Zaterdag 21 Maart 1914
Tiende Jaargang
No. 85
Verschijnt eiken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Dit nimmer bestaat nit 8 bladzjjtleii.
EERSTE BLAD.
Bloed en Modder.
Welk weder zullen wij hebben
BINNENLAND.
Abonnementsprijs g. 3 maanden voor Goes f 0.75, daarbuiten f 0.95
Afzonderlijke nummers 5 cent, dubbele bladen 10 cent.
Advertentiën worden ingewacht op Maandag en Woensdag vóór
balt drie en Vrijdag vóór een uur 's namiddags.
Kanfoor v. d. Administratis: Gangepoortstraaf C 209, GOES
ReclamebericKten 25 Ct. p. r. Bjj abonnement speciale prjjs.
Advertentiën van 15 regels f 0.50; iedere regel meer 10 Ct.
Eenzelfde advertentie 3 X geplaatst, wordt 2 X berekend.
Dienstaanbiedingen 5 regels voor 25 Ct. S contant,
De abonné's op dit blad, in het bezit der door de B gulden bij verlie9 van beide I BB* gulden bij
directie uitgereikte polis, zijn, overeenkomstig de )9 1191 banden, voeten of oogen. )9 9 9 verlies van een
daarvoor vastgestelde Verzekeringsvoorwaarden, I 11 11 I Voorts bij ongeneeselijke 9 19 9 hand, voet
GRATIS verzekerd tegen ongelukken voor: verstandsverbijstering; 9 U of oog; I'V duim
De uitkeering der bovenstaande bedragen is gewaarborgd door de „Hollandsche Algemeene Verzekerings-Bank" te Schiedam.
150 100 60 3£ 25
gulden bij
verlies van
eiken anderen
vinger.
Zij, die zich met ingang van 1 Apri
a. s. op ons blad abonneeren, ont
vangen de tot dien datum verschij
nende nummers gratis.
Het politieke drama, dat Maandag
avond op de bureaux van de „Figaro"
werd ingezet met den moord op Galmette,
vond Dinsdag zijn epiloog iu de Kamer
van Volksvertegenwoordiging door een
minder bloedige maar even schokkende
gebeurtenis.
Het is niet van belang ontbloot, een
wijle stil te staan bij dit drama, dat ons
de vervalperiode van het Byzaiiujnsclie
rijk voor den geest roept, ai ware het
alleen maar om te doeii zien, hoe geheel
dat ofiicieele republikemsche Frankrijk,
samengesteld uit de bonzen van het
radico sociahstisch anti-elericalendom, er
uitziet als een gepleisterd graf, fraai van
buiten, maar van binnen vol bederf.
Waarlijk, er ligt geen overdrijving in,
wanneer men na deze beschouwing
Hamlet's woord„er is iets rots m Dene
marken" op het laud van Marianne toe
past. Veeleer zal men geneigd zijn er bij
te voegen: met „iets" maar veel, zeer
veel rottends.
Personen, die Frankrijk door en door
kennen, beweren, dat dit schoone land
met zijn van nature edelaardige en groot
moedige, zij het ook wat wufte bevol
king door een betrekkelijk zeer klein
getal van intriganten wordt getirauni-
seerd. Het roer van staat is er m handen
- van eene oligarchie van lieden, die han
dig gebruik makende van de politieke
en dynastieke geschillen die de natie
verdoelen en op sluwe wijze Gambetta's
leuze„le ciericalisme, voila l'enuemi"
j ten hunnen prohjte expioiteerende, hun
machtspositie weten te handhaven en de
beste plaatsen aan de staatsruif voor hen
izelven en hunne vrienden weten open
I te houden, daarbij den schijn aannemende,
als ware het hun alleen om de roem en
grootheid der republiek en de belangen
der democratie te doen.
