Dinsdag 29 Juli 1913. Negende Jaargang. Verschijnt eiken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. IIII vaneen fill een JwM V FEUILLETON. Van kwaad tot erger. BUITENLAND. Aan de vruchten No. 88. UWE ZEEÜWSCHE COUP Abonnementsprijs p. 3 maanden voor Goes 0.75, daarbuiten f 0.95 Afzonderlijke nummers 5 cent, dubbele bladen 10 cent. Advertentiën worden ingewacht op Maandag en Woensdag vóór half drie en Vrijdag vóór een uur 's namiddags. Kantoor v. d. Administratis: Qangepoortstraaf C 209, GOES Reclameberichten 25 Ct. p. r. Bij abonnement speciale prijs. Advertentiën van 15 regels ƒ0.50; iedere regel meer 10 Ct. Eenzelfde advertentie 3 X geplaatst, wordt 2 X berekend. Dienstaanbiedingen 6 regels voor 25 Ct. h contant. De abonné's op dit blad, in het bezit der door de I pA Éfa, gulden bij verlies van beide I pA gulden bij directie uitgereikte polis, zijn, overeenkomstig de jl 5^ 115 1 handen, voeten of oogen. jfl 5^ I verlies van een daarvoor vastgestelde Verzekeringsvoorwaarden, I 11 11 I Voorts bij ongeneeselijke I 11 I liand, voet GRATIS verzekerd tegen ongelukken voor: verstandsverbijstering; of oog; duim; üe uitkeering der bovenstaande bedragen is gewaarborgd door de „Hollandsclie Algemeene Verzekerings-Bank" te Schiedam. I gulden bij gulden bij I 11 I verlies I verlies van M duimwijsvinger. \0 gulden bij verlies van eiken anderen vinger. De lezer herinnert zich nog de ver zuchting, welke in de verkiezings dagen een commies aan een onzer Zeeuwsche postkantoren hoorbaar slaakte: „En dan moeten ze van al die kloosters maar bioscopen maken". Ook is hem wellicht niet onbe kend welke vriendelijke benaming de Nieuwe Courant indertijd aan de Portugeesche kloosterlingen' gaf, die, door de repoiblikeinscne regeering van hun vaderland uitgedreven, een korte pooze in ons land verwijlden. Het deftige Haagsche liberale orgaan noemde ze „lieden van verdacht al looi". Geen wonder alzoo, dat bij meni- gen Nederlander de kloosters in geen al te besten reuk staan en de bewo ners dier van de wereld afgesloten gebouwen als nietsdoeners, huiche laars, belagers der welvaart, bevor deraars van dweepzucht en domperij worden beschouwd. NVaar nu zulke gevoelens hun ont staan danken aan onwetendheid en verkeerde voorlichting hoeveel is b.v. in deze niet te wijten aan de dwaze om niet te zeggen misdadige verbeelding van romanschrijvers, die in hun romantische pennevruchten allerlei kloosterschandalen verwer ken, waarvan zij weten, dat deze van a tot z zijn verzonnen kan men de dragers dier gevoelens slechts be klagen. Anders wordt het, waar men staat tegenover lieden als b.v. leden der „Evangelische Maatschappij", die tij dens de jongste verkiezingen een kloosterkaart van Nederland uitgaven om daarmede de Nederlandsche Pro testanten tegen turn Katholieke land- genooten op te hitsen en die onder het aanheffen van: „Nederland waal; over uwe Vrijheid en uw Recht 1" en dergelijke theater-uitroepen, hel zaad der religieuze onverdraagzaamheid onder ons volk uitstrooiden, zeker, om te doen zien, hoe weinig de» „Evangelische" Maatschappij met hel'Evangelie te maken heeft. Doch, hetzij onwetendheid, hetzij kwade trouw, op den Katholiek, wien de eer zijner Kerk en dus ook de eer van den kloosterstaal als zijnde een der schoonste uitingen van den Katholieken geesl ter harte gaat, rust de plicht telkens en telkens, waar de gelegenheid zich aanbiedt, le wijzen op hel onjuiste en dwaze, dat in de vooroordeelen tegen dc kloosters