ervrutiiteo,
Nouveautés
AZir.it,
1EKREB - SOES.
ilkraam
Ijvinti' te huren
No. 99
TWEEDE BLAD NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT
Zaterdag 23 Aug. 1913.
Het Vierde
Ibolzaur, Garbol-
lrbolblokken,
Vliegenvangers,
Bruine Teer,
Molteer,
in alle kleuren,
Jatte Verfwaren
enz
Mandoline's
Harmonika's
is en Ocarino's
Snaren en Qnderdeelen.
RIKZEE,
Gemengd Nieuws.
het Waterschap „de
BEWESTEN IERSEKE,
lie rekening over het
ïl3 tot en met 26
page ligt ten kantore
(••Griffier te Goes en
tegen betaling der
Izijn.
(nis gegeven, dat een
(ing van ingelanden
(en op Woensdag 27
Iddags te een uur in
1 Prins van Oranje te
Hz., Dijkgraaf.
ÏREEKE Wd.,
Ontvanger-Griffier.
m Ceintuurs in
(Lak- en Wildleer.
teintuur-elastiek.
[Ceintuur-gespen.
Kanten kragen.
Afgepaste Plissé's
en per el.
zeer nieuw, solied,
concurreerend.
.BE - GOES.
boomgaard te 's-Heer
Ijetten in te leveren
Vugustus, tot 's middags
li Café „Boudeling".
fj B. BOONMAN, Land-
Lr Arendskerke.
IJZER, Tandarts,
jg, Dam N. Z. 12
(daj te GOES te con-
huize van W. G. v-
LiD, Lange Kerkstraat
i/s uur.
groote sorteering. 3
bezooijeh
van
eëerden begunstigers be-
•it zijne van ouds bekende
de VLASMARKT te GOES.
O ND AGS wordt
jobakken.
oofd een nette en civiele
ing-
Een moderne Salomo! '[Ge
schiedde dezer dagen, dal een inwo
ner van Amsterdam, die verhuisd was
biji aankomst in de nieuwe woning
zijn hond miste.
'Wat men deed, waar men zocht,
Fanny was weg en bleef weg.
Groot was de verbazing van den
man, toen hij op een wandeling plot
seling tegenover zijn vermisten Fanny
stond, door een meisje aan een touw
vastgehouden.
Dat is mijn bondzei de recht
matige eigenaar tegen hel meisje.
Kan je begrijpen, we hebben 'm
al meer dan twee jaar!
Met alle kenleekian van vriend
schap sprong Fanny legen zijn vroe-
geren baas op, maar hem afgeven
wilde hel meisje niet, en de onver
mijdelijk volgende woordenwisseling
lokte spoedig voorbijgangers, waar
onder enkele buurtbewoners, die ver
zekerden, dat de hond, toen deze pas
in zijn tegenwoordig domicilie was
beland, de eerste dagen erbarmelijk
had gejankt, ja, men beweerde zeli's.
dal de jongejuffrouw reeds meer der
gelijke praktijken had aan de hand
gehad.
Fen inmiddels ten looneele versche
nen politieagent wist, niet beter te
doen dan heer, meisje en hond naar
liet bureau te brengen.
Daar besliste op echt practische
wijze do aanwezige chef, wien de
hond zou toebehooren, door I-'anny
zelfs le laten beslissen:
Rechtmatige eigenaar en onrecht
matige eigenares plaatsten zich ieder
in een hoek van het vertrek en de
politiedienaar, in hel midden, liet
Fanny los, waarna deze met onmis
kenbare teekenen van gehechtheid op
zijn baas toesprong, die zoo weder in
het bezit kwam van zijn Fanny, ter
wijl de jongejuffrouw, hoewel volhou
dende, dal ze 'm al meer dan twee
jaar hadden, met een sehrobbecring
en tien raad iels dergelijks niet uil te
halen op straffe van met den straf
rechter in aanmerking le komen, kon
heengaan. (R. N.)
