epilatorium
isdoek,
I. MULDER - GOES
uses
les,
ten,
meid
idsknecht
feuilleton.
buitenland.
No. 20. TWEEDE BLAD NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT Zaterdag 15 Februari 1913.
ST.
riugsmiddel
Arbeider,
Üe Ib^ónde van den put.
Zelandia Antiqua.
genres.
in prijs.
Is hier.
fti prijs
GELD TERUG.
iarnle Zoon,
is nierpillen
maagpillen
zalf
ïs geraudel
poncelet
wijbert
jkpillen
[ngu1nose
Ilsempillen
wesfroo
OVEZAND.
De Oorlog op den Balkan.
puten het overtollige haar
Imen geheel verdwijnen.
[uscliadelijk.
per flacon f 1
swej 14b, ROTTERDAM
enz. enz.
voorhanden bij
M. GELOK te Kapelle bij
klein gezin, geen kinderen,
Idelbaren leeftijd.
nog
rstond gevraagd
iachelwerk.
r. F. PH. DE VALK, Goes-
net Maart
ikbaar, bij C. DE WINTER)
XXX.
Het stuk is lang en het kost, gelijk
met al die officieele stukken lilet geval
is, ook nog in onze dagen, eenige
inspanning het te lezen, maai' de bedoeling
blijkt duidelijk. Er waren katholieke ge
machtigden, die in opdracht hadden, al
les in het werk te stellen 't geien leiden
kon tot de begeerde Haasting en, deze
eenmaal verkregen zijnde, hadden zijl de
maatregelen te nemen, noodig, om bet
kerkgebouw aan de Katholieken te doen
overgaan. Toen zij afstand deden, gingen
zij hun boekje te buiten, derhalve was
hun handeling niet bindend voor hun last
gevers, de gezamenlijke1 Katholieken van
Ovezand, die nu vroegen ten-uitvoediog-
ging van het decreet van 10 Maart 1801.
Welke boodschap Dingenis van Sas heeft
teruggebracht, weet ik niet. Waarschijn
lijk zal de dokter geantwoord hebhen:
„lk zal het ter kennis van de schepe
nen brengen!" Ongetwijfeld moest bet pro
test aan de Weth gericht worden, als
aangewezen tot uitvoerder van bet de
creet, maar wat vermocht nu eigen
lijk dat dorpsbestuur in dezen? Te Gelli-
cum, in de Betuwe, was, omdat ook daar
de Katholieken in de meerderheid wa
ren, de oude kerk aan de oorspronke
lijke bezitters toegekend en de munici-
paliteit deed, wat nog vereischt werd tot
ten-uitvoerlegging van hét decreet van 13
Mei 1800, maar toen het tot afdoening
zou komen, weigerden de Hervormden de
acte van afstand te teekenen en het geld
te ontvangen. Wat vermocht het bestuur
nu anders dan zich maar weer te adres-
seeren aan het Vertegenwoordigend Li
chaam, dat een termijn zou bepaald, na
afloop waarvan kon geacht worden, dat
de .afstand geschied, het volgens het Plan
van Schikking uit te keeren bedrag ge
weigerd was; het geld kon dan aan hen,
die het verstrekt hadden, teruggegevien.
De met werk overladen commissie krieieg
in opdracht de stukken te onderzoeken,
desvereischlt inlichtingen te vTageo lan rap-
poi't uit te brengenDaar ginds in
Den Haag onderzochten de heeuem zoo
naarstig naar de kleinste omstandigheden
en de geringste zaken, dat er, volgens
een uitdrukking van den katholieken af
gevaardigde Guljé, „voor het goede Ba.
t.aafsohe Volk wisselbrieven op de eeuwig
beid" werden uitgereikt. Het allerwegen
trouw inachtgenomen wachtwoord der
Hervormden was„Talmen, de zaken met
alle denkbare middelen sletelpejide hou
dende wind mocht eens keeren I" En
de werkwijze der hooge regiering w,as
hieraan uitermate bevorderlijk.
