feuilleton.
So. 76. TWEKüE BLAD NIEÜWE ZEEÜYVSCHE COÜRAINT Zaterdag 29 Juni 1012.
BUITENLAND.
UIT DE PERS.
IN EERE HERSTELD.
Zelandia Antiqua.
OVEZAND.
xv.
Te ver.
Wij hebben vóór veertien dagen, toen
de Bakkerswet verworpen ras, van onze
«mening over dat belangrijke feit geen
oeheim gemaakt. Toen daar weid prijs-
Lrreven de arbeid van zoovele jaren,
zonder dat ete kans bestond op- «en beter
ontwerp in atembaren tijd, toen ook
bij ito stemming de rechterzijde uiteenging
in twéé groepen en zelfs do Katholieke
club niet van één meening bleek te zijn,
hebben wij' openlijk onze teleurstelling
uitgesproken. Liever hadden wij aanne-
ming der wiet gezien.
Dat wü evenwel niet zeggen,, dat wij
daarmeei tegelijkertijd ook een afkeurend
oordeel uitspraken over ieder der tegen-
Zetel zeker, hiet was een verdacht ver
schijnsel wij zullen niet nalaten hier
op bij voortduring te wijizien dat die
Liberate Unie en die fractie der Vrij
zinnig-democraten bijna volkomen als ge
sloten eenheid stemden, ofschoon toch
bij een zaak als deze, met veel redenen
vóór diocli ook tegen, persoonlijke over
wegingen ongetwijfeld meerderen tot voor
stander zouden hebben gemaakt.
Doch om deaalfdie redenen ook moesten
wij tot zekere hoogte dies te meer waar
dennen, dat er rechts doop meerderen,
ofschoon zij de regeering gaar
ne steunden, werd tegen gestemd.
Het was bij onze teleurstelling toch een
troost, dat men rechts had tegengestemd
omdat het geweten het zoo- ge
bood.
Immers voor die mieestien ging het om
de ernstige inbreuk, die op de persoon
lijke vrijhedd ging gemaakt worden. En
voor die vrijhield hebben verschillende
Katholieke leden der Kamer 0p. de bres
Als men «la belangen, welke op bet spel
stonden, een weinig begrijpt, dan weet
men, -dat er aan de debet- zoowel, als
aan da creditzijde gewichtige posten ston
den, dat er veel vóór doch ook veel tégen
was.
En wie het zich niet al te gemakkelijk
maakt, zal, betzij hij voorstander is, bet
zij tegenstander een afwijkend oordeel
weten te waairdeeren.
Het gaat niet aan, om, met namie den
Katholieken afgevaardigden, die tegen
stemden, -eenvoudig een motie van pf-
keuring thuis te sturen, zooals diat as
gedaan door de R. K. arbeiders.
Bleef het bij een constatearen vajn bet
feit, dat die tegenstemmers bet toch niiaar
glad mis hadden, dat zij het niet zoo
goed zagen alls de stellers van de motie,
dan zou men er bet zijn© nog van den
ken kunnen.
Maar nu klinkt er uit die motie (nog
een ander geluid. Zij maakt den indruk,
al staat het er niet met zoovele woorden,
dat men vinn oordeel js, dat die Katho
liek© leden, die tegen stemden, da(arm|ije
verkeerd handelden.
En voor zoo ver deze indruk mocht
zjjn bedoeld, teekenen wij met ernst daar
tegen protest alan.
Wij zeggen bet den arbeiders onomwon
den: Mannen, dat gaat te ver.
Wanneer die Katholieke beginselen wa
ren gekwetst, dan walre bet anders. Maar
over zaken als deze, waar het gaat over
de mate vau vrijheidsbeperking in ver
band met <1© vraag, wat de beperking ook
als precedent, als eerste stap, beteefcent,
daar moet mten niet met eigen meaning
komen aandragen en die den afgevaardig'
den willen opleggen.
