Het Stuiverstuk. TWEEDE BLAD NIEUWE ZEEÜWSCHE COURANT Zaterdag 35 Januari 1913. No. 11. f EUH.LETOH. KIEZERSKWEEK. UITIDE PERS. Wat maar eens in de 12 jaar gebeurt, geschiedt thans: in Juni e.k. moeten er achtereenvolgens verkiezingen plaats hebben voor de Tweede Kamer, de Provinciale Staten en den Gemeenteraad. Voor onze kiesvereenigingen is de moeitevolle maar eervolle taak wegge legd te zorgen dat ons kiezerscorps worde aangevuld met nieuwe kiezers, die zulks dit jaar kunnen worden. Ter hulp en voorlichting willen wij zoo uitgebreid mogelijk alle gegevens behandelen die noodig zijn voor de beoordeeling of iemand al dan niet op de kiezerslijst kan worden gebracht. In de veronderstelling dat geen enkel mannelijk Nederlander onver schillig er voor is met zijn stembiljet invloed te kunnen uitoefenen op de regeeringszaken en overtuigd dat de Katholieke Nederlander niets vuriger verlangt dan een goed staats burger te zijn, wenden wij ons eerst tot allen die óf tot heden zich nog niet aangaven óf dit voor de eerste maal moeten doen. Hun allen binden wij op het hart: denkt aan 15 Februari. Wie vóór 15 Februari zich niet heeft aangegeven, (14 Februari is dus de laatste dag), komt dit jaar niet op de kiezers lijst, en stemt dus bij geen der drie bovengenoemde verkiezingen mee. Hij is geen kiezer voor den Raad, en ook niet voor de Staten en de Kamer. Behalve in gemeenten die in een lagere belastingklasse terecht kwamen, zullen er hier en daar nog veel kiezers op de lijst komen. Er zullen er echter, tenzij de kiesver eenigingen en de man zelf er groote moeite voor doen, ook verschillenden afblijven. Dit moet natuurlijk zoo mogelijk voor komen worden, Daartoe willen ook wij medewerken door alvast de noodigste inlichtingen te verschaffen. De secretarissen onzer kiesvereenigin gen moeten echter 't voornaamste doen. Zij mogen niet rusten voor zij zeker heid hebben dat al wie op de kiezers lijsten behoort, er ook op staat. Herinnerd zij nog dat tot de aan giftekiezers voornamelijk behooren de loonkiezers en de liuurkiezers. Laatstgenoemden zijn dezulken die van 1 Aug. 1912 tot 31 Januari 1913 injiet- zelfde huis verblijf hielden of slechts eenmaal verhuisden en zooveel huur verwoonden als in de tabel achter de kieswet voor iedere gemeente is aange wezen. Zij kunnen en moeten, op grond daarvan, aanspraak maken om kiezers te worden. Schippers moeten een schip in huur hebben gehad van 2400(1 kilo laadvermogen of 24 kub. Meter inhoud. Wij merken hierbij op dat bij de huur der woning de huur van een stukje grond mag worden bijgeteld om het gevorderde bedrag te krijgen. Maar dan moet men den grond ook evenals de woning van 1 Aug. 1912 tot 31 Jan. 1913 in huur hebben gehad. Onze lezers op de dorpen zullen van deze bepaling zeker wel flink nota willen nemen. Immers wanneer men f 1 verwonen moet om kiezer te zijn, en men verwoont maar 80 cent, dan wordt men toch kie zer, bijaldien men nog zoo'n lapje grond van den een of ander in huur of pacht heeft, bijv. van 20 cent per week. Dit moet men dan vóór 1 Februari gaan aangeven. Dat stukje land behoeft niet bij 't huis f of in dezelfde gemeente gelegen te zijn, of van denzelfden eigenaar als daar dé wo ning van is, gehuurd te wezen. Dit komt er altemaii' op aan. Op de-SLj, ajipie kijkt men maar of huis en land sJmvfn tff huis alleen u f 1 per week aart;huur kost. Kiesvereenigingen, weest op uw post en zorgt dat al deze menschen, met dat vereischte stukje land, zich gaan aan geven. Huurkiezers die verleden jaar al op de lijst stonden als huurkiezer, behoe ven zich niet meer aan te geven. Zij staan van zelf op de lijst. Maar, past er opWie nog niet als huurkiezer op de lijst staat, of er ver leden jaar wel op