Wasch- en L, 145. TWEEDE BLAD NIEUWE ZEEUW SCHE COURANT Zaterdag 7 December JL9L2. -"•VS) [KT K150 JBURGI - Do ontrouwe Gids. December 1912, iorniet-ledenfO.75. IAALSCHE [f.N. CoMhals. FEUiLLETOfi, UIT DE PERS. Sociale Berichten. ïg „de Symphonie" OES, November 1890. F. X. MANNHARDT. binhenland. CERT „de Prins van Oranje" willende medewerking ONT, Middelburg, (Viooli MAZZOLA, Middelburg ment.) a 10 ets. per plaats op Maandag 9 December r. Toegangsprijs f 0.25. gen der huid. otgesteld aan tal van Ike door de jeuk en tn den patiënt haast Bovendien zijn zij en bieden zij hard- aan elke behandeling, leneest de huid door antiseptische en hee- ien. Zij gaat de ont- is bekend als een der leien tegen eczeem, [roos, schurft, insecten- >n en voeten, netelroos, i jeukende huidziekten, op den juisten naainl 'baar bij de H.I1. De Inding geschiedt franco ssel a f 1.75 per doos. (10) 1 ILS use „Ten Paleize De uitgevers van dit boek, de firma Listens cn Giltay, gaven aan het „Han delsblad" vergunning, vóór de verschijning I tig volgende bijzonderheden aan dit werkje 1 te onfleenen: Door den schrijver, den heer Martijn, lwordt de koninklijke omgeving aldus ge- I schotst, dat de Koningin vooral houdt I van een gezellig, niet te ruim intérieur, lilt zij door het doen aanbrengen van I allerliefste schilderstukjes en aquarellen Jen wat men onder het volk „snuiste- ljijèn" zou noemen, nog weet op te Vïoo- I lijken. Reeds zeer vroeg m den morgen kan liiien 'de Vorstin in hare vertrekken vinden, I waarna zij, 'voor zooveel noodig, hare I moederlijke zorgen wijdt aan Prinses I Juliana. Dait „vroeg op zijn" van de I Koningin geeft nog wel eens aanleiding (tot verrassingen bij gelegenheid van be- zoeken van vorstelijke of hooggeplaatste (personen, die zich op de wandeling door [liet Paleis of in het Park, in 't vroege (morgenuur soms heel onverwachts voor p. H. geplaatst zien. De Koningin gebruikt hot ontbijt ge- iwoonlijk te half negen, in gezelschap I van den Prins. Dit ontbijt kenmerkt zic.h steeds do.or Igroote eenvoudigheid. Voor den lunch, te 1 uur, en vaak (nok nog daarna, houdt H. M. zich met Jilc staatszaken bezig, ontvangt de mi- listers, haar particulier secretaris en (andere hooge dignitarissen, terwijl zij Izich in 't middaguur ook vaak gereed (moet houden voor audiënties aan ge landen. Geldt het de aanbieding van geloofs brieven of de terugroeping van een gezant, wordt daarbij eenig ceremonieel in Iacht genomen. Daar de verbinding tusschen Apeldoorn jen de residentie na half negen 's avonds J erg gebrekkig is, blijven de hooge gasten I gewoonlijk tot den volgenden morgen ten 1 paleize logecren. Hiermede is natuurlijk de volledige dag- llaak van If. M. nog lang niet aangegeven, (werden ook niet genoemd de vele uren (door onze Koningin besteed aan het van brieven en adviezen over laanvragen om steun, uitnoodigingen (lot hel hijwonen van plechtigheden en (verzoeken van allerlei aard, waarbij nog (komen de belangen van. haar eigen Huis, (tailiehetrekkingen en particuliere corres pondenties. 't Behoeft wel geen betoog1, dat bij een afwisselend werk-progra.mma, ook (lunch en diner herhaaldelijk van karakter (verwisselen, dat ze nu eens echt huise lijk en intiem, dan weer streng cere- («ïemeel zijn. Karaktertrekken. In een vol- |{cnd hoofdstuk geeft de schrijver eenige (hrakfertrekken van onze Koningin, geen karakterschets zegt liij nadrukkelijk; hij acht daartoe, de Koningin-Moeder |wn buiten beschouwing gelaten, slechts (één persoon in Nederland werkelijk be- (v'iegd, namelijk mevrouw Röel, vroeger (jls Baronesse Sloet tot Marxveld, de ■hofdame en vriendin van de Koningin. De schrijver herhaalt echter, hoe allen, Jiie het voorrecht hadden in de omgeving (vu» Hare Majesteit te verkeeren, 'teens |JP, dat zij niet de vrouwe is, die I®.1 ding behoeft