feuilleton. buitenland NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT Zaterdag 25 Oct. 1913. No. 126 BLAD Het Vierde gebod. Letteren en Kunst. DE BALKAN. De Kerkschildering te Kwadendamme. (Slot.) Het oordeel van een bevoegd kunst rechter, Mgr. van Heuh'elum, waarmee het vorig artikel eindigde, luidt: dat wan neer b.v. roode baksteen overpleisterd wordt, dat pleisterwerk niet mag beschil derd worden in hard- of zandsteenkleur doorsneden met witte strepen om daar door den schijn te geven van echt met selwerk in hard- of zandsteen, wijl dit den muur anders doet voorkomen dan hij werkelijk is. We noemen dat liegen door daden, en we mogen niet liegen vooral niet bij het versieren van het huis Gods. Liegen kan nooit tot sieraad strek ken. Behalve goed en schoon moet iets ook waar zijn. Om diezelfde reden kun nen gordijnen, op den muur geschilderd zoo, dat ze bij den eersten aanblik den indruk van echte gordijnen moeten ge-1 ven, [die schoonheid van een schildering niet verhoogen, alweder omdat dit een decoratieve leugen is. Een schoone muur- bedekking daarentegen is een geschilderd muurtapijt, wat wel g e 1 ij k t op een wer kelijk tapijt doorwezen met zinnebeeldige figuren, doch geen oogenblik den indruk wil maken alsof het een loshangende geweven stof zou zijn. Doch hierover ge noeg. Wanneer men nu de blikken op het gewelf vestigt vindt men daar niets wat de gedachte door het gewelf heen opvoert naar den hemel, en dat moest toch eigenlijk zoo zijn, ware de gewelf schildering doelmatig en kunstzinnig aan gebracht. Het ronde houten gewelf bestaat hier uit lange smalle deelen van het kruis punt der kerk (in de viering) uitgaande naar de richting der vier windstreken. Dit gewelf wordt ondersteund door draag- hogen die rusten op de muurbeeren der zijwanden. Die draagbogen zijn van don- bruine kleur waarop een lichtgeel blad motief. Het gewelf is bedekt met dat ver velende geel wat ook' aan de zijtnuren kleeft, maar dan in lichtere tint, terwijl de voegen tusschen de houten deelen wit zijn geverfd. Hier is de schilder den bouw meester der kerk te slaafs gevolgd en men ziet de verbijsterende uitwerking. De bouwmeester draagt hier natuurlijk de schuld, maar de schilder had er iets anders op moeten vinden. Nu is het alsof men door een wit latwerk naar een geel- gekleurden hemel ziet. Onbeduidend en foei leelijk. Gelukkig, dat. de oogen der geloovigen meer geboeid zullen blijven aan het priesterkoor met zijn heerlijke gewelfbeschildering en zijn prachtigen triumfboog. Do welving van den triumfboog is in derdaad een oqgenfeest van koloriet, 'n triumf van verven. Op een diep Igloeiend purper klimt aan weerszijden een we lig lofwerk van passiebloemen en wijn- gaardloof omhoog. Daarin hangen op ge lijke afstanden medaillons in den vorm van een vierpas, waarin vergulde zinne beeldige figuren op donkerblauwen grond. We beginnen bij het eerste medaillon onder in den triumfboog aan de evangelie- zijde. Daarin zien we korenaren als zinne- lieeld van de tarwe der uitverkorenen, het H. Lichaam des Heeren in de 11. Communie. In het tweede medaillon een kelk duidende op de miskelk welke het. H. Bloed des Heeren bevat. In het derde een visch. Om dit zinne beeld goed te begrijpen dient men 'te we len, dat de eerste Christenen uit vrees voor vervolging en ontheiliging de II. Ge heimen voorstelden door personen en za,- ktan uit het dagelijksohe leven. Hoe kwa men ze nu aan den visch? Wanneer men de beginletters der Grieksche woor den welke in het Hollandsch Jezus Chris tus Gods Zoon Zaligmaker beteekenen tot één woord bijeenvoegt, verkrijgt men i ch th u s wa,t visch beteek'ent. De figuur van den visch befeekent dus Jezus Christus. In het vierde de tafel der toonbrooden, een voorafbeelding van het II. Sacrament des Altaars. In het rijfde de visch (meestal een dolfijn) met een broodkorf op den rug, tusschen de brooden een glas wijn. Alweer een zinnebeeld