is gebracht, maar op 1 Februari van d i t jaar eene andere woning bewoont, dan waarin hij op 1 Februari 1912 verblijf hield, moet zich aangeven. En nu de loonkiezers waaronder ook de inwonende zoons. Hier vooral hebben de kiesvereenigin gen op te letten. Immers velen, die an ders zouden zijn uitgesloten, kunnen in deze rubriek kiezer worden Zoo bijvoorbeeld is nu kiezer hij. die van 1 Januari 1912 tot 31 Januari 1913 in dienstbetrekking was en in dien tijd niet meer dan slechts een keertje van baas is veranderd. Dus let op, wie nu in November uit zijn dienst ging, bakkersknecht of boe renarbeider bijvoorbeeld, en nu bij een anderen baas werken, blijven of worden kiezer, wanneer zij maar bij den vorigen baas van 1 Aug. 1912 (of natuurlijk daarvóór) in dienst zijn geweest. Hier komt nog bij dat het loon van den man, als dat niet voldoende is, om kiezer te worden, vermeerderd mag worden met 't loon zijner vrouw en de helft van het loon zijner minderjarige kinderen. Nu zullen vele arbeiders zeggen Dankje, de burgemeester heeft er niet mee te maken, hoeveel mijn huishouden verdient. Dan raden wij denzulken aan alleen 't wettelijk bedrag op te geven. In vele dorpen moet 't loon om kiezer te zijn f6 per week bedragen. Welnu, dan geeft men op dat deze som als mi nimum door den man en de vrouw of 't gezin te zamen wordt verdiend. De wet zegt nu duidelijk dat niet meer het juiste bedrag van het loon behoeft op gegeven te worden. Wie dus f9 verdient en reeds bij een loon van f 5 of f 6 kiezer kan zijn, die geeft f5off6op, dit is voor de secretarie genoeg om te weten en de wet neemt er genoegen mee. Niemand weet dus wat gij verdient. Ja, nog sterker, de wet zegt dat niemand het mag weten. Denkt erom, alle loonkiezers moeten ieder jaar opnieuw aangifte doen, onverschillig of zij het vorige jaar reeds op de lijst voorkwamen of niet. Alleen moet aan hen die al op de kiezerslijst van 1912 voorkwamen door den burgemeester een aangiftebiljet wor den toegezonden zoodat zij dit niet expresselijk behoeven aan te vragen. Maar dan ook met dat aangiftebiljet naar 't secretarie toe. Grootboekkiezers, Spaar bankboekjekiezers, Pensioen kiezers en Examenkiezers behoeven zich niet meer aan te geven, wanneer zij als zoodanig reeds op de vorige kiezerslijst stonden. Natuurlijk moeten zij die voor het eerst op de lijst moeten komen, en kiezer willen worden op grond van het hebben van een pensioentje, een spaarbankbeekje met f50 er op, een inschrijving op het Grootboek of een examen achter den rug; zich wel komen aangeven. En dan geldt hier ook als pensioen, wanneer men dit trekt, niet alleen van openbare instellingen, maar ook wanneer het door ondernemingen en bijzondere instellingen wordt verschaft. Wie minstens f 100 nominaal in het Grootboek heeft staan of f 50 op de Post spaarbank, die moet, als hij zich komt aangeven, een verklaring overleggen der directie van de Grootboeken of der Rijks postspaarbank. En wie nu een pensioentje heeft, on verschillig van wie, die kan dit bij zijn loon trekken en zich als loonkiezer aan geven. Dan toch geldt dit pensioentje als loon. Ook ongevallenrente mag als loon wor den meegerekend. En wanneer in een bedrijf de werkzaamheden een zeker deel van het jaar stilstaan of stilstonden, dan wordt toch die tijd als diensttijd be schouwd. Zoodat van 1 Jan. 1912 tot 31 Januari 1913 ook die maanden, waarin men wegens stilstaan van bedrijf tijde lijk buiten verdienste was, worden be schouwd alsof men ook in dien tijd had gewerktwanneer 'tloon maar voldoende is voor het kiezerschap 1 Aangeven moeten zich ook sommige belastingkiezers, en wello. Zij die in een andere gemeente over liet volle laatst verloopen dienstjaar zijn aangeslagen