te Goes
MINS
Ro
osendaal,
ZALF
1UU DU Zü
LÉ
•mjjnorders
Duif'
I ^ona (eiker (elk er
No. 21.
Dinsdag 18 Februari 1913.
Negende Jaargang.
elburg
EKMAN.
Goes,
R DAAR
BINNENLAND.
DEREN.
Effecten.
ess Rijwielen
itigd 1883
üe legende van den put.
LORRE VERKONDIGT DE OPINIE VAN HEEL HET GEZIN
enjjocdkoo/i enyoeDkoo/i
I!!
Irijgebied en zuiver
net werk te leveren,
eld zonder eenige
:t, gemangeld en ge-
gratis toegezonden.
terkt eveneens met
hemisch wasschen,
DE DIRECTIE.
END,
IINSDAG gedurende de
Bank- en Effectenzaken.
rootle plekken, ruwe .1
ZOON, Stationweg 14').
IGoes bij GEBR. MULDER
Ift.
aanschaffen zult.
t wat door de ervaring
zijn die Rijwielen, die
nu buitengewone duur-
lekend zijn, n.l.
Qualifeifs- of Perfecta
REED
ior dit jaar, die op aan-
DEZEN.
Rijwielen, Zwolle
magneet-ontsteking.
Broodsnijmachines
ïotels en huish. gebruik.
Telef. No. 509
na 7 u. Z. I837
NffUWE ZEEUWSCHf COUMNT
Abonnementsprijs p. 3 maanden voor Goes 0.75, daarbuiten f 0.95
Afzonderlijke nummers 5 cent, dubbele bladen 10 cent.
Advertentiën worden ingewacht op Maandag en Woensdag vóór
half drie en Vrijdag vóór een uur 's namiddags.
Virsckijnl ilb MI1HIM-, MSOIt- in KIM1.
Kantoor v. d. Administratie; Qanzepoorfsfraaf C 209, GOES.
Reclamebericbten 25 Ct. p. r. Bij abonnement speciale prijs.
Advertentiën van 15 regels 0.50iedere regel meer 10 Ct.
Eenzelfde advertentie 3 X geplaatst, wordt 2 X berekend.
Dienstaanbiedingen 5 regels voor 25 Ct. 5 contant.
De abonne's op dit blad, in het bezit der door de Hi gulden bij verlies van beide I gulden bij
directie uitgereikte polis, zijn, overeenkomstig de I 11 I handen, voeten of oogen. jl I I verlies van een
daarvoor vastgestelde Verzekeringsvoorwaarden, I I 11 I Voorts bij ongeneeselijke I 11 I hand, voet
GRATIS verzekerd tegen ongelukken voor: verstandsverbijstering; I U of oog;
De uitkeering der bovenstaande bedragen is gewaarborgd door de „Hollandsche Algemeene Verzekerings-Bank" te Schiedam.
I A gulden bij gulden bij P"
jl I 11 I verlies I I verlies van M 1^
gulden bij
verlies van
eiken anderen
vinger.
BUITOLAND.
l)e Oorlog op deu Balkan.
Ad ria nopel.
Naar een telegram uit Adrianopel meldt,
zou Chükri Pacha, de commandant der
belegerde stad verklaard hebben, dat hij
zal strijden tot de laatste kogel verscho
ten is. Indien hij genoodzaakt wordt te
caputileeren, zal hij, voor hij zich over
geeft, de stad in brand steken.
De „Sabat" meldt, dat de paters as-
somptionisten van Adrianopel aan die
van Constantinopel telegrafeerden, dat de
stad nog voor acht maanden van levens
middelen voorzien is. Het onderwijs op
de scholen wordt nog steeds gegeven
de gezondheidstoestand in de stad is uit
stekend; alleen suiker, zout en petro
leum ontbreken. Een Turksche officier
meldde aan zijn familie, dat de stad
nog zeer goed van levensmiddelen en mu
nitie voorzien is. (Msbode.)
Skoetari.
Terwijl de Montenegrijnen hun uiterste
krachten inspannen om Snoetari ten val
te brengen, duren de geheimzinnige on
derhandelingen der gezanten in Londen
voort. Terwijl verschillende mogendhe
den die een 'levenskrachtig jVlbanië
wénschen verlangen, dat Skoetari het
Noordelijk bolwerk van dezen nieuwen
staat zal wonden, is Rusland genegen
voor zijn kleinen broeder op' de bres
te .springen. Ook Frankrijk, Rusland's
bondgenoot, en Engeland zouden de in
lijving van Skoetari bij Montenegro wen-
schen. („Msbode")
EAtiELAND.
