No. Ill
Zaterdag 20 September 1913.
Negende Jaargang.
Dit immer bestaat uit 8 bladzijden.
A A A A A verlies A A verlies van A
"eerste blad.
rneiD en
"Bi hnenland.
Abonnementsprijs p. 3 maanden voor Goes 0.75, daarbuiten f 0.95
Afzonderlijke nummers 5 cent, dubbele bladen 10 cent.
Advertentiën worden ingewacht ,op Maandag en Woensdag vóór
half drie en .Vrijdag vóór een uur 's namiddags.
ReclamebericEten 25 Ct. p. r. Bij abonnement speciale prijs.
Advertentiën van 15 regels ƒ0.50; iedere regel meer 10 Ct.
Eenzelfde advertentie 3 X geplaatst, wordt 2 X berekend.
Dienstaanbiedingen 6 regels voor 25 Ct. A contant.
De abonné's op dit blad, in het bezit der door de I f gulden bij verlies van beide I P* gulden bij
directie uitgereikte polis, zijn, overeenkomstig de A I II I handen, voeten of oogen. A BL^ I I verlies van een
daarvoor vastgestelde Verzekeringsvoorwaarden, I 11 11 I Voorts bij ongeneeselijke I 11 I hand, voet
GRATIS verzekerd tegen ongelukken voor\0 verstandsverbijstering\0 of oog
De uitkeering der bovenstaande bedragen is gewaarborgd door de „Hollandsche Algemeene Verzekerings-Bank
I gulden bij A gulden bij ff&k pi
vaneen [1 I I een Z|
duimwijsvinger.
gulden bij
verlies van
eiken anderen
vinger.
te Schiedam.
Aan hen, die zich met 1
October a.s. op ons blad abonneeren.
worden de tof dien datum verschonende
nummers jrafis toegezonden.
.O
Toen voor eenige maanden de on
lang overleden kardinaal Vives y
Tuto door een zenuwziekte werd
aangegrepen, gingen in de vrijzinnige
pers over dezen door „godsdienst
waanzin aangegrepen" kerkvorst, zoo
als zij hel noemde, allerlei „racon-
tars", waarin Vives y Tuto werd af
geschilderd ,als een dweper een fa
natieke, zij het ook begaafde, ultra-
react ionnaire prelaat, die met Merry
del Val en nog een paar ,Eminentissi-
mi" Paus Pius beheerschten. Het feit,
dat Vives y Tuto zijn Cnpucijnerpij1
droeg en alleen door den rooden cin-
gel zijn kardinaalswaardigheid naar
buiten verried, benevens de omstan
digheid, dat hij biechtvader was van
den Paus, stelden deze mededeelin-
gen in een geheimzinnig licht en leid
den tot nieuwe nog meer fantastische
ooimmuniqué's over den kardinaal-
monnik.
De dood van den eminenten kerk
vorst, nu een dag of tien geleden,
deed de praatjes opnieuw hun gang
gaan en de „Neue Ereie Presse", het
Oostenrijksche liberale orgaan, ver
telde o. a. heel gemoedelijk, dat Vives
y Tuto in liet Vaticaan de dweepzucht
had doen herleven, welke in de mid
deleeuwen in Spanje haar oorsprong
had. „Arme Paus", zal menige arge-
looze lezer, die zich dooa- dergelijke
bladen laat voorliegen pardon,
voorlichten! gezegd hebben, toen
hij die mededeeiing van de „Neue
Freie" onder de oogen kreeg.
Tegenover dergelijke fabelen en
legenden, waaraan elk redelijk mo
tief van geloofwaardigheid ontbreekt,
is het een voldoening kennis te ne
men van het oordeel dat, in ver
band met deze kwestie, een Pro-
te s t a n t s c li blad over Paus X velt,
n.l. de Fransche courant „Le Temps".