geweest tot een bedrag van minstens fl indeGron'dbelasting: of over het volle dienstjaar in de P e r- soneele belasting, Bedrijfs- of Ver mogensbelasting, en die naar zekere gemeente verhuisd zijn. Zij moeten daarvan opgave komen doen onder overlegging van de voor voldaan geteekende aanslagbiljetten vóór 15 Febr. a. s. Wie dus bijvoorbeeld een vol jaar be drijfsbelasting heeft betaald te Goes en sinds naar Zierikzee verhuisde, die toont te Zierikzee op 't secretarie zijn biljet aan den daarvoor aangewezen ambtenaar die hem op de Kiezerslijst zal inschrijven. 2o. Zij die zijn aangeslagen wegens gemeenschappelijk bezit in een onver- deelden boedel, kunnen, ja moeten zich ook komen aangeven, en brengen het door den ontvanger gewaarmerkte aan slagbiljet mee, waarop men op 't secre tarie kan zien dat door den aspirant kiezer voor zijn aandeel in deze belas ting minstens een gulden is bijgedragen. Wij haasten ons hier bij te voegen dat nu voortaan ook personen, die over slechts twee maanden in het dienstjaar zijn aangeslagen in een Rijks-directe belasting, het kiesrecht kunnen ontvan gen. Ieder, die weet, hoe dikwijls het voorkomt dat een persoon door ver huizing b. v. voor slechts een deel van het jaar aangeslagen wordt in de Personeele belasting, zal toegeven dat deze wijziging niet zonder belang is. Natuurlijk worden die personen door den ontvanger ambtshalve op de kiezerslijst gebracht. Voorts herinneren wij er aan dat aan hen, die op 1 Februari hun Personeele belasting, nog niet hebben voldaan, een kennisgeving met het opschrift „Kies recht" door den ontvanger wordt gezonden en dat de belastingschuldigen hun na 1 Februari afbetaald biljet niet meer aan den Burgemeester hebben te vertoonen zooals tot heden geschiedde, maar dat de ontvanger dat voortaan voor hen zal doen. Het spreekt van zelf dat wij allen, als eerlijke menschen geroepen zijn te zor gen dat dergelijke „kennisgeving" ons niet behoeft gezonden te worden. In ieder geval hebben de zoodanigen, wie een „kennisgeving wordt thuis be zorgd, te zorgen dat zij vóór 1 Maart hun belasting hebben aangezuiverd. An ders gaan zij van de lijst af. Dit geldt voor alle belastingen. Gesteld men was in de Bedrijfs-,inde I 11) (Slot.) Zwijg, zeg ik u. Laat mij uitspre- i ken, het oogenblik is nu daar Cecilia! i ging zij voort, de jonge vrouw bij de hand I vattende, gij weet, dat ik u liefheb; gij I weet het, niet waar en het is de waar- heid. Ik ga rondborstig met u spreken. I, Buitendien moet gij wel eenigszins ra- I den Cecilia zag Richard en zijne moeder I aan. Een lichte blos verfde hare wangen. Om kort te gaan, zie hier de zaak I Richard bemint uhij bemint u tot dol- I wordens toe. Cecilia's wangen werden purperkleurig I en uit hare neaergeslagene oogen drop- k pelden dikke tranen. Moeder, sprak Richard, gij ziet im mers wel, dat gij haar bedroeft. Zwijg, zeg ik. Zij drukte Cecilia's hoofd tegen haren boezem. I Laat die tranen maar vloeien, Ce- cilia, dat zal u verlichten. Gij hebt met veel tegenspoed moeten kampen, mijn j kind, zelfs gebrek geledenmaar indien I het van ons afhangt, zal daaraan een einde komen. Wij zijn niet rijk; maar I hetgeen wij hebben, zullen wij volgaarne met u en de kleine deelen, en hetgeen E wij in voedsel zullen te kort komen, zullen wij in tevredenheid winnen. Gij zult mijn jongen tot den gelukkigste der echtgenooten en mij tot de gelukkigste der moeders maken Ik weet wel, dat gij het beter gewoon geweest zijt; maar het geld, dat gaat, dat komtGij be hoeft niet terstond te besluiten, mijn kind, men moet in alles' met bedacht zaamheid te werk gaan en zich niet over haasten maar ik heb gemeend er u over te moeten spreken, dewijl in dit geval alles van u afhangt. De