
teit, en vele anderen, wier namen alle
bekend zijn, hebben er aan meegedaan,
zoodat men terecht kan zeggen dat liet
gebeurde een schandvlek werpt op de
geheele Amerikaansehe artsenwereld.
De openbare meoning eisclit terecht de
strengste bestraffing voor deze ge-
neeslieeren 1
Dat zijn nu de mannen der wetenschap,
die zich natuurlijk verbeelden aan de
spits te staan voor de moderne bescha
ving en voor wie de christelijke zede-
wetten niets meergelden dan verouderde
vooroordeelen, waar alleen bekrompen
zieltjes zich nog om bekommeren
Tot zulke gruwelen voert de weten
schap, zonder geloof, zonder God
Nog een papieren gevaar.
Men schrijft aan „De Tijd"
Als in den tijd van Hildebrand een
jongen zijn zakken leeghaalde, dan kwam
daaruiteen stuiter, een paar dozijn knik
kers, een stuk stopverf, een zuiger om
kcisteenen uit den grond te halen, een
hinkelsteen en weet ik, wat al meer.
Dat was in den tijd van de Hollandsche
jongensEn weet ge, wat tegenwoordig
bijna elke jongen van Holland in zijn zak
draagt, nu dat ras van melk en bloed
aan 't uitsterven schijnt en plaats gaat
maken voor ou-mannetjes, wien de nico
tine door de aderen sijpelt? Een doos
met sigaretten
Dat is het papieren gevaar, waarop
ik in het opschrift van mijn stuk doelde
en dat als het andere, liet slechte boek
en de ongeloovige krant, bij honderden
en duizenden wordt verspreid.
Wat zeg ik Bij millioenen wordt de
sigaret aan den man gebracht en alle
middelen worden aangegrepen om den
omzet nog te verdubbelen, te vertien
voudigen. Sigaretten met bons zijn bijna
uit de mode al en de tijd, waarin onze
spes patriae met geïllustreerde prijsboe
ken in den zak liep, waaruit ze maar
kiezen kon bij zooveel honderd en zoo
veel duizend verpufte sigaretten, is straks
voorbij.
Iets anders is door een weinig kies-
keurigen fabrikant uitgevonden om zijn
waar „erin" te brengen sigarettenmer
ken van bekende voetballers. Die kent
zijn Pappenheimers, deze sigaretten-
draaier, want als dat niet trekt, trekt
niemendal.
Voetballers, keepers vooral, maar dat
zijn tegenwoordig de goden in de jeugd-
wereld. Wat is in het oog van de siga
retten-blazende, nicotineslurpende en
rookslikkende jongelingschap grootscher,
edeler, verhevener, goddelijker had ik
haast geschreven, dan een fameus „schop-
per" ef een onversehalkbaar „balliouder"
to zijn Beweegt ge u wel eens tusschen
jongens, mijn lezer?
Maar dan moet ge toch opgemerkt
hebben, dat Göbel en De Korver en
Bouvy en last not least De Groot, bijge
naamd „liet kanon", omdat hij meester
is in het „keiharde schot", de helden
zijn van hun gesprekken, dat zij deze
naauwernood konden doordringen. Mari
anna had al den moed noodig, waarmede
zij was bezield, om het gezicht der smar
ten door te staan, die de dierbare wezens,
welke haar omringden, hadden te verdu
ren. Op hunne klachten antwoordde zij
met verzekeringen, beloften, woorden vol
beksorlijkheid, die de vermoeienis dei-
kinderen verschalkten.
Zoodra eeno lange uitgestrektheid van
den weg zich voor hunnejjoogen vertoon
de, en hen reeds te voren ontmoedigde
begon Marianna terstond eene zeer ver
makelijke geschiedenis, die onder het
bereik van hun verstand was. Zoo ver
haalde zij de lotgevallen van kolonisten,
van negers, van zeelieden op hunne
froote schepenzij sprak hun ook van
en goeden God, die van boven uit den
Hemel over hen waakte maar zij sprak
de namen hunner ouders slechts uit in
de ure des gebeds, en dan weenden zij
allen samen
Wat waren hare zorgen treffend, en
hoezeer schenen hare krachten toe te
nemen I Van een teeder gestel, maar van
een beproefde gezondheid tevens geleek
Marianna zoodanig op hare moeder door
hare werkzaamheid, hare voorbehoed
zaamheid en zelfs door hare gelaatstrek
ken en stembuiging, dat het Betzy en
matadors van liet voedbalveld vereeren
met een geestdrift, die schier aan waan
zin grenst.
O, als deze sluwe sigaretten-fabrikant
zijn doel bereikt en laDgs slinksche we
gen aan voetballers-van-naam-foto's ko
men kan, dan zal dit papieren gevaar
dreigender dan ooit den venijnigen kop
opsteken en onze jeugd, onze hoop, ons
toekomstig geslacht nog meer vergiftigen
dan liet tot nu toe deed. Want, ja, ver
giftigd, dat heeft de sigaret reeds ontel
baar vele van onze eertijds blozende,
rozige jongens en hen verschrompeld tot
tanige, rimpelige oude mannetjes, tot
baardelooze grijsaards.
