ron a Cacao de bus VAN HOUTEN'S No. 125 Donderdag 23 October 1913 Negende Jaargang. 11111 vaneen uil een y al lli RECHTERHAND VAN DE ZUINIGE HUISVROUW IS DE NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT Abonnementsprijs p. 3 maanden voor Goes 0.76, daarbuiten f 0.95 Afzonderlijke nummers 5 cent, dubbele bladen 10 cent. Advertentiën worden ingewacht op Maandag en Woensdag vóór half drie en Vrijdag vóór een uur 's namiddags. ReclamebericKten 25 Ct. p. r. Bij abonnement speciale prijs. Advertentiën van 15 regels f 0.50; iedere regel meer 10 Ct. Eenzelfde advertentie 3 X geplaatst, wordt 2 X berekend. Dienstaanbiedingen 6 regels yoor 25 Ct. Si contant. De abonné's op dit blad, in het bezit der door de directie uitgereikte polis, zijn, overeenkomstig de daarvoor vastgestelde Verzekerings voorwaarden, GRATIS verzekerd tegen ongelukken voor: 1500 gulden bij verlies van beide handen, voeten of oogen. Voorts bij ongeneeselijke verstandsverbijstering 150 gulden bij verlies van een hand, voet of oog; I gulden bij A gulden bij P" II II I verlies verlies van M wjjfr \0 duim\0 wijsvinger. Hm «SJf gulden bij verlies van eiken anderen vinger. De uitkeering der bovenstaande bedragen is gewaarborgd door de „Hollandsche Algemeene Verzekerings-Bank" te Schiedam. NAJAARSZITTING. in de op Dinsdag 4 November te openen najaarszitting van de Provinciale Staten van Zeeland, zal allereerst aan de orde zijn het onderzoek der geloofsbrieven van do heeren J. A. de Bruijne, H. R. Struve, W. Melis en A. van der Weijde. Door de ingekomen stukken bevinden zich behalve een aantal koninklijke beslui ten tot goedkeuring van de in de zomer- zitting genomen besluiten, het verslag 19121913 van de vereeniging „Nehalen- nia" en dankbetuiging voor het verleende subsidie, en eene kennisgeving door mevr. de wed. H. P. den Bouwmeester van het overlijden van haar echtgenoot. Door üed. Staten zal mededeeling wor den gedaan omtrent den post, voorko mende onder hoofdstuk IX der uitgaven in de Provinciale begrootingen voor 1912 en 1913 ter bestrijding van behoeften, welke hare omschrijving niet vinden in de artikelen der begrooting; omtrent on- derhandsche aanbestedingen; omtrent de presentielijsten der vergaderingen van hun College en de samenstelling daarvan. Aan de orde zal zijn, de benoeming van het lid der Staten, bedoeld in art. 89 der Provinciale wet, (buitengewoon lid Ged. Staten vacature wijlen den heer J. H. C. Heijse). Behandeld zullen worden de volgende voorstellen van Ged. Staten: Van den gemeenteraad van St. Philips- land, is onder dagteekening van 11 Sep tember een verzoek ingekomen, om eene subsidie voor de vervanging van de grind- baan op den Aveg over den Slaakdam door een keibestrating. Daar blijkens een schrijven van Burg. en Weth. nog een nader overleg over deze zaak gepleegd wordt, waarvan de uitslag nog niet bekend is, geven Ged. Staten in overeenstemming met het gemeentebe stuur in overweging het verzoek in hunne handen te stellen, ten einde daarover in de aanstaande zomerzitting een voorstel te doen. De Tramplannen op Zuid-Beveland. In de zomervergadering kwam in handen van Ged. Staten, ten einde een nader voor stel te doen, een adres dd. 1 Juli 1913 van E. Huijghebaert te Kortrijk, onderteè- kend door mr. P. Dieleman als secretaris van het Comité van steun voor de Zuid- Bevelandsche tramplannen. Met het oog op de bepaling jn artikel 8 der Grondwet, dat onderteekening uit naam van anderen allen kan geschieden krachtens schriftelijk bij het verzoek overgelegde volmacht, zal aldus Ged. Staten dit adres hui ten behandeling moeten blijven, daar