king,
duwing
DELEN
iellantaarns
No. 111 TWEEDE BLAD NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT Zaterdag 20 Sept. 1913.
5 Co.,
5 Co.,
Goes.
Hulst.
i$ 1 October a. s.
n een nieraandoening,
UIT DE PERS.
Iburg.
«Iburg-
nfvangen
fflAR en VET
BUITENLAND.
:N, DAMMEN, HEULEN, enz.
ten Ellewoutsdijk en Drie.
et bestuur van het water,
tsdijk c.a. aanvangende op
wijst er op, dat de ge-
|r de schouw moeten
weten bet niet.
ju een nieraandoening, doch
[t, omdat deze dikwijls zoo
verder ontwikkelt. Uiterlijk
-iënt een goede gezondheid
pehalve dat hij nu en dan
rugpijn eu een zwaar, dof
reeds spoedig en plotseling
st van hebben, dat scherpe
ijn lendenen en rug trekken,
n bewolkt zijd en neerslag
poms heeft hij voortdurend
urineloozing, het k'an ook
|loozing moeilijk! en pijnlijk
kunnen zijn ledematen
or water (waterzucht), het
ingedaan, de hauden en voe-
ig, hij kail last krijgen van
J>f jicht.
Ilig in te grijpen, voordat uw
jig ontstoken worden. Een
met Foster's Rugpijn Nieren
Ide ontsteking en overwerkt-
fen op te heffen, en de na-
fking der nieren en blaas te
lit geneesmiddel werkt spoe-
ktreeks op de nieren on her-
bede werking, waardoor het
hen gezuiverd wordt, ten ge-
fen de oorzaak van uw lijden
bnomen.
I verkrijgbaar bij de heeren
en Co.; te Middelburg bij
di. de Roos, Vlasmarkt K.
iding geschiedt franco na
in postwissel h fl.75 voor
één, of f10.voor
zes doozen. Eischt de
echte Foster's Rug
pijn Nieren Pillen,
weigert elke doos, die
niet voorzien is van
nevenstaand handels-
mark. merk'. (16)
E S KINDERMEEL.
MAÏZENA.
MELKSUIKER.
SAHATOGEH.
TAplOCCA.
PARELSAGO.
ige sorteering
Miller, Lucas enz.
l'oorjarige modellen tegen i
den prijs,
bevelend,
A. DE SMIDT,
Middelburg, Varkensmai
Treub en het staatspensioen.
I)K Nolens schrijft in de „N. Ven-
losche C,t" over een interview, dat
geen klaarheid geeft, hel volgende:
Den heer Treub, van wien bekend
is dat hij het Staatspensioen princi
pieel bestreden heeft, laatstelijk bij
de behandeling van de Invaliditeits
wet, werd gevraagd wal zijn stand
punt is tegenover het vraagstuk der
Slaalspensioneerktg.
Zijn antwoord was een verwijzing
naar zijn stemming over het amende
ment Borgesius op art. 369.
Dat amendement bedoelde de over
gangsbepaling van dat artikel (rente
aan 70-jarigen zonder premiebetaling)
uit te breiden tot niet-loonarbeiders.
Nu is het moeilijk te achterhalen
welke motieven tot liet stemmen voor
of tegen een amendement leiden.
Natuurlijk neemt men het motief
aan, dat de stemmer-zelf aangeeft.
Maar het zal velen evenals mij wel
niet duidelijk zijn, hoe de verwijzing
naar deze stemming het standpunt
aan kan geven, dal iemand tegenover
het staatspensioen inneemt. Vooral
niel als die stemmer het staatspen
sioen bestreden lieefl op de wijze zoo
als de heer Treub dat deed.
De heer Treub wilde uitbreiding
der door de verzekeringen bedoelde
voorzieningen buiten de grens der
loonarbeiders.
Ook andere tegenstanders van
staatspensioen stemden vóór art. 369,
althans niet tegen, want het artikel
werd zonder hoofdelijke stemming
aangenomen, maar betwistten dat de
overgangsmaatregel als staatspensioen
kan worden opgevat.
