king, duwing DELEN iellantaarns No. 111 TWEEDE BLAD NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT Zaterdag 20 Sept. 1913. 5 Co., 5 Co., Goes. Hulst. i$ 1 October a. s. n een nieraandoening, UIT DE PERS. Iburg. «Iburg- nfvangen fflAR en VET BUITENLAND. :N, DAMMEN, HEULEN, enz. ten Ellewoutsdijk en Drie. et bestuur van het water, tsdijk c.a. aanvangende op wijst er op, dat de ge- |r de schouw moeten weten bet niet. ju een nieraandoening, doch [t, omdat deze dikwijls zoo verder ontwikkelt. Uiterlijk -iënt een goede gezondheid pehalve dat hij nu en dan rugpijn eu een zwaar, dof reeds spoedig en plotseling st van hebben, dat scherpe ijn lendenen en rug trekken, n bewolkt zijd en neerslag poms heeft hij voortdurend urineloozing, het k'an ook |loozing moeilijk! en pijnlijk kunnen zijn ledematen or water (waterzucht), het ingedaan, de hauden en voe- ig, hij kail last krijgen van J>f jicht. Ilig in te grijpen, voordat uw jig ontstoken worden. Een met Foster's Rugpijn Nieren Ide ontsteking en overwerkt- fen op te heffen, en de na- fking der nieren en blaas te lit geneesmiddel werkt spoe- ktreeks op de nieren on her- bede werking, waardoor het hen gezuiverd wordt, ten ge- fen de oorzaak van uw lijden bnomen. I verkrijgbaar bij de heeren en Co.; te Middelburg bij di. de Roos, Vlasmarkt K. iding geschiedt franco na in postwissel h fl.75 voor één, of f10.voor zes doozen. Eischt de echte Foster's Rug pijn Nieren Pillen, weigert elke doos, die niet voorzien is van nevenstaand handels- mark. merk'. (16) E S KINDERMEEL. MAÏZENA. MELKSUIKER. SAHATOGEH. TAplOCCA. PARELSAGO. ige sorteering Miller, Lucas enz. l'oorjarige modellen tegen i den prijs, bevelend, A. DE SMIDT, Middelburg, Varkensmai Treub en het staatspensioen. I)K Nolens schrijft in de „N. Ven- losche C,t" over een interview, dat geen klaarheid geeft, hel volgende: Den heer Treub, van wien bekend is dat hij het Staatspensioen princi pieel bestreden heeft, laatstelijk bij de behandeling van de Invaliditeits wet, werd gevraagd wal zijn stand punt is tegenover het vraagstuk der Slaalspensioneerktg. Zijn antwoord was een verwijzing naar zijn stemming over het amende ment Borgesius op art. 369. Dat amendement bedoelde de over gangsbepaling van dat artikel (rente aan 70-jarigen zonder premiebetaling) uit te breiden tot niet-loonarbeiders. Nu is het moeilijk te achterhalen welke motieven tot liet stemmen voor of tegen een amendement leiden. Natuurlijk neemt men het motief aan, dat de stemmer-zelf aangeeft. Maar het zal velen evenals mij wel niet duidelijk zijn, hoe de verwijzing naar deze stemming het standpunt aan kan geven, dal iemand tegenover het staatspensioen inneemt. Vooral niel als die stemmer het staatspen sioen bestreden lieefl op de wijze zoo als de heer Treub dat deed. De heer Treub wilde uitbreiding der door de verzekeringen bedoelde voorzieningen buiten de grens der loonarbeiders. Ook andere tegenstanders van staatspensioen stemden vóór art. 369, althans niet tegen, want het artikel werd zonder hoofdelijke stemming aangenomen, maar betwistten dat de overgangsmaatregel als staatspensioen kan worden opgevat. Maar de heer Treub kreeg door het amendemenl-Borgesius c. s. de gele genheid om in art. 369 zij;n stelsel toegepast te zien. M, i. is liet niet duidelijk hoe een verwijzen naar deze stemming een standpunt tegenover het vraagstuk der staatspeiisioneering kan aangeven. Bedoeld schijnt te zijn, dat de heer Treub bij de behandeling van art. 369, de stemming over hel amendement Borgesius en de aanneming van hel artikel, reeds niel zóó afkeerig was van staatspensioen, niettegenstaande zijn felle bestrijding, en dat die af keer nog is verminderd. Zou het dan niet eenvoudiger zijn te zeggen: ik ben dooi- de omstandig heden van meening veranderd. Wat het