en de kloosterlingen is gelegen. En zulks door practische voorbeelden, die spre ken tol hel verstand en die noodzaken 42) Brigadier gij zijt een onbetaalbaar man, gij zult voor uw ijver beloond wor den. Mijne heenen, ik verdien uw lof niet, want ik heb uit ejgen plezier ook veel gedaan. Reeds sedert lang heeft dat ge spuis mij verveeld; en als ik van Geersen en Mina verlost ben, is mij dat voldoende. Gij zult Geersen weldra missen, ton minste het is waarschijnlijkmaar wij ge- looven niet dat Mina schuldig is. Veendal zag de rechters met verbazing aan. Niet schuldig 1 zeide 'hij1; gij hebt haar zeker gesproken. Ja. Dan verwondert het mij niet; zij is een geslepen advocaat. Gelooft gij haar dan schuldig? -Zij alleen is de schuldige, riep Veendal uit. Zij is het hoofd, een ander is de arm geweest. Geersen is overigens bij de politie goed hekend. Ja, maar hij is toen voor eene tot het maken van de logische gevolg trekking, dat ook hier weer het spreekwoord wordt bewaarheidaan de vruchten kent men den boom. Een voorbeeld, dat steeds voor de hand ligt, geven ons de talrijke kloos ters in ons vaderland, die een toe vluchtsoord bieden aan weezen, blin den, doofstommen, ouden van dagen, idioten, krankzinnigen, gevallen meis jes, zieken, ongelukkigen, enz. enz., waar niet de moderne philantropie, maar de ware, onvervalschte caritas om Christus' wille de ontelbare gees telijke, physieke en moreele kwalen tracht te genezen, die dit aardsche leven voor zoo onnoembaar velen on zer natuurgenooten maken lot één lange kwelling. Luid verkondigen verder het nul der kloosters die tal rijke instellingen van onderwijs en opvoeding, waar kundige leermees ters en leermeesteressen de jeugd on derrichten of de bewoners voor zich- zelven het veld der menschelijke kun digheden ontginnen. En zoo genie ten onze klooster-pensionnaten ook bij andersdenkenden een welverdiende reputatie; denk maar eens aan de Ursulinenseholen op Java. En zoo bewijzen de kloosterlingen dooi' hun wetenschappelijke ontdekkingen de gewichtigste diensten aan de maat schappij denk maar eens aan het metereologisch observatorium der pa ters Jezuïeten op de Plhilippijnen, waar hun jongst ontdekt toestel voor het aankondigen van op handen zijnde orkanen door de regeering der Ver- eenigde Staten officieel is aanvaard. Vervolgens de vele kloosters, die hun bewoners uitzenden naar de iieiden- sche danden, naar de ijzige Poolstre ken zoowel als naar heete keerkrings gewesten, onder Laplanders en Pata- goniërs, bij de Kannibalen in Afri ka's wildernissen zoo goed als bij de koppensnellers op Nieuw-Guinea, om er naar Paulus voorbeeld alles voor allen te worden, om allen voor Christus en het Evangelie te winnen. Wat bij dat missiewerk door onze heldhaftige missionnarissen van bei der geslacht wordt geleden, ge zwoegd en getobd, is Gode alleen he kend. Met smartelijke verbazing neemt van tijd tot tijd de wereld kennis van de ontberingen, die Poolreizigers en landontdekkers, in dienst der weten schap doorstonden. En waar dezen aan hun moedig streven ten offer vielen, richt de maatschappij ter hun ner eere monumenten en gedenkteeke- nen op als voor de op liet veld van eer gevallenen. Wie, die zulks niet toejuicht? Wie, nietige zaak veroordeeld. Ja, Mijnheer, voor hem die Geer sen kent zijn de kleine zaken altijd groot, omdat zij er zooveel andere bedekken. Griffier, laat twee dwangbevelen in geleedheid brengen. Is het ook uw ge voelen, mijne heeren, dat Mina worde