H. GIESEN [VIELEN AMERIKA! ds voorradig BU1TOLANO. No. 91. TWEEDE BLAD NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT Zaterdag 3 Augustus 1912. eve Melkfabriek, ste sorteering in AAT I 199, 990,2 I0ND, Middelburg. I jelfabrikant - Goes, TERMAGAZIJN *ANS TIMMERMAN IIISEIJ TUIGENaki che wagentjes, met tul portieren, Tilbury's m| nde modellen en prijzen, T LARIJS, 's Heerenhoek. t«| k slag bij Waterloo als panorama. iter Hordijk's goeding thans 3°/° een jaar vast 4%- FEUILLETON. IN EERE HERSTELD. DE OORLOG tusschen Italië en Turkije. n GOES, die bereid verken tot de oprich-1 e aan te melden onder Ireau van dit blad. pdt men in de tnde Merken worden aorraad gehouden: Goodwell, Marvil, Piuto, dia, Rapid, Populair, Spring, •ilswiek, The Leijk, Nimrod, nsvalia, Optima, Edelweiss, ince ofWales, Vlevo, Coventry Premier. Pielen in ruime sorteerioj. Pielen vanaf f 47.50,1 fetie. tors in voorraad. Heeren- en Dames-1 en, voortdurend in voorraad I bn prijs. en voor de courantste merken, den vanaf f 2.00. pelend, ïool- en Salongebrnik ALLE stijlen en |orten verkrijgbaar BIJ chting voor alle makkelijke conditiën. RVERK00PERS RABAT. koopt U het voordeeligst iu eest gesorteerd en goedk"" Hoek Groenewoud) te Vlissingen. I mt gratis en franco op aanvrage. koffers in Zeeland ten ere. 76. Frans Timmerman n KEIJZER, Tandarts, iddelburg, Dam N. Z. 12 DinsdaS te GOES te con- i ten huize van W ISVELD, Lange Kerkstraat •d1/» uur- In PJ13 vieren wij liet eeuwfeest onzer herwonnen nationale onafhankelijkheid. Toch wflitl die onafhankelijkheid eerst bevestigd in 1815, na den slag bij Wa terloo. Had toen Napoleon de zege be haald en 'het lleeft 11'et v,eel §e" sfheeld dan waren wij weer onder Frantrijk's heerschappij teruggekomen. De slag bij Waterloo is dus een hoogst belangrijke gebeurtenis, vlooral ook om het aandeel dat de Nederlandsche troe pen onder den Prins va.n Oranje daaraan hebben gehad. Dit alles op pakkende wijze voor to stellen was bet doel, waartoe verschik lende Belgische officieren en te Brussel wonende Nederlanders het plan ontwier pen voor een reusachtig panorama. Met de dooi' hen verstrekte gegevens, wist de Fransche kunstschilder L. Dumoulin een uitmuntend panorama te vervaardi gen, prachtig van conceptie en geschied kundig juist. Het is geplaatst op de vlak te van Waterloo aan den voet van den leeuwenheuvel en onlangs onthuld. De heer F. de B.as beschrijft bet in de „Nieu we Courant" als volgt: Ofschoon de Nederlandsche adviseurs hadden gewenscht het voor do Neder landers meest gewichtige moment ran den tweeden mislukten aanval detr „Moyenne Garde" door den verrassenden tegenaan val Chiassé-Det&eats ('snam. pl.m. 8 uur), welke de nederlaag der Franschen in het centïum gelijktijdig met de overwinning der Pruisen te Plamcenoit op do Oude Garde besüste, door het Panorama te zien voorstellen, verkozen de commissie leden en de beer Bumoiulin het meer bewegelijke, pittoreske tafereel van de aanvallen der Fransche ruiterij ruim 10,000 paaiden op de Britsch Neder landsche slaglinie omstreeks zes uur „pour ne pas donner ombrage a aucune desnaüonalités".1) Op het oogenblik toch, dat golven van staal en ijzer de rots vaste Britsche-, Nederlandsche-, Nas- sau'sche- en Brunswijksche carrés vruch teloos beukten, was van zege of neder laag nog geen sprake. „Pour ne bles- ser personne" 'koos D-umoulin dus het oogenblik, waarop de meeste gesneuvel den en gewonden zijn gevallen. Boven dien slaagde de kunstenaar er in, hij een meesterlijke, volkomen juiste topo grafische voorstelling