EEKBANK HilLTEsO te met Tuin en Schuur III van een een J'1 Augustinus Josephus Gallier, >00 No. 16. Donderdag 6 Februari 1913. Negende Jaargang. DELBURG KNECHT FEUILLETON. üssssfir Ibeeke. 5 BANK, GOES, iming laniienlijke partij •ige Kronen, windschermen, I lichtere kwaliteiten. i DELFT H2 GERIJEN FWAREN [GELFABR1EK iging van Pijporgels ste constructie, •ige garantie voor kid. IBOOTDIENST jrdt.Rotterdam en I Amsterdam, [i de Ruyter, Zuid en Vrachtzoeker. n DAGMEISJE. Verschijnt tlken MAAHDAG-, WOENSDAG- en VMIDMN9. BiSSCHüP VAN HAARLEM, 's Levens Eb en Vloed. SüK" 'en m»"™ SïïT'IS rr"" 3 O O Ett DÉTAIL I,- ren en stemmen van Orgels. |le aanbevelingen. Ie Steombooten GOES n. ROTTERDAM: |6 Februari 's morgens 1. 7 Februari 's morgens 1. 9 Februari 's morgens 1. 1 Februari 's morgens 3. 'ERDAM: Woensdagmiddag. ROTTERDAM n. GOES: 5 Februari 's avonds. 7 Februari 's morgeus 5. S Februari 's avonds. 1 Februari 's morgens 11. 's avonds 7 [STERDAM naar GOES: jdagmiddag 2 uur. Rotterdam, Haring- izjjde. iTIËN te bekomen te Goes ter J. C. MONHEMIUS, te de heeren BOUMAN Z&, .rdam bij de heeren J. B. RE en W. DEFAIS en te Rot- jij de Stoomboot-Reederij v/b ln DER SCHUIJT. Iersvracht Goes- Dordi- enkele reis, f 1, retour f MET MElP Kleine Kade te Goes, xond door dhr. Schikker. 1, zoo spoedig mogelijk, Oostsingel 228, Goes. ;ergeval en trouwgeval met bij m. RENTMEESTER, Ovezand Abonnementsprijs p. 3 maanden voor Goes 0.75, daarbuiten f 0.95 Afzonderlijke nummers cent, dubbele bladen 10 cent. Advertentiën worden ingewacht op Maandag en Woensdag vóór half drie en Vrijdag vóór een uur 's namiddags. Kanfoor v. d. Administratie: Ganzepoortsfraat C 209. GOES. Reclameberichten 25 Ct. p. r. Bij abonnement speciale prijs. Advertentiën van 15 regels 0.50; iedere regel meer 10 Ct. Eenzelfde advertentie 3 X geplaatst, wordt 2 X berekend. Dienstaanbiedingen 5 regels voor 25 Ct. a contant. De abonne's op dit blad, in hst bezit der door de B BM guldaji bij verlies van beide 1 BM tfk gulden bij directie uitgereikte polis, zijn, overeenkomstig de 1^1 III handen, voeten of oogen. M 1^1 I verlies van een daarvoor vastgestelde Verzekeringsvoorwaarden, I I 11 I Voorts bij ongeneeselijke I 11 I hand, voet GRATIS verzekerd tegen .ngalukken voor: verstandsverbijstering; I of oog; 1^^%^ duim; De uitkeering der bovenstaande bedragen is gewaarborgd door de „Hollandsche Algemeens Verzekerings-Bank" te Schiedam. I A gulden bij A gulden bij P" I 11 I ..verlies l_ verlies van B duimWtfÊ wijsvinger. Pu gulden bij verlies van eiken anderen vinger. door de genade Gods cn de gimst van den Apostolischen Stoel, Assistent-Bisschop bij den Pauselijken troon, aan de Geestelijkheid en de Geloovigen van ons Bisdom. ZALIGHEID IN OEN HEER. Reeds meermalen, B. G., hebben wij u in onze Vastenbrieven gewezen op ije voornaamste oorzaken, waardoor de ware christelijke geest, het ware Katholiek le ven hij zoovelen onzer verflauwde; de zen keer zullen Wij u spreken over een der gevolgen vim die verflauwing, een gevolg, dat door een natuurlijke wissel werking weer oorzaak wordt vau nog groo- tere verflauwing, ja zelfs bij velen reeds oorzaak werd, dat het christelijk geloofs leven geheel en al verloren ging, n.l. over de ongeregelde zucht naar vermaken, het onbeteugelde najagen van genoegens. Allereerst echter moeten Wij, om niet verkeerd begrepen te