uit de eerste Chris tentijden, zooals we dat vinden in een kamér der catacomben van Paus Cal- lixtus. Het stelt voor den visch (Chris tus) die tot ons komt met (onder de gedaante van) brood en wijn. De korf stelt een va,n teenen gevlochten korf voor, waarin bij gebrek aan de heilige vaten soms de H. Geheimen werden gedragen. De kelk waarin de wijn is, is van glas, wijl in de eerste tijden de miskelkeln meestal van glas waren. De visch wordt voorgesteld als leven, daar Christus het leven is en het leven geeft. In het zesde de Grieksche letter P onze R) doorsneden door de X onze CH) aldus PX. De twee letters chr vormen hel begin van 't woord Chris tus. Juist boven in het midden van den triumfboog vinden we de letters A en 0, welke de eerste en laatste letter van het Grieksche alphabelh zijn en een aan duiding 'zijn van God, die het begin len het einde is van alle dingen. Aan de andere zijde naar beneden dalende vinden we dan achtereenvolgens: I II S, wat den zoeten Naam aanduidt. In den tijd van den 11. Bernardus, den groolen lof redenaar op den Zoeten Naam, werd de „i" aan het begin van een woord aan gegeven door een „j", b.v. jets (iels) en de j door jh, b.v. jhaar (jaar). Zoo ook werd de j van den zoeten naam aangegeven door jh, zoodat jhs de be gin en eindletter aanduidden van jhesus, welke letters later in hoofdletters werden veranderd I H S. Vervolgens weer een visch. Dan de Ark des Verbonds, voor afbeelding van het tabernakel, en een visch met anker, de visch is Christus, die volgens den Apostel Paulus het 'an ker onzer hoop is ten eeuwigen leven. Verder een wijnpers. Gelijk1 ónder het ver treden der druiven in den wijnkuip het druivenbloed werd geperst en wegvloeide door de Openingen, zoo werd in den Olij venhof onder den druk der zielesmarten het H. Bloed onzers Heeren uit de po riën van zijln H. Lichaam geperst, en verder op Zijn lijdensdag vloeide het. weg uit de openingen ontstaan door de kneu zingen en slagen met de martelwerktui gen. Het beeld is van den Zaligmaker zeide, die reeds le voren door Zijn pro feet zeide„Ik heb den wijnpers alleen getreden". De wijnpers is dus het zinnebeeld van 's Heeren bloedvergieten. Volgt nu wijn rank met. druiventros, zinnebeeld van het H. Bloed 0. H. waarin de wijn 'hij de consecratie wordt veranderd. De. rei van medaillons sluit met. die waarin, als ik me niet vergis, de gra naatappel wordt afgebeeld. De granaatappel die van zelf opensplijt en zijne pitten uitwerpt is het zinnebeeld der liefde, die zichzelf vrijwillig geeft en opoffert; hier dus van de opofferende liefde van Christus, waardoor Hij Zich zelf vrijwillig geeft in zijn menschwor- (ling, in zijn lijden, in het H. Sacr. des Altaars. Zoo is de welving van den triumfboog gepurperd ter herinnering aan het 11. Bloed wat 0. L. H. ter onzer liefde heeft vergoten, omrankt door passie- lij den») bloem en wingerdloof, in welks vrucht het druivenbloed rijpt der offerande en behangen met zoovele gouden zinne beelden, een welsprekende en heerlijke lofzang op onzen Heer, die in het II. Sacrament des Altaars onze spijs en drank is ten eeuwigen leven, ons Leven, onze Liefde en onze Hoop. Ten slotte een indruk' van het geheel en dan heb ik daarbij vooral op het oog do schildering in en rond liet priester koor. Bewonderen we dan de goede harmonie, bewaard tusschen dë schilder- en houw kunst. Do lijnen van den bouw zijn aan gewend om de kleuren beter te doen spreken, terwijl de kleuren de lijnen van den bouw meer op den voorgrond bren gen. Beiden zijn samengesmolten tot. een schoon afgerond geheel. De voo es telling van den hemel in het koorgewelf met Gods troon als het hoogste middenpunt en van het Lam Gods vóór 34 En zelfs het slechte weer heeftop zijne wijs tot ons welzijn medegewerkt, merkte de moeder weder aanhet dwong ons langer te Pleimwalde te bl ij ven, dat wij voornemens waren. Zoo groeide de rekening aan, en met de rekening