interview daaromtrent le vert, geeft geen klaarheid. Evenmin geeft klaarheid hel ant woord op de vraag: in welk teeken hel nieuwe kabinet slaat, wat .staats pensioen betreft. Dat antwoord luidde: „Welnu, laat mij U zeggen, dat hel niet „anti" en niel „pro'' is. Zoon antwoord is voor den burger orakeltaal. Men kan er allerlei verklaringen aan geven. Zoo b.v.het nieuwe kabinet is niet zoozeer „tegen" dal 't stukje staats pensioen, volgens sommigen in art. 369, liggend, zou te niet doen, indien dat mogelijk was; maar hel is ook niet „voor" in dien zin, dat het verder staatspensioen in den eigenlijken zin zal invoeren. Ook zijn er nog wel andere verkla ringen le geven. Maar hel antwoord is vaag. liet nieuwe kabinet zal misschien op meer andere vragen zoodanig ant woord moeten geven. Men zou b.v. kunnen vragen: be- schouwl gij u als een extra-parlemen tair kabinet, of als een parlementair? Het antwoord zou kunnen zijn: niel extra-parlementair, want de heeren Lely en Treub behooren er toe; niet parlementair, want het kabinet heeft geen parlementaire meerderheid. ,rkt- Wh Spek 36 cent per P011 Spek 41 - Kreukelmarkt De toekomst en de financiën. „De Maasbode" is aan 't rekenen gegaan om le zien hoe het extra-parle mentair Kabinet aan het geld zal ko men, noodig om in de behoeften van den Staat te voorzien; en '1 is nu niet precies bemoedigend zooals finan cieel de nu aan 't roer zittende vrij zinnigheid er voor slaat. Als hel blad alles heefl nagegaan, komt hel tot deze minder prettige con clusie: En de toestand van 's lands schat kist zal zoo donker zijn, zooals in laug niet is gezien. Dan zwijgen we nog van allerlei factoren, die het uitzicht nog donker der maken. Immers zullen verschillenden voort gaan verlaging te eischen van den sui keraccijns. Nog een voorbeeld. De toestand der spoorwegfinanciën blijft niettegen staande ingetreden verbetering ern stig. In December van het vorig jaar zei de heer Piatijn daaromtrent o. a. „Mogen wij ons nu vleien, dat ook die zaak wel vanzelf in orde zal ko men en mogen wij ons verder ontsla gen achten van de zorg voor de quaes- tie der spoorwegfinanciën? Neen, mijnheer de Voorzitter, Lol die con clusie zou ik waarlijk niet willen ko men. Er is een groote achterstand op spoorweggebied en belangrijke nieuwe uitgaven zullen op de exploi tatierekening komen drukken voor nieuwen aanleg en nieuwe werken, en, naarmate de resultaten verbete ren, ook voor verbetering van de loo- nen van het personeel. Deze omstandigheden eu meer andere, die den financiëelcn gezichts einder verduisteren, laten we geheel buiten beschouwing en alleen met het oog op de door ons verwachte noodigc uitgaven, heeten wij den toe stand droevig. Droevig, al zouden de plannen van den lieer Treub lot uitvoering komen; al wordt dus de techniek der heffing verbeterd en de belaslingschroef aan gedraaid zoover als het kan. Er is geen uitzicht. Tenzij zoo gaal hel blad voort: Tenzij links wellicht den weg zou willen opgaan van..tariefsherzie ning In de politiek is helaas mogelijk dat zij, die hemel en aarde bewogen hebben tegen hel rechtsche tarief, zelf een herziening gingen Ier hand ne men. De beste kenner van 's lands finan ciëelen toestand, de thesaurier-gene raal, de heer Van Dijn, wees ,al op de noodzakelijkheid van tariefsherzie ning. Bij de begrootiiigsdebatten werd er ook aan herinnerd, dat een Ralijn in 1909 nog schreef„Maar ik voor mij zou er dan ook niel tegen op zien zoo noodig een deel dier kosten le dekken uil een belasting, waaraan liet geheele volk zou hebben bij le dragen, met name uit een accijns op eenig artikel van algemeen verbruik". Van vrijzinnige zijde alleen zou zulk een bedrag mogelijk zijn. De veelge smade rechterzijde dreigt men in hare ontzettend misdrijf, in tariefsherzie ning, na le volgen. En