of zich door de hof- I tangen laat beïnvloeden, maar werkelijk lKoningi n is. Hoe onkreukbaar de trouw der Vorstin juun de Grondwet moge zijn, nooit zal ■temand ter wereld deze Nederlandscho Itaungin kunnen bewegen zich te verlagen jot een slaafsche dienaresse van Ministers, •Uil een volk of van bepaalde kringen. toorts bezit Koningin Wilhelmina een I oo uitgebreide kennis van niaatschappe- |ie ."os,tanden en verhoudingen, houdt IA. zo°' van de nationale en inter- j' """"e vraagstukken van den dag op naar de laatste eiscben nieuwste machines op :elige conditiën, zoow emaakte wasschen alddelen. pnt voor GOES erbeem. |(&»p episode uit het dagboek van een Officier.) fagers^°Ze voer'- naar de oasis der Ij'fc.i'06 ve'e. dagreizen is de oasis der l'l_\Van. ^'er verwijderd? Y Veertien dagreizen. ItertiJT de we& ,dien WÜ volgden: ■ons i ySrelzen! Dit antwoord bracht If-- \i van «as stuk, laar ;1aM 'leze? hernam de kapitein, jzende tegenovergestelden kant wij- ivier^„^ Toer,1 naar de oasis der Goud- - \i T°° de Arabier, i'ekr»! a! dan zullen wij toch onzen «tCan^i1van8en> nep Gilbrac ia' de'liU verwensc.h'te beest heeft [hand26 ®ees'el1 van Afrika opi zijne ^ondriviLVe'e daSreazen is de oasis der Fipitein r verwijdei'd? vroeg de Y E®e dagreis, eggende, keerde de Arabier zich! de hoogte, dat zeker niemand, hoe hoog geplaatst ook, het zal durven wagen haar een averechtsclie voorstelling van een cnf ander vraagstuk te geven of zijn meening op te dringen. Prinsesje. In een hoofdstuk over het Prinsesje wordt in het bijzonder door den schrijver genoemd het paviljoen, dat speciaal voor Prinses Juliana is vervaar digd, opdat zij, onafhankelijk van de weersgesteldheid, steeds een gedeelte van den dag onafgebroken van de verkwik kende boschlucht zal kunnen genieten. Is Prinses Juliana niet in of hij het paviljoen, dan weet hare koninklijke moeder haar zeker te vinden in het poppen- en prinsesseliuis, waar zij zelf als kind zoo gaarne vertoefde. Een barer liefste en heiligste plekjes in 't veelgeliefde park heeft 'de Koningin thans uitsluitend voor haar kind afgestaan. 'tls altijd een alleraardigst toomeeltje de kleine 'daar te zien spelen, konijntjes en duiven voedend, verstoppertje spelend met zuster Marting of met kinderen, die haar op uitnoodigingen van de Koningin een middag gezelschap komen houden. Wanneer de Koningin dan geheel onver wachts ten 'tooneele verschijnt, recht op haar doel afgaande, of zich eerst even achter een hoorn yerschuilend om haar kind ongemerkt giade te slaan, dan is de vreugde 'van het prinsesje pias vol komen I Schreien of 'dwingen doet cle Prinses overigens weinig, 't is een gemakkelijk te leiden, gewoonlijk goed gehumeurd kind, dat do eigenschap heeft, da.t het zich alleen spelende uitstekend kan vermaken; wel opmerkelijk, waar het zich altijd door gedienstigen ziet omringd. Van onze Koningin mag gezegd wor den, dat zij haar kind een uitnemende; echt-liollandsche opvoeding geeft en doet geven. Overdaad en verafgoding worden daarbij vermeden. Waar het pas geeft, weet H. M. de kleine met een vermanend woord te bestraffen; maar ook bespaart zij Juliana haar liefkozingen niet, echt tecder en moederlijk, zoals iedere recht geaarde vrouw, die haar kind liefheeft. Ontspanningen van de Ko ningin. Tot do meest geliefkoosde bezigheden van de Koningin in haar vrije uren bohooren het schilderen en photo- grapheeren. Dikwijls kan men haar in de omgeving van het Loo-paleis zien, ge zeten op ,een vouwstoeltje, bezig naar de natuur te schilderen, of met de ca mera gewapend het bosch intrekkend. Herhaaldelijk ook gaat de ril naar Vaas- sen, waar de Koningin dan voor het ver maarde slot „De Cannenburgli" uitstapt, om "in het park te gaan schilderen. De eigenaar, de heer Cleve, een vermogend Duitsch kunstschilder, die gewoonlijk maar