liet was op 14 Mei, dat de lastgevers,
langs wettigen weg en op al'doenden grond
de handeling hunner gemachtigden vo.or
nietig verklaarden en niet voor de tweede
heft van Juni vernemen we iets naders
van de Hervormden. Het dorpsbestuur
heelt een afschrift van de „insuniatie" der
Katholieken aan de wederpartij; laten over
handigen, dat is zeker, miaar of er nog
iets andeis geschied is, blijkt niet. Waar
om moest er nog een maand verloopen,
eer de Protestanten, gewapend m(et hun
ilrie-guldenszegel, poogden de schikking
te voltrekken? Ongetwijfeld zal de stap,
door de Katholieken gezet, wel benige
ongerustheid gewekt hebben in het an
dere kamp en misschien ook hadden do
(ioesche heeren tijd van beraad noodig.
Omstreeks half Juni gingen de kerk
meesters Jacob Maat, Jan de Bruyne en
Cornells Strosnijder stedewaarts tot het
raadplegen van de Witt Hamer en Wage
naar. Weer thuisgekomen, riepen zij de
ledematen hunner gemeente bijeen tegen
18 Juni". De opgekomenen werden ver
zocht liun namen te plaatsen onder een
Ergens in het midden der Drentsche
heidestreek ligt een eenzame boerenwo
ning, omringd door enkele oude eiken.
Achter het huis tussclien de boomen
bevindt zich een verbazend diepe put,
die volgens de bewoners van die streek
reeds heel oud moet zijn. Geen van hen
herinnert zich tenminste dat hij gegra
ven werd en ook hun vaders en groot
vaders hebben reeds hetzelfde beweerd
Maar wél kent iedereen daar de legen
de, die aan dien put verbonden is en
die werkelijk alle kenteekenen van hoo
gen ouderdom heeft. Nu moet men niet
denken, dat elke vreemdeling die daar
komt, de legende te hooren krijgt; een
dergelijke mededeelzaamheid brengt het
Drentsche volkskarakter niet mee. Wie
echter in 't algemeen iets van de roman
tiek van het land wil te weten komen,
(loet verstandig vriendschap te sluiten
met een ouden schaapherder. Met den
jager is deze de eenige Drentenaar, die
er van houdt met een vreemdeling te
spreken over oude volkslegenden.
Het verhaal van den diepen waterput,
dat ik hier vertellen wilde, heb ik dan
ook van den ouden Simon, schaapherder
van de gemeente E, waartoe de betrok
ken boerenwoning behoort.
door den advöcaat opgestelde acte, op
een zegeltje van 8 st. geschreven en waar
bij de kerkmeesters „op de kragtigst© wijze
gequalificeerd" werden tot hiet vorderen
van rekening en verantwoording der ker-
kemiddelen van de municipaliteit, tot het
ontvangen en opnemen van geiden, om
wegens het geval dpi 30 Maart zoo noo
dig te procedeeren en te apipteloeren. Zes
en twintig namen kwamen de acte be
krachtigen, waaronder (aan het slot) die
der kerkmeesters.
Juist een week daarop kregen Jan van
de Pas, Machiel Lambregtze en Pieter
Mar. de Jonge bezoek va.n den geffleebts-
bode, die huu, namens Jacob Maat c.s.
had af te vragen, of ze den volgenden
dag 's namiddags om 3 uren in de pa-
rochieherberg zouden komen, om bet geld
te ontvangen en verder over de zaken
te spreken. „Ja!" antwoordden de man
nen, terwijl Van de Pas nog vroeg: „Is
het dan vierschaar, bode?" waarop' van
Sas liet volgen: „Daar ben ik nipt van
wetende".
Des anderen daags hield voor de her
berg van Klaas de Jonge een rijtuig stil,
waaruit notaris Ossewaarde steeg, op den
voet gevolgd door twee luidjes, di© blijk
baar als getuigen zouden optreden. Mijn
heer zette zich aan ©en tafeltje eh haalde
uit de hém nagedragen groote portefeuille
eenige papieren, diei hij begon te door-
loopen, om toch iets te doen en het
altoos vervelende wachten minder onaan
genaam te maken. Als we, onbescheiden
genoeg, over zijn schouder te turen, ziien
we op hét foliovel, dat hij1 ter hand heeft
genomen, een reeks van cijfers, die we
oogenblikkelijk hérkennen als ontleleind aan
het Plan van Schikking van 24 April 1799.
