feuilleton.
buitenland
NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT Zaterdag 25 Oct. 1913.
No. 126
BLAD
Het Vierde gebod.
Letteren en Kunst.
DE BALKAN.
De Kerkschildering te Kwadendamme.
(Slot.)
Het oordeel van een bevoegd kunst
rechter, Mgr. van Heuh'elum, waarmee
het vorig artikel eindigde, luidt: dat wan
neer b.v. roode baksteen overpleisterd
wordt, dat pleisterwerk niet mag beschil
derd worden in hard- of zandsteenkleur
doorsneden met witte strepen om daar
door den schijn te geven van echt met
selwerk in hard- of zandsteen, wijl dit
den muur anders doet voorkomen dan
hij werkelijk is. We noemen dat liegen
door daden, en we mogen niet liegen
vooral niet bij het versieren van het huis
Gods. Liegen kan nooit tot sieraad strek
ken. Behalve goed en schoon moet iets
ook waar zijn. Om diezelfde reden kun
nen gordijnen, op den muur geschilderd
zoo, dat ze bij den eersten aanblik den
indruk van echte gordijnen moeten ge-1
ven, [die schoonheid van een schildering
niet verhoogen, alweder omdat dit een
decoratieve leugen is. Een schoone muur-
bedekking daarentegen is een geschilderd
muurtapijt, wat wel g e 1 ij k t op een wer
kelijk tapijt doorwezen met zinnebeeldige
figuren, doch geen oogenblik den indruk
wil maken alsof het een loshangende
geweven stof zou zijn. Doch hierover ge
noeg. Wanneer men nu de blikken op
het gewelf vestigt vindt men daar niets
wat de gedachte door het gewelf heen
opvoert naar den hemel, en dat moest
toch eigenlijk zoo zijn, ware de gewelf
schildering doelmatig en kunstzinnig aan
gebracht. Het ronde houten gewelf bestaat
hier uit lange smalle deelen van het kruis
punt der kerk (in de viering) uitgaande
naar de richting der vier windstreken.
Dit gewelf wordt ondersteund door draag-
hogen die rusten op de muurbeeren der
zijwanden. Die draagbogen zijn van don-
bruine kleur waarop een lichtgeel blad
motief. Het gewelf is bedekt met dat ver
velende geel wat ook' aan de zijtnuren
kleeft, maar dan in lichtere tint, terwijl
de voegen tusschen de houten deelen wit
zijn geverfd. Hier is de schilder den bouw
meester der kerk te slaafs gevolgd en
men ziet de verbijsterende uitwerking.
De bouwmeester draagt hier natuurlijk
de schuld, maar de schilder had er iets
anders op moeten vinden. Nu is het alsof
men door een wit latwerk naar een geel-
gekleurden hemel ziet. Onbeduidend en
foei leelijk. Gelukkig, dat. de oogen der
geloovigen meer geboeid zullen blijven
aan het priesterkoor met zijn heerlijke
gewelfbeschildering en zijn prachtigen
triumfboog.
Do welving van den triumfboog is in
derdaad een oqgenfeest van koloriet,
'n triumf van verven. Op een diep Igloeiend
purper klimt aan weerszijden een we
lig lofwerk van passiebloemen en wijn-
gaardloof omhoog. Daarin hangen op ge
lijke afstanden medaillons in den vorm
van een vierpas, waarin vergulde zinne
beeldige figuren op donkerblauwen grond.
We beginnen bij het eerste medaillon
onder in den triumfboog aan de evangelie-
zijde. Daarin zien we korenaren als zinne-
lieeld van de tarwe der uitverkorenen,
het H. Lichaam des Heeren in de 11.
Communie. In het tweede medaillon een
kelk duidende op de miskelk welke het.