worden, wijzen op het groote onderscheid, dat er bestaat tusschen vreugde of blijdschap en wat men gewoonlijk genoegen of vermaken noemt. Dit onderscheid te maken is daar om van zoo groot belang, omdat de men- schelijke ziel behoefte heeft aan vreugde, en degenen, die ofwel ongeoorloofde of wel geoorloofde vermaken op ongeregelde wijze najagen, zich gewoonlijk op die be hoefte der menschetijke ziel beroepen te hunner verontschuldiging of te hunner zelfmisleiding. „We behoeven", (zoo zeg gen zij) „toch niet altijd treurig of ern stig te zijn, wij mogen ons toch wel eens van tijd tot tijd aan de vreugde over geven". Zeker, B. G., mogen wij dit, ja zelfs niet alleen van tijd tot tijd maar voortdurend; „verheugt u in den Heel al tijd, ik verhaal verheugt u", zoo zoo spreekt de Apostel Paulus in zijn brief aan de Philippensen, en hij haalt op een andere plaats in zijn brieven zijn eigen voorbeeld aan, als hij schrijft: „ik vloei over van blijdschap". En dit deed hij niet alleen in oogenblikken, waarop hij zicli eens ontspannen wilde, maar in de ernstige oogenblikken zijns ievens: „ik vloei over van blijdschap bij al onze ver drukking", zoo schrijft Hij aan de Co- rinthiërs. Die behoefte aan vreugde hebben ook alle heiligen gevoeld, en waarlijk niet de heiligen zijn het, die door woord o£ voor beeld tegen die behoefte der ziel zijn opgetreden; integendeel hoe heiliger zij waren, zooveel te meer was hunne ziel van vreugde vervuld. Hoe zou het ook 5) Zij stond vroeg op, kleedde haar zoontje en zich zelve met de grootst mogelijke eenvoudigheid en ging naar beneden in de huishoudkamer. Het ontbijt stond gereed, men zette zich aan tafel en daar de winkel nog niet geopend was, scheen oom Theodoor geneigd, zich dat oogen- blik ten nutte te maken om kennis aan te knoopen. Alzoo is uw vader volkomen ge ruïneerd gestorven, nicht ving hij aan. Zie daar waartoe de weelde en buiten sporige ondernemingen iemand brengen. —Mijn vader was een zeer eenvoudig man. antwoordde Eulalie, en het kan u niet onbekend zijn, oom, dat iedereen zijn doorzicht en zijn kennis van zaken erkende. Hetgeen hem niet belet heeft uw vermogen en dat van onzen armen neef te verspillen en u beiden tot den bedel staf te brengen, merkte tante Félicité scherp aan. Ach! als mijn broeder nog geleefd anders kunnen zijn? immers, de blijd schap wordt door den Apostel genoemd onder de vruchten van den H. Geest, en dus moet ook degene die het meest .vervuld is van den H. Geest, en die zijne ziel |het meest ontvankelijk' maakt voor de werking van den H. Geest, het meest genieten van die vrucht des H. Geestes, van ide blijdschap1. Nog sterker drukt de Apostel zich uit in zijn brief aan de ltomeinen, .waar hij zegt, dat het rijk Gods isgerechtigheid, vrede en blijd schap in den H. Geest, d.w.z. dat God in ons heersoht, dus dat de heiligheid bestaat in gerechtigheid en vrede en in die heilige blijdschap; welke Gods Geest in ons uitwerkt. Dit zuilen wij begrij pen, wanneer wij de vraag beantwoor den, wat eigenlijk vreugde of blijdschap is. Vreugde toch is de voldoening, die wij ondervinden hij het bezit van het geen wij als iets goeds liefhebben. De li. Thomas van Aquine zegt dan ook van de liefde, dat uit haar volgt èn be geerte èn vx-eugde: begeerte wanneer wij nog niet bezitten wat wij liefhebben, vreugde wanneer wij het wel bezitten. Derhalve wie