oude vrouw mengde hare tranen met die van Cecilia, wier hand Richard, op de knieën voor haar liggende, tus- schen de zijnen klemde. Cecilia, sprak hij, veroorloof mij u te bekennen, dat ik u bemin, dat het geluk of het ongeluk mijns levens af hangt van het woord, dat over uwe lippen zal komen. Ik bied u geen schitterend lot aan, gelijk mijne moeder u reeds ge zegd heeft, maar gij zult nimmer een verknochter hart vinden. Ik geloof u, antwoordde Cicilia, in Richards oogen de oprechtheid zijner woorden lezende, en ik ben verzekerd, dat uwe vrouw gelukkig zijn zal. Ik zal u morgen mijn besluit doen kennen. Gij staat mij immers wel een dag toe, Richard Dit voorstel werd volgaarne aangenomen. Den volgenden dag, tegen het vallen van den avond, hoorde Richard de voet stappen van verscheidene personen op het duistere portaal. Er werd aan zijn kamerdeur geklopt. Met de lamp in de hand opende hij die en zag drie perso nen voor zich staan: Robert, Frumence en Pieter. Cecilia? vroeg Frumence hijgende waar woont zij? Daar! antwoordde Richard. De appelvrouw had de gierigaards herkend. Hoe! sprak zij, ten hoogste ver baasd, de vrekken! Wat komen zij hier doen? Sneller dan de gedachte hadden zij reeds aan Cecilia's deur geklopt en den knop omgedraaid. Zij traden binnen en vielen met den uitroep: Cecilia! mijne dochter! de arme vrouw om den hals. Toen de eerste vervoering des weder- ziens een weinig bedaard was, gingen Cecilia en haar dochtertje, na Richard en zijne moeder alles medegedeeld te hebben, mede naar het voor haar zoo lang gesloten vaderlijke huis. De oude appelvrouw en haar zoon bleven een geruime poos na haar vertrek het stilzwijgen bewaren en zaten mis troostig voor zich heen te zien. Zij is voortaan voor armoede be veiligd, sprak de jongeling met eendie pen zuchtmaar voor mij is zij verloren Wie zou hebben kunnen denken mompelde zijne moeder, dat die twee gierigaards de vader en de grootvader van Cecilia waren! Het is onmogelijk de tooneelen van verzoening en blijdschap te beschrijven, I waarvan het oude huis getuige was. Cecilia vertelde aan Robert en Frumen ce haren geheelen levensloop en deelde Vermogens-, in de Grond-, in de Perso neele belasting aangeslagen, en men had van de vier er drie ten volle betaald, doch bleef in een achterlijkdan gaat men onverbiddelijk van de lijst af, indien niet vóór 1 Maart ook deze belasting is aangezuiverd. Gelijk wij boven zeiden, geldt nu ook de aanslag uitgereikt in den loop van het dienstjaar. Alleen aanslagen, waarvoor het biljet pas na 31 Dec. 1912werd uitgereikt gel den niet. Nog herinneren wij dat wanneer het biljet op naam van uw vrouw staatof ook wanneer gij belasting betaalt voor grond van uwe minderjarige kinderen, grond waarvan gij het vruchtgebruik hebt, gij kiezer zijt, wanneer uw aanslag min stens een gulden bedraagt en gij dien aanslag ten volle betaald hebt. Bij de personeele belasting moet men natuurlijk zijn aangeslagen in minstens een der vijf eerste grondslagen, dus huur waarde, of anders haardsteden, of anders mobilair, of anders dienstboden, of paar den. Belastingkiezers, uitgezonderd de ge vallen zoo juist genoemd, behoeven zich niet aan te geven, maar het spreekt van zelf, dat wij niet attent genoeg kunnen zijn en beter achten een keer onnoodige aangifte, dan ver lies van Kiesrecht. Herinneren wij voorts nog dat de huur prijs eener woning per week om kiezer te zijn, f 1.75 bedraagt voor Vlissingen; f'1.50 voor Middelburg; 'tZand en Sou burg f 1.25overige gemeenten op de eilanden, Axel (kom) en Neuzen (kom) f 1en Axel (overig deel). Neuzen (overig deel) en alle overige gemeenten in het 4e en 5e district 80 cent. Loonkiezers hebben te onthouden dat hun inkomen moet