Eillen 'illen No. 129 TWEEDE BLAD NIEUWE ZEEÜWSCHE COURANT Zaterdag 1 Nov. 1913. 511 jstbode 120. land, N.Br. Jeau. Baron van Wijnbergen over „De Maasbode". FEUILLETON. BUITENLAND. Gemengd Nieuws. Co., kleiburg. hiuis, loon f 10 ed. PATERIK, ibehoeven Iprijzing. ten slechts |ten, dat ze adres Iworden. orschrift van Dr. Handelsmerk de doosjes zijn zoogenaamde tigers uit Am- oden. alleen ver ke"; Ch. L. Kind, iKortgene; A. J. Ieen omstreken laan te melden bij tE Co., I Middelburg. cent. lorinchem, Beverwijk. ruik! uitgegeven jven. DIRECTIE. wél wil ik de gelegenheid, mij thans geboden, aangrijpen, om nogmaals te vragen, dat toch allen mogen mede werken, opdat, nu er eenmaal is, waar naar jaren werd verlangd een katho liek blad met ochtendblad, dit er ook blijve, en door steeds grooteren steun, zich voortdurend kunne verbeteren en uitbreiden. Of ik dan opkom voor één blad, met achterstelling van andere Allerminst. Ik denk er niet aan, en meen zulks daad werkelijk getoond te hebben en nog te toonen. Waarom ik dan met hart en ziel deel neem aan de propagande voer „DeMaas bode" Hierom Onze Katholieke pers, gelijk die thans is in Nederland, mag zich laten zien. Wij hebben voor alle rangen, klassen, standen onzer maatschappij verschillende Katho lieke bladenmen heeft slechts uit te zoeken. Ieder kan vinden, wat hij noodig lieeft. En die pers is goed, en zal, waar zij steeds den noodigen steun zal blijven genieten, ongetwijfeld goed blijven Slechts één zaak ontbrak ons tot voor kort geleden een Katholiek dagblad met ochtendblad. En nu staat het vast, dat honderden en nog eens honderden Katholieken geabon neerd waren, en ook thans nog zijn op de Nieuwe Rotterdamsche Courant, het Handelsblad, De Telegraaf, enz. staat het vast, dat wie tot vóór kort geleden's mor gens op reis ging en wilde hebben een ochtendblad, moes tkoopen een liberale courant, omdat er geen Katholieke was. Welnu de propaganda voor de Maas bode heeft geen ander doel, dan te be vorderen dat de Katholieken, die wen- sclien een dagblad met ochtendblad, dan ook zullen nemen en in de toekomst zul len kunnen behouden een Katholiek blad, dus nu de Maasbode, liet eenig Katholiek dagblad met ochtendblad, dat op heden in Nederland bestaat. Ziedaar de zaak. En daarom kan, ja moet m.i. die propagande door allen wor den toegejuicht, ook door de Redacties en Directies van andere Katholieke bla den, die toch ook diep overtuigd zullen wezen van de enorme schade, door bo vengenoemde liberale couranten aan de Katholieke zaak in Nederland voortdurend toegebracht. En zelfs aangenomen, niet toegege ven dat de lezerskring dier groote bladen kleiner is dan die van andere, men onthoude toch, dat ze gelezen wor- d.n juist door hen, die leiding geven aan en invloed uitoefenen op ons volk, en het daarom voor gansch ons volk van belang is, in welke richting de zoodanigen zelf worden geleid. Wie dit betwistte, maakte zich schuldig aan dezelfde fout als hij, die zou willen volhouden, dat Katholiek lager, desnoods nog Katholiek middelbaar onderwijs van belang is, maar Katholiek hooger onderwijs van o zooveel minder beteekenis, omdat het uit denaard der zaak steeds door betrekkelijk weini gen genoten wordt, en worden zal. Ook wordt er soms op gewezen, dat de groote liberale pers op de kiezersmassa weinig vat heelt. Dat is waar, in zooverre dat in vraagstukken van b.v. militairen of socialen aard, vaak weinig leiding van haar uitgaaf. Maar het is beslist niet waar, dat de groote liberale pers geen overwegenden invloed zou uitoefenen op geheel ons volk, wat betreft de groote principieele vraag, waar het toch ook in de politiek omgaat. Neen, dat een zoo groot deel van ons volk meer en meer wordt gedreven links, meer en meer wordt gedreven zoowel op politiek- als op elk ander terrein in de richting van het modem ongeloof, geschiedt voor