H. Bloed des Heeren bevat.
In het derde een visch. Om dit zinne
beeld goed te begrijpen dient men 'te we
len, dat de eerste Christenen uit vrees
voor vervolging en ontheiliging de II. Ge
heimen voorstelden door personen en za,-
ktan uit het dagelijksohe leven. Hoe kwa
men ze nu aan den visch? Wanneer
men de beginletters der Grieksche woor
den welke in het Hollandsch Jezus Chris
tus Gods Zoon Zaligmaker beteekenen tot
één woord bijeenvoegt, verkrijgt men
i ch th u s wa,t visch beteek'ent. De
figuur van den visch befeekent dus Jezus
Christus.
In het vierde de tafel der toonbrooden,
een voorafbeelding van het II. Sacrament
des Altaars. In het rijfde de visch (meestal
een dolfijn) met een broodkorf op den
rug, tusschen de brooden een glas wijn.
Alweer een zinnebeeld uit de eerste Chris
tentijden, zooals we dat vinden in een
kamér der catacomben van Paus Cal-
lixtus. Het stelt voor den visch (Chris
tus) die tot ons komt met (onder de
gedaante van) brood en wijn. De korf
stelt een va,n teenen gevlochten korf voor,
waarin bij gebrek aan de heilige vaten
soms de H. Geheimen werden gedragen.
De kelk waarin de wijn is, is van glas,
wijl in de eerste tijden de miskelkeln
meestal van glas waren.
De visch wordt voorgesteld als leven,
daar Christus het leven is en het leven
geeft. In het zesde de Grieksche letter
P onze R) doorsneden door de X
onze CH) aldus PX. De twee letters
chr vormen hel begin van 't woord Chris
tus. Juist boven in het midden van den
triumfboog vinden we de letters A en
0, welke de eerste en laatste letter van
het Grieksche alphabelh zijn en een aan
duiding 'zijn van God, die het begin len
het einde is van alle dingen. Aan de
andere zijde naar beneden dalende vinden
we dan achtereenvolgens: I II S, wat
den zoeten Naam aanduidt. In den tijd
van den 11. Bernardus, den groolen lof
redenaar op den Zoeten Naam, werd de
„i" aan het begin van een woord aan
gegeven door een „j", b.v. jets (iels)
en de j door jh, b.v. jhaar (jaar). Zoo
ook werd de j van den zoeten naam
aangegeven door jh, zoodat jhs de be
gin en eindletter aanduidden van jhesus,
welke letters later in hoofdletters werden
veranderd I H S. Vervolgens weer een
visch. Dan de Ark des Verbonds, voor
afbeelding van het tabernakel, en een
visch met anker, de visch is Christus,
die volgens den Apostel Paulus het 'an
ker onzer hoop is ten eeuwigen leven.
Verder een wijnpers. Gelijk1 ónder het ver
treden der druiven in den wijnkuip het
druivenbloed werd geperst en wegvloeide
door de Openingen, zoo werd in den Olij
venhof onder den druk der zielesmarten
het H. Bloed onzers Heeren uit de po
riën van zijln H. Lichaam geperst, en
verder op Zijn lijdensdag vloeide het. weg
uit de openingen ontstaan door de kneu
zingen en slagen met de martelwerktui
gen. Het beeld is van den Zaligmaker
zeide, die reeds le voren door Zijn pro
feet zeide„Ik heb den wijnpers alleen
getreden".
De wijnpers is dus het zinnebeeld van
's Heeren bloedvergieten. Volgt nu wijn
rank met. druiventros, zinnebeeld van het
H. Bloed 0. H. waarin de wijn 'hij de
consecratie wordt veranderd.
De. rei van medaillons sluit met. die
waarin, als ik me niet vergis, de gra
naatappel wordt afgebeeld.
De granaatappel die van zelf opensplijt
en zijne pitten uitwerpt is het zinnebeeld
der liefde, die zichzelf vrijwillig geeft en
opoffert; hier dus van de opofferende
liefde van Christus, waardoor Hij Zich
zelf vrijwillig geeft in zijn menschwor-
(ling, in zijn lijden, in het H. Sacr. des
Altaars.
Zoo is de welving van den triumfboog
gepurperd ter herinnering aan het 11.