bedragen te Vlissingen f 450; Middelburg f 400- 'tZand en Souburgf350; Goes, Ierseke, Brigdamme, Neuzen (kom) en Zierikzee f 325overige gemeenten op de eilanden met Axel (kom) en Neuzen (kom) f300; en Axel (overig deel), Neuzen (overig deel) en alle andere plaatsen f275 'sjaars. Wie loon en vrije woning geniet, die wete dat de huurwaarde der vrije woning gelijk is aan f 87,40 te Vlissingen f 75 te Middelburgf 62,50 te Zand en Sou burg f 50 te Goes, Ierseke, Brigdamme, Neuzen (kom) en Zierikzee f 37,50 in de overige gemeenten op de eilanden en Axel (kom); en overigens f25 per jaar. Terwijl vrije kost en inwoning wordt gerekend op f300f275f250f225 f200f175, al naar gelang men in een der straks genoemde gemeenten woont. Nog geldt de bepaling dat men in Mei 1913 vijf-en-twintig jaar moet worden, om voor het kiesrecht in aanmerking te komen. En eindelijk wie in 1912 onderstand heeft gehad van een instelling van wel dadigheid of een gemeentebestuur, is voor 1913 zijn kiesrecht kwijt; maar als onderstand gelden niet geneeskundige hulp en geneesmiddelen, wel daarentegen versterkende middelen. Dit alles betreft het kiesrecht voor de Tweede Kamer. Voorde Provinciale Sta ten wordt men tevens kiezer, als men ingezetene der provincie is. De belasting kiezers voor de Kamer hebben ook het kiesrecht voor den gemeenteraad, maai de woning-, loon- enz. kiezers hebben eerst dan gemeentekiesrecht, als zij in de plaatselijke directe belasting van hun gemeente zijn aangeslagen voor een be drag, minstens gelijk aan de huursom die iemand Kamerkiezer maakt, dus te Goes en alle andere gemeenten op de eilanden, f 1. Ook deze belasting moet op 1 Maart ten volle zijn betaald. hun mede, dat zij een jaar na haar huwelijk weduwe geworden was en haar echtgenoot haar, tengevolge van zijn slecht gedrag, niets dan armoede tot erfdeel had nagelaten. Van een en ander wisten de vrekken nietswant zij hadden zich nimmer iets aan Cecilia laten gele gen liggen. Het is onze schuld 1 onze schuld 1 jammerden zij bij het tafereel, dat zij hun van hare ellende ophing. Wij zullen alles, voor zooveel ons mogelijk is weder goedmaken, dierbaar kind! Dien nacht deed Richard geen oog toe. Des anderen daags was hij onbe kwaam om naar zijn werk te gaan en zijne moeder bleef bij hem. Tegen den middag werd er aan de deur geklopt en de heer Frumence trad binnen. Goeden dag, mejuffrouw. Goeden dag, mijnheer Ricnard. Onze Cecilia vaart wel en de kleine ook zeer wel, Wilt gij mij veroorloven even te gaan zitten Vijf verdiepingenik ben bijna bui ten ademHetgeen niet verhinderde, dat zijn aangezicht van genoegen schit terde. Richard bloosde en verbleekte. Hij stond als op gloeiende kolen Ik ben met een antwoord voor u belast, ging Frumence voort, zich tot Richard wendende. Hadt gij niet iets aan Cecilia gevraagd? Richard stotterde een onverstaanbaar antwoord; hij wist eigenlijk zelf niet, wat hij zeide. Zijne moeder verfrommelde een tip van haren voorschoot tusschen Wien bedoelt,gij? Dat men tegenstanders bestrijdt, is niet afkeurenswaardig. Het is zelfs plicihlt. Ook wij1 doen dit en hopen hét te blijven doen. Toch zijn er, ook in het politiek tour- nooi zekere vormen in acht te nomen. En dan komt hét ons voor, dat het de „Goeschte Courant" niet past om ter bestrijding van een in 's lands dienst verr grijsden Staatsman als den heer De Savor- nin Lobman, artikelen te gaan schrijven met het denigreerend opschrift: De droe;- vige figuur. Immers, als men naast de reuzenfiguur van den Christen-staatsman de dwergach tige gestalte van zijn belager ziet staan, dan vraagt men zich' onwillekeurig af: Bedoelt gij misschien met die droevige figuur u zeiven? (De Zeeuwsche Courant.) Een moeder, die thuis