du /n
No. 87
Donderdag 26 'Maart 1914
Tiende Jaargang.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
BINNENLAND.
A A gulden bij P"
B_ B B verlies van B
IN BEHOUDEN HAVEN.
NIH ZEEUHSCHE COURANT
Abonnementsprijs p. 3 maanden voor Goes f 0.75, daarbuiten f 0.95
Afzonderlijke nummers 5 cent, dubbele bladen 10 cent.
Advertentiën worden ingewacht op Maandag en Woensdag vóór
half drie en Vrijdag vóór een uur "s namiddags.
Reclamebericüten 25 Ct. p. r. Bij abonnement speciale prijs.
Advertentiën van 15 regels f0.50; iedere regel meer 10 Ct.
Eenzelfde advertentie 3 X geplaatst, wordt 2 X berekend.
Dienstaanbiedingen 5 regels voor 25 Ct. 4 contant.
De abonné's op dit blad, in het bezit der door de J P* #4 A gulden bij verlies van beide I jjp* #4 gulden bij
directie uitgereikte polis, zijn, overeenkomstig de SI handen, voeten of oogen. H I I verlies van een
daarvoor vastgestelde Verzekeringsvoorwaarden, 1 Ij g| I Voorts bij ongeneeselijke J ZB §9 8 hand, voet
GRATIS verzekerd tegen ongelukken voor: jg verstandsverbijstering'; 1 V 1# of oog; WV duim;
De uitkeering der bovenstaande bedragen is gewaarborgd door de „Hollandsche Algemeene Verzekerings-Bank" te Schiedam
gulden bij
verlies
van een
W wijsvinger. Wm
gulden bij
verlies van
eiken anderen
vinger.
Zij, die zich met ingang van 1 April
a. s. op ons blad abonneeren, ont
vangen de tot dien datum verschij
nende nummers gratis.
FBHKUIJK.
Bevoorrechting. Gedurende den
tocht naar het kerkhof en het lange
wachten bij de begrafenis van Calmette
aldus schrijft onze Parijsche corres
pondent was de naam van de moor
denares op ieders lippen. Overal dezelfde
verontwaardiging over de voorrechten,
die ze in de gevangenis geniet, meer
nog dan enkele jaren geleden de vrouw
van Steinheil. Mevrouw Caillaux dineert
met den directeur, men houdt haar kamer
schoon, want met de veranderingen, die
ter wille van haar zijn aangebracht, mag
men het geen cel meer noemen 1 Ze
ontvangt haar echtgenoot eiken dag, om
zicli in het geheim met hem te onder
houden en haar verdediging voor te
bereiden.
Men zal zeker trachten te doen voor
komen als „een daad, gepleegd in een
vlaag van krankzinnigheid". Toch zal dit
moeilijk zijn. Meerdere détails raken
bekend. Vele getuigen verklaren haar
gezien te hebben, zicb oefenend in het
schieten. Aan haar tandmeester moet
ze gevraagd hebben, haar tanden vooral
goed in orde te brengen, wijl er waar
schijnlijk een poos zou verloopeu, eer hij
haar terug zag.
l»e bijzondere voorkomendheden, die
aan Mevrouw Caillaux worden bewezen,
die geriefelijkheden, welke haar in de
cel verstrekt worden, steken zeer af bij
de behandeling der overige gevangenen.
Zoo hebben de advocaten Desbons en
Eleonor, aan den Minister van Justitie
een schrijven gericht, waarin zij een
behoorlijke cel verzoeken voor een hunner
cliënten, een vrouw uit het volk, die
geen manslag heeft begaan, gelijk me
vrouw Caillaux, maar in een aanval van
woede iemand heeft gewond. Deze vrouw
is opgesloten in een vochtige, vuile cel
en der wanhoop nabij, zoodat zij met
gedachten aan zelfmoord omloopt. De
advocaten konden den directeur der ge
vangenis niet te spreken krijgen, omdat
hij de huisvesting der vrouw van den
ex-minister in orde moest brengen.
(„De Tijd".)