geen vol macht is overgelegd. Sedert zijn ingekomen: a. Een adres van E. Huijghebaert om wijziging van het rechtens door over schrijding van den termijn van 1 Juli 1913 vervallen besluit van 17 Novem ber 1911, waarbjj een renteloos voorschot is verleend voor den aanleg en de exploi tatie van stoomtramwegen op Zuid-Beve land; b. een adres van dr. J. W. Jenny Weijer- man te Utrecht en M. Onnen te de Bildt, om in beginsel te besluiten tot het verlee- nen van het vrijgevallen renteloos voor schot voor den bouw en den aanleg van tramwegen op Zuid-Beveland door de Maatschappij tot exploitatie van staats spoorwegen. Daar het plan der Exploitatie-Maat schappij eerst kan beoordeeld worden, nadat een volledig ontwerp met kosten berekeningen van aanleg en exploitatie zal zijn overgelegd, meenen Ged. Staten, dat in dit stadium der zaak nog geene beslissing kan genoemd worden, omtrent de hoogst belangrijke vraag, welk der bei de plannen de voorkeur verdient. Zij stel len daarom voor, het eerst bedoelde adres buiten behandeling te laten en de beide andere in handen te stellen ten einde dienaangaande in de zomerzitting van 1914 een voorstel te doen. De heer Huijghebaert vraagt in zijn in het voorstel genoemd adres een verhoo ging van het. renteloos voorschot, van een maximum van f 650.000 op een van j f 756.000, zulks wegens wijWgin^ van het eerste plan en opname van Hoodekens- kerke als eindpunt der lijn. De heeren Jenny Weijerman en Onnen zeggen in hun adres, dat zij handelen voor de combinatie, bedoeld in de mede deeling, die door den heer W. Kakelieeke in de vergadering der Staten van 2 Juli j.l. werd gedaan. Adressanten wijzen cr op, dat tot nu toe alle plannen voor den aanleg van stoomtramwegen in Zuid-Beve land schipbreuk hebben geleden, en zij meenen, dat Zuid-Bcveland veel beter nog dan door de vroeger ontworpen tramwe gen, zou zijn 'gebaat door den aanleg van een spoorweg, waarop het materieel der groote spoorwegen onbelemmerd zou kun nen verkeeren en die geëxploiteerd zou worden door de Maatschappij tot Exploita tie der Staatsspoorwegen. Verder zeggen adressanten dat de 'combinatie, voor welke zij handelen op grond van een mede over gelegd schrijven van den directeur der Exploitatie-Maatschappij, meent zoodani- gen ispoorweg tot stand te kunnen brengen, wanneer haar onder meer ook wordt ver leend een renteloos voorschot uit de Pro vinciale fondsen en wijzen zij erop, dat vanwege de Exploitatie-Maatschappij thans onderzoekingen en opmetingen worden in gesteld, welke, naar berekening, eerlang gereed zullen kunnen zijn. Van de commissie voor de grindwegen in Schouwen, en van het bestuur van het waterschap Schouwen is een verzoek in gekomen, om in het reglement op de we gen en voetpaden eene bepaling op te nemen, waarin voorgeschreven wordt, dat over kunstwegen, geene kei- of klinker wegen zijnde, alleen vrachten mogen wor den vervoerd door wagens, voorzien van vellingen, minstens 9 c.M. breed. Daar het onderzoek daaromtrent nog niet is afgeloopen, geven Ged. Staten in overweging het verzoek in hunne handen te stellen, ten einde daarover in de aan staande zomerzitting een voorstel te doen. Bebouwing van buitenwegen. Door Burgemeester en Wethouders van Vlissingen i»s een adres ingezonden, waar in zij de aandacht van de Staten vestigt op de moeilijkheden die zich voordoen bij het streven van grootere gemeenten om de toegangswegen te verbreeden, indien de aangrenzende gemeenten daarmede geen rekening houden en eene onge- wenschte bebouwing toelaten. Als voor beeld wijzen zij op den straatweg van Vlissingen naar Koudekerke. Deze weg