Wasch- en
L, 145. TWEEDE BLAD NIEUWE ZEEUW SCHE COURANT Zaterdag 7 December JL9L2.
-"•VS)
[KT K150
JBURGI -
Do ontrouwe Gids.
December 1912,
iorniet-ledenfO.75.
IAALSCHE
[f.N. CoMhals. FEUiLLETOfi,
UIT DE PERS.
Sociale Berichten.
ïg „de Symphonie"
OES,
November 1890.
F. X. MANNHARDT.
binhenland.
CERT
„de Prins van Oranje"
willende medewerking
ONT, Middelburg, (Viooli
MAZZOLA, Middelburg
ment.)
a 10 ets. per plaats
op Maandag 9 December
r. Toegangsprijs f 0.25.
gen der huid.
otgesteld aan tal van
Ike door de jeuk en
tn den patiënt haast
Bovendien zijn zij
en bieden zij hard-
aan elke behandeling,
leneest de huid door
antiseptische en hee-
ien. Zij gaat de ont-
is bekend als een der
leien tegen eczeem,
[roos, schurft, insecten-
>n en voeten, netelroos,
i jeukende huidziekten,
op den juisten naainl
'baar bij de H.I1. De
Inding geschiedt franco
ssel a f 1.75 per doos.
(10)
1
ILS
use
„Ten Paleize
De uitgevers van dit boek, de firma
Listens cn Giltay, gaven aan het „Han
delsblad" vergunning, vóór de verschijning
I tig volgende bijzonderheden aan dit werkje
1 te onfleenen:
Door den schrijver, den heer Martijn,
lwordt de koninklijke omgeving aldus ge-
I schotst, dat de Koningin vooral houdt
I van een gezellig, niet te ruim intérieur,
lilt zij door het doen aanbrengen van
I allerliefste schilderstukjes en aquarellen
Jen wat men onder het volk „snuiste-
ljijèn" zou noemen, nog weet op te Vïoo-
I lijken.
Reeds zeer vroeg m den morgen kan
liiien 'de Vorstin in hare vertrekken vinden,
I waarna zij, 'voor zooveel noodig, hare
I moederlijke zorgen wijdt aan Prinses
I Juliana. Dait „vroeg op zijn" van de
I Koningin geeft nog wel eens aanleiding
(tot verrassingen bij gelegenheid van be-
zoeken van vorstelijke of hooggeplaatste
(personen, die zich op de wandeling door
[liet Paleis of in het Park, in 't vroege
(morgenuur soms heel onverwachts voor
p. H. geplaatst zien.
De Koningin gebruikt hot ontbijt ge-
iwoonlijk te half negen, in gezelschap
I van den Prins.
Dit ontbijt kenmerkt zic.h steeds do.or
Igroote eenvoudigheid.
Voor den lunch, te 1 uur, en vaak
(nok nog daarna, houdt H. M. zich met
Jilc staatszaken bezig, ontvangt de mi-
listers, haar particulier secretaris en
(andere hooge dignitarissen, terwijl zij
Izich in 't middaguur ook vaak gereed
(moet houden voor audiënties aan ge
landen.
Geldt het de aanbieding van geloofs
brieven of de terugroeping van een gezant,
wordt daarbij eenig ceremonieel in
Iacht genomen.
Daar de verbinding tusschen Apeldoorn
jen de residentie na half negen 's avonds
J erg gebrekkig is, blijven de hooge gasten
I gewoonlijk tot den volgenden morgen ten
1 paleize logecren.
Hiermede is natuurlijk de volledige dag-
llaak van If. M. nog lang niet aangegeven,
(werden ook niet genoemd de vele uren
(door onze Koningin besteed aan het
van brieven en adviezen over
laanvragen om steun, uitnoodigingen
(lot hel hijwonen van plechtigheden en
(verzoeken van allerlei aard, waarbij nog
(komen de belangen van. haar eigen Huis,
(tailiehetrekkingen en particuliere corres
pondenties.