Uil het leven van een c i r-
c us rij der. Het „Utrechlscih Dag
blad"' vermeldt de navolgende treurige
geschiedenis:
Zaterdagavond meldde zieti op: het
hoofdbureau van politie te Utrecht
een zwerver aan, voor wien onder
zoek naar zijn geestvermogens ge-
wenscht werd geoordeeld.
Hij is ongveer 10 jaar oud, en zoo
op 'l oog een flinke vent. Zaterdag
avond kwam hij uit eigen beweging
aan iiet hoofdbureau van politie op
de Ganzenmarkt en vroeg er den
diensldoenden inspecteur te mogen
spreken. De mam was geheel nor
maal en werd dus bij den politie
ambtenaar binnengelaten, aan wien
hij meedeelde iemand le zijn, die dik
wijls last lieefl van verstandsverbijste
ring, vlagen, die hij zeil' voelt aan
komen, en met hel oog waarop hij
zich dan bij de politie aanmeldt om
verpleging. Zoo'n aanval voelde hij
ook Zaterdagavond naderen en daar
om kwam hij intijds geneeskundige
hulp inroepen. De man was op dat
oogenbLik echter nog volkomen kalm
en gewoon en vertelde den inspecteur
een en ander van zijn leven.
Van huis uit was hij clown in een
paardenspel, waar hij ook dikwijls als
belijder optrad. Jarenlang had hij als
zoodanig dienst gedaan; iiij was dan
ook bij vele circus-directe uren in be
trekking geweest, hier te lande ook
nog bij Carré. Het personeel van deze
ondernemingen wissell echter gesta
dig en zoo had hij heel wal van de
wereld gezien, en heel wat van tiet
circus-leven medegemaakt, de toej ui
gingen van liet publiek, in hel open
9)
Bij1 deze woorden loosde de waardin
een diepen zucht en vroeg toen verder
Was Josef uw eenig land?
'Ja hiji was het eenige dat mij van
mijne vier kinderen overgebleven was,
antwoordde Marianne. Gij! kunt denken,
hoeveel ik daarom van hém hield; want,
na don dood van mijn man, had ik' op
de geheele wijde wereld niemand dan
hem. Niet zelden was ik om zijiienlwil
zeer bang. Dan riep mij dikwijls in mijn
binnenste eene slem toeDat is het eenige
ikind, dat gij 'bezit! hoe schrikkelijk zou
het zijn, hoe vreeselijk eene verantwoor
ding voor u indien dit eenig kind door
uwe schuld bedorven werd 1 Andere
ouders hebben vier, zes en meer kinder
ren, en zijn verplicht hen alle goed en
behoorlijk op te voeden en gij' hebt
uit eene alleen wat uw hemel en ook
uwe hel kan worden, ja, zal worden naaiv
dat gij als moeder het opvoedt.
baar, en de geweldige inspanning en
zware vermoeienis om de toeren te
loeren, waarmede men 's avonds bij
de voorstellingen 't succes moest be
halen. Maar van dit laalste weel de
menigte, die in den curcus de optre
denden bejubelt, niemendal af.
En dal leven, mijnheer, zoo deelde
deze zwerver den ambtenaar mede,
is buitengewoon moeilijk; liet applaus,
dat 's avonds door de tent davert,
wordt te duur gekocht. i
Indertijd moest ik, slaande op een
in snellen draf ronddravend paard,
een occarimo bespelen en daarop de
een of andere melodie zoo onberispe
lijk mogelijk voordragen als zal ik op
m'n gemak op een stoel te spelen.
Die loer vereischte meer dan men
zoo oogenscliijnlijk zou denken, maai
de lioop op stormachtige bijvalsbetui
gingen van 't publiek deed jihj altoos
alle krachten bijzetten, O, dal ap
plaus, die toejuichingen. Ze zijn den
circus-kunstenaar alles
Op een avond, dat ik den sprong
zou maken op het galoppeerende
paard verloor ik mijn evenwicht en
ik viel, blesseerde mijn wervelkolom!
ik werd voor het vak ongeschild, kon
niet meer rijden, niet meer springen,
m'n beste toeren niet meer doen en
voor clown alleen was geen emploov,
je moest er altoos paardrijden bij kun
nen doen. Maar wal nog erger was,
ik kreeg lasl van vervolgingswaanzin,
die zich bij mij af en toe openbaart
en zoo werd liet moeielijk m'n kost
le verdienen. Ik ben nu en dan al
eens verpleegd geweest, maar doordat
ik niet geregeld patiënt ben en tijden
ken van volmaakt in-orde-zijn, werd
ik dan weer uit die inrichtingen onl-
slagen. Maar komen nu en dan de
vlagen terug, zooals nu, dan meld ik
mij weer aan.