God boven alles lief heeft, zal God hoven alles begeeren, ©n zai zich boven alles in de vriendschap en de vereeniging met God boven alles ver- heugen; daarom zingt de II. Kerk in hare hymnen„Jesu duicedo coi-diumex- cedens omne gaudium et omne desid©- rium: Jesus zoetheid der harten, die alle vreugde en alle begeerte- te boven gaat", omdat zij, als de heilige bruid van Je sus niets meer bemint dan haar- godde- lijken bruidegom; daarom ook riep de H. Bernardus in dichterlijke vervoering uit: „Jesus mei in ore, in aui'e melos, in corde jubilus: Jesus is honig in mijn mond, zang in mijn gehoor, en jubel in mijn hart". Maar dan zien wij ook aan stonds, dat wie verflauwt in zijn gods dienstig leven en dus in zijn liefde tot God, als een noodzakelijk gevolg van die verflauwing 'naar iets anders wat niet tot God kan wox-den teruggebracht, zal gaan begeei-en en daarin zijn vreugde zal gaan zoeken. Hier hebben wij index-daad een juisten maatstaf om onze vex-houding tot God af te meten: wordt voor ons een gods dienstig leven een droevige plicht, waar aan wij ons, zooveel als wij slechts dur ven, onttrekken, dan is onze liefde tot God al zeer verflauwd en gaan wij nog een schx-ede verder, zoodat wij' bij voor- keur verlangen naar en onze vreugde zoe- ken in zaken die voor ons een gevaar zijn om Gods vriendschap- te verliezen en onze ziel te bezondigen, dan kun nen wij toch moeilijk ons zeiven wijs maken, dat de liefde Gods nog in ons heerscht, -zeker niet dat de liefde Gods in ons zal blijven heerschen. De genoe- had 1 zuchtte Theodoor, hij, die zoo hard gewex-kt heeft, om zijn zoon eenig ver mogen na te laten; al zijn zwoegen en sloven heelt dus niets gebaat! Ik voor mij heb zulk een groote vlucht niet ge nomen als hij, ik heb het door wijlen onzen vader gedreven zaakje voox-tgezet maar tenminste behoudenj hetgeen ik verdiend heb! Verbeeld u daarom evenwel niet, dat wij rijk zijn! riep tante Félicité uit; verre vau daar, wij hebben juist genoeg om van te leven. De handel, ziet gij, en vooral de handel in ijzerwaren, gaat hoe langer zoo slechter. met uw kind bij ons innemende, hebben wij dan ook ge ducht, dat gij ons wel in het eene of andere van dienst zoudt zijn en uit dien hoofde heb ik wat werk voor u klaar gelegd. Ik zal het met alle genoegen doen antwoordde Eulalieik wensch niet lie ver dan te werken, tante, geloof dat vrij. Gij waart echter eene zeer voorname dame te P a r ij s en ik wed, dat gij uwe handen ook niet hard roerdet! Dat doet niets ter zake! Ik kan goed naaien en ik zal trachten u te vol doen. gens en vermaken dus die wij zoeken, wijzen ons met een onmiskenbax-e juist heid .aan of wij God dan wel de wereld tegenover God begeeren, of wij in God dan wel buiten Hem onze vx-eugde vin den, met andere woox-den, of wij God dan wel de wereld beminnen. Welnu, B. G., leggen wij ons zeiven dezen maatstaf eens aan; moeten wij dan niet de gevolgtrekking maken, dat ook onder ons zoovelen maar al te zeer in de liefde Gods zijn verflauwd; moeten wij ons dan nog verwonderen, dat zoo velen belaas! ook onder ons Gods liefde verliezen en ophouden als ware Chris tenen te leven? Wat toch zijn de ge noegens, die thans zoozeer worden ge zocht? Dat zijn vooreex-st het lezen van die zoogenaamde mooie boeken, waarin van het begin tot het eind die voor ons zoo gevaarlijke zinnelijkheid wordt geprik keld; waarin