een ozoo groot deel on der leiding, onder invloed van de groote liberale pers. En dan bedenke men wel, welke schade 37 De zangster naderde hem nu't was een meisje in boerenkleeding, ongeveer vijftien jaren oud, slank van lichaams bouw en vriendelijk van gelaat, hetwelk door de zon gebruind was. Hare klee ding gaf te kennen, dat zij uit het benedenland kwam, en hare handen, dat zij het werken gewoon was. Josef sprak haar den christengroet toe, en zij beantwoordde dien op de gewone wijs en uit het hart. Och, zing mij dat lied nog eens voor verzocht haar Josefhet is zoo schoon en zoe troostend. Met plezier! als het u bevallen heeft, antwoordde het meisjemaar ik zou denken, dat het beter was, dat ik u hielp trekken, gij trekt zwaar, en de berg is hoog. Bjj deze woorden vatte zij het trekzeel aan er werd nu moeder Marianne gewaar, welke haar met een paar hartelijke woor- aan de Katholieke zaak wordt toegebracht vaak onbemerkt, maar niet minder zeker wanneer juist de leidende, toon aangevende Katholieken onder den dage- lijkschen invloed van zulke bladen blijven staan. Mr. Ledenboer heeft het onlangs voor de Leidensche studenten zoo geestig en juist gezegd(Zie verslag „De Tijd" 7 Mei* 1913) „Zeven preeken per week van een li- „beralen redacteur, in een gemakkelijken „stoel onder het genot van een goede „sigaar, tegen één van den pastoor of „kapelaan op de harde kerkbanken vaak, ,,'t is haast oneerlijke concurrentie." Men onthoude deze woorden wel. Neen, tegen de onze Katholieke zaak steeds bedreigende groote liberale pers moeten we stellen onze pers, die zich met de liberale, wat omgang, uitgebreidheid, enz. enz, betreft, ten vollen meten kan. En dat zal zoo zijn en blijven, indien allen zich bewust toonen van den plicht om te steunen de pers, de geheele pers, ook ons dagblad met ochtendblad. BËIiGIK !Wieer brand op de Gentsohe tentoonstelling. Woensdagavond is opnieuw brand uitgebroken op de tentoon stelling en wel op Oud-Vlaanderen. Ze ven gebouwtjes, waarin verschillende ar tikelen. werden verkocht, zijn geheel ver nield. De schade is zeer aanzienlijk. De Gentsche tentoonstelling is gesloten. De koning was er en de ministers wa ren er. Ook burgemeester Braun was er. De Fransche commissaris werd luide toe gejuicht. Een aanwezige riep in 'tFransch: „Weg met den Koning.'.' De aflezing der prijslijst duurde zoo lang, dat vele personen de zaal verlie ten. Ze hebben geen ongelijk gehad, zegt het „H. v. A.", want de plechtigheid, welke tot dan 'toe zeer schoon was ge weest, is op 't einde bedorven geworden door iets, wat de slimmerikken eene apotheose noemden en voor dewelke men heel het ballet van den Muntschouwburg heeft ontboden. Die jonge dames moesten den stoet dei- natiën verbeelden en dat was nu weer eens een vinding voor diegenen die aan Franschdolheid liun hart wilden ophalen. De dames die Frankrijk verbeeldden droegen allen de pkrygische muts en pis de muziek de „Marseillaise" speelde, ston den de heerkes recht en brachten eane ovatie aan de danseressen! De danseres, die, God betere hetl, Bel gië verbeeldde, moest het met hea-1 wat mindere toejuichingen stellen. Het geheel was oprecht belachelijk. GXfiKliAK». De Engelsehe suffragettes zijn weer aan het werk geweest op de haar eigene wijzeZij hebben de onbewoonde villa Milt House te Bordon (Hampshire), toe- behoorende aan den broeder van minister Mac Kenna, in brand gestoken. Op het terrein van den brand lag een nummer van het tijdschrift „The Suffragette" met het opschrift: „Mac ICenna, lafaard, die moedig genoeg zijt om vrouwen te folteren, maar bang zijt voor mannen! Dit is een protest tegen de gedwongen voeding. Het kiesrecht voor de vrouwen!" De aangerichte schade is zeer aan zienlijk. F K \1» K IJ K Een dubbel leven. De Parijsche correspondent van „De Maasbode" schrijft aan zijn blad In de avenue de