A. J. CALLIER, Bisschop van Haarlem, Katholiek Nieuws= en Advertentieblad. Monseigneur Welkom in Zeeland! Donderdag 5 Juni 1913. Negende Jaargang. Zijne Doorluchtige Hoogwaardigheid No. 65. De Vijfde diocesane Katholiekendag van het bisdom Haarlem te Vlissingen. Gegroet, Doorlachte Priester Gods! Sint Bavo's Kerkvorst, hoor het lied, Wat Zeeland U, haar eer en trots, haar Zoon en Bisschop juichend biedt. Die 't Chrisma wijdt en Zalving stort Op outersteen en tempelwand, Op 't voorhoofd van wie strijdbaar wordt, Op Priesterkruin en priesterhand. O! Goede Herder, heil het volk, Voor t welk Gij Staf en Mijter draagt; Bid God voor ons, Gij, die als Tolk En Hoogepriester, Hem behaagt. Extra Bijblad Geheel de Haarlemsche dioceeze heeft dezen dag het oog gericht op Vlissingen, waar tal van diocesanen met hun bisschop aan het hoofd samen komen tot het houden van een Katholiek-sociaal congres het vijfde in de rij waarvan terecht wijd- strekkende en zegenrijke gevolgen mogen verwacht worden voor het Katholieke openbare leven. De Katholiekendagen zijn de welsprekend ste uiting van het leekenapostolaat, dat, niet naast of boven maar onder de leiding der kerkelijke overheid werkzaam, zoo ontzaggelijk veel kan bijdragen tot de vervulling van den hartewensch van onzen roemrijk regeerenden Opperpriester Pius X de vernieuwing der maatschappij in Christus. En waar Haarlem's beminde kerkvorst niet aarzelde ondanks den verren afstand dit congres bij te wonen, daardoor hoogeren glans en luister aan dezen Katholiekendag bijzettende, daar spreekt het van zelf dat het Roomsche Zeeland zich met geestdrift tot dezen dag heeft voorbereid. Vlissingen bovenalImmers, het begroet niet slechts in Mgr. A. J. Callier den opper herder van het bisdom, maar ook een zoon der eigen stad. Met oprechte vreugde zag het hoe Monseigneur, door Gods genade en de gunst van den Apostolischen stoel tot Bisschop verheven, in zijn wapenschild en wapenspreuk de herinnering vastlegde aan zijn geboortestad, en dankbaar erkent het met geheel het bisdom hoe het „in fide nihil haesitans" „in het geloof geenszins aarzelend," zich openbaarde in tal van hoogepriesterlijke daden die deden zien hoe Haarlem's kerk werd geleid en bestuurd met vaste hand, gelijk de ervaren stuurman, die met zekeren greep het roer omklemmend, het brooze vaartuig langs klip en zandbank henen de veilige haven weet binnen te voeren. Door de bevlagde stad spoedden zich dezen morgen de honderden diocesanen van elders gekomen, met de Katholieken der De Ruijterstad naar de nieuwe O. L. Vrouwe- kerk, twee dagen te voren door de bisschop pelijke zalving voor goed den Heere als een Huis des Offers, een Huis des Gebeds toegewijd. En Monseigneur Callier zelf achtte het zich een vreugdevolle taak den Katholiekendag te openen, door het Hoog heilig Misoffer voor de congressisten op te dragen. En wel was toen, voor wie deze biddende schare overzag, het woord der Handelingen van toepassing: erat autem multitudinis credentium cor unum et anima una." „Geheel de menigte van hen die ge loofden bezat slechts één hart en ééne ziel." Na afloop van deze godsdienstoefening een heerlijk begin van een schoonen dag ging men op ter vergadering in de afdee- lingen 1, 11 en 111, gehouden respectievelijk in het Strandhotel, Grand Hotel en Bad paviljoen „Wilhelmina," waarvan hieronder het beknopte verslag volgt. Ie AFDEELING. Voorz. de heer A. J. A. Gilissen te Rotterdam. Het Katholiek Familieleven, beschouwd uit het oogpunt van Godsdienst, Eenvoud en Zedelijkheid. InleiderPater fr. IGNATIUS SMEETS, O. F. M., Woerden. Het Katholiek familieleven beweegt zich in den engen kring van het huisgezin. Dit bestaat uit vader en moeder, die door den onverbreekbaren band des huwelijks zijn verbonden, en de kinderen, welke de vrucht hunner echtvereeniging zijn. Het huwelijk en het huisgezin zijn eene stichting van Gods Scheppende liefde. Door de zonde aangetast en verdorven, werden beide door Christus genezen en in hun oorspronkelijken staat hersteld. Het huwelijk verhief Hij tot een Sacrament en bracht het over in de bovennatuurlijke Sa.cerd.os et Pontifex. Priester en Bisschop). Et virtutum Opifex. (en bewerker van (sacramenteele) krachten). Pastor bone in populo. Goede herder te midden des volks). Pastoor DE MEULDEFt. Ora pro nobis Doxninum. (Bid voor ons tot den Heer). ILaWGI II orde. Als dusdanig is het voor de echtge- nooten een bron van genade tot onderlinge heiliging en trouwe plichtsbetrachting en het wezenlijk en noodzakelijk fundament van het Christelijk huisgezin. Zijn doel is, het bestaan te geven aan menschelijke wezens die voorbestemd zijn om door het Doopsel kinderen Gods, ledematen van Christus' Kerk en erfgenamen des hemels te worden. De taak van het Christelijk huisgezin kan geen ander zijn, dan door onderlinge hulp en ondersteuning en door inspanning van alle lichamelijke en geestelijke krachten het doel van 't aardsch bestaan te bereiken zich een passende mate van tijdelijke welvaart te verschaffen, God te dienen en het eeuwig zieleheil te bewerken. In het licht van deze fundamenteele waarheden hebben wij het Katholiek gezins leven te beschouwen uit het oogpunt van Godsdienst, Eenvoud en Zedelijkheid, en na te gaan, hoedanig het onder dit drievoudig opzicht behoort te wezen, en aan welke eischen het moet voldoen. 