gevangen genomen? Vergeving, mijne heeren, indien ik een woordje medesproek, maar ik zou haar laten inrukken. Zij beheerscht alles. Als gij Pieter en Maria laat gevangen ne men, zet hen dan niet hij hunne zuster, zij zou hen goed inlichten. Sluit ook Pieter niet bij Geersen op, want Geer sen is zeer slim; noch met Marcus, want die zou hem vermoorden. Gij kent uw vrienden, zeide de rechter lachend. Sedert lang. Acht dagen na dit tooneel verspreidde zich het gerucht in de stad, dat de zaak opnieuw zou voorkomen, dat al 'de be schuldigden thans achter slof en grendel zaten en er vrees-olijke dingen aan het licht waren gekomen. Na verloop van vier en twintig unen sprak men reeds va.n zeven of acht geheimzinnige móór den. De waarheid was, dat Geersen, Tregóri, Mina, Pieter en Maria waren gevangen die niet met ontdekten hoofde njiam en lotgevallen dier helden aanhoort'? Maar hoe vaak bezwijkt niet in on gebaande wildernissen, op een een zamen missiepost een pater, een kloos terzuster of -broeder in den bloei dei- jaren als slachtoffer van een uitput- tenden missiearbeid onder een moor dend klimaat en le midden van men- schen, die zoo alleen naar de stem der natuur wordt geluisterd, een voor werp zijn van afschuw en walging. Toch droeg die pater wellicht een naam, die klank heeft in de wereld en dien men ontmoet in de hoogste maat schappelijke kringen. Toch was die kloosterzuster misschien van adel lijke geboorte, opgevoed in weelde en met een naar de wereld gespro ken gelukkige en schitterende toe komst in het verschiet. Maar noch adellijken titel, noch fortuin, noch hooge geboorte telden zij, toen hun ziel het geheimzinnig woord vernam: „De Meester is daar en roept U" en zij verlieten alles wat de wereld schoon, prachtig, rijk, schitterend en eervol noemt, om vrij van alle aardsche banden, los van alle aardsche genietingen, aan arme heidenen den grootsten schat: de ken nis van den Oneindig Liefdevollen God te schenken. En terwijl de hee ren der „Evangelische Maatschappij" hun klooster, hun moederhuis in het verre vaderland met zwarten kool aanteekenden als „een gevaar voor Nederland", werkten zij met echt Nederlandsche standvastigheid, met oud-Hollandsche laaie vasthoudend heid aan dc vervulling van hun le venstaak: de uitbreiding van hel Gods rijk onder de menschon, zooals een maal een Willebrord, een Bonifacius hadden gearbeid onder hun eigen hei- densclie voorvaderen. Dit is geen romantische schilde ring, ,,pour besoin de la cause" op gehangen. Neen, dagelijks schier vol trekken zich, door de wereld niet ge kend of met onverschilligheid be groet, dergelijke wonderen van ge loofsijver en geloofsmoed. Wal schreef men in het begin dezer maand uil Uden aan „De Gel de r- 1 a n d er „Zaterdag overleed in liet Mis siehuis St. Willibrordus, alhier, in den ouderdom van 57 jaren, de Eerw. Broeder Emmanuel, in de wereld Petrus Thoolen, van liet ge zelschap van het Goddelijk Woord. De overledene, een zeer sterk gebouwd man, was onder een moordend klimaat gedurende zes tien achtereenvolgende jaren werk- genomen en naar Moriaan gevoerd, waar opnieuw de zaak moest onderzocht wor den. Men had er Marcus insgelijks heen gebracht en zijne moeder was hiejnl ge volgd. XVII. Wij zullen niet stap voor stap de zaak, opnieuw aanhangig gemaakt, volgen. Wij witten, alleen doen opmerken, dat de rech ter van Instructie Mina nog altijd voor onschuldig hield. De verschillende ver hoor*®, die zij had ondergaan, hadden niets ten