No. 35 TWEEDE BLAD NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT Zaterdag 21 Maart 1914
FEUILLETON.
BUITENLAND.
UIT DE PERS.
IN BEHOUDEN HAVEN.
cms a
Het nieuwste.
Uit den drassigen bodem van politiek
Nederland schieten den laatsten tijd als
paddestoelen de partijtjes op.
Ons landje, geroemd om zijn nochteren
zin, begint in politiek opzicht steeds meer
eenzelfde staalkaart te vertoonen van
groepen en groepjes als we over onze
grenzen kunnen bewonderen.
De Benjamin van onze politieke partijen,
met wier geboorte we dezer dagen werden
verblijd, is lang geen nakomertje.
De baby draait op haar halswervels
reeds een respectabel gewicht: „Alge-
meene Staatspartij tot behartiging van de
belangen van het Nederlandscho volk",
't Is niet zoo mis.
Toch staat het te bezien, of het wicht
ooit uit de windselen komt; of het in
elk geval niet met verschillende lotgenoo-
ten in hevige mate aan politieke Engelsche
ziekte zal gaan sukkelen.
Het program van de nieuwe partij is een
een echt allegaartje. Iedere fractie vindt
er wat van haar gading; hij elke richting
lijkt wel leentjebuur gespeeld.
We zouden van een politiek Esperan-
tostelsel kunnen spreken, als er in de
verschillende desiderata cenig systeem te
ontdekken viel.
Maar toch, wanneer men de overwegend
vele punten, die aan de troonrede van
oen zakenkabinet herinneren, uitschakelt,
is er een lijn te bespeuren. Après tout
laat de Algemeene Staatspartij, die elke
aanraking met hare gezusteren schroom
vallig mijden wil, en zich waarschijn
lijk dan ook boven allen verheven acht,
zich' heel gewoon indeelen hij de linker
zijde.
Voornamelijk wat de onderwijs-paragraaf
betreft kant zich haar program vierkant te
gen de coalitie-eischen.
Zoo wordt deze nieuwste onzer politieke
partijen mogelijk een schuilplaats voor de
kiezers van links, die de pacificatie
plannen van het oogenblik in strijd ach
ten met de „belangen van het Neclerland-
sche volk".
'n Heel ordinair anti-clericaal zaakje
dus.
Eén ding begrijpen wij niet goed. De
Algemeene Staatspartij zal zich beslist ont
houden van het steunen van candidaten
door een andere politieke partij gesteld.
In haar isolement zal zo haar kracht zoe
ken. Maar hoe rijmt zich daarmee
vragen wij ons alt hare beginselver
klaring, dat zij in strijd acht met de be
langen van het Nederlandscho volk „elk
streven om de macht in de bestuurscolle-
gen in iStaat, Provincie en Gemeente te leg
gen in handen van één enkele politieke
partij"?
Of hebben de menschen van dit ini
tiatief al van te voren in de gaten, dat
het toch niets wordt, en dan ook hij de
vaststelling van hun beginsel-program de
eigen partij maar als quantité négligeable
beschouwd? (Msb.)
De opcenten.
Toen onlangs het gerucht liep, dat er
opcenten ten bodrage van 20 'a 25 pet.
komende waren, ging van Links een tegen-
geroep op, alsof men door 'het rondventen
van zulke berichten het Kabinet tonrecht
aandeed. Opcenten zouden er wel komen,
maar aan zoo monsterachtige cijfers 'zou
geen denken zijn.
We opperden toen het vermoeden, dat
van 25 pet. gebazuind was, jom de 20 pet.
die te duchten waren, als ze kwamen,
te doen meevallen. En zoo kwam het dan
ook uit. Het ontwerp is er nu, en het
komt nu neer op ruim vier millioen, die
de Minister van Financiën door deze 20
pet. binnen hoopt te krijgen.
Die 20 pet. worden nu gelegd op de
vermogens- en bedrijfsbelasting, en ge kimt
er op rekenen, dat ze het volgend jaar
als oude bekenden tot u zullen terugkee-
ren. Dan misschien tot de 25 pet. opgezet.
Mikten nu deze 20 pet. alleen op onze
millionairs en groote landbezitters, men
zou er zich hij' kunnen neerleggen. Maar
het pijnlijke feit is, dat deze 20 pet. op
de Bedrijfsbelasting ook onze kleine bur
gers, ja, zelfs een deel van onze arbei
ders, komen drukken.
