Het Stuiverstuk.
TWEEDE BLAD NIEUWE ZEEÜWSCHE COURANT Zaterdag 35 Januari 1913.
No. 11.
f EUH.LETOH.
KIEZERSKWEEK.
UITIDE PERS.
Wat maar eens in de 12 jaar gebeurt,
geschiedt thans: in Juni e.k. moeten
er achtereenvolgens verkiezingen
plaats hebben voor de Tweede
Kamer, de Provinciale Staten
en den Gemeenteraad.
Voor onze kiesvereenigingen is de
moeitevolle maar eervolle taak wegge
legd te zorgen dat ons kiezerscorps worde
aangevuld met nieuwe kiezers, die zulks
dit jaar kunnen worden.
Ter hulp en voorlichting willen wij
zoo uitgebreid mogelijk alle gegevens
behandelen die noodig zijn voor de
beoordeeling of iemand al dan niet op
de kiezerslijst kan worden gebracht.
In de veronderstelling dat geen
enkel mannelijk Nederlander onver
schillig er voor is met zijn stembiljet
invloed te kunnen uitoefenen op de
regeeringszaken en overtuigd dat de
Katholieke Nederlander niets
vuriger verlangt dan een goed staats
burger te zijn, wenden wij ons eerst tot
allen die óf tot heden zich nog niet
aangaven óf dit voor de eerste maal
moeten doen.
Hun allen binden wij op het hart:
denkt aan 15 Februari.
Wie vóór 15 Februari zich niet heeft
aangegeven, (14 Februari is dus de laatste
dag), komt dit jaar niet op de kiezers
lijst, en stemt dus bij geen der drie
bovengenoemde verkiezingen mee.
Hij is geen kiezer voor den Raad, en
ook niet voor de Staten en de Kamer.
Behalve in gemeenten die in een lagere
belastingklasse terecht kwamen, zullen
er hier en daar nog veel kiezers op de
lijst komen.
Er zullen er echter, tenzij de kiesver
eenigingen en de man zelf er groote
moeite voor doen, ook verschillenden
afblijven.
Dit moet natuurlijk zoo mogelijk voor
komen worden,
Daartoe willen ook wij medewerken
door alvast de noodigste inlichtingen te
verschaffen.
De secretarissen onzer kiesvereenigin
gen moeten echter 't voornaamste doen.
Zij mogen niet rusten voor zij zeker
heid hebben dat al wie op de kiezers
lijsten behoort, er ook op staat.
Herinnerd zij nog dat tot de aan
giftekiezers voornamelijk behooren
de loonkiezers en de liuurkiezers.
Laatstgenoemden zijn dezulken die van
1 Aug. 1912 tot 31 Januari 1913 injiet-
zelfde huis verblijf hielden of slechts
eenmaal verhuisden en zooveel huur
verwoonden als in de tabel achter de
kieswet voor iedere gemeente is aange
wezen. Zij kunnen en moeten, op grond
daarvan, aanspraak maken om kiezers
te worden. Schippers moeten een schip
in huur hebben gehad van 2400(1 kilo
laadvermogen of 24 kub. Meter inhoud.
Wij merken hierbij op dat bij de huur
der woning de huur van een stukje grond
mag worden bijgeteld om het gevorderde
bedrag te krijgen. Maar dan moet men
den grond ook evenals de woning van
1 Aug. 1912 tot 31 Jan. 1913 in huur
hebben gehad.
Onze lezers op de dorpen zullen van
deze bepaling zeker wel flink nota
willen nemen.
Immers wanneer men f 1 verwonen
moet om kiezer te zijn, en men verwoont
maar 80 cent, dan wordt men toch kie
zer, bijaldien men nog zoo'n lapje grond
van den een of ander in huur of pacht
heeft, bijv. van 20 cent per week.
Dit moet men dan vóór 1 Februari
gaan aangeven.
