Dit nnBiffler testaat Bit a MadEijden.
EERSTE BLAD.
No. U7
Zaterdag 13 December 1913.
Negende Jaargang
Vediijni tlta MAANDAG-, WOENSDAG- in VRIIDAGAV1MD.
BINNENLAND
UIT ZEELAND.
Welk weder zullen wij hebben
Abonnementsprijs p. 3 maanden toot Goes 0.75, daarbuiten f 0.95
Afzonderlijke nummers 5 cent, dubbele bladen 10 cent.
AdTertentiën worden ingewacht op Maandag en Woensdag vóór
half drie en Vrijdag vóór een uur 's namiddags.
Kantoor v. d. Administratis: Sanzepoorfsfraat C 209, GOES
Reclameberich'ten 26 Ct. p. r. Bij abonnement speciale prijs.
Advertentiën van 15 regels ƒ0.50; iedere regel meer 10 Ct.
Eenzelfde advertentie 3 X geplaatst, wordt 2 X berekend.
Dienstaanbiedingen 5 regels .voor 25 Ct. k contant.
De abonné's op dit blad, in het bezit der door de
directie uitgereikte polis, zijn, overeenkomstig de
daarvoor vastgestelde Verzekeringsvoorwaarden,
GRATIS verzekerd tegen ongelukken voor
<500
gulden bij verlies van beide
banden, voeten of oogen.
Voorts bij ongeneeselijke
verstandsverbijstering
W* gulden bij I fk gulden bij gulden bij P*
jfl verlies van een A I II I verlies I verlies van
I 11 hand, voet I I 11 I van een I I een M Z I
IUU of oog; IVV duim; WW wijsvinger. fcW
gulden bij
verlies van
eiken anderen
vinger.
De uitkeering der bovenstaande bedragen is gewaarborgd door de „Hollandsche Algemeene Verzekerings-Bank" te Schiedam.
Zij, die zich met I Januari a.s. op ons
blad abonneeren, ontvangen het tot dien
datum GRATIS.
Viviani de maanblusscher.
Het Fransche ministerie heeft onder zijn
leden ook Viviani, den benachten maan
blusscher, die de lichten des hemels voor
uitgedoofd verklaarde. Abbé Lecigne
hoofdredacteur van den „Univers" beeldt
hem als volgt uit, volgens vertaling van
„De Maasbode":
„Een Viviani aan het openbaar onder
wijs! Viviani, de groote domper van de
hemellichten, die de rage lijkt te hebben
om alles te dooven. Hij is woedend op
God, omdat deze tot den morgenstond
0 van de wereld zeide: het zij licht! Hij
heeft gezworen, dat het niet meer we
zen zal. 'tls een kwestie van tempera
ment: nachtvogels houden noch van de
zon, noch van de sterren. Ik geloof ook,
dat het een kwestie is van jaloeziewat
schittert hindert dien obscuren rhetor. Hij
poetst zijn zinnen niet Ecla-smeer; zij
glimmen en daveren als gendarme-schoe
nen. Hij kan God niet vergeven zijn be
scheiden krachten niet noodig te hebben.
Maar alle kinderen van Frankrijk zijn
voor een tijdje onder dien domper te
recht gekomen."
TWEEDE KAMER.
Het Politiek Debat.
Alles in extenso weer te geven wat
dezer dagen in de Tweede Kamer ge
sproken is, zou met het oog op de ons
toegemeten ruimte, moeielijk gaan. Wij
wenschen slechts het voornaamste aan
t.e stippen.
Maandag hield dr. Bos, de voorman
der vrijz.-democraten, zijn groote rede, of
liever lezing, want hij las alles af van het
papier.
Een groot deel van zijn rede was na
tuurlijk gewijd aan het afweren van den
aanval door Troelstra op hem en zijn partij
ondernomen, waarbij hij de tegenstrijdige
houding door den hoofdman der socialis
ten bij de ministeriëele crisis aangenomen,
scherp kritiseerde. Verder trachtte hij in
strijd met wat eerst door de heeren De
Meester en Tydeman was betoogd, aan
te toonen, dat het kabinet-Gort van der
Linden los staat van de Concentratie.
Ook lanceerde de heer Bos de vrij ge
waagde bewering, dat het antipapisme met
moet geweten worden aan de vrijzinni
gen, maar aan.de voorstanders van
de anti-these politiek, die de geloofsver
schillen heeten aan te scherpen.
