iouwingI
DE PUTTE!
de dieren verstand
Ko. 103. TWEEDE BLAD NIEUWE ZEEÜWSCHE COURANT Zaterdag 31 Augustus 1912.
LATINE. IK
|nt-Tegelfabriek,
paansche peper-
BUITENLAND.
iCHULTE Co.,
[gen en Springwater.1
[Heulen en Dammen!
pp de Bermen der Dij-f
[e Wegen, in genoemde!
elegen, op
18 September 1912.|
ischmach ines
prijzen vanaf f 22.50
ringmachines
nsdag van 10 2 uur
A. SCHULTE C°"
in Bouwmaterialen,]
FEUILLETON.
IN EERE HERSTELD.
DELBUïtG.
De Besturen van de
tl oord-, Zuid- en Nieuwe VVestl
|rs maken bekend, dat
kekouden op alle
jSTE ZEEÜWSCHE
singen - Kanaalstraat.
fOORRAAD RUIME KEUZE.
beneden alle concurrentie
In prijzen op aanvraag franco.
aet 2 jaar garantie)
iet 5 jaar garantie),
n beslist de beste
ontant en op afbetaling. Op Proe
bekomen en in werking te zien
iren
uitsluitend in de filialen der
aio Waschmachine M'
tril 18
inge Burg 89 Middelburg
MIDDELBURG.
Beste adres voor
sl-, Rijn- en Belgische Steen,
ijfsfeen Hardsteen.
prten PANNEN en VORSTEN.
Jitgebreide sorteering
^ELEIN en MUURTEGELS
Ivullingen en WandbekleediDg,|
iranten op aanvrage franco.
pogaardshoek te Biezelinge, eiL.
'dhr. A. VAN WINGEN te Kapelle,!
de inschrijvingsbiljelten moeten I
„□geleverd vóór of op Zaterd""
Iber 1912 en bij wien, evenals 1
iris H. W. NEERVOOKT tej
older, nadere inlichtingen zijl
In onze dagen, getuigen van het stre-
l ven «ener ongeloovige wetenschap om de
scheidslij11 tusschen mensch en dier uit
te wissch'cn doet de Darwinistische,
sinds lang veroordeelde ^theorie, dat wij
van de apen afstammen niet steeds nog
opgeld bij half en kwart ontwikkelden?
is bovenstaande vraag van gewicht en
verdient wel dat wij ons daar een oogen-
blik mee l^zig houden.
Zeer gelukkig lijkt ons de behandeling
die de 2e Juli-afleverirtg van Wet tijd
schrift „Opvoeding en Onderwijs" over
dit vraagstuk geeft in het artikel
mschrwen door den heer Seb. v. O.
Schr. beredeneert 'hier allereerst, hoe
hvt ontbreken van alle taal bij de dieren
o® zeker teeken mag genoemd wonden
voor hun gemis aan verstand. Na wat
hior niet overbodig is als definitie
van taal te hebben vooropgezet, „de
uiting van gevoelens en gedachten door
teekens, die volgens een offieieele of stil
zwijgende onderlinge overeenkomst ©ene
vaste, bepaalde betcekenis Webben",
vervolgt hij:
„Nu van taal in den engeren zin vin
den we in het rijk van koning Nobel
niets. Wel bestaat er bij vele dieren de
psychische behoefte hun zinnelijke waar
nemingen aan andere mede t© doelen
en dat dit laatste gebeurt, ontkennen we
in 't geheel niet. Wij wijzen u zelfs op het
gefluit der vogels in den paartijd, op
de waarschuwingsschreeuwen der gem
zen, op angst en pijnkreten. Doch het
blijkt maar al te good, dat de mede-
deelingen van zinnelijke indrukken alles
behalve op overeenkomst berusten: Idie
gevoelsuitingen zijn niet willekeurig, doch
geheel bepaald, natuurnoodzakelijk. Als
(och ergens in het dierenrijk het mede-
doelen van allerlei sensitieve gewaarwor
dingen op den voorgrond treedt, is het
tij het mierenvolk', waar niet alleen de
luiaard, doch ook hij, die belang stelt
in ons vraagstuk', ontzettend veel kan
leeren. Hoe die insecten miet hun voel
horentjes werken, grenst aan het wonder
baarlijke. Bij het bouwen hunner laby
rinthen, hij 't verzorgen der gasten, bij
'tvendragen der eieren, als ze gaan ja
gen op buit, of oorlog voeren met vijan
dige buren, 'die hun het terrein betwis
ten, steeds roepen de mieren van één
nest-onderling broederlijk eikaars hulp in
en slaan daarbij heftig hun medeburgers
met de bewegelijke horens.