van het terrein tus- schen „Bois de Paris" ten oosten, waar vorst Bliicher te hulp schoot, tot Braine- l'AUeud, van welk plaatsje Chassé de slaglinie uit het westen naderde; van Mont St. Jean ten noorden en den veel besproken hollen weg, die aan zoo me- nigen fuiter het leven beeft gekost, tot de boschrijke heuvelen en heerlijke verge zichten ten zuiden een dichterlijke te genstelling te penseelen tusschen den eeuwigen, goddelijken vrede in de natuur, zon, bloesems, bloemen en vruchten, ,èn den soms zoo woedenden strijd tusschen menschen: wreeder dan wilde dieren, welke anderen alleen bij honger verslin- den. Hoewel het panorama hoofdzakelijk het tijdstip van omstreeks zes uur voorstelt, kan men niet behulp yan den „Guide du Panorama" door den ritmeester van Lil, de voornaamste phases van den veld slag reeds van halfvier volgen, als: den aanval der Fransche brigades Quiot, Bour geois en Pégot op „la Haie-Sainte", wel ke hoeve door den dapperen Baring met een handjevol Hannoveranen en Nas sauers werd verjdedigd; die groote Fran sche batterij van 80 vuurmonden ten oos- i 'en van den straatweg naar Charleroi, en de boogvormige vUUB-linie dier Ver bondenen; den linkervleugel der slag- linie, waarhij ide brigade van Bylandt (niet vóór, ma,ar achter den hollen weg en idie va,n Saksen-Weiman hij Pape- lotte en op hiet kasteel Fichérinontden Moedigen kamp om en bij de brandende hoeve van Goumont tusschen de Brit- „Om geen enkele der natiën in de schaduw 'e stellen". GOES. osifo-renfej 44. ,,P® papieren, welke in zekere zin zijne etuunhtatie bevatten, wonden zorgvuldig oor mij bewaard, en eerlang zal ik mijn i oca,at daarvan gebruik laten maken e onzen bate. In onze familie had, van vi v' r Zoon 8ec"enc' eeu geslacht Itee- 111laatste afstammeling daarvan rad "outer. De knaap verfoor zijn er zeer vroeg en daarom wieird hij, e» V r1' nle(A'elijolen dan wel dewijl men veei dienst van hem kon hebban, reeds ii ,maC JSrjgen. in ons huis ge- ar ik even 0,ud was als Lij, I i'fU-L- ei' tussciltm o-ns spoedig' die bie- van iff' We^e jeugd, nog onbewust pint ,i en stall':i> allicht aanknoopt en best °n ,aaam van kameraadschap het vprsia'Iv ^Uëeduid. Toch wist mijne erg in Vëum 8r' 2on|ler flat wij Br ernnio en> te verhoeden, dat er te rees gJ?m,e®llzaatnheid tusschen ons «en'leidem t0' boLsing ZMl kun" Dewijl neiging er mij toe dreef, werd stelie garjde, de Nassauers, de Fransche Idivisiën Fo,y en Jéröme. Duidelijk on derscheidt men lord Wellington op zijn vospaarid „Copenhagen" en iden Prins van Oalanje op zijn geliefkoosde Vexy, mjet hun staven; de divisie Chassé achter on evenwijdig met den straatweg naar Ni- velles (ter hoogte van toet tegenwoor dige hotel „Cosmopolite"), de brigade Det- mers gedeployeerid, die va,n d'Aubremé in twee colonnes, elk ,va,n drie batal jons, met Ide batterijen Lux en Krahimer de Bichin in derde linie .en op de rechr terflan'k: generaal „Bayonette" en de hem vergezellende officieren ver vooruit, midden in den Kruitdamp', tot waarne ming van het juiste oogenblik1 om zich verrassend op den vijand te werpen. Treffend is de voorstelling der ruiter aanvallen in meeïldere liniën tusschen halfvijf en zes uur. veertien aanvallen, tegen het centrum en den rechtervleugel der Verbondenen, even dikwerf door de Britsche cavalerie, door de Nederland^ scbe ruiterij onder de Collaört, .Coene- gracht, Lechleitner en v,a,n Marlen al len gesneuveld, dooi" Trip, de Cliigny, Renno, Duvivier en Bureel tegemoet ge leden en teruggeworpen. Die „ch'evaur chade de