In de rede van den heer Loeff vond
de heer Bos een voor hem onsympa
thieke passage, n.l. die waarin werd aan
gedrongen op uitsluiting der sociaal-demo
craten van staatsambten, waartoe de
Grondwet hun den toegang openstelt.
Dit is, beweerde spr., dezelfde zon
de, waaraan men zich schuldig maakt, als
men katholieken op; grond van ultramon-
tanisme van sommige ambten wil uit
sluiten.
Alsof „Ultramontanen" en Socialisten,
die zich op revolutionair standpunt stel
len, op één lijn zijn te plaatsen I
In de avondvergadering was Waterstaat
aan de orde en werden door allerlei leden
allerlei wenschen geuit voor de belangen
der verschillende districten.
Voor ons is van belang de vlotte en
vrijmoedig voorgedragen „maidenspeech"
van den heer Bongaerls, afgevaardigde
voor Roermond, woonachtig te Goes, die
do aangevallen salarisverbetering der
hoofdingenieurs verdedigde, al kon hij
daarmede een amendement van den heer
Monté Verloren, om die verhooging der
wedde niet toe te staan, niet verhinderen.
De vergadering van Dinsdag is merk
waardig door de redevoering van den heer
Lieftinck, die als man van troffel en
schootsvel de Loge verdedigde en te keer
ging tegen de Katholieke Kerk, de Je
zuïeten natuurlijk! en er zelfs het
onschuldig bezoek van Kardinaal Van
Rossum aan ons land bijhaalde.
Blijkbaar zat het den afgevaardigde
dwars, dat baron Van Wijnbergen uit een
maijonniek tijdschrift dat niet in den han
del is, eenige voor de broeders-vrijmet
selaren onaangename mededeelingen had
geopenbaard. Maar daarin ligt juist het
punt in kwestie. Een vereeniging, die
het licht niet vreest en de openbaarheid
niet schuwt, heeft geen bescheiden die
„niet in den handel" zijn. De constituties
b.v. van de zoo gesmade Jezuiëtenorde
zijn voor iedereen te krijgen en te raad
plegen. Ondanks alle fraaie theorieën over
de humainitaire belangen welke de Loge
heet te dienen, blijft zij een geheim ge
nootschap, waarvoor iedere regeering, die
zichzelve respecteert, op haar hoede moet
zijn. Er is braaf gespot in de liberale
bladen met Van "VVijnbergen's bewering,
dat de Loge dezen zomer zich met de
verkiezingen heeft bemoeid, maar het is
toch wel eigenaardig, dat de niet-clericale
Vivat 's-E ncyclopaedie toegeeft,
dat de Vrijmetselarij in ons land staat
kundige actie heeft gevoerd tegen het mi-
nisterie-Kuyper.
Intusschen vreest de Kerk den strijd
tegen de Loge niet. Waar in den titanen
kamp tusschen Kruis en Halve Maan aan
haar de zege bleef, daar kan in den
strijd tusschen het Kruis en de Acaciatak
de uitslag niet twijfelachtig zijn.
De heer Ter Spill verspilde veel tij'd
en woorden met het goedpraten van zijin
anti-papisme.
De heer Aalberse diende hem van ant
woord door zijn rede (die des heeren
Ter Spill) als een antiquiteit,je van den
Kulturkampf uit het jaar '70 te betitelen.
Het hoofdbetoog van den afgevaardigde
voor Almelo was een bestrijding van
Troelstra's theorie over de scheiding van
alle parlementaire groepen in twee dee-
len: conservatieven en democraten.
De Katholieke Staatspartij kan die schei
ding niet aanvaarden.
Alleen op hot stuk van ondergeschikte
punten bestaat verschil van opvatting.
Doch die verschillen zijn oneindig veel
geringer dan die, welke do Katholieken
van de Vrijzinnig-democraten scheiden.
Do Katholieken willen bovendien niet
zijn een klassepartij, doch de partij voor
het geheel Katholieke volk.
Het bevreemdde den heer Aalberse zeer,
dat de Vrijzinnig-Democraten, die in hun
politieke en sociale leer aanrakingspun
ten hebben met de Katholieken, door hun
tintrede in de concentratie van hun vrij
zinnig organisch standpunt teruggaan naar
het liberale standpunt, het individuëele.
Het is dan ook zijn grief, dat in dit
Ministerie zitting hebben twee mannen,
de Ministers Treub en Cort van der Lin
den, die beide aanhangers waren van de
organische staatsleer en nu komen met
het daarmede in strijd zijnde Staatspen
sioen en een uitbreiding van het individua
listisch kiesrecht.