't Behoeft wel geen betoog1, dat bij een
afwisselend werk-progra.mma, ook
(lunch en diner herhaaldelijk van karakter
(verwisselen, dat ze nu eens echt huise
lijk en intiem, dan weer streng cere-
(«ïemeel zijn.
Karaktertrekken. In een vol-
|{cnd hoofdstuk geeft de schrijver eenige
(hrakfertrekken van onze Koningin, geen
karakterschets zegt liij nadrukkelijk;
hij acht daartoe, de Koningin-Moeder
|wn buiten beschouwing gelaten, slechts
(één persoon in Nederland werkelijk be-
(v'iegd, namelijk mevrouw Röel, vroeger
(jls Baronesse Sloet tot Marxveld, de
■hofdame en vriendin van de Koningin.
De schrijver herhaalt echter, hoe allen,
Jiie het voorrecht hadden in de omgeving
(vu» Hare Majesteit te verkeeren, 'teens
|JP, dat zij niet de vrouwe is, die
I®.1 ding behoeft of zich door de hof-
I tangen laat beïnvloeden, maar werkelijk
lKoningi n is.
Hoe onkreukbaar de trouw der Vorstin
juun de Grondwet moge zijn, nooit zal
■temand ter wereld deze Nederlandscho
Itaungin kunnen bewegen zich te verlagen
jot een slaafsche dienaresse van Ministers,
•Uil een volk of van bepaalde kringen.
toorts bezit Koningin Wilhelmina een
I oo uitgebreide kennis van niaatschappe-
|ie ."os,tanden en verhoudingen, houdt
IA. zo°' van de nationale en inter-
j' """"e vraagstukken van den dag op
naar de laatste eiscben
nieuwste machines op
:elige conditiën, zoow
emaakte wasschen
alddelen.
pnt voor GOES
erbeem.
|(&»p episode uit het dagboek van een Officier.)
fagers^°Ze voer'- naar de oasis der
Ij'fc.i'06 ve'e. dagreizen is de oasis der
l'l_\Van. ^'er verwijderd?
Y Veertien dagreizen.
ItertiJT de we& ,dien WÜ volgden:
■ons i ySrelzen! Dit antwoord bracht
If-- \i van «as stuk,
laar ;1aM 'leze? hernam de kapitein,
jzende tegenovergestelden kant wij-
ivier^„^ Toer,1 naar de oasis der Goud-
- \i T°° de Arabier,
i'ekr»! a! dan zullen wij toch onzen
«tCan^i1van8en> nep Gilbrac
ia' de'liU verwensc.h'te beest heeft
[hand26 ®ees'el1 van Afrika opi zijne
^ondriviLVe'e daSreazen is de oasis der
Fipitein r verwijdei'd? vroeg de
Y E®e dagreis,
eggende, keerde de Arabier zich!
de hoogte, dat zeker niemand, hoe hoog
geplaatst ook, het zal durven wagen haar
een averechtsclie voorstelling van een cnf
ander vraagstuk te geven of zijn meening
op te dringen.
Prinsesje. In een hoofdstuk over
het Prinsesje wordt in het bijzonder door
den schrijver genoemd het paviljoen, dat
speciaal voor Prinses Juliana is vervaar
digd, opdat zij, onafhankelijk van de
weersgesteldheid, steeds een gedeelte van
den dag onafgebroken van de verkwik
kende boschlucht zal kunnen genieten.
Is Prinses Juliana niet in of hij het
paviljoen, dan weet hare koninklijke
moeder haar zeker te vinden in het
poppen- en prinsesseliuis, waar zij zelf
als kind zoo gaarne vertoefde. Een barer
liefste en heiligste plekjes in 't veelgeliefde
park heeft 'de Koningin thans uitsluitend
voor haar kind afgestaan.
'tls altijd een alleraardigst toomeeltje
de kleine 'daar te zien spelen, konijntjes
en duiven voedend, verstoppertje spelend
met zuster Marting of met kinderen, die
haar op uitnoodigingen van de Koningin
een middag gezelschap komen houden.