morts" 2) der kurassiers van Mil- haud over den hollen weg, na hun ne derlaag door de ruiters van Ponsonby en Somerset vervolgd tot in de Fran sche batterijen ter hoogte van Belle-Al- liance; (daarna 25 eskadrons van KeF lermann, aangevoerd door maarschalk' Ney, „le plus brave des bpayets", b-l-oiot- h-oofds, met bliksemende oogen, dien dag reeds op zijn dei'cle paard; achter hem en tegen Ide NassaueUs van Rruse, de kurassiers van Wathier St. Alphonse ,en Travers, gevolgd door de roode lansiers van Colbert: een élite-korps, Ide aan voerder met den linkerarm „en échaipe" wegens zijn verwonding te Oua,tre-Bras, en zijn chief van Iden staf Edoualld de Stuers den vader vain oins Tweodie Kamerlid aan het hoofd; ten slotte de jageïs te paard van Lallemand, d© lich'te gaijdte-teavalerie van LefebvreJDes- nouettes, te samen met de .sombere mas sa gienadiers ite p-aaid, bij welke de witte beeïemutsen der trompetters de eenige lichtpunten voriuien. Op den ach' tergrond, westelijk van den boomgaard van la Haie-Sainte, onderkent men kei zer Napoleon op zijn Arabischen schimi mel idoor den schilder één uur te Vroeg hier gefantaiseerldinaast hem den gepersten gids Decoster, vastgebon den aan den stijgbeugel van een zijner lijfwachten, 300 grenadiers te paard, ,tot dekking van Iden geweldigsben veldheer der 19e eeuw. Van links naar rechts tus schen la Haie-Sainte tot hervesten van Goumont, een bewegelijk gamma van gloeiende, schitterende kleuren, van dra vende, dringende, galoppeerende, ook tal van zieltogende paarden, van duizenden ruiters, onder het geschut- en geweervuur der Nederlandsche, Britsche en Hanno- veraansche vuurklompenliniën en tot driehoeken geslachte carré's, die van geen wijken weten. In (de verte, zes bataljons van de „Moyenne Garde" en drie Oude Garde bataljons onder de generaals Christiania, Cambronne en Pelet, in opmarsch van la Belle Alliancelaatstgenoemden na tal- looze overwinningen hun eerste nederlaag tegemoet gaande. Het bezoek van dit FranschrBelgisch- Nederlandsche meesterstuk is even leer rijk' voor krijgskundigen als voor leeken, en maalkt begrijpelijk, welk een reuzen- kajnp op 18 Juni 1815 op korten afstand van Brussel is gestreden tegen de zo nen diei' Franschen, in wier armen wij ons, als gevolg van blinde partijschap pen, in 1795 schaamteloos hebben gel- worpen. Die schande, door niets te ver ontschuldigen of te vergoelijken, is uit- gewisclit, niet in 1813 en '14, maar in 1815, hij bevestiging van Neerland's her stel met het bloed onze® voorgangers op de velden van Quatïe-Bras en van Mont St. Jean. -) „Doodengalop". ik op een handelskantoor geplaatst, en bereikte mijn twintigste jaar. Toen sprak Wiouter Reevink mij over zekere klein burgerlijke familie, lvelmlan genaamd, wier jongste zoon gaarne op eene Deitsch© stoomboot eene betrekking zou erlangen, welke mijne bemiddeling hem waarschijn lijk zou kunnen doen bekomen. Op een Zondag ging ik daar heen, doch het ge zin was naar de kerk en alleen de twin tigjarige dochter Emma bevond zich te huis. Op ha ar beleefd voorstel om te blijven tot de godsdienstoefening zou ge ëindigd zijn, bleef ik wachten, want dit zou mij de moeite van een tweede bezoek besparen. Zoo meende ik. Juist intus- schen dit toeven was de oorzaak der vele bezoeken, welke ik daama aan die woning heb afgelegd. Immers, die doch ter Emiua maakte op mij een onbeschrij- feiijken indruk, minder nog' door hare schoonheid, welke ©venwel opmerkelijk was, als door hare zachtheid, besoha ving en schranderheid. Het half uur, dat ik met