Alleen ontbreekt no. 21Aanwas of in
Slake in den St. Anthoniepolder. Nu, dat
is in orde. De katholieke commissie meen
de indertijd, dat dit nummer te laag ge
schat was, jniaar het decreet van 10 Maart
1801 verklaarde die gronden tot „privar
tief eigendom", aan taxatie noch naas
ting onderworpen. In 1739 hadden de kerk
meesters de Slake in den St. Anthoniepol
der, voor zooverre de ambachtsheer©» er
de beschikking over hadden, in pacht ge
kregen voor 25 jaar tegen 4 pond 's jaars.
In 17154 is het, volgens het genoemde
decreet, erfpacht geworden. Die Slak© was
dus eeu eigendom niet van do berk, maar
van de bezitters der amhaohtshoerlijkie
rechten in Ovezand. De 150 roedon tien
den in Nieuwlandeken hadden do Her
vormden mede als eigendom gerecla
meerd, maar ze hadden thans het zoeken
naar bewijzen, dat dit perceel (no. 24)
door „vriewillige gifte, erfmakinge oft an
derzins" verkregen, (lus niet uit do ker
kelijke fondsen aangeschaft of oorspronke
lijk tot de kerkelijke goederen beboerende
was, gestaakt. I)ie 3b' pond min of meer
kon den koop dan ook geenszins kwaad
maken. Zie, voor den predikstoel, ban
ken, boeken, enz. staat 25 pond uitgetrok
ken, maar op het Plan van Schikking
stond dat alles ook reeds tot hetzelfde
bedrag geschat. Het kerkhof is als met do
kerk een geheel uitmakende begrepen in
de 672 pond. Dat is inderdaad waar. „Vol
gens art. 9 (d.w.z. de 9e bepaling van
het decreet van 10 Maart) moet aan het
Naastend 'kerkgenootschap worde gedaan
rekening bewijs en reliqua, waaruit zoude
kunnen volgen, dat het goede slot van
rekeninge, en er etenig bevonden wierd,
hij de baten zoude moeten gevoegd wor
den, of ingevalle er eennig nadelig saldo
mogt exteren ('t geen 't geval is) hetzelve
van de baten moeten worden afgetrokkten,
uit welk oogpunt de zaak geconsidereord
wordende, het provenu Van afgeloste oa-
pitalen niet kan in aanmerkiing Komen
en dus het ontvangen capitaal van hét
Sloe bij hét resteenende kwade slot der
rekening moest worden gevoegd, wanneer
hetzelve calculative zal bedragen I0eme som
van 300 pond, welke mitsdien van de
Simon is een brave, gemoedelijke kerel
die wellicht door zijn levenslangen om
gang met het goedaardige schapenvolkje
de laatste sporen van wantrouwen en
terughoudendheid verloren heeft, waar
door anders bijna alle Drentsche boeren
in de oogen van vreemdelingen een zeer
ongünstigen indruk maken, hoewel ze
in den grond van hun hart vaak de beste
menschen zijn.
De oude Simon vertelde mij de legende
aldus:
Jaren geleden leefde er op die eenza
me boerderij een vrouw, die weduwe
was en zoo rijk, dat drie schaapherders
niet in staat waren al haar schapen te
hoeden en te beschermen tegen de wol
ven. die in dien tijd nog dikwijls de
streek onveilig maakten. En als er nog
eens een schaap verloren ging, dan sloeg
zij de herders onbarmhartig met de
zweep en niemand durfde zich tegen
haar verzetten, want men geloofde alge
meen, dat ze in verbinding stond met
den duivel.
In een zeer drogen zomer gebeurde
het, dat verscheidene schapen ziek wer
den en stierven en het heette dat gebrek
aan drinken daarvan de oorzaak was.