De man vertelde dit alles heel ge
woon. Hij kon, zoo ging hij voort ver
schillende instrumenten bespelen;
fluit, clarinet, en occarino. Hij droeg
die allijd bij zich. En werkelijk haal
de hij' een fluit uil zijn zak en be
gon tc spelen. Itij speelde zeer goed
en hoogst gevoelvolspeelde liet Ave
Maria van Gounod en nog meer! Dal
spelen was z'n troost herinnerde hein
vroegere dagen.
Hoe kwam hij nu zoo in Utrecht
verzeild?
Aangetrokken door den circus Si-
doli op liet Vreeburg, waarvan Hij
gehoord en gelezen had. Het paar
denspel trekt 'm nog altoos; trekt
iedereen, die er eens Hij is geweest,
trekt onweerstaanbaar, zoodat je er
naar toe moet gaan. Je moet liet weer
zien, circuslcnl met menschen en met
paarden, de clownerie en de acro
baten, je moet die atmosfeer weer
romdoui je voelen, de manege zien,
maar bovenal hel applaus weer hoo-
ren, de toejuichingen, het handgeklap
van al die rangen, als alle Loeren
gelukl zijn en de bedienden klaar
staan om de paarden op le vangen.
En zoo was hij te Utrecht in den
circus gewccsl den geheelen avond.
Maar toen de voorstelling afgeloo-
pen was en de tent leegstroomde, toen
liet verleden weer bij 'm opkwam,
hoe hel vroeger was en hoe nu, toen
had hij meteen gevoeld, dat z'n hoofd
dit alles weer niet verdragen kon en
Hij was naar de politie gegaaii voor
opname.
Enkele uren later had de man een
geduchlen aanval le doorstaan. IIij
waande zich achtervolgd door vroe
gere circusdirecteuren en was in die
mate z'n verstandelijke vermogens
kwijl, dat men op het politiebureau
de grootste moeite had om den armen
kerel in bedwang te houden.
Hij zal naar Medembtik worden ge
bracht. (Utr. Dagbl.)
Brand in Lau lierstraat te
Amsterdam. Men meldt ons uit
AmsterdamDinsdagavond ongeveer
Gij hebt gelijk, Marianne, den he
mel en de hel kunnen de kinderen hunne
ouders aanbrengen, zeidö de waardin met
een geprangd hart.
Ik was alzoo angstig bezorgd, om
dat Josef mijh eenig kind was. Veelal
mislukt een eenig kind, meestal wordt
liet door vader en moeder vertroeteld.
Mijne zorgen en angsten werden nog groo?