Men had nu in liberale kringen zoo
gehoopt met dit liberale Kabinet een gou
den eeuw tegen te gaan. Geen tarief, en
dus de beurs vrij. En zie, nu wordt 't nog
veel slimmer als men het onder een vorig
Kabinet had.
Betalen zal nu de boodschap zijn, ook
voor die duizenden gezinnen, die nu reeds
niet wisten, hoe hun belasting op tijd
te betalen.
Een harde tegenslag.
En ook afgezien hiervan moet dit op-
oentenstelsel steeds scherper critiek uit
lokken, ook hij provinciën en gemeenten.
Het feit, dat alle opcenten saam soms
tot over de 100 loopen, is onlogisch en
onredelijk.
Tusschen de onderscheidene belastingen
bestaat er voor den wetgever zekere
gewilde verhouding, die ten eenenmale
verbroken wordt, als men dit tooveren
jnet het opcentenstelsel doorzet.
Inkomsten- en bedrijfsbelasting valt Ier
nu wel onder, Personeel en Grondbelas
ting nog niet. En dit hu verbreekt recht
streeks de verhouding, die men zich tus
schen de vier directe belastingen verkozen
had.
Toch is dat nog pas het begin der
jammeren.
Men rekent nu op een opbrengst van
ruim vier millioen, en zoo 't budget van.
inkomsten zijn galop van het vorig jaar
niet doorzet, zal er spoedig 12 en meer
millioen noodig zijn.
Arme Minister 1
Wie schaft hier raad?
(Standaard.)
Opcenten-geestdrift.
„Het Centrum" schrijft
Men zal zich herinneren, hoe indertijd
een zware storm opstak, toen de minister
van Financiën in het Kabinet-K u y p e r
het plan oijperde, om 5, zegge v ij f, op
centen te heffen.
Er maakte zich ook Rechts, maar
vooral Links zulk een verzet openbaar,
dat de beer Harte van zijn voornemen
afzag.
Toen trad een liberaal Kabinet op
en wij kregen 10, zegge tien, opcenten.
Vaii Links kwam niet meer zulk een
geweldige oppositie.
Wel werd gespot en gehekeld, toen
ook een Rechtsch minister van Financiën
de opcenten niet geheel missen kon,
maar de spotters krijgen nu hun trekken
thuis, want de titularis van Financiën
in het huidige Kabinet wil de opcenten
maar even tot 20, zegge twintig, ver-
hoogen.
V ij f opcenten vond men indertijd te
veel, twintig opcenten aanvaardt men
bijna met geestdrift.
Men leze, wat bijv. de „Zutphensche
Crt." schrijft:
En duizendmaal liever dan de Tariefs-
verhooging van minister Kolkman is ons
deze opcenten-verhooging. Al kunnen wij
opcenten geen ideale belastingheffing
noemen, ze is voor ditmaal onontkoom
baar. Het geld moet er wezen. De vorige
Regeering heeft aan 't land geldelijke
verplichtingen opgelegd, welke moeten
worden voldaan. Daartoe alléén dienen
deze opcenten. De heffing daarvan is
wellicht voor onze Kamerleden een heil
zame prikkel, om met wat meer spoed,
dan bij haar gebruikelijk is, het ontwerp-
inkomstenbelasting af te handelen, opdat
naar deugdelijker maatstaf door de be
lastingschuldigen zal worden bijgedragen
in de onvermijdelijke Staatsuitgaven.
Het geld moet er nu eenmaal wezen.
En daarom zullen we wel aan die op
centen moeten gelooven.
„Het geld moet er nu eenmaal wezen",
jawel.
i)
Üp zestig mijlen van Quebec liggen
lang de beide oevers der rivier Sint Lau
rent, landschappen van eene verbazende
uitgestrektheid. Dan eens verdikken de
voor het oog ondoordringbare wouden hun
ne somberen massa's en verschrikken de
verbeelding des reizigers; dan weder dalen
onmetelijke weilanden tot den vloed af als
tapijten, die door de zorgen van den
Schepper daar liggen uitgespreideene
jrijke landstreek, waarin echter de Indianen
wel van honger? stierven, daar zij pan-
houdend aan de gevaarvolle en on
zekere bezigheid der jacht waren over
geleverd, in plaats van zich op den land
bouw tce te leggen.
