De Oorlog' op den Balkan. Rechtszaken. Journalistiek. Posterijen en Telegrafie. Landbouw en Veeteelt. GEMENGD NIEUWS 10 minuien later was de andere aal moezenier aan boord en alle manschap pen en bijna alle officieren bereidden vich om voor (lod hun Schepper te ver schijnen. En zoo voorbereid en toegerust gingen de 6 kleine Italiaansche vaartuigen (wel licht) hun ondergang tegemoet. E,n de pelgrim, die nu hef heiligdom Madonna de Montenero bij Livorno de „haven" der 6 torpedo-jagers be zoekt, zal onder de ex-voto's de pet zien van een scheepskapitein. En die is de pet van den „admiraal" Milo, die ze daar een paar weken geleden neerhing, iom O. L. V. erkentenis te toonen en te bedanken van al zijne mannen uit den strijd te hebben teruggevoerd, terwijl bet doel van den tocht naar den dood werd bereikt. Nieuwjaarswensclien, Z. H. de Paus heeft van de meeste Europee- sche vorsten gelukwenschen ontvangen, o.a. van keizer Wilhelm, van sultan Mohammed V, van den koning van Noorwegen en van dien van Montenegro. (Msbode.) DlirSdllASI). Herdenking van den slag b ij Leipzig. De „Lokalanzeiger" weet te melden, dat de Russische keizer bij de onthulling van het gedenkteeken van den volkerenslag hij Leipzig, zal tegenwoor dig zijn. De toestand van Koning 011o. .In Miinehen liepen geruchten, dat de toe stand van den krankzinnigen koning Otto van Beieren, aanleiding geeft tot bezorgd heid. („Msbode.") Begrafenis van Von Kider 1 en Waechter. Donderdag had te Stutt gart de plechtige bijzetting plaats van het stoffelijk overschot van staatssecre taris Von Kiderlen Waechter. In den lijkstoet volgden de koning van Wurtem- berg en de rijkskanselier als vertegen woordiger van den keizer en de keizerin. De Italiaansche gezant Pansa vertegen woordigde het diplomatieke korps te Berlijn. De deelneming was zeer groot. (Msbode.) Bankdi of stal. N aar de Braunsch- weiger Landeszeitung" mededeelt, zijn de boekhouder Auerbach van de bank- firma Löbecke en de koopman Alexander Weber gevlucht. Men heeft ontdekt, dat Auerbach in zijn kwaliteit van boek houder bij het genoemde bankhuis, van December 1D10 tot December 1912 een bedrag van 450.009 mark verduisterd lieeft door middel van vervalsching van deposito-ontvangstbewijzen. Voorts is vastgesteld, dat de koopman Weber bij de verduistering grootor voordeel heeft gehad dan Auerbach. (Msbode) BUIitfltl, Geheimzinnige moord te Brussel. Eene geheimzinnige misdaad heeft de Noord-Oostelijke wijk van Brussel in opschudding gebracht, meldt het „Ilandelsbl. van Antw De bewoners van de Stevinstraat hadden eene bejaarde dame nog niet zien uitgaan en nadat de melkvrouw vruchteloos gebeld had, werden de buren ongerust en verwittigden de politie. Deze deed door een smid de deur openen, en men vond de dame in liet portaal, dood, met een met chloroform doorweekten prop in den mond. Aan de voeten van het lijk lag een metalen kistje met dubbel slot, doch ongeopend. Het parket, dat dadelijk geroepen werd, stelde vast, dat de moord door dieven moest gepleegd zijn, maar in welke omstandigheden moet nog onder zocht worden. „Msbode". De Antwerpse he haven. De Bel gen zijn, wat het ontwerpen van grootsche plannen betreft, de Nederlanders ver voor uit, doch de uitvoering laat wel eens wat te wenschen orier, en dikwijls blijft het jaren lang bij het enkele plan. Hoe lang is het niet reeds geleden, dat de Antwerpenaars landgenoot en vreemdeling overbluften met de reuzienh'aven, die zij ontworpen hadden en die zich tot aan de Nederlandsche grens zou uitstrekken en thans nog moet de Kamer van Koop handel zich in haar rapporten beklagen over de bekrompenheid der haven en over de ontoereikendheid der binnenwateren. In een kwart eeuw, zegt het rapport, is de toestand der haven dezelfde ge bleven! Flinke samenwerking is