ilegrammen
i 25.000.
GOES.
U 106
Zaterdag 7 September 1912.
Achtste Jaargang.
Verschijnt eiken MAANDAG-,JfOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Jehangselpapieren.
jne Carbol, Carbol-
liegenvangers, Car-
•Black Varnesh enz.
Bakkersknecht
D. GAZAN,
Gracht W.Z. 148, Utrecht.
[Tij dg eestbriefje No. 5965.
C. H. v. CITTERT,
Egelantiersdwarsstraat 22,
Amsterdam]
^eestbriefje No. 5965 A.
0. MOEL1JKER,
^eestbriefje Ho. 5965 B.
L M. HARINGMAN,
Colijnsplaat.
geestpolis Ho. 5965 M.
L. v. d. YALL,
Gennep.
|g#estpolis No. 5965 N.
C. YAN GLABBEEK,
Culembor4|
[geestpolis No. 5965 0-
)IETVORST SLOOTMANS,
Bergen op Zoom]
Igeestbriefje No- 5965 C
J. A. SMIT,
Haarlemmerstraat 83, Leiden,
dgeestbriefje No. 5965 D-
tlden verbonden-
JN.V. „DE TIJDGEEST^
1 nmnmer testaat uit 8 Mafltiiflen.
EERSTE BLAD.
Coalitie en Godsdienst.
BINNENLAND.
Irdienen in den goederen-
Tarwe, Haver, Spiritus,!
DStbus 354, ROTTERDAM.
ntvanger-Griffier van het Water-
>edekenskerke zal tot ontvangst van
:hot enz. over 1912/13
;t ue cuuivuiiwu" r-- r p-
,nt gjj er uit eigen ervaring g|J
elen, niaar zorg dat gij de ,r
-i„,-4 iA,r>. fahn
Abonnementsprjj3 p. 3 maanden voor Goes 0.75, daarbuiten f 0.95,
Afzonderlijke nummers 6 cent, dubbele bladen 10 cmt
Advertentiën warden ingewacht op Maandag en Woensdag vóór
half drie en Vrijdag vóór een uur 's namiddags.
Kantoor v. d. Administratie: Ganzepoorfsfraat C 209, GOES.
ReclamebericKten 25 Ct. p. Bij abonnement special» prjjs.
Advertentiën van 1—5 regels f 0.50; ieder© regel meer 10 Ct.
Eenzelfde advertentie 3 X geplaatst, wordt 0 X berekend^
Dienstaanbiedingen 5 regels voor 25 Ct. A comtant£
erdag 12 September 1912,
Irmiddags van 91/2 tot 11 uur, te
idamme bjj Gebrs. Van Tichelen,
piddags van 121/,, tot 2 uur te
enskarka in 't Gemeentehuis.
De Ontv.-Griffier voornoemd,
J. v. d. DRIES,
ond of met 1 November een
GENKHECHT gevraagd,
te vervoegen aan het bur. v. d. bl.
Sommelsdijk.
id en krachtig bloted. De ect[^ji^eli<l;l
;ewekt; de slaap diep en ver
hardnekkige hoofdpijn, nnsJ ^1
duizeligheid, en dat gevoe fJ
id en lusteloosheid wordt ui
door een nieuwe levensopg ^1
rvangen. Gjj moet het zelf i j„l
;t de SANGUINOSE probee^n,
örvarinff
vbl
De kwaadaardige verzinsels, welke anti-
elerieale courantenschrijvers, tegen beter
weten in, onophoudelijk rondstrooien om-
het staatkundig samengaan der drie chris
telijke partijen in ons land, teneinde de
aarhangers der coalitie tegen elkander in
het harnas te jagen, zijn reeds zoo dikwijls
en zoo afdoende weerlegd, dat daarmede
alleen reeds de kwade trouw dier schrijvers
voldingend is bewezen en hun afkeurens
waardig bedrijf, belichaamd in de Voltai-
riaansche leuze: „mentez toujours", „lieg
maar door", onverholen in het licht treedt.
Intusschen is dit geen reden om de
handen in den schoot ts leggen en de
belagers van het ehristeljjkpolitieke erf
ongestoord hun gatig te laten gaan.