Men weet dat de Franschen het eerst
gepoogd hadden, om van Canada eene
kolonie 'te maken, en dat zij er steden
hadden gebouwd, 'sterkten aan de einden
der meren opgericht en een blooienden
koophandel gesticht, toen, na den oorlog
van 1766 die belangrijke bezetting hun
door de Engelsehen werd ontweldigd. De
over de oppervlakte des lands verspreide
kolonisten moesten zich aan de wet des
overwinnaars onderwerpen, en alhoewel
zij in hun geheugen den naam en de
liefde des vaderlands behielden, eene nieu
we taal en andere gewoonten aannemen.
Onder deze laatsten bevond zich een
planter, Beauchamps genaamd, een man,
godsdienstig, braaf en onvermoeid in den
arbeid. Hij was met een jong katholiek
meisje van New-York, Anna genaamd, ge
huwd, die hem, in den loop hunner geluk
kige vereeniging, vier kinderen schonk:
Marianne, de oudste, reeds vijftien jaren
oud op den dag, waarmede dit verhaal
aanvangt; Betzy, een klein meisje van
acht jaren; Dirk, een kleine schoone jon
gen, die den leeftijd van zes j;u'en bereikt
had en George, die pas in zijn vierde
was.
Terwijl de vader, bijgestaan door een
Franschen bediende en een neger, zich
aan de vreedzame bezigheden van den
landbouw overgaf, landen ontginde, die
vroeger onvruchtbaar waren, en dikwijls
met gevaar voor zijne gezondheid moeras
sige gronden droog maakte, of zich met de
bijl in de eene en de toorts in de andere
hand een weg baande midden door eenige
bossohen, die aan zijne onderneming grens
den, verpleegde Anna, bijgestaan door Ma
rianne, wier werkzaamheden slechts door
hare zachtheid werd geëvenaard, met de
grootste Zorgvuldigheid haar eerzaam
Maar men zou liet ook langs anderen
weg kunnen krijgen, zooals de vorige
regeering dan ook wenschte te doen.
Het buitenland zou dan heb
ben meebetaald, terwijl nu alles
neerkomt op onze eigen belastingplich
tigen, die tocli reeds zoo zwaar worden
gedrukt.
Maar voor de liberale pers maakt dit
blijkbaar niet veel uit.
De v ij f opcenten van minister Harte
waren te erg.
De twintig opcenten van minister
Bertling wil men duizendmaal
sapristi 1 duizendmaal liever,dan
een verhooging van het Tarief, ten bate
der schatkist
FSISKRIJK.
De moordenares. Madame Cail
laux, dat lijdt geen twijfel, heeft haar
misdaad bedreven met koel overleg, of
zooals liet in reclitsstijl heet „met voor
bedachten rade". Ze schreef eerst een
brief 'aan liaar „man" en legde dien op
zijn lessenaar. Daarin stond dat hij haar,
wanneer ze niet thuis kwam, in de ge
vangenis zou kunnen vinden.
Dan kocht ze een revolver en begaf
zich naar het bureau van de Figaro.
Hier zat ze bijna een uur te wachten,
steeds volhardend in liaar voornemen, en
gaf ten slotte een kaartje af ingesloten
enveloppe, waarop Calmette, die met
Paul Bourget liad zitten praten, haar
terstond tegemoet ging en in zijn kamer
liet. Maar nu haalde ze terstond liaar
vuurwapen voor den dag. Vijf schoten
moet ze hebben gelost, waarvan er drie
Calmette, die terstond ineen zeeg, troffen.
Redacteuren snelden terstond toe en
een, die medicus is, legde een voorloopig
verband.
Mevrouw Caillaux bleef er bij staan
en zeide, dat alleen zóó gerechtigheid
kon worden gedaan, wijl die langs ande
ren weg niet was te Verkrijgen. Daarmee
zinspeelde zij op het feit, dat ze eerst
een rechtsgeleerde had geraadpleegd, die
haar liad medegedeeld, dat de justitie
weinig kon doen tegen de publicaties van
de Figaro.
Zij liad nu gehoord, dat er nog intie
mer brieven zouden worden gepubliceerd
en wilde dit tot eiken prijs verhinderen.
Later voor de politie zeide ze, dat ze
eiken morgen met schrik en beven de
bladen inzag, vreezend dat er weer iets
tegen Caillaux in zou staan. Ze had bo
vendien Calmette niet willen dooden,
maar hem slechts een lesje geven.