Wanneer de Koningin dan geheel onver
wachts ten 'tooneele verschijnt, recht op
haar doel afgaande, of zich eerst even
achter een hoorn yerschuilend om haar
kind ongemerkt giade te slaan, dan is
de vreugde 'van het prinsesje pias vol
komen I
Schreien of 'dwingen doet cle Prinses
overigens weinig, 't is een gemakkelijk te
leiden, gewoonlijk goed gehumeurd kind,
dat do eigenschap heeft, da.t het zich
alleen spelende uitstekend kan vermaken;
wel opmerkelijk, waar het zich altijd door
gedienstigen ziet omringd.
Van onze Koningin mag gezegd wor
den, dat zij haar kind een uitnemende;
echt-liollandsche opvoeding geeft en doet
geven. Overdaad en verafgoding worden
daarbij vermeden. Waar het pas geeft,
weet H. M. de kleine met een vermanend
woord te bestraffen; maar ook bespaart
zij Juliana haar liefkozingen niet, echt
tecder en moederlijk, zoals iedere recht
geaarde vrouw, die haar kind liefheeft.
Ontspanningen van de Ko
ningin. Tot do meest geliefkoosde
bezigheden van de Koningin in haar vrije
uren bohooren het schilderen en photo-
grapheeren. Dikwijls kan men haar in de
omgeving van het Loo-paleis zien, ge
zeten op ,een vouwstoeltje, bezig naar
de natuur te schilderen, of met de ca
mera gewapend het bosch intrekkend.
Herhaaldelijk ook gaat de ril naar Vaas-
sen, waar de Koningin dan voor het ver
maarde slot „De Cannenburgli" uitstapt,
om "in het park te gaan schilderen. De
eigenaar, de heer Cleve, een vermogend
Duitsch kunstschilder, die gewoonlijk maar
een gedeelte van den zomer op bet slot
vertoeft, heeft zijn bezitting daartoe ge
heel ter beschikking van H. M. gesteld.
De Koningin is in deze bij uitstek
rustige en romantische omgeving dus ge
heel vrij en menig gelukkig geslaagd
doekje van baar hand zou er van kun
nen getuigen, dat zij hare uren wèl be
steed heeft. Maar het publiek zal wel
nooit in de gelegenheid zijn hierover te
oordeelen, want de kunstvoortbrengselen
van de Koningin blijven, zooals voor de
hand ligt, uitsluitend voor intiemen kring
bestemd.
Ten paleize plaatst H. M. zich ook wel
eens voor het klavier of zoekt zij verpoo-
zing in de lectuur, doch het liefst van
alles zijn haar de lange, opwekkende rij
toeren over Hoog-Soeren, Wiessel en voor
al naai' het „Aardhuis" te Hoog-Soeren,
dat in 1861 op last van Willem IlL werd.
gebouwd.
Een geliefd vermaak van het Koninklijk
gezin is het roeien op den grooten. vijver.
Daarbij wordt altijd gebruik gemaakt
van de slanke bootjes uit bet nabij ge
legen schuitenbuis,I waarin zich ook een
kostbare ivoorkleurige gondel bevindt,
door den Prins aan zijn gade geschonken.
,Een indertijd genomen proef met een mo
torboot schijnt niet voldaan te hebben.
Bij de roeipartijtjes gaat bet heel in-
om en wilde zijn tocht vervolgen, maar
Breton hield hem nogmaals slaande.
Pelgrim, sprak hij, werwaarts gaat
gij?
Naar de oasis der Goudrivier.
Welnu! wijs ons dan den weg, ver
oorloof ons u te vergezellen en ik zal
u voor ieder uur reizens een zak piasters
geven.
Abou-Aïbou heeft gelofte van armoe
de gedaan, gaf de Arabier ten antwoord;
echter wil hij volgaarne hen va,n dienst
zijn, die door den Geest vervolgd worden.
Die door den Geest vervolgd worden 1
herhaalde Gilbrac, ten toppunt van ver
bazing.
