No. 35 TWEEDE BLAD NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT Zaterdag 21 Maart 1914 FEUILLETON. BUITENLAND. UIT DE PERS. IN BEHOUDEN HAVEN. cms a Het nieuwste. Uit den drassigen bodem van politiek Nederland schieten den laatsten tijd als paddestoelen de partijtjes op. Ons landje, geroemd om zijn nochteren zin, begint in politiek opzicht steeds meer eenzelfde staalkaart te vertoonen van groepen en groepjes als we over onze grenzen kunnen bewonderen. De Benjamin van onze politieke partijen, met wier geboorte we dezer dagen werden verblijd, is lang geen nakomertje. De baby draait op haar halswervels reeds een respectabel gewicht: „Alge- meene Staatspartij tot behartiging van de belangen van het Nederlandscho volk", 't Is niet zoo mis. Toch staat het te bezien, of het wicht ooit uit de windselen komt; of het in elk geval niet met verschillende lotgenoo- ten in hevige mate aan politieke Engelsche ziekte zal gaan sukkelen. Het program van de nieuwe partij is een een echt allegaartje. Iedere fractie vindt er wat van haar gading; hij elke richting lijkt wel leentjebuur gespeeld. We zouden van een politiek Esperan- tostelsel kunnen spreken, als er in de verschillende desiderata cenig systeem te ontdekken viel. Maar toch, wanneer men de overwegend vele punten, die aan de troonrede van oen zakenkabinet herinneren, uitschakelt, is er een lijn te bespeuren. Après tout laat de Algemeene Staatspartij, die elke aanraking met hare gezusteren schroom vallig mijden wil, en zich waarschijn lijk dan ook boven allen verheven acht, zich' heel gewoon indeelen hij de linker zijde. Voornamelijk wat de onderwijs-paragraaf betreft kant zich haar program vierkant te gen de coalitie-eischen. Zoo wordt deze nieuwste onzer politieke partijen mogelijk een schuilplaats voor de kiezers van links, die de pacificatie plannen van het oogenblik in strijd ach ten met de „belangen van het Neclerland- sche volk". 'n Heel ordinair anti-clericaal zaakje dus. Eén ding begrijpen wij niet goed. De Algemeene Staatspartij zal zich beslist ont houden van het steunen van candidaten door een andere politieke partij gesteld. In haar isolement zal zo haar kracht zoe ken. Maar hoe rijmt zich daarmee vragen wij ons alt hare beginselver klaring, dat zij in strijd acht met de be langen van het Nederlandscho volk „elk streven om de macht in de bestuurscolle- gen in iStaat, Provincie en Gemeente te leg gen in handen van één enkele politieke partij"? Of hebben de menschen van dit ini tiatief al van te voren in de gaten, dat het toch niets wordt, en dan ook hij de vaststelling van hun beginsel-program de eigen partij maar als quantité négligeable beschouwd? (Msb.) De opcenten. Toen onlangs het gerucht liep, dat er opcenten ten bodrage van 20 'a 25 pet. komende waren, ging van Links een tegen- geroep op, alsof men door 'het rondventen van zulke berichten het Kabinet tonrecht aandeed. Opcenten zouden er wel komen, maar aan zoo monsterachtige cijfers 'zou geen denken zijn. We opperden toen het vermoeden, dat van 25 pet. gebazuind was, jom de 20 pet. die te duchten waren, als ze kwamen, te doen meevallen. En zoo kwam het dan ook uit. Het ontwerp is er nu, en het komt nu neer op ruim vier millioen, die de Minister van Financiën door deze 20 pet. binnen hoopt te krijgen. Die 20 pet. worden nu gelegd op de vermogens- en bedrijfsbelasting, en ge kimt er op rekenen, dat ze het volgend jaar als oude bekenden tot u zullen terugkee- ren. Dan misschien tot de 25 pet. opgezet. Mikten nu deze 20 pet. alleen op onze millionairs en groote landbezitters, men zou er zich hij' kunnen neerleggen. Maar het pijnlijke feit is, dat deze 20 pet. op de Bedrijfsbelasting