De moordenares van Cal met
t e heeft zich van te voren in het schieten
geoefend. Of dus do moord ook gepre
mediteerd was
3)
Het was tijd. De Indianen waren nog
nader gekomen; een sein riep hen boven
in het huis terug; men waarschuwde hen,
dat het vuur in zijn voortgang reeds den
t.ifap had aangetast. "Van de vrees der
wilden verlost, zagen de kinderen zich
tegenover een niet minder vreeselijken vijt
and, den brand. Met elk oogenblix maak
te do hitte der vlammen hunne gevan
genis nog ondragelijker; de luclht ontbrak
aan hunne longen. .Dirk was in zwijm
gevallen, en Georges deed niets dan ker
men. De ongelukkige Marianne ging van
den eenen naar den anderen, beurde hen
op, vermaande hen en overlaadde hen met
kussen. Eensklaps uitte zij' een kreet van
vreugde; zij had daar in den kelder eene
spleet ontdekt, die een lichtstraal door
liet: het was eene deur, die in het veld
uitkwam, niet een groeten grendel voor;
zien, die door de vochtigheid geheel was
verroest; toen zij de deur geopend had
wilde Marianne het eerst er uitgaan:
want het grootste deel der gevaren be
hoorde haar toe.
De wapenhandelaar Gustinne -Renette
verklaarde bij zijn verhoor, dat madame
Caillaux bij liem een revolver kocht en
leerde schieten. Deze verklaring werd
door den burggraaf, die op de schietschijf
van Renette een karabijn probeerde, be
vestigd. Hij had gezien, dat madame
Caillaux zich met ijver oefende in het
mikken.
De „Figaro" bevat een nieuwe besliste
tegenspraak, van liet bericht, als zou
Calmette van plan zijn geweest intieme
brieven van Caillaux te pübliceeren. Het
blad kondigt tevens aan, dat liet een
rechtsvervolging zal instellen, tegen alle
bladen, welke dit bericht hebben ver
spreid. (Maasbode.)
Tegen Thalamas. Gustave Théry,
journalist en ieeraar aan een gymnasium
te Parijs, heeft aan den voorzitter van
den discipline-raad van het ministerie van
onderwijs, een schrijven gericht, waarin
hij dezen verzocht den alge vaardigde en
Ieeraar Thalamas ter verantwoording te
roepen, wegens zijn verheerlijking van
den moord door madame Cailleux op
Calmette bedreven.
Théry zegt terechteen man als Tha
lamas kan na zijn berucht schrijven niet
langer als opvoeder der jeugd in een
onderwijsinrichting van den staat, werk
zaam zijn.
Of de Fransche regeerings-autoriteiten
het rnet deze waarheid eens zullen zijn,
valt te betwijfelen
DUITSCHLAKII.
Het Comité van den Katholiekendag
te Munster zendt zijn eerste mededeeling.
Er zijn 14 commissiëu gevormd. Eu er
wordt een feesthal gebouwd voor 8000
a 9000 personen. In deze zal een H. Mis
worden opgedragen en ook, wanneer het
weer medewerkt, in de open lucht.
Er zal ook een tentoonstellingworden
gehouden van Christelijke kunst. („C."j
De keizer en Brunswijk.
De keizer heeft zijn voorgenomen bezoek
aan zijn dochter in Brunswijk, die, dezer
dagen moeder is geworden, afgezegd.
Dit feit wordt door sommige bladen hier
aan toegeschreven, dat de hertog van
Cumberland, de gemaal zijner doebter,
op een telegram van gelukwensch der
Duitsch-Hannoveraansebe partij, aan den
voorzitter dier partij, Frhr. v. Schele
Schelenburg, een antwoord gezonden
heeft, dat niet in den geest van den kei
zer schijnt te zijn.
De „Germania" verklaart echter in
haar jongste nummer deze opvatting
met te kunnen deelen, en wel hierom,
Eindelijk had het morgenlicht de In
dianen verjaagd. Het huis, ten eenen male
verweest, was nog brandendde plan
tage vertoonde slechts een puinhoop
meer. De suikerrietvelden waren uitge
brand; de hoornen, door het vuur ver
zengd of met de bijl omgehouwen, lagéni
daar op den grond als slapende reuzen;
van deze woning, den vorigen dag nog
zoo Moeiend Meef niets over dan vorme-
looze overblijfselen, treurige sporen van
het verledene. Marianne knielde, zonder
zich door het treurige tooneel te laten
ontmoedigen, ter neder en zond een vurig
gebed ten Hemel voor de zielerugt haper
geliefde ouders en om onderwerping in
haar lot. i
Eene welgewapende troep kolonisten te
paard vertoonde zich aan den gezichts
einder, zij kwamen in vollen ren aansnel
len. De aankomst van deze te spade hulp,
verre van den moed van Marianne op-
te wekken, brak haar liet hart, dat tot
nu toe zoo standvastig was geweest. Hoe
meer zjj in dien nacht van wanhoop- had
verloren, hoe meer spijt zij gevoelde, ter
wijl zij bij ziohzelven zeide, dat de bu
ren door hunne tijdige komst zoo vele
rampen hadden kunnen voorkomen.