dan ook hoog noodig tusschen de verschillende diensten, die elkaar thans tegenwerken zonder aarzelen moet aan den arbeid wor den getogen. Anders zou de ontwikkeling van de gunstigst-gelegen haven van Euro pa op onverantwoordelijke wijze gestuit worden, en zal zij nooit beantwoorden aan den droom van Leopold II, die in de toekomst Antwerpen reeds zag als eer ste haven ter wereld, wat het ook in 't verleden geweest is FRANKRIJK. E e n a r r e s t a t i e. De burgemeester van 'Ghantilly, is te Parijs, gearresteerd onder verdenking Zaterdagnacht gepoogd te hebben, twee dames op haar villa te Le Perreux, te vennoorden. Hoewel de beide dames ernstig werden verwond kwam hulp nog bijtijds opdagen, de dader nam de vlucht. De verdenking viel da delijk op den burgemeester van Ghantilly, van wien de echtgenoot van een der dames, een groot schuldeischer geweest was. De politie deed een 'huiszoeking hij den verdachte en verschillende com- pronutteerende stukken werden ontdekt. De burgemeester werd ter confrontatie naar het ziekenhuis gebracht, waar zijn slachtoffers verpleegd werden. Zij her kenden hem onmiddellijk. De burgemees ter van Chanlillv, stond als een verkwis ter, die veel schulden had, bekend. (Msbode.) De „Notre* Dame" te Parijs. Over deze beroemde kathedraal schreef onlangs de Parij'zer correspondent van 11e Maas bode een hoogst interessanten brief aan zijn bLad. Wij ontleenen er het volgende aan Ik heb de kathedraal gezien op hooge feestdagen, wanneer het scharlakenrood van den mantel van kardinaal Amette vlamde tegen den grijzen steen. Ik heb processies zien trekkenver weg tusschen de grauwe zuilenrijen was 'teen beven en schemeren van goud en purper op koormantels en kappen en van ver scheen aan te zweven 't biddend gezang van fijne, klare jongensstemmen. Dan scheen men nog meer verplaatst in die kleu rige tijden der middeleeuwen en de fijne koppen der priesters, die medetrekken in de processie, leken gesneden uit de schilderstukken der Vlaamsche primitie ven. Ik heb de „Notie Dame" gezien in den klaren ochtend, wanneer een klein groepje geloovigen neerknielde hij een <ier altaren, waar de priester celebreer de. Ik heb de „Notre Dame" gezien in den vallenden avond, wanneer de gloed wegtrok uit de roosvensters en de scha duwen optrokken tusschen de zwijgende pijlers. En altijd weer h.eb ik hetzelfde in de kathedraal van Parijs teruggevonden, wat ik er vond op den eersten dag: ma jesteit en kracht. Een kracht, die niet van de aarde is. Kracht van de aarde gaat gepaard met rumoer en geweld. Wanneer wij aan kracht denken, dan zien wij voor ons zwoegen en sleepen, liet bouwen van steen, het wentelen van een zwaar rad. Of wij zien een heerscher rijden op zijn fier ros, den scepter in de hand, over een veld met lijken bezaaid. Dat is wereld- sche kracht. Doch de „Noitre Dame" is geheel anders; hier heerscht een kracht en sterkte, die tevens rust is, Wanneer wij binnentreden, dan is 't reeds aanstonds, of er een kalmte daalt over onze ziel. Wanneer wij nederknielen hij het beeld van „Notre Dame de Paris", waar de Madonna haar Kind beziet met geluk en glorie en zegepraal, en opzien naar het groote roosvenster, gloeiend van kleui- tegen de grijze, verweerde steen, dan daalt over ons een rust, die wij in de wereld niet hebben gekend. Hier valt al de ijdel- heid van het aardsche van ons af als een versleten mantel en de roepstem van het kwaad dringt niet door onder deze heilige bogen. Hier vinden wij ons zelf terug, simpel en klaar, gelijk wij als kinderen waren. Hier, mijmerend in de stilte der kathe draal, zien wij het leven weer, zooals God het den menschen gafgrootsch, maar eenvoudig. Hier kunnen wij weer bidden, vertrouwlijk, zooals we als kin deren deden, in 'deze atmosfeer, waarin de heiligheid en deugd van