Wee de bevolking der belegerde veste,
zoo zij nalaat zich tegen den herhaaldelijk
aanttormenden vijand met bracht te ver
weren, zich vergenoegend met de valsehe
zekerheid dat de hechte wallen haar vol
doende schutse bieder. Op het onverwachts
zal het triomfeerend trompetgeschal van den
tinnenrukkenden overweldiger haar als een
doodenzang in de ooren klinken en diens
onverbiddelijk zwaard haar het gepleegde
verzuim duur doen betalen.
Zoo ook wee den coalitiegenooten in ons
vaderland, zoo zij zich niet onverpoosd te
weer stellen tegen de aanvallen hunner vele
en machtige vijanden Een blind vertrouwen
in de hechtheid der coalitieveste alleen,
gepaard aau zorgeloosheid en valsehe rust
zou tot de bitterste ontgoochelingen kunnen
leiden.
Niet alleen in tijden van oorlog en strijd,
in verkiezingsdagen, als het veldgeschrei der
strijdvoerende partijen weerklinkt en er
storm wordt geloopen tegen het coalitie
kasteel, moeten wjjj op onzen post zijn, maar
ook in den z.g. stillen tjjd behooren wjj
actief te zijn, rond te zien waar de zwakke
punten onzer veste zijn, die versterking
behoevenop te letten, of de tucht, de
toewjjding, de eenheid onder onze man
schappen niets te wensehen overlaten; of
onze kiesvereenigingen toenemen in getal,
maar vooral in gehalte of ons kiezersvolk
ziedaar een voornaam punt op de
hoogte wordt gehouden van hetgeen op
politiek terrein voorvalt, of het wordt
ontwikkeld en steeds meer en meer begees
terd voor de grootsche idee, die de coalitie
schiep.
Vandaar de dure plicht, aan de christelijke
pers opgelegd, steeds en opnieuw de argu
menten te bestrijden waarmede onze tegen
standers „la raison d'etre", den wordings-
grond der coalitie pogen te ontzenuwen,
andaar haar taak een ondankbare, het zjj
oegegeven, een Sisyphusarbeid, het zjj zoo
0 eugens te brandmerken en de verzinsels
te vagen waarmede men in de pers en
op e tribune, in geleerde boeken en in volks-
I ro,^.ure8J bjj monde en bjj geschrifte de
coalitiegenooten poogt te verdoelen en den
ac driebond wiens banier thans
bo°r 6i maal in twee decenniën tijds
H?ien, niaar zu-xg uai &*j VA'
ino&e krijgt uit de faJmek nCtf
AM Co. uit DEN HAAG.
3 bij u niet te krijgen is, pi;i»sff
stuur een postwissel nafl.r u vJ»|
raat 2c/4, de Sanguinascfabri®
in Dam Co. Gij iti
>or f 1.50 een flesch; J°or i
ïsschen en voor f 15. ^a' vijzing.
m 300 gram, met gebruiksaanwij
to B«,. V» D-
Vwkrjjgbstw bjj Apotliek»14 8,1
i reSeermgskusteel wappert, te
verdoelen en te vernietigen.
"Ualitie en Godsdienst". Deze woorden
wg als titel boven dit artikel,
"aarin de reden moet worden
i|L van de felle aanvallen, die de
coalitif i Van H'er'ei pluimage op de
zon ri? n en de innerlgke grond van
bestnS-61"^ onwaardige en laaghartige
Dn 1D^r ^le wd 'e verduren hebben,
eelnn.,; 'È'0 vereenigt katholieken en
behnnrmÜi pr.otestaDten. de laatsten deels
tot dn a r de Hervormde, deels
•ot de Gereformeerde kerken.
ofClT!'^Va^aar de toorn echt
Een "m de ''beralen en socialisten.
Werd r ]erVfbond"Met dit scheld woord
«Ptredend» da?.eeLrsten dag van haar
ke«t zich h»°i w'j fgroet en sinda dien
lisme t ^e^eriaD(^8che anti-cierica-
nu '{aaus ™et twee aangezichten
«n ze2t hnn.°n Rootnse.hen in den lande
8«tal'en aan in' ,slJ!ieden, zoo machtig in
zweep van Xoed' kromt u onder de
dan ean Lohman
hun toe- yi,u -e Hrotestanten en roept
hervormd,,, m„ zonen der gezegende
n8i meehelpen Nederland te ver-
roomsohen, u verlagen tot trawanten van
„Rome,dat Rome blgft ?"1)
Moge die verontwaardiging wellicht in
den beginne oprecht zjjn geweest ook
onder Katholieken en geloovige Protestanten
waren er, die in den aanvang de coalitie
met een vreemd oog aanzagen thans na
zoovele jaren, waarin de coalitie èn theore
tisch èn practisch bewees den vuurproef
der strengste kritiek zoowel als van de
meest principieele bestrijding te kunnen
doorstaan, hebben die waarschuwingskreten
hun beteekenis verloren, klinken zjj niet
meer in de ooren als de strgdleus van den
ridderljjken tegenstander, strijdend met
open vizier en eerlijk zwaard, maar als het
gehuil van het ongure beest, dat 's nachts
rond de legerplaats sluipt en er heimelijk
en ongezien een prooi tracht te bemachtigen.