een gedeelte van den zomer op bet slot vertoeft, heeft zijn bezitting daartoe ge heel ter beschikking van H. M. gesteld. De Koningin is in deze bij uitstek rustige en romantische omgeving dus ge heel vrij en menig gelukkig geslaagd doekje van baar hand zou er van kun nen getuigen, dat zij hare uren wèl be steed heeft. Maar het publiek zal wel nooit in de gelegenheid zijn hierover te oordeelen, want de kunstvoortbrengselen van de Koningin blijven, zooals voor de hand ligt, uitsluitend voor intiemen kring bestemd. Ten paleize plaatst H. M. zich ook wel eens voor het klavier of zoekt zij verpoo- zing in de lectuur, doch het liefst van alles zijn haar de lange, opwekkende rij toeren over Hoog-Soeren, Wiessel en voor al naai' het „Aardhuis" te Hoog-Soeren, dat in 1861 op last van Willem IlL werd. gebouwd. Een geliefd vermaak van het Koninklijk gezin is het roeien op den grooten. vijver. Daarbij wordt altijd gebruik gemaakt van de slanke bootjes uit bet nabij ge legen schuitenbuis,I waarin zich ook een kostbare ivoorkleurige gondel bevindt, door den Prins aan zijn gade geschonken. ,Een indertijd genomen proef met een mo torboot schijnt niet voldaan te hebben. Bij de roeipartijtjes gaat bet heel in- om en wilde zijn tocht vervolgen, maar Breton hield hem nogmaals slaande. Pelgrim, sprak hij, werwaarts gaat gij? Naar de oasis der Goudrivier. Welnu! wijs ons dan den weg, ver oorloof ons u te vergezellen en ik zal u voor ieder uur reizens een zak piasters geven. Abou-Aïbou heeft gelofte van armoe de gedaan, gaf de Arabier ten antwoord; echter wil hij volgaarne hen va,n dienst zijn, die door den Geest vervolgd worden. Die door den Geest vervolgd worden 1 herhaalde Gilbrac, ten toppunt van ver bazing. Zonder Verder een woord te spreken, ging de Arabier koelbloedig opi èen aan den kant van den weg liggendehoop steenen zitten, zette een kleine ijzeren kooi, welke hij onder zijne kaïk verhor- gen had gehouden, opi zijne knieën, en prevelde op statigen toon eenige onver staanbare woorden. Wij sloegen hem met verbazing gade. Pelgrim, sprak de kapitein, zijt gij' dervisch, kalender of marabout? Ik ben een geestenvanger, antwoord de de Arabier. Wat zit .er in die ijzeren kooi? Een geest. tiem-gezellig toe en de Koningin, lioe ernstig haar blik soms kan zijn, durft, als het pas geeft, ook wel gul en har telijk lachen. In den omgang. Ook van den tact van de Koningin om haar bezoe kers op hun gemak te stellen, wanneer zij door het ceremonieel van te voren wat van. streek zijn geraakt, vertelt de schrij ver wel hardig. Want mocht het zelfs zóó ver gekoi- men zijn wat volstrekt niet tot de uitzonderingen behoort dat de man va.n de particuliere audiëntie onder den eersten indruk van de kennismaking, niet precies meer in woorden weet uit te drukken wat hem eigenlijk tot de Koningin voert, dan is H. jM. weef terstond op haar qui-vive om met een allervriendelijkst: „O, mijnheer X, u komt hij oms op au diëntie om de belangen te bepleiten yan" hem op zijn gemak te zetten. Als een bewijs van tact en hartelijk heid der Koningin wordt in hetzelfde hoofdstuk verteld, hoe zij, reeds lang na het overlijden van den jagermeester jhr. Van Haersma de With, op zekeren middag naar het buitenverblijf van de zeer onder het verlies gebukt gaande douairière reed; de Koningin begaf zich naar binnen om de echtgenooto van nu wijlen haren dienaar tot een rijtoer uit te noodigen. Tijdens den rit vertelde de Koningin aan mevrouw Van Haersma de With, dat het nog al hieel ver zou gaan,- n.l. naar Wiessel. Daar gekomen werd hij een der bosschen halt gehouden en geleidde de Koningin de weduwe naar een schilderachtig gelegen plek, waar op een der heuvelen een eenvoudige gedenk steen ter herinnering aan den vroeg ge storven jagermeester was opgericht. De Koningin had er een door haar