geslachten ons omgeeft als een fijne sluier in de schemering. Zoo is, wanneer men de „Notre Dame" binnentreedt, het aardsche buitengesloten. Dat is de overweldigende kracht dezer kathedraal. Hier worden de luidruchtige kinderen der wereld en de trotschë adep ten der „beau monde" van heel de we reld stil en hun stemmen fluisteren oot moedig. Tegen deze kracht zwijgt het we- reldsche rumoer. Heel deze geniale bouw blijft zichzelf gelijk. Er is soms een uitbundigheid in de kathedraal; men ziet, dat de handen der houwers beefden van heilige ontroering, toen zij de stugge steen bebeitelden on bekapten. De dierenkoppen en de chi mères lijken spelingen van grillige fan tasie en zij zijn ook wel de uitbarsting dier Fransche weligheid van geest, die een uitweg zoekt. Doch hier is die weligheid besnoeid en bedwongen door de kracht en zij viert zich alleen nit om nog meer de sterkte te doen heersehen in den mach tigen bouw. En zoo is de kathedraal geworden tot een lofzang vol kracht, die de zegepraal inluidt. Triomf roepen de zwierige lijnentriomf galmen de statige hogen; tiromf juichen al die beelden en sculpturen; triomf schatert in de kleuren dei- roosvensters: een wemeling van goud en paars, van rood en purper Kracht en zegepraal. Het is de bood schap, die de „Notre Dame" mededraagt uit lang-voorbije tijden. Door kracht tot de zegepraalzoo begrepen zij het leven, die hier eens de steenen aandroegen, bouwden en beitelden en bouwden en kapten in het zweet huns aanschijns. Hun namen zijn ons niet overgeleverd, van deze groote kunstenaars, slechts enkele zijn bewaard gebleven, doch wij staan toch voor hen in diepe bewondering met ontbloiote hoofden. Doch zij meenden niet iets bijzondere te doen, wanneer zij arbeid den, wadt kunstenaars als zij waren er duizenden, terwijl wij thans met honderd lampen zouden zoeken naar één. Deze groote mannen echter arbeidden niet voor den roem der menschen, doch voor hel aanschijn van God en voor Zijn glo rie, God was hun kracht en God ook hun zegepraal. En uit die wetenschap welde hun kunstenaarschap op als uit een bron, wier wateren niet verminder den. Nu wij dit vergeten hebben is de bron verdroogd. Kracht en zegepraal. Het is de bood schap, die de „Notre Dame" mededraagt, vooral voor dit volk, dat toch voordat 'tde prooi werd van een Briand en een Combes, eens het volk was van een Joan ne d'Arc en een H. Koning Lodewijk. Wat dit volk zijn kan en ook had kunnen blijven tot op den huidigen dag, ook dat leert de Notre Dame". Want hier staan wij toch wel voor een der schoonste open baringen van het genie van dit ras, dat zich altijd welig en schitterend wilde uit vieren, doch kracht verkreeg, wanneer het als hier werd gesteld in dienst van een grootsch ideaal. Ook bij andere volkeren kunnen wij dit zien, de „Notre Dame" is niet het eenige wonderwerk der gothiek. Voor het Fransche volk is echter een grootsch ideaal een levensbehoefte; de Gallische geest moet hoog kunnen stij gen, wil zij niet diep vallen. De geest van het Fransche volk kent weinig ge lijkmatigheid zij- is glorieus in hare ver heffingen, doch waar die verheffing ont breekt, valt geen volk zóó diep. Vandaar de tegenstellingen altijd bij dit ras, dat in zijn goede uren daden stellon kan van een grootheid en pracht, die misschien door geen ander volk ter wereld worden geëvenaarddoch waar een val in de uren van verdwazing altijd oen val in het diepste der hel gelijkt. Thans doorleven wij hier slechte uren van dit volk. Maar ook in de duisternis van het heden, zien wij soms als oen flits van licht weer een openharing van het edele Fransche genie. Ook in dezen rampzaligen lijd wordt ge soms verrast door trekjes van groote edelmoedigheid, van manhaftigheid tegenover de gierende vervolging, van ijver en toewijding in dienst van