Alle waterputten in de omgeving waren
uitgedroogd en de rijke boerin vreesde,
dat haar heele kudde verloren zou gaan,
indien er niet weldra een paar goede
regenvlagen kwamen. Toevallig kwam
er die dagen door het naburige dorp een
baten zal moeten worden afgetrokken. Dus
nu Volgt de berekening:
2151 pond en 61 pond de baten
bedragen 2212 pond en de lasten 300
pond, resterende haten 1912 pond, welke
met een 10e verhoogd 191 pond, 4 schL,
2103 p. en 4 sch. uitmaken.
Volgens hét plan van Schikking is het
getal der zielen: R.-Kathiolij'k 287, Her
vormden 162, tezamen 449, 'tgeen uit
maakt voor elke ziel 4 p., 13 sch.,
829/499 gr. en dus voor 287 zielen 1344 p.,
7 sch., 24/5 gr. en voor 162 zielen 758
p., 16 sch., 91/5 gr., tezamen 2103 pi,
4 sch.
L.
FRANKRIJK.
Over den godsdienst bevatte
de „Schweizer. Kirchenzeit. een brief
van een hoog beambte der stad Parijs,
welke de aandacht verdient.
Hij schrijft:
„Gij vraagt mij, hoe het met den Ka
tholieken godsdienst in Frankrijk staat?
Op het land wordt hij sedert ongeveer
een tiental jaren op de meeste plaatsen
niet meer beoefend, uitgenomen in eenige
streken in het Noorden en het Westen.
In de steden echter is het godsdienstig
leven niet zoo zeer in verval. Integen
deel de katholieken versterken zich onder
de leiding hunner bisschoppen al moei
en meer. Zij houden v, eling met elkander
en beginnen zich te vereenigeii. Men
had in Frankrijk, bijzonder gedurende
de revolutie, veel moeite zich in veree-
nigingen te organiseeren. Door de veel
zijdige en scherpe partijgroepoeringen in
de politiek cn omdat vele staatsbeamb
ten gedwongen naren, om hunne positie
niet in gevaar te brengen, een zekere
terughoudendheid in acht te nemen,
waren slechts weinigen in de gelegen
heid zicli te organiseeren in vereenigin-
gen, die eenigszins godsdienstig karakter
droegen. Men leefde het godsdienstig
leven meer individueel. Thans staat het
daarmede beter. Evenwel, voordat de
Katholieken een aaneengesloten pari ij
vormen, is er nog heel wat te doen.
Een zeer bedenkelijke zijde van den
toestand is de vermindering van heï
aantal priesters. Het wordt moeilijk
ieder dorp zijn pastoor te doen behouden
en uit gebrek aan voldomde krachten,
moeten dikwijls geestelijken aan het
hoofd eener parochie geplaatst worden,
wien liet aan de noodige bevoegdheid
daartoe ontbreekt, ja, die zelf in het
gehei 1 niet aanbevelenswaardig zijn.
Op menige plaats, vooral op het platte
land, is dan de Staalsonderwijzer de
oorzaak van den achteruitganghij bederft
de jeugdige personen, houdt hen verre
van kerk en priesters en verhindert
bovendien, dat hun godsdienstige geesl
zich ontwikkelt.
Men gaat nog naar de kerk bij den
doop, bij Eerste H. Communie, bij het
trouwen en bij de begrafenisplechtigheid,
doch dat is alles. De zielzorger heeft
zelfs groote moeite bij een stervende
toegang le verkrijgen. Men strijdt voor
de opvoeding der jeugd en sticht tot dat
doel vrije scliolen.
Dit ecliter is slecht in grootere plaatsen
mogelijk en men heeft daarvoor nog veel
grootrr sommen golds noodig, dan die,
welke men bijeenverzamelt. Maar niet
tegenstaande alles is in den grond van
do Fransche volksziel nog een wezenlijke
neiging tot den Katholieken godsdienst
behouden gebleven." („0.")
AMERIKA.
