li in vaneen uil een /ii Xo. 113. Donderdag 25 September 1913. Negende Jaargang. Verschijnt eiken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. FEUILLETON. BUITENLAND. Vierde g©b@d, Welk weder zullen wij hebben 1ÜWE ZEEÜWSCHE (DIMT Abonnementsprijs g. 3 maanden voor Goes ƒ0.75, daarbuiten fO. 95 Afzonderlijke nummers 5 cent, dubbele bladen 10 cent. Advertentiën worden ingewacht ,op Maandag en Woensdag vóór half drie en Vrjjdag vóór een uur 's namiddags. Kantoor v. d. AdministratisGanzepoortstraat C 209, [GOES' ReclamebericKten 25 Ct. p. r. Bij abonnement speciale prijs. Advertentiën van 15 regels f 0.50iedere regel meer 10 Ct. Eenzelfde advertentie 3 X geplaatst, wordt 2 X berekend. Dienstaanbiedingen 5 regels voor 25 Ct. A contant. De abonné's op dit blad, in het bezit der door de I VK jf% gulden bij verlies van beide I f gulden bij directie uitgereikte polis, zijn, overeenkomstig de fl I 11 I handen, voeten of oogen. |r, I verlies van een daarvoor vastgestelde Verzekeringsvoorwaarden, I Z 11 II I Voorts bij ongeneeselijke I Zl I I hand, voet GRATIS verzekerd tegen ongelukken voor: pp verstandsverbijstering; pp of oog; ^|JF duim; De uitkeering der bovenstaande bedragen is gewaarborgd door de „Hollandsche Algemeene Verzekerings-Bank" te Schiedam. J gulden bij gulden bij Pi ■■li verlies verlies van pp duimwijsvinger. gulden bij verlies van eiken anderen vinger. Aan hen, die zich met 1 October a.s. op one blad abonneeren. worden de tot dien datum verschijnende nummers gratis toegezonden. Vreemd. Hoe ongaarne wij ons ook mengen in de eenigszins netelige kwestie van de gemeen teraadsverkiezing te Middelburg, achten wij het toch onzen plicht te wijzen op de vreemde houding van het dagblad „De Zeeuw", dat in zijn nummer van 23 Sept. openlijk den heer L. J. Mes. aanbeveelt voor district I. [Wij hadden van eene courant welke anders met zooveel warmte opkwam voor het handhaven van het prestige der kies- vereenigingen, een ander advies verwacht. Nu toch gaat zij dwars tegen de wil en de bedoeling der Katholieke kiesver eeniging in, die bij overgroote meerder heid van stemmen den heer Mes niet den geschikten man verklaarde voor Katholiek raadslid. Er zijn altijd menschen, en ook in dit geval waren er, die iëtnands ijdelheid; willen helpen streelen, en zoo werden acht Katholieken gevonden, die mede hun naam zetten op de lijst voor den heer Mes. De rest der onderteekenaars waren anti-revolutionairen. Om dus, zooals „De Zeeuw" doet, te schrijven: „de(n) heer L. J. Mes, de can- didaat, zoo niet van zijn kiesvereeniging maar dan toch van Roomsche kiezers" moet men er wel een eigenaardige ap) preciatie-methode op na houden, waar door men de aanprijzing van acht men sehen hooger schat dan het votum, eener kiesvereeniging, die de rest van het Ka,- tholieke kiezerscorps achter zich heeft. Deze redactioneele aanbeveling van „De Zeeuw" Kan slechts verwarring stichten en is voor het bestuur der Katholiek© kiesvereeniging, die in deze dagen van woeling juist zoo'n behoefte heeft aan steun ook van de coalitiegenooten een teleurstelling. Wij ontzeggen niemand het recht pen persoon bij anderen aan te bevelen zoo hem zulks goeddunkt de advertentie rubriek biedt hem een geschikte gelegen heid. Maar als leidend orgaan eener partij! officieel bij de lezers een persoon te re- commandeeren, die door de overgroote meerderheid eener bevriende organisatie niet wordt aanbevolen, achten wij niet in overeenstemming met de eischen van vroed beleid. 