ook onze kleine bur gers, ja, zelfs een deel van onze arbei ders, komen drukken. Men had nu in liberale kringen zoo gehoopt met dit liberale Kabinet een gou den eeuw tegen te gaan. Geen tarief, en dus de beurs vrij. En zie, nu wordt 't nog veel slimmer als men het onder een vorig Kabinet had. Betalen zal nu de boodschap zijn, ook voor die duizenden gezinnen, die nu reeds niet wisten, hoe hun belasting op tijd te betalen. Een harde tegenslag. En ook afgezien hiervan moet dit op- oentenstelsel steeds scherper critiek uit lokken, ook hij provinciën en gemeenten. Het feit, dat alle opcenten saam soms tot over de 100 loopen, is onlogisch en onredelijk. Tusschen de onderscheidene belastingen bestaat er voor den wetgever zekere gewilde verhouding, die ten eenenmale verbroken wordt, als men dit tooveren jnet het opcentenstelsel doorzet. Inkomsten- en bedrijfsbelasting valt Ier nu wel onder, Personeel en Grondbelas ting nog niet. En dit hu verbreekt recht streeks de verhouding, die men zich tus schen de vier directe belastingen verkozen had. Toch is dat nog pas het begin der jammeren. Men rekent nu op een opbrengst van ruim vier millioen, en zoo 't budget van. inkomsten zijn galop van het vorig jaar niet doorzet, zal er spoedig 12 en meer millioen noodig zijn. Arme Minister 1 Wie schaft hier raad? (Standaard.) Opcenten-geestdrift. „Het Centrum" schrijft Men zal zich herinneren, hoe indertijd een zware storm opstak, toen de minister van Financiën in het Kabinet-K u y p e r het plan oijperde, om 5, zegge v ij f, op centen te heffen. Er maakte zich ook Rechts, maar vooral Links zulk een verzet openbaar, dat de beer Harte van zijn voornemen afzag. Toen trad een liberaal Kabinet op en wij kregen 10, zegge tien, opcenten. Vaii Links kwam niet meer zulk een geweldige oppositie. Wel werd gespot en gehekeld, toen ook een Rechtsch minister van Financiën de opcenten niet geheel missen kon, maar de spotters krijgen nu hun trekken thuis, want de titularis van Financiën in het huidige Kabinet wil de opcenten maar even tot 20, zegge twintig, ver- hoogen. V ij f opcenten vond men indertijd te veel, twintig opcenten aanvaardt men bijna met geestdrift. Men leze, wat bijv. de „Zutphensche Crt." schrijft: En duizendmaal liever dan de Tariefs- verhooging van minister Kolkman is ons deze opcenten-verhooging. Al kunnen wij opcenten geen ideale belastingheffing noemen, ze is voor ditmaal onontkoom baar. Het geld moet er wezen. De vorige Regeering heeft aan 't land geldelijke verplichtingen opgelegd, welke moeten worden voldaan. Daartoe alléén dienen deze opcenten. De heffing daarvan is wellicht voor onze Kamerleden een heil zame prikkel, om met wat meer spoed, dan bij haar gebruikelijk is, het ontwerp- inkomstenbelasting af te handelen, opdat naar deugdelijker maatstaf door de be lastingschuldigen zal worden bijgedragen in de onvermijdelijke Staatsuitgaven. Het geld moet er nu eenmaal wezen. En daarom zullen we wel aan die op centen moeten gelooven. „Het geld moet er nu eenmaal wezen", jawel. i) Üp zestig mijlen van Quebec liggen lang de beide oevers der rivier Sint Lau rent, landschappen van eene verbazende uitgestrektheid. Dan eens verdikken de voor het oog ondoordringbare wouden hun ne somberen massa's en verschrikken de verbeelding des reizigers; dan weder dalen onmetelijke weilanden tot den vloed af als tapijten, die door de zorgen van den Schepper daar liggen uitgespreideene jrijke landstreek, waarin echter de Indianen wel van honger? stierven, daar zij pan- houdend aan de gevaarvolle en on zekere bezigheid der jacht waren over geleverd, in plaats van zich op den land bouw tce te leggen. Men weet dat de Franschen