onze nood, en in dien nood kwam Got ons zoo spoedig en machtig bijstaan. Zelfs moest die bedrieger, de schil der, bet werktuig zijn, waardoor wij aan deze milde hulp deelachtig werden. Want, waren wij niet met die valsehe daalders bedrogen geworden, dan hadden wij die zware rekening toch nog kunnen betalen. Ik kan u niet zeggen boe groot mijn schrik en mijn angst waren, toen ik ont dekte, dat mij die twee daalders ont stolen waren, voor ons was dit een zwaar, ja, eenonherstelblaarverlies 1 Hoe rijkelijk beeft God ons deze schade niet vergoed Bedenk eens, moeder, alleen aan geld kregen wij het dubbel terug, en dan nog den anderen zegen, de andere geschenken. Lieve God, ik heb niet alleen, mijn jas teruggekregen, maar er is mij zelfs een geheel pak geschonken, en gij moeder, gij werdt op dezelfde wijze -bedacht En in plaats van dat slechte eten, hetwelk nauwelijks te gebruiken was, en dat wij evenwel zoo duur betalen moesten, verschafte Onze Lieve Heer, ons gisteren en vandaageen waren overvloed, deed de moeder hem verder opmerken. De waard en de waardin moeten zich nu wel schamen 1 vervolgde Josef de waard dreigde mij bij de politie te zullen aanklagen, en nu heeft God liet zoo geschikt, dat, hij zonder ons toedoen, zich wegens de afzetterij, welke hij aan ons gepleegd heeft, verantwoorden moet, en die zaak loopt voor den hebzuch- tigen man misschien wel ongelukkig af. In deze en dergelijke gesprekken on derhielden zich moeder en zoon over de voorvallen der laatste dagen, en innig aangedaan riep Marianne uitO mijn God hoe wonderbaar zijn uwe wegen hoe groot uwe macht, en goedheid, hoe oneindig uwe liefdeHoe waar is toch uw troostwoord, dat hun die U beminnen, den troon (op de voorzijde van het pries terkoor) aanbeden door de Ouden, de groepeering en verdeeling der figuren en de oplegging der verschillende kleuren, dat alles is duidelijk en bevattelijk, zon der overlading of verwarring. Het goud op' de juiste plaats en kwistig, maar niet roekeloos aangebracht, geeft aan het ge heel den indruk van rijkdom en kost baarheid. De goede verdeeling van de kleurop- pervlakten in koude en warme kleuren, zwakke en sterke tonen geeft aan het geheel kracht en vastheid, waartoe ook meewerkt de met vaste hand uitgelijn de teekeningen en figuren. De groote vlak van groen in het 'koorgewelf verliest door de overvloedige vermenging1 met het war me geel al zijne koelheid en in die uiterst teere tint opgelegd schept het daarboven de atmosfeer eener paradijselijke lente, terwijl het, beschenen door het licht van een zonnigen dag, de ruimte hoven het altaar iu wijdere welving uitzet. Een aangename afwisseling met het. groen vormen de smalle banden van het warmere bruin der gewelfrihben en de breedere hand van het diepe gloeiende purper aan den triumfboog. Zeer schoone schakeeringen brengen ook de gebroken tonen van de kleuren der figuren, beel den, raamomlijstingen enz. aan. (Wan neer men b.v. bet. gewone rood door bijmenging van een andere kleur lich ter of donkerder maakt enz. noemt men dit laatste een gebroken toon van rood), 't Geheel is een weelderige kleurenpracht als een kostbare gestolten smeltverf' (émail) vastgehouden door gouden handen en randen, één heerlijk visioen, dat de oogen aanstonds tot. zich trekt en boeien blijft, terwijl het den geest bevredigt, het gemoed verkwikt, en hart en ziel om hoog heft, sursum cord al. Daar, men voelt het, is het huis Gods en de poort van het Hemelsehe paradijs. Daar is de ge heimzinnige ladder langs welke het oog onzer ziel omhoogblikkend ten laatste God ontmoet, Die heeft gezegd„Mijne oogen en mijne ooren zullen altijd geopend zijn over dit huis en over deze plaats, hier zal Ik de gebeden van mijn volk ver- hooren." Gelukkig het volk, dat bij liet aanbid den oogen en hart mag verkwikken aan den luister van 's Heeren Verblijf, en wiens gedachten en begeerten zachlkens omhoog worden gevoerd op de deining van