Zonder Verder een woord te spreken,
ging de Arabier koelbloedig opi èen aan
den kant van den weg liggendehoop
steenen zitten, zette een kleine ijzeren
kooi, welke hij onder zijne kaïk verhor-
gen had gehouden, opi zijne knieën, en
prevelde op statigen toon eenige onver
staanbare woorden.
Wij sloegen hem met verbazing gade.
Pelgrim, sprak de kapitein, zijt gij'
dervisch, kalender of marabout?
Ik ben een geestenvanger, antwoord
de de Arabier.
Wat zit .er in die ijzeren kooi?
Een geest.
tiem-gezellig toe en de Koningin, lioe
ernstig haar blik soms kan zijn, durft,
als het pas geeft, ook wel gul en har
telijk lachen.
In den omgang. Ook van den
tact van de Koningin om haar bezoe
kers op hun gemak te stellen, wanneer
zij door het ceremonieel van te voren wat
van. streek zijn geraakt, vertelt de schrij
ver wel hardig.
Want mocht het zelfs zóó ver gekoi-
men zijn wat volstrekt niet tot de
uitzonderingen behoort dat de man va.n
de particuliere audiëntie onder den eersten
indruk van de kennismaking, niet precies
meer in woorden weet uit te drukken
wat hem eigenlijk tot de Koningin voert,
dan is H. jM. weef terstond op haar
qui-vive om met een allervriendelijkst:
„O, mijnheer X, u komt hij oms op au
diëntie om de belangen te bepleiten yan"
hem op zijn gemak te zetten.
Als een bewijs van tact en hartelijk
heid der Koningin wordt in hetzelfde
hoofdstuk verteld, hoe zij, reeds lang
na het overlijden van den jagermeester
jhr. Van Haersma de With, op zekeren
middag naar het buitenverblijf van de
zeer onder het verlies gebukt gaande
douairière reed; de Koningin begaf zich
naar binnen om de echtgenooto van nu
wijlen haren dienaar tot een rijtoer uit
te noodigen. Tijdens den rit vertelde de
Koningin aan mevrouw Van Haersma de
With, dat het nog al hieel ver zou gaan,-
n.l. naar Wiessel. Daar gekomen werd
hij een der bosschen halt gehouden en
geleidde de Koningin de weduwe naar
een schilderachtig gelegen plek, waar op
een der heuvelen een eenvoudige gedenk
steen ter herinnering aan den vroeg ge
storven jagermeester was opgericht. De
Koningin had er een door haar zelf ge
stélde hulde aan de nagedachtenis van
haar diénaar op doen beitelen.
Ook de materiëele belangen va.n amb
tenaren en beambten zijn der Koningin
niet onverschillig.
Een vijftal jaren geleden schonk zij
een groot aantal huizen met weiden op
het Loo aan de daarin wonende offician
ten tegen een zoo» billijke vergoeding on
op zoo gemakkelijke condities weg, dat
van een „verkoop" eigenlijk geen sprake
kon zijn.
Godsdienstige gezindheid.
Nadat de schrijver een schets heeft ge
geven van het eenvoudige, geheel oncere-
monisch kerkgaan van Koningin en Prins
naar „de Hervormde of de Luthersche
kerk te Apeldoorn, tenzij er Zondags
dienst is in de hofkapel, herinnert hij
hoe het hekend geacht mag worden, dat
onze Koningin op het gebied van gods
dienst een beslist standpunt inneemt. Deze
godsdienstige gezindheid der Koningin uit
zich niet alleen naar buiten, door hare
belangstelling in kerk en zending; maar
spreekt ook uit haar persoonlijk voor
gaan, waarbij we denken aan de instel
ling van de huisgodsdienstoefeningen.
Des morgens vroeg behoudens bij
zondere omstandigheden en tijdelijke ver
hindering vereenigt de Koningin de
leden van haar personeel in een der
vertrekken ten paleize, waar zij of
Prins Hendrik in 't gebed voorgaat,
een gedeelte uit de Heilige Schrift leest
en in verband daarmede een korte toe
lichting geeft.