Maar de heer Treub kreeg door het
amendemenl-Borgesius c. s. de gele
genheid om in art. 369 zij;n stelsel
toegepast te zien.
M, i. is liet niet duidelijk hoe een
verwijzen naar deze stemming een
standpunt tegenover het vraagstuk der
staatspeiisioneering kan aangeven.
Bedoeld schijnt te zijn, dat de heer
Treub bij de behandeling van art. 369,
de stemming over hel amendement
Borgesius en de aanneming van hel
artikel, reeds niel zóó afkeerig was
van staatspensioen, niettegenstaande
zijn felle bestrijding, en dat die af
keer nog is verminderd.
Zou het dan niet eenvoudiger zijn
te zeggen: ik ben dooi- de omstandig
heden van meening veranderd.
Wat het interview daaromtrent le
vert, geeft geen klaarheid.
Evenmin geeft klaarheid hel ant
woord op de vraag: in welk teeken
hel nieuwe kabinet slaat, wat .staats
pensioen betreft.
Dat antwoord luidde: „Welnu, laat
mij U zeggen, dat hel niet „anti" en
niel „pro'' is.
Zoon antwoord is voor den burger
orakeltaal.
Men kan er allerlei verklaringen
aan geven.
Zoo b.v.het nieuwe kabinet is niet
zoozeer „tegen" dal 't stukje staats
pensioen, volgens sommigen in art.
369, liggend, zou te niet doen, indien
dat mogelijk was; maar hel is ook
niet „voor" in dien zin, dat het verder
staatspensioen in den eigenlijken zin
zal invoeren.
Ook zijn er nog wel andere verkla
ringen le geven.
Maar hel antwoord is vaag.
liet nieuwe kabinet zal misschien
op meer andere vragen zoodanig ant
woord moeten geven.
Men zou b.v. kunnen vragen: be-
schouwl gij u als een extra-parlemen
tair kabinet, of als een parlementair?
Het antwoord zou kunnen zijn: niel
extra-parlementair, want de heeren
Lely en Treub behooren er toe; niet
parlementair, want het kabinet heeft
geen parlementaire meerderheid.
,rkt-
Wh Spek 36 cent per P011
Spek 41
- Kreukelmarkt
De toekomst en de financiën.
„De Maasbode" is aan 't rekenen
gegaan om le zien hoe het extra-parle
mentair Kabinet aan het geld zal ko
men, noodig om in de behoeften van
den Staat te voorzien; en '1 is nu
niet precies bemoedigend zooals finan
cieel de nu aan 't roer zittende vrij
zinnigheid er voor slaat.
Als hel blad alles heefl nagegaan,
komt hel tot deze minder prettige con
clusie:
En de toestand van 's lands schat
kist zal zoo donker zijn, zooals in
laug niet is gezien.
Dan zwijgen we nog van allerlei
factoren, die het uitzicht nog donker
der maken.
Immers zullen verschillenden voort
gaan verlaging te eischen van den sui
keraccijns.
Nog een voorbeeld. De toestand der
spoorwegfinanciën blijft niettegen
staande ingetreden verbetering ern
stig. In December van het vorig jaar
zei de heer Piatijn daaromtrent o. a.
„Mogen wij ons nu vleien, dat ook
die zaak wel vanzelf in orde zal ko
men en mogen wij ons verder ontsla
gen achten van de zorg voor de quaes-
tie der spoorwegfinanciën? Neen,
mijnheer de Voorzitter, Lol die con
clusie zou ik waarlijk niet willen ko
men. Er is een groote achterstand
op spoorweggebied en belangrijke
nieuwe uitgaven zullen op de exploi
tatierekening komen drukken voor
nieuwen aanleg en nieuwe werken,
en, naarmate de resultaten verbete
ren, ook voor verbetering van de loo-
nen van het personeel.