Dat stukje land behoeft niet bij 't huis
f of in dezelfde gemeente gelegen te zijn, of
van denzelfden eigenaar als daar dé wo
ning van is, gehuurd te wezen. Dit komt
er altemaii' op aan.
Op de-SLj, ajipie kijkt men maar of huis
en land sJmvfn tff huis alleen u f 1 per
week aart;huur kost.
Kiesvereenigingen, weest op uw post
en zorgt dat al deze menschen, met dat
vereischte stukje land, zich gaan aan
geven.
Huurkiezers die verleden jaar al op de
lijst stonden als huurkiezer, behoe
ven zich niet meer aan te geven. Zij staan
van zelf op de lijst.
Maar, past er opWie nog niet als
huurkiezer op de lijst staat, of er ver
leden jaar wel op is gebracht, maar op
1 Februari van d i t jaar eene andere
woning bewoont, dan waarin hij op 1
Februari 1912 verblijf hield, moet zich
aangeven.
En nu de loonkiezers waaronder
ook de inwonende zoons.
Hier vooral hebben de kiesvereenigin
gen op te letten. Immers velen, die an
ders zouden zijn uitgesloten, kunnen in
deze rubriek kiezer worden
Zoo bijvoorbeeld is nu kiezer hij. die
van 1 Januari 1912 tot 31 Januari 1913
in dienstbetrekking was en in dien tijd
niet meer dan slechts een keertje van
baas is veranderd.
Dus let op, wie nu in November uit
zijn dienst ging, bakkersknecht of boe
renarbeider bijvoorbeeld, en nu bij een
anderen baas werken, blijven of worden
kiezer, wanneer zij maar bij den vorigen
baas van 1 Aug. 1912 (of natuurlijk
daarvóór) in dienst zijn geweest.
Hier komt nog bij dat het loon van
den man, als dat niet voldoende is, om
kiezer te worden, vermeerderd mag
worden met 't loon zijner vrouw en de
helft van het loon zijner minderjarige
kinderen.
Nu zullen vele arbeiders zeggen
Dankje, de burgemeester heeft er niet
mee te maken, hoeveel mijn huishouden
verdient.
Dan raden wij denzulken aan alleen
't wettelijk bedrag op te geven.
In vele dorpen moet 't loon om kiezer
te zijn f6 per week bedragen. Welnu,
dan geeft men op dat deze som als mi
nimum door den man en de vrouw of
't gezin te zamen wordt verdiend. De
wet zegt nu duidelijk dat niet meer het
juiste bedrag van het loon behoeft op
gegeven te worden. Wie dus f9 verdient
en reeds bij een loon van f 5 of f 6
kiezer kan zijn, die geeft f5off6op, dit
is voor de secretarie genoeg om te weten
en de wet neemt er genoegen mee.
Niemand weet dus wat gij verdient.
Ja, nog sterker, de wet zegt dat niemand
het mag weten.
Denkt erom, alle loonkiezers moeten
ieder jaar opnieuw aangifte doen,
onverschillig of zij het vorige jaar reeds
op de lijst voorkwamen of niet.
Alleen moet aan hen die al op de
kiezerslijst van 1912 voorkwamen door
den burgemeester een aangiftebiljet wor
den toegezonden zoodat zij dit niet
expresselijk behoeven aan te vragen.
Maar dan ook met dat aangiftebiljet
naar 't secretarie toe.
Grootboekkiezers, Spaar
bankboekjekiezers, Pensioen
kiezers en Examenkiezers
behoeven zich niet meer aan te geven,
wanneer zij als zoodanig reeds op de
vorige kiezerslijst stonden.
Natuurlijk moeten zij die voor het eerst
op de lijst moeten komen, en kiezer
willen worden op grond van het hebben
van een pensioentje, een spaarbankbeekje
met f50 er op, een inschrijving op het
Grootboek of een examen achter den
rug; zich wel komen aangeven.