Bloed wat 0. L. H. ter onzer liefde heeft
vergoten, omrankt door passie- lij
den») bloem en wingerdloof, in welks
vrucht het druivenbloed rijpt der offerande
en behangen met zoovele gouden zinne
beelden, een welsprekende en heerlijke
lofzang op onzen Heer, die in het II.
Sacrament des Altaars onze spijs en drank
is ten eeuwigen leven, ons Leven, onze
Liefde en onze Hoop.
Ten slotte een indruk' van het geheel
en dan heb ik daarbij vooral op het oog
do schildering in en rond liet priester
koor.
Bewonderen we dan de goede harmonie,
bewaard tusschen dë schilder- en houw
kunst. Do lijnen van den bouw zijn aan
gewend om de kleuren beter te doen
spreken, terwijl de kleuren de lijnen van
den bouw meer op den voorgrond bren
gen. Beiden zijn samengesmolten tot. een
schoon afgerond geheel.
De voo es telling van den hemel in het
koorgewelf met Gods troon als het hoogste
middenpunt en van het Lam Gods vóór
34
En zelfs het slechte weer heeftop
zijne wijs tot ons welzijn medegewerkt,
merkte de moeder weder aanhet
dwong ons langer te Pleimwalde te bl ij ven,
dat wij voornemens waren. Zoo groeide
de rekening aan, en met de rekening
onze nood, en in dien nood kwam Got
ons zoo spoedig en machtig bijstaan.
Zelfs moest die bedrieger, de schil
der, bet werktuig zijn, waardoor wij aan
deze milde hulp deelachtig werden. Want,
waren wij niet met die valsehe daalders
bedrogen geworden, dan hadden wij die
zware rekening toch nog kunnen betalen.
Ik kan u niet zeggen boe groot mijn
schrik en mijn angst waren, toen ik ont
dekte, dat mij die twee daalders ont
stolen waren, voor ons was dit een zwaar,
ja, eenonherstelblaarverlies 1 Hoe rijkelijk
beeft God ons deze schade niet vergoed
Bedenk eens, moeder, alleen aan geld
kregen wij het dubbel terug, en dan nog
den anderen zegen, de andere geschenken.
Lieve God, ik heb niet alleen, mijn jas
teruggekregen, maar er is mij zelfs een
geheel pak geschonken, en gij moeder,
gij werdt op dezelfde wijze -bedacht
En in plaats van dat slechte eten,
hetwelk nauwelijks te gebruiken was,
en dat wij evenwel zoo duur betalen
moesten, verschafte Onze Lieve Heer, ons
gisteren en vandaageen waren overvloed,
deed de moeder hem verder opmerken.
De waard en de waardin moeten
zich nu wel schamen 1 vervolgde Josef
de waard dreigde mij bij de politie
te zullen aanklagen, en nu heeft God liet
zoo geschikt, dat, hij zonder ons toedoen,
zich wegens de afzetterij, welke hij aan
ons gepleegd heeft, verantwoorden moet,
en die zaak loopt voor den hebzuch-
tigen man misschien wel ongelukkig af.
In deze en dergelijke gesprekken on
derhielden zich moeder en zoon over de
voorvallen der laatste dagen, en innig
aangedaan riep Marianne uitO mijn
God hoe wonderbaar zijn uwe wegen
hoe groot uwe macht, en goedheid, hoe
oneindig uwe liefdeHoe waar is toch
uw troostwoord, dat hun die U beminnen,
den troon (op de voorzijde van het pries
terkoor) aanbeden door de Ouden, de
groepeering en verdeeling der figuren en
de oplegging der verschillende kleuren,
dat alles is duidelijk en bevattelijk, zon
der overlading of verwarring. Het goud
op' de juiste plaats en kwistig, maar niet
roekeloos aangebracht, geeft aan het ge
heel den indruk van rijkdom en kost
baarheid.