haar in gesprek was, vloog als een oogwenk been; maar de bewonde ring voor haai', welke bet eerste zaad was eener alles opofferend© liefde bleef diep in mijn hart geklonken. Voor den jongen Keiman erlajigde ik de giewenschte Daarvan getuigt het door onze leven dige Zuidelijke stamverwanten gebouwde Panorama van Waterloo aan den voet va.n iden vijftig meters ho-ogen, ietwat druilenden „Leeuw", die volgens Ko ninklijk besluit van 11 December 1815 is opgericht en in 1822 voltooid ter eere van alle Bondgenooten, ter plaatse waar de Prins van Oranje, later Koning Wil lem II, op 18 Juni 1815 aan het hoofd zijner Nassauers wend gewond. liet fotceeten der I>ar dan e 1- len. Voor een paar wekten heeft een Ita- liaansehe torpedoflotilje een tocht onder nomen door de Dardanellen waarbij zij hevig bestookt weid door de Turksch© batterijen, doch zonder veel schade, al meldde men ook' uit Turksche bron het tegendeel, bij het punt van uitgang te rugkeerde. -Het blad „Corriere della Sera" ont ving daarover van haren oorlogscorres pondent zeel" uitgebreide en interessante bijzonderheden, die door den Romein- schen correspondent van de „N. R. Crt." werden vertaald en opgezonden. Wij ontleenen hieraan liet volgende. Stippen wij vooraf aan dat het doel van den tocht was te onderzoeken waar de Turksche vloot zich ophield en haar zoo mogelijk tot handelend optreden te dwin gen. In ld;en nacht van Woensdag o-p Don derdag (17 op 18 Juli) ontvingen de vijf torpedobooten het bevel om den zeer ge vaarlijken tocht te ondernemen. Het esL kadertje wendde zich. naar de monding der nauwte na zich gescheiden te heb ben van het groote eskader dat den te rugtocht meer naar het zuiden toe af wachtte. Eer men onderweg ging hadden de of ficieren met warme en geroerde stem hunne manschappen gesproken van de schoonheid en van de moeilijkheden der expeditie. „Misschien k'eelten we niet weeroim, jon gens. Als er nog een is die niet zijn laatste beschikkingen heeft, genomen v,oor de familie idie liij achterlaat, dan moet hij 'tnu maar do-en". Een plechtig oogenblik' toen in den avond, op de zee, ean handjevol helden hun gedachten lieten gaan naar die hun dierbaar waren -en van wie zij misschien in gedachten afscheid namen. Een Vreemde ontroering gaat er uit van die afscheidsbrieven neergekrabbeld met stoere knuisten op wat armzalige blaadjes papier met lie'.dhaftigen eenvoud. „Beste mbelder, zoo luidt -een der brie ven, daar ik' niets anders heb na te la ten dan den goeden naam, dien ik' me tot nu toe in den oorlog heb gemaakt, en 'dien ik dezen nacht zal vergrooten, dO'O-r voor mijn land te sterven En een ander„Als ze je vragen waar ik begraven ben, antwoord dan dat ik rn'n graf heb in de Dardanellen en dat ik het met mijn handen heb gegraven o-p den bodem va,n het water, naast mijn schip". Een derde schreef„Ik hen trotsch me o-p te offeren voor Italiëhuil maar niet om me". Het was een nacht zonder maan. Ge durende twee uren stoomde het eskader met uitgedoiof-de lichten in de diepste duisternis; het was een stoet van scha duwen in de goilv-en. Ze stonden o-p het punt om den onverikrachten drempel der Dardanellen te bereiken. Tegen midder nacht drongen ze er binnen. Een bundel van licht, uitgezonden do-or een der forten, trof de kleine schiepen. Ze waren ontdekt. Voorop ging de Spica, de anderen volgden in indianenrij. Toen signaleerde de Spica om met vollen stoom voort te gaan en voer vol durf den mond plaats. Die familie was zeer dankbaar, en mijne bezoeken achtten zij eene zeld zame eer. Had Emma