ter, toen zijn vader stierf; nu moest ik
alleen, geheel bijeen den last der op
voeding dragen: want de voogd dien zij'
mij gaven, bekommerde zich om de w-et
duwe en om het weesje niet in het min
ste. Toen lag ik dikwijls voor God op
de knieën en had Hem om zijnen ze
gen voor het gelukj van mSjhen Josef
naar ziel en lichaam, en ik' smeekte den
goeden God, dat Hij mij de nooldige kracht
en sterkte geliefdle te geven, om. iedere
ondeugd in mijn kind standvastig te be
strijden en aan mijne liefde hieit wane licht
le geven, opdat ik voor de gebreken Van
mijn Josef niet blind werd. lederen dag,
dien .God mij schonk, legde ik mijn Jo
sef in liet moederhart van Maria en in
de armen van zijn engelbewaarder lei)
bescherming neder. Ilo.e nauwlettend
waakte ik toen niet op al mijne woor-
kwart na tien bemerkten de bewoners
der Lauiier,straat bij de Baangracht,
dal er brand was uitgebroken op een
bovenwoning van een der armoedige
huizen, waarvan deze slraat zoo vele
telt. 'tVuur bleek le woeden op een
zolderkamertje, bewoond door een
halfsuffe vrouw in de buurt bekend
als „Pietje". Onmiddellijk begaven
zich eenige mannen naar hoven, waar
ze de vrouw op een reeds brandende
matras vonden liggen. De arme oude
was slecht ter been en kon zich dus
niet zelve redden. Ook haar kleeren
bleken reeds vlam gevat te hebben,
zoodat haar lichaam niet brandwon
den overdekt was. Men bracht haar
naar beneden, waarna zij per auLo-
brancard naar hel Wiilhelmina-gast-
huis vervoerd werd. De inmiddels lei-
plaatse verschenen brandweer was
het vuur dadelijk .meester en had dus
slechts een onderzoek naar de oor
zaak van den brand in le stellen.
Waarschijnlijk had de vrouw, die se
dert dal haar man voor eeuige maan
den plotseling doodgebleven was, ge
heel versuft was, zicli pp een op een
kist liggende matras le slapen gelegd
en had daarbij een olielampje om-
geslooten, waardoor de matras en
haar kleeren in brand waren geraakt.
Het geval verwekte natuurlijk Heel
wat consternatie in deze volkrijke
Jord aaiische bunrt.
F e n s to o m s c h i p v or g a a n.
Volgens een telegram uil Juno in Alas
ka is liet stoomschip: „State of Cali
fornia'' Zondagmorgen in de Gambier-
haai vergaan. 25 passagiers en 27 le
den der equipage zouden zijn ver
dronken.
Het stoomschip slootte in volle
vaart op een klip en zonk onmid
dellijk. Verscheiden epassagiers le
klas konden zelfs niet meer gewekt
worden. De kapitein en 40 man kon
den zich op vlotten redden. De mail,
die het schip aan boord had, ging
verloren.
M oord in een kazer n e. Kapi
tein Eisenkolb, van de Maria Hilf-
kazerne le Weenen, weigerde Maan
dag aan zijn oppasser, Jankubóvitsj
genaamd, verlof om uit te gaan. Deze
was daar woedend over e.n begat zicli
's namiddags naar een bierkroeg nabij
de kazerne, waar hij reeds verzeker
de, dal men binnen een half uur meer
zou hooren. Hij ging naar de kazerne
en nam een revolver uit de kamer
van zijn kapitein, vervolgens sliet hij
de deur van het vertrek open, waar
zich de kapitein met zijin verloofde
en haar moeder, de beide gravinnen
Bolza, bevonden. Jankubóvitsj schoot
op den kapitein en verwondde hem
doodelijk. De kapitein schoot terug en
kwetste zijn oppasser, die nu driemaal
achter elkaar op de verloofde van zijn
kapitein schoot, die zwaar gewand in
een zonk. De kapitein is kort daarop
aan de bekomen wonden overleden.
Men beschouwt den moord als een
wraakneming.
S c li o o 1 s c,h i p k a d e t L e n 1> ij
d e n 1' a u s.
„Het zijn helaas! niet onze Belgi
sche kadèllen, die zulks zouden mo
gen doen", schrijft liet „Handelsblad
van Anl werpen", „want men moet on
zijdig, dal wit zeggen, onverscliillg,
ook wel eens ongodsdienstig schijnen,
dat stookt geen ruzie! Slechte gazet
ten mag iedereen ten loon spreiden,
voor zedelooze schilderijen mag men
in Gent een paleis bouwen, maar een
Roozenkrans toonen, een kruis ma
ken op den trein of voor het eten,
foeidal verwekt ruzie.
„Elders denkt men er ander over.
