feuilleton. So. 76. TWEKüE BLAD NIEÜWE ZEEÜYVSCHE COÜRAINT Zaterdag 29 Juni 1012. BUITENLAND. UIT DE PERS. IN EERE HERSTELD. Zelandia Antiqua. OVEZAND. xv. Te ver. Wij hebben vóór veertien dagen, toen de Bakkerswet verworpen ras, van onze «mening over dat belangrijke feit geen oeheim gemaakt. Toen daar weid prijs- Lrreven de arbeid van zoovele jaren, zonder dat ete kans bestond op- «en beter ontwerp in atembaren tijd, toen ook bij ito stemming de rechterzijde uiteenging in twéé groepen en zelfs do Katholieke club niet van één meening bleek te zijn, hebben wij' openlijk onze teleurstelling uitgesproken. Liever hadden wij aanne- ming der wiet gezien. Dat wü evenwel niet zeggen,, dat wij daarmeei tegelijkertijd ook een afkeurend oordeel uitspraken over ieder der tegen- Zetel zeker, hiet was een verdacht ver schijnsel wij zullen niet nalaten hier op bij voortduring te wijizien dat die Liberate Unie en die fractie der Vrij zinnig-democraten bijna volkomen als ge sloten eenheid stemden, ofschoon toch bij een zaak als deze, met veel redenen vóór diocli ook tegen, persoonlijke over wegingen ongetwijfeld meerderen tot voor stander zouden hebben gemaakt. Doch om deaalfdie redenen ook moesten wij tot zekere hoogte dies te meer waar dennen, dat er rechts doop meerderen, ofschoon zij de regeering gaar ne steunden, werd tegen gestemd. Het was bij onze teleurstelling toch een troost, dat men rechts had tegengestemd omdat het geweten het zoo- ge bood. Immers voor die mieestien ging het om de ernstige inbreuk, die op de persoon lijke vrijhedd ging gemaakt worden. En voor die vrijhield hebben verschillende Katholieke leden der Kamer 0p. de bres Als men «la belangen, welke op bet spel stonden, een weinig begrijpt, dan weet men, -dat er aan de debet- zoowel, als aan da creditzijde gewichtige posten ston den, dat er veel vóór doch ook veel tégen was. En wie het zich niet al te gemakkelijk maakt, zal, betzij hij voorstander is, bet zij tegenstander een afwijkend oordeel weten te waairdeeren. Het gaat niet aan, om, met namie den Katholieken afgevaardigden, die tegen stemden, -eenvoudig een motie van pf- keuring thuis te sturen, zooals diat as gedaan door de R. K. arbeiders. Bleef het bij een constatearen vajn bet feit, dat die tegenstemmers bet toch niiaar glad mis hadden, dat zij het niet zoo goed zagen alls de stellers van de motie, dan zou men er bet zijn© nog van den ken kunnen. Maar nu klinkt er uit die motie (nog een ander geluid. Zij maakt den indruk, al staat het er niet met zoovele woorden, dat men vinn oordeel js, dat die Katho liek© leden, die tegen stemden, da(arm|ije verkeerd handelden. En voor zoo ver deze indruk mocht zjjn bedoeld, teekenen wij met ernst daar tegen protest alan. Wij zeggen bet den arbeiders onomwon den: Mannen, dat gaat te ver. Wanneer die Katholieke beginselen wa ren gekwetst, dan walre bet anders. Maar over zaken als deze, waar het gaat over de mate vau vrijheidsbeperking in ver band met <1© vraag, wat de beperking ook als precedent, als eerste stap, beteefcent, daar moet mten niet met eigen meaning komen aandragen en die den afgevaardig' den willen opleggen. Dat is eten uitvloeisel van een verkeer den gaost. Uit ©enige passages der motie zou men mogen opmaken, da,t de volks vertegenwoordiger tot plicht heeft den j „volkswil" te volbrengen, bat is echter «n buitengewoon gevaarlijke, dwalingl De afgevaardigde heeft naar zijn ge weten alles te doen en te laten, wat strekt tot het algemeen welzijn. Ook dan, wanneer hij alleen mocht staan op, een 29. X. September stak! zeer ongunstig af bij 6 vorige inaand. Reeds in de eerste wtepk' was het buiïg geworden, waardoor; 1 vonden, die andeïls toch al spoedig ge- °eg verlengen, met buitengewonen haast unne lange schaduwen begonnen te sprei en op een ^ur, dat hét drie weken, vroa- 1 inog piddag geheeten weijd. G-edu- ïsini eeB1ëe dagen waren heftige rukj ia