Ter nagedachtenis van Scott
en zijn to c h tg e n o o te n. Koningin
Alexandra Reeft aan lord Curzon, den
president van het Engelsche Konink
lijke Aardrijkskundig Genootschap, haar
groote deelneming betuigd met de om
gekomen Poo.reizigers en hun nabestaan
den. H. M. spreekt haar bewondering
uit over den heldenmoed waarmede Scott
en de zijnen hun lot hebben ondergaan.
De inschrijving voor een monument
heeft den eersten dag reeds 1400 pond
opgebracht.
Tegen het ij sg eva ar. Uit Lon
den wordt gemeld, dat het ministerie van
handel aldaar een overeenkomst getrof-
Amsterdam, Hamburg, Havre.
Parijs, Londen. KATOEf
H en PROVISIES: New-York'
CHELLACK, SALPETER.
toudeiitie verzocht,
'trekt.
FEUIÏ.LL1 Ort.
(Slot.)
De boerin was bang voor hem, want
ze kende nu ziju macht. Ze besloot hem
zoodra de put klaar was, zijn geld te
geven om hem maar kwijt te zijn.
De nacht verliep op geheel dezelfde
wijze als de vorige en toen de boerin
's morgens weer bij de put kwam, was
deze nog eens zoo diep geworden en
toch was er nog geen spoor van water
te bekennen.
Een oogenblik meende de boerin nog
dat het werk misschien niet binnen den
tijd gereed zou komen en haar hart
bonsde van vreugde, dat zij dan geen
vijfhonderd guldens behoefde te betalen
maar hoogstens driehonderd.
Doch de besliste houding van den
vreemdeling ontnam haar allen moed,
toen hij haar verzekerde, dat de put
den volgenden morgen bij zonsopgang
gereed zou zijn
Gedurende dien nacht hoorde de boe
rin telkens hamerslagen en toen ze weer
naar buiten gluurde, zag zij, dat de ka
bouters bezig waren 't windas boven den
put te timmeren. Korten tijd later hoorde
zij bet gerammel van kettingen, toen
een knersen en piepen, dat echter wel-
fen heeft met de voornaamste Atlanti
sche stoomvaartmaatschappijen tot sta-
tionneering van den walvischvaarder
„Scotia" aan de oostkust van Noord-
Amerika, benoorden de route, die de
stoomschepen volgen, ten einde de sche
pen te waarschuwen voor de drijvende
ijsbergen en tevens om inlichtingen te
geven omtrent de beweging van het ijs.
De „ScotLa" zal voorzien worden van
een installatie voor draadlooze telegra
fie ten .pinde in staat te zijn in verbin
ding te blijven met de stations op New
foundland en Labrador.
Naar men verwacht, zal de „Scotia"
tegen het einde dezer maand vertrekken.
(„Tijd")
BELGIË,
Een held. Onder dezen titel schrijft
het „Hbl. v. Antw.":
„Aanstaanden Maandag 17 Februari zal
do Congoboot „Anversville" onze haven
binnenloopen. Tusschen de reizigers be
vindt zich den Z.eerw. pater Cambier,
apostolisch prefekt van Kasaï (Congo).
Pater Cambier is een der heldhaftigste
missionarissen van Congo. Hij maakte
deel van de eerste karavaan zendelin
gen, die de bloeiende Congregatie van
Scheut, op uitdrukkelijk verzoek van ko
ning Leopold II, naar Congo zond.
Gedurende 25 jaar heeft hij daar ge
werkt en gezwoegd. De prachtigste uit
slagen heeft hij bekomen: De missiepos
ten van Kasaï mogen als de schoonste
onzer cplonie aangezien worden.
Gedurende 25 jaar zich opofferen voor
het heil en de beschaving der zwarten,
't is schoon, 't is heldhaftig, maar 't is
eigen aan den missionaris.
Dat kunnen zekere Logegasten niet
verdragenzij kennen niets dan eigen
baat en genotzucht en in hun boozen
haat belasteren zij het verhevenste wat
België ooit bezielde: onze zendelingen.
Dat zuilen wij niet langer meer gedoogen I
Eere aan onze missionarissen 1
Heil, driemaal heil aan den Zeereerw.
pater Cambier I"
DCITSOHUm
De bruiloft van prinses Louise van
Pruisen zal, volgens de „Tagl. Rund
schau", Teeds plaats hebben in Mei.
Te Gmunden gaat het gerucht, dat
Berlijn en Gmunden besloten hebben als
een huide voor keizer Frans Josef van
Oostenrijk, de bruiloft te Weenen te vie>-
dra overging in een ruischend snorren
als van een licht loopend wiel. Zij be
greep, dat er een emmer in den put
werd neergelaten. Zeer vroeg stond ze
op en juist toen zij buiten kwam, begon
nen de eerste stralen van de zon over
de heide te schijnen en verdreven ze
de mistige dampen, die er van den nacht
waren blijven hangen. Vóór de boei in
stoiid de vreemdeling. Om zijn mond
speelde een fijne, weemoedige glimlach,
die de boerin dadelijk weer deed denken
aan het eenvoudige wijsje, dat hij des
nachts gefloten had
De put. is klaar, het water is heerlijk.