Deze omstandigheden eu meer
andere, die den financiëelcn gezichts
einder verduisteren, laten we geheel
buiten beschouwing en alleen met
het oog op de door ons verwachte
noodigc uitgaven, heeten wij den toe
stand droevig.
Droevig, al zouden de plannen van
den lieer Treub lot uitvoering komen;
al wordt dus de techniek der heffing
verbeterd en de belaslingschroef aan
gedraaid zoover als het kan.
Er is geen uitzicht.
Tenzij zoo gaal hel blad voort:
Tenzij links wellicht den weg zou
willen opgaan van..tariefsherzie
ning
In de politiek is helaas mogelijk
dat zij, die hemel en aarde bewogen
hebben tegen hel rechtsche tarief, zelf
een herziening gingen Ier hand ne
men.
De beste kenner van 's lands finan
ciëelen toestand, de thesaurier-gene
raal, de heer Van Dijn, wees ,al op
de noodzakelijkheid van tariefsherzie
ning.
Bij de begrootiiigsdebatten werd er
ook aan herinnerd, dat een Ralijn in
1909 nog schreef„Maar ik voor mij
zou er dan ook niel tegen op zien
zoo noodig een deel dier kosten
le dekken uil een belasting, waaraan
liet geheele volk zou hebben bij le
dragen, met name uit een accijns op
eenig artikel van algemeen verbruik".
Van vrijzinnige zijde alleen zou zulk
een bedrag mogelijk zijn. De veelge
smade rechterzijde dreigt men in hare
ontzettend misdrijf, in tariefsherzie
ning, na le volgen.
En ware liet dan een navolging!
Doch een weloverwogen tarief, waar
hij de belangen der nijverheid met
ernst zijn behartigd, waarbij' ook de
kleine luiden ten zeersle zijn ontzien,
is eenvoudig niet le vergelijken met
een ruwweg belasten van de tabak,
de koffie of de thee of van deze drie
samen, vooral drukkend opi den klei
nen man.
Hetzij men, zoo concludeert het
blad:
Hetzij men oenige uitkomst zoekt
door middel van een en dan nog
zeer slechte tariefsherziening, het
zij men in arren moede hij de pakken
isterbaan Le Cointoe, G°eS
!M
Beata was over dit verlies ten uiter
ste bedroefd, en lang duurde het, dal
zij voor geen Lroast genaakbaar was;
ook maakte op hel hart van Baltlia-
sar de dood zijns vaders indruk: want
zijn geweten zeide hem innerlijk, wat
er iii het dorp lujde gezegd werd,
dal hel verdriet van hem de dagen
zijns vaders verkorl had. Maar zijne
droefheid was noch overgroot noch
van langen duur. Hij wist zich spoe
dig te troosten, en de woorden zijns
vaders waren weldra uit zijne gedaeh-
lenis eu niet minder zonder invloed
°1> zijn gedrag, niellegenslaande Beata
ze hem, in den eersten tijd, onder
hel storten van tranen, herinnerde en
hem bad, dat hij nu toch haar, zijner
moeder, steun zou worden, daar zij
thans, in hare verlatenheid, niemand
meer had dan hem. Balthes liet liet
niet aan de besle beloften ontbreken;
maar beloven en doen is niel hetzelf
de.