Volgens de Fransche wet staat op liaar
misdaad de doodstraf maar de advocaat
zal wel zorgen dat de jury verzachtende
omstandigheden aanneemt en „mevrouw"
er met een niet al te lang arrest afkomt.
Calmette t. De sympathieën der
Parijsche bevolking zijn voor den over
ledene. Er is druk en veel gemanifesteerd
tegen Caillaux en vooral na de onthul
lingen Dinsdag in de Kamer (zie het
Hoofdartikel in dit nummer) is in vele
kringen een sterke afkeer tegen de regee
ring merkbaar. Men verwacht vandaag
een groote anti-republikeinsche betooging
ter gelegenheid van de begrafenis van
Calmette, die voor zijn dood de laatste
H.H. Saeramentan heeft ontvangen en
voor wiens zielerust heden een plechtige
uitvaart is gehouden in de kerk van St.
Franciscus van Sales.
Caillaux, die van liet politieke tooneel
is afgetreden, moet Zondag aan tafel
hebben gezegdze moesten dien Cal
mette den hals breken.
Ontslag. Minister Monis heeft zijn
portefeuille neergelegd.
huisgezin, leerde Betzy naaien, Dirk, die
een cenigszins luie jongen was, lezen, en
werd weder kind, om met George te spe
len. Des avonds vereenigde men zich, en
vertelde men elkander de gebeurtenissen
van den dag; dan las men een hoofdstuk
uit het Evangelie, en ging men in den
slaap de krachten zoeken voor den vol
genden dag.
Do woning stond geheel alleen tusschen
zeer hooge heuvelen en een uitgestrekt
woud ingesloten. Verscheidene malen had
men beproefd, om Beauchamps de gevaren
te doen inzien, die hij te duchten had zoo
wel voor hem als de zijnen van eene
afzondering, welke hem bijna zonder mid
del van verdediging liet tegen de Rood
huiden. Immer billijk en vrijgevig in zijne
betrekkingen met de Indianen, meende
Beauchamps van hun niets te vreezen te
hebben. Zouden zij er bij winnen, als zij
mij kwaad deden? zeide hij tot zijne
vrienden; het is hun veel voordeeliger mij
met rust te laten, dewijl ik hun geregeld
die dingen geef, die zij het liefste hebben.
Zijne vrienden schudden het hoofd met
een ongeloovig voorkomen, en de kolonist
eindigde het gesprek met deze treffende
woorden: Zoo als het Gode behaagt.
Hij1 had eene omstandigheid in zijn le
ven vergeten, eene noodlottige omstandig
heid. Dit was nu ongeveer twaalf jaren
BEhdIË.
De studenten van Leuven. De
deputatie van Leuvensche studenten is
Dinsdag door kardinaal Mercier ontvan
gen om de memorie betreffende hunne
grieven te overhandigen.
Na afloop der ontvangst, die zeer har
telijk was, heeft de deputatie een oproep
aan do studenten gericht, waarin gezegd
wordt, dat Z.Em. verklaard heeft recht
vaardig en welwillend de grieven te zullen
onderzoeken.
„De kardinaal heeft", zoo besluit de
oproep, „dó hoop uitgesproken, dat de
studenten, die een beroep hebben gedaan
op de bisschoppen van België, zich aan de
uitspraak, welke zij ook moge wezen, zul
len onderwerpen en alle betoogingen sta
ken.
Zijno Eminentie heeft ook opgemerkt,
dat hij geen termijn kan vaststellen om
het antwoord te geven, daar hij eerst de
bisschoppen moest raadplegen."
Na aanplakking van dit stuk bleef Dins
dagavond alles kalm. Er werd geen en
kele betooging gehouden en tot geen nieu-
manifestaties besloten. Men kan dan ook
aannemen, dat de incidenten geëindigd
zijn. (Msb.)
Overstroomingsramp in Bel
gië. De watersnood, welke thans op vele
plaatsen in België heerscht, heeft Maan
dagavond te Berlaere een waren ramp
veroorzaakt. Rond 10 uur, toen de oever
bewoners reeds te bed waren, brak de
Scheldedijk nabij Berlaere en Schoonaer-
de door. Op nog tien andere plaatsen
werden gaten in den dijk geslagen. Het
water stroomde met verschrikkelijk ge
weld en geklots door de openingen en pver-
rompelde den geheelen omtrek. Berlaere,
Schoonaerde, Appels, zelfs Zele staat on
der water, 'tls heinde en verre niets dan
water dat men ziet.
