lissie, EiY topers, gelden a Deposito el (70 c.M.) No. 38 TWEEDE BLAD NIEUWE ZEEÜWSCHE COURANT Zaterdag 28 Maart en keuze. li, :en. -w» FEUILLETON. IN BEHOUDEN HAVEN. gestort f472.000 914 f664.560,04 tot den koers van 500 en flOO. ter Hordijk's Bank g voor een jaar vast 4 °/0. ter tijd naar verhouding. "S* rste patronen. 'EITEN i, Pluche, Wollen, Itl enz. UIT DE PERS. HULST. Gemengd Nieuws. Handen SCHOUWEN, fkzee, herinnert de inge- 1 in ontvangst te nernon Iistvaalten, vuilnishoopen, (tanden, welke nadeeligen (jretarls der Commissie, os te spreken is op het ■ikzee, eiken Dinsdag, eidscommissie: JYT, Voorzitter. (LVLIET, Secretaris. (I 111 11UUU1 lUIltl; straat No. 39. Goes bij DE KANTER De Directie IVAN HOUTEN. TEN BRUGGEN CATE. «3 CQ H IS c I .4} c3 j; -C !C c TJ zeker tot de jvoordeeliger terecht 1^1 behoort tegen zeer Een paar cijfers. Onder bovenstaanden titel schrijft de (antirev.) „Zeeuwsche Courant" Herinneren onze lezers zich nog, hoe men een pijlenregen afschoot op den snooden Kolkman, die het tarief verlioo- gen wilde, en een tabaksbelasting wilde invoeren. Zijn zo het nog niet vergeten, hoe de antie-tariefhelden dc stelling verkondig den, dat alleen de directie belastingen verhoogd mochten worden, en dat alle indirecte liefst morgen aan den dag be hoorden te worden afgeschaft. 't Was inderdaad een strijd, die nergens op leekeen onbekookt en hartstochte lijk critiseeren, zonder eenig besef van verantwoordelijkheid. Het is daarom goed, dat onze lezers eens weten, hoe de feitelijke toestand is. Dan kunnen ze zien, dat men wel opcen ten op de directe belastingen kan heffen maar dat toch altijd weer de indirect mee te hulp moet komen. Dat is altijd zoo geweest, en dat zal ook altijd zoo blijven. De opbrengst der voornaamste belas tingen over 1913 was als volgt Directe belastingen Grondbelasting f 15.431.162.753 Personeele belasting 12.905 007.40"' Bedrijfsbelasting 12.819.030.05 Vermogensbelasting 10.808.132.81 Totaal f 51.9034)99.02 Indirecte belastingen Invoerrechten (de veel gesmade, doch door de liberalen ge handhaafde en verhoog de Accijnzen Suiker Wijn Gedistilleerd Zout Bier en azijn Geslacht f 17.013.610.003 20.944.727.43 1.558.903.35 28.902.710.50 1.858.757.17 1.009.300.94 5.806.771.78= Totaal f83.754.847.18 Kwam het nu te pas, dat Kamerleden en adspirant-Kamerleden den onzin ver kondigden, dat eigenlijk alle indirecte belastingen moesten worden afgeschaft Men ziet nu, dat minister Bertling aan stonds het plan heelt gemaakt om de tabak te gaan belasten en de opbrengst van den bieraccijns te gaan verdubbelen. Heeren van links, als gij schaamtege voel hebt, laat dan een blos uw wangen kleuren. Gebluschte vreugd. Al meer en meer begint men zich in liberale kringen bezorgd tc maken over de plannen van den minister van Finan ciën. De opcenten wil men nog wel aan vaarden, en een enkel blad legde te dien aanzien zelfs een zekere „geestdri""" aan den dag. Maar tot de opcenten zal de minister zich niet beperken en al meer en meer bekoelt de opgewonden vreugde, waarmee men den val van liet vorig Kabinet jen de opruiming der Tariefwet begroette Zelfs verluidt, dat de stemming ter overzijde bepaald pessimistisch begint te worden, en wanneer men leest, wat in een Haagsche correspondentie der „Prov. Gron. Crt." over de discussie in de Eerste Kamer wordt geschreven, dan lijkt dit bericht niet overdreven: Nieuws heeft ons de discussie in geon enkel opzicht gebracht, tenzij men als zoodanig wil opvatten de mededeeling van den minister'van Financiën, dat hij er over denkt, om het overschot van den verhoogden accijns op het gedistilleerd, bestemd voor een potje, waardoor na een jaar of wat zou zijn te beginnen met een verlaging van den accijns op de suiker, voorj den 4) Ach Marianna, zeide