Bij den dood zijns vader was Bal-
tliasar veertien jaren oud, gezond,
sterk gebouwd en niet onlblooL van
geestvermogens. Eene goede, verstan
dige opvoeding en leiding hadden hem
thans nog lot een degelijk menscli
kunnen maken. Het weelderige, on
besuisde veulen had thans vooral, nu
hel zijn menner verloren had, eene
krachtige hand noodig, om het te be
teugelen en op den rechlen weg te
brengen. Maar zijne moeder bezat hel
allerminste eene zoodanige hand; de
voogd wilde inderdaad den aanko
menden knaap met ernst opvoeden
en aan het leeren en arbeiden zeiten,
maar dit veroorzaakte hem dag op
dag twist en ongenoegen met den be
dorven Balthes en diens dwaze moe
der; vandaar, dat hij hel spoedig
moede werd en het vermaak van een
ondeugenden jongen onder dergelijke
omstandigheden op le voeden, aan een
ander overliet. De nieuwe voogd, dien
Beata zelve koos, was een zwak man,
hij wien idles goed was. Wal er nu
gebeurde, iis licht te raden. Balthes,
door niemand meer ingehouden,
kwam van kwaad tot erger en gaf
zich geheel aan den lediggang, pronk
zucht over; iels later deed hij niets
meer dan spelen, rijden en rossen,
gaat neerzitten, of eindelijk, vergetend
wat men beloofd heeft, zijn taak lot
liet uiterste beperkt in ieder geval
zal de loekomsl brengen een schitte
rende rechtvaardiging van 'treehtsch
bewind, dat ook in financieel opzicht
's lands zaken in goede hanen leidde
en thans met het rechtsoh tarief en
een herziene inkomstenbelasting zijn
beloften ten volle zou hebben nage
komen.
Men ziel het, „De Maasbode" schept
voor de linkerzijde geen behagelijk
toekomstbeeld; en 't heeft den schijn,
dal hel nogal juist is ook, zegt „De
Standaard".
Minister Talma.
We deelden dezer dagen mee, hoe
gunslig een liberaal blad als de
„Nieuwe Courant" oordeelde over
minister de Marees van Swinderen.
Ook minister Golijn is alom gepre
zen. Thans weer eens iets over mi
nister Talma, dien men in de ver
kiezingsdagen niel genoeg wist af te
breken. Luister, lioe de praclijk oor
deelt.
Het „Weekblad voor Bloembollen
cultuur" geeft een artikel, waarin een
„terugblik" op Talma's ministrieel op
treden wordt geworpen. Met groote
instemming wordt dil artikel door „De
Planlenbeurs" overgenomen. Deze ge
zaghebbende organen op tuinbouwge
bied bevestigen wat landbouwbladen
reeds over den minister geschreven
hebben. We lezen:
Wanneer wij na bijna 5Va jaar te
rugzien op de Ihans geëindigde mi-
nistrieele loopbaan van den heer Tal
ma, dan wordt daarbij niet gedacht
aan de algemeene politiek en de daar
mede samenhangende vraagstukken,
ofschoon bij meer dan een daarvan
de belangen van luinbouw en bloem
bollenteelt nauw betrokken waren.
Daarvoor is dil orgaan niel de plaals.
Hier past alleen een terugblik op de
werkzaamheid van den minister van
Landbouw in engeren zin.
Die terugblik kan niet anders dan
gunstig zijn en tot dankbaarheid stem
men jegens den afgetreden bewinds
man, die, uil een gansch andere le
venssfeer afkomstig, zich op zoo be
wonderenswaardige wijze heeft we
ten in te werken in de eigenaardig
heden van land- en tuinbouw, en over
't algemeen zulk een oordeelkundig
gebruik lieefl weten le maken van
de adviezen zijner technische amb
tenaren.
Op wetgevend gebied kwamen o.a.
de voor den luinbouw zoo belangrijke
vogelwet en planlenzieklewel lot
stand.
De bloembollenstreek verkreeg hare
tuinbouw-winlerschool. De stichting
van meerdere tuinbouwscholen in
Noord-Holland is aangekondigd. Een
wetsontwerp lot verheffing van de
Bijles Iloogere Land-, Tuin- en Bosch-
bouwschooi, tengevolge waarvan men
voortaan ook Hoog 'Tuinbouwonder
wijs in Nederland zou kunnen ge-
nieten, werd ingediend.
Hel tenloonslellingswezen werd dooi
den afgetreden bewindsman krachtig
bevorderd. De roem van onzen luin
bouw in liet buitenland ging minister
Talma zeer ter harte; krachtig steun
de hij onze Haarlemsche en andere
groote Nederlandsche luinbouwlen-
loonslellinge.n, terwijl de deelneming
van onzen Luinbouw aan builenland-
sche tentoonstellingen zoo flink moge
lijk bevorderd werd en voor de loe
komsl aan een openbaar feestmaal
lieL denkbeeld eener Algemeene Ne
derlandsche Tuinbouwtentoonstelling
krachtig aanbeval.
