epilatorium isdoek, I. MULDER - GOES uses les, ten, meid idsknecht feuilleton. buitenland. No. 20. TWEEDE BLAD NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT Zaterdag 15 Februari 1913. ST. riugsmiddel Arbeider, Üe Ib^ónde van den put. Zelandia Antiqua. genres. in prijs. Is hier. fti prijs GELD TERUG. iarnle Zoon, is nierpillen maagpillen zalf ïs geraudel poncelet wijbert jkpillen [ngu1nose Ilsempillen wesfroo OVEZAND. De Oorlog op den Balkan. puten het overtollige haar Imen geheel verdwijnen. [uscliadelijk. per flacon f 1 swej 14b, ROTTERDAM enz. enz. voorhanden bij M. GELOK te Kapelle bij klein gezin, geen kinderen, Idelbaren leeftijd. nog rstond gevraagd iachelwerk. r. F. PH. DE VALK, Goes- net Maart ikbaar, bij C. DE WINTER) XXX. Het stuk is lang en het kost, gelijk met al die officieele stukken lilet geval is, ook nog in onze dagen, eenige inspanning het te lezen, maai' de bedoeling blijkt duidelijk. Er waren katholieke ge machtigden, die in opdracht hadden, al les in het werk te stellen 't geien leiden kon tot de begeerde Haasting en, deze eenmaal verkregen zijnde, hadden zijl de maatregelen te nemen, noodig, om bet kerkgebouw aan de Katholieken te doen overgaan. Toen zij afstand deden, gingen zij hun boekje te buiten, derhalve was hun handeling niet bindend voor hun last gevers, de gezamenlijke1 Katholieken van Ovezand, die nu vroegen ten-uitvoediog- ging van het decreet van 10 Maart 1801. Welke boodschap Dingenis van Sas heeft teruggebracht, weet ik niet. Waarschijn lijk zal de dokter geantwoord hebhen: „lk zal het ter kennis van de schepe nen brengen!" Ongetwijfeld moest bet pro test aan de Weth gericht worden, als aangewezen tot uitvoerder van bet de creet, maar wat vermocht nu eigen lijk dat dorpsbestuur in dezen? Te Gelli- cum, in de Betuwe, was, omdat ook daar de Katholieken in de meerderheid wa ren, de oude kerk aan de oorspronke lijke bezitters toegekend en de munici- paliteit deed, wat nog vereischt werd tot ten-uitvoerlegging van hét decreet van 13 Mei 1800, maar toen het tot afdoening zou komen, weigerden de Hervormden de acte van afstand te teekenen en het geld te ontvangen. Wat vermocht het bestuur nu anders dan zich maar weer te adres- seeren aan het Vertegenwoordigend Li chaam, dat een termijn zou bepaald, na afloop waarvan kon geacht worden, dat de .afstand geschied, het volgens het Plan van Schikking uit te keeren bedrag ge weigerd was; het geld kon dan aan hen, die het verstrekt hadden, teruggegevien. De met werk overladen commissie krieieg in opdracht de stukken te onderzoeken, desvereischlt inlichtingen te vTageo lan rap- poi't uit te brengenDaar ginds in Den Haag onderzochten de heeuem zoo naarstig naar de kleinste omstandigheden en de geringste zaken, dat er, volgens een uitdrukking van den katholieken af gevaardigde Guljé, „voor het goede Ba. t.aafsohe Volk wisselbrieven op de eeuwig beid" werden uitgereikt. Het allerwegen trouw inachtgenomen wachtwoord der Hervormden was„Talmen, de zaken met alle denkbare middelen sletelpejide hou dende wind mocht eens keeren I" En de werkwijze der hooge regiering w,as hieraan uitermate bevorderlijk. liet was op 14 Mei, dat de lastgevers, langs wettigen weg en op al'doenden grond de handeling hunner gemachtigden vo.or nietig verklaarden en niet voor de tweede heft van Juni vernemen we iets naders van de Hervormden. Het dorpsbestuur heelt een afschrift van de „insuniatie" der Katholieken aan de wederpartij; laten over handigen, dat is zeker, miaar of er nog iets andeis geschied is, blijkt niet. Waar om moest er nog een maand verloopen, eer de Protestanten, gewapend m(et hun ilrie-guldenszegel, poogden de schikking te voltrekken? Ongetwijfeld zal de stap, door de Katholieken gezet, wel benige ongerustheid gewekt hebben in het an dere kamp en misschien ook hadden do (ioesche heeren tijd van beraad noodig. Omstreeks half Juni