St. Germain te Bois- Colombes staat een keurige villa, waar in een zekere Rallé woonde die voorgaf handelaar in edelgesteenten te zijn. Rallé den groette, en in het kort haar lijden verhaalde. Nu had het meisje zeer groot mede lijden met de zieke, troostte haar met liefdevolle woorden, en zeide vervolgens Niet waar, ik mag u immers wel mede voorttrekken? Mogen lief kind, mogen ik bid u daarom help toch mijn Josef een weinig tot op het hoogste van den berg. God zal het u beloonen, antwoordde Mari anne met innige aandoening. Het meisje trok nu met ijver en vrij veel kracht mede. Josef zag al glim lachende zijne moedige helpster aan het werk. Met dit voorspan, zeide hij schert sende, gaat het veel betermaar wees zoo driftig niet of wilt gij met het wa gentje weggeloopen? Weldra waren zij nu op den kruin des bergshier stond eene kleine groep hoo rnen met eene kleine bank voor den ver moeiden wandelaar. Josef en Magdalena zoo heette het meisje trokken het wagentje met de moeder in de schaduw der boomen, cn gingen naast haar op de bank zittenzij waren zeer verhit, Mari anne bedankte Magdalena hartelijk en zeide toen tot Josef, dat hij dergedien- scheen 'n hoogst eerbaar man, steeds def tig in het zwart met een 'këurig-verzorgden witten baard, is hij! het type van een burgemeester of van den alom-geëerden voorzitter eener weldadigheidsvereeniging. Rallé scheen een zeer regelmatig leven te leiden, hij bezat eene vrouw en negen kinderen. Een model-huishouden beweer den de buren. Een rijke rentenier, zeide de leveranciers, die steeds hun vorderin gen onmiddellijk betaald kregen. Bois- Colombes was zeer ingenomen met den rijken medeburger. Deze Rallé nu heette in 't geheel niet Rallé, doch Urbain Thaüst. Hij' was geen handelaar in edele steenen, doch een dief. Urbain Thaüst was de koning der ho- teldieven, der „rats d'hötel". 's Nachts .althans wanneer hij „aan den arbeid" was, veranderde de grijze rente nier in een handigen gauwdief. Hij kleedde zich geheel in het 'zwart, met een zwart kapje op het hoofd en een zwart mas ker voor het gelaat. Zoo sloop, hij met de grootste behendigheid door de gangen van het hotel, wist met een sleutel de deuren te openen, en stal alles, wat maar eenigszins van zijne gading was. En de buit w,as goed, dikivijls bracht de „arbeid" va.n éénen nacht voor duizenden franken in de zakken van den eerzamen rentenier uit Bois-Colombes. Jarenlang werd door de politie naar hem gespeurd. Jarenlang trachtte men hem op heeterdaad te betrappen, doch altijd was Thaüst den detectiven te glad 'af. Tot hij ook in den val liep' en wel voor- namalijlk door een onvoorzichtigheid van zijn kant. Gedurende zijne „carrière" was hij er steeds op bedacht, dikwijls van terrein te verwisselen. Naeen verblijf van een week te Parijs bijvoorbeeld, maakte hij een reisje naar Zwitserland, vertrok daar na naar 'de Italiaansche meren en 'werd kort daarop te Londen gezien. Doch de ouderdom komt met gebreken en in den laatsten tijd vond Thaüst het gemakkelij ker, piet jverder dan Parijfe 'te reizen. Doch nu wisten de speurhonden der poli tie spoediger zijn spoor te vinden. Tha,list's arrestatie was slechts eene kwestie van tijd en vangeduld. Van veel tijd en van heel v.eel geduld, want de koning der hoteldieven was glad als geen tweede. Op een avond wist men hem in een hotel in den omtrek' van de „Gare du Nord". Aanstonds namen twee der beste inspecteurs der „Sureté", die zich als gewone reizigers voordeden, een kamer in het hotel. Eén begaf 'zich te bed, de andere ging onder het bed liggen en zoo wachtten zij de komende gebeur tenissen af- In het holst van den nacht hoorden zij gerucht aan de deur. Langzaam ging1 de deur open en Thaüst kwam binnenslui pen, geheel in het zwart, met zijd zwart masker voor het gelaat. Doch het gerucht eener bel in het hotel deed den dief op schrikken