zelf ge stélde hulde aan de nagedachtenis van haar diénaar op doen beitelen. Ook de materiëele belangen va.n amb tenaren en beambten zijn der Koningin niet onverschillig. Een vijftal jaren geleden schonk zij een groot aantal huizen met weiden op het Loo aan de daarin wonende offician ten tegen een zoo» billijke vergoeding on op zoo gemakkelijke condities weg, dat van een „verkoop" eigenlijk geen sprake kon zijn. Godsdienstige gezindheid. Nadat de schrijver een schets heeft ge geven van het eenvoudige, geheel oncere- monisch kerkgaan van Koningin en Prins naar „de Hervormde of de Luthersche kerk te Apeldoorn, tenzij er Zondags dienst is in de hofkapel, herinnert hij hoe het hekend geacht mag worden, dat onze Koningin op het gebied van gods dienst een beslist standpunt inneemt. Deze godsdienstige gezindheid der Koningin uit zich niet alleen naar buiten, door hare belangstelling in kerk en zending; maar spreekt ook uit haar persoonlijk voor gaan, waarbij we denken aan de instel ling van de huisgodsdienstoefeningen. Des morgens vroeg behoudens bij zondere omstandigheden en tijdelijke ver hindering vereenigt de Koningin de leden van haar personeel in een der vertrekken ten paleize, waar zij of Prins Hendrik in 't gebed voorgaat, een gedeelte uit de Heilige Schrift leest en in verband daarmede een korte toe lichting geeft. Niemand is gedwongen de huisgods dienstoefeningen bij te wonen, wat trou wens ook niet mogelijk zou zijn met het oog op de Katholieken onder biet personeel en den dienst; toch is het bekend, dat slechts weinigen deze samen komsten met de koninklijke familie ver zuimen. Een anecdote van den Prins. Over den Prins citeert het „Handels blad" ten slotte deze anecdote: Eenigen tijd geleden bracht hij een be zoek aan een fabriek te Apeldoorn, waar belangrijke werkzaamheden voor hét hof werden uitgevoerd. Na aldaar in verschillende werkplaat sen en dienstvertrekken te zijn rondge leid, g(af de Prins het vooirnemen te ken- Deze antwoorden waren niet zeer ge schikt, om onze verbazing te doen be daren. Carambal riepi Gilbrac uit, Iaat mij dien geest eens zien. Dit zeggende greep hij de kooi (en keek er in. Het is een rat, riep1 hij uit, een rat, welke in een hoek aan een korstje brood knabbelt. Salami die geest is geen rat, merkte Abou-Aïbou koeltjes aan; het is eene bie- tooverde vloo. Eene betooverde vloo? Eene betooverde vloozie maar goed toe. Arabier, sprak de kapitein nu, wij hebben geene levensmiddelen len de dorst kwelt ons ontzettend, zoo dat De geestenvanger wachtte niet eeus, tot Breton uitgesproken had. Hij haalde van onder zijne kaïk een goed gevulden zak te voorschijn, welke hij opende. Wij volgden met een kloplpend hart al de bewegingen van den ArabierHij spreidde op zijne kaïk' iets uit, waaraan wij geen naam wisten te geven. Wat is dat? Vroeg Gilbrac, zich over dat iets lieenbuigende. Geroosterde sprinkhanen. Sprinkhanen 1 nen ook despeelzaal te bezichtigen. Op dat bezoek was bij den rondgang jjatuurlijk niet gerekend en, om nu den kortsten weg te nemen, wilde de fabri kant gebruik maken van een deur in zijn kantoor, waarvan de sleutel echter zoek bleek. In allerijl werd toén een bos sleutels opgezocht, waaraan zich het verloren schaap moest bevinderi; en terwijl de Prins geduldig wachtte, probeerde de fabrikant den eenen sleutel voor, den anderen na, doch zonder resultaat. Inmiddels merkte de Prins, die zelden uit zijn humeur geraakt, doodleuk op „Wanneer u een bos sleutels heeft, mijn heer X, dan moet u altijd den laatsten nemen, die weigert nooit". Bestrijding van het Bioscoop-gevaar. Men schrijft ons uit Leiden: Steeds luider gaan er stemmen op, om meer afdoende maatregelen ter be strijding van het bioscoop-gevaar. Gelijk wij vroeger reeds mededeelden was dit vraagstuk bij liet Centraal Bu reau voor K. S. A. te