No. 129. Zaterdag 1 November 1913. Negende Jaargang. Wijnl ellen MAINDAC-, W0ENSI1G- en MMffl). I van een nil een 11 Dit nuffler beslaat uit 8 tilatlzlen. EERSTE BLAD. BUITENLAND. BINNENLAND. Posterijen. UIT ZEELAND. NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT Abonnementsprijs p. 3 maanden voor Goes f 0.75, daarbuiten f 0.95 Afzonderlijke nummers 5 cent, dubbele bladen 10 cent. Advertentiën worden ingewacht op Maandag en Woensdag vóór half drie en Vrijdag vóór een uur 's namiddags. Kanfoor v. d. Administratis: Ganzepoortstraat C 209, GOES' Reclameberichten 25 Ct. p. r. Bij abonnement speciale prijs. Advertentiën van 15 regels f 0.50; iedere regel meer 10 Ct. Eenzelfde advertentie 3 X geplaatst, wordt 2 X berekend. Dienstaanbiedingen 5 regels voor 25 Ct. contant. De abonné's op dit blad, in het bezit der door de I gulden bij verlies van beide I gulden bij directie uitgereikte polis, zijn, overeenkomstig de I 11 I handen, voeten of oogen. jfl I I verlies van een daarvoor vastgestelde Verzekeringsvoorwaarden, B Z 11 11 I Voorts bij ongeneeselijke E 11 I hand, voet GRATIS verzekerd tegen ongelukken voor: verstandsverbijstering; I \0 of oog; fl ^0 duim; De uitkeering der bovenstaande bedragen is gewaarborgd door de „Hollandsche Algemeene Verzekerings-Bank" te Schiedam. I gulden bij 4^ gulden bij P** jfl I 11 I verlies I I verlies van M \0 duimwijsvinger, na gulden bij verlies van eiken anderen vinger. UUITACHLAWD, De Leipzig er Leeuwenjacht. De leeuwenjacht te Leipzig zal waarschijn lijk eenige processen tengevolge hebben. Verschillende personen toch, wier wonin gen of étalages beschadigd zijn, hebben een eisch tot schadevergoeding tegen den directeur van het circus Barum ingediend. Deze evenwel beweert, dat er geen schade zou zijn aangericht, wanneer de agen ten en het publiek zich rustiger hadden gedragen. In een schrijven aan een der plaatse lijke bladen, schrijft de directeur Krei- ser o.m. het volgende: Mijn vrouw, die zelf de dieren gedres seerd heeft en in iedere voorstelling met hen optrad, reed met mij in een rij tuig juist naar het station. Toen wij het geschreeuw der voorbijgangers en het schieten der agenten hoorden, sprongen wij terstond uit het rijtuig en zagen de leeuwen op straat loopen. Mijn vrouw riep den eersten leeuw, dien ze zag, bij zijn naam. Het dier kwam kalm naar haar toe en zij sloeg baar arm om zijn hals. Ondertussclien schoten de agenten al een leeuw voor onze oogen dood. Toen men zag, dat mijn vrouw den leeuw vasthield, kwamen eenige agen ten op haar af. In doodsangst riep zij: „Niet schieten! niet schieten! Het is mijn lieveling!" Maar niettegenstaande haar smeekbede kreeg het dier een schot in het achterlijf. Met geweld werd mijn vrouw wegge trokken. Er kwam een man met een ijze ren stang, die uit alle macht op hel reeds hulpeloos neerliggend dier sloeg. Mijn vrouw liep hopeloos door de straat en zocht naar de kooi, waaruit de bees ten ontvlucht waren. De wagen bleek in een zijstraat te staan. Vlak er naast lag een leeuw. Het was mijn „Meneiick". Toen ik hem toesprak, richtte hij zijn kop op en tekte mij de handen. Ondertusschen hadden eenige mensehen mij gevolgd en zagen me nu naast het dier op den grond zitten. Als gekken schreeuwden zer „Hier leeft er nog één! Schiet hem neer!" Deze leeuw en nog één werden in mijn armen doodgeschoten. Dat ik zelf niet getroffen hen, is een wonder, want de kogels floten mijn vrouw en mij om de ooren; de straat geleek wel op een slagveld. Daarop snelde ik naar het „Blücher" hotel, waarheen de leeuwin „Dolly" ge vlucht was. Ik kwam juist op het oogen- blik, dat men wilde schieten. Dadelijk riep ik: „Ophouden, ik zal het dier vangen!" Een commissaris gaf gelukkig toen bevel, dat er niet zou wor den geschoten. Ik overlegde nu, hoe ik het dier het beste kon vangen. Ik ont dekte het toilet, opende de deur en de leeuwin ging er terstond in. Zoo ont kwam zij aan den wreeden dood. De deur werd gebarricadeerd en bewaakt. Een andere leeuw