OU en Zü
als RONA
No. 122.
Donderdag 16 October 1913.
Negende Jaargang.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
Het Vierde gebod,
BINNENKOMT
JUICHT HEEL HET HUISGEZIN.
Abonnementsprijs p. 3 maanden voor Goes f 0.75, daarbuiten 0.95
Aizouderlijke nummers 5 cent, dubbele bladen 10 cent.
Advertentiëu worden ingewacht op Maandag en Woensdag vóór
half drie en Vrijdag vóór een uur 's namiddags.
Reclameberichten 25 Ct. p. r. Bij abonnement speciale prijs.
Advertentiën van 15 regels ƒ0.50; iedere regel meer 10 Ct.
Eenzelfde advertentie 3 X geplaatst, wordt 2 x berekend.
Dienstaanbiedingen 6 regels voot 25 Ct. i contant.
De abonné's op dit blad, in het bezit der door de
directie uitgereikte polis, zijn, overeenkomstig de
daarvoor vastgestelde Verzekeringsvoorwaarden,
GRATIS verzekerd tegen ongelukken voor
1500
gulden bij verlies van beide
banden, voeten of oogen.
Voorts bij ongeneeselijke
verstandsverbijstering
150
gulden bij
verlies van een
hand, voet
of oog;
gulden bij
verlies
van een
duim
gulden bij
- I I verlies van 1^
W wijsvinger. W
gulden bij
verlies van
eiken anderen
vinger.
De uitkeering der bovenstaande bedragen is gewaarborgd door de „Hollandsche Algemeene Verzekerings-Bank" te Schiedam.
De ramp van de „Volturno."
De technische leider van de „Daily
Mail" die zich aan boord van de „Car-
mania" bevond, beschrijft de ontzetting
van de passagiers en de bemanning der
„Carmania," die uren aan uren vlak bij
hi t brandende schip bleven zonder hulp
te kunnen bieden.
Om negen uur Donderdagavond hoor
den zij een hevige ontploffing aan boord
van de „Volturno" en kort daarop schoot
een vuurzuil uit het middenschip op.
Van de „Volturno" werd meteen het
draadlooze sein ontvangen„Help ons
om Goclswil, anders moeten we omko
men Het sein was zeer zwaker bleek
uit dat de dynamo's niet meer werkten
en slechts de batterijen het toestel nog
van stroom vooorzagen.
Herhaaldelijk heeft de „Carmania" toen
gepoogd verbinding door lijnen met de
„Volturno" te krijgen, doch alle pogin
gen mislukten.
Eerst tegen middernacht toen de storm
bedaarde konden de ter redding opge
daagde schepen het wagen booten uit
te zetten. De zee was echter toen nog
zoo woelig, dat de redding de grootste
gevaren meebracht. Bij het aanbreken
van den dag kwamen nog twee schepen
aan, de „Czar" en de „Narragansett", laats-
genoemde een olieboot. die aan de wind-
zijde van de „Volturno" ging liggen en
een geweldige massa olie over de woeste
zee uitstortte. Het water werd onmid
dellijk kalm en het reddingswerk daar
door aanmerkelijk vergemakkelijkt. In
snelle opvolging werden de schipbreuke
lingen nu langs lijnen in de booten
neergelaten.
's Morgens tegen negen uur waren de
521 overlevenden allen van de „Volturno"
afgebracht.
Alle elf stoomschepen ondernamen
toen een korten kruistocht om in de buurt
naar de twee vermiste reddingbooten van
de „Volturno" te zoeken. Ze zijn ech
ter, gelijk bekend, niet gevonden en de
hoop dat de inzittenden nog door een
ander schip zijn opgepikt, is nu vrijwel
opgegeven. (N. R C.)
Te New York heeft zich een comité
gevormd, om een fonds tot steun van
de overledenen te vormen. Kline de bur
gemeester, heeft met De Farest, voor
zitter van het New Yorksche Roode
Kruis-comité, en den bankier Jacob Schiff
de leiding van die beweging tot steun
op zich genomen.