opgestoken en hadden aanmerke- tL! veïwDestingen aangericht en men kon -nen, dat de herfst het plan had om, T<J^r tiid. dm zomer te onttro- tv> u611 ln, plaats teene angewensch- Leerschappij te gaan uitoefenen, buitenleven begon, zeei* spoedig zijne bekoorlijkheid te verliezen, sclmJ8? ?cens®ns aangenaam om iw'n lPelvde takken en vallende den nV6ri ®en doorweekten grond te veel want tua- blór glij- dBT, r, «ourweeKtien grorwl te gin- eni ukwa,s uel uitzicht eer mi droefgeestig: altijd een grijze 1LiT iH! wolkgevaarten. nad deu gansohén dag gebegend. verlaten post, en alles om hem hét an ders verlangde, dan was het schande, als hij zijn geweten niet volgde en stem de tegen hetgeen hij als ten algemeen welzijn beschouwde. Denkt men er anders over, dan staat men met beide been-en op, de basis der „volk'sso-uvereiniteit", waarin het staat kundige is losgemaakt van het moreele, een orde va,n zaken, waarin niet naar h e t goede wordt gestreefd met al het ka pitaal van verstand, kennis en edel gevoel, maar waar slechts om de macht wordt geworsteld om den eigen wil op te leg gen en eigen belang te behartigen. Van deze dwaling steekt er maar al te veel in de gepubliceerde motie en daar tegen m o e t gewaarschuwd worden; want gaan deze insluipsels verder, da.n kun nen we onzen strijd tegen het liberalis me en socialisme als verloren opgeven, omdat we er dan zélf tot over de ooren in zitten. Men aanvaarde deze waarschuwing, welke des te meer van onze vriend-ei- lijke gevoelens voor. de arbeiders blijk moge gavenfc („Maasbode") Zonderlinge houding. Da.t op den Zondag gepaste ontspan ning volkomen geoorloofd is staat vast. Maar ook staat vast, dat door sommigen voor die ontspanning zooveel tijd wordt opgeëischt, dat voor Zondagsrust en Zon dagsheiliging zoo goed als niets over blijft. Zulks geschiedt door- de ouderen, ook door de jongeren door deze laatsten wel het meest. En nu moge 'twaar zijn, dat door de toenemende beoefening dier sport de jon gelui uit de herbergen worden gehouden, daartegenover staat 't niet te onderschat ten gevaar, dat tal van jongelui de gan- sche week het oog gericht hebben op den Zondag als op,den dag van 'de sport. Zeker, aan de ininimuni,-verplichting, om 's morgens in de vroegte een stille H. Mis, zoo mogelijk zonder preek, te hooren, moge nog wonden voldaan, daarmede is dan ook met den Zondag als dag des lleeren volkomen afgerekend; 'tis verder voetbaldag. Onnoodig er op te wijzen, dat door deze o-vehdreven sport-beoefening do gods dienstzin meer en meer verdwijnt; de fei ten zijn daar oim het te bewijzen. Met één slag hierin verandering te bren gen, gaat niet. Allen moeten samenwerken om geleidelijk ons volk in andere rich ting dan de thans meer en meer veld winnende, op te voeren, opdat zóó weer de ware harmonie tusschen Zondagsrust, Zondagsheiliging en Zonedagsontspanning verkregen worde. Daartoe is noodig de medewerking van ouders, va.n onderwijzers, de invloed dei- pers enz. enz-,, ook' zoo mogelijk de steun en 't voorgaan der Overheid. Zeer sympathiek' leek ons daarom de motie, verleden Donderdag Ln den Rot- terdamschen Gemeenteraad in stemming gebracht, luidende „De Raad besluit de gemeentelijke ter reinen niet meer voor voetbalspel, vlieg- demonstraties en dergelijke, op den Zon dag vóór 1 uur des namiddags beschik baar te stellen". De motie stuurde allerminst aan op een Engelschen Zondag; die motie behoefde zelfs niet in het licht deh coalitie-poli tiek bezien te warden, die anders ook haar eischen mag doen gelden; neen, van die motie mocht verwacht, dat zij dooi de katholieken als katholieken, met sym pathie zou zijn begroet. In ©en kloek©', principieel© rede waarvoor gaarne alle hulde werd ze dan ook verdedigd, door den katholieken wethouder Stulemeijer, die zeide alles te willen doen om de ouders te helpen, da.t hun kinderen Zondagsmorgens naar de kerk gaa,n; die zich beriep o,.a.. o,p