De goede verdeeling van de kleurop-
pervlakten in koude en warme kleuren,
zwakke en sterke tonen geeft aan het
geheel kracht en vastheid, waartoe ook
meewerkt de met vaste hand uitgelijn
de teekeningen en figuren. De groote vlak
van groen in het 'koorgewelf verliest door
de overvloedige vermenging1 met het war
me geel al zijne koelheid en in die uiterst
teere tint opgelegd schept het daarboven
de atmosfeer eener paradijselijke lente,
terwijl het, beschenen door het licht van
een zonnigen dag, de ruimte hoven het
altaar iu wijdere welving uitzet.
Een aangename afwisseling met het.
groen vormen de smalle banden van het
warmere bruin der gewelfrihben en de
breedere hand van het diepe gloeiende
purper aan den triumfboog. Zeer schoone
schakeeringen brengen ook de gebroken
tonen van de kleuren der figuren, beel
den, raamomlijstingen enz. aan. (Wan
neer men b.v. bet. gewone rood door
bijmenging van een andere kleur lich
ter of donkerder maakt enz. noemt men
dit laatste een gebroken toon van rood),
't Geheel is een weelderige kleurenpracht
als een kostbare gestolten smeltverf'
(émail) vastgehouden door gouden handen
en randen, één heerlijk visioen, dat de
oogen aanstonds tot. zich trekt en boeien
blijft, terwijl het den geest bevredigt, het
gemoed verkwikt, en hart en ziel om
hoog heft, sursum cord al. Daar, men voelt
het, is het huis Gods en de poort van
het Hemelsehe paradijs. Daar is de ge
heimzinnige ladder langs welke het oog
onzer ziel omhoogblikkend ten laatste God
ontmoet, Die heeft gezegd„Mijne oogen
en mijne ooren zullen altijd geopend zijn
over dit huis en over deze plaats, hier
zal Ik de gebeden van mijn volk ver-
hooren."
Gelukkig het volk, dat bij liet aanbid
den oogen en hart mag verkwikken aan
den luister van 's Heeren Verblijf, en wiens
gedachten en begeerten zachlkens omhoog
worden gevoerd op de deining van een
schitterend kleurenvisioen, dat daar voor
zijne verrukte oogen opengaat en naar
hoven in schittering en schoonheid toe
neemt, als ware het priesterkoor het be
gin van een opgang welke in het einde
uitkomt in den llemel, en waar de schoon
heid, gezien bij de eerste schrede op
waarts, telkens wordt gevolgd door nog
hoogere schoonheid om ten laatste over
te gaan in de oneindige schoonheid van
Gods aanschouwen.
Eere den herder, die den luister van
Gods huis beminnend, telkens nieuwe
schoonheid weet te brengen in dal huis
waar God wordt geëerd en de geloovi
gen in stichting tot God worden opge
voerd. Eere aan de parochianen, die één
met hun pastoor in ijver voor het huis
des Heeren hem door hun mildheid krach
tig steunen. Ten slotte een eeresaluut aan
den schilder, den heer Fernelmont te
's Hertogenbosch, wien alleen we niet ver
antwoordelijk mogen stellen voor het bo
ven afgekeurde nabootsen van voegwerk,
wat, jammer genoeg, door verreweg de
meeste kcrksehilders in praktijk wordt
gebracht; die, gelet op het vele goud,
de vele teekeningen en den grooteren
arbeid besteed rond het' altaar, met het
oog op de beschikbare financiën, zich
misschien heeft moeten verloochenen en
matigen bij de versiering van het overige
gedeelte der kerk, maar die dan toch
in het vele schoone wat hier gewrocht
is voldoende blijken heeft gegeven van
rijke kunstenaarsgaven en aanleg. Schil
der, pastoor en parochianen van Kwa
dendamme van harte proficiat met hun
schoon gesierd kerkgebouw.
Pastoor C h. d e M e ui d er.
Ierseke, feest van St. Lucas.
alles ten beste gedijt!