Hoe snel de ministeries in de laatste
20 a 30 jaren ouk wisselden, het karakter
der portefeuiliedragers openbaarde zich
onveranderlijk als dat van iieden, die in
het „a has la calotte", „weg met den
godsoienst" hun hoogste re^eeringsideaal
zien. Het geloof van het Katholieke
Frankrijk, zijn priesters, zijn missiona
rissen, zijn liefdezusters, zijn onderwijs,
ja zelfs zijn kerkgebouwen, abdijen en
kloosters waren het voorwerp van hun
fanatieken liaat, hun renegatenwoede,
hun vervolgingswaanzin. Sterk door hun
overmoed, sterk ook door de vreesach
tigheid der goedgezinden wisten deze
moderne Jacobijuen hun machtspositie
te handhaven en de natie te doen be
rusten in het anticlericaal-republikeinsche
régime, dat de suprematie des Aimach-
tigen heeft vervangen door de supre
matie van het meest platte eigenbelang,
het ineest botte egoïsme.
Dinsdag j.l. is dat regime in al zijn
afzichtelijkheid voor heel het land te kijk
gezet. Het openbaarde zich niet meer en
niet minder als een verkrachting van het
recht, een schennis van de publieke eer,
een verguizing van het openhaar prestige.
Calmette, die minister Gaillaux op de
kaak stelde als een politieken huichelaar,
een man, die zijn ambt misbruikte om
te speculeeren en zijn vrienden te laten
geld verdienen, was voor Gaillaux en
diens kornuiten een levende nachtmerrie
geworden. Dag aan dag drukte Calmette
in de Figaro nieuwe bescheiden en brieven
f 1J, die zijn bewermgen weer nieuwe
ewijskracht verschaften en de onrust der
konkelende en intrigeerende machtsusur
patoren vergrootten.
Doch liet revolverschot van de tweede
vrouw of „vriendin" van minister Cail-
l&ux rukte C&lmctte uit dit leven. Wee*
was de nachtmerrieEen opluchting Zoo
dacht men althans bij de regeeringskliek,
door F. N.inde Vingtième Siècle
zoo vlijmend seherp geteekend als „une
societé dont les élègauces conventionelies
dissimulent impartaitement, aux yeux
des observateurs attentifs, les appétits
carnassiers et les passions féroces'.-)
Doch een der kogels uit de Browning
van madame Caillaux-Glarétie 3) had de
portefeuiie geraakt, die de ongelukkige
Galmette in zijn binnenzak bewaarde.
Daarin was nog een ander document,
waarvan de openbaring als een donder
slag zou weerklinken bij helderen hemel
tot ontzetting van geheel Frankrijk.
Die slag nu is Dinsdag gevallen, want
toen is het document openbaar gemaakt.
Kil wel onder de volgende omstandig
heden. e
De afgevaardigde Delahaye, van de
rechterzijde, vroeg naar aanleiding van
het geopende debat over de Rochette-
zaak'j, aan den marine-minister Monis
of deze, toen hij ministerpresident was,
al dan niet, met medeweten en op aan
stoken van den minister van financiën
Gaillaux, pressie heeft uitgeoefend op
den procureur-generaal Fabre, teneinde
dezen er toe te brengen de behandeling
van het Rochette-proces ten gerieve der
regeering uit te stellen, opdat deze zaak
door verjaring van de lijst zou kunuen
worden afgevoerd.
Nog vroeg Delahaye of er al dan niet
een document op deze behandeling be
trekking hebbende bestond. Zoowel Monis
als de minister-president Doumcrgue be
antwoordden beide vragen ontkeimend.
Jeaures, die voorzitter was van de
enquête-commissie in de Rochette-zaak
viel de ministers bij, doch voegde er aan
toe, dat de Kamer thans zeker weten
moet of er een document bestaat.
Toen kwam de „coup de theatre",
mrthou, oud-minister, oud-zegelbewaar
der beklom 't spreekgestoelte, ontvouwde
een wit papier, legde het voor zich en
er op wijzende zegt hij: „hier is het".
Een onbeschrijfelijke ontroering maakt
zich van de Kamer meester. Barthou had
het indertijd van den toenmaligen zegel
bewaarder Briand ontvangen maar liet,
in stede van t aan de enquête-commissie
ter hand te stellen, onder zich gehouden.
Thans kwam hij er mee voor den dag.
Hij las het voor en de Kamer kwam het
volgende te hooren
„Cour d'Appel de Paris
Cabinet du procureur général.
„Procés-verbal. Copie pour M. le
garde des sceaux.