Deze enkele grepen uit de minisLe-
rieele werkzaamheid van den beer
Talma op Tuinbouwgebied mogen
voldoende zijii om de gevoelens van
waardeering en erkentelijkheid le
en hield hiervoor een eigen en zeer
schoon rijpaard. Dat kostte geld, veel
geld. Zijne moeder bad hem, waar
schuwde hem en weende; maar Bal
thasar kende hare zwakte en wist,
dal zij aan zijn aanhoudend vragen,
waarop desnoods een lang, stijfhoof
dig trotseeren volgde, niel kon weige
ren; hij was, trouwens, dit wist hij,
de baas in huis, hem hoorde alles
toe. Zijne moeder gaf, zoo lang zij
kon geven; daarna moest zij, daar
Balthes ter bevrediging zijner lusten
van jaar lol jaar al meer geld noodig
had schulden maken en landerijen
verkoopen. De kwade gevolgen lieten
zich niet wachten; het kwam tot een
gerechtelijken verkoop en hel looneel,
hetwelk wij hoven beschreven hebben.
VII.
Beata verliet dien avond hare ka
mer niel meer; hare gasten echter
vergat zij niet; zij bezorgde hun een
goed avondmaal en zuivere bedden,
gelijk zij beloofd had. Daarvoor be
wees Marianne haar nog dankbaar
heid, voor dat zij insliep, met een
godvruchtig Onze Vader voor haar te
bidden; zij voegde er nog een tweede
bij, opdat de Heer het zwaai- bedrukte
moederhart harcr waardin geliefde te
verklaren, die in de kringen van den
tuinbouw afgezien van de uit den
aard der zaak uiteenloopende mee-
ningen over het algemeen regecrings-
beleid op sociaal en economisch ge
bied den afgetreden minister ver
gezellen.
Dit getuigenis over een christelijk
Ministerie dienl onthouden tegen dat
er weer geschetterd wordt, zegt de
„Residentiebode".
Politieke Dakloozen.
De heeren Van Koetsveld en Bichon
van IJsselmonde, hebben Maandag, bij
monde van eersLgenoemde, hunne be
zwaren Legen organisatie en leiding
van A.-R. en G.-H. partijen uiteenge
zet, en tevens kenbaar gemaakt wat
zij nu eigenlijk willen.
Spr. stelde op den voorgrond, dat
het geenszins de bedoeling was eene
nieuwe partij óp le richten met eigen
program. „Wij zijn"., zegt spr. „poli
tieke dakloozen en zoeken een nieuw
tehuis, maar toch kunnen wij niet
intrekken bij Bronsveld, Van de Laar
of Nal. Bond van Prol. Kiezers". Wij
zoeken een nieuw terrein en bouwen
zelf naar eigen smaak. I'n de over
eenstemming der vijf in de oproeping
genoemde programpunten vinden wij
onzen band, maar laten ruimte tot
overigens afwijkende meeningen. Geen
hand alzoo, die knellend drukt.
Wij gaan dus wel samenwonen in
een huis, maar houden elk onze eigen
kamers; wij vinden gezelligheid en
onderlingen steun in een gemeen
schappelijke conversatiezaal. De ge
regeld le houden algemeene vergade
ringen vormen den band en geven
de politieke leiding, doch slechts als
advies, waarvan ail of niet opvolging
geheel vrij staat; daarnaast als die
naar, niet als meester, een centraal
bureau, belast niet administratie, or
ganisatie en propaganda.
De heer Van Koetsveld sprak als
zijn meening uit, dat ons volk van
knellende banden niets moet hebben
en dat dus de oprichting van een
politiek verband, als door hem be
doeld, een weldaad voor land en volk
zal blijken te zijn.