Maandag is op het stadhuis de eerste
vergadering gehouden.
De landverhuizers die nu aan boord
van de „Kroonland" en de „Grossier
Kurfürst zijn, zullen van de gewone for
maliteiten worden vrijgesteld en zonder
31
Maar Josef had verstand gonoeg om
het valschhartige dier vrouw te doorzien,
en zeide haar, dat het hem zeer verwon
derde, dat de waa d en de waardin nu
zoo medelijdend en milddadig waren ge
worden.
Ja, houd u overtuigd, wij meenen
het van harte, vervolgde de huichelaarster,
wij schenken u niet alleen alles, wat
gij verteerd hebt, maar wij geven u nog
twee kroondaalders toe.
En werkelijk, zij bood Josef die twee
geldstukken aandeze echter kleurde
hoogrood van verontwaardiging en
schaamtegevoel
Behoud uw geld I riep hij uit,
dat is u niet gemeend Uit zulke han
den neem ik geene gift aan daarover
zou ik me dood moeten schamen. Niet
uit medelijden met onze armoede, maar
uit vrees voor mijnheer den burgemeester
die ons zich zoo liefderijk aangetrokken
onderzoek in de V. S. worden toegelaten.
Aan de „Times" wordt uit Toronto
geseind, dat de Noord Canadeesche spoor
wegmaatschappij het verlies van de „Vol
turno" op bO.OUU. p.st raamt, waarvan
60.000 p.st. door verzekering gedekt is.
In tegenstelling met de ramp van de
„Titanic" zijn al degenen die op de boot
waren achtergebleven, gered. Velen zijn
echter verongelukt, doordat de sloepen,
zooals reeds medegedeeld is, verbrijzeld
werden. Indien er dus geen redding
booten waren uitgezet, waren wellicht
allen gered geworden. De aanwezigheid
van een toestel voor draadlooze tele-
graphie is wederom de redding van hon
derden menschen levens geweest.
De „Volturno" was een dubbelschroef-
schip, gebouwd te Glasgow in 1906. Het
schip had twee dekken en mat 340 voet
in de lengte, 40 voet in de breedte en
31 voet in de diepte.
De geheele brand bluschuitrusting van
de „Volturno" bestond in 450 voet brand
slang van 21/J duim. Het schip werd te
New-York op 13 December 1912 geïn
specteerd en in 1913 nogmaals en werd
beide keeren als in goeden staat ver-
keerende verklaard.
De kapitein was een 36-jarig zeeman,
genaamd Inch, die sedert September 1.1.
het bevel over het vaartuig voerde. Als
bijzonderheid wordt vermeld, dat de be
manning van de „Volturno" in het jaar
1909 de bemmanning van een Fransch
stoomschip redde, dat midden in den
Oceaan in brand was geraakt.
Door de ontploffing in het voorruim
van de „Volturno", die Donderdagmorgen
den brand deed ontstaan, verloren aan
stonds 40 personen (van de bemanning
en de tusschenpassagiers) het leven.
De ontploffiing wordt geweten aan het
breken van kisten, waarin zich chemi
caliën bevonden.
Het Persbureau Vaz Dias deelt ons
omtrent de aankomst van het s.s. „Czar"
van de RussischAmerika lijn, welke
gisteravond te kwart over zessen in de
Rijnhaven te Rotterdam aankwam, het
volgende mede.
Er was vrij groote belangstelling voor
de aankomst van het stoomschip dat
niet alleen de kranige redders, de wak
kere bemanning van de de „Czar" her
bergde, doch daarnaast 102 overlevenden
der ramp medebrachten. Buiten de hek
ken stonden tal van belangstellenden,
terwijl ook op het afgesloten terrein een
groot aantal personen aanwezig waren,
die daar krachtens hun functie moesten
zijn. Onder hen waren tal van vertegen
woordigers van Binnen en Buitenland-
sche bladen terwijl zelfs groote Engeische
geillustreerde bladen hun eigen foto-re
dacteur hadden over gezonden Terwijl
heeft, daarom spreekt gij thans zooveel
mooie woorden, en speelt gij de barm
hartige en de milddadige.