Dat is eten uitvloeisel van een verkeer
den gaost. Uit ©enige passages der motie
zou men mogen opmaken, da,t de volks
vertegenwoordiger tot plicht heeft den
j „volkswil" te volbrengen, bat is echter
«n buitengewoon gevaarlijke, dwalingl
De afgevaardigde heeft naar zijn ge
weten alles te doen en te laten, wat
strekt tot het algemeen welzijn. Ook dan,
wanneer hij alleen mocht staan op, een
29.
X.
September stak! zeer ongunstig af bij
6 vorige inaand. Reeds in de eerste wtepk'
was het buiïg geworden, waardoor; 1
vonden, die andeïls toch al spoedig ge-
°eg verlengen, met buitengewonen haast
unne lange schaduwen begonnen te sprei
en op een ^ur, dat hét drie weken, vroa-
1 inog piddag geheeten weijd. G-edu-
ïsini eeB1ëe dagen waren heftige rukj
ia opgestoken en hadden aanmerke-
tL! veïwDestingen aangericht en men kon
-nen, dat de herfst het plan had om,
T<J^r tiid. dm zomer te onttro-
tv> u611 ln, plaats teene angewensch-
Leerschappij te gaan uitoefenen,
buitenleven begon, zeei* spoedig
zijne bekoorlijkheid te verliezen,
sclmJ8? ?cens®ns aangenaam om
iw'n lPelvde takken en vallende
den nV6ri ®en doorweekten grond te
veel
want
tua-
blór
glij-
dBT, r, «ourweeKtien grorwl te gin-
eni ukwa,s uel uitzicht eer
mi droefgeestig: altijd een grijze
1LiT iH! wolkgevaarten.
nad deu gansohén dag gebegend.
verlaten post, en alles om hem hét an
ders verlangde, dan was het schande,
als hij zijn geweten niet volgde en stem
de tegen hetgeen hij als ten algemeen
welzijn beschouwde.
Denkt men er anders over, dan staat
men met beide been-en op, de basis der
„volk'sso-uvereiniteit", waarin het staat
kundige is losgemaakt van het moreele,
een orde va,n zaken, waarin niet naar h e t
goede wordt gestreefd met al het ka
pitaal van verstand, kennis en edel gevoel,
maar waar slechts om de macht wordt
geworsteld om den eigen wil op te leg
gen en eigen belang te behartigen.
Van deze dwaling steekt er maar al te
veel in de gepubliceerde motie en daar
tegen m o e t gewaarschuwd worden; want
gaan deze insluipsels verder, da.n kun
nen we onzen strijd tegen het liberalis
me en socialisme als verloren opgeven,
omdat we er dan zélf tot over de ooren
in zitten.
Men aanvaarde deze waarschuwing,
welke des te meer van onze vriend-ei-
lijke gevoelens voor. de arbeiders blijk
moge gavenfc („Maasbode")
Zonderlinge houding.
Da.t op den Zondag gepaste ontspan
ning volkomen geoorloofd is staat vast.
Maar ook staat vast, dat door sommigen
voor die ontspanning zooveel tijd wordt
opgeëischt, dat voor Zondagsrust en Zon
dagsheiliging zoo goed als niets over
blijft.
Zulks geschiedt door- de ouderen, ook
door de jongeren door deze laatsten
wel het meest.
En nu moge 'twaar zijn, dat door de
toenemende beoefening dier sport de jon
gelui uit de herbergen worden gehouden,
daartegenover staat 't niet te onderschat
ten gevaar, dat tal van jongelui de gan-
sche week het oog gericht hebben op
den Zondag als op,den dag van 'de
sport.
Zeker, aan de ininimuni,-verplichting,
om 's morgens in de vroegte een stille
H. Mis, zoo mogelijk zonder preek, te
hooren, moge nog wonden voldaan,
daarmede is dan ook met den Zondag
als dag des lleeren volkomen afgerekend;
'tis verder voetbaldag.
Onnoodig er op te wijzen, dat door
deze o-vehdreven sport-beoefening do gods
dienstzin meer en meer verdwijnt; de fei
ten zijn daar oim het te bewijzen.