Hierin schreef Jean Carrère dezer
dagen het volgende (de vertaling ne
men wij over uit de „N. Tilb. Cirt."):
,,'tWas wel te verwachten, schrijft
hij o. a., dat in de heele Europeesche
pers bij deze gelegenheid de onver
draagzaamheid van dezen „raads
man' van den Piaus zou worden ter
sprake gebracht. In Frankrijk nog
meer dan in Italië en in vrij sterke
mate in de verder gelegen landen wil
men nu eenmaal den Paus omringd
zien door een reeks van raadgevers,
die een allernadeeligsten invloed op
hem uitoefenen en hem gedurende
heel zijn regeering hebben gedreven
tot strenge maatregelen, die hij uit
zichzelf nooit zou genomen hebben,
daar zijn gemoed goedhartig en ver
draagzaam is. Zoo heeft zich de le
gende in de wereld verspreid, dat de
P:aus is een goede herder, een braaf
boerenpastoor, die liefst met iedereen
in vrede zou leven, maar die nu ver
plicht is een grooten mond op te zet
ten en een onbuigzame houding aan
le nemen om te gehoorzamen aan de
ruwe inblazingen van zijn zwarte
raadgevers. En onder de sombere
raadslieden was Vives y Tuto de ver
schrikkelijkste.
Deze legende van den boerenpastoor
is ontslaan tegelijk met de verkiezing
van Paus Pius X naai- de meeningen
die men zich in Italië en in heel de
wereld had gevormd van den nieu
wen Paus, en toen men daden zag
die anders waren dan men dacht,
kwam men tot de conclusie, dat zij
door anderen moesten zijn ingegeven.
Men was begonnen met te zeggen,
dat de kardinaal Sapto, de patriarch
van Venetië, zich in tegenstelling met
zijn voorganger Leo XIII alleen zou
bemoeien met den godsdienst en niet
met de politiek en dat hij dus de
politiek zou overlaten aan zijn mi
nisters en raadslieden. Alsof liet mo
gelijk was, dat een Paus, hoe vroom
hij ook moge zijn, zich geheel en al
zou kunnen houden buiten de alge
meene politiek, daar toch de historie
van den Heiligen Stoel met duizenden
onverbrekelijke draden is verbondeu
aan de politiek van heel de wereld!
Maar dit kwam er niet op aan. De
menigte redeneert niet. En de pers,
wie het dikwijls te doen is om de
nieuwsgierigheid van de groote me
nigte te bevredigen, redeneert meer
malen evenmin.
Reeds het eerste optreden in 't open
baar van Paus Pius X gaf tot deze
verhalen aanleiding. Men verwachtte
dat de goede vrome Plaus wel op het
balkon zou komen 0111 het volk te
zegenen. Toen hij niet op 't balkon
kwam, werd er onmiddellijk verteld,
dat hij 't had willen doen, maai1 dat
zijn raadslieden het hadden belet en
dat de kardinaal-kamerling Oregli di
San Stefano hem bij den arm had
vastgegrepen en in naam van al zijn
collega's den P;aus binnen de basiliek
had gehouden. Er was natuurlijk niets
van waar en de meest getrouwe histo
rieschrijver van het Conclave, kardi
naal Mathieu, heeft in een brochure,
die dadelijk na de plechtigheid ver
scheen, al die dwaasheden tot niets
teruggebracht.
'tEeit dat de Paus tot zijn secreta
ris koos een jeugdig prelaat, mgr. Mer
ry del Val, toevallig uit Spanje af
komstig, en er ook te Rome was een
Spaansclie kardinaal, Vives y Tuto,
gaf aanleiding tot de meening, dat
deze beide mannen, gekomen uit het
land der inquisitie en der autodafés,
de politiek in duistere wegen leidden.
Carrère maakte nog melding van
een dwaas verhaal, volgens 'twelk de
Paus na de ramp van Messina der
waarts had willen gaan, maar door
zijn omgeving, ter wille van de tra
ditie, is weerhouden. Het was weer
als van ouds, de Paus wilde het
goede, maar zijn raadsleden beletten
het. i
,,'t Zij mij veroorloofd te zeggen, ver
volgt Carrère, dat de waarheid juist
het tegenovergestelde leert. Als het
oogenblik is gekomen om onpartijdig
de geschiedenis te schrijven van de
regeering van Paus Pius X, zal men
bespeuren, dat de zoogenaamde boe
renpastoor, integendeel een der krach
tigste, een der meest energieke, in
één woord een der meest autoritaire
personen is, die de Kerk ooit heeft
gehad.