een schitterend kleurenvisioen, dat daar voor zijne verrukte oogen opengaat en naar hoven in schittering en schoonheid toe neemt, als ware het priesterkoor het be gin van een opgang welke in het einde uitkomt in den llemel, en waar de schoon heid, gezien bij de eerste schrede op waarts, telkens wordt gevolgd door nog hoogere schoonheid om ten laatste over te gaan in de oneindige schoonheid van Gods aanschouwen. Eere den herder, die den luister van Gods huis beminnend, telkens nieuwe schoonheid weet te brengen in dal huis waar God wordt geëerd en de geloovi gen in stichting tot God worden opge voerd. Eere aan de parochianen, die één met hun pastoor in ijver voor het huis des Heeren hem door hun mildheid krach tig steunen. Ten slotte een eeresaluut aan den schilder, den heer Fernelmont te 's Hertogenbosch, wien alleen we niet ver antwoordelijk mogen stellen voor het bo ven afgekeurde nabootsen van voegwerk, wat, jammer genoeg, door verreweg de meeste kcrksehilders in praktijk wordt gebracht; die, gelet op het vele goud, de vele teekeningen en den grooteren arbeid besteed rond het' altaar, met het oog op de beschikbare financiën, zich misschien heeft moeten verloochenen en matigen bij de versiering van het overige gedeelte der kerk, maar die dan toch in het vele schoone wat hier gewrocht is voldoende blijken heeft gegeven van rijke kunstenaarsgaven en aanleg. Schil der, pastoor en parochianen van Kwa dendamme van harte proficiat met hun schoon gesierd kerkgebouw. Pastoor C h. d e M e ui d er. Ierseke, feest van St. Lucas. alles ten beste gedijt! Zij had er nog bijvoegen kunnen Hoe groot is de zegen, dien Gij, o Heer, den kinderen schenkt, welke volgens uw gebod, vader en moeder eeren I Immers, dit bad zij nog op denzelfden dag aan Josef ondervonden. De zegen echter, welke een goed kind ontvangt, komt neder op zijne ouders, en deze hebben hier beneden eigenlijk slechts een zegen, den zegen, die hunne kinderen genieten ieder andere, hij moge heeten, gelijk bij wil, gezondheid, rijkdom eer ver dwijnt bij dezen. En deze zegen is niet enkel tijdelijk, hij is eeuwig, voor de ouders en voor dé kinderen tevens. Onder deze en dergelijke gesprekken vervolgden zij snel hunnen wegde uren vlogen Josef en Marianne voorbij, als minuten. Waar zij aanlegden, daar be taalde koetsier, dat had zijn lieer hem bevolen. Nog voor den avond bereikte zij Laubenberghier namen zij hun intrek in „de gouden Duif", een logement dat in alles het tegenovergestelde was van dat in - den Beer te Pleunwalde. De waardin in „de Duif" deed den naam van haar logement eer aan zij was zachtmoedig en liefderijk, als eene AMKHIKA. Een grootsche betoog in g. In een particuliere correspondentie uit Phil adelphia aan de „N. Venl. Ct." lezen wij het. volgende over een grootsche Katholieke betooging van 50000 Katholie ken: Amerika, de nieuwe wereld, zich ken merkend door haar reusachtige onder nemingen op stoffelijk gebied, waar ver bazingwekkende gehouwen tartend hun spitsen ten hemel richten, steenmassa's tonnen in gewicht; het land, waar dui zenden nieuwsgierigen en weetgierigen hun blik en schreden richten, om de won deren der bouwkunst, zoowel hoven als ondergronds te bewonderen en liet. genie der bouwmeesters lof toe te zwaaien, dit land kenmerkt zich ook op geestelijk ge bied in zijn grootsche verrichtingen, wan neer het: betreft, den Heer en Meester van alles, wat er bestaat, lof te brengen en te erkennen als den alleen heiligmakenden God. Geen preutse,he schaamte of lafheid schuilt: in den Amerikaanschen Katho liek, als liet er op aan komt, uit te ko ken voor de katholieke zaak, geen opoffe ring of moeite va.lt hem] te zwaar. Hij is een 'voorbeeld voor een ieder en dwingt zelfs de hoogachting van anders denkenden af. Zoo heeft dan weer deze jaarlijks te- rugkeerende gebeurtenis plaats gegrepen, waarvan ik een en ander zal mededeelen, daar ik er van verzekerd ben, dat zulk