Zij had er nog bijvoegen kunnen
Hoe groot is de zegen, dien Gij, o Heer,
den kinderen schenkt, welke volgens uw
gebod, vader en moeder eeren I Immers,
dit bad zij nog op denzelfden dag aan
Josef ondervonden. De zegen echter,
welke een goed kind ontvangt, komt
neder op zijne ouders, en deze hebben
hier beneden eigenlijk slechts een zegen,
den zegen, die hunne kinderen genieten
ieder andere, hij moge heeten, gelijk
bij wil, gezondheid, rijkdom eer ver
dwijnt bij dezen. En deze zegen is niet
enkel tijdelijk, hij is eeuwig, voor de
ouders en voor dé kinderen tevens.
Onder deze en dergelijke gesprekken
vervolgden zij snel hunnen wegde uren
vlogen Josef en Marianne voorbij, als
minuten. Waar zij aanlegden, daar be
taalde koetsier, dat had zijn lieer hem
bevolen. Nog voor den avond bereikte
zij Laubenberghier namen zij hun intrek
in „de gouden Duif", een logement
dat in alles het tegenovergestelde was
van dat in - den Beer te Pleunwalde.
De waardin in „de Duif" deed den
naam van haar logement eer aan zij
was zachtmoedig en liefderijk, als eene
AMKHIKA.
Een grootsche betoog in g. In
een particuliere correspondentie uit Phil
adelphia aan de „N. Venl. Ct." lezen
wij het. volgende over een grootsche
Katholieke betooging van 50000 Katholie
ken:
Amerika, de nieuwe wereld, zich ken
merkend door haar reusachtige onder
nemingen op stoffelijk gebied, waar ver
bazingwekkende gehouwen tartend hun
spitsen ten hemel richten, steenmassa's
tonnen in gewicht; het land, waar dui
zenden nieuwsgierigen en weetgierigen
hun blik en schreden richten, om de won
deren der bouwkunst, zoowel hoven als
ondergronds te bewonderen en liet. genie
der bouwmeesters lof toe te zwaaien, dit
land kenmerkt zich ook op geestelijk ge
bied in zijn grootsche verrichtingen, wan
neer het: betreft, den Heer en Meester van
alles, wat er bestaat, lof te brengen en te
erkennen als den alleen heiligmakenden
God. Geen preutse,he schaamte of lafheid
schuilt: in den Amerikaanschen Katho
liek, als liet er op aan komt, uit te ko
ken voor de katholieke zaak, geen opoffe
ring of moeite va.lt hem] te zwaar. Hij
is een 'voorbeeld voor een ieder en
dwingt zelfs de hoogachting van anders
denkenden af.
Zoo heeft dan weer deze jaarlijks te-
rugkeerende gebeurtenis plaats gegrepen,
waarvan ik een en ander zal mededeelen,
daar ik er van verzekerd ben, dat zulk
een betooging, hier in de nieuwe wereld
gehouden, de volle sympathie der Ne-
derlandsche Katholieken wegdraagt..
Deze geloofsuiting draagt den naam
van „Holy Name Parade" en wordt jaar
lijks gehouden ter verheerlijking 'van den
naam van God, om eerherstel le bren
gen wegens de tallooze beleedigingen,
dien H. Naam aangedaan en tevens tegen
tegen het onwaardig gebruik maken van
God's heiligen Naam.
Ruim 50.000 mannen namen aan de
betooging deel en niet minder dan 500.000
personen waren getuigen van deze in-
d ruk wekkende pl ech t i gheid
Maai' het overtrof ook hier de verwach-
1ing. Nog nooit heeft Phiadelphia in zoo'n
reuzenbetooging gesehitleril, en voorzeker
heeft nooit een betooging meer indruk
gemaakt op het hart der toeschouwers dan
deze.
Eenvoudig doch indrukwekkend was liet
geheel. Zegge vijftig duizend mannen
door een wereldstad te zien pareeren,
om uit te komen voor lain beginselen,
voor hun katholieke beginselen, dit doen
de in de grootste orde, zich bewust van
de grootsfhe daad, die zij verrichtten,
moest bewondering en eerbied afdwin
gen. Dit was dan ook duidelijk te bemer
ken aan de duizenden toeschouwers, die
uren geduldig wachtten om de geheele
betooging te zien voorbij trekken.