is. Onder dit kopje schrijft de antirev. Rotterdammer Tegen het valsche emancipatie-streven van onzen tijd, dat de vrouw van haar adeldom, van het echt vrouwelijke be rooft, komt meer dan één ernstig protest uit den kring van hoogstaande mannen, die niet in de Christelijke beginselen hun uitgangspunt zoeken. Opmerkelijk zijn de getuigenissen welke tegenover dit verderfelijke streven in den laatsten tijd omtrent degansche verschillende geaardheid van man en vrouw gegeven zijn. Het boek van Prof. Heymans uit Groningen geeft treffende gedachten. Ook de rectorale rede van Prof. Nijhoff uit Groningen biedt kostelijk materiaal Eveneens verdient overweging wat de bekende Prof. Hector Treub op zijn veimaarde forsche manier dezer dagen in het feestblad van het „Maandblad voor ziekenverpleging" over de kiesrechtvrouwen schreef. We bieden dit gedeelte aan onze lezers en lezeressen aan: „Onder de vrouwen, die tegenwoordig aan het openbare leven deelnemen, zijn twee vrij scherp onderscheiden types waar te nemen, n.l. de vrouwen die praten en schrijven (te pas en te onpas) en de vrouwen, die doen. Voor mij en ik vermoed voor ieder, die een afkeer heeft van praatjesmakerij, is het eerste type buitengemeen onsympathiek, het tweede daarentegen in de hoogste mate sym pathiek. Het eerste type heeft den mond vol van vrouwenkiesrecht en andere rechten en vergeet daarbij en daardoor, dat er ook zooiets als vrouwenplichten bestaat. Om te toonen, dat ik niet overdrijf, noch zonder reden geen symphatie voor dit type heb, een enkele opteekening uit kindermond. Het zoontje van een der bekendste voorvechtsters voor vrou wenkiesrecht die altijd weer zich „en évidence" plaatst als zij de kans schoon ziet in het publiek te fraseologeeren, is op bezoek bij een, evenals hij, tienjarig vriendje. Aan het einde van den dag zegt de kleine bezoeker tot zijn jeugdi gen gastheer: „Wat ben jij gelukkig, dat je een moeder hebt die thuis is en zich met je bemoeit." Tragischer veroor deeling van zulke kakelvrouwen is wel moeilijk denkbaar. Daarnaast het andere type, De vrouw die voor zichzelf of voor haar minder ge fortuneerde geslachtsgenooten practisch werk zoekt en mogelijk maakt. Werk, dat niet alleen de beteekenis heeft van bezigheid voor onvoldane leegloopsters en leeghoofden, maar dat voldoening en levensonderhoud verschaft aan de werk ster en nut oplevertvoor de gemeenschap. hare vingerszij wist evenmin wat zij deed. Frumence zag hunne verlegenheid en glimlachte. Welaan! mejufvrouw, sprak hij eindelijk, Cecilia stemt toe en ik ook. Richard zonk aan zijne knieën, de appelvrouw viel hem om den hals. Onder ééne voorwaarde! riep Fru mence, en die is, dat wij, van den dag van uw huwelijk af, allen bijeen zullen wonen. Gaat nu met mij mede, om Ce cilia en haar dochtertje een bezoek te brengen. Zij wachten u. Alvorens in het op hen wachtende rijtuig te stappen fluisterde Frumence de appelvrouw in het oorGij hebt twee gierigaards gekend daar ginder op het plein! Vergeet hen; zij zijn dood, voor goed dood! Intusschen zat de goede oude stuiver van klokspijs nog allijd tusschen de reet van den vloer. Men had den geheelen morgen te druk gehad om aan hem te kunnen denken. Toen er sprake was, om hem uit zijne gevangenis te bevrijden behoefde de kleine Cecilie hem slechts even met eene speld op te wippen, om er hem met het grootste gemak uit te trekken. Natuurlijk is deze stuiver een hoogvereerd familiestuk geworden. De steenen bank staat tot op den liuidigen dag nog altijd op hare plaats. Dagelijks gaan er een aantal menschen op zitten; maar nimmermeer de beide gierigaards van voorheenzij zijn dood voo altijd dood

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1913 | | pagina 5