22 Hoe groot in het harl vau Beata de smart en de verontwaardiging ook waren, veel grooter was daar nog hare moederlijke bezorgdheid. Hoe angstig zag zij baren zoon nal Een duister, treurig voorgevoel zeide liaar, dal hij zijn ongeluk tegemoet reed. Nu bad zij al wederom tot God, dat Hij hem geliefde vergiffenis te schenken en be houden te laten wederkeeren. Hoe groot is toch de liefde eener moeder l en toch was deze liefde, juist omdat zij zoo groot was, het ongeluk van Beata en haren zoon het ontbrak haar namelijk aan wijsheid, het ont brak haar aan kracht. Hare smart rees met eene nieuwe foltervlaag op, toen zij nu op eenigen afstand Josef gewaar werd, ter wij 1 hij met zijn wagentje achter de huizen van het dorp uitkwam en den grooten weg insloeg, Balthes snelde hem voor- BKLUIt! Een arbeidzaam leven. De on langs overleden Belgische Staatsminister de Smet de Naeyer was een voorbeeld van arbeidzaamheid. De dag was dezen staatsman nooit lang genoeg: hij knoopte geregeld een deel van den nacht er aan vast. Wat er dan overbleef, om het moede lichaam eenigszins op verhaal te doen komen, was de moeite niet waard naar huis en naar bed te gaan: een ruststoel in zijn bureau verschafte de hoogst noo- dige gelegenheid tot enkele uren slapens. Als een zijner politieke vrienden hem in de Kamer eens om een onderhoud vroeg, deed de minister hem weten: tegen 11 uur. De ander begreep er uit: elf uur van den volgenden dag en nam afscheid met een: tot morgen clus. Maar neen! was 'tantwoord, ik bedoel van avond. En toen hij des avonds te elf uur na een lange conferentie weer heenging, was de wachtkamer nog gevuld met wachten den op hun beurt, om ook even den mi nister te kunnen spreken. Dikwijls ook werd er des nachts in 't geheel niet geslapen, bracht hij den nacht door met de studie en de afdoening der politieke besognes, om na een wei nig toilet gemaakt te hebben, weer frisch en flink den nieuwen dag in te gaan. Nu rust het oude afgewerkte lijf, dat van geen rust ooit wilde weten in den koelen schoot der aarde. Maar zijn ziel is omhoog gevaren, en vroom Christen, plichtsgetrouw katholiek als hij was, ge niet er naar we hopen mogen het loon van God. FKASTHKIJH. De Goede Vrijdag en de Fran- sche Marine. De bekende ministe- rieele aanschrijving van 1890, waarbij het gebruikelijke rouwvlag-vertoou op den Goeden Vrijdag aan de Fransche marine verboden werd, is thans ingetrokken en minister Baudin heeft de commandanten gemachtigd voortaan weer, met de buiten- iandsche schepen, dien dag te vieren door uiterlijk ceremonieel. Want let well het geldt hier enkel Fransche oorlogsschepen, die zich in buitenlandsche havens bevinden. De tegenwoordige minister is tot zijn maatregel alleen overgegaan, daarom, wijl deze onthouding aanleiding gaf tot moei lijkheden, wanneer Fransche oorlogsbo dems op dien dag voor anker liggen in vreemde havens, tegelijk met schepen van bij; met een verachtelijken blik op wat hij den „schooierswagen" noemde en dacht niet, dat hij binnen weinige uren uit de handen van dezen „bede laarsjongen" het kostelijkste geschenk zou ontvangen. Josef had die nieuwe verachting zeer wel opgemerkt, maar verdroeg haar gelaten; Marianne, de goede Marianne,, zag het ook, dat Boosaardig, schimpend glimlachen, en het krenkte haar diep;. Maar Balthasar was toch de zoon der liefderijke waar din, en daarom had zij voor hem geen woord van gramschap, maar zeide hem vriendelijk goeden morgen en voegde er bij. Mijnheer Ballhes rijd zoo hard niet, opdat gij geen on geluk krijgt 1 Deze