Want voor de zooveelste maal ds
coalitie levert geen gevaar op voor den
Protestant, noch voor den Katholiek, omdat
de coalitie zich met de dogmatische
belijdenis harer leden niet inlaat en niet
w i1 inlaten.
De coalitie het is reeds honderden
malen gezegd is een samengaan
van Katholieken, Anti-revolutionairen en
Christelgk-Historischen op staatkun
dig gebied. Hun gemeenschappe-
ljjke politieke aetie laat de respec
tievelijke belijdenissen der samen
stellendeniet samensmeltende
partijen ongemoeid.
At het gebazel aan de overzijde over
„Rome's macht, Rome's heerschzucht",
„Kuyper's tirannie" is inderdaad gebazel.
Kuyper doet geen knieval voor den paus
en „Rome" is niet tuk op de wereld en
haar begeerlijkheid, strekt haar armen niet
begeerig uit naar de Nederlandsche protes
tanten. Dat zjjn groote woorden die óf
getuigen van enorme domheid óf van
hateljjke kwaadwilligheid. 3)
De coalitie wil.... de macht? Neen,
Goesche Courant eD andere politieke Don-
quichotten, die hier tegen windmolens vecht,
niet de macht! De coalitie wil, dat het
christelijk beginsel, ten grondslag liggend
zoowel aan het Protestantisme als aan het
Katholicisme, ook in het openbare leven,
ook in den staat als staat zgn invloed niet
zal missen, maar voor regeerders en volk
het rechtsnoer zal zjjn hunner handelingen
en daden welke den bloei en vooruitgang
des lands, het welzjjn van het gemeenebest
Waar de voorspellende woorden van prof.
Bugs, „dat weldra de groote etrjj 1 zou ont
branden, de worsteling tusschen de moderne
en anti-moderne begrippen der wereld" zijn
bewaarheid s) en sinds de laatste 50 jaren
zich allerwege, ook in ons land, het streven
openbaart om het hoogste doel van de in
de maatschappij levende menschen, dus ook
vau de maatschappij zelve, niet aan gene
maar aan deze zjjde van het graf te
stellen en een staatsleer te verkondigen,
gebaseerd op de onfeilbaarheid van de
menscheljjke rede, zieh trots verheffende
tegen de openbaring, daar sprak het ais
zelf, dat allen die in Nederland aan staat
kundige stelsels ülechts dan waarde hechten,
wanneer zjj worden beïavleed door den
godsdienst en zich geen duurzaam geluk
voor de volkeren kunnen denken dan dat
wat ontspruit uit de erkenning van den
Almachtigen God, Schepper, Heer en Be
stierder van hemel en aarde, dp Bron onzer
zaligheid en ons Opperste Goed, de handeD
ineensloegen om tegenover de ongeloovige
wereldbeschouwing op staatkundig terrein
te plaatsen de Christelijke staatsidee, waarin
de Christus niet als een geljjke van Boeddha
of Socrates geldt maar als Degene, die een
maal zeide: „dit is het eeuwig leven, dat zjj U
kennen den eenig waren God en Dien Gjj
gezonden hebt, Jezus Christus." 4)
Niet een verwaterd spiritualisme noch
een Thorbeckiaansch „Christendom boven
geloofsverdeel iheid", veel minder het slappe
aftreksel van moderne religieuze en „mo
reelei?) theorieën bljjkt een dam te kunnen
opwerpen tegen verzwakking van den
eerbied voor de everheid, tegen de aanvallen
op het gezinsleven, tegen de aanranding
der publieke eerbaarheid, tegen de verwil
dering der zeden, tegen opstand en anar
chie, tegen de verschrikkelijke vermeer
dering van misdaden in allerlei vorm, tegen
het steeds driester optreden van het kwaad,
maar alleen de terugkeer tot den Christe-
1 ijken Staat, die bjj de oplossing van de
politieke vraagstukken gebruikt maakt van
het verstand, door Gods openbaring verlicht
en door Gods genade versterkt en wier
overheid haar plicht wenscht te vervullen
in biddend opzien tot Hem „door wien de
koningen regeeren".