en hij verliet haastig de kamer der inspecteurs. I Niettemin werd Thaüst den volgenden morgen gearresteerd. De oogst was nog rijkelijk, wa,nt op hem werden vijf (biljetten van vijftig frank gevonden, het eigendom va.n een architect uit Rijssel, die in den nacht niets bemerkt had. Thans is de eerzame rentenier uit Bois- Colombes achter slot en grendel. Te Bois- Colombes weet men van verbazing niets 'te zeggen. De felste woorden va,n verontwaar diging vallen over den „edelen" grijhaard uit de avenue de Saint-Germain. Het kan verk'eeren, zei Breêro terecht. P e n s i o n cl i e v e n", die te 's Ciraven- hage en elders hun slag hebben geslagen, zijn thans aangehouden en worden binnen kort naar den Haag overgebracht om met verschillende personen te worden gecon fronteerd. Hun aanhouding geschiedde in den trein. Zij stonden in het „Politieblad" ge signaleerd als Jan ICagchelland en Douwe Doolaard en- werden herkend als de daders stige Magdalena een stuk van de struif zou geven, welke de goede waardin van van Laubenberg hun op reis medegegeven had, en dat hij ook voor zich zei ven daar een goed stuk van moest afsnijden. Magdalena nam dit goede aanbod met met dankbaarheid aan, en at de struif met veel smaak op. Nu zullen wij er ook een goede teug hierbij nemen, sprak Josef, struif en bier dat is een goed maal. Wij hebben nog wel wat beters, antwoordde moeder Mariannewij hebben immers wijn, Josef. Ge weet dat de goede vrouw Hillmayr ons dien op weg tot versterking medegegeven heeft, en na die harde inspanning moogt gij en de wakkere Magdalena wel eenige versterking hebben. - God beware mij daarvoor! zeide Magdalena, zou ik u, zieke vrouw, van uwen goeden wijn berooven Mijn wijn is water, en hier onder aan den berg welt een kleine bron, daar zal ik dien met smaak gebruikeu. Werkelijk was het goede kind door geene woorden over te halen, van den wijn te proeven, dat was in hare oogen zonde geweest. In den loop des gespreks, hetwelk er nu tussclien hen ontstond, van een diefstal te Delft, het zilver werk van welken diefstal afkomstig voor het grootste gedeelte te 's Gravenhage was opgespoord. Onder verschillende valsche namen als: Diepenstein, gebroeders de Vries, A. de Vries en Van der Wolk namen zij hun intrek in pensions, welke zij spoedig ver lieten zonder te betalen en met medene ming van alles, wat onder hun bereik kwam. Wij vernemen, dat bij hun aanhouding ook effecten op hen bevonden zijn. De beide te Delft aangehouden pen- siondieven zijn overgebracht naar het huis van bewaring te 's Gravenhage. W-) Een ges lepien. oplichter, Over eenige dagen .zal te Rome aldus schrijft de Italiaansche correspondent van de „Tel." een heel merkwaardig oplichters- proces beginnen. De hoofdpersoon ervan is graaf Orsi. Onder zijn vermoedelijke medeplichtigen is iemand, die zich af en toe voor Hollander uitgeeft, een zekere Cesare Elich. (Graaf Orsi moet terecht staan wegens B6 oplichterijen, waarvan de helft hem gelukt is. De man, die het leven v.an een grand seigneur leidde, wist z'n slachtoffers han dig fe kiezen en deze zoo- te overreden, dat ze er allen inliepen. In de lange verhooxen, die graaf Orsi onderging, beweerde hij1, dat al zijn onder nemingen goed afgeloopen zouden zijin en ook ten voordeele van zijh slachtoffers, als die onverwachte inhechtenisneming maar niet was gekomen. Doch 's mans verleden hij leefde voor hij! naar Italië kWam, in Bz'azilië, waarheen hijl had moeten vluch ten om niet gevangen genomen te worden wegens andere oplichterijen is ook al niet zuiver. In den laatsten tijd hield Orsi er een soort van technisch instituut op na, met ingenieurs en bedienden, voorwendend, dat hij reusachtige industrieele werken ondernemen moest en spoorwegen aan leggen. Een ieder met wien hij' in aanraking kWam, erkende in hem een geniaal man, iemand van buitengewone werkzaamheid