echter mompelde bij zichzeiven: Ik zou het wel mogen vreezen want er komt mij terstond bij het uitgaan een oud wijf tegen Bij hel laatste huis van het dorp; hield Josef nog eenmaal stil en zwaai de de waardin tot dankbetuiging met zijn hoed een afscheidsgroet toe. Bal thes, haar zoon, had naar zijne moe der niet meer omgezien! Dit veroor zaakte Beata een smartelijken schrik door geheel het lichaam. O mijn God, klaagde zij, wat een onderscheid tusschen, die twee. O Balthes, neem andere nationaliteit, welke den Goeden Vrijdag wel vieren. Een en ander heeft den minister er toe gebracht overleg te plegen met zijn collega van buitenland sche zaken, met het bovenvermelde ge volg. De heidensche onverschilligheid en oneerbiedigheid, het goddelooze sectaris- me hebben dus niet plaats gemaakt voor een meer christelijken geest, neen het geldt hier louter een quaestie van oppor tuniteit, van taktiek. („De Tijd"). Aanslag op een priester. Te Mélun is Zondag bij een optocht, van Katholieke gymnasten een aanslag ge pleegd op den aartspriester Coudron, door een zekeren Sixte. Naar men zegt, had hij verklaard, dat hij van plan was den bisschop van Mélun te vermoorden, maar niemand had deze bedreiging voor ernst gehouden. Na zijn daad werd hij met groote moeite tegen het heftig verontwaardigde publiek be schermd, dat hem wilde lynchen. UITSCHLAND. Roode partijdag. De socialisten hebben te Jena een partijdag gehouden. Het meer revolutionairgezinde deel der vergaderden verweet aan de roode Rijks dagsleden afval van de pure socialisti sche leer. Toch moesten zij met hun woordvoerder Ledeboer het afleggen tegen de meer parlementairgezinclen, de Troel stra-mannen zouden wij hier in Holland zeggen. Er werd namelijk een brief voor gelezen van Bebel, door dezen op zijn ziekbed geschreven en waarin hij den raad geeft, debatten af te snijden door de radicale critici vast te zetten met vroe gere uitlatingen. De heeren proletariërs hebben het ook nog druk gehad over de Katholieke zie kenverpleging, zegt „Het Centrum". De religieusen moeten uit de zieken huizen weg; zij vallen stervende partijge- nooten lastig met pogingen om hen te bekeeren. Bewijzen werden niet geleverd; die roode heeren gelooven alles wat dienen kan om de katholieken te bestrijden. Juist als hun collega's anti-papisten van den Evangelischen Bond. De Wichelroede. Te Ilalle a/d. Saaie is het eerste congres van aanhan gers van de wichelroede tot het opspo ren van water, delfstoffen enz. bijeen. Vrijdag zijn, onder toezicht van over heidswege, proeven genomen, om de bruikbaarheid van het werktuig aan te toonen. Dit bestaat uit een gaffel van hout of dun metaal, waarvan de man die ermee werkt, de twee uiteinden vast houdt. Komt hij boven een plaats, waar toch een voorbeeld aan Josef! Ja waarlijk, er was een groot on derscheid tusschen die twee zonen, en juist op dit oogenblik trad dit on derscheid tusschen Balthasar cn Jozef het duidelijkste te voorschijn. De eene kan door den verkoopi van zijn rijpaard zijne moeder van druk en schande bevrijden hij houdt zijn paard en laat zijne moeder aan haar verdriet over. De andere maakt, uit liefde tot zijne moeder, zichzeiven tot paard en spant zich als een dier voor den wagen, welken haar draagl. De eene jaagt hel vermaak eener kermis na, terwijl zijne moeder in tranen smelt; de andere vergiet onder het moeielijke trekken zeer bittere zweet droppels en zegent eiken daarvan, wanl hij vergiet ze immers voor zijne moeder. De eene verlangt naar niets dan naar bevrediging