mijne ziel geheel ingenomen, ik had weidieikeerig de hare zoo geheel vervuld, dat .niets dan mijn beeld haar dag en nacht omgaf. Het kwam tot eene verklaring ,en wij bemin den elkander niet al het vuur eener krachtige jeugd en met de standvastig© toewijding van ondernemende, kloleke geesten. Wij waren bereid voor elkan der het dierbaarste- op te offeren, en des noods aan het einde der wereld onze vereeniging te zoeken. Na drie maanden maakte ik mijne moeder deelgenoote van ons geheim. Nooit was ik dieper ontzet, dsn toen ik, tot mijne pijnlijke verbazing, de dier bare vrouw eensklaps lijkbleek jen als bestorven van schrik zag. Ads een dood vonnis klonk mij haar met bijna ver slikte stem geuit verzoek, om nooit meer ovter dez-e zaak t-e spreken. Radeloos ont vloog ik mijne woning. Voor mijne moe der zou ik het leven gelaten hebben, maar Emma kon ik voor haar niet laten. Nog een andere- tegenspoed trof ons. Hsa.r vader verklaarde mij, dat hij mijne be zoeken niet langer mocht toesta,an. Ik antwoordde, djat ik zijne dochter tot gade van ide engte in. Toen begon de storm van vuur. Ook het fort van Koemi Iia- 'lessi zond iden witten bundel van zijn zoeklichten en de schoten van zijne ka nonnen. Ma-ar liet scheen of ide torpedobooten be schermd waren door een wonderbaarlijke ontrefbaarheid tegen de Turksche kanon nen. De orders van den commandant Millo wapen„Zoo dicht onder wal als mooglijk". Zóó dicht, waren de scheepjes bij de kust dat men de vuurcommando's hoor de en dat men de bew-egingen zag deïl Turksche soldaten idie de zoeklichten op hen richtten. Het was geen raid me-er: het leek' een gevecht van lichaam tegen lichaam. Aan de kust was alles wakker geworden. Niet alleen de groote Kanonnen der forten vuur den, maar ook' alle veldbatterijen die op de kust zijn verspreid, begonnen te don deren en men onderscheidde het woies- dende geknetter van het geweervuur. En de Korte rij van torpedobooten ging onverstoord verder onder dat helsche lar waai. Over de hoofden der opvarenden heen vloog de hagel der projectielen. Een enkele mijn moet ontploft zijn zon der schade hij de aanraking en haar ont ploffing is misschien verloren en Ver mengd geraakt tusschen het groote ge bulder va.n het geschut. Elk oogenblik scheerde met woedende drift een geweerkogel over het stalen dek'. Vast op lfun plaats van waarne ming en igtevecht stonden ide officieren en de manschappen, -ongeroerd kijkend naar dien wilden hagel die neersloeg aan de zijden der kleine schepen, oinmach' tig en nutteloos. Ze waren besloten het leven bij het avontuur te laten en ze begonnen misL schien verwonderd te raken dat d-e dood zóólang o'p zich wachten liet. De lust om voort te gaan scheen verhonderdvou digd door de merkwaardige ontrefbaarheid waardoor ze beschermd schenen. Zoo kwamen ze tot het punt, waait de beide tasten elkaar naderen, tusschen Kilid Bahar en Sjanak', oip1 slechts een kilometer afstand. En eindelijk zagen ze de vloot, waarvan ze ongeveer twee mijlen gescheiden wa ren. Daar bevonden ze zichl bestookt door drie Vuren: -de hagel van projectielen kwam van de Europeeschte kust, van de Aziatische en van de schepen van ü-e vloot. Ze waren gedrongen in een ver- schrikkelijken kring van Vuur; aan de zijden, van voren, van achteren regenden de projectielen. Het water, dat er anders onder h!et licht van zooveel zoeklichten zou uit gezien hebben als dat van een onbewo gen meer, scheen woedend te koken, zóó danig w,a,s de regen van ijzer en staal die het bewoog, het uitaenspleet, het stormachtig uiteen