En dan geldt hier ook als pensioen,
wanneer men dit trekt, niet alleen van
openbare instellingen, maar ook wanneer
het door ondernemingen en bijzondere
instellingen wordt verschaft.
Wie minstens f 100 nominaal in het
Grootboek heeft staan of f 50 op de Post
spaarbank, die moet, als hij zich komt
aangeven, een verklaring overleggen der
directie van de Grootboeken of der Rijks
postspaarbank.
En wie nu een pensioentje heeft, on
verschillig van wie, die kan dit bij zijn
loon trekken en zich als loonkiezer aan
geven. Dan toch geldt dit pensioentje
als loon.
Ook ongevallenrente mag als loon wor
den meegerekend. En wanneer in een
bedrijf de werkzaamheden een zeker deel
van het jaar stilstaan of stilstonden, dan
wordt toch die tijd als diensttijd be
schouwd. Zoodat van 1 Jan. 1912 tot 31
Januari 1913 ook die maanden, waarin
men wegens stilstaan van bedrijf tijde
lijk buiten verdienste was, worden be
schouwd alsof men ook in dien tijd had
gewerktwanneer 'tloon maar voldoende
is voor het kiezerschap 1
Aangeven moeten zich ook sommige
belastingkiezers, en wello. Zij
die in een andere gemeente over liet
volle laatst verloopen dienstjaar zijn
aangeslagen geweest tot een bedrag van
minstens fl indeGron'dbelasting:
of over het volle dienstjaar in de P e r-
soneele belasting, Bedrijfs- of Ver
mogensbelasting, en die naar zekere
gemeente verhuisd zijn.
Zij moeten daarvan opgave komen doen
onder overlegging van de voor voldaan
geteekende aanslagbiljetten vóór 15
Febr. a. s.
Wie dus bijvoorbeeld een vol jaar be
drijfsbelasting heeft betaald te Goes en
sinds naar Zierikzee verhuisde, die toont
te Zierikzee op 't secretarie zijn biljet
aan den daarvoor aangewezen ambtenaar
die hem op de Kiezerslijst zal inschrijven.
2o. Zij die zijn aangeslagen wegens
gemeenschappelijk bezit in een onver-
deelden boedel, kunnen, ja moeten zich
ook komen aangeven, en brengen het
door den ontvanger gewaarmerkte aan
slagbiljet mee, waarop men op 't secre
tarie kan zien dat door den aspirant
kiezer voor zijn aandeel in deze belas
ting minstens een gulden is bijgedragen.
Wij haasten ons hier bij te voegen
dat nu voortaan ook personen, die over
slechts twee maanden in het dienstjaar
zijn aangeslagen in een Rijks-directe
belasting, het kiesrecht kunnen ontvan
gen. Ieder, die weet, hoe dikwijls het
voorkomt dat een persoon door ver
huizing b. v. voor slechts een deel
van het jaar aangeslagen wordt in de
Personeele belasting, zal toegeven dat
deze wijziging niet zonder belang is.
Natuurlijk worden die personen door den
ontvanger ambtshalve op de kiezerslijst
gebracht.
Voorts herinneren wij er aan dat aan
hen, die op 1 Februari hun Personeele
belasting, nog niet hebben voldaan, een
kennisgeving met het opschrift „Kies
recht" door den ontvanger wordt
gezonden en dat de belastingschuldigen
hun na 1 Februari afbetaald biljet niet
meer aan den Burgemeester hebben te
vertoonen zooals tot heden geschiedde,
maar dat de ontvanger dat voortaan
voor hen zal doen.
Het spreekt van zelf dat wij allen, als
eerlijke menschen geroepen zijn te zor
gen dat dergelijke „kennisgeving" ons
niet behoeft gezonden te worden.
In ieder geval hebben de zoodanigen,
wie een „kennisgeving wordt thuis be
zorgd, te zorgen dat zij vóór 1 Maart
hun belasting hebben aangezuiverd. An
ders gaan zij van de lijst af.