Met één slag hierin verandering te bren
gen, gaat niet. Allen moeten samenwerken
om geleidelijk ons volk in andere rich
ting dan de thans meer en meer veld
winnende, op te voeren, opdat zóó weer
de ware harmonie tusschen Zondagsrust,
Zondagsheiliging en Zonedagsontspanning
verkregen worde.
Daartoe is noodig de medewerking van
ouders, va.n onderwijzers, de invloed dei-
pers enz. enz-,, ook' zoo mogelijk
de steun en 't voorgaan der Overheid.
Zeer sympathiek' leek ons daarom de
motie, verleden Donderdag Ln den Rot-
terdamschen Gemeenteraad in stemming
gebracht, luidende
„De Raad besluit de gemeentelijke ter
reinen niet meer voor voetbalspel, vlieg-
demonstraties en dergelijke, op den Zon
dag vóór 1 uur des namiddags beschik
baar te stellen".
De motie stuurde allerminst aan op een
Engelschen Zondag; die motie behoefde
zelfs niet in het licht deh coalitie-poli
tiek bezien te warden, die anders ook
haar eischen mag doen gelden; neen, van
die motie mocht verwacht, dat zij dooi
de katholieken als katholieken, met sym
pathie zou zijn begroet.
In ©en kloek©', principieel© rede
waarvoor gaarne alle hulde werd ze
dan ook verdedigd, door den katholieken
wethouder Stulemeijer, die zeide alles te
willen doen om de ouders te helpen, da.t
hun kinderen Zondagsmorgens naar de
kerk gaa,n; die zich beriep o,.a.. o,p de
conclusiën van den Haarlemschen Katho
liekendag, op de Vastenbrieven van de
Tevens waïen er hevige stortvlagen ge
weest. dan had men uren lang een fijne
stofregen gehad, de natuur zag er verlept
en neergedrukt uit, gelijk iemand, die,
door de wederwaardigheden des levens,
rteeds in de kracht van zijn tijd, oud en
gebogen is. Tegen den avond had einde
lijk het regenen opgehouden en de zón
brak door; maar hare stralen waren z'oo
bleek en waterachtig, dat het was alsof
zijl een besohPeid en mistroostig gelaat
a,an de aarde .wilde toonen, wegens de
vroege onstuimigheid van den herfst. De
wind was opgestoken en floot en blies
door het geboomte, greep de talkken heftig
beet en spatte dan hét op de bladeren
vergaarde water wijd in het rond. Zulk'
weder noioidigde geenszins tot een© wand-et-
ling.
Maar als het buiten treurig en verdrietig
was, op het landhuis van mijnheer Van
Storen heerschte dien dag geene hetere
stemming. Het viel nog moeilijk te zeg
gen, hoe het kwam; maar ieder gevoelde,
dat er een onweder aan de lucht was,
zonder te weten nit welken hoek het zou
losbarsten. Doch Matthias en zijn vader
hadden ontwaard, dat de gemoedstoestand
van mama alles behalve kalm was en
zij hielden zich steeds overtuigd, dat hier
voor ©ene-z|eer gewichtig!® reden moest be
staan, aangezien het niet gemakkelijk viel
Bisschoppen van Haarlem en Breda.
Maar zietde katholieke raadsleden
lieten den katholieken wethouder aJleian
staan op zich zelf reeds een beden
kelijk verschijnsel en stemden tegen
de motie, die verworpen werd.
Voorwaar, een zonderlinge houding, om
het maar zacht uit te drukken.
De „N. Rotterdamsché Courant" jubelt
over den uitslag. In het Gemeenteraads
overzicht wordt de voortreffelijke rede van
den wethouder Stulemeijerdoodge
zwegen, terwijl hét katholiek 'raads
lid, üiie tegen |dje motie sprak, van ti©
Nieuwe Rotterdamsché" een prijsje van
goed gedrag krijgt met deze wooijden:
De heer Mindero-p- sprak' wij'ze woorden
over de opvoeding in verband met Ide
oorzaak van alle sportoverdrijving" 11 Be
denkelijke lof, wellicht aanleiding gevend
tot eie® extra-^ewetensondiaiizoek.