gingen de kerk meesters Jacob Maat, Jan de Bruyne en Cornells Strosnijder stedewaarts tot het raadplegen van de Witt Hamer en Wage naar. Weer thuisgekomen, riepen zij de ledematen hunner gemeente bijeen tegen 18 Juni". De opgekomenen werden ver zocht liun namen te plaatsen onder een Ergens in het midden der Drentsche heidestreek ligt een eenzame boerenwo ning, omringd door enkele oude eiken. Achter het huis tussclien de boomen bevindt zich een verbazend diepe put, die volgens de bewoners van die streek reeds heel oud moet zijn. Geen van hen herinnert zich tenminste dat hij gegra ven werd en ook hun vaders en groot vaders hebben reeds hetzelfde beweerd Maar wél kent iedereen daar de legen de, die aan dien put verbonden is en die werkelijk alle kenteekenen van hoo gen ouderdom heeft. Nu moet men niet denken, dat elke vreemdeling die daar komt, de legende te hooren krijgt; een dergelijke mededeelzaamheid brengt het Drentsche volkskarakter niet mee. Wie echter in 't algemeen iets van de roman tiek van het land wil te weten komen, (loet verstandig vriendschap te sluiten met een ouden schaapherder. Met den jager is deze de eenige Drentenaar, die er van houdt met een vreemdeling te spreken over oude volkslegenden. Het verhaal van den diepen waterput, dat ik hier vertellen wilde, heb ik dan ook van den ouden Simon, schaapherder van de gemeente E, waartoe de betrok ken boerenwoning behoort. door den advöcaat opgestelde acte, op een zegeltje van 8 st. geschreven en waar bij de kerkmeesters „op de kragtigst© wijze gequalificeerd" werden tot hiet vorderen van rekening en verantwoording der ker- kemiddelen van de municipaliteit, tot het ontvangen en opnemen van geiden, om wegens het geval dpi 30 Maart zoo noo dig te procedeeren en te apipteloeren. Zes en twintig namen kwamen de acte be krachtigen, waaronder (aan het slot) die der kerkmeesters. Juist een week daarop kregen Jan van de Pas, Machiel Lambregtze en Pieter Mar. de Jonge bezoek va.n den geffleebts- bode, die huu, namens Jacob Maat c.s. had af te vragen, of ze den volgenden dag 's namiddags om 3 uren in de pa- rochieherberg zouden komen, om bet geld te ontvangen en verder over de zaken te spreken. „Ja!" antwoordden de man nen, terwijl Van de Pas nog vroeg: „Is het dan vierschaar, bode?" waarop' van Sas liet volgen: „Daar ben ik nipt van wetende". Des anderen daags hield voor de her berg van Klaas de Jonge een rijtuig stil, waaruit notaris Ossewaarde steeg, op den voet gevolgd door twee luidjes, di© blijk baar als getuigen zouden optreden. Mijn heer zette zich aan ©en tafeltje eh haalde uit de hém nagedragen groote portefeuille eenige papieren, diei hij begon te door- loopen, om toch iets te doen en het altoos vervelende wachten minder onaan genaam te maken. Als we, onbescheiden genoeg, over zijn schouder te turen, ziien we op hét foliovel, dat hij1 ter hand heeft genomen, een reeks van cijfers, die we oogenblikkelijk hérkennen als ontleleind aan het Plan van Schikking van 24 April 1799. Alleen ontbreekt no. 21Aanwas of in Slake in den St. Anthoniepolder. Nu, dat is in orde. De katholieke commissie meen de indertijd, dat dit nummer te laag ge schat was, jniaar het decreet van 10 Maart 1801 verklaarde die gronden tot „privar tief eigendom", aan taxatie noch naas ting onderworpen. In 1739 hadden de kerk meesters de Slake in den St. Anthoniepol der, voor zooverre de ambachtsheer©» er de beschikking over hadden, in pacht ge kregen voor 25 jaar tegen 4 pond 's jaars. In 17154 is het, volgens het genoemde decreet, erfpacht geworden. Die Slak© was dus eeu eigendom niet van do berk, maar van de bezitters der amhaohtshoerlijkie rechten in Ovezand. De 150 roedon tien den in Nieuwlandeken hadden do Her vormden mede als eigendom gerecla meerd, maar ze hadden thans het zoeken naar bewijzen, dat dit perceel (no. 24) door „vriewillige gifte, erfmakinge oft an