Het machtig e leger der 50.000, dat
zich huilen de stad opgesteld had, mar
cheerde gedurende ruim 5 uur, voordat
de laatsten de kathedraal gepasseerd wa
ren, waar de Aartsbisschop de befooging
gade sloeg. Muziekkorpsen begeleidden
den stoet en verhoogden door kerkelijke
en patriolische muziek den indruk van
het geheel. Om twee uur had de stoet zicli
in beweging gesteld, met tallooze vaan
dels, schitterend in de heldere najaars
zon, en nog steeds stapten ze door die
mannen, tot lang nadat de duisternis was
ingetreden. Zulk een betooging moest eer
bied en bewondering- afdwingen; we zagen
hoe de duizenden toeschouwers in eer
biedige stilte, de luidruchtige toejuichin
gen, waarin de Amerikaan zijn hart zoo
snel lucht geeft als blijk van zijn sym
pathie, achterwege lieten als voelde een
ieder dat deze nu zeer ongepast waren
en wanneer de muziekkorpsen een wijle
cfe muziek onderbraken, dan kon men
niets hooren dan den regelmatigen stap
der betoogers. Muziek en toejuichingen
verhoogen steeds den indruk van be
toogingen, doch juist gedurende de oogen
ic! ikken, waarop de muziek onderbroken
duif. Zij ontving Marianne met groot
medelijden in haar huis, ruimde haar een
zindelijke, zonnige kamer in, en zorgde
met een oprechte liefde voor alle behoeften
barer zieke logeergast. Even goed was
zij voor Josef, en zag liet met een har
telijke vreugde, hoe bezorgd hij in alle
deelen, als een trouwhartige zoon, zijne
moeder bijstand bood. Zij gaf hem een
aardig vertrekje naast de kamer zijner
moeder en bovendien zeer goed eten.
Aan zoodanig eene liefderijke, weldadige
waardin schonken moeder 'en zoon weldra
hun volle vertrouwen, en nog dienzelfden
avond vernam zij waarom hare gasten
naar Lauenberg waren gekomen.
Nu, dan heeft de Franciskaner
broeder u een goeden raad gegeven,
zeide ten slotte de waardin onze
dokter mijnheer Heilmann, is een bui
tengewoon kundig geneesheer, en als er
een u kan helpen, dan is hij dit, en nie
mand anders.
Reeds den volgenden morgen be
gaf zich Josef terstond naar dokter
Heilmande geneesheer was beter dan
hij den naam had. Hij had een hart,
ofschoon juist geen weekhij liet zich
betalen, maar hij maakte onderscheid
werd kwam nog duidelijker het, indruk
wekkende op den voorgrond.
Duizenden knielden neer voor de kathe
draal, waar een tijdelijk altaar was op
gericht, vanwaar de benedictie met het
Allerheiligste gegeven werd. De aartsbisr
schop was zichtbaar bewogen hij1 het zien
van den rensachtigen stoet mannen, die
gekomen waren ter verheerlijking, van
Gods heiligen naam. Dit' gaf hij i:n de
volgende .woorden, ie kennen„Het doel
dezer betooging spreekt duidelijk door de
belofte, waaraan de leden der vereeniging
zich verbonden hebben. Het is een demon
stratie waarop niet alleen ieder jvatholiek
en Christen, maar ook ieder goed burger
trotsch moet gaan. Want de betooging
zegt: Ik erken openlijk, dat ik geloof,
dat onze Heer Jezus de 'zoon is van God,
mensch geworden ter verlossing van het
menschdom. Ik erken zijne Goddelijke
heerschappij en geloof, dat alle macht
op aarde, zoowel1 wereldlijke als geeste
lijke, van Hem komt. Alle wettelijk inge
steld gezag beloof ik te eerbiedigen en te
gehoorzamen. Moge de God van rechtvaar
digheid het. verstand dergenen verlichten,
die met, de macht van dat, gezag bekleed
zijn".