de conclusiën van den Haarlemschen Katho liekendag, op de Vastenbrieven van de Tevens waïen er hevige stortvlagen ge weest. dan had men uren lang een fijne stofregen gehad, de natuur zag er verlept en neergedrukt uit, gelijk iemand, die, door de wederwaardigheden des levens, rteeds in de kracht van zijn tijd, oud en gebogen is. Tegen den avond had einde lijk het regenen opgehouden en de zón brak door; maar hare stralen waren z'oo bleek en waterachtig, dat het was alsof zijl een besohPeid en mistroostig gelaat a,an de aarde .wilde toonen, wegens de vroege onstuimigheid van den herfst. De wind was opgestoken en floot en blies door het geboomte, greep de talkken heftig beet en spatte dan hét op de bladeren vergaarde water wijd in het rond. Zulk' weder noioidigde geenszins tot een© wand-et- ling. Maar als het buiten treurig en verdrietig was, op het landhuis van mijnheer Van Storen heerschte dien dag geene hetere stemming. Het viel nog moeilijk te zeg gen, hoe het kwam; maar ieder gevoelde, dat er een onweder aan de lucht was, zonder te weten nit welken hoek het zou losbarsten. Doch Matthias en zijn vader hadden ontwaard, dat de gemoedstoestand van mama alles behalve kalm was en zij hielden zich steeds overtuigd, dat hier voor ©ene-z|eer gewichtig!® reden moest be staan, aangezien het niet gemakkelijk viel Bisschoppen van Haarlem en Breda. Maar zietde katholieke raadsleden lieten den katholieken wethouder aJleian staan op zich zelf reeds een beden kelijk verschijnsel en stemden tegen de motie, die verworpen werd. Voorwaar, een zonderlinge houding, om het maar zacht uit te drukken. De „N. Rotterdamsché Courant" jubelt over den uitslag. In het Gemeenteraads overzicht wordt de voortreffelijke rede van den wethouder Stulemeijerdoodge zwegen, terwijl hét katholiek 'raads lid, üiie tegen |dje motie sprak, van ti© Nieuwe Rotterdamsché" een prijsje van goed gedrag krijgt met deze wooijden: De heer Mindero-p- sprak' wij'ze woorden over de opvoeding in verband met Ide oorzaak van alle sportoverdrijving" 11 Be denkelijke lof, wellicht aanleiding gevend tot eie® extra-^ewetensondiaiizoek. Toen de Bond van 'R.-K. Gemeente raadsleden werd opgericht, twijfelden sommigen aan het hut en de noodzake lijkheid er van; sommigen twijfelen nog. Het gebeurde te Rotterdam zal, naar we vertrouwen, dien twijfel wegnemen. („Centitum".) Het kon niet anders, of de Katholiek© landzaten, die innig overtuigd waxen, dat die Kerk op een rots gebouwd is en tot het einde der wereld zou. blijven bestaan, verwachtten een herstel van het gepleegde onrecht, een terugkeer tot den vroegeren toestand. En geneigd als de mtenschen zijn, om aan weinig voorko mende gebeurtenissen, inzonderheid zelldl- zamte natuurverschijnselen, als b.v. staart sterren, het ontstaan van allerlei rampen toe te schrijven, zullen de eenvoudigen van harte allicht gemeend hebben, dat, nu, Pascbem zioo laat mogelijk viel en dientengevolge de H. Sacramentsdag sa menkwam met den feestdag van St. Ja-n- gaboorte (24 Juni), 'tgeen volstrekt niet nik menscheng-eslacht beleeft, dat thans het zoo vurig verhoopte herstel zou plaats hebben. Aan den anderen kant zullen do lieden uit het lood geraakt zijn door allerlei geruchten en in hun verhittei ver beelding zullen toonieelen gerezen zijn van d© verschrikkelijkste akeligheden,, van een volslagen revolutie met den aankleve van dien. Het kan niet in de bedoeling liggen, die reeks van grappig©, maar voor de tijdgianooten geenszins van ernst ontbloot© gebeurtenissen, tijdens de Junidagen van 1734 in de stad afgespeeld, hier uit voerig te verhalen, daar zulks reeds v'roeger is geschied. Laten we ons hier bepalen tot het platteland. Merkwaardig, dat, evenals in 1(597, eten gemengd huwelijk het sein gaf tot Ide beroering. Op ©en hoeve onder Kapelle, to Dijkwel, oefend© Frans Leys bet landbouwbedrijf uit. De boer was pro testant en diaken van de