Dit geldt voor alle belastingen.
Gesteld men was in de Bedrijfs-,inde
I 11) (Slot.)
Zwijg, zeg ik u. Laat mij uitspre-
i ken, het oogenblik is nu daar Cecilia!
i ging zij voort, de jonge vrouw bij de hand
I vattende, gij weet, dat ik u liefheb; gij
I weet het, niet waar en het is de waar-
heid. Ik ga rondborstig met u spreken.
I, Buitendien moet gij wel eenigszins ra-
I den
Cecilia zag Richard en zijne moeder
I aan. Een lichte blos verfde hare wangen.
Om kort te gaan, zie hier de zaak
I Richard bemint uhij bemint u tot dol-
I wordens toe.
Cecilia's wangen werden purperkleurig
I en uit hare neaergeslagene oogen drop-
k pelden dikke tranen.
Moeder, sprak Richard, gij ziet im
mers wel, dat gij haar bedroeft.
Zwijg, zeg ik.
Zij drukte Cecilia's hoofd tegen haren
boezem.
I Laat die tranen maar vloeien, Ce-
cilia, dat zal u verlichten. Gij hebt met
veel tegenspoed moeten kampen, mijn
j kind, zelfs gebrek geledenmaar indien
I het van ons afhangt, zal daaraan een
einde komen. Wij zijn niet rijk; maar
I hetgeen wij hebben, zullen wij volgaarne
met u en de kleine deelen, en hetgeen
E wij in voedsel zullen te kort komen,
zullen wij in tevredenheid winnen. Gij
zult mijn jongen tot den gelukkigste der
echtgenooten en mij tot de gelukkigste
der moeders maken Ik weet wel, dat
gij het beter gewoon geweest zijt; maar
het geld, dat gaat, dat komtGij be
hoeft niet terstond te besluiten, mijn
kind, men moet in alles' met bedacht
zaamheid te werk gaan en zich niet over
haasten maar ik heb gemeend er u over
te moeten spreken, dewijl in dit geval
alles van u afhangt.
De oude vrouw mengde hare tranen
met die van Cecilia, wier hand Richard,
op de knieën voor haar liggende, tus-
schen de zijnen klemde.
Cecilia, sprak hij, veroorloof mij u
te bekennen, dat ik u bemin, dat het
geluk of het ongeluk mijns levens af
hangt van het woord, dat over uwe lippen
zal komen. Ik bied u geen schitterend
lot aan, gelijk mijne moeder u reeds ge
zegd heeft, maar gij zult nimmer een
verknochter hart vinden.
Ik geloof u, antwoordde Cicilia, in
Richards oogen de oprechtheid zijner
woorden lezende, en ik ben verzekerd,
dat uwe vrouw gelukkig zijn zal. Ik zal
u morgen mijn besluit doen kennen. Gij
staat mij immers wel een dag toe, Richard
Dit voorstel werd volgaarne aangenomen.
Den volgenden dag, tegen het vallen
van den avond, hoorde Richard de voet
stappen van verscheidene personen op
het duistere portaal. Er werd aan zijn
kamerdeur geklopt. Met de lamp in de
hand opende hij die en zag drie perso
nen voor zich staan: Robert, Frumence
en Pieter.
Cecilia? vroeg Frumence hijgende
waar woont zij?
Daar! antwoordde Richard.
De appelvrouw had de gierigaards
herkend.
Hoe! sprak zij, ten hoogste ver
baasd, de vrekken! Wat komen zij hier
doen?
Sneller dan de gedachte hadden zij
reeds aan Cecilia's deur geklopt en den
knop omgedraaid. Zij traden binnen en
vielen met den uitroep: Cecilia! mijne
dochter! de arme vrouw om den hals.
Toen de eerste vervoering des weder-
ziens een weinig bedaard was, gingen
Cecilia en haar dochtertje, na Richard
en zijne moeder alles medegedeeld te
hebben, mede naar het voor haar zoo
lang gesloten vaderlijke huis.