was in een tuin gevlucht en had zich daar in een don keren hoek onder een wagen verborgen. Op dit dier werd driemaal geschoten, of schoon het toch niet meer kon ontkomen. Toen ik zag, dat het dier niet meer ver der kon, ging ik naar den leeuwenwagen. Daar vond ik mijn vrouw, een bezwij ming nabij. Met inspanning van al haar krachten verdedigde zij de kooi, waarin zich nog jeenige leeuwen bevonden. Zoodra mijn vrouw mij zag, viel zij bewusteloos neer en moest in een huis gedragen worden. Toen werd ik naar het goederenstation geroepen, omdat daar een leeuw op de rails liep. Bij mijn aankomst vond ik er een commissaris met ongeveer 50 agenten. Het dier moest ook neergeschoten worden. Door toedoen van een mij hekend heer werd voorloopig van het schieten afge zien. Ik naderde met twee mijner tem mers tot dicht bij den leeuw en zag dat het „Abdul" was. Ik rieip (het dier hij zijn naam en bemerkte, dat Jiet zeer opgewonden was. Ik wilde het dier eerst tot kalmte laten komen en ging dus met mijn temmers terug. Ik zond iemand naar den directeur van de diergaarde met het verzoek, een kooi naar het station te sturen. De kooi werd bij den leeuw neer gezet, maar toen ik pogingen deed, hem naar binnen te doen gaan, werd een steen naar hem geworpen. De leeuw sprong op en dadelijk begonnen de agenten op het dier te schieten, dat door niet min der dan 165 kogels werd doorboord. Na deze scène ging ik in een automobiel naar het „Blücher"-hotel. Do kooi werd op de eerste verdieping gebracht en voor de deur van het toilet opgesteld. Dadelijk ging de leeuwin er in. Evenzoo ge schiedde met den leeuw, die in den tuin gevlucht was. (Maasbode) SFilKJK Uit Barcelona wordt gemeld, dat de demonstraties tegen bet nieuwe ministe rie, Woensdagmorgen nog voortduurden. De radicalen, die voor het raadhuis bij eengekomen waren, protesteerden op hef tige wijzeer werden zelfs revolver schoten gelost. Verschillende personen zijn in hechtenis genomen. Ook in Madrid hebben de revolutiona- ren protestmeetingen gehouden. Ze zijn vooral verbitterd, wijl senator Ugarte in het ministerie zitting heeft. Deze toch heeft vroeger in het parlement verklaard, dat Ferrer de eigenlijke opruier tot de revolutie in Barcelona geweest is. Deze protest-demonstraties dragen dus een fel anii-clericaal karakter. (Zie verder 2e Blad.) Naar men aan het „N. v. d. D." mede deelt, bestaat bij de directie der Staats- en Centraalspooi wegen het voornemen, om eerlang de groote locomotieven met één machinist en twee onder-machinis ten (stokers) te doen rijden. Het moet n.l. gebleken zijn, dat de bediening van deze groote machines, vooral bij het ver voer van zware sneltreinen, te bezwarend is voor twee man. In den laatsten tijd heeft men als bewijs hiervan geconsta teerd, dat een machinist en een onder machinist, die geregeld zulk een machine reden, aanmerkelijk in lichaamsgewicht waren afgenomen'. In éèn maand viel een van hen 6 pond af. Van de Kribbe tot het Kruis. Naar aanleiding van het feit, dat dezer dagen naast die van de Lelie-Bioscoop der K. S. A. een andere film werd vertoond, eveneens onder den naam „Van de Kribbe tot het Kruis", verzoekt mr. Aalberse, directeur van het Centraal-Bureau voor de K. S. A. te Leiden, het volgende mede te deelen. De w e r k e 1 ij k e film „Van de Kribbe tot het Kruis," is niet te huur, en zou even tueel alleen, verhuurd kunnen worden door de N.V. Lelie-Bioscoop te Leiden, die voor Nederland het uitsluitend opvoerings- recht heeft. Daarom een tweevoudige waarschuwing tot het publiek en de bioscoop-directeu ren: de werkelijke film „Van de Kribbe tot het Kruis" kan en mag alleen opge voerd worden door de N.V. Lelie-Bios coop, die daarvoor in de verschillende steden de grootste zalen reeds heeft ge huurd. Tegen de eigenaars van Bioscoop theaters, die een anderen film onder den naam „Van de Kribbe tot het Kruis" opvoeren oï laten opvoeren, wordt onmid dellijk! een aanklacht hij de Justitie in gediend, terwijl ook, zoowel door de En- j