Ge kunt het proeven, als ge wilt!"
Dat was alles, wat hij zeide.
De boerin ging mee, en nu zag ze, dat
de put werkelijk gereed was. Beneden
in de diepte lag de donkere waterspie
gel onbeweeglijk. De vreemdeling begoii
aan het windas te draaien, hij liet den
eminer naar beneden en haalde hem
weer naar boven, gevuld met heerlijk,
kristalhelder water.
De boerin moest toegeven, dat hij de
opdracht onberispelijk had uitgevoerd
en dat hij alle recht had op de vijfhon
derd guldens. Doch het gmg haar aan
het hart zoo dadelijk van haar geld te
scheiden en ze verzocht daarom den
vreemdeling, tot den volgenden morgen
te wachten en gedurende dezen dag
haar gast te zijn. Weer speelde om zijn
mond die weemoedigen glimlach, maar
l hij nam toch haar uitnoodiging aan. Ge
ren, daar de grijze monarch den wensch
koestert aan dit feest persoonlijk deel
te nemen. Men wil hem op die wijze
de voor hem schier onoverwinnelijke
moeilijkheden van de reis besparen.
FRASKHIJK.
Het heengaan van Fallières.
PARIJS, 15 Febr. (R. O.). Op het einde
van den ministerraad van heden, den
laatsten van Fallières presidentschap,
verzekerde Briand den aftredenden pre
sident, dat het geheele land hem innig
dankbaar zal zijn voor al wat hij gedaan
heeft voor Frankrijks welzijn, met groote
onpartijdigheid en voortdurende zorg. Hij
verklaarde, dat de toegenegenheid en ach
ting, welke al zijn collega's voor hem
koesteren, van blijvenden aard is.
Fallières bedankte Briand in eenige
ontroerde woorden en achtte zich ge
lukkig, wijl hij altijd bij de mannen, die
hij aan het bestuur riep, een krachtige
en succesvolle medewerking gevonden
heeft. Als morgen zijn taak volbracht
is, gaat hjj weer als gewoon burger te
Parijs wonen.
Dinsdagavond zal Poincaxé voor de
eerste maal den ministerraad op het Ely-
see voorzitten. Donderdagmorgen zal een
nieuwe bijeenkomst plaats hebben, waar
in Poincaré den tekst van zijn mededee-
ling zal voorlezen. Denzelfden dag zal
deze aan de kamers medegedeeld wor
den. („Msbode")
OElfElHABKEII.
Koninklijk bezoek. De Koning en
de Koningin van Denemarken zijn uit
Kopenhage hun reis begonnen naar de
verschillende hoven. Zij bevinden zich
thans te Christiania en gaan vandaar
naar Berlijn. In den loop van het voor
jaar zullen zij zich naar Londen, Parijs,
Sint Petersburg en misschien ook naar
Brussel en I)en Haag (Amsterdam?) be
geven. („Tijd")
MEXICO.
Volgens een bericht uit de stad Mexico
heeft Madero ontslag genomen. Waar
schijnlijk zal zijn vroegere plaatsvervan
ger, na het aftreden van Porfirio Diaz,
De la Barra, wederom tijdelijk het pre
sidentschap pp zich nemen. Ook de mi
nister van binnenlandsche zaken, Her
mandes, heeft zjjn ontslag genomen.
(„Msbode")
durende den geheelen dag hanteerden
twee knechts het windas en de groote
waterbakken achter de schaapskooi wer
den er door gevuld met het heerlijkste
water, dat ooit door schapen gedronken
is.
En zichtbaar was het, dat hiermee de
ziekte een einde genomen had, want
alle schapen dronken en alle genazen.
Toch was de boerin niet blijintegendeel
ze zat in haar donkere woonkamer met
de handen onder 't hoofd en ze dacht
maar voortdurend aan die vijfhonderd
zilveren guldeus, die ze nu zou moeien
betalen. Zij had ze wel in huis; onder
haar bedsteê waren er genoeg, verbor
gen in een grooten aarden pot, maar
de gedachte alleen, dat die vreemdeling
ze zoo gemakkelijk verdiend had, maakte
haar razend. E11 in haar brein rijpte
een gevaarlijk plan, een plan, dat haar
door den zwartsten duivel moest zijn
ingegeven. E11 lioe meer zij keek naar
dien vreemdeling, die buiten rustig op
zijn steen zat en met zijn groote droeve
oogen zat te kijken naar het werk bij
den put, des te vaster vormde zich het
idee in haar hoofd.