„Zoo de kadetten van 'tAmeri-
kaansch scbootschip „Rangcr" (Zee
zwerver) trokken in gelid de ont-
vangstkoer van San Damasu binnen
den en werken, opdat hij niets, wat kwaad
was, van mij hoorde, of zag! Dikwijls
bad ik tot God. lieer, neem h,em
liever van mij weg, liever, dan dat hij
het ongeluk zou hebben, in een zware
zonde te vallen en U te beleedigen, of
sluit mij de oogen toe, liever, dan dat
ik zoodanig een verdriet zou moeten be
leven I
JDe waardin echter liet vol hartzeer
het hoofd zinken, en verborg haar aan
gezicht met hare heide handen; groote
droppelen vloeiden er tusschen hare vin
geren naar heneden. Zekér woord van
Marianne had haar getroffen en gewond.
Op dit oogenblik kwam er een bejaarde
hoer binnen en riep de waardin. Zoodra
zij hem zag, stond zij1 dadelijk en met
blijkbare ongerustheid op en ging met
he,m in de naast aangelegen kiamer,
Niikpiaas, dus ving zij, niet eene
angstige spanning in het gemoed en in
de o ogen aan, brengt gijl mij eene
goede Lijding
Ongelukkig, neen, was liet antwoord,
- uw vader zegt, dat hij u geen geld
meer kan en ook niet wil geven, om
dat het 'toch allemaal maar als drinlc-
of speelgeld in de handen van BaJthasar
den 20 Juli, en werden er geestdriftig
begroet en verwelkomd. De Zwitser-
sclie wachten antwoordden hun mei
mililairé eer, en de kadetien kregen
een bijlzonderc goede plaats, recht over
het balkon.
„De komst van den Paus werd door
xnenschenzee knielde en het muziek
Lroinpelgeschal aangekondigd, dc
speelde het pauselijk lied, waarna dc
kadetten losbarstten in een harlelij'ken
„cheer" of gejuich. AchWal zou
den onze Belgische kadetten er deugd
van gehad hebbenmaar dal is geen
spek voor onzen katholieken bekda's
maar goed voor protestanten van 't
grooL AmerikaBelgië is te klein
„De pauselijke gcheimscihrijvcr, car-
dinaal Merry del Val, was aanwezig
in de aanpalende Raphaët-Loggia, en
de zusters en de nicht van den Paus
zagen het van uit een ander hoeksteen.
„Als al die kloppende harten haar
stemmen hadden stille doen zwijgen,
dan deed Zijne Heiligheid een korte
aanspraak, waarin hij jederecn aan
wakkerde om kloekmoedig het chris
telijk leven in handel en wandel door
le drijven, en moedigdip de vurigkij-
kende kadetten aan om goed God en
't vaderland ie dienen. Daarna gat
Zijne Heiligheid den pauselijken ze
gen. Gij kunt denken wal er losbrak
toen de jonge zeerobben vernamen,
dal de Paus aan hen gedacht had.
„Kwamen onze Relgisclie kadetten
in 'l Vatikaan, wat piluiniken zouden
zij er niet meedragen, nooit le verge
len
„Toen zij vertrokken, weer in ge
lid, op stap, fier als haantjes, werden
zij1 door de omstaanders luidruchtig
groei, en sommige Italianen riepen:
„Viva America!"
„Soldaten of matrozen, omdat zij
mannen zijin, helden, altijd gereed
voor '1 gevaar, doen diepen indruk
als zij hun knie voor God buigen.
„In 'l kamp van Beverloo zijn er
tegenwoordig voor den tijd van twee
maanden, 20,000 soldaten, zonder mid
del van aan hunne godsdienstige ge
voelens luclil Le geven, want zij zijn
er zonder priesters-aalmoezeniers.
Wal zijn twee aalmoezeniers, aan '1
kamp vasl ja, maar die daarnevens,
Leopoldsburg, een dorp van drie dui
zend zielen, Le bestieren hebben?
„Onze soldaten, onze broeders heb
ben daar meesters voor allé vakken,
loopeu er hel meest gevaar, en de
priesters ontbreken. Een prolestantscli
land, als Amerika ot Engeland, of
DuiLschland of Holland duldt zulke
onzijdige, onverschillige ongodsdien
stigheid niet.
