De Oorlog' op den Balkan.
Rechtszaken.
Journalistiek.
Posterijen en Telegrafie.
Landbouw en Veeteelt.
GEMENGD NIEUWS
10 minuien later was de andere aal
moezenier aan boord en alle manschap
pen en bijna alle officieren bereidden
vich om voor (lod hun Schepper te ver
schijnen.
En zoo voorbereid en toegerust gingen
de 6 kleine Italiaansche vaartuigen (wel
licht) hun ondergang tegemoet.
E,n de pelgrim, die nu hef heiligdom
Madonna de Montenero bij Livorno
de „haven" der 6 torpedo-jagers be
zoekt, zal onder de ex-voto's de pet zien
van een scheepskapitein. En die is de
pet van den „admiraal" Milo, die ze
daar een paar weken geleden neerhing,
iom O. L. V. erkentenis te toonen en te
bedanken van al zijne mannen uit
den strijd te hebben teruggevoerd, terwijl
bet doel van den tocht naar den dood
werd bereikt.
Nieuwjaarswensclien, Z. H.
de Paus heeft van de meeste Europee-
sche vorsten gelukwenschen ontvangen,
o.a. van keizer Wilhelm, van sultan
Mohammed V, van den koning van
Noorwegen en van dien van Montenegro.
(Msbode.)
DlirSdllASI).
Herdenking van den slag b ij
Leipzig. De „Lokalanzeiger" weet te
melden, dat de Russische keizer bij de
onthulling van het gedenkteeken van den
volkerenslag hij Leipzig, zal tegenwoor
dig zijn.
De toestand van Koning 011o.
.In Miinehen liepen geruchten, dat de toe
stand van den krankzinnigen koning Otto
van Beieren, aanleiding geeft tot bezorgd
heid. („Msbode.")
Begrafenis van Von Kider 1 en
Waechter. Donderdag had te Stutt
gart de plechtige bijzetting plaats van
het stoffelijk overschot van staatssecre
taris Von Kiderlen Waechter. In den
lijkstoet volgden de koning van Wurtem-
berg en de rijkskanselier als vertegen
woordiger van den keizer en de keizerin.
De Italiaansche gezant Pansa vertegen
woordigde het diplomatieke korps te
Berlijn. De deelneming was zeer groot.
(Msbode.)
Bankdi of stal. N aar de Braunsch-
weiger Landeszeitung" mededeelt, zijn
de boekhouder Auerbach van de bank-
firma Löbecke en de koopman Alexander
Weber gevlucht. Men heeft ontdekt,
dat Auerbach in zijn kwaliteit van boek
houder bij het genoemde bankhuis, van
December 1D10 tot December 1912 een
bedrag van 450.009 mark verduisterd
lieeft door middel van vervalsching van
deposito-ontvangstbewijzen. Voorts is
vastgesteld, dat de koopman Weber bij
de verduistering grootor voordeel heeft
gehad dan Auerbach. (Msbode)
BUIitfltl,
Geheimzinnige moord te
Brussel. Eene geheimzinnige misdaad
heeft de Noord-Oostelijke wijk van Brussel
in opschudding gebracht, meldt het
„Ilandelsbl. van Antw
De bewoners van de Stevinstraat
hadden eene bejaarde dame nog niet
zien uitgaan en nadat de melkvrouw
vruchteloos gebeld had, werden de buren
ongerust en verwittigden de politie.
Deze deed door een smid de deur
openen, en men vond de dame in liet
portaal, dood, met een met chloroform
doorweekten prop in den mond.
Aan de voeten van het lijk lag een
metalen kistje met dubbel slot, doch
ongeopend.
Het parket, dat dadelijk geroepen
werd, stelde vast, dat de moord door
dieven moest gepleegd zijn, maar in
welke omstandigheden moet nog onder
zocht worden. „Msbode".