ware liet dan een navolging! Doch een weloverwogen tarief, waar hij de belangen der nijverheid met ernst zijn behartigd, waarbij' ook de kleine luiden ten zeersle zijn ontzien, is eenvoudig niet le vergelijken met een ruwweg belasten van de tabak, de koffie of de thee of van deze drie samen, vooral drukkend opi den klei nen man. Hetzij men, zoo concludeert het blad: Hetzij men oenige uitkomst zoekt door middel van een en dan nog zeer slechte tariefsherziening, het zij men in arren moede hij de pakken isterbaan Le Cointoe, G°eS !M Beata was over dit verlies ten uiter ste bedroefd, en lang duurde het, dal zij voor geen Lroast genaakbaar was; ook maakte op hel hart van Baltlia- sar de dood zijns vaders indruk: want zijn geweten zeide hem innerlijk, wat er iii het dorp lujde gezegd werd, dal hel verdriet van hem de dagen zijns vaders verkorl had. Maar zijne droefheid was noch overgroot noch van langen duur. Hij wist zich spoe dig te troosten, en de woorden zijns vaders waren weldra uit zijne gedaeh- lenis eu niet minder zonder invloed °1> zijn gedrag, niellegenslaande Beata ze hem, in den eersten tijd, onder hel storten van tranen, herinnerde en hem bad, dat hij nu toch haar, zijner moeder, steun zou worden, daar zij thans, in hare verlatenheid, niemand meer had dan hem. Balthes liet liet niet aan de besle beloften ontbreken; maar beloven en doen is niel hetzelf de. Bij den dood zijns vader was Bal- tliasar veertien jaren oud, gezond, sterk gebouwd en niet onlblooL van geestvermogens. Eene goede, verstan dige opvoeding en leiding hadden hem thans nog lot een degelijk menscli kunnen maken. Het weelderige, on besuisde veulen had thans vooral, nu hel zijn menner verloren had, eene krachtige hand noodig, om het te be teugelen en op den rechlen weg te brengen. Maar zijne moeder bezat hel allerminste eene zoodanige hand; de voogd wilde inderdaad den aanko menden knaap met ernst opvoeden en aan het leeren en arbeiden zeiten, maar dit veroorzaakte hem dag op dag twist en ongenoegen met den be dorven Balthes en diens dwaze moe der; vandaar, dat hij hel spoedig moede werd en het vermaak van een ondeugenden jongen onder dergelijke omstandigheden op le voeden, aan een ander overliet. De nieuwe voogd, dien Beata zelve koos, was een zwak man, hij wien idles goed was. Wal er nu gebeurde, iis licht te raden. Balthes, door niemand meer ingehouden, kwam van kwaad tot erger en gaf zich geheel aan den lediggang, pronk zucht over; iels later deed hij niets meer dan spelen, rijden en rossen, gaat neerzitten, of eindelijk, vergetend wat men beloofd heeft, zijn taak lot liet uiterste beperkt in ieder geval zal de loekomsl brengen een schitte rende rechtvaardiging van 'treehtsch bewind, dat ook in financieel opzicht 's lands zaken in goede hanen leidde en thans met het rechtsoh tarief en een herziene inkomstenbelasting zijn beloften ten volle zou hebben nage komen. Men ziel het, „De Maasbode" schept voor de linkerzijde geen behagelijk toekomstbeeld; en 't heeft den schijn, dal hel nogal juist is ook, zegt „De Standaard". Minister Talma. We deelden dezer dagen mee, hoe gunslig een liberaal blad als de „Nieuwe Courant" oordeelde over minister de Marees van Swinderen. Ook minister Golijn is alom gepre zen. Thans weer eens iets over mi nister Talma, dien men in de ver kiezingsdagen niel genoeg wist af te breken. Luister, lioe de praclijk oor deelt. Het „Weekblad voor Bloembollen cultuur" geeft een artikel, waarin een „terugblik" op Talma's ministrieel op treden wordt geworpen. Met groote instemming wordt dil artikel door „De Planlenbeurs" overgenomen. Deze ge zaghebbende organen op tuinbouwge bied bevestigen wat landbouwbladen reeds over den minister geschreven hebben. We lezen: Wanneer wij na bijna 5Va jaar te rugzien op de Ihans geëindigde