Leiden in studie. Thans kunnen wij mededeelen, dat deze voorbereiding in zooverre beëindigd is, dat de richting welke zal worden ingeslagen, is kunnen worden vastge steld. De bestrijding van het bioscoop-ge vaar moet langs twee wegen plaats hebbende bestrijding van verkeerde films en het waarborgen van goede bioscopen Wat liet eerste punt betreft de beste bestrijding van verkeerde films is het beschikbaar stellen van goede. Hiermede is het Centraal Bureau vóór de K. S. A. begonnen. Het zal zich een groote voor raad goede films aanschaffen welke liet voor de gewone huurprijzen voor bioscopen beschikbaar stellen zal, per week of per avond. Tevens geeft het bij de oprichting van nieuwe bioscopen, bijv. in vereenigings gebouwen gratis advies over de aan te schaffen machines, enz. Wat het tweede punt betreft, namelijk de vraag, hoe te waarborgen dat in bioscopen uitsluitend goede films worden gegeven, ook dit vraagstuk hoopt het Centraal Bureau tot een goede oplossing te brengen. Dit hangt echter samen met eenige moeilijke kwesties over merken recht, zoodat daaromtrent op dit oogen- blik nog geen definitieve mededeelingen kunnen worden gedaan. Doch wat het eerste punt betreft: het verkrijgbaar stellen van goede films, hiermede is men gereed. Het Centraal Bureau der K. S. A. Bestrijding van invoerrechten op graan producten Het Hoofd-Bestuur van liet Centraal* comité tot bestrijding van invoerrechten op graanproducten heeft een rondschrijven aan de Comitéleden gericht naar aan leiding van de door Mr. J. A. de Wilde van 's Gravenhage te Zutphen gehouden lezing, waarin propaganda werd gemaakt voor invoerrechten op Meel en Bloem. Het Hoofdbestuur herinnert er aan dat de Minister na rijp beraad de voorge stelde Meelrecliten heeft teruggenomen en protesteert er tegen dat sommigen hun politieken invloed trachten te ge bruiken om tegen den wil van den hen bevrienden Minister tegen de belangen van het land en de meelfabrikanten te pleiten. Terugblik. Woensdagavond der vorige week be handelde de Tweede Kamer de Justitie- begrooting. Afwezig alle socia listen. Zelfs de heer Duys, de groot redenaar van verleden jaar in zijn betoog tegen de zoogenaamde Klasse- justitie was afwezig 1 Wat zullen de zelfbewuste S. D.A. P.'ers daarvan zeggen! Op het volgend Congres krijgt hij er van langs I En Gilbrac wendde met afkeer het hoofd af. Carambal gij zoudt willen, dat wij die atenHoor eens, geestenvanger, gij ziet ons stellig voor Afrikaansche gees ten aan. Maar Abou-Aïbou nam met onverstoor bare koelbloedigheid eenige sprinkhanen, stak ze in zijn mond en at ze, naar het scheen, met smaak opi Wij zagen hem met walging aan. Eene tweede greep volgde de eerste. De honger martelde ons. Gilbrac volg de al de bewegingen van den Arabier met begeerige oogen en wreef met zijne hand over zijne maag. Eindelijk kon hij. de bekoring niet langer wederstaan fen er een afnemende, stak hij dien vastbe raden in zijn mond, terwijl bijl zeide: Van een sprinkhaan zal ik niet stervenHet zijn garnalen 1 gar nalen liet hij er bijna in eenen adem op volgen en begon gretig toe te tasten. Wij volgden zij voorbeeld en het smaakte ons allen uitmuntend. Wjj lieten er eenigen over, om den Arabier een ontbijt voor den volgenden ochtend te laten, waarna hij ons nog een kiemen lederein zak met water overreikte. Intusseh'en onderhielden wij ons met hém, en vermaakten oils niet weinig met zijne vertellingen van Minister Regout (Justitie) was bijzonder op dreef, toen hij de afwezige of aan wezige, doch niet voor den dag komende „sommige leden", die zijn beleid in het Voorloopig Verslag scherp gehekeld hadden, opriep n u voor den dag te komen. In de groot-liberale pers is gezegd, dat de socialistische leden de bedillers waren. Die pers schijnt met de Haagsche „publieke geheimen" niet op de