De Antwerpse he haven. De Bel
gen zijn, wat het ontwerpen van grootsche
plannen betreft, de Nederlanders ver voor
uit, doch de uitvoering laat wel eens
wat te wenschen orier, en dikwijls blijft
het jaren lang bij het enkele plan. Hoe
lang is het niet reeds geleden, dat de
Antwerpenaars landgenoot en vreemdeling
overbluften met de reuzienh'aven, die zij
ontworpen hadden en die zich tot aan
de Nederlandsche grens zou uitstrekken
en thans nog moet de Kamer van Koop
handel zich in haar rapporten beklagen
over de bekrompenheid der haven en over
de ontoereikendheid der binnenwateren.
In een kwart eeuw, zegt het rapport,
is de toestand der haven dezelfde ge
bleven! Flinke samenwerking is dan ook
hoog noodig tusschen de verschillende
diensten, die elkaar thans tegenwerken
zonder aarzelen moet aan den arbeid wor
den getogen. Anders zou de ontwikkeling
van de gunstigst-gelegen haven van Euro
pa op onverantwoordelijke wijze gestuit
worden, en zal zij nooit beantwoorden
aan den droom van Leopold II, die in
de toekomst Antwerpen reeds zag als eer
ste haven ter wereld, wat het ook in
't verleden geweest is
FRANKRIJK.
E e n a r r e s t a t i e. De burgemeester
van 'Ghantilly, is te Parijs, gearresteerd
onder verdenking Zaterdagnacht gepoogd
te hebben, twee dames op haar villa
te Le Perreux, te vennoorden. Hoewel
de beide dames ernstig werden verwond
kwam hulp nog bijtijds opdagen, de dader
nam de vlucht. De verdenking viel da
delijk op den burgemeester van Ghantilly,
van wien de echtgenoot van een der
dames, een groot schuldeischer geweest
was. De politie deed een 'huiszoeking
hij den verdachte en verschillende com-
pronutteerende stukken werden ontdekt.
De burgemeester werd ter confrontatie
naar het ziekenhuis gebracht, waar zijn
slachtoffers verpleegd werden. Zij her
kenden hem onmiddellijk. De burgemees
ter van Chanlillv, stond als een verkwis
ter, die veel schulden had, bekend.
(Msbode.)
De „Notre* Dame" te Parijs. Over
deze beroemde kathedraal schreef onlangs
de Parij'zer correspondent van 11e Maas
bode een hoogst interessanten brief aan
zijn bLad. Wij ontleenen er het volgende
aan
Ik heb de kathedraal gezien op hooge
feestdagen, wanneer het scharlakenrood
van den mantel van kardinaal Amette
vlamde tegen den grijzen steen. Ik heb
processies zien trekkenver weg tusschen
de grauwe zuilenrijen was 'teen beven
en schemeren van goud en purper op
koormantels en kappen en van ver scheen
aan te zweven 't biddend gezang van
fijne, klare jongensstemmen. Dan scheen
men nog meer verplaatst in die kleu
rige tijden der middeleeuwen en de fijne
koppen der priesters, die medetrekken in
de processie, leken gesneden uit de
schilderstukken der Vlaamsche primitie
ven. Ik heb de „Notie Dame" gezien in
den klaren ochtend, wanneer een klein
groepje geloovigen neerknielde hij een
<ier altaren, waar de priester celebreer
de. Ik heb de „Notre Dame" gezien in
den vallenden avond, wanneer de gloed
wegtrok uit de roosvensters en de scha
duwen optrokken tusschen de zwijgende
pijlers.
En altijd weer h.eb ik hetzelfde in de
kathedraal van Parijs teruggevonden, wat
ik er vond op den eersten dag: ma
jesteit en kracht.
Een kracht, die niet van de aarde is.
Kracht van de aarde gaat gepaard met
rumoer en geweld. Wanneer wij aan
kracht denken, dan zien wij voor ons
zwoegen en sleepen, liet bouwen van
steen, het wentelen van een zwaar rad.