het eerst gepoogd hadden, om van Canada eene kolonie 'te maken, en dat zij er steden hadden gebouwd, 'sterkten aan de einden der meren opgericht en een blooienden koophandel gesticht, toen, na den oorlog van 1766 die belangrijke bezetting hun door de Engelsehen werd ontweldigd. De over de oppervlakte des lands verspreide kolonisten moesten zich aan de wet des overwinnaars onderwerpen, en alhoewel zij in hun geheugen den naam en de liefde des vaderlands behielden, eene nieu we taal en andere gewoonten aannemen. Onder deze laatsten bevond zich een planter, Beauchamps genaamd, een man, godsdienstig, braaf en onvermoeid in den arbeid. Hij was met een jong katholiek meisje van New-York, Anna genaamd, ge huwd, die hem, in den loop hunner geluk kige vereeniging, vier kinderen schonk: Marianne, de oudste, reeds vijftien jaren oud op den dag, waarmede dit verhaal aanvangt; Betzy, een klein meisje van acht jaren; Dirk, een kleine schoone jon gen, die den leeftijd van zes j;u'en bereikt had en George, die pas in zijn vierde was. Terwijl de vader, bijgestaan door een Franschen bediende en een neger, zich aan de vreedzame bezigheden van den landbouw overgaf, landen ontginde, die vroeger onvruchtbaar waren, en dikwijls met gevaar voor zijne gezondheid moeras sige gronden droog maakte, of zich met de bijl in de eene en de toorts in de andere hand een weg baande midden door eenige bossohen, die aan zijne onderneming grens den, verpleegde Anna, bijgestaan door Ma rianne, wier werkzaamheden slechts door hare zachtheid werd geëvenaard, met de grootste Zorgvuldigheid haar eerzaam Maar men zou liet ook langs anderen weg kunnen krijgen, zooals de vorige regeering dan ook wenschte te doen. Het buitenland zou dan heb ben meebetaald, terwijl nu alles neerkomt op onze eigen belastingplich tigen, die tocli reeds zoo zwaar worden gedrukt. Maar voor de liberale pers maakt dit blijkbaar niet veel uit. De v ij f opcenten van minister Harte waren te erg. De twintig opcenten van minister Bertling wil men duizendmaal sapristi 1 duizendmaal liever,dan een verhooging van het Tarief, ten bate der schatkist FSISKRIJK. De moordenares. Madame Cail laux, dat lijdt geen twijfel, heeft haar misdaad bedreven met koel overleg, of zooals liet in reclitsstijl heet „met voor bedachten rade". Ze schreef eerst een brief 'aan liaar „man" en legde dien op zijn lessenaar. Daarin stond dat hij haar, wanneer ze niet thuis kwam, in de ge vangenis zou kunnen vinden. Dan kocht ze een revolver en begaf zich naar het bureau van de Figaro. Hier zat ze bijna een uur te wachten, steeds volhardend in liaar voornemen, en gaf ten slotte een kaartje af ingesloten enveloppe, waarop Calmette, die met Paul Bourget liad zitten praten, haar terstond tegemoet ging en in zijn kamer liet. Maar nu haalde ze terstond liaar vuurwapen voor den dag. Vijf schoten moet ze hebben gelost, waarvan er drie Calmette, die terstond ineen zeeg, troffen. Redacteuren snelden terstond toe en een, die medicus is, legde een voorloopig verband. Mevrouw Caillaux bleef er bij staan en zeide, dat alleen zóó gerechtigheid kon worden gedaan, wijl die langs ande ren weg niet was te Verkrijgen. Daarmee zinspeelde zij op het feit, dat ze eerst een rechtsgeleerde had geraadpleegd, die haar liad medegedeeld, dat de justitie weinig kon doen tegen de publicaties van de Figaro. Zij liad nu gehoord, dat er nog intie mer brieven zouden worden gepubliceerd en wilde dit tot eiken prijs verhinderen. Later voor de politie zeide ze, dat ze eiken morgen met schrik en beven de bladen inzag, vreezend dat er weer iets tegen Caillaux in zou staan. Ze had bo vendien Calmette niet willen dooden, maar hem slechts