aangelegd in een tijd, toen de verkeers- eischen nog zeer gering waren, voldeed oorspronkelijk aan de behoefte, doch, nu in den laatsten tijd het verkeer in zeer sterke mate is toegenomen door de rijwie len, automobielen enz., is hij niet meer ge schikt geworden voor een druk verkeer tengevolge van te geringe breedte. Bij het uitbreidingsplan, dat de gemeente heeft vastgesteld, is zij er op bedacht geweest om rekening te houden met de moderne verkeerseischen. Zij heeft daarom eene belangrijke verbreeding van den weg ont worpen en ten koste van aanzienlijke finantieele offers gedeeltelijk ook reeds tot stand gebracht. Daar de gemeente evenwel in haar streven beperkt is tot de territoriale grenzen, moet zij1 met leede oogen aanzien, dat in de aangrenzende gemeenten bedorven wordt, wat zij met groote moeite en kosten tracht te berei ken. Immers juist over de grens tusschen de gemeenten Vlissingen en Koudekerke zijn thans reeds enkele woonhuizen ver rezen, die eene voldoende verbreeding van den weg, zooals deze op het grondge bied van Vlissingen is ontworpen, niet meer mogelijk maken. Waar de wetgeven de macht der gemeente in dezen te kort schiet, vertrouwen B. en W. dat de Staten steun zullen willen verschaffen door het opnemen van een bepaling in het provin ciaal reglement op de wegen of op eene andere wijze die de Staten dienstig voor komt, opdat aan de geschetste bezwaren zou worden tegemoet gekomen. Naar aanleiding van dit adres wijzen Ged. Staten erop, dat in art. 76 van het reglement op de wegen en voetpaden eene verbodsbepaling voorkomt, om buiten den weg te bouwen op korter afstand dan van 3.5 M. uit de as van den weg, waaruit volgt, dat destijds eene wegsbreedte van 7 M. Voldoende werd geacht; op de drukke verkeerswegen voldoet echter die breedte niet meer, nu de omstandigheden tenge volge van het rijwiel-, motor- en autover keer zoo zeer zijn veranderd en nog dage lijks veranderen. Daar de aangevoerde bezwaren aan Ged. Staten alzoo gegrond voorkomen, bestaan er huns inziens termen, om het verbod van bouwen uit te breiden tot grooter afstand uit de as van 'den weg, dan thans het geval is. Intusschen be hoeft niet voor alle wegen dezelfde af stand voorgeschreven te worden, maar kan rekening gehouden worden met de verdeeling der wegen in verschillende klassen. Ged. Staten meenen, dat voor de wegen der eerste klasse, die o.a. de hoofd verbinding tusschen de verschillende ge meenten vormen, eene wegsbreedte van 15 M. tot grondslag moet worden geno men en dan voor de wegen der tweede en derde klasse met eene wegsbreedte onderscheidenlijk van 11 en 9 M- volstaan zou kunnen worden. Met het oog op de van elkander afwijkende inzichten, welke B. en W. van verschillende gemeenten hieromtrent kunnen hebben,, stellen Ged. Staten voor, de bevoegdheid tot het toe staan van afwijking bij hun college over te brengen voor de wegen eerste en tweede klasse; voor de wegen der derde klasse is de ontheffing van minder belang en kan zij aan B. en W. opgedragen blijven. Ged. Staten stellen voor het daartoe noodige besluit te nomen. Van den Bond van Nederlandsehe Schil derspatroons is ingekomen een verzoek om aan door hem te Middelburg op te richten patroonsleergangen in het huis- schildersambacht een subsidie uit de Prov. kas te verleenen van 121/2 pCt. der kosten gelijkstaande met een bedrag van onge veer f 100. Waar de vakken van onderwijs aan de bedoelde leergangen voor het grootste ge deelte ook worden onderwezen aan de Ambachtsschool en de Avondschool voor handwerkslieden te Middelburg, en even zeer aan de andere ambachtsscholen in deze