zijner onstui mige lusten en hieraan offert hij de heiligste gewaarwordingen op; de andere steil zijn genoegen in God in ootmoed, gebed en arbeid te dienen en in een getrouwe, hulpvaardige zoon voor zijne moeder te zijn. De een rijdl weg, vergezeld van de tranen en de jammerklachten eener diep ge drukte moeder; de andere vervolgt water onder den grond stroomt, dan be hoort het werktuig door ie slaan en naar beneden te wijzen. Bij de proeven van Vrijdag zocht zekere Böhme uit Muihuizen een grooten boom gaard af, die aan de provincie behoort en die bij gebrek aan water te niet dreigde te gaan. Met zijn roede wees Böhme een plaats aan, waar water moest zijn. Zaterdag ging men daar aan het boren en stiet men, naar de Ivöln. Ztg. meldt, op 10 M. diepte op een rijke waterader. Het voortbestaan van den uitgestrekten boomgaard schijnt daardoor verzekerd te zijn. (N. R. C.) Zaterdagavond heeft te Heidelberg de begrafenis plaats gehad van prinses Sofia van Saksen-Weimar-Eisenach, die, zooals men weet, zichzelf van liet leven beroofde. Het lijk was op een katafalk in de eetzaal van het paleis neergelegd. Pal men, groene planten en witte leliën om gaven do lijkbaar. Behalve de familieleden nam een kleine kring van vorstelijke personen aan de rouwplechtigheid deel, de groothertog van Saksen-Weimar had een vertegenwoordi ger gezonden. Dr. Hans von Bleichrocdcr, de verloofde der prinses, die Vrijdag te Heidelberg aangekomen was, vertrok drie uur later weer naar Berlijn; men zou hem niet toegestaan hebben aan de rouw plechtigheid deel te nemen. Ds. Götz, die de prinses bevestigd had, hield naar aanleiding van de woorden: „In den bloei des levens ben ik door den dood verrast", de lijkrede. De zestig jarige vader der doode, die gebukt ging onder de smart van dezen zwaren slag, snikte luid, en wierp zich herhaalde malen voor de lijkbaar zijner eenige dochter. Om zeven uur 's avonds, in diepe don kerte, werd het lijk naar het kerkhof over gebracht, waar het verbrand werd. Vol gens den uitdrukkelijken wensch der prin ses waren slechts weinige personen bij deze „plechtigheid" tegenwoordig. In den loop der laatste dagen zijn on geveer 2000 betuigingen van rouwbeklag van Duilsche vorsten en uit liet buiten land op het paleis Weimar aangekomen. (Msbode.) Te München is Zaterdag een bekende persoonlijkheid overleden: dr. ICarl Miil- ler, een assistent van dr. von Gudden, toen deze met koning Ludwig II van Beieren in het meer van Starnberg ver dronk. Karl Müller was degene die beide lijken vond. Hij was later vele jaren lang de dokter van koning Otto van Beieren. e ïb jk ii a ar De politie van Scotland Yard volgt een ernstig spoor, dat tot de ontdekking van zijn weg duizendmaal gezegend dooi de gebeden eener moeder, die hij door zijne liefde gelukkig maakt. En zoowei de tranen en het ver driet der eene moeder, als het dank gebed en de zegen der andere moeder, beiden roepen len hemel. De enge len des hemels liooren dil dubbele geroep: en dalen op de aarde neder, om op het eene straf, op het andere belooning uit te deelen. I J Balthasar reed voort, doch reed niet alleen; gezellen van oen bijzonderen aard begeleidden hem, zijn geweten namelijk, hetwelk hem, onder bestraf fende verwijtingen, zijn schandelijk gedrag jegens zijne moeder voor oogen hield; hierbij kwam nog de bleeke schaduw zijner jammerende moeder zelve de trots aard gevoelde zich niet weinig door dien gerechlelijken ver koop in zijn hoogmoed gekwetst; over al had hij steeds op zijn geld en rijk dom