Maar is dit nu eene taal in den ver-
cischten zin? Och arme, voordat de jeug
dige mier een tijd gehad heeft al die
tekens to leeren of liever er aan te
denton, die teekens te leeren is het
beestje al .even ervaren in deze mieren-
wetenschap als in alle overige takken
van kunst, handel ©n nijverheid, die wor
den beoefend in dien wondervollen staat,
waar men geen leerlingen kent, doch
meesters alleen. Vete moderne taalgeleer
den (M. Miiller, Geiswein, Gutberlet) la
chen dan ook met het gevoelen der vol
bloed-Darwinisten, dat tusschen taal van
menschen en dier geen wez<enlijfc: verschil
zoude zijn.
Zelfs Max Muller, die over de ken
vermogens der dieren overvage meerlingen
hwtt, is in dit punt even beslist als
elders in deze kwestie dubbelzinnig: „Al
span ik mijn verstand nog zoozeer in
het zijn de eigen woonden van Mül-
ter al doe ik mSjn phantasie pog zooveel
geweld, ik kan ine niet verklaren, hoe
tie menschelijk'e spraak zich ooit uit iets,
wit de dieren bezitten, zou hebben kun
nen ontwikkelen". H-et staat jdus vast:
echte taal, hebben de dieren niet. En
<e ondervinding en expresse proeven bij
z.g.hoog-ontwikkelde dieren bewijzen het:
ook wij verstandige menschen, die bij
e opvoeding van doofstommen, ja, zelfs
1 "«-doofstommen tot zoo'n wondermooie
gevolgen gekomen zijn, ook wij kunnen
hun niet leeren. De besto resulta-
merl heeft verkregen, wijzen op
s anders dan op een handige, goed-
uu,
telmüm'ïv was 111311 ni,e'> om bij «en®
een lailS te talmen. Hij schreef
vLS7 ™P 'len ou:dsten knecht
trpl-i-, (lozl®n naar Amsterdam te verJ
Alw"'r0nï ln banden van mijnheer
hc7nm« ,deri> ln d10 Wolvenstraat, te
i mM|p ,il'( Laaf°P deelde hij den bediende
Dm ai v-ertrek was uitgesteld.
I nim ;nV i en ochtond zat Alfred Reee-
aan li,!(\°n-,eerstelï aP°érii'©in en stapte-
1 dadelnir '"'Stetion af. Hij had daar
dewijj Ileevtek hlm'tUig u mogl('n neanen'
den Vi-nni I geschreven had
delde elf vSp°ed te koraen' Hii
'en dn C1' om<dat het weder
Was imTa ®*ts ruim een half
bij ihij wist' <lat ..^onlust"
gelins- a®' Idc schrandere jon-
I SrnteiZich Pad aieP in hét
<ler fa.müi(-"vr Tr^'d j b'-i buitenplats
hÜ zijnen gang' VeSLlT' vertraa^,p'
geven nm t haci hlJ er voor ge-
hioeten Maar'^Vi" hapel1 te ok
iemand
miet
wan-
droog1
uur
gelukte dressuur en zijn 'dus voor ver
dedigers van een dierenverstand van nul
en geener waande. En toch', als de klie
ren .yerstand haidden, moesten ze een
taal hebben of zeker leeren.
Wil men mét alle geweld hét boost
tot intellectueel wezen makten, dan zij
men ook conséquent; men geve bijen,
apen, mieren, honden, 'kevers, vossen oen
'flinke en groot© dosis verstand, in elk
geval méér dan onze kinderen hébben;
men geve hun begrippen, algemeen© be
grippen van allerlei slag en soort. Goed,
zult ge zeggen, maar behoeven ze 'daarom
die begrippen te openbaren? Ze „moe
ten" ze openbaren. Bij tal van dieren
zien wie onophoudelijk de neiging, wa,t
in hén omgaat kenbaar te maken; soms
hangt van zulke uitingen het voortbe
staan der soort af - herinner u de
waarschuwingssignalen en nu zou het
toch wel ©en wonder boven wonder we
zen, dat de dieren waar het hun
leven geldt alleen hét onvolmaakte
middel believen te gebruiken: natuurlijk
uitingen van zuiver sensitieve indruk
ken.