Daarop gaf de Aartsbisschop den zegen,
terwijl verscheidene honderden priesters
aan den voet van het altaar geknield
lagen.
Hiermede was de schoone betooging
ten einde en keerden allen huiswaarts,
met trots in hart en oog, dat zij hadden
mogen medewerken ter verheerlijking van
des Scheppers naam. Zoo weet de Ame
rikaan ook op geestelijk gebied te schit
teren f
S ,p o o r w e g. Zaterdamiddag is een
trein ontspoord met officieren en soldaten
van de Amerikaansche Kustartillerie. Het
ongeluk geschiedde bij Buckatunna, ge
legen in het meest woeste gedeelte van
Alabama. Drie wagons sprongen uit de
rails en stortten in een 60 voet diep
ravijn, met het noodlottig gevolg, dat 20
man op slag, werden gedood en 150 ge
wond, waarvan 30 levensgevaarlijk.
De overlevenden verklaarden hunne
redding uitsluitend te danken te hebben
gehad, aan het feil, dat de lijken van
hunne kameraden, die slechts een oogen
blik tevoren naar beneden gestort wa
ren, een hoop vormden boven de omge
slagen wagens en zoo als het ware als
kussens hunnen val braken.
ITALIË.
De verkiezingsstrijd. De be
ruchte vereeniging van anti-clericalen van
diverse pluimage Giordano Bruno, die,
zooals men weet, haar „zetel" tegenover
het Vaticaan heeft opgeslagen, heeft een
program opgesteld, dat door de Candida-
ten, die den steun der vereeniging wil
len genieten moet worden onderteekend.
Dit program eischtscheiding van Staat
en Kerk, afschaffing van art. 1 der grond
wet, waarhij de Katholieke godsdienst tot
staatsgodsdienst wordt verklaard, afschaf
fing van de waarborgenwet, gelijkstelling
van den Paus met alle andere burgers,
afstand van het. Vaticaan aan de stad
Rome, uitvoering en „verbetering" van de
wet op de congregaties. Gemakkelijke echt
scheidingen, monopolie der leek'enschool.
Excusez du peu 1
Ieder, die dit program niet onderschrijft,
is een „clericaal".
Als dit laatste waar is, zullen er den
kelijk heel wat clericalen in de kamer
gekozen worden.
Servië scheen eerst niet voornemens
de Albaneesche grens, gelijk die op de
conferentie te Londen met zooveel moeite
werd vastgesteld, te eerbiedigen, doch
achtte het noodzakelijk, binnen liet ge
bied van het ontworpen koninkrijk eenige
punten te bezetten, die het voor de Al-
baneezen moeilijker maken om nogmaals
een aanval te beproeven op hunne na
buren.
tusschen armen en rijken. Hij was een
ernstig, ja, gemelijk manmaar de kin
derlijke liefde van Josef en de hoedhar-
tige eenvoudigheid, waarmede hij hem
het ongeluk zijner moeder en zijn ver
langen voorstelde, maakten een goeden
indruk op hem. In die gunstige stemming
werdt hij zeer gesterkt, toen hij de vrome
geduldige lijderes zelve leerde kennen
hij kwam haar dagelijks bezoeken en
schreef de in- en uitwendige genees
middelen voor. Hij was echter van aard
stilzwijgend en liet zich dan ook met
geen enkel woord over den toestand van
Marianne uit.
Dat maakte Josef bezorgd, en den
derden dag vroeg hij den dokter, of
zijne moeder nog op genezen mocht
hopen
Dat zal binnen acht dagen blijken,
was het antwoord,
Na verloop van dien tijd ondervroeg
Josef hem nogmaals.
Nu is er hoopMarianne was in
derdaad in geen gunstigen toestand,
zeide de geneesheer; de eerstvolgende
week zal er pijn in de verstijfde leden
opkomen, hoe steviger, hoe beter.
(Wordt vervolgd.)