deed spatten. De Spica, die voortging aan het hoofd te varen, stuitte opeens tegen een staal kabel, uitgespannen om den doorgang to versperren. Nauwelijks had zij zich er van bevrijd, toen de voorsteven een anderen kabel raaide. De aard van de vreemde af sluiting kon niet met juistheid worden vastgesteld. Allen die ik (de corresp. van de Co-rr. d. Sera) ondervroeg, aarzelden om een beslist O'O-rldeel over dia zonderlinge hin dernis uit te spreken. Zijn het netversper- ringen, aangebracht om in den nacht den toegang tot de Turksche Vloot te ver hinderen? Of zijn het soms de kabels, die de ondergedompelde mijnen vereeni gen en die ze moesten doen ontploffen tegen de rompen der schepen, dia den doorgang zouden willen forceeren? Thans scheen het onno-odig en waag- halzig o-m verder te gaan. En toen be val de commandant Millo den terugtocht. Deze tweede phase was niet de minst De Giornale d'Italia zegt te weten, dat de schroef van de Spica tot tweemaal toe in de kabels verward raakte. Vier matrozen sprongen in het water en het mocht hen telkens met ongelooflij'ke inspanning gelukken de kabels te verwijderen. Corr. wenschte. Hierop luidde zijne uitspraak, dat dan, volgens de regelen der bescha ving, mijne moeder hem de hand zijnier dochter voor mij moest vragen zoo lang dit niet geschied was, zou ik haar niet wederzien. Hij had gelijk. Zoo be taamde het. Vruchteloos poogde ik hem het onmogelijke der inwilliging van zijn eisch te doen beseffen. Indien mijne moe der zich te hoog waande, om zijne doch ter als' de hare te erkennen, zon, hij tioonen te veel öeig-evoel te bezitten om Emma aan mij af te staan. W.o-uter Ree- vink v-omd -gelegenheid miijne brieven aan Emma, de hare aan mij te bezongen. De brieven waren met hartebloed en tra nen geschreven. Onze toleetand grensde aan waanzinnigheid. Emma verviel als sneeuw vo-or de zon, ©en koortsig vuur spreidde een akeliglan blos over mijn ver bleekt en vermagerd gelaat en deed mjijne oogen met onheilspellenidiea glans schit teren. Mijne moeder zag jk dagelijks in gebed en tranen. Ons huis scheen d-e woning van twee dooden. Eensklaps ver dween Emma uit Rotterdam. Wouter bracht mij die jobstijding, toen hij terugkeerde met een brief, dien liij niet meer aa,n het innig beminde meisje had kunnen bezorgen. U mijn 'toestand gevaarlijke van het geheel© avontuur. Thans keebde het eskader langs denzelf den weg terug langs de batterijen, die intusschen gelegenheid hadden gehad om de fouten van hun schot op te merken en h'et dus te verbeteren. Niemand van die officieren koesterde de hoop om den twee den tocht met hetzelfde geluk en met dezelfde zekerheid te kunnen volvoeren Idan den eersten. En ze gingen, over tuigd van een belangrijk verlies te zul len moeten noteeren op 'de balans der onderneming. Rat ontnam hun niet de kalmte, de koelbloedigheid en de handigheid, die ze tevoren aan den dag hadden gelegd. On der, liet verschrikkelijk© vijandelijke vuur, volvoerden ze een beweging, om zich in Idezelfde Ojrlde op den terugweg op te stellen, beweging die niet graci-euser en niet eleganter had kunnen uitgevoerd wor den bij een vlo-otrevue. Als langzamer hand de een na den anderl de uiterst© grens van zijn reis naar de Turksche vloot bereikte, riep men ,a,ls vorm van gfoet aan den vijand, die van uit de kust tegen hen te keep ging, den kreet: „Viva ntalial" uit. Daarna hernamen ze den weg van den fa.ntastisc.hen terug tocht; terugtocht die het ongelooflijke der o-ntrefbaarheid, die den hlaentoeht had ge kenmerkt, herhaalde. Om half