Ik verzeker u, als de dieren maar één
honderdste verstand hadden van den dom-
sten der menschen, dan waren reeds lang
ossen en paarden en varkens, die zich
nu rustig laten afbeulen en slachten, ter
vergadering bijeenkomen, en hadden hun
wijze denkbeelden, meeningen en begrip
pen, die ze nu zoo koninklijk in hun
hart bewaren, uitgedrukt in teekens en
loei- en hinnikVariatie's, om ten slotte
dat door toeval hooger ontwikkelde dier,
den mensch, te overh'eerschen en te ver
delgen. Maar tot nu toe gebeuren deze,
onrustbarende geschiedenissen slechts in
de sprookjes van Grim-m. En daarenbo
ven, hoeveel dieren leven niet in groe
pen vereenigidMieren en bijen vormen
ware staten. Waar moet zich Idan de
taal noodzakelijker uiten dan bij hen?
En tocher is .niets te vinden.
'En nu bewere men niet: de dieren
hebb'en geen middelen genoeg om hun
begrippen door teekens te uiten. Voor
eerst zijn er dierent die kunnen artieu-
leeren; doch' idat doet niets ter zake;
voor bet wezen der taal zijn conventio-
neele teekens, welk© ook, voldoende. En
dan zullen toch wel met de voelhoorns
van vele insecten zeker evenveel teekens
gegeven kunnen worden als wij doen met
den Morse-sleutelen ze hebben toch
duizenden jaren gehad zich op' dat ge
bied te ontwikkelen. En onze vogels heb
ben toch zeker wel evenveel variatie in
hun gevederd keeltje, als di;e vuile stoom
fluit van 'n paar locomotieven, die toen-
door een zwaren ijsgang de verbinding
verbroken was de berichten van de
eene zijde der stad naar de andere over
seinden.
Vatten we nu in 'tkort samen, wat
we in onze bewijsvoering gezegd hebben,
dan komt alles hierop neer: Als bij de
dieren verstand aanwezig was, dan zou
door conventioneele teekens aan de be
hoefte voldaan zijn, eigen gedachten aan
and-ere levende wezens triade te doelen.
Als er bij de dieren kwestie was van
verstand, dan zouden zij een taal héb
ben een taal in den echten zin des
wooids. Alles geëischt voor die spraak
in vollen zin des woords was dan aan
wezig. Toch zien we van een spraak bij
de dieren niets, hoegenaamd niets. Dus
is er géén verstand. En hiermee is op' de
vraag geantwoord, die als opschrift prijkt
op dit artikél, én wel met een kort en
bondig „Neenl"
Het is ©r echter verre vandaan, da,t
het taalgemis de eenige reden ware, waar
om we weigeren een dierenverstand te
aanvaarden. Nog vele andere gronden zou
den ons leven logisch tot dezelfde ge
volgtrekking moeten leiden; we noemen
slechts: het gemis aan vooruitgang, voor
al in het gebruik der middelen ter ver
k'rijging van het noodzakelijkste in het
dierenleven; de volslagen onkunde om
trent goed en kwaad; het gemis aan hoo-
gere en geestelijke begrippen.
Reevink wachtte hem met, g'root enge-
duld en was zéér verheugd, toen de jon
geling in zijne kamer 'trad. Hier was!
het ontbijt gereed gezet, en hij liet Alfredi
daaraan deelnemen, alvorens zijne he-'
langen uiteen te zeiten. Doch zoodra men'
gedaan had, z-eide W-outer op ©rnstigen
toon en met fluisterende stem':
Ik heb u hierheen doen komen,
dewijl ik zelf verhinderd ben te Amster
dam eenle zaak in orde te brengen, welke
hedenavond te zeven uur noodzakelijk
haar beslag moet krijgen, en waartoe een
zeer vertrouwd persoon noodig is. Weet,
dat heigené ik u wil opdragen, het
belangrijkste is, dat ge ooit in uw leven'
voor mij verrichten kunt. Ik zou, zoo
gij er niet waart, Uien last aan niemand:
,anders opdragen, maar zeil dien volvoeren,
al moest het mij ook de betrekking bij
Van Storen kosten. Gij beseft dus, van
welk eene waard© voor mij uwe handeling!
is. Ik deel u dit méde, opdat gij mét
allen ijver, maar ook len vooral met hefl
scherpzinnigste beleid zult werkzaam 'zijn.'