Toen de Bond van 'R.-K. Gemeente
raadsleden werd opgericht, twijfelden
sommigen aan het hut en de noodzake
lijkheid er van; sommigen twijfelen nog.
Het gebeurde te Rotterdam zal, naar
we vertrouwen, dien twijfel wegnemen.
(„Centitum".)
Het kon niet anders, of de Katholiek©
landzaten, die innig overtuigd waxen,
dat die Kerk op een rots gebouwd is
en tot het einde der wereld zou. blijven
bestaan, verwachtten een herstel van het
gepleegde onrecht, een terugkeer tot den
vroegeren toestand. En geneigd als de
mtenschen zijn, om aan weinig voorko
mende gebeurtenissen, inzonderheid zelldl-
zamte natuurverschijnselen, als b.v. staart
sterren, het ontstaan van allerlei rampen
toe te schrijven, zullen de eenvoudigen
van harte allicht gemeend hebben, dat,
nu, Pascbem zioo laat mogelijk viel en
dientengevolge de H. Sacramentsdag sa
menkwam met den feestdag van St. Ja-n-
gaboorte (24 Juni), 'tgeen volstrekt niet
nik menscheng-eslacht beleeft, dat thans
het zoo vurig verhoopte herstel zou plaats
hebben. Aan den anderen kant zullen
do lieden uit het lood geraakt zijn door
allerlei geruchten en in hun verhittei ver
beelding zullen toonieelen gerezen zijn
van d© verschrikkelijkste akeligheden,,
van een volslagen revolutie met den
aankleve van dien.
Het kan niet in de bedoeling liggen,
die reeks van grappig©, maar voor de
tijdgianooten geenszins van ernst ontbloot©
gebeurtenissen, tijdens de Junidagen van
1734 in de stad afgespeeld, hier uit
voerig te verhalen, daar zulks reeds
v'roeger is geschied. Laten we ons hier
bepalen tot het platteland.
Merkwaardig, dat, evenals in 1(597, eten
gemengd huwelijk het sein gaf tot Ide
beroering. Op ©en hoeve onder Kapelle,
to Dijkwel, oefend© Frans Leys bet
landbouwbedrijf uit. De boer was pro
testant en diaken van de Kapelscbe
kerk, de boerin, Catharina Hekebeke van
haar eigen naam, Katholiek. Zondag 14
Maart verheugde dit echtpaar zich in
d© geboorte van een zoon. De vrouw
had 'een Katholiek© dienstbode, Joanna
Boddingh ©n met haar sprak zij af, het
kind naar de stad te brengen, als de
baas afwezig zou zijn, ten einde het door
den Pastoor te laten do-open. Woensdag
was het ergens k'oppdag? was de
baan veilig. Pastoor Kistemaker doopte
inderdaad den kleinen Jacobus, schreef
het kind op het doopboek in en teekend©
als peter en nieter aan een zekeren Mar
tin Felnandus en onze Joanna. Evenwel,
toen de dienstmaagd op- de hoeve terug
keerde, was de haas reeds thuis, Het
hooge woohd moest er nu al gauw uit.
De ma.n „maék'te groot misbaer". Hij
mocht het er niet bij laten. Zijn kind,
het kind van een diaken nog wel,
deze statige dame uit haTe deftige plooien
te krijgen. Niet dat zij iets van. hare ge
wone waardigheid verloren had; maar dat
bedaarde, dat geruste, hetwelk anders ha
ren ganschen persoon en al hare han
delingen kenmerkte, had nu plaats ge
maakt v-oor iets haastigs, iets .driftigs,
waardoor het haar moeite kostte om zich
geen woorden te laten ontvallen, welk©
alleen eenier vertoornd© burgerjuffrouw
betaamden.