De oude appelvrouw en haar zoon
bleven een geruime poos na haar vertrek
het stilzwijgen bewaren en zaten mis
troostig voor zich heen te zien.
Zij is voortaan voor armoede be
veiligd, sprak de jongeling met eendie
pen zuchtmaar voor mij is zij verloren
Wie zou hebben kunnen denken
mompelde zijne moeder, dat die twee
gierigaards de vader en de grootvader
van Cecilia waren!
Het is onmogelijk de tooneelen van
verzoening en blijdschap te beschrijven,
I waarvan het oude huis getuige was.
Cecilia vertelde aan Robert en Frumen
ce haren geheelen levensloop en deelde
Vermogens-, in de Grond-, in de Perso
neele belasting aangeslagen, en men had
van de vier er drie ten volle betaald,
doch bleef in een achterlijkdan gaat
men onverbiddelijk van de lijst af, indien
niet vóór 1 Maart ook deze belasting is
aangezuiverd.
Gelijk wij boven zeiden, geldt nu ook
de aanslag uitgereikt in den loop van
het dienstjaar.
Alleen aanslagen, waarvoor het biljet
pas na 31 Dec. 1912werd uitgereikt gel
den niet.
Nog herinneren wij dat wanneer het
biljet op naam van uw vrouw staatof
ook wanneer gij belasting betaalt voor
grond van uwe minderjarige kinderen,
grond waarvan gij het vruchtgebruik hebt,
gij kiezer zijt, wanneer uw aanslag min
stens een gulden bedraagt en gij dien
aanslag ten volle betaald hebt.
Bij de personeele belasting moet men
natuurlijk zijn aangeslagen in minstens
een der vijf eerste grondslagen, dus huur
waarde, of anders haardsteden, of anders
mobilair, of anders dienstboden, of paar
den.
Belastingkiezers, uitgezonderd de ge
vallen zoo juist genoemd, behoeven
zich niet aan te geven, maar het
spreekt van zelf, dat wij niet attent
genoeg kunnen zijn en beter achten een
keer onnoodige aangifte, dan ver
lies van Kiesrecht.
Herinneren wij voorts nog dat de huur
prijs eener woning per week om kiezer
te zijn, f 1.75 bedraagt voor Vlissingen;
f'1.50 voor Middelburg; 'tZand en Sou
burg f 1.25overige gemeenten op de
eilanden, Axel (kom) en Neuzen (kom)
f 1en Axel (overig deel). Neuzen (overig
deel) en alle overige gemeenten in het
4e en 5e district 80 cent.
Loonkiezers hebben te onthouden
dat hun inkomen moet bedragen te
Vlissingen f 450; Middelburg f 400-
'tZand en Souburgf350; Goes, Ierseke,
Brigdamme, Neuzen (kom) en Zierikzee
f 325overige gemeenten op de eilanden
met Axel (kom) en Neuzen (kom) f300;
en Axel (overig deel), Neuzen (overig
deel) en alle andere plaatsen f275 'sjaars.
Wie loon en vrije woning geniet, die
wete dat de huurwaarde der vrije woning
gelijk is aan f 87,40 te Vlissingen f 75
te Middelburgf 62,50 te Zand en Sou
burg f 50 te Goes, Ierseke, Brigdamme,
Neuzen (kom) en Zierikzee f 37,50 in de
overige gemeenten op de eilanden en
Axel (kom); en overigens f25 per jaar.
Terwijl vrije kost en inwoning wordt
gerekend op f300f275f250f225
f200f175, al naar gelang men in een
der straks genoemde gemeenten woont.
Nog geldt de bepaling dat men in Mei
1913 vijf-en-twintig jaar moet worden,
om voor het kiesrecht in aanmerking te
komen.