Gij zijt, ofschoon u, daarvoor wis den
goeden wil niet ontbrak, nooit in det
gelegenheid geweest mij met daden ©eni
gen dank te bewijzen, voor hetgene ik
aan u en de uwen- gedaan heb. Vooi;
uwe moeder zorgde ik, wanneer zij iets'
Een argument echter heelt in onze tij
den van hoogere beschaving wel iets van
zijn kracht verloren. Het is de bewijs
voering diergenen, die wezen op die dwaze
gevolgen. Heeft het idier verstand, was
hun redeneering, dan moet gij het ook
als uws gelijke behandelen. Aan deze
gevolgtrekking, zoo dachten zij als ge
wone menschenk'inüeren, kon geen hunner
tegenstanders ontkomen. Eilacie, men-
schJelijkte kortzichtigheider blijft nog een
andere uitweg 1 Men mag het dier niet
tot den mensch verheffen, men verlagi©
den m'ensch t ot het dierMenig mo
dern Übermensch zegt liever übér-
thier heeft die consequentie aangedurfd.
Men permitteere ons hém -ongemoeid te
laten ligg-en in de diepte, waarin hij blijk
baar zijn thuis vindt.
Ten slotte nog een woord over de feiten
men houdt immers tegenwoordig zoo
veel van de logica 'der feiten.
Ontegenzeggelijk hébbén de natuurwe
tenschappen in de laatste tijden op: a,lle
gebied een reusachtigen pas voorwaarts
gemaakt; en als daar nog eens bij' kwam
d© eertijds zoo, geëerde wijsgeerige ont
wikkeling, wa,t zou dan de wereld een
wonderen zien hoe zou er dan nog
meer élan ware wetenschap dan nu aan
wetenschappelijk materiaal worden gé-
wonnen.
Elk diertje wordt tegenwoordig he-
spied ©n bestudeerd; en sloeg mien vroe
ger het reeds zeer oude boek' der na
tuur open, om vol bewondering te kijken
naar de heerlijke, kleurige platen, tegen
woordig neemt ieder geleerd© het kopje
van een letter of een staartje van '©en
'komma tot voorwerp zijner studie. En
inderdaad, de letters in het boek' der
natuur zijn onvergelijkelijk schooner af
gewerkt dan de bloemrijke initialen on
zer oude monniken.
Maar hoe meer het dierenrijk' in bij
zonderheden beloerd wordt, des te meer
wordt ook' van de zijde der natuurweten
schap onze stelling bewaarheid. Kan soms
een oppervlakkige of nog-niet-diep-genosg-
gaande beschouwing ons voor feiten stel
len, waar de aannam© van een dieren
verstand als geboden schijnt ga nog
een weinig verder en de oplossing of.
dikwerf een ontnuchtering als een straal
koud water volgt. Gelukkig hij, die uit
de wijze doelmatige handelingen in het
dierenrijk kan opklimmen naar een al-
wijzen Schepper; anders staat de zoe
kende geest een heele leven voor schrille
strijdigheid en tegenspraak.
Zoo verhaalt ons Wasmann van de
oorlogen die de amazonen-mier zoo goéd
kan voeren. Dan trékken ze op, door
een heftigen, plotsen aanval trachtten
zij den vijand 'een geweldigen schrik op
het lijf te 'jagen en door een heftigen
paniek te verwekken, drijven zij hem 055
de vlucht. Zoo kunnen soms twinitg ama
zonen-mieren meer da,n vijftigmaal zoo
veel korporeel grootere en sterkere te
genstanders uit elkaar slaan. Wasmann
noemt, de krijgstactiek der amazonen-
mieren vlakweg de schitterendste in het
geheele dierenrijk'. En toch die hoog-ont-
wikkelde amazonen-mieren, idie zoo stra
tegisch' oorlog kunnen voeren, alsof ze
allen Napoleonnetjes waren, toonlen in
haar meer intieme leven zulk) een aarts-
doiinhéid, dat men het doelmatige, ge
ordende 'dier oorlog-en wel aan ander©
oorzaken dan aan een mieren-intellect zal
toeschrijven. D© amazonen-mieren houden
z.g. slaven, dooi- Welke zij gevoed wór
den. Door slaan met de voelhoorntjes
bedelen zij het voedsel af. En ofschoon
nu die militair-academisch gevormde airna-
zonen-mier heel gOed weten kan dat de
bouw van haar Kakten riiiet een voeding
door anderen vordert, zal ze zich met
heel haar mieren-intellect zich bij gebrek
aan slaven ©erder laten verhongeren, dan
zelf voedsel zoekén. „Een dier", zegt dan
ook Wasmann, „dat zelf vreet en toch
het vreten verleerd beeft, is de grootste
ironie op 'het dierenverstand".
