Eillen
'illen
No. 129
TWEEDE BLAD
NIEUWE ZEEÜWSCHE COURANT Zaterdag 1 Nov. 1913.
511
jstbode
120.
land, N.Br.
Jeau.
Baron van Wijnbergen
over „De Maasbode".
FEUILLETON.
BUITENLAND.
Gemengd Nieuws.
Co.,
kleiburg.
hiuis, loon f 10
ed. PATERIK,
ibehoeven
Iprijzing.
ten slechts
|ten, dat ze
adres
Iworden.
orschrift van Dr.
Handelsmerk
de doosjes zijn
zoogenaamde
tigers uit Am-
oden.
alleen ver
ke"; Ch. L. Kind,
iKortgene; A. J.
Ieen omstreken
laan te melden bij
tE Co.,
I Middelburg.
cent.
lorinchem,
Beverwijk.
ruik!
uitgegeven
jven.
DIRECTIE.
wél wil ik de gelegenheid, mij
thans geboden, aangrijpen, om nogmaals
te vragen, dat toch allen mogen mede
werken, opdat, nu er eenmaal is, waar
naar jaren werd verlangd een katho
liek blad met ochtendblad, dit er ook
blijve, en door steeds grooteren steun,
zich voortdurend kunne verbeteren en
uitbreiden.
Of ik dan opkom voor één blad, met
achterstelling van andere Allerminst. Ik
denk er niet aan, en meen zulks daad
werkelijk getoond te hebben en nog te
toonen.
Waarom ik dan met hart en ziel deel
neem aan de propagande voer „DeMaas
bode"
Hierom
Onze Katholieke pers, gelijk die thans
is in Nederland, mag zich laten zien. Wij
hebben voor alle rangen, klassen, standen
onzer maatschappij verschillende Katho
lieke bladenmen heeft slechts uit te
zoeken. Ieder kan vinden, wat hij noodig
lieeft. En die pers is goed, en zal,
waar zij steeds den noodigen steun zal
blijven genieten, ongetwijfeld goed blijven
Slechts één zaak ontbrak ons tot voor
kort geleden een Katholiek dagblad met
ochtendblad.
En nu staat het vast, dat honderden en
nog eens honderden Katholieken geabon
neerd waren, en ook thans nog zijn op
de Nieuwe Rotterdamsche Courant, het
Handelsblad, De Telegraaf, enz. staat het
vast, dat wie tot vóór kort geleden's mor
gens op reis ging en wilde hebben een
ochtendblad, moes tkoopen een liberale
courant, omdat er geen Katholieke was.
Welnu de propaganda voor de Maas
bode heeft geen ander doel, dan te be
vorderen dat de Katholieken, die wen-
sclien een dagblad met ochtendblad, dan
ook zullen nemen en in de toekomst zul
len kunnen behouden een Katholiek blad,
dus nu de Maasbode, liet eenig Katholiek
dagblad met ochtendblad, dat op heden
in Nederland bestaat.
Ziedaar de zaak. En daarom kan, ja
moet m.i. die propagande door allen wor
den toegejuicht, ook door de Redacties
en Directies van andere Katholieke bla
den, die toch ook diep overtuigd zullen
wezen van de enorme schade, door bo
vengenoemde liberale couranten aan de
Katholieke zaak in Nederland voortdurend
toegebracht.
En zelfs aangenomen, niet toegege
ven dat de lezerskring dier groote
bladen kleiner is dan die van andere,
men onthoude toch, dat ze gelezen wor-
d.n juist door hen, die leiding geven aan
en invloed uitoefenen op ons volk, en het
daarom voor gansch ons volk van belang
is, in welke richting de zoodanigen zelf
worden geleid. Wie dit betwistte,
maakte zich schuldig aan dezelfde fout
als hij, die zou willen volhouden, dat
Katholiek lager, desnoods nog Katholiek
middelbaar onderwijs van belang is, maar
Katholiek hooger onderwijs van o zooveel
minder beteekenis, omdat het uit denaard
der zaak steeds door betrekkelijk weini
gen genoten wordt, en worden zal.