Of wij zien een heerscher rijden op zijn
fier ros, den scepter in de hand, over
een veld met lijken bezaaid. Dat is wereld-
sche kracht. Doch de „Noitre Dame" is
geheel anders; hier heerscht een kracht
en sterkte, die tevens rust is,
Wanneer wij binnentreden, dan is 't
reeds aanstonds, of er een kalmte daalt
over onze ziel.
Wanneer wij nederknielen hij het beeld
van „Notre Dame de Paris", waar de
Madonna haar Kind beziet met geluk en
glorie en zegepraal, en opzien naar het
groote roosvenster, gloeiend van kleui-
tegen de grijze, verweerde steen, dan daalt
over ons een rust, die wij in de wereld
niet hebben gekend. Hier valt al de ijdel-
heid van het aardsche van ons af als
een versleten mantel en de roepstem van
het kwaad dringt niet door onder deze
heilige bogen. Hier vinden wij ons zelf
terug, simpel en klaar, gelijk wij als
kinderen waren.
Hier, mijmerend in de stilte der kathe
draal, zien wij het leven weer, zooals
God het den menschen gafgrootsch,
maar eenvoudig. Hier kunnen wij weer
bidden, vertrouwlijk, zooals we als kin
deren deden, in 'deze atmosfeer, waarin
de heiligheid en deugd van geslachten
ons omgeeft als een fijne sluier in de
schemering.
Zoo is, wanneer men de „Notre Dame"
binnentreedt, het aardsche buitengesloten.
Dat is de overweldigende kracht dezer
kathedraal. Hier worden de luidruchtige
kinderen der wereld en de trotschë adep
ten der „beau monde" van heel de we
reld stil en hun stemmen fluisteren oot
moedig. Tegen deze kracht zwijgt het we-
reldsche rumoer.
Heel deze geniale bouw blijft zichzelf
gelijk. Er is soms een uitbundigheid in de
kathedraal; men ziet, dat de handen der
houwers beefden van heilige ontroering,
toen zij de stugge steen bebeitelden on
bekapten. De dierenkoppen en de chi
mères lijken spelingen van grillige fan
tasie en zij zijn ook wel de uitbarsting
dier Fransche weligheid van geest, die een
uitweg zoekt. Doch hier is die weligheid
besnoeid en bedwongen door de kracht
en zij viert zich alleen nit om nog meer
de sterkte te doen heersehen in den mach
tigen bouw. En zoo is de kathedraal
geworden tot een lofzang vol kracht, die
de zegepraal inluidt. Triomf roepen de
zwierige lijnentriomf galmen de statige
hogen; tiromf juichen al die beelden en
sculpturen; triomf schatert in de kleuren
dei- roosvensters: een wemeling van goud
en paars, van rood en purper
Kracht en zegepraal. Het is de bood
schap, die de „Notre Dame" mededraagt
uit lang-voorbije tijden. Door kracht tot
de zegepraalzoo begrepen zij het leven,
die hier eens de steenen aandroegen,
bouwden en beitelden en bouwden en
kapten in het zweet huns aanschijns. Hun
namen zijn ons niet overgeleverd, van
deze groote kunstenaars, slechts enkele
zijn bewaard gebleven, doch wij staan
toch voor hen in diepe bewondering met
ontbloiote hoofden. Doch zij meenden niet
iets bijzondere te doen, wanneer zij arbeid
den, wadt kunstenaars als zij waren er
duizenden, terwijl wij thans met honderd
lampen zouden zoeken naar één. Deze
groote mannen echter arbeidden niet voor
den roem der menschen, doch voor hel
aanschijn van God en voor Zijn glo
rie, God was hun kracht en God ook
hun zegepraal. En uit die wetenschap
welde hun kunstenaarschap op als uit
een bron, wier wateren niet verminder
den. Nu wij dit vergeten hebben is de
bron verdroogd.