een kolonist, gij zijt trotscligij verkiest de ellende, en wie weet? den bedelstaf boven een eervol leven. Mijne heeren, als mijn vader mij hoorde, zou hij zijne dochter gelijk geven. Deze brieven bier zijn van mijn oom, die te Havre in Frankrijk woont. Wij zullen hem over zee gaan opzoekenen als ik mijn hart mag gelooven, zal hij ons niet een stukjen brood weigeren. -Romanal te maal roman slechts, riep Peters uitliet is al meer dan vijftien jaren geleden, dat Baptiste Beauchamps hier uit het land is vertrokkenZal hij zijne familie nog indachtig zijn? Ik hoop het. Dan hebt gij vast besloten, miss Marianna, geen toevluchtsoord bij ons aan te nemen? Mijne heeren, ik stel mijn vertrou wen op GodHij zal ons beschermen. Maar ik gevoel, dat ik mijn plicht niet zou volbrengen, als ik deze kinderen niet gewonen dienst, voor de vermindering van het tekort op de begrooting in te palmen. Ik geloof mij niet te bedriegen als ik zeg, dat die aankondiging in vrijzinnige kringen een hoogst aange name» (bedoeld is blijkbaar onaange- namen) indruk lieeft gemaakt en als t mij geoorloofd ware Z.Exc. een goe den raad te geven, dan zou ik hem in allen ernst willen toeroepen: doe dat niet, want gij zult er uw positie ontzaglijk door verzwakken. Nu geef ik toe: de Minister zit voor eej ^eei\ mogelijke taak; er moet ondanks de gestadige verblijdende stij ging der gewone middelen, nog heel wat geld gevonden worden om het budget sluitend te maken en de gelden voor de sociale hervorming te vinden, vooral wanneer zooals mij wordt verzekerd, Minister Treub voornemens is in zijn ouderdomsrente-regeling wijzi ging te brengen, zoodat de uitsluiting der bedeelden zou komen te vervallen. Het vereisclite bedrag voor die renten i tij?11- n'e^ onaanz'enlijk stijgenen de Minister van Financiën moet er maar voor zorgen. Doch zoo die be windsman het gaat zoeken in zoo impopulaire maatregelen als 't opslok ken van liet suiker-potje, voorzie ik dat hij er stellig niet komen zal. Veeleer zal de minister succes kunnen oogsten met andere plannen, die naar ik hoor, in bewerking zijn en die een tamelijk hooge belasting op geïmpor teerde sigaren, ep muziekinstrumenten piano s, gramaphones en dergelijk en, niet bestemd voor de uitoefening van oen beroep of voor de vakstudie, maar uitsluitend voor huiselijk genoegen, verhooging van de belasting op auto mobielen, een belasting op lucifers en een uitbreiding van de staatsloterij beoogen. We zullen omtrent dit een en ander waarschijnlijk spoedig wat meer te weten komen. Ik meen echter, dat, ook uit een politiek oogpunt, groote voorzichtigheid aan den heer Bertling mag worden aanbevolen. 11 -f j' ls' naar ul' deze correspondentie blijkt, maar al te duidelijk, hoe onbehage lijk men zich ter overzijde reeds gevoelt. En nu hebben vele plannen nog niet eens vasten vorm aangenomen Wat zal het worden, indien de ontwer pen er zijn, en vóóral, wanneer liet op betalen aankomt? Wees toch vooral voorzichtig, roept men van Links den Minister reeds toe. f'jI' dat, terwijl de juichkreten over den val der Tariefwet nauwelijks zijn verstomd. Het is inderdaad een ontgoocheling („Centrum.") Een gruwel van ongeloovige wetenschap. Wij lezen in dc Gelderlander Tot welke gruwelen de ongeloovige wetenschap, die zich in haar trotschen zelfwaan tc hoog acht 0111 met de chris telijke zedenwet rekening te houden, komen dan, blijkt thans weer uit een medisch schandaal tc New-York, dat in geneeskundige tijdschriften openlijk wordt medegedeeld. liet blijkt dat beroemde medici zich niet ontzien(liebben, duizend onschuldige Kindertjes om wille der wetenschap met tuberculose-bacillen en kiemen van an dere besmettelijke ziekten in te enten t ?