Meen niet, dat ik overdrijf.
Want wie zag ze niet in zijn omgeving,
de versufte sigaretten-verslinders, wien
de nicotine-vergiftiging in den bloei der
jaren het pokdalig litteeken op het was
gele voorhoofd sloeg, dat als een eeuwig
brandmerk een stage aanklacht blijven
zal tegen het heilloos misbruik in hun
jeugd
Ik sprak zooeven van versufte siga-
retten-verslinders. Vraag het den onder
wijzers der lagere, vraag het den leeraren
der middelbare school vooral of dit
adjectief „versuft" niet volkomen op zijn
plaats is
Of zij niet met den vinger kimnen
aanwijzen, zonder hen bezig gezien te
hebben met „toebacsuygen", de slaven
van den papieren tyran', de sigaret, wier
kwade dampen hun geest benevelen en
hun verstand verduisteren I Afgaande
alleen op het slordige werk, dat ze leve
ren, op de domme antwoorden, die ze
geven, op de lusteloosheid, die hun heele
houding in de klas typeert.
Want het kwaad is hoog, zeer hoog
gestegen al. Ze zijn niet zeldzaam de
jongelui, (die dag in dag uit tien, twin
tig en meer sigaretten rooken.
Hoe ze aan de centen komen?
Ik weet het niet.
Een inzender wees er dezer dagen in
de krant op, dat men in den tegenwoor-
digen tijd zoo vaak iioort. dat jeugdige
personen, blagen van 16 of 17 jaar, er
met het geld van door gaan, dat een
oogenqlik door den patroon aan hunne
zorg was toevertrouwd en wil beweren,
dat liier de heer mede schuldig staat
aan den diefstal van den knecht. Ik zal
het niet ontkennen, maar wou toch even
vragen, hoe het komen zou, dat men
tegenwoordig van dergelijke trouweloos
heden van jeugdige personen veel meer
leest dan vroeger.
En voor mij is de vraag stellen haar
beantwoorden dat is de schuld van het
papieren gevaar, de sigaret, die haar
slaven dwingt tot uitgaven, welke hun
bescheiden inkomen ver te boven gaan.
Men onderzoeke eens bij een voorko
mend geval, of zoo'n zwakkeling niet
een razend sigaretten verslinder was en
of niet de lust om aan zijn hartstocht
bot te vieren de oorzaak werd zijner
trouweloosheid.
En men neme maatregelen tegen dit
papieren gevaar, dat de hoop des vader
lands, vóór het te laat is, bedreigt
Slachtoffer van den ver-
trouwenstruc. In verband met de
aangifte, door een vreemdeling aan het
Hoofdbureau van Politie te Amsterdam
gedaan, dat hem door den gewonen
vertrouwenstruc ruim f500 is afhandig
gemaakt, verneemt men dat het slacht
offer een Zweed is, die op reis naar
Amsterdam in den trein had kennis ge
maakt met een Engelscliman, zeer be
schaafd van uiterlijk en manieren, kort
om een „gentleman". Deze vergezelde
liem naar Amsterdam en beiden kwa
men in liet café-restaurant van het Paleis
voor Volksvlijt.
Heel „toevallig" ontmoette de Engelscli
man daar een zijner kennissen, een Ier,
die met gepaste gratie met den armen
Zweed werd in kennis gebracht. Het
duurde niet lang, of de drie waren goede,
Dirk menigmaal gebeurde, dat zij uitrie
pen O I men zou zeggen dat gij onze
arme moeder zijt
En werklijk vervulde Marianna bijna
met de grootste nauwkeurigheid de
plichten, die de Hemel haar had opgelegd.
De eerste dag ging voorbij, zonder dat
zich een onkel huis aan hare blikken ver
toonde. Zij was dus verplicht, zelve zoo
goed mogelijk voor het nachtleger der
kinderen te zorgen. Een cederboom
diende hun tot dak een bed van bla
deren nam hunne (teedere leden op.
Marianna vond middel, om esschen- en
pijnboomentakken te breken, waarvan
zij voor hare familie een soort van dek
kleed maakte. Ondanks liare voorzorgen
was zij toch bevreesd, dat de kinderen
nog koude zouden lijden.
Geknield en over hen heen gebogen,
terwijl zij in diepen slaap lagen gedom
peld, raakte het jonge meisje zachtjes
hunne handjes en hun gezicht aan, om
zicli te verzekeren, of de nachtwind hen
niet te zeer had afgekoeld. Zij haalde niet
vrij adem, voor dat de dag aanbrak.