een lesje geven. Volgens de Fransche wet staat op liaar misdaad de doodstraf maar de advocaat zal wel zorgen dat de jury verzachtende omstandigheden aanneemt en „mevrouw" er met een niet al te lang arrest afkomt. Calmette t. De sympathieën der Parijsche bevolking zijn voor den over ledene. Er is druk en veel gemanifesteerd tegen Caillaux en vooral na de onthul lingen Dinsdag in de Kamer (zie het Hoofdartikel in dit nummer) is in vele kringen een sterke afkeer tegen de regee ring merkbaar. Men verwacht vandaag een groote anti-republikeinsche betooging ter gelegenheid van de begrafenis van Calmette, die voor zijn dood de laatste H.H. Saeramentan heeft ontvangen en voor wiens zielerust heden een plechtige uitvaart is gehouden in de kerk van St. Franciscus van Sales. Caillaux, die van liet politieke tooneel is afgetreden, moet Zondag aan tafel hebben gezegdze moesten dien Cal mette den hals breken. Ontslag. Minister Monis heeft zijn portefeuille neergelegd. huisgezin, leerde Betzy naaien, Dirk, die een cenigszins luie jongen was, lezen, en werd weder kind, om met George te spe len. Des avonds vereenigde men zich, en vertelde men elkander de gebeurtenissen van den dag; dan las men een hoofdstuk uit het Evangelie, en ging men in den slaap de krachten zoeken voor den vol genden dag. Do woning stond geheel alleen tusschen zeer hooge heuvelen en een uitgestrekt woud ingesloten. Verscheidene malen had men beproefd, om Beauchamps de gevaren te doen inzien, die hij te duchten had zoo wel voor hem als de zijnen van eene afzondering, welke hem bijna zonder mid del van verdediging liet tegen de Rood huiden. Immer billijk en vrijgevig in zijne betrekkingen met de Indianen, meende Beauchamps van hun niets te vreezen te hebben. Zouden zij er bij winnen, als zij mij kwaad deden? zeide hij tot zijne vrienden; het is hun veel voordeeliger mij met rust te laten, dewijl ik hun geregeld die dingen geef, die zij het liefste hebben. Zijne vrienden schudden het hoofd met een ongeloovig voorkomen, en de kolonist eindigde het gesprek met deze treffende woorden: Zoo als het Gode behaagt. Hij1 had eene omstandigheid in zijn le ven vergeten, eene noodlottige omstandig heid. Dit was nu ongeveer twaalf jaren BEhdIË. De studenten van Leuven. De deputatie van Leuvensche studenten is Dinsdag door kardinaal Mercier ontvan gen om de memorie betreffende hunne grieven te overhandigen. Na afloop der ontvangst, die zeer har telijk was, heeft de deputatie een oproep aan do studenten gericht, waarin gezegd wordt, dat Z.Em. verklaard heeft recht vaardig en welwillend de grieven te zullen onderzoeken. „De kardinaal heeft", zoo besluit de oproep, „dó hoop uitgesproken, dat de studenten, die een beroep hebben gedaan op de bisschoppen van België, zich aan de uitspraak, welke zij ook moge wezen, zul len onderwerpen en alle betoogingen sta ken. Zijno Eminentie heeft ook opgemerkt, dat hij geen termijn kan vaststellen om het antwoord te geven, daar hij eerst de bisschoppen moest raadplegen." Na aanplakking van dit stuk bleef Dins dagavond alles kalm. Er werd geen en kele betooging gehouden en tot geen nieu- manifestaties besloten. Men kan dan ook aannemen, dat de incidenten geëindigd zijn. (Msb.) Overstroomingsramp in Bel gië. De watersnood, welke thans op vele plaatsen in België heerscht, heeft Maan dagavond te Berlaere een waren ramp veroorzaakt. Rond 10 uur, toen de oever bewoners reeds te bed waren, brak de Scheldedijk nabij Berlaere en Schoonaer- de door. Op nog tien andere plaatsen werden gaten in den dijk geslagen. Het water stroomde met verschrikkelijk ge weld en geklots door de openingen en pver- rompelde den geheelen