een betooging, hier in de nieuwe wereld gehouden, de volle sympathie der Ne- derlandsche Katholieken wegdraagt.. Deze geloofsuiting draagt den naam van „Holy Name Parade" en wordt jaar lijks gehouden ter verheerlijking 'van den naam van God, om eerherstel le bren gen wegens de tallooze beleedigingen, dien H. Naam aangedaan en tevens tegen tegen het onwaardig gebruik maken van God's heiligen Naam. Ruim 50.000 mannen namen aan de betooging deel en niet minder dan 500.000 personen waren getuigen van deze in- d ruk wekkende pl ech t i gheid Maai' het overtrof ook hier de verwach- 1ing. Nog nooit heeft Phiadelphia in zoo'n reuzenbetooging gesehitleril, en voorzeker heeft nooit een betooging meer indruk gemaakt op het hart der toeschouwers dan deze. Eenvoudig doch indrukwekkend was liet geheel. Zegge vijftig duizend mannen door een wereldstad te zien pareeren, om uit te komen voor lain beginselen, voor hun katholieke beginselen, dit doen de in de grootste orde, zich bewust van de grootsfhe daad, die zij verrichtten, moest bewondering en eerbied afdwin gen. Dit was dan ook duidelijk te bemer ken aan de duizenden toeschouwers, die uren geduldig wachtten om de geheele betooging te zien voorbij trekken. Het machtig e leger der 50.000, dat zich huilen de stad opgesteld had, mar cheerde gedurende ruim 5 uur, voordat de laatsten de kathedraal gepasseerd wa ren, waar de Aartsbisschop de befooging gade sloeg. Muziekkorpsen begeleidden den stoet en verhoogden door kerkelijke en patriolische muziek den indruk van het geheel. Om twee uur had de stoet zicli in beweging gesteld, met tallooze vaan dels, schitterend in de heldere najaars zon, en nog steeds stapten ze door die mannen, tot lang nadat de duisternis was ingetreden. Zulk een betooging moest eer bied en bewondering- afdwingen; we zagen hoe de duizenden toeschouwers in eer biedige stilte, de luidruchtige toejuichin gen, waarin de Amerikaan zijn hart zoo snel lucht geeft als blijk van zijn sym pathie, achterwege lieten als voelde een ieder dat deze nu zeer ongepast waren en wanneer de muziekkorpsen een wijle cfe muziek onderbraken, dan kon men niets hooren dan den regelmatigen stap der betoogers. Muziek en toejuichingen verhoogen steeds den indruk van be toogingen, doch juist gedurende de oogen ic! ikken, waarop de muziek onderbroken duif. Zij ontving Marianne met groot medelijden in haar huis, ruimde haar een zindelijke, zonnige kamer in, en zorgde met een oprechte liefde voor alle behoeften barer zieke logeergast. Even goed was zij voor Josef, en zag liet met een har telijke vreugde, hoe bezorgd hij in alle deelen, als een trouwhartige zoon, zijne moeder bijstand bood. Zij gaf hem een aardig vertrekje naast de kamer zijner moeder en bovendien zeer goed eten. Aan zoodanig eene liefderijke, weldadige waardin schonken moeder 'en zoon weldra hun volle vertrouwen, en nog dienzelfden avond vernam zij waarom hare gasten naar Lauenberg waren gekomen. Nu, dan heeft de Franciskaner broeder u een goeden raad gegeven, zeide ten slotte de waardin onze dokter mijnheer Heilmann, is een bui tengewoon kundig geneesheer, en als er een u kan helpen, dan is hij dit, en nie mand anders. Reeds den volgenden morgen be gaf zich Josef terstond naar dokter Heilmande geneesheer was beter dan hij den naam had. Hij had een hart, ofschoon juist geen weekhij liet zich betalen, maar hij maakte onderscheid werd kwam nog duidelijker het, indruk wekkende op den voorgrond. Duizenden knielden neer voor de kathe draal, waar een tijdelijk altaar was op gericht, vanwaar de benedictie met het Allerheiligste gegeven werd. De aartsbisr schop was zichtbaar bewogen hij1 het zien van den rensachtigen stoet mannen, die gekomen waren ter verheerlijking, van Gods heiligen naam. Dit' gaf hij i:n de volgende .woorden, ie kennen„Het doel dezer betooging spreekt duidelijk door de belofte, waaraan de leden der vereeniging zich verbonden hebben. Het