Ook wordt er soms op gewezen, dat de
groote liberale pers op de kiezersmassa
weinig vat heelt. Dat is waar, in zooverre
dat in vraagstukken van b.v. militairen
of socialen aard, vaak weinig leiding van
haar uitgaaf.
Maar het is beslist niet waar, dat de
groote liberale pers geen overwegenden
invloed zou uitoefenen op geheel ons volk,
wat betreft de groote principieele vraag,
waar het toch ook in de politiek omgaat.
Neen, dat een zoo groot deel van ons
volk meer en meer wordt gedreven links,
meer en meer wordt gedreven zoowel
op politiek- als op elk ander terrein
in de richting van het modem ongeloof,
geschiedt voor een ozoo groot deel on
der leiding, onder invloed van de groote
liberale pers.
En dan bedenke men wel, welke schade
37
De zangster naderde hem nu't was
een meisje in boerenkleeding, ongeveer
vijftien jaren oud, slank van lichaams
bouw en vriendelijk van gelaat, hetwelk
door de zon gebruind was. Hare klee
ding gaf te kennen, dat zij uit het
benedenland kwam, en hare handen,
dat zij het werken gewoon was. Josef
sprak haar den christengroet toe, en zij
beantwoordde dien op de gewone wijs
en uit het hart.
Och, zing mij dat lied nog eens voor
verzocht haar Josefhet is zoo schoon
en zoe troostend.
Met plezier! als het u bevallen
heeft, antwoordde het meisjemaar ik
zou denken, dat het beter was, dat ik u
hielp trekken, gij trekt zwaar, en de
berg is hoog.
Bjj deze woorden vatte zij het trekzeel
aan er werd nu moeder Marianne gewaar,
welke haar met een paar hartelijke woor-
aan de Katholieke zaak wordt toegebracht
vaak onbemerkt, maar niet minder
zeker wanneer juist de leidende, toon
aangevende Katholieken onder den dage-
lijkschen invloed van zulke bladen blijven
staan.
Mr. Ledenboer heeft het onlangs voor de
Leidensche studenten zoo geestig en juist
gezegd(Zie verslag „De Tijd" 7 Mei*
1913)
„Zeven preeken per week van een li-
„beralen redacteur, in een gemakkelijken
„stoel onder het genot van een goede
„sigaar, tegen één van den pastoor of
„kapelaan op de harde kerkbanken vaak,
,,'t is haast oneerlijke concurrentie."
Men onthoude deze woorden wel.
Neen, tegen de onze Katholieke zaak
steeds bedreigende groote liberale pers
moeten we stellen onze pers, die zich met
de liberale, wat omgang, uitgebreidheid,
enz. enz, betreft, ten vollen meten kan.
En dat zal zoo zijn en blijven, indien
allen zich bewust toonen van den plicht
om te steunen de pers, de geheele pers,
ook ons dagblad met ochtendblad.
BËIiGIK
!Wieer brand op de Gentsohe
tentoonstelling. Woensdagavond is
opnieuw brand uitgebroken op de tentoon
stelling en wel op Oud-Vlaanderen. Ze
ven gebouwtjes, waarin verschillende ar
tikelen. werden verkocht, zijn geheel ver
nield. De schade is zeer aanzienlijk.
De Gentsche tentoonstelling is gesloten.
De koning was er en de ministers wa
ren er. Ook burgemeester Braun was er.
De Fransche commissaris werd luide toe
gejuicht.
Een aanwezige riep in 'tFransch: „Weg
met den Koning.'.'
De aflezing der prijslijst duurde zoo
lang, dat vele personen de zaal verlie
ten. Ze hebben geen ongelijk gehad, zegt
het „H. v. A.", want de plechtigheid,
welke tot dan 'toe zeer schoon was ge
weest, is op 't einde bedorven geworden
door iets, wat de slimmerikken eene
apotheose noemden en voor dewelke men
heel het ballet van den Muntschouwburg
heeft ontboden.