het goede. Doch dat vindt ge niet op de stralende boulevards en niet in de kwartieren der rijken. Om eens een openbaring te vinden van de schoon heid van dit ras, moet ge achterbuur ten zoekenniet de plaatsen, waar Pa rijs lacht en juicht, doch de plaatsen, waar Parijs lijdt en weent Doch wij leven thans in de slechte uren. De „Notre Dame" moge al een zijn ge worden met het stadsbeeld, met bet in nerlijk leven dezer stad is zij1 in feite tegenspraak. Haar stoere ernst is niet te rijmen met het wufte leven der stad. Haar plechtige vreugde niet met het ge joel en geschater oener wereldse!»', uit gelatenheid. Haar zegepraal niet met den diepen val van een verstooten volk. Zoo staat daar, vooral tegen den avond, de „Notre Dame" als een heugenis uit betere tijden, doch ook als een maan- roep tot inkeer. Vooral tegen den avond, wanneer de snoeren van valsche lichten branden, heel de stad door, en een roo- de walm uit de stad vol feestgedruisch en rumoer opslaat tegen de avondlijke lucjht. Dan slaat er de duistere „Notre Dame" als een voortdurende herinnering, een voortdurende vermaning. Haar stem wordt door het brooddronken volk niet gehoord, doch zij spreekt er niet min der om, met klaar en doordringend geluid. En naar die stem zal moeten worden geluisterd, wil men niet onvermijdelijk ko men tot het einde van dit schoone ge slacht. De Vredesconferentie. Men gelooft dat de Turken na veel loven en bieden op het einde onder den druk der mogendheden zullen toegeven. De Maasbode had het navolgende hoopvolle telegram in zijn ochtendblad van heden BELGRADO, 2 Januari. (R.O.). Het resultaat van de vredesconferentie van gisteren, heeft hier een goeden indruk gemaakt, en ook nog dit wat minder hoopvol klinkt: Bij een der gedelegeerden, kreeg Reuter de vaste overtuiging, dat, wanneer Turkije inzake Adrianapel niet toegeeft, de gedelegeerden de conferentie zullen verlaten. De „N. Rott. Crt." heeft in haar och tendblad van heden een particulier draad- bericlit uit Sofia aan de Kölnische Zeitung waarin de stand der vredes-onderhande- lingen aldus wordt aangegeven. Ook hier wenscht men, dat er spoedig vrede zal worden gesloten. Men begrijpt echter zeer goed, dat de Turken zich niet terstond bereid verklaren, de voorwaarden van het Balkanverbond te aanvaarden. Men ergert er zich ook niet aan, dat de Turken Adrianopel, Dzjanina en Skoetari in bezit trachten te houden. Te Londen voert men niet alleen onderhandelingen, men drijft er ook handel. Niemand heeft verondersteld, dat de onderhandelingen spoedig afgeloopen zouden zijn. Men duidt het den Turken ook niet euvel, dat ze nog altijd op Europeesche verwikkelingen liopen. Van beide kanten dreigt men met het heropenen van de vijandelijk heden en moge ook, tenminste aan Bulgaarsclien kant, liet besluit vast staan, zoo noodig weer te gaan vechten, toch behooren die dreige menten bij het handel drijven. In werkelijkheid is men er van overtuigd, dat Turkije, na eenige tegenstribbeling, waardoor wellicht de onderhandelingen op het punt zullen komen van afgebroken te worden, zal toegeven en ten opzichte van de vaststelling der grenzen met het Balkanverbond tot overeenstem ming zal komen. Vrees voor een hervatting van de vijandelijkheden is tot nog toe geheel ongegrond. Men zal van beide zijden wat toegeven. De S paraden. De correspondent van de „Köln. Ztg." te Kalymnos,, schrijft over den toestand der Spornden (een eilandengroep in de Middellandsche Zee Red. N. Z. Crt.) het volgende: „De voornaamste krijgsmacht der Ita lianen, ongeveer 30000 man, van ver schillende wapens, ligl in R hod us in garnizoen. Kas is slechls door 800 man bezet en op de overige eilanden liggen slechts kleine garnizoens. Voor Astvpalaia ligt slechts één torpedoboot voor anker. De haven van Kalymnos ondervindt