Het katholicisme in de V. S.
Aan een brief van oen mediawerker der
vreemdeling. Toen deze hoorde in welke
onaangename omstandigheden de rijke
weduwe zich bevond, bood hij haar on-
middelijk aan, achter haar huis eenjput
te graven, zoo diep dat die altijd water
zou blijven geven.
„Maar", zeide hij er uitdrukkelijkjbij,
„ik wil als belooning vijfhonderd zilveren
guldens hebben!"
In die dagen was dat een zeer groote
som en de boerin sloeg dan ook het
aanbod af. Toen echter nog dienzelfden
dag weer tien schapen stierven, zond
zij een van haar herders naar den vreem
deling met de boodschap dat zij hem
driehonderd zilveren guldens geven zou,
mits het werk biunen vijf dagen voltooid
werd.
De vreemdeling antwoordde:
„Ik wil vijfhonderd guldens hebben
en de put is in drie dagen gereed".
De boerin meende, dat het onmogelijk
was in zoo korten tijd een put te graven
en zij overlegde bij zich zeiven, dat zij
den man voor eiken dag, die hij te veel
gebruikte, honderd guldens in rekening
zou brengen.
Zij geloofde zoo heel goedkoop uit de
moeilijkheden gered te worden en nam
het laatste aanbod van den vreemdeling
aan.
Deze begaf zich rustig naar de plek
achter het huis en tusschen de eiken en
verwijderde daar op zijn gemak alle kleine
onkruidplanten van den grond. Toen
„Croix" te New-Yofk ontleeném wij' en
kele interessante bijzonderheden, (lie wiel
getuigenis afleggen van den grooten voor
uitgang, dien het Katholicisme in de Ver-
eenigde Staten gedurende 1912 gemaakt
heeft.
„Het jaar 1912, schrijft hij), heeft een
rijken oogst gebracht van Katholieke ker
ken, scholen en liefdadige instellingen in
al (le Vereenigde Staten. Met groot® praal
werden twee majestueuze kathedralen in
gewijd en zeven andere zullen weldra ge
reed zijn. Alleen in den Staat van New-
York zijn tien nieuwe kérken gebouwd,
waarvoor niet minder dan 121/2 millioen
francs noodig waren. En over geheel het
land heersoht dezelfde ijver voor het huis
Gods.
„In groot aantal nog rezen scholen,
colleges, academies 'enz. als uit den grond
op. Ik zou er zoo voor de hand weg
wel van een twintigtal van die nieuwe
instellingen melding kunnen maken. Zou
men mij gelooven, als ik niet met de
gegevens en staten voor me verzekeren
kon, dat de Amerikaansche Katholieken
daarvoor een som van 21.520.000 frs. bij
eenbrachten
„De Katholieke universiteit te Washing
ton is vergroot met een trotsch' gébouw,
opgericht ter eer® van kardinaal Gibbons,
den beschermheer. Om de groote onkosten
van den bouw te 'dekken had de mach
tige Katholieke vereeniging van de rid
ders van Columbus zich voor 2.500.000
frs. verbonden, waarvan 2 millioen reeds
zijn gestort.
„Om het volgen der cursussen voor de
kloosterlingen der verschillende congre
gaties mogelijk te maken zonder inbreuk
op de kloosterregels, heeft men het even
origineele als practische idee gehad om
voor hen een afzonderlijk gebouw op te
richten van niet minder dan een millioen
dollars, waai' zij de kloosterregels kun
nen onderhouden.
„Ook de ziekenhuizen en andere lief
dadigheidsinstellingen zijn in den loop van
1912 buitengewoon 'toegenomen. Zij zijn
haast ontelbaar.
„Als wij een greep doen en de totale
onkosten van twintig van die gebouwen
becijferen, dan komen wijl tot de som
van 20.500.000 frs., heigeen gemiddeld
1.025.000 frs. Voor één gebouw is. En
nogmaals zij het herhaald, dit is nog
slechts een gering cleel van de offers,
die de Katholieken in de Vereenigde Sta.
ten alleen gedurende het jaar 1912 op
brachten. („Msbode")
DIHTSCHLAND.