En eindelijk wie in 1912 onderstand
heeft gehad van een instelling van wel
dadigheid of een gemeentebestuur, is
voor 1913 zijn kiesrecht kwijt; maar als
onderstand gelden niet geneeskundige
hulp en geneesmiddelen, wel daarentegen
versterkende middelen.
Dit alles betreft het kiesrecht voor de
Tweede Kamer. Voorde Provinciale Sta
ten wordt men tevens kiezer, als men
ingezetene der provincie is. De belasting
kiezers voor de Kamer hebben ook het
kiesrecht voor den gemeenteraad, maai
de woning-, loon- enz. kiezers hebben
eerst dan gemeentekiesrecht, als zij in
de plaatselijke directe belasting van hun
gemeente zijn aangeslagen voor een be
drag, minstens gelijk aan de huursom
die iemand Kamerkiezer maakt, dus te
Goes en alle andere gemeenten op de
eilanden, f 1. Ook deze belasting moet
op 1 Maart ten volle zijn betaald.
hun mede, dat zij een jaar na haar
huwelijk weduwe geworden was en haar
echtgenoot haar, tengevolge van zijn
slecht gedrag, niets dan armoede tot
erfdeel had nagelaten. Van een en ander
wisten de vrekken nietswant zij hadden
zich nimmer iets aan Cecilia laten gele
gen liggen.
Het is onze schuld 1 onze schuld 1
jammerden zij bij het tafereel, dat zij
hun van hare ellende ophing. Wij zullen
alles, voor zooveel ons mogelijk is weder
goedmaken, dierbaar kind!
Dien nacht deed Richard geen oog
toe. Des anderen daags was hij onbe
kwaam om naar zijn werk te gaan en
zijne moeder bleef bij hem. Tegen den
middag werd er aan de deur geklopt en
de heer Frumence trad binnen.
Goeden dag, mejuffrouw. Goeden
dag, mijnheer Ricnard. Onze Cecilia vaart
wel en de kleine ook zeer wel, Wilt
gij mij veroorloven even te gaan zitten
Vijf verdiepingenik ben bijna bui
ten ademHetgeen niet verhinderde,
dat zijn aangezicht van genoegen schit
terde.
Richard bloosde en verbleekte. Hij
stond als op gloeiende kolen
Ik ben met een antwoord voor u
belast, ging Frumence voort, zich tot
Richard wendende. Hadt gij niet iets
aan Cecilia gevraagd?
Richard stotterde een onverstaanbaar
antwoord; hij wist eigenlijk zelf niet,
wat hij zeide. Zijne moeder verfrommelde
een tip van haren voorschoot tusschen
Wien bedoelt,gij?
Dat men tegenstanders bestrijdt, is niet
afkeurenswaardig. Het is zelfs plicihlt.
Ook wij1 doen dit en hopen hét te
blijven doen.
Toch zijn er, ook in het politiek tour-
nooi zekere vormen in acht te nomen.
En dan komt hét ons voor, dat het
de „Goeschte Courant" niet past om ter
bestrijding van een in 's lands dienst verr
grijsden Staatsman als den heer De Savor-
nin Lobman, artikelen te gaan schrijven
met het denigreerend opschrift: De droe;-
vige figuur.
Immers, als men naast de reuzenfiguur
van den Christen-staatsman de dwergach
tige gestalte van zijn belager ziet staan,
dan vraagt men zich' onwillekeurig af:
Bedoelt gij misschien met die droevige
figuur u zeiven?
(De Zeeuwsche Courant.)
Een moeder, die thuis is.
Onder dit kopje schrijft de antirev.
Rotterdammer
Tegen het valsche emancipatie-streven
van onzen tijd, dat de vrouw van haar
adeldom, van het echt vrouwelijke be
rooft, komt meer dan één ernstig protest
uit den kring van hoogstaande mannen,
die niet in de Christelijke beginselen
hun uitgangspunt zoeken.
Opmerkelijk zijn de getuigenissen
welke tegenover dit verderfelijke streven
in den laatsten tijd omtrent degansche
verschillende geaardheid van man en
vrouw gegeven zijn.