Daarom en daarom alleen reiken Rome
en Dordt elkaar de hand op politiek terrein
Veel is er wat hen scheidt, maar ook
veel, wat hen vereenigt en wel voornamelijk
het besef, dat boven alle dogmatische ver
schillen het gemeenschappelijk streven staat
aller weldenkende Christenen om de wereld
terug te brengen onder Hem, tot wien
wjj dageljjks bidden „Ons toekome Uw
rijk".
En hoezeer wjj ook in de groote figuren
onzer Christelijke staatkunde, Dr. Kuyper
en Dr Schaepman de bewerkers hebben
te zien van dat „monsterverbond", zoo fel
gehaat, zoo hardnekkig aangevallen, maar
Godlof tot op den huidigen dag zoo
hecht en sterk acies castrorum bene
ordinata, een heir voortreffelijk in slagorde
geschaard toch is de oorspiong der
coalitie elders te zoeken, n.l. in den drang
der omstandigheden.
Zeer juist zegt dan ook Paul Verschave
in zjjn voortreffelijk werk De politieke
p a r t jj e n in Nederland en de
Christelijke coalitie: „DeChriste
lijke coalitie was niet het gekunstelde werk
van één mensch of van één dag. Geen
geschreven oorkonde had het oificieel in
het aanzjjn geroepen. Het verbond ver
beeldde zich niet een onmogeijjke ineen
smelting van zeer heterogeene bestand-
deelen te weeg te brengen. Het was slechts
een samenkomen van onafhankelijke mach
ten, die zieh zelf gelgk bljjvende, hunne
pogingen in het werk stelden in een
bepaalde richting en naar een gemeen
schappelijk doel".6)
Moge dit meer en beter door onze tegen
standers, die niet te kwader trouw zjjn
worden begrepen.
Moge het ook dieper en dieper door
dringen in het besei der coalitiegenooten
zeiven, dat zjj bjj volledige vrijheid God
volgens hunne overtuiging te dienen, geza-
menlgk moeten optrekken en strjjden voor
het heerlgk gemeenschappelijk doelde
handhaving der souvereiniteit Gods in het
Christelijk Nederland.
Dan is de coalitie onverwinbaar, alle
pogingen van den vjjand ten spjjt.
Zie de „Goesche Courant" „De coalitie en
het protestantsche geloof" (20 Aug. 1912) een
artikel, waarin de Protestanten tegen de Katho
lieken worden opgezet.
-) Ook deze uitdrukkingen zijn ontleend aan
het bovengenoemd artikel van de „Goesche".
Zjj zij gerust. „Home" kent slechts één verlangen
de vervulling van Christus' bede: „Dat zij uilen
één mogen zijn" (Joh. XVII: 21) en de bespoe
diging van Zijne profetie: „En het zal één
schaapstal en één herder zijn" (Joh. X: 16).
3) Zie „De Gids", jrg. 1869.
Joh. XVII3.
s) Zoo luidt de titel van het uit het Fransch
vertaalde werk. In het oorspronkelijk luidt de
titel: „La Hollands politique. Uw parti cattro-
loqui en pays protestant." Hit merkwaardig boek,
zeldzaam o bj ectief gesch re venis in het Hollandsch
verschenen bij J. H. Kok, Kampen. De door ons
aangehaalde passage komt voor op blz. 162 der
vertaling.
De Prins op de Tentoonstelling te
Bergen op Zoom.
Z. K. H. Prins Hendrik is door de
bevolking van Bergen op Zoom zeer har
telijk ontvangen; ondanks het slechte weer,
dat later op den dag beter werd, waren
tal van vreemdelingen toegesneld om van
den intocht des Prinsen getuige te zijn.
Het noenmaal werd genuttigd ten huize
van den heer E. Laane, voorzitter van het
tentoonstellingscomité.
Over den rondgang van den Prins op
de tentoonstelling meldt men aan de
„Maasbode" het volgende:
De heer Testers, als voorzitter van de
afdeeling landbouw, leidde den Prins die
ge ig wt .u o oor de leden van het hoofd
comité en het dagelijksch bestuur der
gemeente, door hat landbouwhuis, waar
Z. K. H. de verschillende stands met groote
belangstelling bezichtigde. Vervolgens ging
het langs de langs de landbouwscands van
Zeeland en Brabant, waar de heeren Collot
d'Escury en C. Stevens verschillende
inlichtingen gaven.