Er is tijdens het pontificaat van
dezen Paus op het Vaticaan geen
enkel oogenblik strijd gevoerd tus-
schen het liberaal en het onverdraag
baar element, om de eenvoudige re
den, dat de Paus nooit den invloed
van een persoon heeft ondergaan en
dat hij aan geen mensch veroorlooft
hem te leiden of voor te gaan.
Of hij het schip van St. Pieter goed
of verkeerd heeft bestuurd zal de ge
schiedenis zeggen. Maar zeker is het,
dat hij en hij alleen het roer heeft
gevoerd. Als hij nu en dan den in
druk heeft gemaakt van onverdraag
zaam te zijn, dan is dit niet geschied
om te voldoen aan de eischen of wen-
schen van zijn omgeving, maar om
te voldoen aan het beginsel van zijn
regeering „omnia inslaurare in Ghris-
to". En diezelfde geschiedenis zal lee-
ren, dat hij niet geleid werd, maar
dat hij aan zijn omgeving die strenge
maatregelen voorschreef, die men aan
zijn „drijven" toeschreef; om kort te
gaan, alles wat in het Vaticaan is
geschied sedert de laatste 10 jaar, is
door Pius X gedaan en gewild, 'tzij
goede of kwade maatregelen. Men kan
zijn werk waardeeren, men kan het
afkeuren, maar als men hem goed
kent, kan men aan Pirns Pius X niet
weigeren een oprechle bewondering
voor de schoonheid en fierheid van
zijn karakter. Daarop lettende, weet
men, wat men heeft te denken van
dc legende der verschrikkelijke
raadgevers. De kardinaal Vives y
Tuto, die ais een dezer beschouwd
werd, vervulde dus niet de rol die
men hem wilde toebedeelen. Mede
werker vol toewijding en onderwor
pen aan den H. Stoel, heeft hij als alle
anderen zijn taak vervuld zoo goed
het hem mogelijk was, op de plaats
door hem ingenomen.
Zijn dood zal niels veranderen in
de gedragslijn van het Vaticaan, want
Pius X is er altijd alleen de meester
in geweest en zal het blijven.
Aldus de lieer Garère in de
„Temps". Wij hebben zijin woorden
aangehaald, niet alsof van Katholieke
zijde niet beter en vollediger oyer Pius
Pius X en diens kardinalen zou kun
nen worden geschreven, maar om
aan te toonen hoe eerlijke, objectieve
beoordeeling, zij het ook van iemand
die niet tot de Katholieke Kerk be
hoort, zich verhoudt tot de fantasti
sche verzinsels eener z.g. vrijzinnige
pers. Een verhouding als van waar
heid tot verdichting.
KOLONIËN.
Onze Missionarissen en hun Beschavingswerk.
„Met groole toewijding en
zelfopoffering".
Zóó worden in het officieele verslag
over Ned.-Indië aan de Staten-Gene-
raal de werkzaamheden aangeduid
der Paters en Broeders-Missionaris
sen, die in de assistent-residentie van
Zuid-Nieuw-Guinea aan de verdier
lijkte Kaja-Kaja's beschaving en
godsdienst brengen.
Wie de „Annalen" of de „Almanak",
uitgegeven door de Missionarissen van
het H. Hart te Tilburg, kent en
wij hopen dat het onder onze lezers
velen zullen zijn weet, dat die
lof niet overdreven is. Er wordt door
die verstorven Paters en Broeders
onder de meest diep gezonken kop
pensnellers van onze Oost een be
schavingswerk geleverd, van welks
moeilijkheid en ondankbaarheid wij1,
vertroeteld door de gemakken van het
moderne leven, ons amper een vaag
begrip kunnen vormen.
Beschavingswerk, want aan bekee-
ringswerk valt onder zulk een be
volking, die van de alleronderste
trappen van een menschelijk beslaan,
van beschaving, van zedelijkheid moet
worden opgetrokken, nauwelijks te
denken.