last van stormen, zoodal de torpedoboot „Al pino", onder commando van kapitein Gal lium, hij Kos gestationeerd is. In de mooie, natuurlijke haven van Leros ligt een klein eskader, onder bevel van vice admiraal Amero. d'Aste Stella, bestaan de uit het pantserschip „Regina Mar- gherita" en de torpedoboot „Fuciliere,,. Hoezeer de eilandbewoners ook de ver- eeniging met Griekenland verlangen, zoo beschouwen zij de Italianen toch als be vrijders en hebben zich met hen ver zoend, daar zij niet meer gefooven aan een teruggave, van de door Italië bezette eilanden, pan Turkije. Destijds hadden zij het den Italianen zeer kwalijk geno men dat. zij daaraan ernstig dachten. („Msbode") De rechtbank te Middelburg heeft heden veroordeeld wegens diefstal: R. 11., l(i jaar, zonder beroep le Vlissingen, 4 maanden tuchtsciböol en dezelfde eveneens wegens diefstal, tot 2 maanden tuchtschool; S. M. 1!., 13 jaar, zonder beroep te Vlissingen, f 1 boete subs. 1 week tuchtschool; \V. G„ 13 jaar, zonder beroep te Oudelande, een maand tuchtschool; G. E., 27 jaar, schip persknecht te Rotterdag, 2 maanden ge vangenisstraf met aftrek voorarrest; L. G. K., 44 jaar, en \V. M,, 29 jaar, arbeiders (e Wïssekerke, ieder 2 dagen gevange nisstraf; strooperij: J. L. R„ 13 jaar, A. K.. 12 jaar, J. J. V., 11 jaar, H. K„ 12 jaar, allen te Vlissingen, ieder f 1 boete subs. 1 week tuchtschool, N. B., 14 jaar en H. 11., 16 jaar te Vlissingen, no. 1 fl boete subs. 1 week tuchtschool, no. 2 17 boete subs. 14 dagen tuchtschool; .1. B., 17 jaar, sjouwerman en C. J. 11. 15 jaar, loopjongen, heiden te Sou burg, f 1 boete, subs. 1 week tuchtschool; vvederspannigheidJ. M. B., 42 jaar, vissoher te Cadzand, 14 cl age n gevan genisstraf. l)e „Goesche Courant", het 3 maal per week verschijnende liberaal nieuws- blad te Goes, herdacht 1 Januari j.l. haar 100-jarig bestaan. De conducteur der brievenmalen 2e kl. A. H. Koster, standplaats Vlissingen, is met ingang van 1 Jan. 1913 benoemd tot conducteur der le klasse. Op de jaarvergadering der geitenfok- vereeniging te Heinkenszand waren aan wezig 31 van de 67 leden. Uit het ver slag van den penningmeester bleek, dat ontvangen was f 111.0112 en uitgegeven f 108.97V2. Een batig saldo dus van f 2.04. Als bestuurslid werd herkozen de lieer D. v. 't Hof en gekozen de heer H. Wouters in de plaats van den heer P. Kuve, die als zoodanig bedankt had. Het salaris van den bode werd gebracht van f3 op f5. (M. Ct.) Oostelijk Zeeuwsch-Vlaanderen. Het buitengewoon zware werk, in het najaar door de paarden verricht, toen zij bij het bietenvervoer zeer diep in den modder zakten, evenals de geladen wagens, zoodat zij zelfs geringe vrachten niet van het land konden krijgen, is nu aan de dieren goed te merken. Een zeer groot aantal staat met pijn lijke, dikke, ruwe, en soms ontstoken onderpooten, waarin zij klaarblijkelijk op verre na niet zoo krachtig meer zijn als voor de uitputtende bietencampagne zij hebben de rust bard noodig om weer zoo goed te worden als viiör liet zware werk Doodslag. In een woning naasit het kleine huisje in de kromming van hel Huygenspark te 's Gravenhage, waarin ten vorigen jare een moord plaats had door dien een jonginenseh de daar wonende vrouw dood schoot en daarna zich zelf doodde, is thans wederom een misdrijf met doodelijken afloop voorgevallen. In den afgeloopen nacht kwam name lijk de 27-jarige chauffeur N. Alblas aan het politiebureel aan het Huygenspark aangifte doen, dat hij in den vooraf- gaanden nacht de in bedoeld huisje wo nende vrouw, A. H. S., met wie hij sedert eenigen tijd leefde, in een twist had gedood. Aanstonds stelde de politie een onder zoek in, en vond inderdaad in de wo ning op den grond liggen hel lijk van bedoelde vrouw. De ader moet aan de politie hebben medegedeeld, dat bij de