is een demon stratie waarop niet alleen ieder jvatholiek en Christen, maar ook ieder goed burger trotsch moet gaan. Want de betooging zegt: Ik erken openlijk, dat ik geloof, dat onze Heer Jezus de 'zoon is van God, mensch geworden ter verlossing van het menschdom. Ik erken zijne Goddelijke heerschappij en geloof, dat alle macht op aarde, zoowel1 wereldlijke als geeste lijke, van Hem komt. Alle wettelijk inge steld gezag beloof ik te eerbiedigen en te gehoorzamen. Moge de God van rechtvaar digheid het. verstand dergenen verlichten, die met, de macht van dat, gezag bekleed zijn". Daarop gaf de Aartsbisschop den zegen, terwijl verscheidene honderden priesters aan den voet van het altaar geknield lagen. Hiermede was de schoone betooging ten einde en keerden allen huiswaarts, met trots in hart en oog, dat zij hadden mogen medewerken ter verheerlijking van des Scheppers naam. Zoo weet de Ame rikaan ook op geestelijk gebied te schit teren f S ,p o o r w e g. Zaterdamiddag is een trein ontspoord met officieren en soldaten van de Amerikaansche Kustartillerie. Het ongeluk geschiedde bij Buckatunna, ge legen in het meest woeste gedeelte van Alabama. Drie wagons sprongen uit de rails en stortten in een 60 voet diep ravijn, met het noodlottig gevolg, dat 20 man op slag, werden gedood en 150 ge wond, waarvan 30 levensgevaarlijk. De overlevenden verklaarden hunne redding uitsluitend te danken te hebben gehad, aan het feil, dat de lijken van hunne kameraden, die slechts een oogen blik tevoren naar beneden gestort wa ren, een hoop vormden boven de omge slagen wagens en zoo als het ware als kussens hunnen val braken. ITALIË. De verkiezingsstrijd. De be ruchte vereeniging van anti-clericalen van diverse pluimage Giordano Bruno, die, zooals men weet, haar „zetel" tegenover het Vaticaan heeft opgeslagen, heeft een program opgesteld, dat door de Candida- ten, die den steun der vereeniging wil len genieten moet worden onderteekend. Dit program eischtscheiding van Staat en Kerk, afschaffing van art. 1 der grond wet, waarhij de Katholieke godsdienst tot staatsgodsdienst wordt verklaard, afschaf fing van de waarborgenwet, gelijkstelling van den Paus met alle andere burgers, afstand van het. Vaticaan aan de stad Rome, uitvoering en „verbetering" van de wet op de congregaties. Gemakkelijke echt scheidingen, monopolie der leek'enschool. Excusez du peu 1 Ieder, die dit program niet onderschrijft, is een „clericaal". Als dit laatste waar is, zullen er den kelijk heel wat clericalen in de kamer gekozen worden. Servië scheen eerst niet voornemens de Albaneesche grens, gelijk die op de conferentie te Londen met zooveel moeite werd vastgesteld, te eerbiedigen, doch achtte het noodzakelijk, binnen liet ge bied van het ontworpen koninkrijk eenige punten te bezetten, die het voor de Al- baneezen moeilijker maken om nogmaals een aanval te beproeven op hunne na buren. tusschen armen en rijken. Hij was een ernstig, ja, gemelijk manmaar de kin derlijke liefde van Josef en de hoedhar- tige eenvoudigheid, waarmede hij hem het ongeluk zijner moeder en zijn ver langen voorstelde, maakten een goeden indruk op hem. In die gunstige stemming werdt hij zeer gesterkt, toen hij de vrome geduldige lijderes zelve leerde kennen hij kwam haar dagelijks bezoeken en schreef de in- en uitwendige genees middelen voor. Hij was echter van aard stilzwijgend en liet zich dan ook met geen enkel woord over den toestand van Marianne uit. Dat maakte Josef bezorgd, en den derden dag vroeg hij den dokter, of zijne moeder nog op genezen mocht hopen Dat zal binnen acht dagen blijken, was het antwoord, Na verloop van dien tijd ondervroeg Josef hem nogmaals. Nu is er hoopMarianne was in derdaad in geen gunstigen toestand, zeide de geneesheer; de eerstvolgende week zal er pijn in de verstijfde leden opkomen, hoe steviger, hoe beter. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1913 | | pagina 5