Men zou dien middag vïloeger -dan ge
woonlijk aan tafelgaan, want, juffrouw
Suze zou met hare koffers en doozen
naar Amsterdam vertrekken. Deze jonge
dame was sinds ongeveer een© week op
Eikenhorst teruggekeerd. Ieder was tiaar
in gespannen verwachting geweest nopens
hare houding nu Matthias met Louise
verloofd werd. Suze had het middel ge
vonden ieder, die iets buitengewoons in
haar verwachtte, foleur te stellen. Zij toon
de zich noch geschokt, noch gevoelig,
maai" behield hare gewoonten van weleer
met die kalmte, welke het kenmerk kan
zijn dergenen, die ide onwrikbare overtui
ging mogen koestelten, dat alleen het pad,
dat zij volgen, tot een goed doel kan
leiden. Tegenover, Matthias was zij1 mis
schien nog vriendelijker dan vroeger, als
wilde zij hem schadeloos stellen voor een
verlies, dat hij geleden had, en vrij -duider
Roomsch gedoopt! Hij' ging naar Kapelle
en klaagde den Pastoor aan bij de Weth.
Geen ijdele bedreiging! De gestrenge wet-
houderen veroordeelden den schuldigen
Priester tot het betalen van 100 pond.
vl., maar do-or tusschenkomst van eenige
goede Vrienden werd het afgemaakt voor
200 gulden, die de Pastoor voldaan heeft.
Bovendien droeg dit geval er niet weinig
toe hij, om -de vooringenomenheid tegen
de Katholieken nog grooter te maken. Wel
is het waar, „dat uit hoiuwelijkén van
verschillende religien zeer diklmaols groo
te moeijelijkheden voordkomen".
Dinsdag.22 Juni was hét „naer gewoon
te dobbelen meliktdag en te zaemen wolle
merkt, 'tgeen vermoedelijk beteekenon
zal, dat het zoowel graan- als wolmarkt
was, dus een dubbelen maljkltdag. Sinds
den vorigen dag, twee uren, stond de
stad op stelten. Op het gehucht, dat vele
honderden Vlamingen en Brabanters in
aantocht waren, was het volk' van poort
tot poort gesneld. De menschen waren
uitzinnig van angst en de Katholieken,
die va.n hun buren, met wie ze steeds
vriendschappelijk omgegaan hadden, onbe-
scheid kregen, wanneer ze vroegen, wat
er toch gaande was, sloten hun winkels
en hielden zich stil in huis. De boe
ren. die met hun wal al vroeg naar de
stad kWamen, vonden, tot hun verbazing,
de poorten gesloten. Het duurde niet lang,
of men zag twee lange rijen zich uit
strekken van de 's Heer Hendrikskinderen-
poort tot aan het dorp van dien naam en
van de Ganzepoolrlt tot aan Blaubeensr
hoefje. Nieuwe schrik! De zachtjes door
den wind bewogen helderwitte huiven der
boerenwagens, het waren tenten, door den
vijand o-pgeslagen. Alleen voetgangeils wer
den toegelaten. De boeren hadden hun
wagens huiten te laten en konden door
het klinket, hun koopwaar dragend, bin
nentreden.
Lachverwekkend waren zé stellig, die
straattooneelen, maar onze boeren, die
het jaar 1697 nog geenszins vergeten war
ren, konden, weer thuis gekomen, hun
lachen heel best inhouden. De dorpse
autoriteiten lieten voorzichtigheidshalve
op de Roomsche hoeven de wapens in
beslag nemen. Van gene zijde deT Scheid-a
en uit, Brabant was reeds oiuder gewoonte
werkVo-lk gearriveerd, om te maaien en
te oogsten, maar de lieden werden met
geweld den lande uitgedreven. Die pro|-
testantsche boeren trokken eiken avond
op wacht, slaande op trommels, ketels
en tonnetjes. Al de wegen, die naar het
dorp leidden, werden nauwkeurig bewaak't,
en in de paroohieherberg zetelde een soort
van krijgsraad. Zooals bij een „staat van
beleg" past, mochten geen twee of drie
hoeren Roomsche wel te verstaan!
op den publiekén weg met elkaar staan
spreken, of zé werden verjaagd. Al ras
begonnen er geruchten te loopen over
plunderen en brandschatten. Donkere da
gen voor menig huisgezin.