gesnoefd en nu stond hij daar als een leugenachtig grootspreker te pronk. Bovendien kwelde hem ook de vrees, dat nu zijne geheime schulden, die hij niet weinig had, mede aan den dag zouden komen, en dan zag hij schande. Geen wonder, dat Balthasar, Verwachting tot den avond van 25 Sept. Zwakke tot matigen, zuidoostelijke tot zuidelijken wind. Nevelig tot halfbewolkt. Waarschijnlijk droog weer. Weinig ver andering van temperatuur. het huis, waar men het snoer verborgen hield, leiden zal. Het is nu uitgewezen, dat een paviljoen, in het noordelijk 'ge deelte van Londen gelegen, Maandagavond door verscheidene personen, in de zaak van het snoer betrokken of verdacht -ei- te hebben aan deelgenomen, werd be zocht. Die lieden moeten toen hebben besloten zich zoo gauw mogelijk van het gevaarvol juweel te ontdoen, want allen begrepen, dat de politie hen op de hie len zat. Zij kozen de St. Paulstraat, welke zeer kalm is, en waar geen rijtuigen door rijden. Men heeft het pak derwijze ge legd, dat het door de voorbijgangers ge makkelijk kon worden opgemerkt. Het on derzoek heeft uitgewezen, dat de doos er slechts enkele minuten bleef liggen. VEREElVieDE STATES. De b ij baantjes van Bryan. Mi nister Bryan, die de portefeuille van Bui tenlandsche Zaken te Washington beheert, kan met zijn salaris niet rondkomen hij verklaart het openlijk en tracht daarom het ontbrekende aan te vullen door bijverdiensten. Bryan houdt nu po litieke voordrachten in vereeniging met café-chantant-artisten. Hij komt voor als een nummer op het program van speciali teiten-troepjes. Dit optreden heeft zelfs in de Ver. Staten, het land der vrijheid, der „onbegrensde mogelijkheden", waar nagenoeg alle „business" gerespecteerd wordt, ergernis verwekt. Doch Bryan zegt: „van 12000 dollar kan ik niet leven", en vandaar dat het regeeringsgezinde blad „World" van New-York hem het aanbod gedaan heeft, 8000 dollar per jaar te betalen, wanneer hij zich verbindt gedu rende zijn ambtstijd als minister geen le zingen te houden, waarvoor entrée-geld wordt geheven. Bryan ontvangt dus van de „World" een fooi. Deze, gevoegd bij de 12000 dollar, die hem het minister schap opbrengt, vormen dan de som, welke Bryan verklaard heeft voor zijn levensonderhoud noodig te hebben, n.l. 20.000 dollar ofwel 50.000 gulden In den staat Ohio is een nieuwe drankwet aangenomen, die 1 November van kracht wordt. Er zullen dan in den staat 3341 (van de 8485) drankgelegen- in weerwil van het aanlokkend uit zicht op de kermisvreugde, al donker der in de toekomst zag en zijne mis- misnoegdheid en wreveligheid met sporen en karwats aan het onschul dige paard koelde, zoozeer, dat het vurige paard kwaad werd, herhaal delijk steigerde en zich schudde, als of het zijn ruiter wilde afwerpen, of begon te galoppeeren, alsof het niet hem op hol wilde gaan. Het was Balthes nog te vroeg voor de kermisdoelloos reed hij dan lier- dan derwaarts, totdat tegen' den mid dag een plotseling losbarstende stort regen hem dwong in eene herberg te gaan, welke eenzaam aan den groo ten weg staande, meestal door voer lieden bezocht werd. Hij gaf zijn van het zweet dampende paard aan den stalknecht over en ging door den tuin hei huis in. Hier ontmoette hij het buffetmeisje, hetwelk juist met een piaar ledige kruiken aan de hand, uit de gelagkamer kwam en 'hem lachen de groette met de woorden: Hebben U de ooi-en getuit, mijnheer Balthes? gij komt juist van pas om uwen lof te hoor en. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1913 | | pagina 1