Kapelscbe kerk, de boerin, Catharina Hekebeke van haar eigen naam, Katholiek. Zondag 14 Maart verheugde dit echtpaar zich in d© geboorte van een zoon. De vrouw had 'een Katholiek© dienstbode, Joanna Boddingh ©n met haar sprak zij af, het kind naar de stad te brengen, als de baas afwezig zou zijn, ten einde het door den Pastoor te laten do-open. Woensdag was het ergens k'oppdag? was de baan veilig. Pastoor Kistemaker doopte inderdaad den kleinen Jacobus, schreef het kind op het doopboek in en teekend© als peter en nieter aan een zekeren Mar tin Felnandus en onze Joanna. Evenwel, toen de dienstmaagd op- de hoeve terug keerde, was de haas reeds thuis, Het hooge woohd moest er nu al gauw uit. De ma.n „maék'te groot misbaer". Hij mocht het er niet bij laten. Zijn kind, het kind van een diaken nog wel, deze statige dame uit haTe deftige plooien te krijgen. Niet dat zij iets van. hare ge wone waardigheid verloren had; maar dat bedaarde, dat geruste, hetwelk anders ha ren ganschen persoon en al hare han delingen kenmerkte, had nu plaats ge maakt v-oor iets haastigs, iets .driftigs, waardoor het haar moeite kostte om zich geen woorden te laten ontvallen, welk© alleen eenier vertoornd© burgerjuffrouw betaamden. Men zou dien middag vïloeger -dan ge woonlijk aan tafelgaan, want, juffrouw Suze zou met hare koffers en doozen naar Amsterdam vertrekken. Deze jonge dame was sinds ongeveer een© week op Eikenhorst teruggekeerd. Ieder was tiaar in gespannen verwachting geweest nopens hare houding nu Matthias met Louise verloofd werd. Suze had het middel ge vonden ieder, die iets buitengewoons in haar verwachtte, foleur te stellen. Zij toon de zich noch geschokt, noch gevoelig, maai" behield hare gewoonten van weleer met die kalmte, welke het kenmerk kan zijn dergenen, die ide onwrikbare overtui ging mogen koestelten, dat alleen het pad, dat zij volgen, tot een goed doel kan leiden. Tegenover, Matthias was zij1 mis schien nog vriendelijker dan vroeger, als wilde zij hem schadeloos stellen voor een verlies, dat hij geleden had, en vrij -duider Roomsch gedoopt! Hij' ging naar Kapelle en klaagde den Pastoor aan bij de Weth. Geen ijdele bedreiging! De gestrenge wet- houderen veroordeelden den schuldigen Priester tot het betalen van 100 pond. vl., maar do-or tusschenkomst van eenige goede Vrienden werd het afgemaakt voor 200 gulden, die de Pastoor voldaan heeft. Bovendien droeg dit geval er niet weinig toe hij, om -de vooringenomenheid tegen de Katholieken nog grooter te maken. Wel is het waar, „dat uit hoiuwelijkén van verschillende religien zeer diklmaols groo te moeijelijkheden voordkomen". Dinsdag.22 Juni was hét „naer gewoon te dobbelen meliktdag en te zaemen wolle merkt, 'tgeen vermoedelijk beteekenon zal, dat het zoowel graan- als wolmarkt was, dus een dubbelen maljkltdag. Sinds den vorigen dag, twee uren, stond de stad op stelten. Op het gehucht, dat vele honderden Vlamingen en Brabanters in aantocht waren, was het volk' van poort tot poort gesneld. De menschen waren uitzinnig van angst en de Katholieken, die va.n hun buren, met wie ze steeds vriendschappelijk omgegaan hadden, onbe- scheid kregen, wanneer ze vroegen, wat er toch gaande was, sloten hun winkels en hielden zich stil in huis. De boe ren. die met hun wal al vroeg naar de stad kWamen, vonden, tot hun verbazing, de poorten gesloten. Het duurde niet lang, of men zag twee lange rijen zich uit strekken van de 's Heer Hendrikskinderen- poort tot aan het dorp van dien naam en van de Ganzepoolrlt tot aan Blaubeensr hoefje. Nieuwe schrik! De zachtjes door den wind bewogen helderwitte huiven der boerenwagens, het waren tenten, door den vijand o-pgeslagen. Alleen voetgangeils wer den toegelaten. De boeren hadden hun wagens huiten te laten en konden door het klinket, hun koopwaar dragend, bin nentreden. Lachverwekkend waren zé stellig, die straattooneelen, maar onze boeren, die