De afdeeling Brabant was thans volledig
en zag et inderdaad keurig uit. Vandaar
ging de stoet lang3 de geitenstallen, waar
prachtexemplaren der West-Brabantsche
geitenfokvereenigingen e.a. waren gestald.
Vervolgens wandelde de stoet ouder het
heerlijkste zomerweer naar de veetentoon
stelling (stieren en boeien), waar we o a.
een kolossus van een stier van de vereeniging
„Vroonhoven" kregen te bewonderen.
Zelden hebben wij zoo'n prachtcollectie van
koebeesten gezien.
Daarop schreed de Prins naar de koepel
zaal waar prachtige kasplanten te prijken
stonden. Hier nam de heer [v. Franck, voor
zitter van de tuinbouw afdeeling de leiding
over. In de groote tent vol heerlijk fruit
en welriekende bloemen werd langen tijd
vertoefd en Z. K. H. stelde veel belang in
de prachtige peren en appelencollectie.
Verder langs de buitenstands, den aanleg
van de aspergebedden van Pomona en de
prachtige draineerbuizenexpositie wandelend
kwam het booge gezelschap in het nijver
heidsgebouw. Hier werd lang vertoefd voor
elke stand werd halt gemaakt om vau de
heeren Kok, E Laane en de exposanten
verschillende inlichtingen te hooren. Vele
stands werden nauwkeurig bezichtigd en
vooral de stands van de ambachtsschool
en de drankbestrijdersvereenigingen te Ber
gen op Zoom werden bewonderd.
Het was ondertusschen kwart over tweeën
geworden. Z. K. H. verliet dan het gebouw,
om naar de auto's van de garage Jesus te
Antwerpen te gaan en naar het station te
rijden. Vergezeld van het dagelijksch bestuur
der gemeente en het hoofdcomité vertrok
de stoet onder heerlijken zonneschijn en
hartelijke toejuichingen van het terrein.
De trein was enkele minuten te laat, en
tijdens dit oponthoud gebruikte de Prins
een kop thee. Toen de trein binnenrolde,
nam Z. K. H. afscheid van de verschillende
heereB, aan wie hij in den morgen was
voorgesteld. In de gereserveerde coupe droeg
de Prins met zich mede de ruikers, hem
aangeboden en een prachtig album, met de
foto's van de verschillende stands, hetwelk
Z. K. H. tijdens de lunch door den heer
E. Laane was overhandigd.
Onder enthousiaste ovaties zette de trein
zich in beweging.
De Aigemeene Nederlandsche Zouavenbond
houdt 15 September a.s. haar 20e jaarver
gadering te Haarlem en herdenkt dan tevens
den 52en verjaardag van de oprichting
van het Regiment der Pauselgke Zouaven.
Het programma vermeldt een begroetings
avond op 14 September, op 15 September
's morgens een H. Mis met generale com-
munnie en een hoogmis met gewapend
eerbetoon,een gemeenschappelgken maaltgd
en een feestelijke bijeenkomst met een
protestrede van kapelaan I. Wils.
Vlootmanoeuvres.
Naar uit 's Hage wordt /gemeld, heeft
minister Coign het voornemen de oefeningen
der vloot langs een gedeelte der Noord-
Hollandsche kust, gedurende één dag bg
te wonen.
In aansluiting met het vermelde bericht
omtrent de zending van het pantserschip
„Holland" naar Yokahama bg de begrafenis
van den keizer van Japan op 13 September
kan nog worden medegedeeld dat H. M.
de Koningin nen Neierl. gezant te Tokio
mr. J. fl. van Royen in buitengewone
zending benoemd heeft, teneinde H. M. bij
die plechtigheid te vertegenwoordigen.
Zes soldaten verdronken.
Men seinde ons Donderdag uit Utrecht
Hedenmorgen was bij het fort Vossegat
te Utrecht de aldaar gedetacheerde infan
terie bezig met vlottenleggen, toen een
dezer plotseling zonk, en zestien soldaten
te water geraakten.
Geniesoldaten en infanteristen, die aan
den wal stonden, doken onmiddellijk, zoodat
er tien werden gered. Zes echter waren
onder het vlot geraakt en verdronken.