en daardoor was het hem mogelijk', zelfs menschen, die het leven kennen, in 'minder dan geen tijd aardige sommen afhandig te maken. Zijn operatie-terrein lag niet alleen in Noord- en in Midden-Italië, maar zelfs in het verre ""Calairië. En in het vinden van nieuwe vormen om ziju op lichterijen te plegen, was hij een meester. Zelfs gaf hijl zich soms uit voor een jong gezel en zette dan dames geld af, onder voorwendsel ze te willen huwen. Zijn slachtoffers zijn dan ook legio en onder ,alle standen te vinden. En misschien zijn er nog velen, die uit een gepast ge voel van eigenwaarde maar liever hieven zwijgen, dan de afzetterij aan te geven. Een zekere signor Wirth lichtte hij op voor 25.000 lire, onder bedinging, dat deze moesten dienen voor den aankoop van ter reinen op den Monte Mario, te Rome. Een ander plan van graaf Orsi was de houw voor ambtenaarswoningen en daar voor wist hij een persoon voor 13,600 lire ,af te zetten en een ander voor 3000 lire. Een signora, die er van overtuigd scheen, dat graaf Orsi een groot industri eel was en.... ongehuwd gaf hem van 19081910 de niet .onaanzienlijke som van 126.000 lire. Een .andere signora uit Milaan, die hij beloofd had te zullen trouwen, gaf hem in in Aug. 1911 nog'50.000 lire. Iemand uit Florence, die meende, dat met den uitvoer van Toskaansche sigaren naar Brazilië goede zaken te maken zon den zijn, gaf hem in 1908 ongeveer 35.000 lire. Graaf Gamberini uit Milaan lichtte Orsi op voor 8000 lire en nog een ander voor 4000 lire. De lijst is te lang om alle oplichterijen op' te noemen. Dertien oplichterijen geluk ten hem niet, waarschijnlijk doordat hij gearresteerd werd. Als getuigen ten zijnen voordeele heeft graaf Orsi een menigte bekende personen deden zich hare goedaardigheid, haar gezond verstand, haar vast en vroom vertrouwen al duidelijk voor, Hoe jong Magdalena nog was, had zij echter reeds veel onaangenaams ondervonden. Drie jaren geleden was haar vader gestorven, en voor tien weken, hare moeder op uitnoodiging eener tante, had zij hare geboorteplaats verlaten en was zij nu op weg naar haar toe. Mijne tante, de zuster mijner moeder zaliger, zeide zij, heeft zelve niet veel over, en kan mij niet op den duur onderhoudenmaar zij heeft mij beloofd, dat zij mij een goe den dienst in eene brave huishouding zal bezorgen. Ik ben gezond, kan goed wer ken, en wil gaarne mijn best doen. Dan zal God mij wel verder voorthelpen, als ik maar bid en werk. Ja, Magdalena, antwoordde Mari anne, over liet lot der wees begaan, gij hebt het zeer goed voor: bidden en werken daarop kleeft Gods zegen. Na een korte wijle gerust te hebben, ging Josef met zijn moeder weder op weg; nu gingen zij berg af en er was geene bijzondere hulp noodig. Nu wil ik u trekken, Magdalena, schertste hij, ga daar maar zitten, hij wees haar op de houten kist, waarin het weinige, wat zij uit de politieke en financieele wereld la ten oproepen. En ook daarom zal het proces de algemeene belangstelling onder vinden. („N. Tiljb. Ct-'1) Een diefstal op zijn Ameri- kaansch. Een Duitsche handelaar, naar Brussel gekomen voor zaken, werd on langs hij valavond op de Rogierplaats vóór de Noordstatie aangesproken door een kerel, die Engelschman scheen te zijn. Daar ze beiden vreemdelingen waren, stelde de „Engelschman" voor, samen een wandeling in de stad te doen, De Duit- scher stemde toe en zoo kwamen zij aan de Zuidstatie, waar ze een derde heer schap aantroffen, medeplichtige van den Engelschman, die tot het koppel naderde en den weg vroeg naar de Vlaamsche Poort, bewerend Kanadees te zijn. Kennis werd gemaakt en het trio zette zich terug op den weg. Aan de warande van Brussel gekomen stelde de Kanadees voor samen do reis naar Parijs te ondernemen en de Duitscher stemde toe. De Kanadees deed opmerken, dat het gevaarlijk was zulke kostbare juweelen te dragen