Na het avondeten had zij eindelijk
den moed naar buiten te gaan en den
vreemdeling zijn slaapplaats aan te wij
zen in het kleine kamertje achter in
de schuur. En toen hij haar een goeden
nacht wenschte en daarbij weer zoo
raadselachtig glimlachte, was het haar
te moede, alsof hij haar geheele plan
TWEEDE KAMER.
Toen het Yrjjdag in de Kamer ging
over de vraag oi men den heeren Duys
en Borgesius hun zin zoude geven door
het kriterium der invaliditeit te stellen
in de onbekwaamheid om de helft van
zijn gewoon loon te kunnen verdienen, in
plaats van, zooals 't ontwerp wil, dat men
mvaliede is als men niet in staat is een
derde deel van zijn loon te verdie
nen een goedkoope ophiederij om zich
vrienden te maken van den werkman,
zooals de heer Nolens aanmerkte ver
weten deze heeren de rechterzijde, dat zij
te zwijgzaam is. De heer Nolens ant
woordde, dat dit de eenigsto weg is om
de wet in de behouden haven te krjj-
had doorzien en begrepen. En zij had
niet den moed zijn „goeden nacht" te
beantwoorden.
In haar woonkamer teruggekeerd, liet
ze de drie herders bij zich komen. En
nadat ze de deur goed gesloten had,
sprak zij lang met hen op zacht-fluisle-
renden toon en de herders boden eerst
nog tegenstand maar eindelijk wist zij
ze te overreden en voor haar plan te
winnen. Het laatste wat ze zeide was:
„Begrepen, jullie krijgt ieder vijf-en-
twinug zilveren guldens, ieder vijf-en-
twintig!
Toen zijn de herders naar buiten ge
gaan en uit den kleinen stal haalde de
een een hooivork, de ander een dorsch-
vlegel, de derde een bijl. Daarna ver
scholen ze zich achter de eiken en hiel
den zich stil, doodstil.
Plotseling klonk er in het huis een
gil, een verschrikkelijke kreet. Doodelijk
ontsteld kwamen de herders van achter
huu boomeu te voorschijnze hadden
de stem van de boerin herkend!
Daar gilde ze weer en nog eens en
daar vloog de achterdeur open en kwam
zij te voorschijn met loshangende haren
en rende naar den put. Vlak voor de
herders zonk zij ineen en mompelde
naauw hoorbaar: „hij komt, o, zie hij
komt
En de herders zagen.
E11 daar kwam uit de achterdeur de
gestalte van den vreemdeling, niet haastig
loopend, maai' kalm schrijdende, pas
gen. Hetzelfde betoogde de heer Lohman.
Borgesius' voorstel noemde hij eeu poli
tieke manoeuvre, en thans met zulk een
voorstel te kom^n, terwijl "het beginsel
der wet reeds lang vaststond, terwjji het
verder een kwestie diende te wezen van
zuiver financiëele berekeningen, betitelde
hij ais „reine demagogie". Iets, wat Troel
stra Id'en óen Februari reeds de heeren
verweten heeft. En de wijze, waarop de
heer Borgesius over de rechterzijde ge-
sproken had, qualificeerde hij als „ver
dachtmaking".
Daarover berispte hem de voorzitter.
Maar in volle fierheid van zijn innigste
overtuiging, aldus de Kameroverzicht-
schrijver van „De Maasbode", stond de
Christelijk-historische leider nogmaals op,
0111 met de diepste verontwaardiging
te verklaren, dat hij niet anders zeggen
kon, nu er zóó gesproken was door den
voor pas in de richting van den put en
liet doodelijk ontstelde viertal. De man
nen hadden naar hun wapens gegrepen,
maar wat ze zagen verlamde hun kracht.
De gestalte, die hen naderde was
vreeselijk gewondeen bijlslag had hem
in den schouder getroffen, een dorsch-
vlegel had hem den schedel verbrijzeld
en in zijn borst stak nog liet ijzer van
een hooivork. Hij was getroffen, zooals
de herders in hun moorddadige plannen
hem hadden willen treffen 1
En toch schreed hij nader als een
levende en om zijn mond speelde nog
dezelfde weemoedige glmlach.
Plotseling sloeg een van de herders
op de vlucht met achterlating van zijn
bijl. En daar gingen ook de tweede en
de derde.
Maar voor ze een honderd pas verder
gekomen waren hoorden ze nog een gil
Uie ver klonk over de heide, toen nog
een plons en daarna niets meer. Zij
vluchtten en vluchtten en niemand weet
waarheen ze gegaan zijn, want niemand
heeft ze ooit weer gezien. En ook de
boerin is verdwenen, maar de boeren
beweren, dat zij ligt op den bodem van
den put, waarin haar de vreemdeling
heeft geworpen, voor hij voor goed te
rugkeerde naar de onderwereld, waar
hij vandaan kwam.
Alsdus het verhaal van den ouden
Simon.
(N.Ct)
-T. W. de M. v. S