verslagene, een 40-jarige gescheiden vrouw van slechten levenswandel, en die vaak misbruik van sterken drank maakte, in den nacht van Zondag op Maandag in haar woning was komen opzoeken. Zij verkeerde toen in beschonken toestand. Er was een twist ontstaan, waarbij de vrouw hem met een sleutel een slag in het gelaat zou heb ben gegeven. A. heeft daarop de vrouw hij de keel gegrepen en haar daarbij gewurgd, want na haar eenige oogen- blikken te hebben vastgehouden, was de vrouw levenloos op den vloer gevallen. A. heeft daarop hot lijk met zijn jas overdekt en heeft toen de woning ver laten. Meer dan 24 uur heeft het lijk daar gelegen zonder dat een der buren 't. heeft bemerkt. A. heeft zich ten einde raad zelf aan gegeven. Aan de politie moot hij echter gezegd hebben niet het voornemen te hebben gehad om de vrouw te doodon. 's Morgens werd door justitie en poli tie tor plaatse een onderzoek ingesteld. De chauffeur is in arrest gehouden. Nader is gebleken, dat de vrouw hij de worsteling met den chauffeur A. ook een scheermes in de hand heeft gehail. De verdachte, dit aan de politie mede- deelende, verklaarde teen uit zelfverde (liging de vrouw hij de keel le hebben gegrepen en haar ruim drie minuten te hebben vastgehouden. Voor de woning werd een tweetal po- litie-agenten op post gezet, wat de aan dacht trok van voorbijgangers, die door huren ingelicht, het geval druk stonden te bespreken, terwijl de justitie een groot doel van don ochtend in hel huisje mot het onderzoek bezig was. Eergisteren werd te Oss een zekere. H. zoodanig door zijn buurman met liet mes bewerkt, dat hij het er wel niet le vend zal afbrengen. („de Tijd") Het lied van den Nachtwacht. Een van de oude gebruiken, die in Got marsum nog bewaard gebleven zijn, on getwijfeld een gebruik van zeer ouden datum, is, wordt aan de Zw. Crt. ge schreven, het gezang van den nachtwa ker in den oudejaarsnacht. Wanneer de 12 slagen van de toren klok hebben aangekondigd, dat het oude jaar voorbij is, ziet men op het marktplein van Oostmarsum een groepje menschen staan, in wier midden de nachtwacht Dan zet de nachtwacht een lied in, dat tloor de hem omringenden wordt meege zongen. Daarna lie weegt zich deze groep met den nachtwacht aan het hoofd, zin gende door de verschillende straten, op deze wijze aan Ootmarsum's burgers den heilwensch brengende bij de intrede van ■het nieuwe jaar. Hieronder volgt het lied van den nacht wacht, dat hier en daar wel wat gebrek kig is, zooals met meer oude dingen gaat. Komt, burgers, komt. nu allen terstond Het nieuwe jaar intreden. En wensch ik u op deez' vasten grond, Veel heil, geluk en zegen. Het oude jaar, dat is verdween, Het nieuwe zijn wij ingetrêen. Verheugt u, burgers in uw lot, Wilt Hem, den Heere, prijzen, Knielt neder voor den grooten God. Wilt Hem alle eer bewijzen. De nachtwacht wenscht u met elkaar, Veel heil en zegen in het nieuwe jaar Ik wensch aan ieder stadgenoot, Veel heil, geluk en zegen, En aan een elk zijn dagelijkse!) brood, Hem van den Heer gegeven. En dat wensch ik 'in dezen stond, Aan ieder burger met hart en mond. De ontvluchting uit het Iluis v a n Bewaring. Ondanks ijverige na- nasporingen van de politie, is het haar tot heden niet gelukt, de voortvluchtige zoogenaamde mevr. Romeijn uit het. huis van bewaring te Amsterdam aan te hou den. Meer en meer wordt waarschijnlijk, dat het aldus in zijn werk is gegaan: De vrouw heeft in een winkel van buurt IJ IJ naar het café getelefoneerd, waar zij wist, dat haar man dikwijls kwam. Dezen heeft zij toen verzocht uit het huis van het Frederiksplein no.. 26 een deel van haar kleeren te halen en te brengen hij een barer kennissen in het Muiderpoort:- kwartier. De diamantbewerker R., haar

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1913 | | pagina 6