derzins" verkregen, (lus niet uit do ker kelijke fondsen aangeschaft of oorspronke lijk tot de kerkelijke goederen beboerende was, gestaakt. I)ie 3b' pond min of meer kon den koop dan ook geenszins kwaad maken. Zie, voor den predikstoel, ban ken, boeken, enz. staat 25 pond uitgetrok ken, maar op het Plan van Schikking stond dat alles ook reeds tot hetzelfde bedrag geschat. Het kerkhof is als met do kerk een geheel uitmakende begrepen in de 672 pond. Dat is inderdaad waar. „Vol gens art. 9 (d.w.z. de 9e bepaling van het decreet van 10 Maart) moet aan het Naastend 'kerkgenootschap worde gedaan rekening bewijs en reliqua, waaruit zoude kunnen volgen, dat het goede slot van rekeninge, en er etenig bevonden wierd, hij de baten zoude moeten gevoegd wor den, of ingevalle er eennig nadelig saldo mogt exteren ('t geen 't geval is) hetzelve van de baten moeten worden afgetrokkten, uit welk oogpunt de zaak geconsidereord wordende, het provenu Van afgeloste oa- pitalen niet kan in aanmerkiing Komen en dus het ontvangen capitaal van hét Sloe bij hét resteenende kwade slot der rekening moest worden gevoegd, wanneer hetzelve calculative zal bedragen I0eme som van 300 pond, welke mitsdien van de Simon is een brave, gemoedelijke kerel die wellicht door zijn levenslangen om gang met het goedaardige schapenvolkje de laatste sporen van wantrouwen en terughoudendheid verloren heeft, waar door anders bijna alle Drentsche boeren in de oogen van vreemdelingen een zeer ongünstigen indruk maken, hoewel ze in den grond van hun hart vaak de beste menschen zijn. De oude Simon vertelde mij de legende aldus: Jaren geleden leefde er op die eenza me boerderij een vrouw, die weduwe was en zoo rijk, dat drie schaapherders niet in staat waren al haar schapen te hoeden en te beschermen tegen de wol ven. die in dien tijd nog dikwijls de streek onveilig maakten. En als er nog eens een schaap verloren ging, dan sloeg zij de herders onbarmhartig met de zweep en niemand durfde zich tegen haar verzetten, want men geloofde alge meen, dat ze in verbinding stond met den duivel. In een zeer drogen zomer gebeurde het, dat verscheidene schapen ziek wer den en stierven en het heette dat gebrek aan drinken daarvan de oorzaak was. Alle waterputten in de omgeving waren uitgedroogd en de rijke boerin vreesde, dat haar heele kudde verloren zou gaan, indien er niet weldra een paar goede regenvlagen kwamen. Toevallig kwam er die dagen door het naburige dorp een baten zal moeten worden afgetrokken. Dus nu Volgt de berekening: 2151 pond en 61 pond de baten bedragen 2212 pond en de lasten 300 pond, resterende haten 1912 pond, welke met een 10e verhoogd 191 pond, 4 schL, 2103 p. en 4 sch. uitmaken. Volgens hét plan van Schikking is het getal der zielen: R.-Kathiolij'k 287, Her vormden 162, tezamen 449, 'tgeen uit maakt voor elke ziel 4 p., 13 sch., 829/499 gr. en dus voor 287 zielen 1344 p., 7 sch., 24/5 gr. en voor 162 zielen 758 p., 16 sch., 91/5 gr., tezamen 2103 pi, 4 sch. L. FRANKRIJK. Over den godsdienst bevatte de „Schweizer. Kirchenzeit. een brief van een hoog beambte der stad Parijs, welke de aandacht verdient. Hij schrijft: „Gij vraagt mij, hoe het met den Ka tholieken godsdienst in Frankrijk staat? Op het land wordt hij sedert ongeveer een tiental jaren op de meeste plaatsen niet meer beoefend, uitgenomen in eenige streken in het Noorden en het Westen. In de steden echter is het godsdienstig leven niet zoo zeer in verval. Integen deel de katholieken versterken zich onder de leiding hunner bisschoppen al moei en meer. Zij houden v, eling met elkander en beginnen zich te vereenigeii. Men had in Frankrijk, bijzonder gedurende de revolutie, veel moeite zich in veree- nigingen te organiseeren. Door de veel zijdige en scherpe partijgroepoeringen in de politiek cn omdat vele staatsbeamb ten gedwongen naren, om hunne positie niet in gevaar te brengen, een zekere