1. De godsdienst moet zich met het heele wezen van den Christen vereenzelvigen en hem tot richtsnoer verstrekken in al zijn plannen en dadenhij moet ook met zijn beginselen het gemeenschappelijk leven van het huisgezin doordringen en regelen. Gelijk de geloofsovertuiging van den mensch niet in de binnenkamer zijner ziel mag opge sloten blijven, maar hij er openlijk voor moet uitkomen, zoo dienen ook de huisge- nooten gezamenlijk zich als Katholieken te doen kennen en hun godsdienstige gezind heid duidelijk naar buiten te openbaren. Wij hebben geen reden om ons over onzen godsdienst te schamen en behoeven aan niemand verlof te vragen om als kinderen der Roomsche Kerk ons familiewapen in onze huizen openlijk op te hangen. Waarom dan uit de huiskamer geweerd en in de dagelijksche gesprekken vermeden, wat den vreemden huisbezoeker de meening kan opdringen, dat hij met overtuigde Katholieken te doen heeft? In een echt Katholiek huishouden behoort het anders te wezen. Het beeld van den ge- kruisten Verlosser moet er een eereplaats innemen. Het beeld der Madonna, een voor stelling uit het leven des Zaligmakers, een heiligenbeeld getuigen niet alleen van den godsdienstigen geest der bewoners, maar spreken ook tot hun hart. In onze Katholieke huizen mogen uit sluitend Katholieke bladen en goede boeken ter tafel komen. Het beste neutrale blad 't is dikwijls genoeg door de kerkelijke overheid verkondigd is schadelijkhet stemt tot onverschilligheid en onthoudt aan uw gezin het gezonde geestelijk voedsel, dat allen broodnoodig hebben. Het hoort in een Roomsch gezin niet thuishet liberale en socialistische blad nog veel minder. In een godsdienstig gezin worden in den regel slechts eigen geloofsgenooten tot het vrienschappelijk verkeer met de kinderen toegelaten. De vertrouwelijke omgang met andersdenkenden is voor dezen zelden een voordeel, voor de onzen meestal een gevaar. Denkt er slechts aan, dat daardoor de weg tot het gemengde huwelijk wordt gebaand. Daar geldt dezelfde regel voor de keuze der dienstboden, die als leden van 't gezin beschouwd en behandeld worden. De godsdienstige overtuiging moet ook blijken uit de belangstelling, welke uw huis gezin betoont voor onze Katholieke vereeni- gingen en instellingen. Met oprechte waar deering moet te huis gesproken worden over alles, wat door uwe geloofsgenoten ondernomen en door de geestelijke overheid wordt aanbevolen om het geloof en de goede zeden van ons volk te bewaren, den opbloei, van 't godsdienstig leven te bevorderen en den triomf der Christelijke beginselen te bespoedigen. Ouders en kinderen moeten er eene eer in stellen lid te zijn van een Katholieke ver- eeniging, zich persoonlijk te wijden aan het heil van anderen en alle goede werken zoo veel mogelijk financieel te steunen. Wanneer uwe geldelijke bijdrage voor onze vele goede werken niet groot kan zijn, toont uwe warme belangstelling in elk geval door uwe aanmoediging en uw gebed. Het huiselijk leven moet een innig gods dienstig leven zijn, moet door den godsdienst worden bezield en geheiligd, vooral ook om deze reden, dat het kind er het middelpunt van is. In het heiligdom van het huisgezin moet 'tkind de zuivere lucht van een gods dienstige atmosfeer inademen. Op de knieën zijner moeder leert het kind met het stamelen der eerste woorden de namen van Jezus en Maria uitspreken. Vroegtijdig gewent zij het aan de beoefening der deugdin de een voudige verhalen der gewijde geschiedenis vindt de moeder de voorbeelden, welke zij ter navolging voorhoudt. Met vader of moeder gaat het ter kerke, knielt later naast hen neder aan de Communiebank. Met de overige huisgenooten neemt het deel aan 't rozen kransgebed, dat de vader voorbidt, waarna hij in naam der H. Drieëenheid zijn vader lijken zegen aan zijn kinderen geeft. De ouders zorgen er voor, dat de kleinen vlijtig de lessen van den Katechismus leeren en zullen die zelf overhooren. Van groot be lang is het nog dat de kinderen bij den huise- lijken haard ten minste Zondags hooren voor lezen uit de Levens der Heiligen, onze groote mannen en vrouwen, de eersten in het Rijk Gods. In het huisgezin moeten de groote feesten der Kerk worden voorbereid en meegevierd en dient de dagorde zoo geregeld te worden, dat allen, ouders, kinderen en dienstboden, die feesten kunnen bijwonen. Op die wijze wordt het godsdienstig leven van het Katholiek gezin de groote kracht, welke de kinderen onweerstaanbaar trekt in de banen van het goede, en wordt de hoop gewettigd, dat zij later te midden van de aardsche zorgen en in weerwil van hun

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1913 | | pagina 5