Dat een oppervlakkig natuurvorscher,
of hij, die zich dood blijft turen op ©en
feit, soms tot Weel andere gcvolgtrakkin-
noodig had; in hare ziekte heeft mijne,
hand haar gevoed. U heb ik als kind,
opgenomen, toen de brave vrouw over
leed; u 'heb ik in staat gesteld nuttige,
kundigheden te verwerven, u valt gnijn
.saamgespaard vermogen ten déél. Gij'
weet, welke plannen ik voor uwe toe
komst heb beraamd.
O, ten volle gevoel ik, welke ver
plichtingen ik aan u hab. Nooit kan ik|
u die naar waarde vergelden I
Ik dééd alles voor u belangloos
Immers, 'ik kon niet voorzien, dat gij
mij heden ©ene dienst zou bewijzen, welke
voor mij zoo groot is, dat alle uw©
schulden jegens mij geheel zijn afgelost,
indien gij mijne wenschen stipt vervult.
Met véél zorg heb ik een sleuteltje be
waard, dat toegang geeft tot oen schat,
voor mij van onvergelijkelijke w-aardq,
dewijl hij mij in staat stelt een rijik eil
machtie vijand te treffen, die mij, en
anderen, 'een nooit voldoend te boeten
kwaad heeft berokkend. Die schat bestaak
uit niets anders dan ©en bundeltje dooé
den tijd géel geworden papieren. In mijntej
kamer te Amsterdam kent gij hot ijzeren!
kastje, dat naast de badstede staat. Het
wordt geopend met dit sleuteltje vij£maal|
om te - draaien; Op bet bovenste booivll
vindt gij den bedoelden bundel. Gij kunti
gen komt, is duidelijk.
Toch hebben ook de hartstochtelijke
studie's van hen, die uit vooropgezette
philo-sdphische dogmata in hun theo
rie moet niet alle geweld de mensch van
het dier afstammen massa's afzon
derlijke feiten trachten te verzamelen, om
aldus het dierenverstand te verdedigen,
de gelukkigste gevolgen.
Door een heeten strijd geprildceld, rij
zen telkens en telkens meer geleorden,
op, die het dierenrijk van alle hoeken
en kanten bespieden,de wetenschap
wordt telkéndage met nieuwe kennissen
verrijkt want pleegt ook al een of
ander fraude, -altoos' k'an zulks niet ver
borgen blijven -en met hot snellen
der dagen zal steeds door de natuur
wetenschappen meer en meer bevestigd
worden de stelling, die ten alle tijde door
de gezonde wijsbegeerte is verdédigd:
Hebben de idiieren verstand? Neen".
BELGIS.
Te Leuven is de vijfde Belgische sociale
week geopend, zjj is uitsluitend gewjjd
aan 't onderwerp De lichamelijke en sociale
opleiding der jeugd.
Er waren 684 deelnemers bij den aan
vang der eerste zitting en het aantal neemt
steeds toe.
Ruim de helft der deelnemers zjjn pries
ters, seminaristen geestelijken van ver
schillende orden.
Bjj de opening was de minister van
Landbouw en Openbare "Werken tegen
woordig, die ook een woord sprak. Hg
dankte pater Rut ten voor zgn vleiende
woorden en de vergadering voor haar
geestdriftig onthaal, wenschte de inrichters
der Sociale Weken geluk en wees er op,
dat wij op den weg naar zedelgke en
stoffelijke verheffing, voornamelijk te kam
pen hebben met twee vijanden de enwoten-
heid en de onverschilligheid. Die vijanden
moeten wg verdringen. „Al de ministers
huldigen uw werk, want gij, door uwe
werking levert aan het vorstenhuis de
trouwste onderdanen, aan ons dierbaar
vaderland de waardigste zonen."
