iwing
EN.
gaar 3 November.
leinpdMkerij
Zaterdag 11 October 1913.
Negende Jaargang.
Dit nimmer bestaat nit 8 blaflzliden.
EERSTE BLAD.
„ZOO'N BUFFEL".
laodbounafscfiappij.
ardenkennis.
baarland c.a.
October 1913.
Dienstbode
RS.
No. 120.
Verschijnt eiken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Welk weder zullen wij hebben
in methode om in
ISCH en ENGELSCH
schrijven.
r maand.
NIEUWKUYK
Gasille.
avonden. Twee
itis.
dags en Zaterdags
deel te nemen aan
er te houden Cursus
en aanstaanden win-
itoe vóór 14 October
LIJK aanmelden bij
deeling te Goes,
en gegeven door den
113.
Ier Afdeeling Goes
L. M.
2BEEKE, Voorzitter.
Secretaris.
bovengenoemd
.kt bekend, dat
oerende Slooten,
men, zal worden
ng van zaken ter
DEN, tegen billijken
mte
tanden standen van
reau dezer courant,
agd
buitenshuis. Adres
iissingen.
o.ooo.—.
IE VEN uit
K's BANK en
VAN WEEZEL.
vippen.
Zonnepitten, Rijst,
>pzaap, enz-
in- en Meelhandel.
Abonnementsprijs p. 3 maanden voor Goes 0.75, daarbuiten ƒ0.95
Afzonderlijke nummers 6 cent, dubbele bladen 10 cent.
Advertentiën worden ingewacht op Maandag en Woensdag vóór
half drie en Vrjjdag vóór een uur 's namiddags.
Kantoor v. d. Administratis: Sanzepoortsfraal C 209, GOES'
Reclameberichten 25 Ct. p. r. Bij abonnement speciale prijs.
Advertentiën van 15 regels ƒ0.50; iedere regel meer 10 Ct.
Eenzelfde advertentie 3 X geplaatst, wordt 2 X berekend.
Dienstaanbiedingen 5 regels voor 25 Ct. k contant.
De abonné's op dit blad, in bet bezit der door de
directie uitgereikte polis, zijn, overeenkomstig de
daarvoor vastgestelde Verzekeringsvoorwaarden,
GRATIS verzekerd tegen ongelukken voor
1500
gulden bij verlies van beide
handen, voeten of oogen.
Voorts bij ongeneeselijke
verstandsverbijstering
150
gulden bij
verlies van een
hand, voet
of oog;
I fk gulden bij gulden bij P"
M I 11 I verlies I I verlies van
III vaneen [11 een ZJ
duimwijsvinger, flfai
gulden bij
verlies van
eiken anderen
vinger.
De uitkeering der bovenstaande bedragen is gewaarborgd door de „Hollandscke Algemeene Verzekerings-Bank" te Schiedam.
Wjj weten niet of het pastoraat over
45000 parochianen den „curé" Loutil
thans nog tgd laat de pen te hanteeren,
maar wg weten wel, dat hij, nog „abbé"
Loutil zgnde, een der beste Fransche jour
nalisten was, een schrgver „bij de gratie
Gods".
Loutil? Nooit van gehoord, zult u zeg
gen. Juist, lezer. De naam Loutil zegt
u niets en wij hadden dan ook beter
gedaan u dien in het geheel niet te noe
men maar u aanstonds te spreken van
„Pierr® L' Ermite".
En nu glanst uw gelaat als bij 'thoo-
ren noemen van een ouden, trouwen be
kende,
„Pierre L'Ermite". O, wie kent hem niet
en wie bewondert hem niet, don Fransch-
man tot in de fijnste vezelen van zijn
wezen, minnend met een allervurigste lief
de zijn mooi en roemrijk land, het land
van Jeanne D'Are en Saint Louis! Maar
ook den zoon der Kerk, met het dub
bele snoer van doopsel en priesterschap
aan Haar verbonden, dragend in zijn bin
nenste den alverterenden gloed eener on-
uitbluschbara liefde voor die Heilige Moe
der, de Roomsch-Katholieke Kerk'. Voor
hare eer besteedde hij '3e talenten ien
gaven, welke de Heer hem zoo' kwis
tig schonk en het was onder den zin
rijken schuilnaam van Peter den Kluize
naar, verwekker der roemrijke Kruistoch
ten, dat hij het moderne kruiszwaard,
do pen, hanteerde om ,do vijanden dei-
Kerk, tevens vijanden van zijn land en
zijn ras, te bekampen „sans trêve ni par
don".