Die jonge dames moesten den stoet dei-
natiën verbeelden en dat was nu weer
eens een vinding voor diegenen die aan
Franschdolheid liun hart wilden ophalen.
De dames die Frankrijk verbeeldden
droegen allen de pkrygische muts en pis
de muziek de „Marseillaise" speelde, ston
den de heerkes recht en brachten eane
ovatie aan de danseressen!
De danseres, die, God betere hetl, Bel
gië verbeeldde, moest het met hea-1 wat
mindere toejuichingen stellen.
Het geheel was oprecht belachelijk.
GXfiKliAK».
De Engelsehe suffragettes zijn weer aan
het werk geweest op de haar eigene
wijzeZij hebben de onbewoonde villa
Milt House te Bordon (Hampshire), toe-
behoorende aan den broeder van minister
Mac Kenna, in brand gestoken. Op het
terrein van den brand lag een nummer
van het tijdschrift „The Suffragette" met
het opschrift: „Mac ICenna, lafaard, die
moedig genoeg zijt om vrouwen te folteren,
maar bang zijt voor mannen! Dit is een
protest tegen de gedwongen voeding. Het
kiesrecht voor de vrouwen!"
De aangerichte schade is zeer aan
zienlijk.
F K \1» K IJ K
Een dubbel leven. De Parijsche
correspondent van „De Maasbode" schrijft
aan zijn blad
In de avenue de St. Germain te Bois-
Colombes staat een keurige villa, waar
in een zekere Rallé woonde die voorgaf
handelaar in edelgesteenten te zijn. Rallé
den groette, en in het kort haar lijden
verhaalde.
Nu had het meisje zeer groot mede
lijden met de zieke, troostte haar met
liefdevolle woorden, en zeide vervolgens
Niet waar, ik mag u immers wel
mede voorttrekken?
Mogen lief kind, mogen ik bid u
daarom help toch mijn Josef een weinig
tot op het hoogste van den berg. God
zal het u beloonen, antwoordde Mari
anne met innige aandoening.
Het meisje trok nu met ijver en vrij
veel kracht mede. Josef zag al glim
lachende zijne moedige helpster aan het
werk.
Met dit voorspan, zeide hij schert
sende, gaat het veel betermaar wees
zoo driftig niet of wilt gij met het wa
gentje weggeloopen?
Weldra waren zij nu op den kruin des
bergshier stond eene kleine groep hoo
rnen met eene kleine bank voor den ver
moeiden wandelaar. Josef en Magdalena
zoo heette het meisje trokken het
wagentje met de moeder in de schaduw
der boomen, cn gingen naast haar op de
bank zittenzij waren zeer verhit, Mari
anne bedankte Magdalena hartelijk en
zeide toen tot Josef, dat hij dergedien-
scheen 'n hoogst eerbaar man, steeds def
tig in het zwart met een 'këurig-verzorgden
witten baard, is hij! het type van een
burgemeester of van den alom-geëerden
voorzitter eener weldadigheidsvereeniging.
Rallé scheen een zeer regelmatig leven
te leiden, hij bezat eene vrouw en negen
kinderen. Een model-huishouden beweer
den de buren. Een rijke rentenier, zeide
de leveranciers, die steeds hun vorderin
gen onmiddellijk betaald kregen. Bois-
Colombes was zeer ingenomen met den
rijken medeburger.
Deze Rallé nu heette in 't geheel niet
Rallé, doch Urbain Thaüst. Hij' was geen
handelaar in edele steenen, doch een dief.
Urbain Thaüst was de koning der ho-
teldieven, der „rats d'hötel".