Achtereenvolgens werden de zes ljjken
opgehaald. De verdronkenen behoorden tot
het 2e en 3e reg. infanterie.
Herkend werden reeds de ljjken der
korporaals v. d. Poll en Makka uit 's-Her-
togenbosch, en die der miliciens van Gorp
en Lauwerse, laatstgenoemde thuisbehoo-
rende te Domburg. De ljjken zjjn naar het
militaire hospitaal vervoerd.
Het vlot is vermoedelijk bezweken, doordat
er zwaar houtwerk van de in aanbouw
zjjnde brug over de tortgracht op neerviel.
Nader meldt menDe namen van de
gisteren bjj het ongeluk te Utrecht omge
komen militairen zijnA. P. Makka,
korporaal en J. H. J. van de Pol, korporaal,
uit Den Bosch, T. van Gorp, milicien, uit
Luyksgestel, H. Geurts, milicien, uitGemert,
J. Dalfiug, milicien, uit Ravenstein, en L.
Lauwerse, milicien, uit Domburg.
Op last van den minister van oorlog
stelt de kapitein Diekhoff, uit den Haag,
een onderzoek naar het gebeurde in.
Over de oorzaak loopen de meeningen
uiteen.
Er wordt beweerd, dat zware balken
van een brug, waarmee men aan het
bouwen was, op het vlot zijn gevallen,
zoodat dit overbelast werd en zinken moest.
Een andere lezing zegt dat het vlot
doormidden is gebroken, hetgeen, gelet op
de samenstelling, zoo goed als buitenge
sloten is. Volgens anderen is een der tonnen,
die op de hoeken zjjn bevestigd, losgeraakt
en daardoor het zwaartepunt verplaatst.
De meest aannemeljjke uitleg echter is
de volgende. Een der manschappen, die
het vlot met eea langen stok voortboomde,
is door de vochtige gladheid der planken
uitgegleden. Zjjn makkers hebben hem
willen grijpen en ophelpen, waarbjj zij de
voorzichtigheid uit het oog verloren en zich
te veel aan ééne zjjde begaven. Hierdoor
ging het evenwicht verloren en is het vlot
opgewipt. De tonnen zjjn losgeraakt uit de
touwen, de planken gleden af en de
soldaten geraakten te water.
De militairen die op den wal de oefeningen
gadesloegen, aarzelden geen oogenblik hun
kameraden hulp te bieden.
Van de te water geraakten bleken slechts
weinigen te knnnen zwemmen. Twee huDncr
wisten uit eigen bracht den oever te
bereiken. De overige veertien verdwenen
in de diepte. Officieren en manschapp n,
die ooggetuigen waren of op het hulpgeroep
kwamen toeloopen, begaven zich nu
onverwijld te water om hulp te bieden.
Herhaaldelijk doken deze onder en men
smaakte het genoegener acht boven te
brengen. De meesten van hen waren het
bewustzjjn reeds kwjjt.
Intusschen was telefonisch in de stad
hulp ingeroepen op het bureau der genie,
de politie en het hospitaal. Spoedig waren
dan ook zuurstofapparaten aanwezig om de
levensgeesten weer op te wekken. Dit
gelakte, dank vooral aan een hoofdagent
van politie, met de acht geredden.
Intusschen werd voortgegaan met het
zoeken naar de vermisten. Toen duiken
niet meer hielp, girig men zoeken met haken
en dreggen. Nu volgde een akelig schouw
spel. Achteenvolgens werden zes ljjken
opgehaaldzes maal kwam de haak
langzaam boven, voorzichtig binnengehaald,
tot boven het water het druipende lichaam
zichtbaar werd. De dooden werden neer
gelegd in tenten, vervolgens in lakens
gewikkeld en per brancard naar het
hospitaal vervoerd.
Nadat zes lijken waren opgehaald, bleef
men nog voorgaan met dreggen. Niemand
werd echter meer vermist.
De militairen, die bewusteloos uit het
water gehaald waren en wier levensgeesten
weer waren opgewekt, werden per brancard
naar het militair hospitaal of naar de
kazerne gebracht. Een dezer, de milicien
H. Th. van Moorsel uit Stiphout, die
tgdeljjk in de artillerie-kazerne was onder
gebracht, kreeg in den loop van den
middag een bloedspuwing. Hij werd daarop
overgebracht naar het hospitaal, waar zjjn
toestand bedenkeljjk was. Geruchten, dat