Kracht en zegepraal. Het is de bood
schap, die de „Notre Dame" mededraagt,
vooral voor dit volk, dat toch voordat
'tde prooi werd van een Briand en een
Combes, eens het volk was van een Joan
ne d'Arc en een H. Koning Lodewijk.
Wat dit volk zijn kan en ook had kunnen
blijven tot op den huidigen dag, ook dat
leert de Notre Dame". Want hier staan
wij toch wel voor een der schoonste open
baringen van het genie van dit ras, dat
zich altijd welig en schitterend wilde uit
vieren, doch kracht verkreeg, wanneer het
als hier werd gesteld in dienst van een
grootsch ideaal. Ook bij andere volkeren
kunnen wij dit zien, de „Notre Dame" is
niet het eenige wonderwerk der gothiek.
Voor het Fransche volk is echter een
grootsch ideaal een levensbehoefte; de
Gallische geest moet hoog kunnen stij
gen, wil zij niet diep vallen. De geest
van het Fransche volk kent weinig ge
lijkmatigheid zij- is glorieus in hare ver
heffingen, doch waar die verheffing ont
breekt, valt geen volk zóó diep. Vandaar
de tegenstellingen altijd bij dit ras, dat
in zijn goede uren daden stellon kan van
een grootheid en pracht, die misschien
door geen ander volk ter wereld worden
geëvenaarddoch waar een val in
de uren van verdwazing altijd oen val
in het diepste der hel gelijkt.
Thans doorleven wij hier slechte uren
van dit volk. Maar ook in de duisternis
van het heden, zien wij soms als oen
flits van licht weer een openharing van
het edele Fransche genie. Ook in dezen
rampzaligen lijd wordt ge soms verrast
door trekjes van groote edelmoedigheid,
van manhaftigheid tegenover de gierende
vervolging, van ijver en toewijding in
dienst van het goede. Doch dat vindt
ge niet op de stralende boulevards en
niet in de kwartieren der rijken. Om eens
een openbaring te vinden van de schoon
heid van dit ras, moet ge achterbuur
ten zoekenniet de plaatsen, waar Pa
rijs lacht en juicht, doch de plaatsen,
waar Parijs lijdt en weent
Doch wij leven thans in de slechte uren.
De „Notre Dame" moge al een zijn ge
worden met het stadsbeeld, met bet in
nerlijk leven dezer stad is zij1 in feite
tegenspraak. Haar stoere ernst is niet te
rijmen met het wufte leven der stad.
Haar plechtige vreugde niet met het ge
joel en geschater oener wereldse!»', uit
gelatenheid. Haar zegepraal niet met den
diepen val van een verstooten volk.
Zoo staat daar, vooral tegen den avond,
de „Notre Dame" als een heugenis uit
betere tijden, doch ook als een maan-
roep tot inkeer. Vooral tegen den avond,
wanneer de snoeren van valsche lichten
branden, heel de stad door, en een roo-
de walm uit de stad vol feestgedruisch
en rumoer opslaat tegen de avondlijke
lucjht. Dan slaat er de duistere „Notre
Dame" als een voortdurende herinnering,
een voortdurende vermaning. Haar stem
wordt door het brooddronken volk niet
gehoord, doch zij spreekt er niet min
der om, met klaar en doordringend geluid.
En naar die stem zal moeten worden
geluisterd, wil men niet onvermijdelijk ko
men tot het einde van dit schoone ge
slacht.
De Vredesconferentie. Men
gelooft dat de Turken na veel loven
en bieden op het einde onder den druk
der mogendheden zullen toegeven. De
Maasbode had het navolgende hoopvolle
telegram in zijn ochtendblad van heden
BELGRADO, 2 Januari. (R.O.). Het
resultaat van de vredesconferentie
van gisteren, heeft hier een goeden
indruk gemaakt,
en ook nog dit wat minder hoopvol klinkt:
Bij een der gedelegeerden, kreeg
Reuter de vaste overtuiging, dat,
wanneer Turkije inzake Adrianapel
niet toegeeft, de gedelegeerden de
conferentie zullen verlaten.