„La, ou Dieu est tué zegt Téqui
it n'y a plus d'impéralif! Neem
God weg; en weg is ook 't recht op
bevel
Ee u wond e r va n moderne
scheepstechniek mag de „Im
perator wórden genoemd, het nieuw
ste schip der Hamburg-Amerikalijn.
Dit schip, zoo schrijft liet „N. v. d.
D.", liet 50000 tonnen metende vier-
schroef-lurbiiie-sloQmscliip „Impera
tor' is thans het grootste schip dei-
wereld.
Op zijn eerste reis naar New-York
en terug heeft het bijzonder goed vol
daan. In liet bijzonder werd de uiterst
rustige gang geroemd, want ondanks
de machtige krachtsontwikkeling van
62,000 Pk. was geen schudden of dreu
nen te vernemen. Ook liet somtijds
zoo lastige rollen en stampen was niet
te bespeuren, dank zij de „slinger-
tanks' waarmede liet schip uitgerust
is. Hierdoor heeft zoo goed als geen
enkel der passagiers, hoewel het schip
somtijds met slecht weder Le kampen
had, last van de gevreesde zeeziekte
ondervonden.
Verbazing wekken de zonder voor
beeld zijnde ruimten en de doeLinalige
inrichting der kajuiten, die menige
kamer aan liet vasteland in een eerste
komt, en tot niets anders dient dan om
dien jongen nog meer te bederven.
O lieve God! hebt gij hem ook
gezegd, dat, indien ik dat geld niet kan
betalen, morgen het gerecht mij aantast
en de drie beste Koeien uit mijn stal
verkoopt?
Ik 'heb hem alles gezegd, maar bot
hielp niets. Gij zoudt, dus sprak hij, liét
geld met schepelen Kunnen meten, en in
plaats van schuld te hebben, rijk kunnen
zijn, zóo ;goed wias uwe hofstede, zoo
winstgevend uwe herberg. Maar al waren
nu uwe inkomsten tienmaal grooter, die
dolle Balthasar zou or toch alles door
brengen en binnen een jaar zou toch uw
boel moeien verkoeld worden.
Ach, ja, KJaagde de waardin,
hij heeft gelijk'; ais Balthasar zoo voort
gaat, dan wordt zoo zeker binnen een!
jaar tijds de hofstede en de herberg ver
kocht, als morgen de koeien.
En zij begon bitterlijk te weenen,
Nik'olaas zag haar met deernis aan en
zeide: Gijl hebt BaJthasar te veel toe
gegeven en nu is de jongen n over hot
hoofd gewassen. Gij hebt de roede ge
spaard. Maar zoo ver, dat de boel zou
moeten verkócht worden, neen, zoo ver.
klasse hotel overtreffen. Een opgewekt
leven heers elite aan boord. De prome
nade-dekken. van vijf lot zeven meter
breed, zijn deels open, deels met
schuiframen voorzien, welke deze
dekken beschuiten bij! ruw weder.
Wiie hel dan ook mocht gaan vervelen,
kan zich in de turnzaal of liet zwem
bad gaan ontspannen. Het laatste
heeft voortdurend een zeei- druk be
zoek gehad. In dit zwembad zijn
meermalen .sport foes ten gehouden,
waarbij men wedstrijden georgani
seerd heeft in estafette-zwemmen, po-
lospelen, ringspringen. Men vergat bij
die zwemfeesten dal pien .aan lioord
van een stoomschip w.as.
De speelplaats der kinderen ,is op
het promenade-dek A, waar de jeugd
in groote kisten piet zand kan spelen
als aan liet strand pp een badplaats.
In den wintertuin gebruikten de pas
sagiers des namiddags hun five
o'clock lea, onder hel genot van de
muziek der sclieepskapel, en wie rust
prefereerde kon in de gezelschapszaal
verpoozing zoeken. In dit salon kwa
men des avonds na liet diner meer
malen 700 bezoekers bijeen. Het Rilz
Garllon-hotel-restaurant, dat in ver
binding mei den wintertuin slaat,
maakte een buitengewoon rij,ken in
druk, en 'l was er in den regel druk
en gezellig mei gezelschappen, die
aan aparte tafeltjes dineerden. De
feesl- en balzaal spant de kroon en
maakt een verrassenden indruk door
tiaar groote afmetingen vail 22i,j M.
lengte, 17 AI. breedte en 6 Ai. hoogte.