een beschrijving en een schil dering, in de schitterendste kleuren, van het leven wordt gegeven, als ware dit niet anders dan een week-elijk' vi&rkeer tusschen menschen van verschillende kunne. Het behoeft toch wel geen betoog, dat wie dergelijke lectuur zoo schoon vindt, de bekoringen tegen de engelach tige deugd in zichzeiven opwekt, en straks als de verleiding, in werkelijkheid optreedt, al zeer zwak zal staan tegen over een kwaad, waartegen onze toch, reeds zoo ten booze geneigde natuur geen enkel verweermiddel missen ka.n, terwijl hij niet zonder vermetel vertrouwen er o-p kan rékenen, dat God hem wel zal helpen door een buitengewone genade, die hij zichzeiven onwaardig heelt gemaakt door niet te iuistei-en naar de vreeswek kende vermaning van dienzelfden God, dat wie het gevaar bemint, in dat gevaar zal vergaan. Hetzelfde moet gezegd worden, maar met nog veel meer red-en van dje too- neelvoorstellingen; met nog veel mieer rie den zeggen Wij, omdat daar niet zoo als in het boek alleen tot den geest maar tegelijkertijd èn tot den geest èn tot de gevaarlijkste zintuigen: het gehoor en bet gezicht wordt gesproken. Daar in die too- neelvoorstellingen vooral wordt de zie- lenmoord ixx het groot bedreven; en nu door een nieuwe vinding, de bioscope, die voorstellingen, gelijk het geschrift dooi de boekdrukkunst, kunnen vermenigvul digd worden en voor ieder tot zelfs voor kinderen wox-den toegankelijk gemaakt, nu bedreigt ons inderdaad een zondvloed van zedenbederfwant het is treurig dit te moeten zeggen, maar 't schijnt niet te kun nen worden ontkend, dat het tooneel bij na niets anders te zien geeft dan wat wij maar met een zwak woox-d „ge waagd" zullen noemen, zoodat een goed Katholiek -wil hij dit blijven bijna nooit zich d i t vex-maak kan gunnen, en Het is goed, het is goedprevelde tante Félxcité, hare tevredenheid pogende te verbergen, wij zullen het beproeven; en wat zullen wij met dien knaap aan vangen Hij zal bij mij blijven, tante; hij is gewoon, mij met te verlaten. Dat hij u vooral niet iu uw werk hindere! Hij kan van tijd tot tijd wat op de binnenplaats gaan spelen. Dit zeggende, wees tante Félicité op een zeer klein door hooge muren ingesloten plekje gx-onds, waarop nimmer een zon nestraal viel en in welks midden de rand van een put zichtbaar was. Ik zal bij moedertje blijven! riep Olivier uit en begon met een lief stem metje te zingen Leeren is spelen 1 Nu! wij zullen zien oi' gij zoet zijt, viel Félicité hem in de rede, hem een tikje op den wang gevende. Zie hier de verdeeling van onze dagen, nicht, ging zij voort. Wij staan vx-oeg op, ont bijten ten zeven ure, eten des middags ten twaalf ure en gebruiken liet avond maal ten acht ure mijn broeder is in liet magazijn, ik doe het huishouden en kook den pot met Bareau, de dienstmeid, en help in den winkel, wanneer Theo door aan zijne boeken is. Gij kunt in dit ?i 1 'l1 n 0 0 a's n'et vooraf weet, dat het op te voeren spel zonder ge vaar voor de zeden is. Daai-om verma nen ij hier tevens degen-en, die van de tooneel voorstellingen verslag gev-en dat zij wel moeten bedenken, hoe groot© verantwoordelijkheid zij daardoor op zich nemenomdat van hun goedkeuring zal afhangen, of niet menigeen, die anders zich met in den schouwbui-g zou heb ben gewaagd, er nu zal heengaan, en misschien van hun afkeuring, omdat daar door verderfelijke