De „N. Rott. Crt." heeft in haar och
tendblad van heden een particulier draad-
bericlit uit Sofia aan de Kölnische Zeitung
waarin de stand der vredes-onderhande-
lingen aldus wordt aangegeven.
Ook hier wenscht men, dat er
spoedig vrede zal worden gesloten.
Men begrijpt echter zeer goed, dat
de Turken zich niet terstond bereid
verklaren, de voorwaarden van het
Balkanverbond te aanvaarden. Men
ergert er zich ook niet aan, dat de
Turken Adrianopel, Dzjanina en
Skoetari in bezit trachten te houden.
Te Londen voert men niet alleen
onderhandelingen, men drijft er ook
handel. Niemand heeft verondersteld,
dat de onderhandelingen spoedig
afgeloopen zouden zijn.
Men duidt het den Turken ook
niet euvel, dat ze nog altijd op
Europeesche verwikkelingen liopen.
Van beide kanten dreigt men met
het heropenen van de vijandelijk
heden en moge ook, tenminste aan
Bulgaarsclien kant, liet besluit vast
staan, zoo noodig weer te gaan
vechten, toch behooren die dreige
menten bij het handel drijven.
In werkelijkheid is men er van
overtuigd, dat Turkije, na eenige
tegenstribbeling, waardoor wellicht
de onderhandelingen op het punt
zullen komen van afgebroken te
worden, zal toegeven en ten opzichte
van de vaststelling der grenzen met
het Balkanverbond tot overeenstem
ming zal komen.
Vrees voor een hervatting van de
vijandelijkheden is tot nog toe geheel
ongegrond. Men zal van beide zijden
wat toegeven.
De S paraden. De correspondent van
de „Köln. Ztg." te Kalymnos,, schrijft
over den toestand der Spornden (een
eilandengroep in de Middellandsche Zee
Red. N. Z. Crt.) het volgende:
„De voornaamste krijgsmacht der Ita
lianen, ongeveer 30000 man, van ver
schillende wapens, ligl in R hod us in
garnizoen. Kas is slechls door 800 man
bezet en op de overige eilanden liggen
slechts kleine garnizoens. Voor Astvpalaia
ligt slechts één torpedoboot voor anker.
De haven van Kalymnos ondervindt last
van stormen, zoodal de torpedoboot „Al
pino", onder commando van kapitein Gal
lium, hij Kos gestationeerd is. In de
mooie, natuurlijke haven van Leros ligt
een klein eskader, onder bevel van vice
admiraal Amero. d'Aste Stella, bestaan
de uit het pantserschip „Regina Mar-
gherita" en de torpedoboot „Fuciliere,,.
Hoezeer de eilandbewoners ook de ver-
eeniging met Griekenland verlangen, zoo
beschouwen zij de Italianen toch als be
vrijders en hebben zich met hen ver
zoend, daar zij niet meer gefooven aan
een teruggave, van de door Italië bezette
eilanden, pan Turkije. Destijds hadden
zij het den Italianen zeer kwalijk geno
men dat. zij daaraan ernstig dachten.
(„Msbode")
De rechtbank te Middelburg heeft heden
veroordeeld wegens
diefstal: R. 11., l(i jaar, zonder beroep
le Vlissingen, 4 maanden tuchtsciböol en
dezelfde eveneens wegens diefstal, tot 2
maanden tuchtschool; S. M. 1!., 13 jaar,
zonder beroep te Vlissingen, f 1 boete
subs. 1 week tuchtschool; \V. G„ 13
jaar, zonder beroep te Oudelande, een
maand tuchtschool; G. E., 27 jaar, schip
persknecht te Rotterdag, 2 maanden ge
vangenisstraf met aftrek voorarrest; L. G.
K., 44 jaar, en \V. M,, 29 jaar, arbeiders
(e Wïssekerke, ieder 2 dagen gevange
nisstraf;
strooperij: J. L. R„ 13 jaar, A. K..