als de Duitscher en stelde voor dat alle drie hunne juweelen zouden in een pak doen en die den Duitscher in een zakdoen toevertrouwen. Deze stemde daar naïef in toe, onthaakte gouden horloge en gou den ketting en voegde er nog een kost baren ring bij, alsook zijne brieventasch, inhoudende 700 frank. De anderen gaven ook juweelen en geldbeugel af. Terug op de Henegouwlaan gekomen, trok het drietal een koffiehuis binnen. Eens daar, ging de Engelschman in do buurt sigaren koopen, doch bleef wat lang weg. De Kanadees zou eventjes eens gaan kijken waar hij bleef, doch verscheen ook niet meer terug. Dau opende de naïeve Duitscher den zakdoek hem toevertrouwd en vond er enkel een nieuwsblad en een aantal vreemde muntstukken in. De bestolene ging zijn beklag maken bij de politie, die de behendige dieven opzoekt. („Centrum") Een nuttige eigenschap van de auto. Een Duitsch oogarts, zekere dr. Hirsch, heeft in het tijdschrift „Die Hygiëne" een artikel geschreven, waarin hij den slechten naam, welken de auto heeft, wat betreft de hygiëne, onrecht vaardig noemt en waarin hij een zeer nuttige eigenschap van de auto op den voorgrond brengt. Dr. Hirsch dan roemt de automobiel als een uitstekende insectenvanger en wijst er daarbij op, dat paarden en ook andere last- en rijdieren om verschillende re denen, vooral om aesthetische, de insec tenplaag aanmerkelijk vergrooten. Dat de auto een zoo goede insectendooder is, ligt geheel en al in den bouw van de machine. In het voorste deel van de meeste auto's bevindt zich namelijk de verkoeler, dat is een systeem van buiten, waardoor water vloeit en waar tusschen door, door langwerpige openingen, ver- sche lucht wordt gedreven. Deze lucht wordt gedurende het rijden naar achte ren gezogen door een ventilator, die ach ter aan den wagen is aangebracht. Daar door worden alle insecten die te dicht bij het voorste deel van de machine ko men, door de lucht meegezogen. Als door een trechter worden ze door de ope ningen in de buizen gehaald en dan door de gaten in den verkoeler tegen de mo tor geslingerd, waar ze natuurlijk gedoodd worden. Inderdaad kan men in den zomer, voor al op erg warme dagen, reeds na een korten rit aan beide zijden van den motor honderden doode vliegen, muggen en an dere insecten zien liggen. „Hebben de automobielen", zoo vraagt dr. Hirsch, igeen aanspraak op bijzondere bescherming of tegemoetkoming, evengoed als de insecten- verdelgende zangvogels? Zelfs is deze Duitsche dokter er van overtuigd, dat men de automobielen zeer goed kan ge bruiken, om in de tropen de insecten te Verdolgen, welke die vreeselijke ziek ten waaraan de tropen juist zoo rijk zijn, verwekken. hadden, geborgen was en op den bodem van bet wagentje, aan de voeten van Magdalena stond daar hebt gij een gemakkelijk plaatsje. Al lachende zette zij zich daar neder, nam de handen van Marianne in de ha ren en het wagentje rolde nu als zelve tot aan den voet van den berg naar beneden. Hier echter sprong Magdalena terstond van de kist af en vatte zij weder het trekzeel aan. Josef wilde dit be letten en beweerde, dat bij nu wel alleen kon trekken. Ei 1 het zware werk zou ik mogen doen, maar het lichte niet Dat zou geen- eerlijk deelen zijn, antwoordde Magdalena, heb ik u tegen den berg op helpen trekken, dan mag ik dit op den vlakken weg ook. En zjj liet niet af, maar trok met hem het wagentje nog wel een uur ver, totdat zij aan een kruis kwamen. Hier liepen hunne wegen uit elkander. Slechts een paar uren waren zij bij elkander geweest, en toch zoo goed met elkander bekend geworden, als of zij elkander reeds jaren lang dagelijks gezien, dagelijks bezocht hadden. Zuivere, vrome zielen verstaan en achten elkander gemakkelijk en spoedigimmers, zij be lmoren bij elkander. (Wordt vervolgd.),

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1913 | | pagina 5