Niemand is gedwongen de huisgods
dienstoefeningen bij te wonen, wat trou
wens ook niet mogelijk zou zijn met
het oog op de Katholieken onder biet
personeel en den dienst; toch is het
bekend, dat slechts weinigen deze samen
komsten met de koninklijke familie ver
zuimen.
Een anecdote van den Prins.
Over den Prins citeert het „Handels
blad" ten slotte deze anecdote:
Eenigen tijd geleden bracht hij een be
zoek aan een fabriek te Apeldoorn, waar
belangrijke werkzaamheden voor hét hof
werden uitgevoerd.
Na aldaar in verschillende werkplaat
sen en dienstvertrekken te zijn rondge
leid, g(af de Prins het vooirnemen te ken-
Deze antwoorden waren niet zeer ge
schikt, om onze verbazing te doen be
daren.
Carambal riepi Gilbrac uit, Iaat mij
dien geest eens zien.
Dit zeggende greep hij de kooi (en keek
er in.
Het is een rat, riep1 hij uit, een
rat, welke in een hoek aan een korstje
brood knabbelt.
Salami die geest is geen rat, merkte
Abou-Aïbou koeltjes aan; het is eene bie-
tooverde vloo.
Eene betooverde vloo?
Eene betooverde vloozie maar goed
toe.
Arabier, sprak de kapitein nu, wij
hebben geene levensmiddelen len de dorst
kwelt ons ontzettend, zoo dat
De geestenvanger wachtte niet eeus,
tot Breton uitgesproken had. Hij haalde
van onder zijne kaïk een goed gevulden
zak te voorschijn, welke hij opende.
Wij volgden met een kloplpend hart al
de bewegingen van den ArabierHij
spreidde op zijne kaïk' iets uit, waaraan
wij geen naam wisten te geven.
Wat is dat? Vroeg Gilbrac, zich
over dat iets lieenbuigende.
Geroosterde sprinkhanen.
Sprinkhanen 1
nen ook despeelzaal te bezichtigen.
Op dat bezoek was bij den rondgang
jjatuurlijk niet gerekend en, om nu den
kortsten weg te nemen, wilde de fabri
kant gebruik maken van een deur in zijn
kantoor, waarvan de sleutel echter zoek
bleek.
In allerijl werd toén een bos sleutels
opgezocht, waaraan zich het verloren
schaap moest bevinderi; en terwijl de
Prins geduldig wachtte, probeerde de
fabrikant den eenen sleutel voor, den
anderen na, doch zonder resultaat.
Inmiddels merkte de Prins, die zelden
uit zijn humeur geraakt, doodleuk op
„Wanneer u een bos sleutels heeft, mijn
heer X, dan moet u altijd den laatsten
nemen, die weigert nooit".
Bestrijding van het Bioscoop-gevaar.
Men schrijft ons uit Leiden:
Steeds luider gaan er stemmen op,
om meer afdoende maatregelen ter be
strijding van het bioscoop-gevaar.
Gelijk wij vroeger reeds mededeelden
was dit vraagstuk bij liet Centraal Bu
reau voor K. S. A. te Leiden in studie.
Thans kunnen wij mededeelen, dat
deze voorbereiding in zooverre beëindigd
is, dat de richting welke zal worden
ingeslagen, is kunnen worden vastge
steld.
De bestrijding van het bioscoop-ge
vaar moet langs twee wegen plaats
hebbende bestrijding van verkeerde
films en het waarborgen van goede
bioscopen
Wat liet eerste punt betreft de beste
bestrijding van verkeerde films is het
beschikbaar stellen van goede. Hiermede
is het Centraal Bureau vóór de K. S. A.
begonnen. Het zal zich een groote voor
raad goede films aanschaffen welke
liet voor de gewone huurprijzen voor
bioscopen beschikbaar stellen zal, per
week of per avond.
Tevens geeft het bij de oprichting van
nieuwe bioscopen, bijv. in vereenigings
gebouwen gratis advies over de aan te
schaffen machines, enz.