mi- nistrieele loopbaan van den heer Tal ma, dan wordt daarbij niet gedacht aan de algemeene politiek en de daar mede samenhangende vraagstukken, ofschoon bij meer dan een daarvan de belangen van luinbouw en bloem bollenteelt nauw betrokken waren. Daarvoor is dil orgaan niel de plaals. Hier past alleen een terugblik op de werkzaamheid van den minister van Landbouw in engeren zin. Die terugblik kan niet anders dan gunstig zijn en tot dankbaarheid stem men jegens den afgetreden bewinds man, die, uil een gansch andere le venssfeer afkomstig, zich op zoo be wonderenswaardige wijze heeft we ten in te werken in de eigenaardig heden van land- en tuinbouw, en over 't algemeen zulk een oordeelkundig gebruik lieefl weten le maken van de adviezen zijner technische amb tenaren. Op wetgevend gebied kwamen o.a. de voor den luinbouw zoo belangrijke vogelwet en planlenzieklewel lot stand. De bloembollenstreek verkreeg hare tuinbouw-winlerschool. De stichting van meerdere tuinbouwscholen in Noord-Holland is aangekondigd. Een wetsontwerp lot verheffing van de Bijles Iloogere Land-, Tuin- en Bosch- bouwschooi, tengevolge waarvan men voortaan ook Hoog 'Tuinbouwonder wijs in Nederland zou kunnen ge- nieten, werd ingediend. Hel tenloonslellingswezen werd dooi den afgetreden bewindsman krachtig bevorderd. De roem van onzen luin bouw in liet buitenland ging minister Talma zeer ter harte; krachtig steun de hij onze Haarlemsche en andere groote Nederlandsche luinbouwlen- loonslellinge.n, terwijl de deelneming van onzen Luinbouw aan builenland- sche tentoonstellingen zoo flink moge lijk bevorderd werd en voor de loe komsl aan een openbaar feestmaal lieL denkbeeld eener Algemeene Ne derlandsche Tuinbouwtentoonstelling krachtig aanbeval. Deze enkele grepen uit de minisLe- rieele werkzaamheid van den beer Talma op Tuinbouwgebied mogen voldoende zijii om de gevoelens van waardeering en erkentelijkheid le en hield hiervoor een eigen en zeer schoon rijpaard. Dat kostte geld, veel geld. Zijne moeder bad hem, waar schuwde hem en weende; maar Bal thasar kende hare zwakte en wist, dal zij aan zijn aanhoudend vragen, waarop desnoods een lang, stijfhoof dig trotseeren volgde, niel kon weige ren; hij was, trouwens, dit wist hij, de baas in huis, hem hoorde alles toe. Zijne moeder gaf, zoo lang zij kon geven; daarna moest zij, daar Balthes ter bevrediging zijner lusten van jaar lol jaar al meer geld noodig had schulden maken en landerijen verkoopen. De kwade gevolgen lieten zich niet wachten; het kwam tot een gerechtelijken verkoop en hel looneel, hetwelk wij hoven beschreven hebben. VII. Beata verliet dien avond hare ka mer niel meer; hare gasten echter vergat zij niet; zij bezorgde hun een goed avondmaal en zuivere bedden, gelijk zij beloofd had. Daarvoor be wees Marianne haar nog dankbaar heid, voor dat zij insliep, met een godvruchtig Onze Vader voor haar te bidden; zij voegde er nog een tweede bij, opdat de Heer het zwaai- bedrukte moederhart harcr waardin geliefde te verklaren, die in de kringen van den tuinbouw afgezien van de uit den aard der zaak uiteenloopende mee- ningen over het algemeen regecrings- beleid op sociaal en economisch ge bied den afgetreden minister ver gezellen. Dit getuigenis over een christelijk Ministerie dienl onthouden tegen dat er weer geschetterd wordt, zegt de „Residentiebode". Politieke Dakloozen. De heeren Van Koetsveld en Bichon van IJsselmonde, hebben Maandag, bij monde van eersLgenoemde, hunne be zwaren Legen organisatie en leiding van A.-R. en G.