terughoudendheid in acht te nemen, waren slechts weinigen in de gelegen heid zicli te organiseeren in vereenigin- gen, die eenigszins godsdienstig karakter droegen. Men leefde het godsdienstig leven meer individueel. Thans staat het daarmede beter. Evenwel, voordat de Katholieken een aaneengesloten pari ij vormen, is er nog heel wat te doen. Een zeer bedenkelijke zijde van den toestand is de vermindering van heï aantal priesters. Het wordt moeilijk ieder dorp zijn pastoor te doen behouden en uit gebrek aan voldomde krachten, moeten dikwijls geestelijken aan het hoofd eener parochie geplaatst worden, wien liet aan de noodige bevoegdheid daartoe ontbreekt, ja, die zelf in het gehei 1 niet aanbevelenswaardig zijn. Op menige plaats, vooral op het platte land, is dan de Staalsonderwijzer de oorzaak van den achteruitganghij bederft de jeugdige personen, houdt hen verre van kerk en priesters en verhindert bovendien, dat hun godsdienstige geesl zich ontwikkelt. Men gaat nog naar de kerk bij den doop, bij Eerste H. Communie, bij het trouwen en bij de begrafenisplechtigheid, doch dat is alles. De zielzorger heeft zelfs groote moeite bij een stervende toegang le verkrijgen. Men strijdt voor de opvoeding der jeugd en sticht tot dat doel vrije scliolen. Dit ecliter is slecht in grootere plaatsen mogelijk en men heeft daarvoor nog veel grootrr sommen golds noodig, dan die, welke men bijeenverzamelt. Maar niet tegenstaande alles is in den grond van do Fransche volksziel nog een wezenlijke neiging tot den Katholieken godsdienst behouden gebleven." („0.") AMERIKA. Het katholicisme in de V. S. Aan een brief van oen mediawerker der vreemdeling. Toen deze hoorde in welke onaangename omstandigheden de rijke weduwe zich bevond, bood hij haar on- middelijk aan, achter haar huis eenjput te graven, zoo diep dat die altijd water zou blijven geven. „Maar", zeide hij er uitdrukkelijkjbij, „ik wil als belooning vijfhonderd zilveren guldens hebben!" In die dagen was dat een zeer groote som en de boerin sloeg dan ook het aanbod af. Toen echter nog dienzelfden dag weer tien schapen stierven, zond zij een van haar herders naar den vreem deling met de boodschap dat zij hem driehonderd zilveren guldens geven zou, mits het werk biunen vijf dagen voltooid werd. De vreemdeling antwoordde: „Ik wil vijfhonderd guldens hebben en de put is in drie dagen gereed". De boerin meende, dat het onmogelijk was in zoo korten tijd een put te graven en zij overlegde bij zich zeiven, dat zij den man voor eiken dag, die hij te veel gebruikte, honderd guldens in rekening zou brengen. Zij geloofde zoo heel goedkoop uit de moeilijkheden gered te worden en nam het laatste aanbod van den vreemdeling aan. Deze begaf zich rustig naar de plek achter het huis en tusschen de eiken en verwijderde daar op zijn gemak alle kleine onkruidplanten van den grond. Toen „Croix" te New-Yofk ontleeném wij' en kele interessante bijzonderheden, (lie wiel getuigenis afleggen van den grooten voor uitgang, dien het Katholicisme in de Ver- eenigde Staten gedurende 1912 gemaakt heeft. „Het jaar 1912, schrijft hij), heeft een rijken oogst gebracht van Katholieke ker ken, scholen en liefdadige instellingen in al (le Vereenigde Staten. Met groot® praal werden twee majestueuze kathedralen in gewijd en zeven andere zullen weldra ge reed zijn. Alleen in den Staat van New- York zijn tien nieuwe kérken gebouwd, waarvoor niet minder dan 121/2 millioen francs noodig waren. En over geheel het land heersoht dezelfde ijver voor het huis Gods. „In groot aantal nog rezen scholen, colleges, academies 'enz. als uit den grond op. Ik zou er zoo voor de hand weg wel van een twintigtal van die nieuwe instellingen melding kunnen maken. Zou men mij gelooven, als ik niet met de gegevens en staten voor me verzekeren kon, dat de Amerikaansche Katholieken daarvoor een som van 21.520.000 frs. bij eenbrachten „De Katholieke universiteit te Washing ton is vergroot met een trotsch' gébouw, opgericht ter eer® van kardinaal Gibbons, den beschermheer. Om de groote onkosten van den bouw te 'dekken had de mach tige Katholieke vereeniging van de rid ders van Columbus zich voor 2.500.000 frs. verbonden, waarvan 2 millioen reeds zijn gestort. „Om het volgen der cursussen voor de kloosterlingen der verschillende congre gaties mogelijk te maken zonder inbreuk op de kloosterregels, heeft men het even origineele als practische idee gehad om voor hen een afzonderlijk gebouw op te richten van niet minder dan een millioen dollars, waai' zij de kloosterregels kun nen onderhouden. „Ook de ziekenhuizen en andere lief dadigheidsinstellingen zijn in den loop van 1912 buitengewoon 'toegenomen. Zij zijn haast ontelbaar. „Als wij een greep doen en de totale onkosten van twintig van die gebouwen becijferen, dan komen wijl tot de som van 20.500.000 frs., heigeen gemiddeld 1.025.000 frs. Voor één gebouw is. En nogmaals zij het herhaald, dit is nog slechts een gering cleel van de offers, die de Katholieken in de Vereenigde Sta. ten alleen gedurende het jaar 1912 op brachten. („Msbode") DIHTSCHLAND. Llet Cin e ma - v r aags t u k. Uit Saarbriicken wordt gemeld, dat de ge meenteraad aldaar besloten heeft, de belasting op cinema's voor het vervolg te verdubbelen. Alleen die cinemato- graphische voorstellingen, welke uitslui tend volksontwikkeling op het oog hebben, zijn van deze belasting ontslagen. De nieuwe Kculsche aartsbisschop, dr. Von Hartmann, is gisteren (Donderdag) door den keizer plechtig beëdigd. De keizer hield daarna een korte toespraak. BELUIK. Groote brand. Volgens de bladen is de fabriek van d'Amman en Washer, de grootste schrijnwerkers van Brussel, door brand vernield. De schade bedraagt 1.000.000 frank. 300 werklieden zijn zon der werk. Tentoonstelling te Antwer pen. In de laatste gemeenteraadszitting heeft de burgemeester van Antwerpen medegedeeld, dat de ontworpen wereldr tentoonstelling in Antwerpen in 1920 zal plaats hebben; de regeering zou reeds trok hij met de spade een ruimen kring, waarbinnen de put gegraven zou worden. Daarna ging hij er kalm bij zitten op een grooten steen en rookte een pijp. Vol verbazing had de boerin deze een voudige toebereidselen gadegeslagen, maar toen de vreemdeling was gaan zit ten, meende zij, dat hij haar bespotten wilde. Alleen toen hij haar nogmaals uitdrukkelijk verzekerde, dat de put binnen drie dagen gereed zou komen, ging zij mopperend naar binnen aan haar werk. De vreemdeling bleef zitten. Maar toen de avond was gevallen, en de bewoners van het huis zich allen ter ruste hadden begeven en de lichten ge doofd hadden, klonk er op eens van de plaats, waar de vreemdeling nog steeds op den steen zat, een zonderling gefluit, zooals niemand ooit gehoord had. Het klonk zoo vreemd weemoedig, al die korte, zachte tonen, die welluidend kwa men uit het kleine instrument, waarop de vreemdeling blies. De boerin werd er wakker vanonder langs de gordijnen gluurde ze naar buiten, om te zien, wat er voorviel. In 'i eerst onderscheidde ze niets, maar plotseling meende ze een klein, donker figuurtje over 'terf te zien loopen. Het liep rechtop, evenals een mensch, maar (och kon het geen mensch zijn, want daarvoor was het veel te klein. Daar zag ze er nog één, toen kwam er voorloopig hébben toegestemd. De ten toonstelling zou gebouwd wordeu ten Oosten en ten Zuiden van de stad, o. a. op het oefeningsplein en het Nachtegaal. paTk. („Msbode") I T.AEIE Rosa Sarto f De dood van Rosa, Sarto, de 77-jarige zuster van Pa,us Pius X, schijnt het gevolg geweest te zijn van een bronchitis, (lie haar ruim drie weken dwong het bed te houden. Van den zomer had ze een aanval van verlamming ge hnd, waardoor baar gezondheidstoestand ernstig was geschokt. Gelijk reeds gemeld, was de indruk, dien het doodsbericht