het jaar 1697 nog geenszins vergeten war ren, konden, weer thuis gekomen, hun lachen heel best inhouden. De dorpse autoriteiten lieten voorzichtigheidshalve op de Roomsche hoeven de wapens in beslag nemen. Van gene zijde deT Scheid-a en uit, Brabant was reeds oiuder gewoonte werkVo-lk gearriveerd, om te maaien en te oogsten, maar de lieden werden met geweld den lande uitgedreven. Die pro|- testantsche boeren trokken eiken avond op wacht, slaande op trommels, ketels en tonnetjes. Al de wegen, die naar het dorp leidden, werden nauwkeurig bewaak't, en in de paroohieherberg zetelde een soort van krijgsraad. Zooals bij een „staat van beleg" past, mochten geen twee of drie hoeren Roomsche wel te verstaan! op den publiekén weg met elkaar staan spreken, of zé werden verjaagd. Al ras begonnen er geruchten te loopen over plunderen en brandschatten. Donkere da gen voor menig huisgezin. Gedurende één der nachten brandde in het Oosteinde in den MairepoJder d© hoeve van den Roomschen boer Veirdegem tot den grond to© af. Een verdacht verschijn sel 1 Bepaald in brand gestoken tot een sein. De profestantsohe meid verhuisde naar een geloofsgenoot, waar eveneens de boel in vlammen opging. Reeds ver dacht, maar nog meer, toen zij hierop de plaat po-etste. Vooral naar den Vlaamschen en Brar bantschen kant werden de zeedijken streng bewaakt door de boerenwachten. Drie advocaten, uit Middelburg hadden een reisje gemaakt door het volkomen rustige Vlaanderen en besloten over Hulst en Goes terug te keeren. Ongehinderd konden zij; wonderlijk genoeg, te Hans- weerd aan wal stappen en huurden ©en boerenwagen om naar de stad te rijden. Tusschen Biezelinge en Kapelle stieten zij op eenige gewapende boeren, die- de rondte deden. Stilhouden en afstijgen, want het ging niet aan, officiers van de Overkanters zoo maar door het Land te laten trékken. De heer,en mochten vrij protesteeren en verklaren, dat zij te Mid lijk bespeurde men ook, dat zij zich tot zeker medelijden jegens hem gedrongen gevoelde. Men zou ongeveer mieenen, da,t Suze Matthias als een deerniswaardig slachtoffer beschouwde, waarop zij on mogelijk vergramd kon zijn. Er was niemand van het kleine gezin, die deze gevoelens niet in die woorden en daden van mejuffrouw Van Gaven 'zag doorschemeren; doch zij verschanste zich steeds in zulk' eener strenge beleefdheid, dat het voor een heer niet doenlijk- was) haar eenige opheldering te vragen; Mat thias vermoedde echter, dat toen zijne moeder dien ochtend twee uren in Suze's kamer had doorgebracht, de dames tot eene verklaring gekomen waren, ©n dat daaraan de gejaagdheid van mevrouw Van Storen moest toegeschreven worden. Nu zou ook' hij en zijn vader, spoedig op de hoogte gebracht worden. Men zou des anderen daags bij Van Heek hot maal gebruiken. Gemeenlijk/at Matthias 's middags op Bronlust en Louise een paaimalen 's weeks ojp- Eikenhorst. Ook vandaag zou mejuffrouw Van Heek daar gegeten hébbén, maar zij vond hét beter dien laatsten middag aan Suze het rijk alleen te laten en Matthias had dit volkomen goedgekeurd. Het ging aan tafel vlij stijf toe; de eenige, die zich! nog al spraakzaam betoonde, was Suze, maar delburg thuis behoo-rden, de boeren lie ten zich zoo gemakkelijk niet beet nemen Het was hun duidelijk genoeg aan te zien, dat zij „poepsché officieren" waren en zij moesten mee naar Kapelle. De boei- renk'rijgsraad, permanent in de herberg vergaderd, talmde niet de héeren aan «en scherp verhoor te onderwerpen. Hun be wering, dat zij Middelburgers waren en behoorlijk gereformeerd, werd m©t ong©- loovig schouderophalen beantwoord. De dominee kon allicht zekerheid verschaf fen. Na de geloofsbelijdenis afgelegd te hebben, wenden de advocaten als vrome Protestanten erkend en konden zij de on derbroken reis hervatten. De stadspoor ten gesloten zijnde, riepen zij den schild wacht aan, hun namen, kwaliteit en woon plaats noemende, opda.t