FB1NEBIJ K.
Moelai Hafid. De ex-sultan van
Marokko maakt in Frankrijk goeden sier.
Dinsdag heeft Moelai Hafid met zijn nieuwe
auto vanuit Versailles een tocht door Parijs
gemaakt en daarna in het Bois de Boulogne
thee gedronken. De Europeesche kleedij
vooral zijn schoenen schijnt hem niet
te bevallen en hg heeft maar weer zjjn
oude Marokkaansche plunje aangetrokken.
Volgens sommige bladen zou de ex-sultan
reeds met een leege beurs zitten. De 400.000
trancs, die door de Fransche regeering
voor een kuur te Vichy waren geschonken
zouden door Moelai Hafid's aankoopen
en niet minder door zijn vrijgevigheid,
al tot enkele centimes geslonken zijn.
Woensdag merkte hij dat zgn beurs leeg
was, zegt een blad en nu heeft hg zich in
zgn hotelkamer opgesloten 1
Bomaanslag. Naar nit Orange gemeld
wordt, is voor het huis van den burge
meester dier plaatse een bom ontploft. De
uitwerking van 't moordtuig is geweldig.
Gelukkig is er slechts materieele schade
aangericht. Men weet Diet, waaraan men
den aanslag moet wjjten, die groote ver
ontwaardiging gewekt heeft onder de be
volking.
ENCIEtlH».
Generaal Booth.
Bij een bedevaart te Hastings sprak de
eerw. heer Fletcher, in een toespraak tot
de pelgrims het volgende „Heden 't was
de sterfdag van generaal Booth zijn er
velen in Engeland die treuren. Ook de
Katholieken, bij alle verschil van godsdienst,
onmogelijk missen, want op de anidierq
boorden liggen geldswaardige papierenj
doch o>p het bovenste alleen het ba-,
(loeide pakje. Gij neemt dit en gaat van
avond te half zeven naar den Dam, om
het over te reiken aan oene dame.
Hierop beschreef Reevink mejuffrouwi
Van Gaven mét groote nauwkeurigheid
zonder haar te noemen, en opdat Alfred;
goe'n© -enkele bijzonderheid barer kleeding
zou vergéfen, gaf gij hem liet door haan
gezondene briefje. Dewijl dit toch door
Suse niet geschreven was, zag Reevink
in die overhandiging geemerlei gevaar.
Hij haalde nu ook ©en stevig koordje:
uit, waaraan oen klein sleuteltje bevestigd
was, en hing dit Alfred om den hals.
Dezle beloofde stellig en zeker, den niet
zeer moeilijken last met alle voorzichtig
heid te zullen volvoeren, en verklaarde|
onuitsprekelijk gelukkig te zijn, dat zich
eindelijk de sinds lang vurig gewensohtei
gelegenheid opdeed, om iets voor zijnon
weldoener te verrichten, wat deze op1
zulk Oen buitengewoon hoogen prijs stelde.
Réeivink was tevreden, w-an-t hij wist dat
niemand beter dan Alfred te vertrouwen,
viel.
Hij overhandigd© hém een briefje, jnetl
last dit terstond bij zijn» aankomst lei
Amsterdam in de brievenbus te weipten,
beschouwen generaal Booth als een oprecht
man, die zijn medemenschen beminde en
zijn best voor hen deed. Dat hg ruste in
vrede. Ook wg hebben generaal Booth iets
te danken, 't Is aan hem en aan zgn Leger
des heils te wijten, dat de Katholieken in
Engeland in staat zjjn zulk een bedevaart,
als wjj heden vieren, te houden. In 1878
begon het Leger des Heils in de straten
te werken. Het werd uitgejouwd, maar
het hield vol. Het publiek gaf toe en nu
staat het ook den godsdienst vrjj, gebruik
te maken van de straat en jwij maakten
er beden dan ook gretig gebruik van in
ons modern Engeland."
Het noodweer. Uit alle deelen van
het land komen berichten van groote over
stroomingen tengevolge van deaanhoudende
en hevige regenbuien. Steden en dorpen
zjjn geïsoleerd, spoorwegen voor het ver
keer onbruikbaar gemaakt, bruggen wegge
slagen. In vele plaatsen zitten de menschen
in de bovenverdiepingen hunner woningen
gevangen.