Wat het tweede punt betreft, namelijk
de vraag, hoe te waarborgen dat in
bioscopen uitsluitend goede films worden
gegeven, ook dit vraagstuk hoopt het
Centraal Bureau tot een goede oplossing
te brengen. Dit hangt echter samen met
eenige moeilijke kwesties over merken
recht, zoodat daaromtrent op dit oogen-
blik nog geen definitieve mededeelingen
kunnen worden gedaan. Doch wat het
eerste punt betreft: het verkrijgbaar
stellen van goede films, hiermede is
men gereed.
Het Centraal Bureau der K. S. A.
Bestrijding van invoerrechten op graan
producten
Het Hoofd-Bestuur van liet Centraal*
comité tot bestrijding van invoerrechten
op graanproducten heeft een rondschrijven
aan de Comitéleden gericht naar aan
leiding van de door Mr. J. A. de Wilde
van 's Gravenhage te Zutphen gehouden
lezing, waarin propaganda werd gemaakt
voor invoerrechten op Meel en Bloem.
Het Hoofdbestuur herinnert er aan dat
de Minister na rijp beraad de voorge
stelde Meelrecliten heeft teruggenomen
en protesteert er tegen dat sommigen
hun politieken invloed trachten te ge
bruiken om tegen den wil van den hen
bevrienden Minister tegen de belangen
van het land en de meelfabrikanten te
pleiten.
Terugblik.
Woensdagavond der vorige week be
handelde de Tweede Kamer de Justitie-
begrooting. Afwezig alle socia
listen. Zelfs de heer Duys, de groot
redenaar van verleden jaar in zijn betoog
tegen de zoogenaamde Klasse- justitie
was afwezig 1 Wat zullen de zelfbewuste
S. D.A. P.'ers daarvan zeggen! Op het
volgend Congres krijgt hij er van langs I
En Gilbrac wendde met afkeer het hoofd
af.
Carambal gij zoudt willen, dat wij
die atenHoor eens, geestenvanger,
gij ziet ons stellig voor Afrikaansche gees
ten aan.
Maar Abou-Aïbou nam met onverstoor
bare koelbloedigheid eenige sprinkhanen,
stak ze in zijn mond en at ze, naar het
scheen, met smaak opi Wij zagen hem met
walging aan. Eene tweede greep volgde
de eerste.
De honger martelde ons. Gilbrac volg
de al de bewegingen van den Arabier
met begeerige oogen en wreef met zijne
hand over zijne maag. Eindelijk kon hij.
de bekoring niet langer wederstaan fen
er een afnemende, stak hij dien vastbe
raden in zijn mond, terwijl bijl zeide:
Van een sprinkhaan zal ik niet
stervenHet zijn garnalen 1 gar
nalen liet hij er bijna in eenen adem
op volgen en begon gretig toe te tasten.
Wij volgden zij voorbeeld en het smaakte
ons allen uitmuntend. Wjj lieten er eenigen
over, om den Arabier een ontbijt voor den
volgenden ochtend te laten, waarna hij
ons nog een kiemen lederein zak met
water overreikte. Intusseh'en onderhielden
wij ons met hém, en vermaakten oils
niet weinig met zijne vertellingen van
Minister Regout (Justitie) was bijzonder
op dreef, toen hij de afwezige of aan
wezige, doch niet voor den dag komende
„sommige leden", die zijn beleid in het
Voorloopig Verslag scherp gehekeld
hadden, opriep n u voor den dag te komen.
In de groot-liberale pers is gezegd, dat
de socialistische leden de bedillers waren.
Die pers schijnt met de Haagsche
„publieke geheimen" niet op de hoogte
te zijn.
„In en om" de Kamer weet iedereen,
dat de Liberale Unie-heeren de critici
waren. Zij hadden een gedrukt manus
cript, waarvan de heeren in de verschil
lende afdeelingen bij het behandelen
der .Tustitiebegrooting gebruik maakten.
Ook in dit opzicht volgen de liberalen
het voorbeeld der socialisten, die, stelsel
matig arbeidende, al sedert jaren in wet
gevende lichamen van gedrukte of getypte
nota's gebruik maken.