Wij twijfelen niel aan de oprecht
heid dezer meening, maar vragen ons
loch met eenige verwondering af, hoe
men een solide en duurzame samen
werking verwachten kan van lieden,
die er welbeschouwd alleen een ge
meenschappelijke conversatiezaal op
nahouden.
NieL slechls tegen de organisatie van
Cl-H. en A.-R., maar legen de orga
nisatie in 't algemeen hebben deze
heeren blijkbaar bezwaar.
Zij willen niet alleen geen „knel
lend partij-verband", maar zelfs geen
partij, met oen eigen program.
Hel te ver gedreven individualisme,
dal een der eigenschappen, men kan
'wel zeggen een der gebreken van ons
volk is, komt hier bizonder sterk uit.
Het leidt tol voortdurende afschei
ding en verbrokkeling, tot versplinte
ring en versnippering, om op liet „zoo
veel hoofden, zooveel zinnen", uit te
loopen.
Dat daarvan geen kracht, althans
geen duurzame kracht kan uitgaan,
laat zich voelen en tasten.
Zwakke plek der Ghr.-IIislorische
partij was nog altijd de onvolkomen
en onvoldoende organisatie.
De heeren, die Le Zwolle samen
kwamen, vinden, dat die organisatie
reeds veel te sterk, reeds veel le bin
dend is, en gaan nu op eigen kamers
wonen, met tol gezelligheid en steun
een gemeenschappelijke conversatie
zaal I
Maar wij durven nu reeds te voor
spellen, dal straks nieuwe ontevre
denheid zich openbaren zal, nieuwe
afscheiding zich zal voordoen, nieuwe
klachten zullen rijzen, en men zelfs
de „gemeenschappelijke conversatie-
hoogmoedige jongeling uil, terwijl hij
troosten en wel bijzonderlijk aan Bal-
thasar eene oprechte liefde tol zijne
moeder in het binnenste op te wekken.
Marianne en Josef genoten de wel
daad van een verkwikkenden slaap,
en niet weinig was de laatste ver
wonderd, toen hij hij zijn ontwaken
de zon reeds op eene zekere hoogte
aan den hemel zag slaan.
Nu maakte hij zijne toebereidselen
lot de afreize; liet wagentje was wel
des avonds van den wagenmaker ge
repareerd wedergekomen, maar, naar
hij verzekerde, moest het nog van
platte spijkers op de wielen voorzien
worden. Josef bracht liet daarom naai
den smid van liet dorp. Deze zette
zich terstond aan het werk en ver-
zochl Josef, zoolang op eene bank
naast zijne werkplaats neder te zitten.
Toen kwam ook Balthasar met zijn
rijpaard bij den smid; hij wilde het,
voor dat hij naar de kermis reed,
laten heslaan en maakte groolen
haast.
Aanstonds, mijnheer Balihcs, ant
woordde de smid, zoodra ik hier
mede klaar ben, dit zeggende wees
hij op heL wagentje.
Die schooierswagenriep de
zaal" te benauwd en de vijf program
punten te knellend zal vinden.
Men is een partij, of men is hel niet.
Wie altijd en 'onder alle omstan
digheden vrij wil blijven, om zijn
eigen zin en inzicht te volgen, zal
ook den zwak sten hand te knellend
vinden, om ten slotte zich geheel te
rug le trekken op zijn „eigen kamer",
of voorgoed „dakloos" te worden.
(„Gentrum")
FR49IKB IJK.
De verhouding der Repu-
bliek lot den H. t o e 1. Er gaan
in den laatsten tijd van ale kanten
stemmen op, die aandringen op het
wederaanknoopen der betrekkingen
van Frankrijk mei den H. Stoel. De
„Temps", een voornaam dagblad, had
ér dezer dagen een artikel over en
zoowat tegelijkertijd schreef de be
kende parlementariër, graaf De Mun,
een beschouwing er over in de „Echo
de Paris". Nu ja, zal men zeggen,
die man is een militante katholiek,
geen wonder, dat hij voor de toenade
ring pleit. Deze opwerping nu kan
men niel maken legen den schrijver
der onlangs verschenen brochure„I s
een nieuw Cioncordaa! ge-
w eiisc h t?" Want deze, een jong Pa-
rijsch advocaat, Bezon geheeten, is
eèn protestant.