provincie, welke scholen voor het bedoekte onderricht de aangewezen in richtingen zijn en door de Provincie reeds niet onbelangrijk worden gesteund, komt het Ged. Staten voor, dat voor de inwilliging va,n het verzoek gee* vol doende termen aanwezig zijn en stellen zij voor afwijzend erop te beschikken, Ged. Staten stellen voor een regeling vast te stellen voor de belooning van het personeel der Provinciale stoomboot- diensten; op uit voorstel komen wij' na der terug. De gemeenteraad van jlrnemuiden vraagt een renteloos voorschot uit de Pro vinciale fondsen van f8800 voor het be- grinden van 'een verkorten verbindings weg 'tusschen Amemuiden en Klevers- kerke, waarvan de kosten op f 10.100 ge raamd worden. De ontworpen verharding is naar de meening van Ged. Staten van belang te achten voor do verbetering der gemeenschap tusschen de beide gemeen- tekoimmen; buitendien brengt zij eene kunstverbinding tot stand aan den oenen kant met Veere, aan den. anderen kant met Nieuw- en St. Joosland. Dat zij ook door belanghebbenden voor den landbouw van groot belang geacht wordt, blijkt wel het best hieruit, dat vier landbouwers zich verbonden hebben tot kosteloos ver voer van grind, terwijl 34 grondeigenaars en landbouwers giften tot een bedrag van f6032.50 toegezegd hebben. Ged. Staten stellen daarom voor het verzoek te ver leenen, o.a. onder voorwaarde dat op den weg geen tol geheven wordt. Het bestuur van den polder Borssele verzoekt een subsidie van f 3000 voor de vervanging van de grindbaan op de kruin van den zeedijk tusschen den Staartschedijk hn de haven van B.orssele door keibestrating, waarvan de kosten op op f 16200 worden geraamd. In verband met het aangenomen beginsel, dat geene subsidiëh verleend worden voor >vegsver- beteringen doch wel rentelooze voorschot ten, stellen Ged. Staten voor afwijzend op het verzoek te beschikken. Zij hebben aan het polderbestuur medegedeeld, dat met het oog op do belangen, van de ge meenten Ellewoutsdijk, Borssele, Driewe gen en ..Ovezand, welke bij de wegsver- teringen. betrokken kunnen geacht worden, het verleenen van een renteloos voorschot wellicht in overweging zou kunnen ko men, indien een daartoe strekkend ver zoek mocht worden gedaan met in acht neming van de gebruikelijke bepalingen. B.urg. en W,eth. van Wissenkerke vra gen onr verbetering te brengen in de aan legplaats voor veerschuiten te Camper- land door het. aanbrengen van een stei ger aan den Provincialen veerdam, al daar. De toestand van achteruitgang van den oever aldus Ged. Staten ge paard met afsc-huivingeu en .inkorting van den veerdam, is oorzaak geweest, dat aan dien dam nimjmer belangrijke uitgaven ten dienste van het openbaar verkeer ten koste zijn -gelegd. Alleen 'is in 1883 ge tracht door den aanleg van een loopbrug op palen aan den kop van den dam een beteren toestand te verkrijgen, welk werk een uitgaaf heeft, gevorderd van f 769, doch hoegenaamd geen nut heeft gedaan, daar het onmiddellijk na de oplevering en goedkeuring door een nieuwe afschuiving geheel werd vernield. Sedert is van. ver dere pioefnemingen, om aan den steeds landwaartstrekkenden kop van den veer dam. een goede aanlegplaats voor veer- booten te maken, afgezien, omdat de on mogelijkheid daarvan zonder kostbare on- derzeesche verdediging van dit deel van den oever reeds in eerste uitgaaf te ramen op f 50.000 vaststond. Bij besluit van 16 Juli 1909 werd een verzoek afgewezen van ingezetenen van Wissekerke, om een steiger te bouwen ter verbetering van de genreenschap va.n Camper!and met, de overige deeten van Zeeland. Uit een bericht van den Hoofd ingenieur