Zes personen van Berlaere werden door
het water verrast en. zijn verdronken. Men
heeft de lijken der zes ongelukkigen ge
vonden.
Aan het Veer is Dinsdag de dijk nog
op drie plaatsen doorgebroken. De scha
de is onberekenbaar.
Dinsdagavond omstreeks 6 ure, is mi
nister Helleputte, vergezeld door zijn ka
binetsoverste, een ingenieur en verschei
dene overheden, ter plaatse van het on
heil geweest."
Nader meldt men:
Do overstrooming te Berlaere is minder
erg dan teerst gemeld werd. Er zijn geen
slachtoffers te betreuren. De zes per
sonen, die men verdronken waande, zijn
later in een naburig dorp teruggevonden.
De stoffelijke schade is echter zeer
groot en wordt steeds grooter, omdat de
overstrooming zich eiken dag meer en
meer uitbreidt.
Socialistische „Vergissingen".
De rechtbank te Gent heeft den direc
teur van een vlaswerkerij veroordeeld,
wijl hij een kind van nog geen dertien
jaren gedurende elf uren had laten wer
ken. De socialistische pers bemoeit zich
natuurlijk met dit geval cn geeselt met
haar scherpste slagen den kapitalisti-
schen uitzuiger, die zelfs de jeugd niet
spaart, maarneen, dat doet de
roode pers niet, want gezegde directeur
is een partijgenoot en daarom verklaart
„Le Peuple", dat het een eenvoudige
vergissing gold. „Soit", zegt de „Bien
Public", maar wanneer een ander bedrijfs
leider zich aan zulk een vergissing zou
hebben schuldig gemaakt, dan had men
datzelfde „Peuple" eens moeten hooren.
Het was zeker ook bij „vergissing",
dat „Vooruit" (de roode coöperatie) in
dertijd bedragen inhield van de loonen
der arbeidsters, zóó, dat tegen de admi
nistrateurs een straf werd uitgesproken.
Het was bepaald ook bij vergissiug,
dat indertijd in de magazijnen van
„Vooruit", onder den naam van natuur-
geledende Indianen hadden eenige koop
lieden van Quebec, door wie zij meenden
verongelukt te zijn hij een ruilhandel in
huiden en likeuren, uitgeplunderd en ont
hoofd; de gouverneur der vesting zond
eene expeditie uit tegen de moordenaars,
niet de gestrengste bevelen. Om de afdee-
ling tot gids te dienen had men iemand
noodig, die volkomen hekend was met de
plaatselijke gesteldheid; Beauchamps, die
dapper cn waagziek was, bood zich daar
toe aan. Do Indianen werden opgejaagd
uit hunne schuilhoeken en verloren een
groot aantal krijgslieden; zij moesten zich
onderwerpenmaar meer dan eens vestig
de zich de blik hunner opperhoofden som
ber en vorschend op den kolonist, die er
zich volstrekt niet om bekreunde.
Men weet, hoezeer de Indianen nog al
te vreemd aan alle kennis van het Chris
tendom, hunne wraakzucht koesteren; de
herinnering aan een beleediging grift zich
diep in hunne harten, tot dat het vergoten
bloed er den indruk van heeft uitgewischt.
De neger van Beauchamps waarschuw
de hem op eenen morgen, dat hij' eenige
Indianen in de omstreken had zien rond
zwerven, die, zich achter het hooge gras
en achter nopalboomen en dichte heggen
verschuilende, voor aller oogen verhor-
gen wilden blijven. Terstond begaf de ko
lonist zich welgewapend naar die plaats
boter, margarine werd verkocht en dat
toen de depothoudsters de straf moesten
dragen, terwijl ze verplicht waren, en
kel de waren, door „Vooruit" geleverd,
te verkoopen.
Het was bij vergissing, dat de direc
teur der roode bakkerij werd veroordeeld
wegens overtreding der arbeidswet.