De antirev. heer Van der Molen kwam
met cijfers, dip welsprekend betoogde, «lat
het volk inderdaad de vrije school
wenscht.
In 1875 was het aantal leerlingen der
'bijzondere school 24.3 pCt. van het totaal
aantal schoolgaande kinderen. In 1890,
toen nog geen cent subsidie was genoten,
was dit percentage gestegen tot 29.3; in
1905, toen de wet-Kuyper werd aange
nomen, was het 33.4 geworden; in 1912
39.2. Terwijl van 1905 tot 1912 het abso
lute aantal leerlingen der openbare school
stationair is gebleven.
En dit alles, niettegenstaande nog altijd
aanzienlijke offers van de voorstanders
der bijzondere school worden gevraagd.
De heer Rutgers, ook een spreker der
rechterzijde, heeft Minister Treub ge
steld tegenover het Kamerlid Treub;
den Staatspensioen-hater tegen
over den Staatspensioen-bevor
deraar en verder aangetoond, dat de
liberale heeren die vóór de herstemming;
do door de S.D.A.P. gestelde vragen be
antwoordden, zich een imperatief
mandaat lieten meegeven, iets wat da
Grondwet verbiedt.
De heer Vliegen (S.D.A.P.) kwam mi
nister Bertling aansporen om de „bezit
tende klasse" maar eens flink te laten
opdokken.
De heer Nierstrasz hield een vrijwel
onverstaanbare maidenspeech over het
„conto finito" der spoorwegen.
hi deze zitting werd gestemd over het
bovenvermelde amendement-Monté Verlo
ren ter veriaiging van de salarissen der
hoofdingenieurs. Het viel met 53 tegen
15 stemmen. Al de Katholieken stemden
tegen. Bij- deze stemming speelde de heer
De Mui-alt, afgevaardigde voor Oostburg,
een rol en wel die van vluchteling. In
de Maandagavondzitting had hij! met den
heer Ter Laan, Minister Leiy's beleid hef
tig aangevallen. Nu ging' hij vóór de stem
ming over het door den antirev. heer
Monté's ingediende amendement weg. Ook
een held op- sokken!
Woensdag heeft de regeering bijl monde
van minister Cort van der Linden gespro
ken, nadat nog 5 sprekers uit verschil
lende groepen het woord hadden gevoerd.
Men zou den premier onrecht aandoen
indien men niet toegaf dat hiji van een
verzoenende houding jegens de rechter
zijde blijk gaf zooals deze woorden be-
wij'zen; De religieuze beginselen dier par
tijen eerbiedig ik niet alleen, maar ik
kan ook begrijpen, dat ze zich door die
religieuze beginselen saamgebonden ach
ten.
Over de onderwijskwestie sprak hij als
volgt, volgens het analytisch verslag.
De Regeering heeft gemeend, dat zij
bij de voorgestelde grondwetsherziening
geen voorstel tot herziening van art.
192 mocht doen. Geen voorstel. Spreker
legt hierop den nadruk, omdat daar
mede niet uitgesloten is de mogelijkheid
van een herziening van dat artikel.
Waarom heeft de Regeering gemeend,
daartoe geen voorstel te moeten doen?
In de Memorie van Antwoord is daar
omtrent reeds een en ander gezegd.
De heer Loeff en anderen hebben deze
gronden zwak genoemd.
Men kan over die appreciatie verschil
lend denken. Maar spreker meent nog
altijd te moeten volhouden, dat uit een
politiek oogpunt, de Regeering niets an
ders kon doen dan zijl gedaan heeft.
Om dit "te beoordeelen, moet. men zich
stellen op het standpunt der Regeering
en niet op eigen standpunt. -
Spreker herhaalt, dat men moet trach
ten, zich te verplaatsen op het stand
punt der Regeering. Men kan zeggen:
uw appreciatie is niet. juist, maar men
kan daarom niet wegnemen, dat die
appreciatie er is. En van dat standpunt
moet men erkennen, dat het een goede,
een logische politiek is. En als, niet
tegenstaande dit, nu toch het onderwijs
vraagstuk aan de orde wordt gesteld,
waarom geschiedt het dan? Men heeft
zich dat aan de rechterzijde verkeerd
voorgesteld. Het geschiedt, omdat de
Begeering innig overtuigd is van het
groote belang voor ons volk van een
pacificatie, omdat deze Regeering als
een zelfstandig Kabinet de kracht in
zich voelt, niet om op te treden, ge
lijk de heer Lohman het noemde, als
arbiter, maar als een eerlijk makelaar.