Gedurende één der nachten brandde in
het Oosteinde in den MairepoJder d© hoeve
van den Roomschen boer Veirdegem tot
den grond to© af. Een verdacht verschijn
sel 1 Bepaald in brand gestoken tot een
sein. De profestantsohe meid verhuisde
naar een geloofsgenoot, waar eveneens
de boel in vlammen opging. Reeds ver
dacht, maar nog meer, toen zij hierop
de plaat po-etste.
Vooral naar den Vlaamschen en Brar
bantschen kant werden de zeedijken
streng bewaakt door de boerenwachten.
Drie advocaten, uit Middelburg hadden
een reisje gemaakt door het volkomen
rustige Vlaanderen en besloten over Hulst
en Goes terug te keeren. Ongehinderd
konden zij; wonderlijk genoeg, te Hans-
weerd aan wal stappen en huurden ©en
boerenwagen om naar de stad te rijden.
Tusschen Biezelinge en Kapelle stieten
zij op eenige gewapende boeren, die- de
rondte deden. Stilhouden en afstijgen,
want het ging niet aan, officiers van de
Overkanters zoo maar door het Land te
laten trékken. De heer,en mochten vrij
protesteeren en verklaren, dat zij te Mid
lijk bespeurde men ook, dat zij zich tot
zeker medelijden jegens hem gedrongen
gevoelde. Men zou ongeveer mieenen, da,t
Suze Matthias als een deerniswaardig
slachtoffer beschouwde, waarop zij on
mogelijk vergramd kon zijn.
Er was niemand van het kleine gezin,
die deze gevoelens niet in die woorden
en daden van mejuffrouw Van Gaven 'zag
doorschemeren; doch zij verschanste zich
steeds in zulk' eener strenge beleefdheid,
dat het voor een heer niet doenlijk- was)
haar eenige opheldering te vragen; Mat
thias vermoedde echter, dat toen zijne
moeder dien ochtend twee uren in Suze's
kamer had doorgebracht, de dames tot
eene verklaring gekomen waren, ©n dat
daaraan de gejaagdheid van mevrouw Van
Storen moest toegeschreven worden. Nu
zou ook' hij en zijn vader, spoedig op de
hoogte gebracht worden.
Men zou des anderen daags bij Van
Heek hot maal gebruiken. Gemeenlijk/at
Matthias 's middags op Bronlust en Louise
een paaimalen 's weeks ojp- Eikenhorst.
Ook vandaag zou mejuffrouw Van Heek
daar gegeten hébbén, maar zij vond hét
beter dien laatsten middag aan Suze het
rijk alleen te laten en Matthias had dit
volkomen goedgekeurd. Het ging aan tafel
vlij stijf toe; de eenige, die zich! nog
al spraakzaam betoonde, was Suze, maar
delburg thuis behoo-rden, de boeren lie
ten zich zoo gemakkelijk niet beet nemen
Het was hun duidelijk genoeg aan te zien,
dat zij „poepsché officieren" waren en
zij moesten mee naar Kapelle. De boei-
renk'rijgsraad, permanent in de herberg
vergaderd, talmde niet de héeren aan «en
scherp verhoor te onderwerpen. Hun be
wering, dat zij Middelburgers waren en
behoorlijk gereformeerd, werd m©t ong©-
loovig schouderophalen beantwoord. De
dominee kon allicht zekerheid verschaf
fen. Na de geloofsbelijdenis afgelegd te
hebben, wenden de advocaten als vrome
Protestanten erkend en konden zij de on
derbroken reis hervatten. De stadspoor
ten gesloten zijnde, riepen zij den schild
wacht aan, hun namen, kwaliteit en woon
plaats noemende, opda.t men den regeeran-
den burgemeester verlof tot binnentred-em
zou vragen. Weldra door het klinket in
gelaten, vonden zij de geheel© stad in
beroering.