hoogte te zijn. „In en om" de Kamer weet iedereen, dat de Liberale Unie-heeren de critici waren. Zij hadden een gedrukt manus cript, waarvan de heeren in de verschil lende afdeelingen bij het behandelen der .Tustitiebegrooting gebruik maakten. Ook in dit opzicht volgen de liberalen het voorbeeld der socialisten, die, stelsel matig arbeidende, al sedert jaren in wet gevende lichamen van gedrukte of getypte nota's gebruik maken. Maar nie da gewesenis, dat de woordvoerder der in de Kamer-afdeelin- gen critiseerende politieke fractie in het openbaar de critiek niet durft herhalen De Liberalen volgen gaarne het voor beeld der socialisten, maar doen zulks m- estal en nu ook weer bijzonder slecht. O groote Liberale Pattij van het den kende deel van Nederland! En Vrijdagavond maakten deze zwij gende bedillers het niet beter. De heer Duys, die nu met eenige partijgenooten present was, kwam plech tig verklaren: de S. D. A. P.-leden zijn het niet, die den Minister hebben aan gevallen in de afdeelingen; wij komen in het openbaar met onze critiek te voorschijn. En de heeren der Liberale Unie zwegen, hoewel zij ten tweeden male door den Minister van Justitie werden opgeroepen. Fijne politiek! (Tijd.) Liberale trots. 'tLag al lang op onze schrijftafel, 't mooie knipsel uit een „Vaderland"-arti kel, waarin weer zoo onvervalscht aan het daglicht trad de ongemaskerde libe rale trots, die prat gaat op eigen voor treffelijkheid en uit de hoogte neerziet op het werk van niet liberaal denkenden. Eenige knipseltjes: Elke democratische hervorming is een noodzakelijk gevolg van de toe passing van liberale denkbeelden. Het liberalisme heeft dus het monopolie van „democratische hervorming" vraag liet maar aan Van Karnebeek 1 Als antirevolutionaire ministers de wet op 'tlager of hooger onder wijs vervormen, is 't er hun volstrekt niet om te doen die wetten te ver beteren. Natuurlijk niet, hoe kunnen nu in 's hemelsnaam niet-liberalen, liberale wetten verbeterenHoe kunnen ze zelfs eraan denken dat zoo'n verbetering door lrnn wel eens mogelijk zou kunnen wezen 1 De hervormingen, door vrijzinnige regeeringen tot stand gebracht, dien den de belangen van heel ons volk en niet van een deel ervan. Als anderen zich vermeten te denken, dat zij ook tot het geheele volk behooren en dat de belangen van het geheele volk vaak juist benadeeld werden door die hervormingen van vrijzinnige regee ringen dan legt dit natuurlijk geenerlei gewicht in de schaal. „Het Vaderland" heeft gesproken, dus is de zaak uit. Wanthet is liberaal. Unie-liberaal nog wèl 1 „De Koerier". DRANKBESTRIJDING. In de Cantiiies. Naar het Centraal Bureau van den „Volksbond tegen Drankmisbruik" te Utrecht meldt, is door den Minister van Oorlog bepaald, dat in de kazerne-c.an- tines der soldaten geen sterken drank al de geesten, welke hij alom gevangen had; want onze bekommering was ge heel geweken, daar wij, op 'het woord van den Arabier vertrouwende, den volgen den dag aan het einde onzer beproevin gen meenden te zijn. De zon was intusschën ondergegaan en de maan opgekomen, terwijl de sterren zich hier en daar aan het uitspansel be gonnen te vertoonen. De lucht werd koe ler. Rondom ons heerschte eene doodsche stilte. Het was de tweede nacht, welken wij in de woestijn doorbrachten. Wij' legden ons op het zand neder en sliepen welhaast gerust in, ons geheel verlatende opi het woord van den Arabier, dat hij ons den volgenden dag naar de oasis der Goud- rivier zou geleiden. Gilbraille en Yousefs paard werden broederlijk aan den zelfden steen vastgebonden. Tegen middernacht werden wij plotse ling uit den slaapi gewekt door het ge roep van Gilbrac: Houd den dief! houd den dief! De ellendige Arabier steelt ons paard I (Wordt vervolgd.) m

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1912 | | pagina 5