-H. partijen uiteenge zet, en tevens kenbaar gemaakt wat zij nu eigenlijk willen. Spr. stelde op den voorgrond, dat het geenszins de bedoeling was eene nieuwe partij óp le richten met eigen program. „Wij zijn"., zegt spr. „poli tieke dakloozen en zoeken een nieuw tehuis, maar toch kunnen wij niet intrekken bij Bronsveld, Van de Laar of Nal. Bond van Prol. Kiezers". Wij zoeken een nieuw terrein en bouwen zelf naar eigen smaak. I'n de over eenstemming der vijf in de oproeping genoemde programpunten vinden wij onzen band, maar laten ruimte tot overigens afwijkende meeningen. Geen hand alzoo, die knellend drukt. Wij gaan dus wel samenwonen in een huis, maar houden elk onze eigen kamers; wij vinden gezelligheid en onderlingen steun in een gemeen schappelijke conversatiezaal. De ge regeld le houden algemeene vergade ringen vormen den band en geven de politieke leiding, doch slechts als advies, waarvan ail of niet opvolging geheel vrij staat; daarnaast als die naar, niet als meester, een centraal bureau, belast niet administratie, or ganisatie en propaganda. De heer Van Koetsveld sprak als zijn meening uit, dat ons volk van knellende banden niets moet hebben en dat dus de oprichting van een politiek verband, als door hem be doeld, een weldaad voor land en volk zal blijken te zijn. Wij twijfelen niel aan de oprecht heid dezer meening, maar vragen ons loch met eenige verwondering af, hoe men een solide en duurzame samen werking verwachten kan van lieden, die er welbeschouwd alleen een ge meenschappelijke conversatiezaal op nahouden. NieL slechls tegen de organisatie van Cl-H. en A.-R., maar legen de orga nisatie in 't algemeen hebben deze heeren blijkbaar bezwaar. Zij willen niet alleen geen „knel lend partij-verband", maar zelfs geen partij, met oen eigen program. Hel te ver gedreven individualisme, dal een der eigenschappen, men kan 'wel zeggen een der gebreken van ons volk is, komt hier bizonder sterk uit. Het leidt tol voortdurende afschei ding en verbrokkeling, tot versplinte ring en versnippering, om op liet „zoo veel hoofden, zooveel zinnen", uit te loopen. Dat daarvan geen kracht, althans geen duurzame kracht kan uitgaan, laat zich voelen en tasten. Zwakke plek der Ghr.-IIislorische partij was nog altijd de onvolkomen en onvoldoende organisatie. De heeren, die Le Zwolle samen kwamen, vinden, dat die organisatie reeds veel te sterk, reeds veel le bin dend is, en gaan nu op eigen kamers wonen, met tol gezelligheid en steun een gemeenschappelijke conversatie zaal I Maar wij durven nu reeds te voor spellen, dal straks nieuwe ontevre denheid zich openbaren zal, nieuwe afscheiding zich zal voordoen, nieuwe klachten zullen rijzen, en men zelfs de „gemeenschappelijke conversatie- hoogmoedige jongeling uil, terwijl hij troosten en wel bijzonderlijk aan Bal- thasar eene oprechte liefde tol zijne moeder in het binnenste op te wekken. Marianne en Josef genoten de wel daad van een verkwikkenden slaap, en niet weinig was de laatste ver wonderd, toen hij hij zijn ontwaken de zon reeds op eene zekere hoogte aan den hemel zag slaan. Nu maakte hij zijne toebereidselen lot de afreize; liet wagentje was wel des avonds van den wagenmaker ge repareerd wedergekomen, maar, naar hij verzekerde, moest het nog van platte spijkers op de wielen voorzien worden. Josef bracht liet daarom naai den smid van liet dorp. Deze zette zich terstond aan het werk en ver- zochl Josef, zoolang op eene bank naast zijne werkplaats neder te zitten. Toen kwam ook Balthasar met zijn rijpaard bij den smid; hij wilde het, voor dat hij naar de kermis reed, laten heslaan en maakte groolen haast. Aanstonds, mijnheer Balihcs, ant woordde de smid, zoodra ik hier mede klaar ben, dit zeggende wees hij op heL wagentje. Die schooierswagenriep de zaal" te benauwd en de vijf program punten te knellend zal vinden. Men is een partij, of men is hel niet. Wie altijd en 'onder alle omstan digheden vrij wil blijven, om zijn eigen zin en inzicht te volgen, zal ook den zwak sten hand te knellend vinden, om ten slotte zich geheel te rug