De kinderen waren wakker geworden
en hunne eetlust gaf zich te kennen door
klachten Marianna verdeelde onder hen
het overschot van eenige levensmiddelen,
die de kolonisten liaar hadden gegeven
vertrouwde vienden. De Engelscliman
bracht het gesprek langzamerhand op
de wantrouwensgezindheid van het pu
bliek in den tegenwoordige» tijd, het
geen de Ier volkomen beaamde, er aan
toevoegende, dat het zoo jammer is, dat
het wantrouwen in de wereld zoo noo
dig is. „En toch", zei de Engelschman
tot den Ier, „zou jij me zoo gauw ver
trouwen „Waarom niet", antwoordde
de Ier, „willen we de proef eens nemen
Zoo gezegd, zoo gedaan.
"De Engelschman krijgt geheel in ver
trouwen de portefeuille van den Ier in
bewaring en de Engelschman brengt
natuurlijk de portefeuille op den ge
stelden tijd terug, wat den Zweed vol
doende waarborg is voor de eerlijkheid
van den Ier. Deze zegt daarop tot den
Zweed, dat deze het nu ook eens moet
probeeren. Gekscherend ging dat alles
in in zijn werk, zoodat de Zweed in het
geheel aan geen boos opzet dacht en
zijn portefeuille met ruim f500 in be
waring gaf.
Het spreekt vanzelf, dat „gentleman"
en de Ier niet weer verschenen met
hun buit.
Deze oplichters zijn dezelfden als het
tweetal, dat voor eenige jaren in Kras-
napolsky een Engelschman op dezelfde
wijze heeft beetgenomen.
Een paniek. Men schrijft aan het
„Vad."
Een paniekEen hevige paniek in
Diligentia1
Maar laat ik geregeld vertellen.
Het eerste nummer na de pauze, lie
deren door een baryton, was juist geëin
digd, het applaus nauwelijks bedaard.
Hét tooneel bezet met zangers en zange
ressen.
Plotseling geschreeuw, gegil op de
bovengalerij. Een hevig tumult van door
elkaar rennende menschen, dames en
heeren. Men klauterde op banken en
over leuningen, onder oorverdoovend
lawaai. Yol angst staarden de bezoekers
in de zaal naar omhoog, klaar tot vluch
ten. Een lid van het bestuur veront
waardigd over zooveel stoornis, waarvan
hij niets begreep, want rook noch vlam
men waren zichtbaar, rende naar boven.
Eindelijk hoorde men boven alles uit
roepen„Daar gaat ie, daar gaat ie
En gansche rijen dames vlogen weer
omhoog, op de banken. Nu ging er ons
een liclit op. De vreeselijke oorzaak
waseen muisEen muis in de con
certzaal, wie heeft aan zoo iets wel eens
gedacht Maar het einde van het snoode
spel scheen nabij. Twee krachtig uitzien
de mantien hadden het in een hoek ge
dreven één zware trap, en het dier
wasO, neenOnze muis zag openin
gen in het ijzeren hek der gaanderij,
hoorde het vroolijke gelach van de
menigte omlaag, die zich veilig waande
enwaagde door een klein gaatje den
sprong naar omlaag, naar het onbekende.
Nu in de zaal wanhoopskreten, algemeene
vlucht, klauteren op banken I En de
bovengalerij over de leuning hangende,
genoot in een zalig gevoel van veilig
heid het schouwspel omlaag. Alles was
in rep en roer, alles wat vrouwenkleeren
droeg, het flauw-vallen nabij.
Eindelijk, eindelijk kwam de doodelijke
schop ofwellicht ontkwam het diertje?
In; ieder geval, langzaam, zeer langzaam
keerde de rust terug.
Een bestuurslid riep de menigte uit
volle borst toe: .Hij is dood!" (Inzulke
ontzettende omstandigheden let men niet
op geslacht.) Wat men nog zoo gauw
niet geloofde. In ieder geval, toen het
koor weer begonnen was met zingen,
was het grootste deel der hoorders niet
in staat den tekst te volgen, maar de
blikken gingen aldoor naar omlaag, naar
den grond, waar misscken, misschien,
het kleine monster nog rondwaarde.
De kleine familie leschte haren dorst bij
eene beek, op welker oevers de alaco
groeide, welker weldadige vrucht het
schrale ontbijt voltooide.
Den tweeden dag, na den middag, en
op het oogenblik, dat Marianna onder
het gewicht van den kleinen Georges
gebukt ging, vertoonde zich eene woning
aan de blikken der jeugd ge reizigers.
Toen de oudste zuster er binnentrad, kon
zij hare tranen niet weerhoudenwant
zij meende het huis haars vaders weder
te zien. Hetzelfde voorkomen van over
vloed, dezelfde zindelijkheidmen zou
zoo gezegd hebben, dat Anna zoo op den
drempel der deur moest komen ver
schijnen Maar al spoedig werd Marianna
aan het gevoel der werklijkheid herin
nerd op het zien van een vreemd gelaat,
van een man met hardvochtige wezens
trekken, een dikken baard, die, terwijl
hij met zijne stem het geblaf van een
grooten hond overschreeuwde, met ruw
heid zeide
Wat komt gij hier zoeken Al
weder landloopers I bedelaars 1 Wat
vraagt gij
Brood, dat ik zal betalen,"antwoordde
het jonge meisje fier, en een dak voor
den nacht.
Wordt vervolgd.