Dan geschiedt dit juist, omdat de Re
geering werkelijk rekening wil houden,
zooveel mogelijk, met de wenschen,
neen, sterker, met het rechtsgevoel van
de rechterzijde.
De politieke schoolstrijd is een wig,
die in ons volksleven is ingeslagen,
die van ons volk twee volken maakt.
En de overtuiging leeft bij links en
rechts, dat zoolang die wig niet is weg
gehaald, van een losmaking der energie
des voiks geen sprake kan zijn. De
Regeering meent een weldaad aan het
volk te doen, indien het haar kon ge
lukken een grondslag te vinden voor
het wegnemen van de belemmering voor
onze volksontwikkeling.
In de avondvergadering was Waterstaat
weer aan de orde. Voor Zeeland was
het belangrijk, dat de heeren De Murait
en Smeenge aandrongen op uitbreiding
der havenwerken van Terneuzen en de
heer Bongaerts een lans brak voor het
spoedig tot stand komen van een ver
bindingsweg tusschen Zeeland en Noord-
Brabant.
Bij de Tweede Kamer is het ont-
eigeningswefsontwerp ingekomen voor don
aanleg van de havenwerken te Neuzen.
Het burgermeesterschap van Zaandam.
Naar het „N. v. d. D." verneemt, komt
de heer K. ter Laan, lid van de Soc.
Dem. Arbeiders Partij, zeer ernstig in aan
merking voor den met 1 Januari te bezet
ten burgemeesterszetel van Zaandam.
Goes. R. K. Leesgezelschap.
Donderdagavond vergaderde het R. K,
Leesgezelschap onder voorzitterschap van
den heer Kosters Sr. De notulen dei-
vorige vergadering werden goedgekeurd.
De jaarrekening 1912 (sluitende met
goed saldo van f 12.68) eveneens.
De begrooting 1914 werd met onder
ling goedvinden vastgesteld. Vier leden
waren uit het leesgezelschap getreden,
twee nieuwe hoopt men binnenkort aan
te werven. Besloten werd eenige gewilde
tijdschriften der portefeuille te verdub
belen, de „Volksmissiounaris aan te
schaffen en „The Bookman" te laten
vervallen. De oude tijdschriften werden
verkocht voor een totaalprijs van f 15.50.
Op dezelfde wijze als geopend was, n.l.
met gebed, werd vergadering, slechts
schaars door de leden bezocht, gesloten.
Royale gift. Het ingezonden
stuk over de armencollecte in ons blad
heeft zijn doel niet gemist. Gisteren toch
werd bij een der leden van het R. K.
Parochiaal armbestuur een gilt gedepo
neerd, door een onbekende, van f25.
Het R. K. Parochiaal armbestuur heeft
ons opgedragen en wij doen het met
vreugde den onbekenden gever har-
telijken dank te zeggen voor de milde
wijze waarop hij onze Roomsche armen
bedenkt. Moge het voorbeeld van den
onbekenden gever, die zoo loffelijk het
Schriftuurwoord in toepassing heeft ge
bracht „de linkerhand wete niet wat
de rechterhand doet", in deze navolging
vinden.
Plantsoen. Bij geruchte verne
men wij dat het stadsbestuur voornemens
is, op net thans vrijgekomen Kerkplein
een plantsoen aan te leggen.
Uit het oogpunt van verfraaiing valt
voorzeker voor dezen maatregel veel te
zeggen.
Tot leerling-analiste aan het Rijks
landbouwproefstation alhier is benoemd
mejuffrouw A. Verhoeven alhier.
De raad dezer gemeente zal
Woensdag 17 Dec. a. s. des avonds te
8 ure in openbare vergadering bijeenko
men ter behandeling van onderstaande
agenda
1. Ingekomen stukken. 2 Aanvragen
om afschrijving en teruggaaf van belas
ting en schoolgeld. 3. Wijziging van de
gemeentebegrooting voor 1913 4. Wij
ziging der verordening voor het bestuur
van het gasthuis. 5. Benoeming van
leden in verschillende commissiën en
besturen in verband met periodieke af
treding en het nemen van ontslag door
den heer C. A. Hajenius, als lid van
het Burgerlijk Armbestuur en lid der
commissie van toezicht op het middel
baar onderwijs. 6. Verzoek van den
heer Gemeente-ontvanger tot verwisse
ling van effecten, behoorende tot zijne
borgstelling. 7. Schrijven van Gedepu
teerde Staten van Zeeland, betrekkelijk
het raadsbesluit van 5 November j.l.