Naarmate de kolonisten over de ver
woestte velden henen trokken, vertoon-
wijl dit antwoord telegram te Berlijn
niet bekend vvas, toen de keizer het
bovengenoemde besluit nam.
Verschillende inenschen zijn
verdronken bij het omslaan van een veer-
bootje te Küpenick, dat door een schip
werd overvaren. De verdronkenen zijn
voor 't meerendeel vaders van gezinnen.
Nader meldt men ons
Van de 19 personen zijn 11 kunnen
gered worden 4 der geredden zijn ern
stig ziek.
I T A Ia I Ml.
De ramp te Venetië. Het ge
meentebestuur van Venetië heeft zeer
talrijke betuigingen van deelneming ont
vangen. De koning zond een telegram,
waarin liij zich bij den rouw der stad
aansluit. De gemeenteraad besloot, dat
de plechtige begrafenis der slachtoffers
op stadskosten zal plaats hebben.
De stoomboot is tegen den avond
gelicht en door een sleepboot naar het
arsenaal-bassin gebracht. Men vond nog
slechts twee lijken, die van een man en
van een vrouw. Er ontbreken nog min
stens de lijken van drie vermiste personen.
Men hoopt, dat het aantal slachtoffers
kleiner zal zijn, dan men eerst veronder
stelde. De Kardinaal-Patriarch begaf zich
naar de hospitalen, zegende de slacht
offers en sprak de geredden moed in.
De dagbladen brengen nog enkele bizon-
derheden over de ramp, waai bij aangrij
pende tuoneelen plaats hadden. Eeinge
matrozen redden verscheidene personen
na elkander. Eene boot van den kruiser
Ferruccio nam eene jonge Fransclie vrouw
op, die onder hartverscheurend geschrei
en waanzinnig lachend om hare beide
kinderen riep, die verdronken waren.
Aan baord van de Hohenzollem bracht
men een jongen Hongaar, die zijne vrouw
verloren had.
De ramp is wel degelijk veroorzaakt
door de onoplettendheid van het personeel
der twee booten, dat naar een water
vliegtuig stond te zien.
Kezerlijk bezoek. Dinsdagmor
gen is Keizer Wilhelm van Weeiien
komende en op zijn doorreis naar Korfoe
te Venetië aangekomen, begroet dooi
de autoriteiten. Xe 10 uur scheepte Z. M.
zich in op het jacht „Hohenzollem".
Untclil/Aitl)
Ulster. Door do zwakke houding wel
ke de regeering (naar men zegt onder
pressie van de Kroon) tegen de dien'st-
weigerende officieren heeft aangenomen
heerscht jn de kringen der aanhangers
van de regeering groote ontstemming
den zich de verontwaardiging en het af
grijzen op hun gelaat. De kinderen gingen
lien weenend en met opgeheven armen
tegemoet.
Goede hemel, miss Marianne, wat
is er toch geschied? zeide de planter
Peters.
Gij ziet het, mijne heeren, alles is
hier slechts een puinhoop. Mijn vader
en mijne arme moeder zijn omgekomen
Wij zijn weezen
Al weder een. misdaad dier el
lendige Indianen!
Ja, zij zijn het, die ons huis: hebben
verwoest,
Om de waarheid te zeggen, hernam
een andere planter, had ik aan Beau-
champs voorzegd, wat. hem is overkomen.
Hij was niet voorzichtig genoeg. Als men
in zulk een afgezonderde woning zijn ver
blijf houdt, moet men dan verwachten,
dat men bijstand en bescherming zal er
langen
Ik smeek u, beschuldig mijnen vader
niet.
Maar, merkte een andere kolonist op:,
zou er dan volstrekt geen middel zijn om
uwe ouders te redden?
Helaas, mijnheer, deze puinhopen
zijn hun graf.
tntu-sschen is het niet onmogelijk ee-
waarvan velen zich tot tolk maakten jn
het Lagerhuis.