le trekken op zijn „eigen kamer", of voorgoed „dakloos" te worden. („Gentrum") FR49IKB IJK. De verhouding der Repu- bliek lot den H. t o e 1. Er gaan in den laatsten tijd van ale kanten stemmen op, die aandringen op het wederaanknoopen der betrekkingen van Frankrijk mei den H. Stoel. De „Temps", een voornaam dagblad, had ér dezer dagen een artikel over en zoowat tegelijkertijd schreef de be kende parlementariër, graaf De Mun, een beschouwing er over in de „Echo de Paris". Nu ja, zal men zeggen, die man is een militante katholiek, geen wonder, dat hij voor de toenade ring pleit. Deze opwerping nu kan men niel maken legen den schrijver der onlangs verschenen brochure„I s een nieuw Cioncordaa! ge- w eiisc h t?" Want deze, een jong Pa- rijsch advocaat, Bezon geheeten, is eèn protestant. Om in zijn brochure goed gedocu menteerd voor den dag te komen en geen praatjes te verkoopen, heeft hij zich gewend tot meer dan 50 personen van aanzien: professoren, kamerle den, diplomalen, advocaten van aller lei religieuze en politieke belijdenis en tot hen een rondvraag gericht met het verzoek, zich uil te spreken over het nut van een overeenkomst met den H. Stoel. Allen zijn voor toenadering tot het Vaticaan en verklaren, dat het nuttig en zelfs noodzakelijk is, de betrek kingen weer aan te knoopen. Een der gewaagden, een protestant, deken der protestantsche faculteit, treedt zelfs onomwonden opi voor het herstel van het oude Concordaat. Ons dunkt, dil alles is nogal van beteekenis. Maar er is nog meer. Onlangs schreef ook liet radicale Kamerlid Francois Deloncle in de „Petit Journal" een artikel, dal op zien wekte. Deloncle bespreekt den brief van P;aus Pius X, gericht tol den üuitschen keizer bij gelegenheid van dezes 25-jarig regeeringsjubilé, waarin de Plans dank zegt voor 's kei zers woorden, dat het zijn „hoogste wensch is, het geluk zijner Roonisch- Kalholieke onderdanen le verzeke ren". i Dan vervolgt Deloncle: „Deze woor den zijn niel hoog genoeg te schatten. Hunne heleekenis is zeer grool in een tijd, waarin DuiLschland op alle landskinderen zonder onderscheid van godsdienst een beroep doet, om zicii tegen hel gevaar van bui ten te beschermen, „De woorden van dank des Pausen aan den keizer beleekenen verder een erkenning van de Duitsehe protec- toraats-poliliek over de katholieken in het Oosten. Alleen ons onzalig en dom conflict met hel Vaticaan heeft het aan Duitschland en Italië mogelijk ge maakt, om ons in het Ooslen te ver dringen". Nu moei men zeer zeker de woor den van Deloncle niet hooger aan slaan dan zij verdienen. Het zijln hoofdzakelijk slechts utiliteitsoverwe- gingen, welke hem doen treuren over Frankrijk's lanenden invloed in het Ooslen. Desniettemin wijzen zijn uit eenzettingen erop, dal zells in radi- legelijk een verachtelijken blik op Jo sef wierp, die, gelóóf ik, zal wel beter kunnen wachten! Dit woord schokte den eerlijken en voor zijne eer gevoeligen Josef niet weinig. Schooiers wagen? scheldt gij ons voor schooiers uit? hebben wij dan bij u om iets geschooid? of noem mij iemand anders, bij wien Wij' ooit ge bedeld hebben. Overvloed heb ik niel, maar bedelen doe ik niet, behoef ik ook niet te doen. Ik werk en ver dien mijn brood met mijne handen, ben niemand iets schuldig, en wat ik verteer, dat betaal ik: De smid wierp Dij deze woorden een zekeren blik van eene bijzondere beteekenis op Balthasar en lachte een weinig bij zichzelven. Balthasar beet met toorn op tjijne lippen en wilde antwoorden. Maar Josef toad hem dicht onder de oogen en mat hem mei een blik, die hem duidelijk te verstaan gaf, dat hij zich geene tweede beschimping zou lalen welgevallen, maar haai- met een voldingend ant woord op den man gevoelig afslaan zou. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1913 | | pagina 5