Verwachting tot den avond van 13 Dec.
Krachtige tot matigen, zuidwestelijke tot
westelijken wind. Betrokken tot zwaarbe
wolkt. Aanvankelijk nog regenbuien. Weinig
verandering van temperatuur.
tot wijziging der vérordening, regelende
de jaarwedden van het onderwijzend
personeel. 8. Voorstel om de jaarlijksche
kermis te doen houden vanaf den twee
den Dinsdag in de maand Augustus tot
en met den Dinsdag der daaraanvolgende
week. 9. Voorstel met betrekking tot
de pensioenwetten voor de gemeente
ambtenaren. 10. Reclames hoofdelijken
omslag le suppletoir kohier 1913.
Middelburg. De Halve Maan en
Het Kruis (lezing van pastoor Van
Rooij). Het bestuur van den Katholieken
kring alhier heeft genoegen beleefd van
zijn vrijgevigheid, de lezing van Woens
dagavond j.l. open te stellen voor alle
Katholieken van Middelburg. Want toen
het aanvangsuur sloeg, was de zaal van
het Vincentiushuis eivol met belangstel
lenden, die zoowat alle standen der Mid-
delburgsche Katholieke samenleving ver
tegenwoordigden.
Tot deze prachtige opkomst had echter
ook niet weinig bijgedragen de roep die
van den eminenten orator op den dezen
zomer gehouden Vlissingschen Katholie
kendag was uitgegaan. Men bevroedde,
dat eenige genotvolle en leerrijke uren
gingen gesleten worden. En ziet, de ver
wachting, hoe hoog ook gespannen, is
aanmerkelijk overtroffen
Vrij mocht de zeereerwaarde spreker,
pastoor J. M. J. van Rooij te Tholen
nadat hij met een kort maar tevens
sympathiek woord door den voorzitter
v. d. Katholieken kring, den weledelen
heer W. Ceulen, was ingeleid beschei
denlek opmerken, dat hij slechts een
geschiedenisles kwam geven.
Zijn lezing was meer, was een magi
straal historisch betoog van de waarheid,
die hij in zijn exordium poneerde, dat
de studie der geschiedenis bij uitstek
geschikt is om den Katholiek zijn kerk
te toonen als het onvergankelijk instituut,
gebouwd op de rots, waartegen alles
dwaling, schisma, geweld en ongeloof te
pletter slaat.
Het schitterend onderwerp De Halve
Maan en het Kruis, behandelde de zeer
eerwaarde spreker vervolgens op eene
wijze, die getuigde van zijn omvangrijke
kennis der historie, van zijn litterairen
smaak en last not least van die
heerlijke priesterlijke overtuiging, die
echte „pectus quod disertos facit", welke
de liefde voor onze algemeene moeder,
de H. Roomsch Katholieke Kerk, niet in
eigen borst wenscht te besluiten, maar
haar wil overstorten in anderer gemoed,
opdat wij, Katholieken, vast rondom de
priesterschap geschaard, als steeds trou
wer en oprechter volgelingen van den
Christus de roem en eere onzer moeder
zullen uitmaken.
Na het trouwelooze Jodendom, na de
scheuringen entwistenderJood-Christenen
na de bloedige vervolgingen der Cesars,
na de Cesaropapistische neigingen der
Byzantijnsche keizers, na den inval der
barbaren, had de Kerk een nieuw gevaar
te trotseeren, de Islamitische beweging,
door Mohammed verwekt.
Tot in de fijnste nuances en waar het
moest, met rake trekken gaf pastoor
Van Rooij zijn gehoor het levens- en
karakterbeeld van dien pseudo-profeet,
die uit een vereeniging van Christelijk-
Joodschegodsdienstbegrippen een ethisch-
sociaal-religieus stelsel ontwikkelde, dat
zich aanpassend aan de psychische en
en physische eigenschappen der Arabieren
en steunend op de onder hen voortlevende
tradities van een uit Abraham door Is-
maël gesproten volk „wiens hand tegen
allen, en tegen wien aller hand zou zijn",
spoedig door de bevolking van Moham
med's vaderland werd aanvaard en, na-