gelsche Maatschappij; als door de N.V. I Lelie-Bioscoop te Leiden tegen hen civiel- I rechtelijk zal worden opgetreden. Dringend verzoeken wij de vrienden van de K. S. A., om overal, waar aangekondigd wordt de opvoering va,n een film „Van de Kribbe tot het Kruis", welke vertoonin- gen niet uitgaan van de 'Lelie-Bioscoop; daarvan onmiddellijk! bericht, te zenden aan het Centraal-Bureau te Leiden, op dat onmiddellijk een aanklacht hij de Justi tie kan worden ingediend. Onderscheidingen Gentsche tentoonstelling. Naar het „Hbld." meldt, heeft de ko ning der Belgen in verband met de Gent sche tentoonstelling o.m. de volgende on derscheidingen verleend: aan mr. Th. Stuart, commissaris-generaal der Neder- landsche regeering bij de Gentsche ten toonstelling, de onderscheiding va,n groot officier in de Orde va,n Leopold II, aan den "lieer C. J. K. van Aalst, lid voor Nederland van de Jury Supérieur, die van commandeur in genoemde orde, aan den heer Bern. J. Veldhuis, algemeen sec retaris van clo Nederlandscho commissie, die van officier in genoemde orde, en aan den heer A. Jacot, architect voor de Nederlandsche afdeeling, die van rid der in de Kroonorde van België. De besteller I. Wisse te Cortgene is met ingang van 1 Nov. a.s. benoemd tot brievenbesteller en postlooper te Oud- Vossemeer. Goes. De uitslag van de loting voor de militie in deze gemeente valt niet mede. Van de 71 ingeschrevenen toch namen '33 aan de loting deel en thans is bericht ingekomen, dat alleen het hoog ste nummer 33 van den dienst zal vrij1 zijn en alle anderen moeten dienen. Schoolfeest 25 September. Het comité dat zich welwillend belastte met het organiseeren van een feest voor de Goesche schooljeugd ter viering van het honderdjarig bestaan onzer onafhan kelijkheid, vergaderde Donderdagavond in café Centraal onder presidium van den heer D. D. van den Bout. Vele belangstellenden waren aanwe zig, wat de voorzitter in zijn openings- wooid tot zijn genoegen constateerde. Allereerst was punt 2 der agenda reke ning en verantwoording van den pen ningmeester, dhr. P. A. de Ligny, aan de orde. Voor deze functie is de heer De Ligny inderdaad de man. Dit bleek ook hier weer. Zelfs het artistieke, of zooals de Franschman het uitdrukt„la note d'art" ontbrak niet aan zijn werk. Zijn reke ningen waren vervat in keurig gecalli- grafeerde omslagen (de ondergrond in mat, voorstellende een bloemtak waarin zich de woorden slingerden Neèrland's on afhankelijkheid 18131913 en daar over heen in sierschrift de vermelding van de in de map vervatte stukken. De verificatiecommissie, bestaande uit de heeren Snouck en De Hoogh, rap porteerde na onderzoek bij monde vau eerstgenoemde dat alles juist in orde was bevonden en adviseerde tot goed keuring der rekeuing en tot eervoile dechargeeriDg van den penningmeester voor zijn nauwkeurig beheer. Dit advies door den voorzitter als voorstel, aan de vergadering voorgelegd, werd bij accla matie en onder applaus aangenomen. De voorzitter voegde er een welge meend woord van dank en hulde bij aan het adres van den heer De Ligny voor zijn punctueele administratie, hem voorspellende dat bij de eerstvolgende gelegenheid aller oogen bij het benoe men van een penningmeester zicli weer op hem zouden richten. De rekening wees in inkomsten aan een totaalcijfer van f663.89, in uit gaven een totaalcijfer van f609,875. Dus een batig saldo van f54.Ü15. De voorzitter mocht terecht zeggen dat deze uitkomst bij dergelijke feesten zeldzaam isgewoonlijk heeft men een tekort te betreuren. Op voorstel van het bestuur wordt besloten le van dat batig saldo f 15 af te nemen voor dhr. v. d. Linde, den eigenaar- der weide bij Klein-Frankrijk, die voor het afstaan van die wei slechts f 10 vroeg maar die ook omwilleder vele andere diensten door hem bij de inrichting van die wei tot speelterrein bewezen dubbel en dwars recht had op een mildere vergoeding2e f 12.60 te besteden voor liet aanschaffen van lierinneringsbekers die er achteraf nog noodig