Om in zijn brochure goed gedocu
menteerd voor den dag te komen en
geen praatjes te verkoopen, heeft hij
zich gewend tot meer dan 50 personen
van aanzien: professoren, kamerle
den, diplomalen, advocaten van aller
lei religieuze en politieke belijdenis
en tot hen een rondvraag gericht met
het verzoek, zich uil te spreken over
het nut van een overeenkomst met
den H. Stoel.
Allen zijn voor toenadering tot het
Vaticaan en verklaren, dat het nuttig
en zelfs noodzakelijk is, de betrek
kingen weer aan te knoopen.
Een der gewaagden, een protestant,
deken der protestantsche faculteit,
treedt zelfs onomwonden opi voor het
herstel van het oude Concordaat.
Ons dunkt, dil alles is nogal van
beteekenis. Maar er is nog meer.
Onlangs schreef ook liet radicale
Kamerlid Francois Deloncle in de
„Petit Journal" een artikel, dal op
zien wekte. Deloncle bespreekt den
brief van P;aus Pius X, gericht tol
den üuitschen keizer bij gelegenheid
van dezes 25-jarig regeeringsjubilé,
waarin de Plans dank zegt voor 's kei
zers woorden, dat het zijn „hoogste
wensch is, het geluk zijner Roonisch-
Kalholieke onderdanen le verzeke
ren". i
Dan vervolgt Deloncle: „Deze woor
den zijn niel hoog genoeg te schatten.
Hunne heleekenis is zeer grool in een
tijd, waarin DuiLschland op alle
landskinderen zonder onderscheid
van godsdienst een beroep doet,
om zicii tegen hel gevaar van bui
ten te beschermen,
„De woorden van dank des Pausen
aan den keizer beleekenen verder een
erkenning van de Duitsehe protec-
toraats-poliliek over de katholieken in
het Oosten. Alleen ons onzalig en dom
conflict met hel Vaticaan heeft het
aan Duitschland en Italië mogelijk ge
maakt, om ons in het Ooslen te ver
dringen".
Nu moei men zeer zeker de woor
den van Deloncle niet hooger aan
slaan dan zij verdienen. Het zijln
hoofdzakelijk slechts utiliteitsoverwe-
gingen, welke hem doen treuren over
Frankrijk's lanenden invloed in het
Ooslen. Desniettemin wijzen zijn uit
eenzettingen erop, dal zells in radi-
legelijk een verachtelijken blik op Jo
sef wierp, die, gelóóf ik, zal wel
beter kunnen wachten!
Dit woord schokte den eerlijken en
voor zijne eer gevoeligen Josef niet
weinig.
Schooiers wagen? scheldt gij ons
voor schooiers uit? hebben wij dan bij
u om iets geschooid? of noem mij
iemand anders, bij wien Wij' ooit ge
bedeld hebben. Overvloed heb ik niel,
maar bedelen doe ik niet, behoef ik
ook niet te doen. Ik werk en ver
dien mijn brood met mijne handen,
ben niemand iets schuldig, en wat
ik verteer, dat betaal ik:
De smid wierp Dij deze woorden
een zekeren blik van eene bijzondere
beteekenis op Balthasar en lachte een
weinig bij zichzelven. Balthasar beet
met toorn op tjijne lippen en wilde
antwoorden. Maar Josef toad hem
dicht onder de oogen en mat hem
mei een blik, die hem duidelijk te
verstaan gaf, dat hij zich geene tweede
beschimping zou lalen welgevallen,
maar haai- met een voldingend ant
woord op den man gevoelig afslaan
zou.
(Wordt vervolgd.)