Maar nie da gewesenis, dat de
woordvoerder der in de Kamer-afdeelin-
gen critiseerende politieke fractie in het
openbaar de critiek niet durft herhalen
De Liberalen volgen gaarne het voor
beeld der socialisten, maar doen zulks
m- estal en nu ook weer bijzonder slecht.
O groote Liberale Pattij van het den
kende deel van Nederland!
En Vrijdagavond maakten deze zwij
gende bedillers het niet beter.
De heer Duys, die nu met eenige
partijgenooten present was, kwam plech
tig verklaren: de S. D. A. P.-leden zijn
het niet, die den Minister hebben aan
gevallen in de afdeelingen; wij komen
in het openbaar met onze critiek
te voorschijn.
En de heeren der Liberale Unie
zwegen, hoewel zij ten tweeden male
door den Minister van Justitie werden
opgeroepen.
Fijne politiek!
(Tijd.)
Liberale trots.
'tLag al lang op onze schrijftafel, 't
mooie knipsel uit een „Vaderland"-arti
kel, waarin weer zoo onvervalscht aan
het daglicht trad de ongemaskerde libe
rale trots, die prat gaat op eigen voor
treffelijkheid en uit de hoogte neerziet
op het werk van niet liberaal denkenden.
Eenige knipseltjes:
Elke democratische hervorming is
een noodzakelijk gevolg van de toe
passing van liberale denkbeelden.
Het liberalisme heeft dus het monopolie
van „democratische hervorming" vraag
liet maar aan Van Karnebeek 1
Als antirevolutionaire ministers
de wet op 'tlager of hooger onder
wijs vervormen, is 't er hun volstrekt
niet om te doen die wetten te ver
beteren.
Natuurlijk niet, hoe kunnen nu in
's hemelsnaam niet-liberalen, liberale
wetten verbeterenHoe kunnen ze zelfs
eraan denken dat zoo'n verbetering door
lrnn wel eens mogelijk zou kunnen wezen 1
De hervormingen, door vrijzinnige
regeeringen tot stand gebracht, dien
den de belangen van heel ons volk
en niet van een deel ervan.
Als anderen zich vermeten te denken,
dat zij ook tot het geheele volk behooren
en dat de belangen van het geheele
volk vaak juist benadeeld werden door
die hervormingen van vrijzinnige regee
ringen dan legt dit natuurlijk geenerlei
gewicht in de schaal.
„Het Vaderland" heeft gesproken, dus
is de zaak uit.
Wanthet is liberaal.
Unie-liberaal nog wèl 1
„De Koerier".
DRANKBESTRIJDING.
In de Cantiiies.
Naar het Centraal Bureau van den
„Volksbond tegen Drankmisbruik" te
Utrecht meldt, is door den Minister van
Oorlog bepaald, dat in de kazerne-c.an-
tines der soldaten geen sterken drank
al de geesten, welke hij alom gevangen
had; want onze bekommering was ge
heel geweken, daar wij, op 'het woord van
den Arabier vertrouwende, den volgen
den dag aan het einde onzer beproevin
gen meenden te zijn.
De zon was intusschën ondergegaan en
de maan opgekomen, terwijl de sterren
zich hier en daar aan het uitspansel be
gonnen te vertoonen. De lucht werd koe
ler. Rondom ons heerschte eene doodsche
stilte.
Het was de tweede nacht, welken wij in
de woestijn doorbrachten. Wij' legden ons
op het zand neder en sliepen welhaast
gerust in, ons geheel verlatende opi het
woord van den Arabier, dat hij ons den
volgenden dag naar de oasis der Goud-
rivier zou geleiden. Gilbraille en Yousefs
paard werden broederlijk aan den zelfden
steen vastgebonden.
Tegen middernacht werden wij plotse
ling uit den slaapi gewekt door het ge
roep van Gilbrac:
Houd den dief! houd den dief! De
ellendige Arabier steelt ons paard I
(Wordt vervolgd.)
m