voorstellingen worden bekend gemaakt aan zwakke zielen, die zich maar al te zeer voelen aangetroffen om te zien en te hooren wat juist zij- ■dierminst zien en hoox-en moesten. Wij nebben den indruk gekregen- Wij ver helen dit hier niet dat hier en daar die verantwoordelijkheid niet genoeg wordt gevoeld. De hier besproken vermaken zijn wel de voornaamste, waartegen Wij met nar druk moeten optreden, maar B. G. gij weet het trouwens zeiven ook wél de «enige zijn het niet. Allerlei feesten, ot zolls huiselijke feesten kunnen, wan neer cle aanleggers ervan niet uiterst waakzaam zijn, zoo gemakkelijk werke lijke gevaren worden voor hen, die er aan deelnemen; en op menig feest is ooJi: de duivel die zieieninoorde- naar de meest blijde feesteling. Nog heden ten dage zou de H. Betrus Chry- sologus, die in zijn preeken zoo krach tig optrad tegen zekere feesten, welk© gevierd werden met verkleeding en dan sen, kunnen en moeten zeggenqui jo din voluerit cuin diabolo, non"poterit gaudere cum Christo; die schertsen wil met den duivel, kan zich niet verheugen met Christus". Doch genoeg hiervan; liet zou toch wel diep treurig zijn, als het na zooveel eeuwen van christendom nog moest gaan als in den heidensehen tijd dat er geen feest en goen feestvreugde mogelijk ware zonder zonde of althans zonder gevaar voor zonde; en wanneer dat alles waar werd, dan.... ia dan wa len wij weer in het heidendom terugge zonken en moest de wereld opnieuw tot Dnristus worden bekeerd. Opnieuw tot Christus bekeerdDit woord, B. G., treft Mij terwijl ik het schrijf, meer dan ik had voorzien; het gelijkt zoo wonderwel op de leuze waar mede onze thans regeerende Paus zicii bij zijn eerste optreden aan ons voor stelde: omnia instaurare in Christo, al- es herstellen in Christus, üok hij heeft or11^"1 u° we.reld weel' veel heidendom pgemerkt, anders had hij dat woord van den Apostel„Upmeuw terug naar Chris- Gnrl Ülf spreken. Geve do goed© d dat het ons aller leuze worde ai- lereerst voor ons zeiven, maar vervol gens ook voor onze geheele omgeving vertrek zitten naaien; des Zondags kunt gij in de St. Mauntskerk de H. Mis gaan n,, Pns ?ten is zeer eenvoudig, het ,our hierop volgen, want wij zijn m het geheel met rijk, en hoe eerder uw echtgenoot u komt afhalen, hoe liever het ons zijn zal. Ik heb znn verzoek niet van de hand willen wijzen, daarik sgn eenige bloedverwant benengij™ iet schijnt, niets dan verre naasSam en hebtmaar, ondanks mijn goeden had zij op de geheele wereld lenande? toevluchtsoord gekend dan dat sombere huis, waarin men haar zoo onlieuscii gSgdan dfZ1J i)loedvel'wauten genau dan die oude lieden, die niets dan luidden. Vast besloten niet te morren nen 'af riff het °^eluk betoo' een' J artin 00m ün Bare tante een minzaam antwoord en zette zich terstond aan het werk zonder ontevS had een if 1 WiJken- Ta"te FeJicité had een hoogen stapel versleten linnen dat wij voortaan onze vreugde er in vin den, en er een voortdurend feest van maken, lr-eilig te leven en met Christus vereenigd te blijven door de genade-; en dat dan deze onze vreugde aansteklijkl werke -op allen met wie wij omgaan, zoo dat allen van ons leeren dat de ware vreugde, de vreugde die met geen bitter heid van wroeging is vermengd, zooals de zondige vermaken altoos zijn, de vreug de, die nooit behoeft te eindigen, alleen die blijdschap is welke voortkomt