twee 'smorgens passeerde de wonderbaarlijke flo'lilje weer langs Siclil Bahar en verwijderde zich ongedeeld, niet zelfs geen gewonde aan boord, nocli an dere schade dan enkele geweerkogels in de flanken, vervolgd door het licht der schijnwerpers en nooideloos nageblaf t dooi de laatste laag van de forten. Buiten de Dardanellen wachtte ze, dat de TuFk'schc vloot tenminste een paradeverschijning deed, maar ze wachtte tevergeefs. Daar na wendde ze den steven zuidwaarts en keerde, om hét Italiaansch© eskader te bereiken op een punt in de Egeïsche Zee, wat me niet veroorloofd is nader aan t-e -'duiden. (Naidien keerden de vijf torpedobooten teïug in de Ibiaven vanStampalia. Corr.) 15 111, <4 1 li. Aan het adres van „Citoyen" van der Velde. In het „Handelsbl. van Aütw." schrijft de eerw. heer A. van den Bisselaer, missionaris in Belgisch Congo van de missie van Mill Hill, den volgenden Open Brief aan „citoyen" Van der Velde het bekende Belgische socialistiche Kamer lid „In de zitting der Belgische Kamer hebt gij mjj den 5 December 1911, gedekt door de parlementaire onschendbaarheid beschul digd lo. Eenen inboorling, genaamd Bongom- bo, de handen gekruist en de voeten ge bonden vastgemaakt te hebben, toen hij kwam klagen, dat hij door zendelingen der missie was geplunderd. Bongombo bleef heel den dag in die houding. Des nachts gelukte hij er in, zijne koorden te breken en te vluchten 2o. Een zekeren Botaleundola, die zich met eene onvoldoende belasting van visch in de missie had aangeboden, aangehouden en met de handen en voeten gebonden te hebben 3o. „De eerw. pater bekende." En gij hebt M den minister verweten, de strengheid van bet gerecht van mijn hoofd te hebben geweerd. „Toen ik kennis gekregen heb van die beschuldigingen, schreef ik u uit Lolanga den 12 Februari een brief, om uwe gezeg den te weerleggen. Ik richtte mij tot uwe oprechtheid, ten einde de intrekking te bekomen, waarop ik recht had. „Gij hebt u niet gewaardigd, mij te ant woorden en gij hebt uwe beschuldigingen de ronde laten doen. „Gij hebt alzoo, heer volksvertegenwoor diger, ernstig mijne faam te kort gedaan. „Te verre verwijderd om mij doelmatig te kunnen verdedigen tegen allervalschte beschuldigingen, he'o ik gevraagd, Daar Europa te mogen terugkeeren. „Hier ben ik nu en stel van naderbij té schetsen, -die-rbane dochter, is over tollig: uw hart gevoelt, dat hij onhoud baar was. De (bediend© nain o-p zich, de scherpste nasporing te doen, en nie mand was beter daartoe in staat, dewijl hij van kindsaf met de familie Kelman omging. Hij richtte zich, met veel over legde schranderheid, tot Emma's zoog- zu.ster, Hendrika de Sloren, *en wist wer kelijk haar het geheim ta ontfutselen. Emma toefde bij een© oude tante, die een huisje in den omtrek van Delft bewoon de. Weldra was ik bij haar met elan wanhhoipig plan, dat ijlings werd ten uit voer gelegd. Acht dagen later kwamen wij te Londen. Ik g af mijne moeder ©n haar ouders hiervan kennis en bad beiden oan vergiffenis. Geen dier brieven werd be antwoord. Hendrika de Moren, die al leen op de wereld stond, en Emma met zusterlijke liefde beminde, liet zich ge makkelijk door Wouter overhalen om ons in Engeland bij te staan. Toon Emma en mij bleek, dat wij gefaald hadden in o-nzio berekening van de wederzijdsche ouders to-t toegeven te nopen, zoodra zij voor een beslist f-eit stonden, achtten wij o-ns ruimschoots gerechtvairdigd wagens dien eigenmachügen stap. Doch dit ivas eene dwaling. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1912 | | pagina 5