En de jaargangen van „La Croix",
grootscho stichting van den zijn tijd be
grijpenden père Bailly, wijzen u tientallen
van artikelen aan, tintelend van geest
en vernuft, vlijmscherp van satire en
spot, snerpend en striemend van logisch
betoog en klemmenden redenaarstrant,
kortom waardig de pennevrucht te heeten
van dien vorst der Katholieke journa
listiek, dien meester der publicisten en
schrijvers, wiens honderdjarige geboorte-
hex-innering bij een ieder die edel denkt
en voelt, echo's tvokt van geestdriftigen
jubel en juichende dankbaarheid.x)
Het anti-clericalisme, ziedaar de vijand,
dien Pierre L'Ermite bij al zijn aanvallen
op het oog heeft, ziedaar de tegenstan
der, dien hij de geesels van zijn rake
zetten om de ooren deed zwiepen. En
zulks niet uit pure vechtlust of zucht
tot plagen. Maar omdat hg' zag, dat Frank
rijk door dat anti-clericalisme èn psy
chisch èn physisch èn moreel werd ver
moord.
Het anti-clericalisme, dat het concor
daat vertrapte, de kloosters sloot, de ker
ken naastte, de hospitalen verleekte, de
school verknipte naar zijn fatsoen; het
anti-clericalisme, dat de paters verbande,
de kloosterzusters verjoeg uit gestichten
en hospitalen, dat de priesters de ka
zerne binnendreef, Christelijkgezinde of
ficieren het leven lastig maakte, de bis
schoppen met allerlei chicanes vervolgde;
het anti-clericalisme, dat Gods naam weg-
schrapte uit de leerboeken der kinderen,
Zijn beeld wegnam uit de gerechtszalen,
Zijn dienst in leger en vloot afschafte;
het anti-clericalisme, dat kerkelijke goe
deren confiskeerde in naam der vrijheid
en eerbiedwaardige monumenten, door het
voorgeslacht gesticht, liet in puin stor
ten, alleen omdat die monumenten „ker
ken" heetten; het anti-clericalisme, dat
kloosterkapellen in danszalen herschiep
en „diners gras" organiseerde op Goe
den Vrijdag-; het anti-clericalisme, dat
voortgaat met zijn levensbeschouwing en
moraal het Fransche volk te ontmergelen
en uit te roeien en zoo zijn „liever Turk
dan Paapsch" voltrekt in de uitwissching
van het Fransche rasdat anti-clericalismo
heeft Pierre L' Ermite keer op kepr met
welversneden pen op do kaak gesteld.
Doch nergens zoo volledig, nergens zoo
consequent en ten einde toe, nergens met
zoo'n scherpe belichting der kleinste dé
tails als in zijn boek „Le Grand Mufflo".
Groot is dan ook de dienst dien de
heer A. C. E. M. de Groot het Nederl.
publiek bewijst door het boek in een
goedgeslaagde Hollandsche bewerking aan
te bieden onder den goedgekozen, wei
sprekenden titel „Zoo'n Buffel".
„Zoo'n Buffel!" Het is de geschiede
nis, de levensloop van den Fransclien
anti-clericaal „pur sang", den dom-verwa-
ten Godloochenaar, die reeds als kleine
jongen geen graoter genoegen kent dan
den pastoor te treiteren en de catechis-
rnusles van den kapelaan te maken tot
een hel,
„niet de gewone catechismus, die men
geeft aan de meer beschaafde kinderen;
ook niet die gemengde catechismus,
waai' de priester in zijn taak geholpen
wordt door de toewijding van dames uit
den adel, uit de burgerij of door de
eenvoudige Roomsche volkskinderen,
maar dat afmattende duel waarbij de
priester alleen staat tegenover de woeste
wezens van zekere „neutrale scholen".
Zoo'n buffel 1 Meer en meer ontpopt
zich de bengel als een bewuste gods
diensthater, wiens mond slechts vloek
woorden vindt, zoo vaak zijn oog een
godsdienstig symbool ontmoet en die hij
het zien van een priester een „delirium
tremens anti-clericalè" krijgt. Luister hoe
„Pierre L' Ermite" hem schildert als sol
daat bij het aardappeljassen in de ka
zerne
„Op een Novembermorgen was het hij
zonder koud en kil: een lichte mist hing
over het land. Vanaf het terrein voor
de kazerne, zag men de kleine stad zich
kouwelgfc om haar kathedraal dringen,
wier fijne spits met opengewerkt kant
werk zich fier in de ruimte verhief.