En die pioniers, die het werk ver
richten wat Nederland, wat de Chris
telijke Staat moest doen, die aan bijna
alles gebrek hebben, die week aan
week naar hun Oversten smeekbeden
sturen, om nieuwe hulpkrachten, om
hun taak aan te vullen, welke ech
ter moeten worden geweigerd uit geld
gebrek, met het oog op de volkomen
onmogelijkheid om het levensonder
houd dier krachten te verzekeren, die
pioniers krijgen voor hun zoo zwa-
ren en zoo belangrijken arbeid, dien
ze vrijwillig op zich hebben genomen,
omdat Nederland aan dien plicht le
kort schoot, geen halve cent toelage.
Van de honderden lintjes en medail
les, waarmede nog zoo juist onder
bekende en onbekende grootheden is
rondgestrooid, kon geen enkele over
schieten voor die mannen, die „met
groote toewijding en zelfopoffering"
Nederlandsche ideeën, Nederlandsche
beschaving trachten te doen doordrin
gen in de meest onbeschaafde, meest
achterlijke streken van ons koloniaal
gebied.
Katholieke Nederlanders, toont gij
ten minste door uw steun, dat gij
dien zwaren arbeid, met zooveel toe
wijding en zelfopoffering verricht,
weet le waardeeren. Uw stem zal
de Nederlandsche Missionarissen aan
moedigen, om niellegenstaande tegen
slag en miskenning, met denzelfden
ijver voort te gaan. („Gelderl.")
Eerste Kamer.
Het gewijzigde ontwerp-Adres van
Antwoord op de Troonrede luidt als
volgt:
Mevrouw
1. De Eerste Kamer der Staten-
Generaal waardeert dankbaar het
voorrecht, dat zij Uwe Majesteit, ver
gezeld van Zijne Koninklijke Hoog
heid den Prins der Nederlanden, we
derom in het midden van de Volksver
tegenwoordiging heeft mogen zien, ter
opening van de gewone zitting der
Staten-Generaal, in dit jubeljaar van
Neerlands' onafhankelijkheid.
2. Aangenaam was het ons van Uwe
Majesteit té vernemen, dat de betrek
kingen met de andere mogendheden
in het afgeloopen jaar weder van even
vriendschappelijken aard waren als
in het vorige.
3. Wij zijn Uwe Majesteit erken
telijk voor de belangrijke mededee-
lingen ons gedaan omtrent den alge-
meenen toestand des Lands en der
Overzeesche gewesten.
4. Met belangstelling vernamen wij,
dat gewichtige voorstelling den Sta-
ten-Generaal ter overweging zullen
worden aangeboden.
Van harte stemmen wij in met den
wensch van Uwe Majesteit, dat Gods
zegen op onzen arbeid moge rusten.
Nader meldt men:
De Eerste Kamer heeft dit con
cept ongewijzigd goedgekeurd.
De Opening der Staten-Generaal
Iemand, die bij de opening der
Staten-Generaal tegenwoordig was,
geeft zijn indrukken van die plechtig
heid in „De Tijd" aldus weer:
't Was lang rumoerig geweest be
neden in de zaal en ook de overbe
volkte tribunes was een drukke con
versatie. De zon van dezen heerlijken
herfstdag goudglansde vroolijk naar
binnen door de lijkkleurige venslers
en zette alles in een geschitter van
veel goud en zilver der galakleedin-
gen. Binnen de enceinte om den Ko
ninklijken Lroon en den voorzilters-
zetel, waarop plechtig de grijze
generaal baron Schimmelpenninck
troonde, was het wat eentonig. De
zwarte pakken der Kamerleden met
de gouden „latten" langs de broeks
pijpen en de gouden belegsels op
kraag en mouwen, toonden weinig
nuanceering. De meeste dezer heeren
dragen hun mooie uitmonstering ook
zonder eenige elegance, sommigen
staat zij bepaald slecht. Eerst later,
tegen één uur, kwam er wat afwis
seling in, doordat de Ministers met
huil witte pantalons, twee hunner in
militaire uniform, en nog later, de
Raad van State met zijn veie decora
ties ook „en corps" binnen
kwamen.