's Nachts .althans wanneer hij „aan den
arbeid" was, veranderde de grijze rente
nier in een handigen gauwdief. Hij kleedde
zich geheel in het 'zwart, met een zwart
kapje op het hoofd en een zwart mas
ker voor het gelaat. Zoo sloop, hij met
de grootste behendigheid door de gangen
van het hotel, wist met een sleutel de
deuren te openen, en stal alles, wat maar
eenigszins van zijne gading was. En de
buit w,as goed, dikivijls bracht de „arbeid"
va.n éénen nacht voor duizenden franken
in de zakken van den eerzamen rentenier
uit Bois-Colombes.
Jarenlang werd door de politie naar
hem gespeurd. Jarenlang trachtte men hem
op heeterdaad te betrappen, doch altijd
was Thaüst den detectiven te glad 'af.
Tot hij ook in den val liep' en wel voor-
namalijlk door een onvoorzichtigheid van
zijn kant.
Gedurende zijne „carrière" was hij er
steeds op bedacht, dikwijls van terrein
te verwisselen. Naeen verblijf van een
week te Parijs bijvoorbeeld, maakte hij
een reisje naar Zwitserland, vertrok daar
na naar 'de Italiaansche meren en 'werd
kort daarop te Londen gezien. Doch de
ouderdom komt met gebreken en in den
laatsten tijd vond Thaüst het gemakkelij
ker, piet jverder dan Parijfe 'te reizen.
Doch nu wisten de speurhonden der poli
tie spoediger zijn spoor te vinden. Tha,list's
arrestatie was slechts eene kwestie van
tijd en vangeduld.
Van veel tijd en van heel v.eel geduld,
want de koning der hoteldieven was glad
als geen tweede. Op een avond wist men
hem in een hotel in den omtrek' van de
„Gare du Nord". Aanstonds namen twee
der beste inspecteurs der „Sureté", die
zich als gewone reizigers voordeden, een
kamer in het hotel. Eén begaf 'zich te
bed, de andere ging onder het bed liggen
en zoo wachtten zij de komende gebeur
tenissen af-
In het holst van den nacht hoorden
zij gerucht aan de deur. Langzaam ging1 de
deur open en Thaüst kwam binnenslui
pen, geheel in het zwart, met zijd zwart
masker voor het gelaat. Doch het gerucht
eener bel in het hotel deed den dief op
schrikken en hij verliet haastig de kamer
der inspecteurs. I
Niettemin werd Thaüst den volgenden
morgen gearresteerd. De oogst was nog
rijkelijk, wa,nt op hem werden vijf (biljetten
van vijftig frank gevonden, het eigendom
va.n een architect uit Rijssel, die in den
nacht niets bemerkt had.
Thans is de eerzame rentenier uit Bois-
Colombes achter slot en grendel. Te Bois-
Colombes weet men van verbazing niets 'te
zeggen. De felste woorden va,n verontwaar
diging vallen over den „edelen" grijhaard
uit de avenue de Saint-Germain. Het kan
verk'eeren, zei Breêro terecht.
P e n s i o n cl i e v e n", die te 's Ciraven-
hage en elders hun slag hebben geslagen,
zijn thans aangehouden en worden binnen
kort naar den Haag overgebracht om met
verschillende personen te worden gecon
fronteerd.
Hun aanhouding geschiedde in den
trein. Zij stonden in het „Politieblad" ge
signaleerd als Jan ICagchelland en Douwe
Doolaard en- werden herkend als de daders
stige Magdalena een stuk van de struif
zou geven, welke de goede waardin van
van Laubenberg hun op reis medegegeven
had, en dat hij ook voor zich zei ven daar
een goed stuk van moest afsnijden.
Magdalena nam dit goede aanbod met
met dankbaarheid aan, en at de struif
met veel smaak op.
Nu zullen wij er ook een goede
teug hierbij nemen, sprak Josef, struif
en bier dat is een goed maal.
Wij hebben nog wel wat beters,
antwoordde moeder Mariannewij
hebben immers wijn, Josef. Ge weet dat
de goede vrouw Hillmayr ons dien op
weg tot versterking medegegeven heeft,
en na die harde inspanning moogt gij
en de wakkere Magdalena wel eenige
versterking hebben.