„Mercredi le 22 mars 1911
ai été mandé par M. Monis, pré
sident du conseil. 11 voulait meparler
de 1 affaire Rochette. II me dit que le
gouvernement tenait a ce qu'eüe ne
ne vint pas devant ia cour ie 27 avnl
date iixee depuis longtemps, oii elle
pouvait créer des embarras au ministre
des linaiices, au moment oü celui-ci
avait deja les affaires de liquidation
des congregations religieuses, celle du
Crédit foncier et autres du même genre.
Le président du conseil me donna
lordre d'obteiiir du president de la
chambre correctionnelle la remise de
cette affaire après les vacances judi-
ciaires d aoïit a septembie. Je protestai
avec energie. J ai indiqué combien ii
m etait impossible de remplir une pa-
reille mission. J'ai supplié qu'on laissüt
allaire Rochette suivre son cours
normal. Le président du conseil main-
tint son ordre et m'invita a aller le
revoir pour lui rendre compte J'etais
indigue. Je sentais bien que c'étaient
les amis de Rochette qui avaient monté
ce coup invraisembiabie. Le vendredi
21 mars, M° Maurice Bernard vint au
parquet. 11 me dèciara que, cédant aux
solicitations de son ami, le ministre
des hnances, il allait se porter malade
et demander la remise, après les gran-
des vacances, de l'affaire Rochette. Je
lui répondis qu'il avait l'air fort bien
portanr, mais qu'il ne m'appartenait
pas de discuter les raisons de santé
personnelles invoquées par eet avocat
et que je ne pourrais, le cas échéant,
que m'en rapporter a la sagesse du
président. 11 écrivit a ce magistrat.
Gelui-ci, que je u'avais pas vu et que
je ne voulais pas voir, répondit par
un refus. M° Maurice Bernard se mon-
tra fort irrité, vint récriminer auprès
de moi et me lit comprendre. par des
allusions a peine voilées, qui'il était
au courant de tout. Que devaisje faire
Après un violent combat intérieur,
apres une veritable ense dont fut seul
témoin mon ami, le substitut Bloch-
Larocque, je me suis décidé, contraint
par la violence morale exercée sur moi,
a obéir. J'ai fait venir M. Bidault de
l'Isle. Je lui exposai avec émotion les
hésitations oii je me trouvais. Finale-
ment M. Bidault de l'Isle consenti, par
affection pour moi, a la remise. Le soir
même, c'esta-dire le jeudi 30 mars, je
suis allé chez M. le président du con
seil. Je lui ai dit ce que j'avais fait.
„II a paru fort content. Je l'etais
beaucoup moins. Dans l'antichambre je
vis M. Dumesnil, directeur du „Rappel",
journal favorable a Rochette m'outra-
geant fréquemment. II venait sans
doute voir si je m'étais soumis. Jamais
je n'ai subi une telle humiliation.
„Le 31 mars 1911.
„(signé) FABRE."
Hof van Appel van Parijs.
Kabinet van den Procureur-Generaal.
Proces-verbaal. Copie voor den heer
Zegelbewaarder.
„Woensdag, 2 Maart 1911, werd ik
geroepen bij den heer Monis, voor
zitter van den ministerraad.
Hij wilde mij spreken over de zaak-
Rochette.
Hij zeide mij, dat de regeering er
op gesteld was, dat de zaak met in
behandeling kwam voor het Hof op
27 April, den reeds sedert langen tijd
vastgestelden datum; dat de behan
deling moeilijkheden in het leven zou
kunnen roepen voor den minister van
iinauciën, op het oogeublik waarop
deze reeds de zaken der religieuse
congregaties, die van het „Credit
foncier" en anderen van hetzelfde
soort voor zijne rekening had.
De voorzitter van den ministerraad
gaf mij bevel van den president der
correctioneeie rechtbank het uitstel
van deze zaak tot na de justitiëele
vacant ie van Augustus en September
te verkrijgen.
Ik heb met kracht geprotesteerd.
Ik wees er op, hoe pijnlijk het mij
was, zulk eene zending te vervullen.
Ik hebt gesmeekt dat de zaak-Rochette
haar gewoon verloop volgen zou. De
voorzitter van den ministerraad hand
haafde zijne bevelen en noodigde mij
uit, hem wederom te bezoeken om
hem verslag uit te brengen.