uit de liefde tot God en de vrucht is van den H. Geest. Het is altijd de gewoonte geweest van goede Katholieken, dat zij in den vasten tijd, waarin op bijzondere wijze het bit ter lijden en sterven van onzen Verlos ser wordt herdacht, zich onthouden van alle feestelijkheden ©n van allerlei overi gens geoorloofde vermakelijkheden. .Wij vertrouwen natuurlijk, dat ai onze ge loovigen zich aan die heilige gewoonte trouw zullen houden; dat zij met meer dan gewonen ijver al hunne godsdienstig© verplichtingen zullen vervullen, ook den plicht van versterving, die de H. Kerk in dien tijd van hen vraagt, en dat zij op die wijze zich nauwer dan anders met God zullen vereenigen; en dat ver trouwen spreken Wij bij deze gelegenheid uit met de woorden van den Psalmist: „gustate et videte quoniam suavis est JJominus, proeft en ziet, dat de Heer zoet is"; ondervindt zelf, hoe de reine vreug de, dat men leeft in de vriendschap m-et God, de ware vreugde is, en dat, hoe nauwer men met God vereenigd ie-eft, zoo veel te grooter de vreugd© wordt, die ons hart verblijdt. Het lijdt geen twij fel, of gij zult dan aan het einde van de Vasten moeten erkennen, dat h©t z-elfs ondanks de verstervingen een aangena me tijd was en dagen van zalig geluk, oindat gij zult ondervonden hebben, dat alleen God met zijne door de wereld niet te geven goede gaven all© begeerte ver vult, „qui replet in bonis desiderium tuum"; en moogt gij dan door die on dervinding geleerd, ook in uw verderen levenstijd uwe vreugde zoeken in H-ein, die u allen eenmaal naai- Wij hopen, zal uilnoodigen om in te gaan, en dan voor altoos, in de vreugde des Heeren. Laten wij daarvoor bidden, veel bid den vooral in de aanstaande dagen van boetvaardigheid; dan mogen Wij er op rekenen, dat wij de genade, welk© voor die geestelijke vernieuwing noodig is, ze ker zullen verkrijgen, immers volgens het woord der 11. BcUrift zijn ons gebed en Gods barmhartigheid ouafsoheideljjk ver bonden en is het gebed goed -en krach tig, als het gepaard gaat met -yasten. Daarom zijn .Wij dan ook gewoon, alle behoeften van de 11. Kerk en van ons Vaderland dringend in uwe gebeden aan te goed klaar gelegd, dat zij moest ver stellen. Met dien arbeid verliep de dag, vermengd met eenige berispingen van tante Félicité. Olivier week niet van de zijde zijner moeder, die, hoewel ijverig voortarbeidende, hem zijne gebeden en labelen deed opzeggen, en toen de avond kwam, voelde zij zich vermoeid, eenig- zins droefgeestig, maar gerust. Op dezen eersten dag volgden veleauderen, gelijk niets vervroulijkte of verstoorde ooit de regelmatige levenswijze in dat vreugde- looze huishouden iedere dag bracht de zelfde eentonige bezigheden aan men wisselde bijna de zelfde woorden op hetzelfde uur; noch vrienden, noch be kenden kwamen ooit aan broeder of zuster een bezoek brengen zij leefden in een zekere geheimzinnigheid, welke alle denkbeeld van vertrouwelijken om gang uitsloot; niemand kende denstaat van hun vermogen, niemand betrad ooit het kantoortje van oom Theodoor of de slaapkamer der oude liedenzelfs Ba- beaus voorrechten strekten zich niet daartoe uit en Olivier werd ernstig be knord, omdat hij liet op zekeren dag had durven wagen in het gewoonlijk goed gesloten vertrek van zijn oom Guilbert te sluipen. (Wordt vervolgt.)

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1913 | | pagina 1