Buffel, bezig met aardappelen schillen,
was geheel ongevoelig voor die poëzie;
zijn ver-stijfde vingers konden het mes
haast niet hanteeren; hij had tegelijker
tijd ijzel op zijn snor en onweer in zijn
hoofd.
Bij den eersten aardappel die wat ge
deukt was, begon hij volop te vloeken,
als om de aandacht van een zuster-ziel
tot zich te 'trekken. Zijn buurman was
een jonge recruut niet lichtblauwe oogen
in een overigens bleek gelaat; 'én bij
eiken vloek haalde hij bijna onwillekeu
rig zijn schouders op.
In het begin lette Buffel er niet op;
maar omdat hij haast bij eiken aardappel
vloekte, bemerkte hjj eindelijk de cor-
respondeerende beweging van zijn buur
man.
Zeg eens, blauwoog, doe je da.t
voor mg'?
Ja.
En wat moet dat?
Precies wat je verkiest.
De beide mannen zagen elkander strak
in het gelaat; Buffel met oogen als van
een buldog, die spoedig met bloed be
kropen waren, de ander met echt Fransche
oogen: erg helder en erg kalm.
Omdat ik soms slecht aardappels
schil?
Je schilt ze zeker niet goed
Ik ken geen onsmakelijker mensch aan
onzen bak dan jouMaar daarom is
het niet
Waarom dan?
Omdat je vloekten dat hindert
me
En waarom hindert je dat?..
Omdat ik katholiek henAls
ik een Turk naast me had zitten, zou ik
Mohammed niet vloeken.
Zoo, engeltjeIhindert je dat?
Nu, luister dan eens goed
En Buffel stiet een vloek uit, die ge
wild-verpletterend wasNiet een ge
woon vloekwoord van een opgewonden
mensch, maar een gewilde, onverdachte
godslastering, gekouwd en herkouwd door
priesterhaters.
Do andere soldaten keken elkaar eens
aan
Ben je nu tevredenpaapi?
Men is nooit tevreden, als men
naast een lagen ploert zit.
üp dit snedig antwoord, krasser dan
men het zou verwachten, trok Buffel zijn
knieën samen als om op te springen.
Maar die knieën hadden honderdachttien
kilo, plus een aardappel op te lichten
En de ander wachtte gerust af wat er
zou gaan gebeuren.
Um hem heen stonden de overige re-
cruten erg nieuwsgierig te kijken
'tls ook zoo eentonig, dat kazernele
venAls die twee, elkaar nu maar
eens flink gingen hew.erken IKis I
Kis! pak aanl
Buitel, ofschoon in het voordeel door
zijn gewicht, aarzelt en verliest de kracht
die zijn opwelling van verontwaardiging
hem zou gegeven hebben. Daar staat hg
nu, onbewegelijk
Is dat Alles, vraagt zijn buurman
ironisch
Nee, waarachtig niet!Je zult
mij verklaren, waarom ik een ploert
ben
O, dat is nog al eenvoudigGe
loof je aan God?
Als de bliksem vóór Buffel in den grond
was geslagen, had hij niet meer verstomd
kunnen staan! Die vraag: „Geloof je aan
God?".... aan hem!... midden in de
kazernein de twintigste eeu\yin
het 'bijzijn van al zijn Kameraden
neen ldat was ongehoord
Begrijp je wel, wat ik je gevraagd
heb, vervolgde de ander, geloot je aan
God?
Ik?...
Jajijil
Nooit van m'n leven
Nu dan heb ik goed gedacht: je
bent een gewone, lalfe ploertW am je
wilt hij lederen vloeit iemand veryyen-
schen, die yoor jou niet bestaat.
En jijgelo.of jij dat Hij be
staat?
in gelóóf Jiet nietik ben er ze
ker van.
Bulfels mond spleet tot aan zijui ooren.
Ha, nu stond hij zjjn mandaar had
hij nu zoo'n genaien dentaal.En op
antt-clericaal gebied voelde Buffel zien
tnuis. Hij liau met voor niets tien jaar
lang alle togen van zijn wijk kwakkend
a,cnterna geio.openen niji had met
voor mets vijf maal daags bij do toon
bank van een kroeg staan beweren, be
kend te zijn met alle streken van die
zwarten, hij jvierp een snellen huk in
het rond, om eenige instemmende gezich
ten te ontdekken onder zijn kaïneraden.
Allen hadden een aiwaciitende houding
aangenomen, en dit publiek was hem
voldoende, om zijn man direkt onder han
den te nemen.
Hij begint eerst met het argument, dat
het dichtst onder zijn bereik ligt. Hij be
gint te draaien, en klappen op zijn dikke
beenen geven, om den lachlust der an
deren op te wekken.