- God beware mij daarvoor! zeide
Magdalena, zou ik u, zieke vrouw,
van uwen goeden wijn berooven Mijn
wijn is water, en hier onder aan den
berg welt een kleine bron, daar zal ik
dien met smaak gebruikeu.
Werkelijk was het goede kind door
geene woorden over te halen, van den
wijn te proeven, dat was in hare oogen
zonde geweest. In den loop des gespreks,
hetwelk er nu tussclien hen ontstond,
van een diefstal te Delft, het zilver
werk van welken diefstal afkomstig voor
het grootste gedeelte te 's Gravenhage was
opgespoord.
Onder verschillende valsche namen als:
Diepenstein, gebroeders de Vries, A. de
Vries en Van der Wolk namen zij hun
intrek in pensions, welke zij spoedig ver
lieten zonder te betalen en met medene
ming van alles, wat onder hun bereik
kwam.
Wij vernemen, dat bij hun aanhouding
ook effecten op hen bevonden zijn.
De beide te Delft aangehouden pen-
siondieven zijn overgebracht naar het huis
van bewaring te 's Gravenhage.
W-)
Een ges lepien. oplichter, Over
eenige dagen .zal te Rome aldus schrijft
de Italiaansche correspondent van de
„Tel." een heel merkwaardig oplichters-
proces beginnen. De hoofdpersoon ervan
is graaf Orsi. Onder zijn vermoedelijke
medeplichtigen is iemand, die zich af en
toe voor Hollander uitgeeft, een zekere
Cesare Elich.
(Graaf Orsi moet terecht staan wegens B6
oplichterijen, waarvan de helft hem gelukt
is. De man, die het leven v.an een grand
seigneur leidde, wist z'n slachtoffers han
dig fe kiezen en deze zoo- te overreden,
dat ze er allen inliepen.
In de lange verhooxen, die graaf Orsi
onderging, beweerde hij1, dat al zijn onder
nemingen goed afgeloopen zouden zijin en
ook ten voordeele van zijh slachtoffers, als
die onverwachte inhechtenisneming maar
niet was gekomen. Doch 's mans verleden
hij leefde voor hij! naar Italië kWam, in
Bz'azilië, waarheen hijl had moeten vluch
ten om niet gevangen genomen te worden
wegens andere oplichterijen is ook al
niet zuiver.
In den laatsten tijd hield Orsi er een
soort van technisch instituut op na, met
ingenieurs en bedienden, voorwendend,
dat hij reusachtige industrieele werken
ondernemen moest en spoorwegen aan
leggen.
Een ieder met wien hij' in aanraking
kWam, erkende in hem een geniaal man,
iemand van buitengewone werkzaamheid
en daardoor was het hem mogelijk', zelfs
menschen, die het leven kennen, in 'minder
dan geen tijd aardige sommen afhandig
te maken. Zijn operatie-terrein lag niet
alleen in Noord- en in Midden-Italië, maar
zelfs in het verre ""Calairië. En in het
vinden van nieuwe vormen om ziju op
lichterijen te plegen, was hij een meester.
Zelfs gaf hijl zich soms uit voor een jong
gezel en zette dan dames geld af, onder
voorwendsel ze te willen huwen.
Zijn slachtoffers zijn dan ook legio en
onder ,alle standen te vinden. En misschien
zijn er nog velen, die uit een gepast ge
voel van eigenwaarde maar liever hieven
zwijgen, dan de afzetterij aan te geven.
Een zekere signor Wirth lichtte hij op
voor 25.000 lire, onder bedinging, dat deze
moesten dienen voor den aankoop van ter
reinen op den Monte Mario, te Rome.
Een ander plan van graaf Orsi was de
houw voor ambtenaarswoningen en daar
voor wist hij een persoon voor 13,600 lire
,af te zetten en een ander voor 3000 lire.