-?e?h Winttys schrijft in „American Institute of social Service" dat de hoofd verpleegsters van bewaarscholen, wees- Huizen, vondelinghuizen en hospitalen zich er toe geleend hebben, hun pleeg- kinderen aan mannen van de wetenschap at te staan om proeven met hen te laten nemen. Wij vinden niet vermeld dat die ver pleegsters bekend waren met de experi menten, waartoe zij de kinderen over- e d'i bet geval, het zouden monsters van meecloogenlooze wreedheid moeten zijn. We lezen toch' dat b.v. kinderen van nog geen twee jaar tub er bij den eenigen bloedverwant bracht, die hun op aarde overblijft. En de brieven benevens een dertigtal goudstukken uit het koffertje nemende, maakte zij er een pakje van, dat zij in haren zak stak, nam den kleiuen Georges in liare armen, wierp een laatsten blik op de puinhoopen, waaronder de asch harer deugdzame ouders bedolven lag; en met liet hoofd een teeken van dank zegging aan de verbaasde kolonisten ge vende, sloeg (zij den weg naar Quebec in. Reeds drie dagen ging de tocht de arme familie langs ter nauwernood gebaande wegen. Somwijlen waren zij genoodzaakt lange omwegen te maken, om breede stortvloeden te ontwijken, die door de bijeenvloeiïng van verschillende beken waren ontstaan Korte maar menigvuldige regenbuien noodzaakten de kinderen dik werf onder den een of anderen dikge gebladerden boom de wijk te nemen. Het was toen in het midden van den herfst, en de koude deed zich reeds vrij lievig gevoelen, terwijl een doordringende nevel de gansche omringde natuur drukte. De zon vertoonde zich hoogstens slechts drie of vier uren dagelijks en dan nog maal ais ter sluiks midden door een sluier van graauwe dampen, die liare stralen ter culose-bacillen in de oogjes zijn gespoten, en dat men hun handjes vastbond, zoo dat de kleinen niet met wrijven hun pijn konden verzachten. Gelukkig lezen wij dat de onthulling dezer schanddaden te New-York een storm van verontwaardiging heeft ver wekt. Het blijkt dus dat de gezonde volkszin de gruwelen verafschuwt, waar zoogenaamd hoogstaande mannen der wetenschap blijkbaar niets verwerpelijks in zien. Niemand minder dan de beroem de Japansche professor Noguchi aan het Rockefeller-Instituut te New-York heeft de bewuste experimenten gedaan. En niet alleen Japanner, van wien liet nog eenigszins begrijpelijk is dat hij bij al zijn wetenschap nog een barbaar blijkt, maar ook prof. Holt, hoogleeraar voor kinderziekten aan de Columbia-universi- teit, en vele anderen, wier namen alle bekend zijn, hebben er aan meegedaan, zoodat men terecht kan zeggen dat liet gebeurde een schandvlek werpt op de geheele Amerikaansehe artsenwereld. De openbare meoning eisclit terecht de strengste bestraffing voor deze ge- neeslieeren 1 Dat zijn nu de mannen der wetenschap, die zich natuurlijk verbeelden aan de spits te staan voor de moderne bescha ving en voor wie de christelijke zede- wetten niets meergelden dan verouderde vooroordeelen, waar alleen bekrompen zieltjes zich nog om bekommeren Tot zulke gruwelen voert de weten schap, zonder geloof, zonder God Nog een papieren gevaar. Men schrijft aan „De Tijd" Als in den tijd van Hildebrand een jongen zijn zakken leeghaalde, dan kwam daaruiteen stuiter, een paar dozijn knik kers, een stuk stopverf, een zuiger om kcisteenen uit den grond te halen, een hinkelsteen en weet ik, wat al meer. Dat was in den tijd van de Hollandsche jongensEn weet ge, wat tegenwoordig bijna elke jongen van Holland in zijn zak draagt, nu dat ras van melk en bloed aan 't uitsterven schijnt en plaats gaat maken voor ou-mannetjes, wien de nico tine door de aderen sijpelt? Een doos met sigaretten Dat is het papieren gevaar, waarop ik in het opschrift van mijn stuk doelde en dat als het andere, liet slechte boek en de ongeloovige krant, bij honderden en duizenden wordt verspreid. Wat zeg ik Bij millioenen wordt