Neen, maar... kijk dien kaffer nu
eensdie deukt waarachtig nog dat
die zoogenaamde „God" bestaatWe
moesten hem wijwater in zijn kroes
doen 1Heb je God soms wel eens
gezien ventje?
Neen, antwoordt de ander op een
toon, die aanduidt dat hg den strijd aan
vaardt, ik heb hem nooit gezien!
Zoo, heb je Hem nooit gezien
beken je dat en geloof je dan aan
Hem
IieJ> jij ooit Amerika gezien, he?
-Nee, mijn waarde
En geloof je dan dat het bestaat?
Dat is niet hetzelfde, arme misdie-
ner; dat laat zich betasten of voelen,
AmerikaDaar kan je heen gaan
En je verstand, heb je dat wel eens
gezien
Mijn verstand?... herhaalt Buffel
om tijd te winnen.
Ja... je verstand... en je geheu
gen en je gedachtenheb je dié
ooit gezien?....
Nee, stottert Buffel, een weinig be
dremmeld.
En je gelooft toch dat je ze hebt,
verstandgeheugenen gedachten.
Je ziet dus, uilskuiken dat slim wil we
zen, dat je gelooft aan dingen die.
je niet ziet.Geloof je, bijvoorbeeld,
ook aan electriciteit?
Kan je die dan soms niet zien?
Neen zeker niet, arme stakker! Als
men electriciteit kon zien, zou men niet
achttienhonderd jaar gewacht hebben met
ze te ontdekken.Als men die kon zien,
zouden er niet plotseling werklieden neer
geslagen worden, die, bij vergissing, een
schijnbaar onschadelijken kabel aanra
ken.
En electrische lampen dan 1
Onnoozele, die zijd, evenals de blik
sem, de uitwerking der electriciteit
niet de electriciteit zelfGeen en
kele kracht kan men waarnemen en toch
geloof je aan krachten IAls je een
slag op je neus krijgt, zie je de vuist,
maar niet de kracht die haar doet val
len. Praat toch niet over dingen, waar
je het allereerste begin niet van kent!
Als je gezond verstand even groot was,
als die rollende oogen van je, dan zou
die aardappel in je hand, je het bestaan
van dien God bewijzen, dien je nu ver
vloektAls je midden in een woestijn
een voetspoor vondt, zou je zeggen„Hier
heeft een mensch geloopen"; en je ziet
de heerlijkheden der natuur, den mathe-
matischen loop der sterren, de onmete-
lgke zee, die in de opvolging der getij
den, dezelfde zandkorrels bereikt, en, gek
die jo bent, roep je uit: „Dait is nu
allemaal vanzelf ontstaan 1"Wie is
toch die domoor, die je begonnen is je
hoofd op hol te brengen Maar wat
sta ik mij op te winden, ik heb onge
lijk je kijkt me aan met groote kalfs-
oogenjaje wilt mij weer eenige
scheldwoorden naar het hoofd slingeren,
niet waar?Dat zijn jullie argumen
ten en wat bewijzen die
Waarlijk, men krijgt den indruk, dat
Buffel zich nauwelijks kan inhouden
men voelt dat hij dien bleeken jongen
man, die hem daar met zooveel zekerheid
op zijn nummer zet, met een vloed van
gemeene vloeken wil overladen.
Maai', o wonder, voor de eerste maal
blijft hij het antwoord schuldig; hij meent
in den grond te zinken voor dien melk
muil en voor al zijn kameraden, die klaar
blijkelijk eer een wederlegging dan grove
verwenschingen van hem verwachten.
Buffel is Buffel niet meer
Eenige oogenblikken hoort men niets
anders, dan het ironisch gepions van val
lende aardappelen in den hak.
Wat hen je in de wereld? vraagt
Buffel eindelijk.
Ik ben niet in de wereld
Niet in de wereldWaar hen
je dan?,..
Ik hen op het Groot-Seminarie van
Parijs.i
01... een pastoor in den dop
Ja, zooals je daar zoo netjes zegt I
Buffel sprong nu op, als door een ad
der gebeten.
Als do ander had geroepen: „Ik heb
de cholera!" of „ik ben razend", dan
had Buffel niet met meer overijling op
de vlucht kunnen gaan.
Van verre staart hij hem aan, met open
mond en verglaasde oogen.