Llet Cin e ma - v r aags t u k. Uit
Saarbriicken wordt gemeld, dat de ge
meenteraad aldaar besloten heeft, de
belasting op cinema's voor het vervolg
te verdubbelen. Alleen die cinemato-
graphische voorstellingen, welke uitslui
tend volksontwikkeling op het oog hebben,
zijn van deze belasting ontslagen.
De nieuwe Kculsche aartsbisschop, dr.
Von Hartmann, is gisteren (Donderdag)
door den keizer plechtig beëdigd. De
keizer hield daarna een korte toespraak.
BELUIK.
Groote brand. Volgens de bladen
is de fabriek van d'Amman en Washer,
de grootste schrijnwerkers van Brussel,
door brand vernield. De schade bedraagt
1.000.000 frank. 300 werklieden zijn zon
der werk.
Tentoonstelling te Antwer
pen. In de laatste gemeenteraadszitting
heeft de burgemeester van Antwerpen
medegedeeld, dat de ontworpen wereldr
tentoonstelling in Antwerpen in 1920 zal
plaats hebben; de regeering zou reeds
trok hij met de spade een ruimen kring,
waarbinnen de put gegraven zou worden.
Daarna ging hij er kalm bij zitten op een
grooten steen en rookte een pijp.
Vol verbazing had de boerin deze een
voudige toebereidselen gadegeslagen,
maar toen de vreemdeling was gaan zit
ten, meende zij, dat hij haar bespotten
wilde. Alleen toen hij haar nogmaals
uitdrukkelijk verzekerde, dat de put
binnen drie dagen gereed zou komen,
ging zij mopperend naar binnen aan haar
werk.
De vreemdeling bleef zitten.
Maar toen de avond was gevallen, en
de bewoners van het huis zich allen ter
ruste hadden begeven en de lichten ge
doofd hadden, klonk er op eens van de
plaats, waar de vreemdeling nog steeds
op den steen zat, een zonderling gefluit,
zooals niemand ooit gehoord had. Het
klonk zoo vreemd weemoedig, al die
korte, zachte tonen, die welluidend kwa
men uit het kleine instrument, waarop
de vreemdeling blies.
De boerin werd er wakker vanonder
langs de gordijnen gluurde ze naar buiten,
om te zien, wat er voorviel.
In 'i eerst onderscheidde ze niets, maar
plotseling meende ze een klein, donker
figuurtje over 'terf te zien loopen.
Het liep rechtop, evenals een mensch,
maar (och kon het geen mensch zijn,
want daarvoor was het veel te klein.
Daar zag ze er nog één, toen kwam er
voorloopig hébben toegestemd. De ten
toonstelling zou gebouwd wordeu ten
Oosten en ten Zuiden van de stad, o. a.
op het oefeningsplein en het Nachtegaal.
paTk. („Msbode")
I T.AEIE
Rosa Sarto f De dood van Rosa,
Sarto, de 77-jarige zuster van Pa,us Pius
X, schijnt het gevolg geweest te zijn van
een bronchitis, (lie haar ruim drie weken
dwong het bed te houden. Van den zomer
had ze een aanval van verlamming ge
hnd, waardoor baar gezondheidstoestand
ernstig was geschokt.
Gelijk reeds gemeld, was de indruk,
dien het doodsbericht op den Paus maak
te, zeer groot. Het trof hém te meer,
daar hij eerst des morgens van den ernst
van den toestand zjjner zuster op de
hoogte was gebracht. Het doodsbericht
werd naar den secretaris van den Paus
getelefoneerd, die hjet Z. H. mededeelde.
De audiënties zijn waarschijnlijk tot Zater
dag opgeheven.
De Paus en zijn zusters verkeerden
onderling nog pp dezelfde ongedwongen,
hartelijke wijze als toen de Paus nog
jong priester was. cn zij: als meisjes op
het veld werkten.