Ik was verontwaardigd. Ik gevoelde
wel, dat het de vrienden van Rochette
waren, die dit onwaarschijnlijk schan
daal hadden opgezet.
Vrijdag 24 Maart, bezocht mr. Mau
rice Bernard het Parket. Hij verklaar
de mij, dat hij, gehoor gevende aan
het verzoek van zijn vriend, den
minister van financiën, zich ziek giDg
melden en het uitstel tot nadegroote
vacantie van de zaak van zijn vriend
Rochette ging vragen.
Ik antwoordde liem, dat hij er zeer
gezond uitzag, doch dat liet mij niet
toekwam dispuut te voeren over rede
nen, van gezondheid, persoonlijk door
een advocaat ingeroepen en dat ik bij
dezen stand van zaken mij slechts kon
houden aan het oordeel van den
president.
Hij schreef aan den magistraat.
Deze, die ik niet gesproken had en
niet wilde spreken, antwoordde hem
met een weigering.
Mr. Maurice Bernard toonde zich
hierover zeer verstoord. Hij kwam zijne
ontevredenheid bij mij uiten en deed
mij door nauwelijks bedekte toespelin
gen begrijpen, dat hij van alles op de
hoogte was. r
JVat moest ik doen
Na een hevigen innerlijken strijd, na
een ware crisis, waarvan de getuige
de eenige getuige trouwens, mijn
vriend en substituut, Bloch-Larocque,
was, heb ik besloten, gedwongen door
gehoorzatn geweld' miJ aangedaan, te
Ik heb den president Bidault de
ilsie doen komen. Ik heb hem met
ontroering den toestand, waarin ik mij
bevond, uiteengezet. Uit genegenheid
voor mi], stemde Bidault de l'lste ten
slotte toe in het gevraagde uitstel.
Denzeltden avond, dit wil zeggen
Donderdag 30 Maart, ben ik naarden
voorzitter van den ministerraad gegaan
en heb hem gezegd, wat ik gedaan had.
dij scheen zeer tevreden.
Ik was het veel minder,
ln de antichambre heb ik du Mesnil
gfoTk dl£ec;teur van. de „Rappel", een
blad, Rochette gunstig gezind, dat mij
herhaaldelijk beleedigde. Hij kwam on-
had"1 vraSen of ik mij onderworpen
ondergLJ? ZUlk 6611 vernederin8
31 Maart 1911. (geteekend)
V. FABRE.
De indruk door de lezing van liet do-
kon6nietgeJ6dt WaS ".^etterend en
kon niet worden verminderd door de
ontkenningen van Monis en Uoumergue
Jeaures had gemakkelijk spel met zijn
aandringen op een nieuwe enquête met
Mar |es v?lmacht> welk voorstel door
nomen®ambert "'gediend, werd aange-
D«; de Paris" schrijft dan ook
„Niets kan de verslagenheid der kamer
beter kenschetsen dan dat zij aan Jamls
onbepeikte volmacht verleend. Jaurès zal
als voorzitter van de Rochette-commissie
de opperste rechter der republiek |n!
Hij za verhooren afnemen, vervolgen
tZV'rVJk€ P°!hlC' de een'
tenw g?,rs ku'men doen in hech
tenis nemen. Van alle schandalen die
is dit11'weÜtnhfZ' Z^iD8 8ebracht h'eeft,
de eUtS
h?drtdoTn Tal."64 liJkt twijfelachtig> of
De „Libre Parole" roept uit Welk
een schande voor een groot land'in de
handen van zulke heeren gevallen te
zijn. Indien heel Frankrijk een zitting
nen danan Dm*daS had kunnen bijwo°
en, dan zou huu tyrannie geen vh'f
minuten meer duren.
denten drie ministerpresi-
der natie M r" v0<" het aanschijn
aer natie, Monis die den procureur.»»
neraal Fabre had beïnvloed om het eerste
Rochette-proces zes maanden uitle
teJpati?srhSP]0Ivent van "De Maasbode"
te Jrazijs besluit zija verslas aldnc
den C'est leT halfrond daar bene-
uen. „o est ie commencement delaiiin"
Of Hide Va" Wat? Van de republiek??