Ward (lid der arbeiderspartij) werd doo'r
de ministerieelen luide toegejuicht, toen
hij verklaarde, dat het Lagerhuis zal die
nen te beslissen of het volk de wetten
des lands zonder eenige inmenging van
de zijkle des konings zal maken, dan wel
het leger.
Beek (liberaal) keurde, eveneens onder
luide toejuichingen der ministerieelen, ten
sterkste af, dat de regeering de officieren,
die hun ontslag hadden genomen, weer
in dienst heeft gesteld.
UOSTKNi IS IJ K.
Aan Weenen uit wordt gemeld dat in
het onderhoud van Keizer Wilhelm en
Keizer Frans Jozef de internationale toe
stand geruststellend en ordelievend is
beoordeeld.
De ontvangst van graaf Berclitold,
den bekenden Oosteniijksehen staatsman,
door keizer Wilhelm droeg een hartelijk
karakter.
nige meubelen te redden.
Marianne zeide tot hen: AA'el nu!
mijne heeren, wees dan zoo liefdadig. Ik
moet over deze kinderen waken, die te
dicht hij de gloeiende asch zouden ko
men.
De kolonisten gelastten aan de zwarten,
die hij hen waren, om alles na te zoeken,
hetgeen twee uren duurde. Alle naspo
ringen waren vruchteloos. Hier en daar
vond men een half verbrand stuk hout;
maar dat was ook alles.
Een ij|zenen koffertje, riep' een dei-
zwarten uit.
Dit koffertje lag in, het gras op ge
ringen afstand van het huis. Het is fe
Veronderstellen dat Anna. in haren ijver,
om do moedige verdediging van haren
echtgenoot te ondersteunen, dat voorwerp
door hei venster op! het hoofd der India
nen had geworpen.
0, mijn God, wees geloofdDan
blijft mij toch een aandenken van mijne
ouders over.
Terwijl het jonge meisje het koffertje
poogde te openen, beraadslaagden de plan
tere onder elkander
Wat zouden we voor die kinderen kun
nen daen? vraagde de oudste. Wij zouden
de plantage weder kunnen oprichten.
Hoe zouden wij dat huis kunnen
H. M. de Koningin en het woningvraagstuk.
Dat Hare Majesteit belang stelt in het
woningvraagstuk heeft zij bewezen door
Maandag te Amsterdam verschillende
woningen te bezoeken wier inrichting
zeer te wensclien overlaat.
Van te voren waren de bewoners van
liet bezoek onkundig gelaten in zooverre,
dat hun alleen gezegd was, dat een dame
hunne woning wenschte te bezichtigen.
Bezocht werd een kelderwoning in de
Spiegelstraat 49, waar liet gezin gevormd
wordt door man, vrouw en zes kinderen.
H. M. onderhield zich minzaam met de
verraste menschen. Evenzoo in de Eerste
Passeerderdwarsstraat, in een onbewoon-
baarverklaarde woning bewoond door
man, vrouw en zeven kinderen.
In verband met het onderhoud, dat H.
M. Zaterdag met verschillende personen
had, werd een bezoek gebracht aan een
woning van de Woningbouwvereeniging
herbouwen, die verwoeste velden bezaai
en? Daar valt niet aan te denken.
En dan,, voegde een ander er bij,
.zal hetzelfde gevaar, dat voor Beauchamps
bestond, voor zijne opvolgers blijven be
staan.
Ja, inderdaad, de toestand is hache
lijk. Intusschen hebben deze kinderen geen
brood.
Ja, verduiveld, zij zijn talrijk genoeg.
En toch heb ik hier een voorstel: wilt gij
dat vier van ons zich ieder met jeen
dezer weezen belasten?
Aangenomen. Laten wij1 onze namen
schrijven en hij het lot trekken. Onderwijl
men aldus over haai- lot en dat hareir
zuster en broeders beraadslaagde, was
het Marianne gelukt terwijl zij met aan
dacht toeluisterde, het koffertje te openen
en had zij terloops de papieren ingezien
die het bevatte. vEen straal van vreugde
schitterde in hare. ocgen. Toen de kolo
nisten haar den uitslag van de loterij had
den medegedeeld, riep zij uit: Hoe
zal ik mij van die arme weezen scheiden,
die door de beste der moeders aan mijne
zorgen zijn toevertrouwd O, nimmer,
nimmer. Dat zou ik niet kunnen. Slechts
de dood zal ons scheiden.
(WoTdt vervolgd.)