12 jaar, J. J. V., 11 jaar, H. K„ 12 jaar,
allen te Vlissingen, ieder f 1 boete subs.
1 week tuchtschool, N. B., 14 jaar
en H. 11., 16 jaar te Vlissingen, no. 1
fl boete subs. 1 week tuchtschool, no. 2
17 boete subs. 14 dagen tuchtschool;
.1. B., 17 jaar, sjouwerman en C. J.
11. 15 jaar, loopjongen, heiden te Sou
burg, f 1 boete, subs. 1 week tuchtschool;
vvederspannigheidJ. M. B., 42 jaar,
vissoher te Cadzand, 14 cl age n gevan
genisstraf.
l)e „Goesche Courant", het 3 maal
per week verschijnende liberaal nieuws-
blad te Goes, herdacht 1 Januari j.l.
haar 100-jarig bestaan.
De conducteur der brievenmalen 2e kl.
A. H. Koster, standplaats Vlissingen, is
met ingang van 1 Jan. 1913 benoemd
tot conducteur der le klasse.
Op de jaarvergadering der geitenfok-
vereeniging te Heinkenszand waren aan
wezig 31 van de 67 leden. Uit het ver
slag van den penningmeester bleek, dat
ontvangen was f 111.0112 en uitgegeven
f 108.97V2. Een batig saldo dus van f 2.04.
Als bestuurslid werd herkozen de lieer
D. v. 't Hof en gekozen de heer H.
Wouters in de plaats van den heer P.
Kuve, die als zoodanig bedankt had.
Het salaris van den bode werd gebracht
van f3 op f5. (M. Ct.)
Oostelijk Zeeuwsch-Vlaanderen.
Het buitengewoon zware werk, in het
najaar door de paarden verricht, toen
zij bij het bietenvervoer zeer diep in
den modder zakten, evenals de geladen
wagens, zoodat zij zelfs geringe vrachten
niet van het land konden krijgen, is nu
aan de dieren goed te merken.
Een zeer groot aantal staat met pijn
lijke, dikke, ruwe, en soms ontstoken
onderpooten, waarin zij klaarblijkelijk
op verre na niet zoo krachtig meer zijn
als voor de uitputtende bietencampagne
zij hebben de rust bard noodig om weer
zoo goed te worden als viiör liet zware
werk
Doodslag. In een woning naasit het
kleine huisje in de kromming van hel
Huygenspark te 's Gravenhage, waarin ten
vorigen jare een moord plaats had door
dien een jonginenseh de daar wonende
vrouw dood schoot en daarna zich zelf
doodde, is thans wederom een misdrijf
met doodelijken afloop voorgevallen.
In den afgeloopen nacht kwam name
lijk de 27-jarige chauffeur N. Alblas aan
het politiebureel aan het Huygenspark
aangifte doen, dat hij in den vooraf-
gaanden nacht de in bedoeld huisje wo
nende vrouw, A. H. S., met wie hij
sedert eenigen tijd leefde, in een twist
had gedood.
Aanstonds stelde de politie een onder
zoek in, en vond inderdaad in de wo
ning op den grond liggen hel lijk van
bedoelde vrouw.
De ader moet aan de politie hebben
medegedeeld, dat bij de verslagene, een
40-jarige gescheiden vrouw van slechten
levenswandel, en die vaak misbruik van
sterken drank maakte, in den nacht van
Zondag op Maandag in haar woning was
komen opzoeken. Zij verkeerde toen in
beschonken toestand. Er was een twist
ontstaan, waarbij de vrouw hem met een
sleutel een slag in het gelaat zou heb
ben gegeven. A. heeft daarop de vrouw
hij de keel gegrepen en haar daarbij
gewurgd, want na haar eenige oogen-
blikken te hebben vastgehouden, was de
vrouw levenloos op den vloer gevallen.