de sigaret aan den man gebracht en alle middelen worden aangegrepen om den omzet nog te verdubbelen, te vertien voudigen. Sigaretten met bons zijn bijna uit de mode al en de tijd, waarin onze spes patriae met geïllustreerde prijsboe ken in den zak liep, waaruit ze maar kiezen kon bij zooveel honderd en zoo veel duizend verpufte sigaretten, is straks voorbij. Iets anders is door een weinig kies- keurigen fabrikant uitgevonden om zijn waar „erin" te brengen sigarettenmer ken van bekende voetballers. Die kent zijn Pappenheimers, deze sigaretten- draaier, want als dat niet trekt, trekt niemendal. Voetballers, keepers vooral, maar dat zijn tegenwoordig de goden in de jeugd- wereld. Wat is in het oog van de siga retten-blazende, nicotineslurpende en rookslikkende jongelingschap grootscher, edeler, verhevener, goddelijker had ik haast geschreven, dan een fameus „schop- per" ef een onversehalkbaar „balliouder" to zijn Beweegt ge u wel eens tusschen jongens, mijn lezer? Maar dan moet ge toch opgemerkt hebben, dat Göbel en De Korver en Bouvy en last not least De Groot, bijge naamd „liet kanon", omdat hij meester is in het „keiharde schot", de helden zijn van hun gesprekken, dat zij deze naauwernood konden doordringen. Mari anna had al den moed noodig, waarmede zij was bezield, om het gezicht der smar ten door te staan, die de dierbare wezens, welke haar omringden, hadden te verdu ren. Op hunne klachten antwoordde zij met verzekeringen, beloften, woorden vol beksorlijkheid, die de vermoeienis dei- kinderen verschalkten. Zoodra eeno lange uitgestrektheid van den weg zich voor hunnejjoogen vertoon de, en hen reeds te voren ontmoedigde begon Marianna terstond eene zeer ver makelijke geschiedenis, die onder het bereik van hun verstand was. Zoo ver haalde zij de lotgevallen van kolonisten, van negers, van zeelieden op hunne froote schepenzij sprak hun ook van en goeden God, die van boven uit den Hemel over hen waakte maar zij sprak de namen hunner ouders slechts uit in de ure des gebeds, en dan weenden zij allen samen Wat waren hare zorgen treffend, en hoezeer schenen hare krachten toe te nemen I Van een teeder gestel, maar van een beproefde gezondheid tevens geleek Marianna zoodanig op hare moeder door hare werkzaamheid, hare voorbehoed zaamheid en zelfs door hare gelaatstrek ken en stembuiging, dat het Betzy en matadors van liet voedbalveld vereeren met een geestdrift, die schier aan waan zin grenst. O, als deze sluwe sigaretten-fabrikant zijn doel bereikt en laDgs slinksche we gen aan voetballers-van-naam-foto's ko men kan, dan zal dit papieren gevaar dreigender dan ooit den venijnigen kop opsteken en onze jeugd, onze hoop, ons toekomstig geslacht nog meer vergiftigen dan liet tot nu toe deed. Want, ja, ver giftigd, dat heeft de sigaret reeds ontel baar vele van onze eertijds blozende, rozige jongens en hen verschrompeld tot tanige, rimpelige oude mannetjes, tot baardelooze grijsaards. Meen niet, dat ik overdrijf. Want wie zag ze niet in zijn omgeving, de versufte sigaretten-verslinders, wien de nicotine-vergiftiging in den bloei der jaren het pokdalig litteeken op het was gele voorhoofd sloeg, dat als een eeuwig brandmerk een stage aanklacht blijven zal tegen het heilloos misbruik in hun jeugd Ik sprak zooeven van versufte siga- retten-verslinders. Vraag het den onder wijzers der lagere, vraag het den leeraren der middelbare school vooral of dit adjectief „versuft" niet volkomen op zijn plaats is Of zij niet met den vinger kimnen aanwijzen, zonder hen bezig gezien te hebben met „toebacsuygen", de slaven van den papieren tyran', de sigaret, wier kwade dampen hun geest benevelen en hun verstand verduisteren I Afgaande alleen op het slordige werk, dat ze leve ren, op de domme antwoorden, die ze geven, op