Na deze woorden wildde hij zich ver
wijderen, maar de waardin vatte hem
bij de hand en bad hem met klimmendeii
angst, dat hij dat geld toch zoude aan
nemen, en zij wilde hem nog wel meer
geven, als hij bij den genadigen heer
in aar een woordje, ten hunnen gunste
wilde spreken en de genotene bediening
prijzen wiklde,
Maar Jozef rukte zich los en riep haar
boven van de trap toedat zij voor
geen middageten noch voor hen noch
voor zijne moeder behoefde te zorgen
want dat mijnheer de burgemeester hun
eten zou zenden.
Wat zendt hij hun ook nog eten
morde de waardin bij zichzelve 'tis
waarachtig of dat bedelaarsvolk hem
betooverd heeft!
Nog toorniger dan zij, was de waard
maar hij durfde zijne vuist slechts in zijn
zak uitsteken. Er had evenwel nauwe
lijks eene harder vernedering op den
hoovaardigen, hebzuchtigen man kunnen
nederkomen. Het opperhoofd der stad
was zijn huis binnengetreden niet om
de boot dan ook moest meren, ontplofte
bij herhaling het witte magnesiumlicht,
dat de honderden koppen der zich aan
boord bevindende menschen van een
seconde spookachtig verlichten. Daar,wa
ren Russen, Polen, Bohemers, Italianen,
Oostenrijkers en Bulgaren. Niet zoodia
was de treeplank uitgelegd of de Rijks
commissie voor de landverhuizing, zoo
mede de vertegenwoordigers der scheep
vaartcommissie begaven zich onmiddellijk
naar de hut van den kapitein. Bij hen
hadden zich ook gevoegd de heer Tins-
leij, de vertegenwoordiger der Uranium
Steamship Comp. te Rotterdam, die den
kapitein een bloemenhulde aanbood, als
blijk voor de buitengewoone krachtsin
spanning en liet beleid door den sym-
patieken gezagvoerder van den „Czar
een nog jong forsch gebouwd man, be
toond. Wij hadden het voorrecht, een
kort onderhoud met kapitein Smihzech
te voeren. De kapitein was blijkbaar
zeer vermoeid door de buitengewone
inspanning, welke de laatste dagen van
hem gevergd was. De kapitein verwees
ons naar een der officieren en wij be
perkten ons daarom tot de vraag, of de
kapitein meende, dat inderdaad aan boos
opzet de oorzaak van den ramp zou kunnen
worden toegeschreven. Zooais men weet
verscheen Dinsdagmorgen deNew-York-
sche Tribune met een dergelijke beschul
diging aan het adres van het ontevreden
personeel. De kapitein maakte een af
werend gebaar en zei, dat zulks z. i.
geheel buitengesloten was, weleer schreef
hij de oorzaak van de ramp toe aan
onvoorzichtigheid. De Russen en Polen,
die zich aan boord van dergelijke land
verhuizersschepen bevinden, rooken veel.
ja zij rooken eigenlijk den geheelen dag
sigaretten en de wijze, waarop zij met
hun rookerij omgaan, laat wel eens veel
te wenschen over. Achteloos werpen zij
de eindjes brandende sigaretten weg, ja
liet gebeurd zelfs dat zij die brandende
tabaR door de luchtgaten der kokers
werpen, welke uitkomen op de met al
lerlei goederen gevulde scheepsruimen.