Iedere waardigheid, en alle lux© wezen
de zusters verre van zich af. Toen zij 'in
de Eeuwige stad kwamen bestond er plan
ze tot gravinnen te verheffen, maar de
zusters weigerden beslist en zeidon: „Wij
zijn 's Pausen zusters en dat is genoeg".
Toen zij voor de eerste maal hun broer
als opperhoofd der Kerk begroetten, tra
den ze .angstig en verlegen binnen. Zij
wierpen zich Voor hun broeder neder,
maar deze hief ze op, omarmde ze on
zeide: „Denkt er aan, ik ben nog altijd
je Beppb".
Men drong er bij d-e zusters op: aan,
dat zij haar eenvoudige boerenkleeding
zouden afleggen en zich' als groote dames
kleeden. Vooral de priorin van het kloos
ter, dat zij dikwijls bezochten, drong daar
op aa,n. Eindelijk trokken zij dan ook
meer steedsche kleeren aan, maar aan
andere hoeden konden zij zich niet wen
nen, en zij: droegen nog altijd de bonte
sjaal over het hoofd.
Een andere kwestie, die de zusters ook
veel moeilijkheden en hoofdbrekens kost
te, was de v-raag) hoé i'^Sjiaa.pibroer
zouden aanspreken. Zij vonden ten slotte
een uitweg: „Wanneer wij alleen'"héét
hem zijn", vertelde de oudstenlatJt'end,
„dan is hij natuurlijk onze .biodvi lOSK noe
men wij hem Giuseppé of Bépipp; Is go.
zeischap van andere lieden .kussen wij
zijn ring en noemen hem HeiligeriiiV'tuler".
Zulke onderlinge bewijzen van ftsjijjke,
oprechte liefde sieren wel het karakter
van hen, die ze betonnen. („Msbode").
De toestand in Constantinopel.
Volgens berichten uit Stamboel die
via Odessa, Berlijn en Parijs bereikten,
zou alle handel en verkeer, zelfs het
tramvervoer in de hoofdstad van het
Ottomaansche rijk stilliggen. Verschil
lende firma's zijn gefailleerd. Aan de
overzijde van den Bosporus is cholera
uitgebroken, terwijl in de Turksehe wij
ken der stad voortdurend brand uitbreekt.
Een ware volksverhuizing kan men iede-
ren dag in de stad waarnemen. Anato-
lische hulptroepen stroomen de stad
binnen, terwijl de gevluchte gezinnen
uit Gallipoli op weg zijn naar Klein-Azië.
De regeering doet zonder veel succes,
wanhopige pogingen om aan geld te
komen. Verschillende wegen zijn daartoe
reeds ingeslagen, ook zelfs de meest
radicale van roof.
Wanneer de Bulgaren in Constantino
pel komen zullen zij de kroonjmveelen
één met een lantaarn, waarin een olie-
licht brandde.
En allen liepen naar den kring, die de
vreemdeling met zijn spade geteekend
had en- daar begonnen ze te graven en
in kleine wagentjes de opgeworpen
grond te vervoeren.
De boerin had allang begrepen, dat het
kabouters waren en ze verbaasde zich
zoo, dat ze niet eens angstig was.
In het schemerend donker, waardoor
de olielamp haar onzekere, rossige stra
len zond, onderscheidde de boerin nu ook
den fluitspeler, die nog rustig op zijn
steen zat en zonder ophoudenhetzelfde
weemoedige wijsje speelde. En nu be
greep de boerin ook, hoe hij zoo ge
makkelijk had kunnen beloven, den put
binnen drie dagen te graven.
Ze was kwaad, dat ze zich zoo voor
den gek had laten houden.
Toen zij den volgenden morgen buiten
kwam, zag zij, dat de put reeds zoo diep
was als ze nog geen put gezien had. Het
verbaa-.de haar bovenmate, dat er nog
geen water te zien was.
De vreemdeling voerde den geheelen
dag niets uit dan een weinig eten en
drinken en praten met de herders, toen
die terugkwamen van de heide. Aan
slapen scheen de man niet te denken.
(Slot volgt.)