Het plaatsje Leominster, dat door de
rivieren Lugg en Arrow is omgeven, is
ernstig door de overstroomingen getroffen.
De oogst is weggespoeld. De heele vallei,
waarin het stadje gelegen is, ligt onder
water. De brievenbestellers moeten met
paard en wagen de postzaken bezorgen.
Te Londen werd aan verschillende reizi
gers medegedeeld, dat ze de plaats hunner
bestemming niet per spoor konden bereiken,
Intusschen wordt alles in het werk gesteld
om het verkeer met andere middelen in
stand te houden.
De telegrafische verbindingen met Lo
westoft en Yarmouth zjin nog verbeken
en de telegrammen, die van uit deze
plaatsen naar andere kantoren moeten
overgeseind wordeD, moeten per trein
vervoerd worden.
In eerstgenoemde plaats heeft het wel
het hevigst gespookt, naar een per trein
verzonden telegram meldt. De regen viel
als met bakken van den hemel en bovendien
woedde een storm, die de golven tot een
geweldige hoogte opjoeg. Tal van boomen
werden ontwordeld en huizen beschadigd.
Het tramverkeer werd geheel gestremd.
Ook uit Bourne komen berichten van
groote waterschade. Alle straten stonden
er blank en in vele huizen dreven stoelen
en tafels in de kamers rond. De akkers
bieden er een jammerljjken aanblik, alles,
alles wat geoogst was is weggespoeld. Te
Bel grave wonen de menschen in hun slaap
kamers daar de lager gelegen vertrekken
zijn ondergeloopen. Hun levensmiddelen
moeten hun door middel van wagens worden
aangebracht. Tal van huisdieren en veel
pluimvee zjjn verdronken. Ook op het eiland
Wbight is groote verwoesting aangericht.
Een spoorwegongeluk. Donder
dagochtend is te Londen aan het station
Vauxhall een spoorwegongeluk voorgevallen.
Een kleine locomotief liep een trein uit
Aldershot van achter in. Een half dozjjn
rjjtuigen werden leeljjk beschadigd. Naar
men zegt, is er een doode en zgn er dertig
of veertig gewonden. Het perron werd
tjjdeljjk tot hospitaal ingericht. Van daar
werden de gewonden naar het gasthuis
vervoerd.
Een begin van brand brak Woensdag
te Londen uit in de gebouwen van de
Munt op Tower Hill. Groote sensatie
natuurljjk. De brand kon echter spoedig
worden gebluscht.
Er dreigt een staking onder de dakwer
kers te Grangemouth. Aan de readers
hadden zij een verlangljjstje overhandigd,
waarin o.m. hooger loon en vermindering
van arbeidstjjd gevraagd werd. De reeders
weigerden aan die eisehen te voldoeD,
zoodat nu een staking verwacht wordt.
PORTVÖ AL.
De Portugeesche geestelijk
heid en de regeeringspensioenen.
Een bericht uit Lissabon meldt, dat de
welk© a,an de d^ur van het huis des-,
heieren Van Gavien bevestigd was. Hieifi
opschrift luidide: „Mejuffrouw Suse L.
C. van Gaven." Zij kreeg daarin bericht,
dat Albert Loden van het wachtwoord)
onderricht was ©n den hofmeester ver
vangen zou. VéTder eene n,auwkeurige|
persoonsbeschrijving- van den jongeling.
Toen da zaken met rijpheid bespraken
waren, bracht Riaevink Alfred naar Jhetl
dorp. Daar wachtte een vooraf besteld!
rijtuig, hetwelk Roemau weldra naar het
station bracht, Vanwaar hij in weinig[
tijds Amsterdam bereikte.
XVIII,
De klok van het paleis op den Dam
speelde zeven uur. Het was reeds vrij
duister en alleen aan de IheM©"0 lucht
had men bet te danken, dat de personen,
die op dat drukke punt van Amsterdam)
heen en weder gingen, nog te onderschei-,
den vielen. Twee heoren kwamen lang
zaam van het Damrak aanwandelen fax,
richtten zich naar het postkantoor. Zijl
voerden een druk gesprek, doch wierpen
desniettemin nu en dan oen blik op die!
voorbijgangers.
(Wordt vervolgd.)