En nu kan de mogelijkheid niet uitge
sloten zijn dat, er ontjdufbare stoffen aan
boord waren, noodzakelijk is dit daarom
niet, Er kunnen licht ontvlambare stof
fen aan boord zijn geweest welke op
deze wijze de brand hebben veroorzaakt
Het personeel vaart onder Engeische
vlag en geniet Engeische gage.
Over de wijze, waarop het reddings
werk geschied is, zoomede over de ta-
fereelen, welke zich aan boord van de
Volturno hebben afgespeeld, wenschte
ue kapitein ons niets mede te deelen.
Toen hij de vereischte papieren, die bij
het binnenkomen van een schip steeds
geteekerid moeten worden, van zijn
handteekening had voorzien, begaf liij
zich aan tafel, waaraan ook de heer
Tinsleij aanzat.
hem, maar om een arme boerenweduwe
te bezoeken. Hij moest niet alleen het
outvangene geld wedergeven, maar daar
nog geld toegeven, ja, soebatten om het
toch maar te doen aannemen, en dan
ten slotte het nog een geluk noemen,
indien hij er straffeloos afkwaine. in zijn
eigen huis ontvangen zijne gasten het
eten geheel toebereid, van buiten, en
luj moest het zwijgende aanzienDat
waren pillen, zeer moeilijk te slikken,
maar hij moest ze verzwelgen en daar
enboven stonden hem nog andere dingen,
te wachten, welke veel zwaarder zouden
vallen dus voorspelde den onrechtvaar-
digen man het knagende geweten.
Des middags verscheen inderdaad de
keukenmeid des genadigen heers, van
Gonda, de dienstmaagd van vrouw Hill-
mayer vergezeld, en ieder droeg een
zwaren korf aan den arm. De goede vrouw
wilde namelijk ook haar aandeel hebben
in dit werk van barmhartigheid, en daar
om had zij Gonda met keurige spijzen
naar de herberg gezonden. De beide
meiden dekten nu de tafel met een
sneeuwwit tafellaken, zetten er porce-
lcinen borden op, legden daarbij mes
sen en stalen vorken met beenen hef-
Inmiddels waren direct na aankomst
van het stoomschip aan boord maatre
gelen genomen om de geredden van de
„Volturno", zoo goed mogelijk te verzor
gen. Tot dit doel was een sleepboot ter
beschikking gesteld, welke hen, die het
schip wenschten te verlaten, overbrach
ten naar de Montefiore-stichting aan de
Westzeedijk te Rotterdam, alwaar de
geredden liefderijk werden opgenomen
en verpleegd. Zij, die zelfs eenige dagen
te Rotterdam wenschen te blijven, kun
nen dit op kosten der Maatschappij doen.
Voor hun vertrek moesten zij zich allen
in de dekzalen van het schip verzamelen
en werden ze geteld. Wij spraken eenige
hunner, nadat wij tevergeefs de Marco-
ni-telegrafist verzocht hadden, ons iets
mee te deelen omtrent de wijze, waarop
deze merkwaardige vinding wederom
een grooten dienst aan de menschheid
had bewezen. Botweg werd ons de vraag
gesteld, hoeveel wij voor zijn berichten
wei schten te betalen.