Het boek van Prof. Heymans uit
Groningen geeft treffende gedachten.
Ook de rectorale rede van Prof. Nijhoff
uit Groningen biedt kostelijk materiaal
Eveneens verdient overweging wat de
bekende Prof. Hector Treub op zijn
veimaarde forsche manier dezer dagen
in het feestblad van het „Maandblad
voor ziekenverpleging" over de
kiesrechtvrouwen schreef.
We bieden dit gedeelte aan onze lezers
en lezeressen aan:
„Onder de vrouwen, die tegenwoordig
aan het openbare leven deelnemen, zijn
twee vrij scherp onderscheiden types
waar te nemen, n.l. de vrouwen die
praten en schrijven (te pas en te onpas)
en de vrouwen, die doen. Voor mij en ik
vermoed voor ieder, die een afkeer heeft
van praatjesmakerij, is het eerste type
buitengemeen onsympathiek, het tweede
daarentegen in de hoogste mate sym
pathiek.
Het eerste type heeft den mond vol
van vrouwenkiesrecht en andere rechten
en vergeet daarbij en daardoor, dat er
ook zooiets als vrouwenplichten bestaat.
Om te toonen, dat ik niet overdrijf,
noch zonder reden geen symphatie voor
dit type heb, een enkele opteekening
uit kindermond. Het zoontje van een
der bekendste voorvechtsters voor vrou
wenkiesrecht die altijd weer zich „en
évidence" plaatst als zij de kans schoon
ziet in het publiek te fraseologeeren, is
op bezoek bij een, evenals hij, tienjarig
vriendje. Aan het einde van den dag
zegt de kleine bezoeker tot zijn jeugdi
gen gastheer: „Wat ben jij gelukkig,
dat je een moeder hebt die thuis is en
zich met je bemoeit." Tragischer veroor
deeling van zulke kakelvrouwen is wel
moeilijk denkbaar.
Daarnaast het andere type, De vrouw
die voor zichzelf of voor haar minder ge
fortuneerde geslachtsgenooten practisch
werk zoekt en mogelijk maakt. Werk,
dat niet alleen de beteekenis heeft van
bezigheid voor onvoldane leegloopsters
en leeghoofden, maar dat voldoening en
levensonderhoud verschaft aan de werk
ster en nut oplevertvoor de gemeenschap.
hare vingerszij wist evenmin wat zij deed.
Frumence zag hunne verlegenheid en
glimlachte.
Welaan! mejufvrouw, sprak hij
eindelijk, Cecilia stemt toe en ik ook.
Richard zonk aan zijne knieën, de
appelvrouw viel hem om den hals.
Onder ééne voorwaarde! riep Fru
mence, en die is, dat wij, van den dag
van uw huwelijk af, allen bijeen zullen
wonen. Gaat nu met mij mede, om Ce
cilia en haar dochtertje een bezoek te
brengen. Zij wachten u.
Alvorens in het op hen wachtende
rijtuig te stappen fluisterde Frumence
de appelvrouw in het oorGij hebt twee
gierigaards gekend daar ginder
op het plein! Vergeet hen; zij zijn dood,
voor goed dood!
Intusschen zat de goede oude stuiver
van klokspijs nog allijd tusschen de reet
van den vloer. Men had den geheelen
morgen te druk gehad om aan hem te
kunnen denken. Toen er sprake was,
om hem uit zijne gevangenis te bevrijden
behoefde de kleine Cecilie hem slechts
even met eene speld op te wippen, om
er hem met het grootste gemak uit te
trekken. Natuurlijk is deze stuiver een
hoogvereerd familiestuk geworden.
De steenen bank staat tot op den
liuidigen dag nog altijd op hare plaats.
Dagelijks gaan er een aantal menschen
op zitten; maar nimmermeer de beide
gierigaards van voorheenzij zijn dood
voo altijd dood