Het was bij vergissing, dat „Vooruit"
een recept gaf voor de fabricage va-
bommen en dat het denlof zong van
de dynamiet
Het is bij vergissing, dat thans milli-
oenen worden besteed aan den bouw
van een volkspaleis
De „Bien Public"had er nog een „ver
gissing" bij kunnen voegen
Een medewerker van „De Waarheid",
het orgaan der onafhankelijke Gentsche
socialisten, heeft het nieuwe feest paleis
bezocht. Hij zag tot zijn groote verba
zing dat het restaurant der socialisten
is verdeeld in klassen. De socialisten
parvenu's hebben eene afzonderlijke
ruimte, en afgescheiden van de prole
tariërs. Vervolgens komen de handels
reizigers, die leveren of hopen te leve
ren aan de magazijnen der maatschappij
„Vooruit". De werklied n bevinden zich
aan den anderen kant, op eerbiedigen
afstand van „de heeren". De weiklui
moeten zich tevreden stellen met één
schotel, de heeren ontvangen er drie of
vier. („Centrum".)
Spoorwegongeluk. De express-
trein OstendeWeenen is Dinsdagavond te
Dolhain, bij de Belgisch-Duitsche grens
op een goederentrein geloopen. Er valt
een doode te betreuren, terwijl verse,hei
denen gewond zijn. De stoffelijke schade
is aanzienlijk.
e are e ii a jh
In het Lagerhuis werd Dinsdag een da
me gearresteerd, een zekere miss Cathe
rine Wilson, die in mannenkleeren het
Huis was binnengedrongen en op een
plaats, niet voor het publiek bestemd,
had plaats genomen. Een agent die haar
zitten zag, kreeg ondanks haar vermom
ming kwade vermoedens en arresteerde
haar. Het bleek, dat ze in den mouw van
haar jas een rijzweep had zitten, waar
mede, naar zij op het politiebureau ver
klaarde, gehoopt had óf Asquith of Mac
Kenna to bewerken. De dame werd tot
zes weken „hardlabour" veroordeeld.
(Msb.)
De Home Rule kwestie. De
motie van afkeuring tegen de regeering
werd Donderdag met 345 tegen 252
stemmen verworpen. Het debat verliep
zonder bijzondere voorvallen nadat in het
begin enkele stormachtige scènes hadden
plaats gehad, en vele redevoeringen van
beide zijden waren zeer verzoeningsge
zind van toon.
Maccurdy (radicaal), merkte op, dat
de geest van verzoeningsgezindheid, bij
het vorderen der beraadslagingen duide
lijker aan den dag was getreden.
VUITSCHLAKU.
Onderscheiding Z. H. de Paus
begiftigde Freiherr Von Hertling, minis
ter-president van Beieren met het Groot-
Kruis der Pius-orde.
Het Sancian-eiland bekeerd.
De „Petrus Bliitter" weet te melden,
dat de geheele bevolking van het eiland
Sancian of Tschang-Tschwan-Schan, op
30 K.M. van de kust van Kwangtoeng,
Katholiek geworden is.
Tijdens de laatste onlusten in deChi-
neesche republiek, waren een bende roo-
vers uit Kanton naar het eiland gekomen
om er naar hartelust te rooven en buit
bijeen te garen. De aanzienlijken, cp
heen, en er niets ontdekkende, overlaad
de hij dien bloodaard met zijn zwart gezicht
met spotternijen. Intusschen kwamen de
vroegere raadgevingen zijner vrienden hem
in het geheugen terug; hij meende eenige
maatregelen tot zekerheid te moeten ne
men. Hij liet ,al zijne kinderen in een
goed gewelfden kelder slapen, die met
matten bekleed en waarvan de ingang
door tonnen verborgen was; bovendien
zag hij de geweren na, maakte eene kleine
opening aan weerszijden der deur, onr
er de loopen der geweren in te plaatsen
en beval zijn beiden bedienden, dat zij
elkander op den post van schildwacht
moesten aflossen. Al die maatregelen kon
den niet genomen worden zonder de ont
steltenis van Anna en Marianne op te
wekken; deze laatste vooral smeekte hare
ouders, dat zij haar aan hunne zijden zou
den laten blijven, om de gezellen hunner
gevaren te zijn zoo als zij die in al hunne
vreugden was geweest. Gedurende ver
scheidene nachten begaf zij zich al snik
kende naar den kelder, maar zij droeg wel
zorg, dat de kindoren hare droefheid niet
bemerkten, die .als zorglooze schepseltjes
te midden van smarten leefden, waarvan
zij geen bewustzijn hadden.
(Wordt vervolgd.)