zijn gebleken. Over de eventueele bestemming der nog restende f26,415 ontspon zich een gedachtenwisseling. Het bestuur wilde de som op de spaarbank zetten als een lokvinkje voor het feest van 1915 (500-jarig bestaan der stad Goes) en alsdan ter beschik king van den penningmeester Q. Q. te stellen. De heer Kloosterman wilde de som aan de spijskokerij ter liand stellen, de heer Faberij de Jonge, goudsmid, was er voor, de helft aan de spijskokerij de helft aan de werkverschaffing te geven. De heer de Beste pleitte voor het geven van een herinneringsmedalje aan de muziekvereenigingen „Euphonia" en „Hosanna". I)e heer Risch vond, dat hierdoor aan de medaljes, welke har moniegezelschappen plegen te verdienen het karakter van „in een wedstrijd ge wonnen eereteekenen" werd ontnomen, en was er tegen. De heer Snouck in het licht stellende, het doel waarvoor Re gelden door de burgerij waren gegeven, vond de be stemming door het bestuur aan het restant te geven, de beste. Toch bleek de idee, den beiden harmonieën een souvernir te schenken, den meesten dei- aanwezigen sympatiek te zijn en werd met op 4 na algemeene stemmen beslo ten èn aan „Euphonia" èn „Hosanna" een zilveren medaJje van f5 elk toe te kennen en de rest van het saldo (f16,415) te bestemmmen overeenkomstig 't advies van het bestuur. De heer Le Gointre, secretaris van het comité, vertoonde op verzoek van den voorzitter een der 5 ballons, die uit Duitschland waren afgestuurd, maar te laat waren aangekomen om nog voor liet feest te dienen. Het getoonde exem plaar, een fietser, viel zeer in den smaak. Door de heeren De Hoogh en De Ligny werd opgemerkt, dat liet oplaten van ballons met spiritus of lieete lucht is verboden bij de wet, niet het oplaten met gas. De lieer Snouck wist te ver tellen, dat de gasfabrieken toestellen hebben om zulke ballons gelijkmatig op te vullen en stelde voor ze te doen op laten ten pleiziere onzer schooljeugd. Het verdeelen onder de scholen, door een der aanwezigen aangeraden, leverde de moeielijkheid op dat er 6 scholen zijn en slechts 5 ballons. Ten slolte werd liet door een ander der aanwezigen geopperde denkbeeld om ze op den verjaardag van Prinses Juliana» (30 April 1914) op te laten, buiten of op de markt, als verrassing voor de kinderen en inmiddels inlichtingen omtrent doel matige vulling in te winnen, aangenomen. De ontbinding van het comité ge schiedde met een mooie rede van den voorzitter, waarin hij allen dank bracht die het kinderfeest dat dank het mooie weer zoo prachtig verliep deden slagen. Allen afzonderlijk te noemen ging niet. Toch meende hij enkelen apart te moeten huldigen. Op de eerste plaats den eere voorzitter, den heer burgemeester, die tot diens spijt hier niet aanwezig kon zijn. Dan den lieer S. Duvekot voor zijn inildde gaven, den heer Le Cointre als ijverig secretaris, met wien hij zoo aan genaam had samengewerkt. Den heer P. A. De Ligny als arcuraat penningmeester en den heer Klooster man, in wien hij het onderwijzerscorps huldigde voor hun vele diensten bij het feest bewezen. Deze rede werd met applaus begroet. De lieer Breetveld huldigde den heer v. d. Bout als een ijverig en prettig voorzitter van liet comité, vol toewijding voor de taak die hij op zich nam. Hij hoopte dat de heer v. d. Bout oo keens nog een feest voor volwassenen hier in Goes zou mogen leiden (applaus.) De heer v. d. Bout dankte voor de waardeerende woorden hem toegesproken betuigde gaarne in zijn kwaliteit van voorzitter van het feestcomité te zijn werkzaam geweest en zeide dat wanneer hij soms voor dergelijke opdrachten had bedankt, dit alleen was te wijten aan gebrek aan tijd. Waarna de vergadering werd gesloten, en allen voldaan huiswaarts gingen zoo wel over de financieele resultaten van het feest als over de wijze waarop het comité en zijn helpsters en helpers hun taak volbrachten En wij gelooven, dat zulks bij den lezer ook wel het geval zal zijn.

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1913 | | pagina 1