Hel plafond is door een kunstenaars
hand geschilderd, de wanden zijn met
kostbare antieke gobelins behangen.
In deze zaal verzamelden de passa
giers zich voor den dans of om naar
een concert of andere kunstvoor-
drachten te luisteren. Ook daar ver
gat men aan boord van een schip
midden in dén oceaan te zijn, maar
waande men zicli in de feestzaal van
een eerste raiigs hotel.
Ook de tweede klasse is keurig en
smaakvol ingericht en kan wedijveren
met de eerste, kajuit van menig ander
schip. De meeste kamers zijn twee-
beddig, weinige sleehls, voor 3 of 1
personen ingericht. Ook hier heeft de
eetzaal niet meer de uil den lijd zijnde
zijnde lange gemeenschappelijke ta
fel, maar dineeren de passagiers er
met hun eigen gezelschap aan tafel
tjes voor twee, drie of meer perso
nen. Evenals in de eerste klas heeft
men ook hier een rooksalon, gezel
schapszaal en hal en .ook een lift
om de verschillende dekken le kun
nen bereiken. I)e turnzaal voor de
tweede klasse is de eerste, welke ten
behoeve van tweede klasse passagiers
aan boord van eenig stoomschip is
ingericht. Dc proi nonaded ck ken
waarover de 2e klasse passagiers be
schikken, zijn bijzonder ruim en ge
riefelijk. Tengevolge van de reusach
tige afmetingen van de „Imperator"
is diL mogelijk.
In de derde klasse zijn hoogstens
zes passagiers bij elkaar; de meeste
hullen hebben echter slechts slaapge
legenheid voor 2 of 4 personen. Ook
hier mooie, breede promenade-dek
ken, een keurig aangckleede gezel
schapszaal en schrijfkamer, niet een
behagelijk rooksalon. Voor de lus-
schcndeks-passagiers .wordt ook goed
gezorgd. Terwijl dezen vroeger hun
maaltijden zelf moesten halen, wor
den zij nu door stewards bediend in
een afzonderlijke eetzaal.
liet reizen wordt den piensehen wel
aangenaam en gemakkelijk gemaakt
tegenwoordig. Zoom drijvende stad,
wie had daar een jaar of tien geleden
aan durven denken En toch is men
alweer geneigd te vragen, of nu de
grens bereikt is, dan wel of de mo
derne techniek, die geen moeielijk-
heden meer schijnt te kennen, ons
weer met nog reusachtiger schepen
zal verbazen.
dunkt mij, zijt gij nog niet achteruit. Dat
is wlaar, veel, zeer veel is er weg, maar
toch nog niet alles. Laat den jongen uwe
tafnden zien; geef hem, in plaats van,
een gulden, een k'reutzer, in plaats vanl
de kaarten, den dorschvlegel, in plaats
van de karwats, den ploegstaart in de
hand, dan kan er nog veel, misschien;
wel alles terecht 'komen.
Bij deze woorden wenschte hij aan de
waardin een goeden nacht en ging heen,
het aangeboden glas melk uitdrinkende
het zou hem, indien hij aan het ver
driet van den volgenden dag ernstig ge
dacht had zekerlijk niet gesimaakt heb
ben. Terstond na zijn vertrék, kwaim Bal
thasar binnen, blijkbaar verhit, met een
duim stof op het fijn lakensche, groene
jachtbuis, met eene karwats in. de hand,
terwijl aan een van de vier vingeren'
een gouden ring blonk'. Iiij groette zijne
moeder 'koel en kortweg en vroeg toen,
of Nik'olaas eene goede tijding gebracht
had?
Eene slechteuw; peter geeft hét
geld niet, en ik heb hem er toch zóó
om gebeden! antwoordde de moeder treu
rig.
(Wordt vervolgd.)