Maar builen de luchtige eikenhou
ten afsluiting van het heilige der hei
ligen, was meer kleurengewemel,
Niels evenaart toch het bonte aspect
van het „corps diplomatique", en de
talrijke dames met haar modieuse,
coquette, vroege najaarscoslumes ga
ven aan het geheel een groole be
koorlijkheid.
Welk weder zullen wij hebben
Verwachting tot den avond van 20 Sept.
Meest zwakke zuidwestelijke wind. Nevelig
tot zwaarbewolkt. Mogelijk eenige regen.
Weinig verandering van temperatuur.
Ieder jaar opnieuw zien we deze
plechtigheid mocht het, wij ston
den onze benijde plaats op de pers-
tribunë gaarne eens af aan een of
anderen huitenslaanden en hunkeren
den nieuwsgierige en ieder jaar
weer staren we met genoegen naar
het bonte gewemel beneden ons.
'tWas, als gezegd, lang rumoerig
geweest, maar tegelijk met den zil
veren klank van het klokje in het
Noord-Westelijke torentje, dat écu uur
sloeg, en tegelijk met liet eerste kanon
schot, van verre af door de dikke
muren trillend, sloeg ook de president
op zijn lessenaar. Ieder nam nu zijn
plaals in en spoedig was het stil.
De griffier der Eerste Kamer las met
luider stemme het Koninklijk Besluit
voor waarbij baron Schimmelpen
ninck opnieuw met hel presidium
werd bekleed. Eli nog stiller, intens
stil, hoorbaar stil, werd het in de
aloude ridderzaal, toen trompetsignaal
en daarna „Het Wilhelmus" ons kond
deden, dat Hare Majesteit met Haren
sprookjesstoet voor hel hooge bordes
was voorgereden. Even knarsten de
zware deuren, breede lichtbundel viel
vreemd naar binnen en daarop riep
de Opperceremoniemeester, scheu
rend in tweeën de atmosfeer van
stilte: „Hare Majesteit".
Voorafgegaan door tal van dignita
rissen schreed de Draagster onzer
Dynastie naar binnen, Haar Gemaal
in generaals-uniforni naast Haar. Zij
zelve was zeer „a la mode" gekleed.
Diepblauw satijnen robe, waarover
een kort wit kanten overkleed, het
lint van den „Nederlandschen
Leeuw" schuin over de borst. Een
coquet hoedje, blauw fluweelen toque
met recht opstaande blauwe veer, af
gezet met platte wit kanten band. Het
geheel kleedde Hare Majesteit zeld
zaam goed en chic.
Nu las Hare mooie, overal door
dringende stem, goed verstaanbaar, de
lange Troonrede.
„Het verheugt Mij weder in uw mid
den te zijn". En zij las al de beloften
en wenschen, welke de Coucentratie-
regeering in voelbare zelfoverschat
ting aan het Nederlandsche volk
doet.
Het verheugde ons, Hare Majesteit
zoo bloeiend gezond en jeugdig, zinne
beeld onzer nationale eenheid, te zien
te midden der zoo scherp tegenover
elkaar staande partijen, nu althans
één oogenblik in eendracht vereend
om Haren troon, zwijgend.
Maar nauwelijks waren de kreten
,„Leve Hare Majesteit" weggestorven
legen de zwijgende bruine eiken bal
ken van hel hooge dak, waar de sa
ters en narrekopjes vreemd lachend
grijnsden, of wij dachtenwat zal van
al de aangekondigde wetsontwerpen
terecht komen'?
Eerste Kamer-Vacature in Overijssel
Naar de „Maasbode" verneemt, zijn de
rechtsche groepen der Provinciale Staten
van Overijssel voornemens ter voor
ziening in de vacature van een lid dei-
Eerste Kamer voor die provincie, ont
staan door de ontslagname van AR-.
11. Barge, candidaat te stellen Mr.
M. J. C. M. Kolkman, oud-Minister;
van Financiën. De aanvulling van
deze vacature zal vermoedelijk reeds
plaats hebben in de vergadering hel
staten van Overijssel op Dinsdag 7
October a.s.
Inmiddels melden de bladen, dat mr.
Kolkman voor deze vacature niet in
aanmerking wenscht te komen.