Ol die vraagteekens eerlang in ui troen
DaMSisZaltHd m°eten WOrde" omSezet
Daai is altijd nog een woord van Thiers
ondeLmanPede' de2e republiek zal
„in bloed en slIijk ®Sa,'getda"Sla b°Ue"'
voord,W det °f ?e 8ro°te afrekening niet
langzaam maa/lijn G°dS m°len maalt
Men moge over de strijdwilze van finl
M papiera denkén zoo
Verwachting tot den avond van 2 I Maart
Stormaziiiige, later afnemende Zuid-Ooste
lijke tot Zuid-Westelijken wind. Üetrokken
lucht met regen, later zwaarbewolkte lucht.
Vooral des ochtends zachter.
men wil, de man heeft de hem ten.dienste
staande bescheiden slechts gebruikt in zoo
verre zij hem politieke gegevens voor
zjjn vermoedens aanboden, alle particulari
teiten en intimiteiten liet hij onaangeroerd,
ze zagen het licht niet.
-) Ten gezelschap dat met zjjn conventio
neels elegante manieren slechts onvolkomen
zijn roofzuchtige begeerten en vvreeae passies
weet te bemantelen
Léon (Jlarétie is denaam van den eersten
nog levenden doch gescheiden echtgenoot
van madame Caillaux.
Kocnette was een misdadig .bankier die
72 millioen frank van openbare spaargelden
stal en in eerste instantie veroordeeld, appèl
aanteekende tegen zyn vonnis.
j Er blijft inderdaad nog altijd een duister
punt, dat de commissie van onderzoek heeft
op te helderen, n.l. dit
Het document door den procureur-generaal
Fabre geteekend is absoluut in tegenspraak
met de verklaringen afgelegd voor de com
missie van enquête. De felle ontkenningen
van Monis zijn absoluut in tegenspraak met
het docuinent-Fabre. Waar is ae waarheid?
Galmette schjjut nog meerdere bezwarende
stukken tegen Caillaux en diens kliek, in
die portefeuille gehad te hebben. Volgens
den Hoofdredacteur van de „1' lntransigeant",
die ze enkele dagen voor uen moordaanslag
gezien neeft, droegen twee stukken het stem
pel van het archiel van het ministerie van
buitenlandsche zaken. De documenten be
vatten geheime correspondenties van een
vreemde regeering (Duitschland) met den
Franschen minister van buitenlandsche zaken,
waarin de eerste haar besten dank uitspreekt,
dat Gaillaux, destyds minister-president, zoo
krachtig voor de belangen der naburige natie,
inzake de Congo-kwestie, was opgekomen
V Wat ki<!St gij7
Kiezer uit den neringdoenden en lian-
deldrijvenden stand, die verleden zomer
de concentpali© gteundet om het „dure"'
kabinet Heemskerk met zijn tariefwet weg
te jagen, wrijf uw oogen eens goed uit en
zie toe:
Kolk m a n wilde BUITENLAKDSCH
bi er belasten en het inlandsche
v r ij 1 a t e n.
Bertling wil juist andersom
doen.
Kolkman wilde BUITENLANDSCHE
sigaretten en sigaren belasten en
zoodoende de N e d o r 1 a n d s c h o siga-
renindustrie steunen.
B e r t i i n g wil eigen, Nederland-
schc sigaren ZWAaR belasten en
daardoor do industrie drukken.
Buitenlandsche tabakfabrikaten
laat hij ongemoeid.
Wie put 's lands levensbronnen uit?
.Wie maakt de genotmiddelen van onp
volk de sigaar vooral voor u on
bereikbaar?
Wie? Do man der rechterzijde of de
liberaal?
Welke richting is dus de uwe, gij die
zegt bij de politiek alleen op uw eigen'
belang te letten?
Gemeenteraadsverkiezing te Rotterdam.
Bij de Woensdag gehouden stemming
voor een lid van den gemeenteraad in
district I vacature-Tuiustra) werden uit
gebracht 5297 geldige stemmen. Hiervan
verkregen de heeren W. v. Heteren (S.
D. A. F.) 1Ï23, J. de Jong (lib.) 1349,
dr. W. v. Ravestijn (S. D. F.) 71, en K.
A. Warmenhoven (C. H.) 2124 stemmen
zoodat herstemming moet plaats hebben
tusschen de heeren v. Heteren en War
menhoven.