A. heeft daarop hot lijk met zijn jas
overdekt en heeft toen de woning ver
laten. Meer dan 24 uur heeft het lijk
daar gelegen zonder dat een der buren
't. heeft bemerkt.
A. heeft zich ten einde raad zelf aan
gegeven. Aan de politie moot hij echter
gezegd hebben niet het voornemen te
hebben gehad om de vrouw te doodon.
's Morgens werd door justitie en poli
tie tor plaatse een onderzoek ingesteld.
De chauffeur is in arrest gehouden.
Nader is gebleken, dat de vrouw hij
de worsteling met den chauffeur A. ook
een scheermes in de hand heeft gehail.
De verdachte, dit aan de politie mede-
deelende, verklaarde teen uit zelfverde
(liging de vrouw hij de keel le hebben
gegrepen en haar ruim drie minuten te
hebben vastgehouden.
Voor de woning werd een tweetal po-
litie-agenten op post gezet, wat de aan
dacht trok van voorbijgangers, die door
huren ingelicht, het geval druk stonden
te bespreken, terwijl de justitie een groot
doel van don ochtend in hel huisje mot
het onderzoek bezig was.
Eergisteren werd te Oss een zekere.
H. zoodanig door zijn buurman met liet
mes bewerkt, dat hij het er wel niet le
vend zal afbrengen. („de Tijd")
Het lied van den Nachtwacht.
Een van de oude gebruiken, die in Got
marsum nog bewaard gebleven zijn, on
getwijfeld een gebruik van zeer ouden
datum, is, wordt aan de Zw. Crt. ge
schreven, het gezang van den nachtwa
ker in den oudejaarsnacht.
Wanneer de 12 slagen van de toren
klok hebben aangekondigd, dat het oude
jaar voorbij is, ziet men op het marktplein
van Oostmarsum een groepje menschen
staan, in wier midden de nachtwacht
Dan zet de nachtwacht een lied in, dat
tloor de hem omringenden wordt meege
zongen. Daarna lie weegt zich deze groep
met den nachtwacht aan het hoofd, zin
gende door de verschillende straten, op
deze wijze aan Ootmarsum's burgers den
heilwensch brengende bij de intrede van
■het nieuwe jaar.
Hieronder volgt het lied van den nacht
wacht, dat hier en daar wel wat gebrek
kig is, zooals met meer oude dingen gaat.
Komt, burgers, komt. nu allen terstond
Het nieuwe jaar intreden.
En wensch ik u op deez' vasten grond,
Veel heil, geluk en zegen.
Het oude jaar, dat is verdween,
Het nieuwe zijn wij ingetrêen.
Verheugt u, burgers in uw lot,
Wilt Hem, den Heere, prijzen,
Knielt neder voor den grooten God.
Wilt Hem alle eer bewijzen.
De nachtwacht wenscht u met elkaar,
Veel heil en zegen in het nieuwe jaar
Ik wensch aan ieder stadgenoot,
Veel heil, geluk en zegen,
En aan een elk zijn dagelijkse!) brood,
Hem van den Heer gegeven.
En dat wensch ik 'in dezen stond,
Aan ieder burger met hart en mond.
De ontvluchting uit het Iluis
v a n Bewaring. Ondanks ijverige na-
nasporingen van de politie, is het haar
tot heden niet gelukt, de voortvluchtige
zoogenaamde mevr. Romeijn uit het. huis
van bewaring te Amsterdam aan te hou
den.
Meer en meer wordt waarschijnlijk, dat
het aldus in zijn werk is gegaan: De
vrouw heeft in een winkel van buurt IJ
IJ naar het café getelefoneerd, waar zij
wist, dat haar man dikwijls kwam. Dezen
heeft zij toen verzocht uit het huis van
het Frederiksplein no.. 26 een deel van
haar kleeren te halen en te brengen hij
een barer kennissen in het Muiderpoort:-
kwartier. De diamantbewerker R., haar