Ook de Goesche kerkmeester Joan Oost-
dijck genoot het voorrecht een avontuur
te beleven. Hij was rentmeester van ver
schillende grondeigenaren uit België. Nar
dat enkele weken geleden zijn dochter
Joanna in het huwelijk was getreden met
den heer Theodoras Wilhelmus de Bye,
voer hij in het laatst der Pinksterweek
naar Antwerpen, om rekening te doen
van de ontvangen pachtsommen. Daar be
gon in die stad het praatje t© loopen,
dat hij volk was gaan werven en met
een geheel leger zou afkomen. E«n ar
beider bleek nauwkeurig ingelicht. Hij had
de Seheldestad bezocht en daar met eigen
oogen gezien, hoe de heeffl Oostdijék op
de werf, waar de naar Zeeland vertrek
kende -sjchépen afvoeren, -een handgeld,
had versteekt aan onderscheidene perso
nen. Toen hij te H oede kens kerke aan
kwam. ontmoette de rentmeester, die aan
velen werk verschafte en gewoon was
vriendelijk bejegend te worden, niets dan
stuursche blikken ©n zijn oor ving enkel
onvriendelijke uitdrukkingen op. Tot zijn
toenemende verwondering zag hij' een boe
renwacht het nauwelijks verlaten vaar
tuig geheel doorzoeken. Wapens noch Bra
banters zouden de -dappere verdedigers
van het Goesche Land soms beetgeno
men zijn? L.
BELOIEi,
Ministerireele verklaringen.
Zondag werd te Brussel aan de Katho
lieke propagandisten een feestavond aan
geboden uit dankbaarheid voor hun ijverig
optreden bij de jongste verkiezingen en
het succes, deels door hun actie behaald.
Verschillende autoriteiten woonden de
feestelijkheden bij, waaronder twee minis
ters, Carton de Wiart en Renkin. Tijdens
het diner hielden dezen ©en rede, waarin
zij enkele belangwekkend© verklaringen
aflegden. Zo-o verklaarde minister Renkin
o.m. het volgende:
„Er zijn er die beweren, dat de school
kwestie zal blijven rusten (protesten),
is geen sprake van. De schoolkwestie zal
opgelost woïden; wij zullen de volledige
vrijheid van de familievaders verzekeren,
en ons niét laten afsóhrikkën, noch door
den bluf der liberalen, noch door de be
dreigingen o-f gewelddadigheden van de
socialisten. In sommige kringen is be
weend, dat wij' concessies zullen doen.
Welke concessies? Wij zullen natuurlijk
gematigd, zeer gematigd zijn, in niets zul
len wij de rechten van onze tegenstan
ders krenken, maar wij zijn1 vast besloten
ook onze rechten te doen gelden ©n er zal
recht gegeven worden, aan wie recht toe
komt. (Toejuichingen).
„Wat de bedreigingen van onze tegen
standers betreft; zoolang wij aan het be
wind zijn, znUen wij niet toelaten, dat
de orde verstoord wordt, alle wanorde
lijkheden zullen wij krachtdadig onder
drukken. Wij zullen niet dulden, dat de
het kostte moeite om het gesprek; aan
den gang te houden. Er! viel in d© verte
niet aan |e deuken, een gullen, opgej-
rtiimden toon te doen heersohen. Wel
maakte de oude heet eenige hoffelijke
toespelingen op hét weder en verklaarde,
dat ide zon nooit in gebXoké blééf om
schoone dames op reis gezelschapje -hou
denmaar de aardigheden gingen
niet;, op.
Ronduit gezegd, was ieder blij, .dat hét
vijf uur en het maal geëindigd: was. In
hetzelfde oogenblik veriiamimenu het ge
trappel dér paardenten toeken, dat de
reiskoets wachtte: Terwijl de bedienden
de koffers oplaadden, hielp mevtouws ka
menier de jonge dame aan hoed en man
tel. Er werd van mijnheer Van Staren
en zijn zoon in de kamer afscheid geno
men. dewijl mevrouw had te kennen ge
geven, dat zij de gast naar het-rijtuig zou
geleiden. Aïm in arm gingen zij naar bui
ten en terwijl de lakei het portier ge
opend hield, vatte mevrouw de hand van
Suze, drukte die met kracht en mompele
met gesmoorde stemii
Nu, lieve, ik vertrouw u ten volle
en reken er stellig op, dat gij mij de
bewijzen verschaffen zult.
(Wordt vervolgd).