men den regeeran- den burgemeester verlof tot binnentred-em zou vragen. Weldra door het klinket in gelaten, vonden zij de geheel© stad in beroering. Ook de Goesche kerkmeester Joan Oost- dijck genoot het voorrecht een avontuur te beleven. Hij was rentmeester van ver schillende grondeigenaren uit België. Nar dat enkele weken geleden zijn dochter Joanna in het huwelijk was getreden met den heer Theodoras Wilhelmus de Bye, voer hij in het laatst der Pinksterweek naar Antwerpen, om rekening te doen van de ontvangen pachtsommen. Daar be gon in die stad het praatje t© loopen, dat hij volk was gaan werven en met een geheel leger zou afkomen. E«n ar beider bleek nauwkeurig ingelicht. Hij had de Seheldestad bezocht en daar met eigen oogen gezien, hoe de heeffl Oostdijék op de werf, waar de naar Zeeland vertrek kende -sjchépen afvoeren, -een handgeld, had versteekt aan onderscheidene perso nen. Toen hij te H oede kens kerke aan kwam. ontmoette de rentmeester, die aan velen werk verschafte en gewoon was vriendelijk bejegend te worden, niets dan stuursche blikken ©n zijn oor ving enkel onvriendelijke uitdrukkingen op. Tot zijn toenemende verwondering zag hij' een boe renwacht het nauwelijks verlaten vaar tuig geheel doorzoeken. Wapens noch Bra banters zouden de -dappere verdedigers van het Goesche Land soms beetgeno men zijn? L. BELOIEi, Ministerireele verklaringen. Zondag werd te Brussel aan de Katho lieke propagandisten een feestavond aan geboden uit dankbaarheid voor hun ijverig optreden bij de jongste verkiezingen en het succes, deels door hun actie behaald. Verschillende autoriteiten woonden de feestelijkheden bij, waaronder twee minis ters, Carton de Wiart en Renkin. Tijdens het diner hielden dezen ©en rede, waarin zij enkele belangwekkend© verklaringen aflegden. Zo-o verklaarde minister Renkin o.m. het volgende: „Er zijn er die beweren, dat de school kwestie zal blijven rusten (protesten), is geen sprake van. De schoolkwestie zal opgelost woïden; wij zullen de volledige vrijheid van de familievaders verzekeren, en ons niét laten afsóhrikkën, noch door den bluf der liberalen, noch door de be dreigingen o-f gewelddadigheden van de socialisten. In sommige kringen is be weend, dat wij' concessies zullen doen. Welke concessies? Wij zullen natuurlijk gematigd, zeer gematigd zijn, in niets zul len wij de rechten van onze tegenstan ders krenken, maar wij zijn1 vast besloten ook onze rechten te doen gelden ©n er zal recht gegeven worden, aan wie recht toe komt. (Toejuichingen). „Wat de bedreigingen van onze tegen standers betreft; zoolang wij aan het be wind zijn, znUen wij niet toelaten, dat de orde verstoord wordt, alle wanorde lijkheden zullen wij krachtdadig onder drukken. Wij zullen niet dulden, dat de het kostte moeite om het gesprek; aan den gang te houden. Er! viel in d© verte niet aan |e deuken, een gullen, opgej- rtiimden toon te doen heersohen. Wel maakte de oude heet eenige hoffelijke toespelingen op hét weder en verklaarde, dat ide zon nooit in gebXoké blééf om schoone dames op reis gezelschapje -hou denmaar de aardigheden gingen niet;, op. Ronduit gezegd, was ieder blij, .dat hét vijf uur en het maal geëindigd: was. In hetzelfde oogenblik veriiamimenu het ge trappel dér paardenten toeken, dat de reiskoets wachtte: Terwijl de bedienden de koffers oplaadden, hielp mevtouws ka menier de jonge dame aan hoed en man tel. Er werd van mijnheer Van Staren en zijn zoon in de kamer afscheid geno men. dewijl mevrouw had te kennen ge geven, dat zij de gast naar het-rijtuig zou geleiden. Aïm in arm gingen zij naar bui ten en terwijl de lakei het portier ge opend hield, vatte mevrouw de hand van Suze, drukte die met kracht en mompele met gesmoorde stemii Nu, lieve, ik vertrouw u ten volle en reken er stellig op, dat gij mij de bewijzen verschaffen zult. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1912 | | pagina 5