de lusteloosheid, die hun heele houding in de klas typeert. Want het kwaad is hoog, zeer hoog gestegen al. Ze zijn niet zeldzaam de jongelui, (die dag in dag uit tien, twin tig en meer sigaretten rooken. Hoe ze aan de centen komen? Ik weet het niet. Een inzender wees er dezer dagen in de krant op, dat men in den tegenwoor- digen tijd zoo vaak iioort. dat jeugdige personen, blagen van 16 of 17 jaar, er met het geld van door gaan, dat een oogenqlik door den patroon aan hunne zorg was toevertrouwd en wil beweren, dat liier de heer mede schuldig staat aan den diefstal van den knecht. Ik zal het niet ontkennen, maar wou toch even vragen, hoe het komen zou, dat men tegenwoordig van dergelijke trouweloos heden van jeugdige personen veel meer leest dan vroeger. En voor mij is de vraag stellen haar beantwoorden dat is de schuld van het papieren gevaar, de sigaret, die haar slaven dwingt tot uitgaven, welke hun bescheiden inkomen ver te boven gaan. Men onderzoeke eens bij een voorko mend geval, of zoo'n zwakkeling niet een razend sigaretten verslinder was en of niet de lust om aan zijn hartstocht bot te vieren de oorzaak werd zijner trouweloosheid. En men neme maatregelen tegen dit papieren gevaar, dat de hoop des vader lands, vóór het te laat is, bedreigt Slachtoffer van den ver- trouwenstruc. In verband met de aangifte, door een vreemdeling aan het Hoofdbureau van Politie te Amsterdam gedaan, dat hem door den gewonen vertrouwenstruc ruim f500 is afhandig gemaakt, verneemt men dat het slacht offer een Zweed is, die op reis naar Amsterdam in den trein had kennis ge maakt met een Engelscliman, zeer be schaafd van uiterlijk en manieren, kort om een „gentleman". Deze vergezelde liem naar Amsterdam en beiden kwa men in liet café-restaurant van het Paleis voor Volksvlijt. Heel „toevallig" ontmoette de Engelscli man daar een zijner kennissen, een Ier, die met gepaste gratie met den armen Zweed werd in kennis gebracht. Het duurde niet lang, of de drie waren goede, Dirk menigmaal gebeurde, dat zij uitrie pen O I men zou zeggen dat gij onze arme moeder zijt En werklijk vervulde Marianna bijna met de grootste nauwkeurigheid de plichten, die de Hemel haar had opgelegd. De eerste dag ging voorbij, zonder dat zich een onkel huis aan hare blikken ver toonde. Zij was dus verplicht, zelve zoo goed mogelijk voor het nachtleger der kinderen te zorgen. Een cederboom diende hun tot dak een bed van bla deren nam hunne (teedere leden op. Marianna vond middel, om esschen- en pijnboomentakken te breken, waarvan zij voor hare familie een soort van dek kleed maakte. Ondanks liare voorzorgen was zij toch bevreesd, dat de kinderen nog koude zouden lijden. Geknield en over hen heen gebogen, terwijl zij in diepen slaap lagen gedom peld, raakte het jonge meisje zachtjes hunne handjes en hun gezicht aan, om zicli te verzekeren, of de nachtwind hen niet te zeer had afgekoeld. Zij haalde niet vrij adem, voor dat de dag aanbrak. De kinderen waren wakker geworden en hunne eetlust gaf zich te kennen door klachten Marianna verdeelde onder hen het overschot van eenige levensmiddelen, die de kolonisten liaar hadden gegeven vertrouwde vienden. De Engelscliman bracht het gesprek langzamerhand op de wantrouwensgezindheid van het pu bliek in den tegenwoordige» tijd, het geen de Ier volkomen beaamde, er aan toevoegende, dat het zoo jammer is, dat het wantrouwen in de wereld zoo noo dig is. „En toch", zei de Engelschman tot den Ier, „zou jij me zoo gauw ver trouwen „Waarom niet", antwoordde de Ier, „willen we de proef eens nemen Zoo gezegd, zoo gedaan. "De Engelschman krijgt geheel in ver trouwen de portefeuille van den Ier in bewaring en de Engelschman brengt natuurlijk de portefeuille op den ge stelden tijd terug, wat den Zweed vol