bleek toen, dat do aanleg va.n een steiger vóór den veerdam niet wen- schelijk was, daar hij voortdurenden ach teruitgang van den oever afschuivingen zouden ontstaan, welke den steiger in gevaar zouden brengen, en dat een vei lige steiger alleen zou 'kunnen gebouwd worden vóór den verbindingsdam, van het oeverwerk aan den Onrustpoldeir, omdat deze plaats niet aan afschuivingen is blootgesteld. De, kosten van zulk een steiger, welke ook voor stoombootverkeer geschikt zou zijn, werden toen geraamd op 35.000, doch met hel oog op de mogelijkheid van aanzanaing daar ter plaatse werd het niet gewenscht geacht, om tot het doen van groote uitgaven voor den bouw van een steiger aan dien verbindingsdam over te gaan. Die overwe gingen zullen volgens Ged. Staten ook l« I I i I moeten leiden tot afwijzing van het ver zoek van Burg. en Wette van Wissenkerke, Noch aan den Provincialen veerdam, noch aan den verbindingsdam van het oever- werk kan zonder groote kosten, welke in geene verhouding staan tot het be lang der zaak, een steiger worden ge bouwd. Ged. Staten stellen dus voor op het adres afwijzend te beschikken. Ook onafhankelijk van dit adres, was het voornemen van Ged. Staten in deze Najaarszitting omtrent de verbetering in de aanlegplaats te Camperland de volgende mededeeling te doen. Door Ged. Staten was n.l. reeds het besluit genomen, om' gebruik te maken van do machtiging, hun verleend biji besluit van 12 Juli 1900 en over te gaan tot het maken van eene aanlegplaats voor veer schuiten, met bijbehoorende werken, aan do meergenoemde verbindingsdam, waar dan met waterstanden heneden haiftij zou kunnen worden aangelegd. De uitvoering dier werken, waarvoor in de provinciale begroeting een memoriepost is uitgetrok ken, wordt geraamd op f280; de wer ken zullen bestaan in het maken van opritten aan den zeedijk van den Onrust polder, aansluitende aan den weg over den binnenberm van dien dijk en aan den verbindingsdam, en het aanleggen van klin- kerbestratmg over dien dam en de op ritten en in het plaatsen van een houten plankier ten behoeve van do veerboot.. De tegenwoordige veerdam zal hij hoogen waterstand in gebruik kunnen blijven, zoodat de reizigers slechts gedurende onge veer de helft van het getij den iets lan- geren weg van de nieuwe aanlegplaats zullen hebben af te leggen. Ged. Staten vertrouwen, dat deze oplossing van het vraagstuk, £ij het op meer bescheiden schaal dan üe- gemeenteraad van AVissen- kerke thans vraagt, bij de Provinciale Staten geen .bezwaar ontmoeten. Bij besluit van 1 Juli werd in handen van Ged Staten gesteld een adres va.n de .vereeniging „Groentèproeftuin Zuid- Beveland", houdende verzoek om voor het jaar 1914 eene subsidie te mogen ontvangen van f 500 ten behoeve van de oprichting van een proeftuin Met den Bijkstuinbouwleeraar zijn. Ged. Staten van meening, dat deze zaak nog niet oen be hoorlijk vasten vorm heeft aangenomen, dat de behoefte aan zoodanigen proeftuin nog niet genoegzaam 'is gebleken en dat evenmin reeds voldoende belangstelling door particulieren is betoond, zoodat zij geen vrijheid vinden voor te stellen, aan die onderneming uit de Provinciale fond sen steun te verleenen. Zij stellen daarom voor eene afwijzende beschikking te nemen. In zijn rapport over deze zaak wijst de Rijkstuinbouwleeraar o.a. op het groote gevaar, dat onze groentecultuur bedreigt; bij ld e vernieuwing der handelstractaten in 1917 in Duitschiand zweeft ons het ge vaar boven het 'hoofd, dat de invoerrechten verhoogd zullen worden, dat van een ren-

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1913 | | pagina 1