Dat was dus een seminaristdie
die moest pastoor worden!... hij zou
zijn snor afscherenin een toog rond-
loopenzoo'n zwarte rok een breed-
geranden hoed opzettenende
maatschappij overhoop halen 1wonder
baar!... hij, Buffel, had altijd gemeend,
ilat dio vampyrs niet op dezelfde manier
gebouwd waren aLs iedereenmaar
dat zij zuigorganen hadden, om erfenissen
op te slokken".2)
Later wordt onze „buffel" „iemand"
in de wereld. Hij trouwt een meisje met
geld, komt te Parijs en krijgt er een
gemakkelijk baantje op een der ministe
ries. „Zoo zou dan", zegt Pierre
L' Ermite, „wanneer wij Buffel terugge
vonden hebben, niemand den vroegeren
bleeker herkennen in dezen nabob, die
daar naar een ministerie wandelt in een
lichtgrijs kostuum, een monocle in het
oog, opgedraaide knevels en een ring-
Verwachting tot den avond van II Oct.
Zwakke tot matigen, oostelijke tot zuide
lijken windhalf tot lichtbewolktweinig of
geen regen; mogelijk nachtvorst. Weinig
verandering van temperatuur overdag.
kussen van vet boven zijn zorgvuldig
gesteven boord uitpuilend, het overige van
zijn persoon verdwijnende in een pels van
250 gulden."3)
Buffel doet aan politiek, natuurlgk, en
wordt Kamercandidaat.
Als deftig man gebruikt Buffel 's zomers
de baden. Een priester redt hem van
den verdrinkingsdood. Dat zal hem zeker
zachter stemmen jegens de geestelijken?
Luister hoe hij kort daarop twee broe
ders der christelijke scholen te woord
staat, die bij hem komen collecteeren.
„Buffel komt lomp den salon binnen,
waar twee religieusen, zeer kalm in zeo
zitten te staren, daar ze niet langer dan
twee minuten de zinloozo platen konden
bekijken, die door den eigenaar, eeu lief
hebber van gekke voorstellingen, tegen
den muur waren gehangen
Wat komt jullie hier doen?
Maar Mijnheer, antwoordt één der
Broeders, dat willen wij u juist uitleg
gen
Gauw dan IIk heb geen tijd te
verliezen.
Ziehierwij hebben hier een chris
telijke school opgericht
- Zoo, daar heb je erg verkeerd mee
gedaan I
Waarin wij reeds tweehonderd
kinderen uit den omtrek verzameld heb
ben
Ja... om ze het hoofd op liol to
brengen
Om hun te onderwijzen niet
alleen, maar ook, om hen tot eerzame
burgers en flinke christenen te vormen.
Het een gaat niet zonder het ander.
Zooen ik "danBen ik dan
een ploertOmdat ik niets geloof
van al jullie praatjes
En als eenige zeer zeld
zame -personen, begiftigd met een bui
tengewone natuur, tot op zekere hoogte
eerzaam kunnen blij ven.
„Tot op zekere hoogte", wel
beleefd 1
I Als men den godsdienst niet
beoefent, is de deugd niet bestaanbaar
bij' menschen, die niet christelijk zijn. Een
volk is krachtig als het gelooft. Die niet
gelooftis niets waard.
Ben je klaar mij' in mijn eigen huis
te beleedigen?
Wij "komen u dus vragen, .Mijn
heer
Hebt je ooit zoo'n brutaliteit.
U niet onbetuigd to laten voor
het werk, zonder hetwelk de jeugd van
heden het gevaar van morgen is.
Nu, wil je je wegscheren van mijn
vloer...? Ja of nee...? dondert Buffel,
zijn harige armen boven zijn hemd krui
send. Ik voel dat ik een beroerte ga
krijgen.Gauw daar is de deur!
Weigert Mijnheer dus het geringste
blijk van sympathie
Van sympathieWat verbeeld je
je wel Broedersweet je wel, dat ik
in staat zou zijn hier met jullie af te
rekenen, als ik niet bang was in de
gevangenis te komen en eenige maanden
in het donker te moeten zitten...! Weet
jo dan 'niet dat ik de drie en dertigste
in de Loge ben!... Eu dit mijn vurigst
verlangen meer dan dat mijn eenige
hoop is, Frankrijk! te zien ontlast van
jullie allenzooveel als je bent.
dompersbtendenD'r uit!d'r uit!
In dat geval, zult go ons wel ex-
cuseeren, Mijnheer; ge zjjt nog slechts
kort hierwij wisten niet dat ge.
Weet je 'tnu?...
Volkomen, Mijnheer, zei de broeder
met een bescheiden lachje".
En het einde, lezer? Luister nog een
maal.
„En thans, als gij' een dag in de groene
laan gaat wandelen, waar het krank'zin-