doende waarborg is voor de eerlijkheid van den Ier. Deze zegt daarop tot den Zweed, dat deze het nu ook eens moet probeeren. Gekscherend ging dat alles in in zijn werk, zoodat de Zweed in het geheel aan geen boos opzet dacht en zijn portefeuille met ruim f500 in be waring gaf. Het spreekt vanzelf, dat „gentleman" en de Ier niet weer verschenen met hun buit. Deze oplichters zijn dezelfden als het tweetal, dat voor eenige jaren in Kras- napolsky een Engelschman op dezelfde wijze heeft beetgenomen. Een paniek. Men schrijft aan het „Vad." Een paniekEen hevige paniek in Diligentia1 Maar laat ik geregeld vertellen. Het eerste nummer na de pauze, lie deren door een baryton, was juist geëin digd, het applaus nauwelijks bedaard. Hét tooneel bezet met zangers en zange ressen. Plotseling geschreeuw, gegil op de bovengalerij. Een hevig tumult van door elkaar rennende menschen, dames en heeren. Men klauterde op banken en over leuningen, onder oorverdoovend lawaai. Yol angst staarden de bezoekers in de zaal naar omhoog, klaar tot vluch ten. Een lid van het bestuur veront waardigd over zooveel stoornis, waarvan hij niets begreep, want rook noch vlam men waren zichtbaar, rende naar boven. Eindelijk hoorde men boven alles uit roepen„Daar gaat ie, daar gaat ie En gansche rijen dames vlogen weer omhoog, op de banken. Nu ging er ons een liclit op. De vreeselijke oorzaak waseen muisEen muis in de con certzaal, wie heeft aan zoo iets wel eens gedacht Maar het einde van het snoode spel scheen nabij. Twee krachtig uitzien de mantien hadden het in een hoek ge dreven één zware trap, en het dier wasO, neenOnze muis zag openin gen in het ijzeren hek der gaanderij, hoorde het vroolijke gelach van de menigte omlaag, die zich veilig waande enwaagde door een klein gaatje den sprong naar omlaag, naar het onbekende. Nu in de zaal wanhoopskreten, algemeene vlucht, klauteren op banken I En de bovengalerij over de leuning hangende, genoot in een zalig gevoel van veilig heid het schouwspel omlaag. Alles was in rep en roer, alles wat vrouwenkleeren droeg, het flauw-vallen nabij. Eindelijk, eindelijk kwam de doodelijke schop ofwellicht ontkwam het diertje? In; ieder geval, langzaam, zeer langzaam keerde de rust terug. Een bestuurslid riep de menigte uit volle borst toe: .Hij is dood!" (Inzulke ontzettende omstandigheden let men niet op geslacht.) Wat men nog zoo gauw niet geloofde. In ieder geval, toen het koor weer begonnen was met zingen, was het grootste deel der hoorders niet in staat den tekst te volgen, maar de blikken gingen aldoor naar omlaag, naar den grond, waar misscken, misschien, het kleine monster nog rondwaarde. De kleine familie leschte haren dorst bij eene beek, op welker oevers de alaco groeide, welker weldadige vrucht het schrale ontbijt voltooide. Den tweeden dag, na den middag, en op het oogenblik, dat Marianna onder het gewicht van den kleinen Georges gebukt ging, vertoonde zich eene woning aan de blikken der jeugd ge reizigers. Toen de oudste zuster er binnentrad, kon zij hare tranen niet weerhoudenwant zij meende het huis haars vaders weder te zien. Hetzelfde voorkomen van over vloed, dezelfde zindelijkheidmen zou zoo gezegd hebben, dat Anna zoo op den drempel der deur moest komen ver schijnen Maar al spoedig werd Marianna aan het gevoel der werklijkheid herin nerd op het zien van een vreemd gelaat, van een man met hardvochtige wezens trekken, een dikken baard, die, terwijl hij met zijne stem het geblaf van een grooten hond overschreeuwde, met ruw heid zeide Wat komt gij hier zoeken Al weder landloopers I bedelaars 1 Wat vraagt gij Brood, dat ik zal betalen,"antwoordde het jonge meisje fier, en een dak voor den nacht. Wordt vervolgd.

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1914 | | pagina 5