omtrek. Berlaere, Schoonaerde, Appels, zelfs Zele staat on der water, 'tls heinde en verre niets dan water dat men ziet. Zes personen van Berlaere werden door het water verrast en. zijn verdronken. Men heeft de lijken der zes ongelukkigen ge vonden. Aan het Veer is Dinsdag de dijk nog op drie plaatsen doorgebroken. De scha de is onberekenbaar. Dinsdagavond omstreeks 6 ure, is mi nister Helleputte, vergezeld door zijn ka binetsoverste, een ingenieur en verschei dene overheden, ter plaatse van het on heil geweest." Nader meldt men: Do overstrooming te Berlaere is minder erg dan teerst gemeld werd. Er zijn geen slachtoffers te betreuren. De zes per sonen, die men verdronken waande, zijn later in een naburig dorp teruggevonden. De stoffelijke schade is echter zeer groot en wordt steeds grooter, omdat de overstrooming zich eiken dag meer en meer uitbreidt. Socialistische „Vergissingen". De rechtbank te Gent heeft den direc teur van een vlaswerkerij veroordeeld, wijl hij een kind van nog geen dertien jaren gedurende elf uren had laten wer ken. De socialistische pers bemoeit zich natuurlijk met dit geval cn geeselt met haar scherpste slagen den kapitalisti- schen uitzuiger, die zelfs de jeugd niet spaart, maarneen, dat doet de roode pers niet, want gezegde directeur is een partijgenoot en daarom verklaart „Le Peuple", dat het een eenvoudige vergissing gold. „Soit", zegt de „Bien Public", maar wanneer een ander bedrijfs leider zich aan zulk een vergissing zou hebben schuldig gemaakt, dan had men datzelfde „Peuple" eens moeten hooren. Het was zeker ook bij „vergissing", dat „Vooruit" (de roode coöperatie) in dertijd bedragen inhield van de loonen der arbeidsters, zóó, dat tegen de admi nistrateurs een straf werd uitgesproken. Het was bepaald ook bij vergissiug, dat indertijd in de magazijnen van „Vooruit", onder den naam van natuur- geledende Indianen hadden eenige koop lieden van Quebec, door wie zij meenden verongelukt te zijn hij een ruilhandel in huiden en likeuren, uitgeplunderd en ont hoofd; de gouverneur der vesting zond eene expeditie uit tegen de moordenaars, niet de gestrengste bevelen. Om de afdee- ling tot gids te dienen had men iemand noodig, die volkomen hekend was met de plaatselijke gesteldheid; Beauchamps, die dapper cn waagziek was, bood zich daar toe aan. Do Indianen werden opgejaagd uit hunne schuilhoeken en verloren een groot aantal krijgslieden; zij moesten zich onderwerpenmaar meer dan eens vestig de zich de blik hunner opperhoofden som ber en vorschend op den kolonist, die er zich volstrekt niet om bekreunde. Men weet, hoezeer de Indianen nog al te vreemd aan alle kennis van het Chris tendom, hunne wraakzucht koesteren; de herinnering aan een beleediging grift zich diep in hunne harten, tot dat het vergoten bloed er den indruk van heeft uitgewischt. De neger van Beauchamps waarschuw de hem op eenen morgen, dat hij' eenige Indianen in de omstreken had zien rond zwerven, die, zich achter het hooge gras en achter nopalboomen en dichte heggen verschuilende, voor aller oogen verhor- gen wilden blijven. Terstond begaf de ko lonist zich welgewapend naar die plaats boter, margarine werd verkocht en dat toen de depothoudsters de straf moesten dragen, terwijl ze verplicht waren, en kel de waren, door „Vooruit" geleverd, te verkoopen. Het was bij vergissing, dat de direc teur der roode bakkerij werd veroordeeld wegens overtreding der arbeidswet. Het was bij vergissing, dat „Vooruit" een recept gaf voor de fabricage va- bommen en dat het denlof zong van de dynamiet Het is bij vergissing, dat thans milli- oenen worden besteed aan den bouw van een volkspaleis De „Bien Public"had er nog een „ver gissing" bij