Een signora, die er van overtuigd
scheen, dat graaf Orsi een groot industri
eel was en.... ongehuwd gaf hem van
19081910 de niet .onaanzienlijke som
van 126.000 lire.
Een .andere signora uit Milaan, die hij
beloofd had te zullen trouwen, gaf hem in
in Aug. 1911 nog'50.000 lire.
Iemand uit Florence, die meende, dat
met den uitvoer van Toskaansche sigaren
naar Brazilië goede zaken te maken zon
den zijn, gaf hem in 1908 ongeveer 35.000
lire.
Graaf Gamberini uit Milaan lichtte Orsi
op voor 8000 lire en nog een ander voor
4000 lire.
De lijst is te lang om alle oplichterijen
op' te noemen. Dertien oplichterijen geluk
ten hem niet, waarschijnlijk doordat hij
gearresteerd werd.
Als getuigen ten zijnen voordeele heeft
graaf Orsi een menigte bekende personen
deden zich hare goedaardigheid, haar
gezond verstand, haar vast en vroom
vertrouwen al duidelijk voor, Hoe jong
Magdalena nog was, had zij echter reeds
veel onaangenaams ondervonden. Drie
jaren geleden was haar vader gestorven,
en voor tien weken, hare moeder op
uitnoodiging eener tante, had zij hare
geboorteplaats verlaten en was zij nu op
weg naar haar toe. Mijne tante, de
zuster mijner moeder zaliger, zeide zij,
heeft zelve niet veel over, en kan mij
niet op den duur onderhoudenmaar
zij heeft mij beloofd, dat zij mij een goe
den dienst in eene brave huishouding zal
bezorgen. Ik ben gezond, kan goed wer
ken, en wil gaarne mijn best doen. Dan
zal God mij wel verder voorthelpen, als
ik maar bid en werk.
Ja, Magdalena, antwoordde Mari
anne, over liet lot der wees begaan,
gij hebt het zeer goed voor: bidden en
werken daarop kleeft Gods zegen.
Na een korte wijle gerust te hebben,
ging Josef met zijn moeder weder op weg;
nu gingen zij berg af en er was geene
bijzondere hulp noodig. Nu wil ik u
trekken, Magdalena, schertste hij, ga
daar maar zitten, hij wees haar op de
houten kist, waarin het weinige, wat zij
uit de politieke en financieele wereld la
ten oproepen. En ook daarom zal het
proces de algemeene belangstelling onder
vinden. („N. Tiljb. Ct-'1)
Een diefstal op zijn Ameri-
kaansch. Een Duitsche handelaar, naar
Brussel gekomen voor zaken, werd on
langs hij valavond op de Rogierplaats
vóór de Noordstatie aangesproken door
een kerel, die Engelschman scheen te
zijn. Daar ze beiden vreemdelingen waren,
stelde de „Engelschman" voor, samen een
wandeling in de stad te doen, De Duit-
scher stemde toe en zoo kwamen zij aan
de Zuidstatie, waar ze een derde heer
schap aantroffen, medeplichtige van den
Engelschman, die tot het koppel naderde
en den weg vroeg naar de Vlaamsche
Poort, bewerend Kanadees te zijn. Kennis
werd gemaakt en het trio zette zich terug
op den weg. Aan de warande van Brussel
gekomen stelde de Kanadees voor samen
do reis naar Parijs te ondernemen en
de Duitscher stemde toe. De Kanadees
deed opmerken, dat het gevaarlijk was
zulke kostbare juweelen te dragen als
de Duitscher en stelde voor dat alle drie
hunne juweelen zouden in een pak doen
en die den Duitscher in een zakdoen
toevertrouwen. Deze stemde daar naïef
in toe, onthaakte gouden horloge en gou
den ketting en voegde er nog een kost
baren ring bij, alsook zijne brieventasch,
inhoudende 700 frank. De anderen gaven
ook juweelen en geldbeugel af.
Terug op de Henegouwlaan gekomen,
trok het drietal een koffiehuis binnen.