haren laste aan het licht ge bracht. Het' was onmogelijk haar een strik te spannen. Geersen had niets gezegd, dat hem kou- verdacht maken. Tiegori kende hem nauwelijks. Overigens bleven Geersen en Tregori alles hardnekkig 'ontkennen. Door de verklaring van Marcus had men zich bepaald om te Goorin het on derzoek verder voort te zetten, daar op die plaats zeker het moorddadig plan dooi de vier mannen was beraamd. De rechter Vermeende, dat de vrouwen ler geheel onschuldig aan waren, maar daar hij wist dat zijne collega's !tle Hagen een ander gevoelen aankleefden, werd beslist, (lat zaam in de Missie van Togo (Duitsch Z. W. Afrika.) Hoeveel arme heidenen deze een voudige religieus in deu schoot dei- Kerk terugvoerde, hoeveel arme kleinen hij op zijne reizen tol zich genomen en in onzen II. Godsdienst heeft onderwezen, is alleen aan God bekend. Zijne lijfspreuk: Ik wil mij zelve en anderen redden en gaarne alles verlaten om de arme heidenen ge lukkig le maken, leekenl den een- voudigen klooslerling, die in gind- sche gewesten zijn kleinen zoo als hij ze noemde een liefdevol vader en steun was. Mij is o. a. bekend, dal de over ledene twee pasgeboren kinderen, die hij langs den weg vond, tot zich nam en deze als een moeder ver zorgde en opvoedde. Later bij zijn verlrek de jongens waren des tijds een jaar ot acht vroegen zij nog telkens, wanneer nieuwe Mis sionarissen te Togo arriveerdenPa ters, is vader ook met de stoom boot meegekomen Ziedaar in korte trekken het le ven geselielst van den eenvoudigen, vriendelij ken r elegieus. Moge de goede God hem nu reeds de onvergankelijke kroon geschon ken hebben." Aan hel bovenste valt niet veel toe le voegen. „Aan de vruchten kent men den boom". Wat de kloosters opleveren voor hel heil van het menschdom, 't werd in dit artikel aangestipt en met feiten toegelicht. Moge liel den oniiadenkenden, die met den groolen hoop meeschreeu wen, lol erkentenis brengen, dat onze kloosters voorloopig nog niet tol bios copen behoeven te worden ingericht. Misschien gaan zij dan in hun waar- deering wel een stap verder en uiten zij den wenschmochten onze bios copen in kloosters veranderd worden! S.D.A.P. en vrijheid van denken. „Het Volk" bevat weer eenige moties van afdeelingen over liet niet doorgaan van het buitengewone congres der partij één waarin de beslissing van partij-be stuur, Kamer-fractie en Vol k-redactie wordt goedgekeurd, de andore waarin deze beslissing wordt afgekeurd of waarin „opheldering" wordt gevraagd. Naar aanleiding daarvan schrijft de redactie „Wij meenen aan onze afdeelingen den raad te moeten geven om de afkomende men de zaak voor den hoogen raad zou brengen. Daar kwam eindelijk licht in het drama, dat zoolang mot een dichten sluier was omhuld geweest. De lezing eener acte van beschuldiging levert weinig belangrijks op. Onze lezers weten toch reeds alles wat is voorgeval len en wij wenschen dus niet in herha lingen te vallen. Daarom bepalen wij ons om het oogenblik (e kiezen, waarop Mina en Marcus zich in elkanders tegenwoordig heid bevinden. Tot dat tijdstip hadden zij elkander niet gezien. Marcus was geen beschuldigde; op zijne zaak werd niet terug gekomen, om dat hij zich niet in cassatie had voor zien. De uitspraak had beslist. Hij "kon niet als getuige gehooid worden; de rot, die hij te vervullen had, bestond alleen daarin, dat hij inlichtingen kon verstrek ken. Men had Geersen, Tregori, Maria, Pietiar ondervraagd; allen hadden ontkend. Men verzocht