Wij wenden ons dus tot de kring van
geredden, op wier nieuwsgierige gezich
ten de sporen der herinnering der uit
gestane angsten van de laatste dagen
niet meer scheen terug te vinden, in
hoofdzaak komen hun verhalen neer op
het geen ons de telegrafische berichten
reeds hebbeu gemeld. De brand op de
„Volturno" brak uit, in den vroegen mor
gen van Donderdag, iu het achterst
gedeelte van het ruim. Onmiddellijk werd
alarm gemaakt. De passagiers verdrongen
ten, en dischten vervolgens een half
dozijn van de beste spijzen op. Wat zag
Josef dit met een paar groote oogen aan
dat waren spijzen zoo goed, als hij ze
nog nooit gezien, veel minder geproefd,
en zoo als moeder Marianne iu hare
beste dagen er zelfs niet met kermis op
tafel gebracht had. Gonda en Geertrui,
de beide meiden, moedigden nu hare
gasten aan om er met veel eetlust ge
bruik van te maken en bedienden hen
op het vriendelijkste. Hoe smaakte dit
JosefInderdaad, aan eene grage maag
ontbrak het hem niet: want gedurende
de zes dagen, welke hij in de herberg
de Beer, doorgebracht had, had hij geen
enkelen keer zijn genoegen dnrveii eten,
om maar zuinig te zijn en de rekening
niet hoog te doen uploopen. En hoe ver
gastte zich moeder Marianne aan dit in
gemaakte hoentje, hetwelk vrouw Hill-
mayr opzettelijk voor haar had doen
klaar maten. De tranen liepen haar over
de wangen, en herhaaldelijk riep zij
Gods zegen over diegenen af, welke haai
en haren zoon kk-eden en spijzigden.
Ook liet zij niet na, aan de beide bra\ e
meiden, welke zoo goed gekookt en hen
zoo vriendelijk bediend hadden, den lof en
zich in grooten angst naar boven, dooi
de woeste zee en de hooge golven in
de meening gebracht, dat een gewone
schipbreuk hen dreigde. Doch de steeds
grooter wordende rookwolken duidden
hen maar al te spoedig, dat een ander
vreeselijk element de hulpeloozen tot
offer wenschte.
Een panische schrik greep allen aan.
Doch niet alleen de vrouwen, de jonge
moeders met hun zuigelingen op de arm,
of de vaders, voortkomende uit de laag
ste klassen der ver in het Oosten ge
legen maatschappij met hun kinderen
aan de hand worden aangegrepen dooi
de groote drang naar zelfbehoud, doch
helaas, het schijnt, dat onder het zeer
ontwikkelde deel der bevolking van de
„Volturno" menschen waren, die in die
oogeublikken van angst, vergeten hebben,
wat het allereerst in de laatste oogen-
blikken voor den menscli past. Zoo
word ons verzekerd, dat de tweede boot,
die de „Czar" uitzette, terug kwam met
ftuik gebouwde mannen, wier roeping
liet eer was, bij de ongelukkigen op het
schip te blijven, terwijl jonge moeders
met hun kinderen op den arm het red
dingswerk, willoos door den aanblik
van den grijnzenden dood, verstompd
volgden. Bovendien schijnen de reddings
middelen niet voldoende te zijn geweest
en wij hebben hier bijzonder het oog
o, 'iet blusschingsmateiiaal.
Bij ons is dan ook de indruk gewekt'
dat de berichten in de Duitsche bladen,
dank, die haar toekwamen, te betuigen.
Josef ging nu des namiddags den bur
gemeester en vrouw Hillmayr bezoeken
en deed hun mede in naam zijner moe
der, met zijne eigenaardige hartelijkheid
en eenvoudigheid van gemoed, een op
rechte dankbetuiging. Urn zijne belofte
te vervullen verhaalde bij 'den burge
meester, hoe nu de waard en de waar
din jegens hem en zijne moeder geheel
veranderd waren en voegde er bedeesd
het verzoek bij, dat de genadige heer
hem toch voor die hooge rekening niet
straffen zoude.
Josef antwoordde, liij, hierin zie
ik een nieuw bewijs van uw goed hart
maar ik ken dat volk wel beter. Ja, nu
kruipen zij voor het kruis, nu bidden
zij om schoon wedermaar hunne maat
is thans vol. Wij hebben lang geduld
gehad met den waard en de waardin in
den Beer! Nu zal hun loon naar wer
ken geworden. Wie de armen zeiven
berooft en vsn zieke weduwen en van
weezen den 'aaisten penning afperst die
verdient nier langer gespaard te worden,
'i, wordt tijr' dat wij die knevelarijen
in den y er doen ophouden.
(Wordt vervolgd.)