Eens daar, ging de Engelschman in do
buurt sigaren koopen, doch bleef wat lang
weg. De Kanadees zou eventjes eens gaan
kijken waar hij bleef, doch verscheen ook
niet meer terug. Dau opende de naïeve
Duitscher den zakdoek hem toevertrouwd
en vond er enkel een nieuwsblad en een
aantal vreemde muntstukken in.
De bestolene ging zijn beklag maken
bij de politie, die de behendige dieven
opzoekt. („Centrum")
Een nuttige eigenschap van
de auto. Een Duitsch oogarts, zekere
dr. Hirsch, heeft in het tijdschrift „Die
Hygiëne" een artikel geschreven, waarin
hij den slechten naam, welken de auto
heeft, wat betreft de hygiëne, onrecht
vaardig noemt en waarin hij een zeer
nuttige eigenschap van de auto op den
voorgrond brengt.
Dr. Hirsch dan roemt de automobiel
als een uitstekende insectenvanger en wijst
er daarbij op, dat paarden en ook andere
last- en rijdieren om verschillende re
denen, vooral om aesthetische, de insec
tenplaag aanmerkelijk vergrooten. Dat de
auto een zoo goede insectendooder is,
ligt geheel en al in den bouw van de
machine. In het voorste deel van de
meeste auto's bevindt zich namelijk de
verkoeler, dat is een systeem van buiten,
waardoor water vloeit en waar tusschen
door, door langwerpige openingen, ver-
sche lucht wordt gedreven. Deze lucht
wordt gedurende het rijden naar achte
ren gezogen door een ventilator, die ach
ter aan den wagen is aangebracht. Daar
door worden alle insecten die te dicht
bij het voorste deel van de machine ko
men, door de lucht meegezogen. Als door
een trechter worden ze door de ope
ningen in de buizen gehaald en dan door
de gaten in den verkoeler tegen de mo
tor geslingerd, waar ze natuurlijk gedoodd
worden.
Inderdaad kan men in den zomer, voor
al op erg warme dagen, reeds na een
korten rit aan beide zijden van den motor
honderden doode vliegen, muggen en an
dere insecten zien liggen. „Hebben de
automobielen", zoo vraagt dr. Hirsch, igeen
aanspraak op bijzondere bescherming of
tegemoetkoming, evengoed als de insecten-
verdelgende zangvogels? Zelfs is deze
Duitsche dokter er van overtuigd, dat
men de automobielen zeer goed kan ge
bruiken, om in de tropen de insecten
te Verdolgen, welke die vreeselijke ziek
ten waaraan de tropen juist zoo rijk zijn,
verwekken.
hadden, geborgen was en op den bodem
van bet wagentje, aan de voeten van
Magdalena stond daar hebt gij een
gemakkelijk plaatsje.
Al lachende zette zij zich daar neder,
nam de handen van Marianne in de ha
ren en het wagentje rolde nu als zelve
tot aan den voet van den berg naar
beneden. Hier echter sprong Magdalena
terstond van de kist af en vatte zij weder
het trekzeel aan. Josef wilde dit be
letten en beweerde, dat bij nu wel alleen
kon trekken. Ei 1 het zware werk zou
ik mogen doen, maar het lichte niet Dat
zou geen- eerlijk deelen zijn, antwoordde
Magdalena, heb ik u tegen den berg
op helpen trekken, dan mag ik dit op
den vlakken weg ook. En zjj liet niet af,
maar trok met hem het wagentje nog
wel een uur ver, totdat zij aan een kruis
kwamen. Hier liepen hunne wegen uit
elkander. Slechts een paar uren waren
zij bij elkander geweest, en toch zoo goed
met elkander bekend geworden, als of
zij elkander reeds jaren lang dagelijks
gezien, dagelijks bezocht hadden. Zuivere,
vrome zielen verstaan en achten elkander
gemakkelijk en spoedigimmers, zij be
lmoren bij elkander.
(Wordt vervolgd.),