kunnen voegen Een medewerker van „De Waarheid", het orgaan der onafhankelijke Gentsche socialisten, heeft het nieuwe feest paleis bezocht. Hij zag tot zijn groote verba zing dat het restaurant der socialisten is verdeeld in klassen. De socialisten parvenu's hebben eene afzonderlijke ruimte, en afgescheiden van de prole tariërs. Vervolgens komen de handels reizigers, die leveren of hopen te leve ren aan de magazijnen der maatschappij „Vooruit". De werklied n bevinden zich aan den anderen kant, op eerbiedigen afstand van „de heeren". De weiklui moeten zich tevreden stellen met één schotel, de heeren ontvangen er drie of vier. („Centrum".) Spoorwegongeluk. De express- trein OstendeWeenen is Dinsdagavond te Dolhain, bij de Belgisch-Duitsche grens op een goederentrein geloopen. Er valt een doode te betreuren, terwijl verse,hei denen gewond zijn. De stoffelijke schade is aanzienlijk. e are e ii a jh In het Lagerhuis werd Dinsdag een da me gearresteerd, een zekere miss Cathe rine Wilson, die in mannenkleeren het Huis was binnengedrongen en op een plaats, niet voor het publiek bestemd, had plaats genomen. Een agent die haar zitten zag, kreeg ondanks haar vermom ming kwade vermoedens en arresteerde haar. Het bleek, dat ze in den mouw van haar jas een rijzweep had zitten, waar mede, naar zij op het politiebureau ver klaarde, gehoopt had óf Asquith of Mac Kenna to bewerken. De dame werd tot zes weken „hardlabour" veroordeeld. (Msb.) De Home Rule kwestie. De motie van afkeuring tegen de regeering werd Donderdag met 345 tegen 252 stemmen verworpen. Het debat verliep zonder bijzondere voorvallen nadat in het begin enkele stormachtige scènes hadden plaats gehad, en vele redevoeringen van beide zijden waren zeer verzoeningsge zind van toon. Maccurdy (radicaal), merkte op, dat de geest van verzoeningsgezindheid, bij het vorderen der beraadslagingen duide lijker aan den dag was getreden. VUITSCHLAKU. Onderscheiding Z. H. de Paus begiftigde Freiherr Von Hertling, minis ter-president van Beieren met het Groot- Kruis der Pius-orde. Het Sancian-eiland bekeerd. De „Petrus Bliitter" weet te melden, dat de geheele bevolking van het eiland Sancian of Tschang-Tschwan-Schan, op 30 K.M. van de kust van Kwangtoeng, Katholiek geworden is. Tijdens de laatste onlusten in deChi- neesche republiek, waren een bende roo- vers uit Kanton naar het eiland gekomen om er naar hartelust te rooven en buit bijeen te garen. De aanzienlijken, cp heen, en er niets ontdekkende, overlaad de hij dien bloodaard met zijn zwart gezicht met spotternijen. Intusschen kwamen de vroegere raadgevingen zijner vrienden hem in het geheugen terug; hij meende eenige maatregelen tot zekerheid te moeten ne men. Hij liet ,al zijne kinderen in een goed gewelfden kelder slapen, die met matten bekleed en waarvan de ingang door tonnen verborgen was; bovendien zag hij de geweren na, maakte eene kleine opening aan weerszijden der deur, onr er de loopen der geweren in te plaatsen en beval zijn beiden bedienden, dat zij elkander op den post van schildwacht moesten aflossen. Al die maatregelen kon den niet genomen worden zonder de ont steltenis van Anna en Marianne op te wekken; deze laatste vooral smeekte hare ouders, dat zij haar aan hunne zijden zou den laten blijven, om de gezellen hunner gevaren te zijn zoo als zij die in al hunne vreugden was geweest. Gedurende ver scheidene nachten begaf zij zich al snik kende naar den kelder, maar zij droeg wel zorg, dat de kindoren hare droefheid niet bemerkten, die .als zorglooze schepseltjes te midden van smarten leefden, waarvan zij geen bewustzijn hadden. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1914 | | pagina 5