Mina om op- te staan. De voorzitter ondervraagde haai- en een elk was met haar ingenomen. Mina antwoordde bedaard en eenvoudig zonder een oogenblik te aarzelen; !zij sprak zich zelve niet eenmaal tegen. Verschei dene malen zeide men haar: motie bui reeds in den aanvang te ver stikken. Wij begrijpen wel dat afdeelin gen, bijeengeroepen ter bespreking van het congres en dan, bijeengekomen, be vindend, dat er geen congres zal zijn, de behoefte gevoelen om hun gevoelens in een of meer moties lucht te geven. Er is echter, gelooven wij, vruchtbaarder werk te doen, dat aan de partij meer ten goede komt, dan het debatteeren en moties aannemen over afgedane zaken". Met andere woordenJelui, die het niet eeus zijt met het besluit der partij- conferentie hebt je monden te houden. Tusschen twee haakjeszijn het niet de socialisten, die ons verwijten, dat bij ons geen vrijheid van denken bestaat, geen onbelemmerde uiting van opinie wordt gegund, dat wij aan den leiband loopen van de pastoors enz. enz Zouden de heeren Esdeapeeërs niet beter doen een toontje lager te zingen en eens te denken aan de vergelijking van den balk er. den splinter? Arme arbeiders intusschen, die omwille dier vrijheid zich bij de S.D.A.P. hebben aangesloten. Zij hebben met hun lidmaat schap wel een kat in den zak gekocht. DCmOHLASO. De «Socialistische Vrijheid! Te Frankfurt a. M. heeft Donderdag j.l. de roode vierschaar gezeteld en ver schillende vonnissen uitgesproken. Het was naar aanleiding van de jongste ver kiezing voor den landdag. Daarbij was gebleken, dat een aantal socialisten niet hadden gestemd, terwijl eenige in plaats van op den socialistischen candidaat op den burgerlijken tegenstander hadden gestemd. De meeste van deze socialisten, die op den burgerlijken candidaat ge stemd hadden, redden zich met de ver klaring, dat zij uit „onwetendheid" ge handeld hadden. Vier partijgenooten, van wie vaststond, dat zij bewust voor de burgerlijke partijen gestemd hadden, werden zonder meer uit de partij gezet. Vervolgens moesten de socialisten ver schijnen, die niet gestemd hadden. Tot deze behoorden ook de socialistische rijksdagafgevaardigde dr. Quark en eenige andere vooraanstaande roode heeren. Dr. Quark verklaarde tijdens het verhoor, dat hij wegens familie-omstandigheden buitenslands was geweest. Deze veront schuldiging hielp niet. De partij ging voor alle familie omstandigheden, ver klaarde de voorzitter en de vergadering nam een motie aan, waarbij de „handel wijze" van Quark ten sterkste wordt afgekeurd. (Msbode.) Uw bioeder heeft het anders gezegd. Roep hem, zeide zij. Toen Pieter geroepen was, ondervraag de zij hem zeer 'zachtzinnig. Diezelfde zaak vernieuwde zich tweema len met Geersen.. Het kwam' er op> aan te bepalen: wie het osist het denkbeeld had ontworpen om naar Goorin te gaan. Geersen hield vol dat het denkbeeld van Pieter was uitgegaan; Pieter hield staan de dat het door Geersen ontworpen was. Toen Mina op dat punt ondervraagd werd, dacht zij een Oogenblik na en zeide Het denkbeeld is van Pieter. In schijn bezwaarde zij haar broeder; in werkelijkheid diende zij alleen hare zaak. Het was onmogelijk met meer list te werk te gaan. Jeanne verscheen als getuige: ware zij de laatste geweest, dan voorzeker zouden al de beschuldigden veroordeeld zijn gle- worden. Jeanne gedroeg zich prijzenswaar dig. Zij was eenvoudig en bedaard, maar hare eenvoud was verheven. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1913 | | pagina 1