op den Paus maak te, zeer groot. Het trof hém te meer, daar hij eerst des morgens van den ernst van den toestand zjjner zuster op de hoogte was gebracht. Het doodsbericht werd naar den secretaris van den Paus getelefoneerd, die hjet Z. H. mededeelde. De audiënties zijn waarschijnlijk tot Zater dag opgeheven. De Paus en zijn zusters verkeerden onderling nog pp dezelfde ongedwongen, hartelijke wijze als toen de Paus nog jong priester was. cn zij: als meisjes op het veld werkten. Iedere waardigheid, en alle lux© wezen de zusters verre van zich af. Toen zij 'in de Eeuwige stad kwamen bestond er plan ze tot gravinnen te verheffen, maar de zusters weigerden beslist en zeidon: „Wij zijn 's Pausen zusters en dat is genoeg". Toen zij voor de eerste maal hun broer als opperhoofd der Kerk begroetten, tra den ze .angstig en verlegen binnen. Zij wierpen zich Voor hun broeder neder, maar deze hief ze op, omarmde ze on zeide: „Denkt er aan, ik ben nog altijd je Beppb". Men drong er bij d-e zusters op: aan, dat zij haar eenvoudige boerenkleeding zouden afleggen en zich' als groote dames kleeden. Vooral de priorin van het kloos ter, dat zij dikwijls bezochten, drong daar op aa,n. Eindelijk trokken zij dan ook meer steedsche kleeren aan, maar aan andere hoeden konden zij zich niet wen nen, en zij: droegen nog altijd de bonte sjaal over het hoofd. Een andere kwestie, die de zusters ook veel moeilijkheden en hoofdbrekens kost te, was de v-raag) hoé i'^Sjiaa.pibroer zouden aanspreken. Zij vonden ten slotte een uitweg: „Wanneer wij alleen'"héét hem zijn", vertelde de oudstenlatJt'end, „dan is hij natuurlijk onze .biodvi lOSK noe men wij hem Giuseppé of Bépipp; Is go. zeischap van andere lieden .kussen wij zijn ring en noemen hem HeiligeriiiV'tuler". Zulke onderlinge bewijzen van ftsjijjke, oprechte liefde sieren wel het karakter van hen, die ze betonnen. („Msbode"). De toestand in Constantinopel. Volgens berichten uit Stamboel die via Odessa, Berlijn en Parijs bereikten, zou alle handel en verkeer, zelfs het tramvervoer in de hoofdstad van het Ottomaansche rijk stilliggen. Verschil lende firma's zijn gefailleerd. Aan de overzijde van den Bosporus is cholera uitgebroken, terwijl in de Turksehe wij ken der stad voortdurend brand uitbreekt. Een ware volksverhuizing kan men iede- ren dag in de stad waarnemen. Anato- lische hulptroepen stroomen de stad binnen, terwijl de gevluchte gezinnen uit Gallipoli op weg zijn naar Klein-Azië. De regeering doet zonder veel succes, wanhopige pogingen om aan geld te komen. Verschillende wegen zijn daartoe reeds ingeslagen, ook zelfs de meest radicale van roof. Wanneer de Bulgaren in Constantino pel komen zullen zij de kroonjmveelen één met een lantaarn, waarin een olie- licht brandde. En allen liepen naar den kring, die de vreemdeling met zijn spade geteekend had en- daar begonnen ze te graven en in kleine wagentjes de opgeworpen grond te vervoeren. De boerin had allang begrepen, dat het kabouters waren en ze verbaasde zich zoo, dat ze niet eens angstig was. In het schemerend donker, waardoor de olielamp haar onzekere, rossige stra len zond, onderscheidde de boerin nu ook den fluitspeler, die nog rustig op zijn steen zat en zonder ophoudenhetzelfde weemoedige wijsje speelde. En nu be greep de boerin ook, hoe hij zoo ge makkelijk had kunnen beloven, den put binnen drie dagen te graven. Ze was kwaad, dat ze zich zoo voor den gek had laten houden. Toen zij den volgenden morgen buiten kwam, zag zij, dat de put reeds zoo diep was als ze nog geen put gezien had. Het verbaa-.de haar bovenmate, dat er nog geen water te zien was. De vreemdeling voerde den geheelen dag niets uit dan een weinig eten en drinken en praten met de herders, toen die terugkwamen van de heide. Aan slapen scheen de man niet te denken. (Slot volgt.)

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1913 | | pagina 5