ïwmm
en Zoon,
ngtering.
c i* s
BUITOLARP
ERBEEM,
GOES.
en lied per week.
Borstziekte
30. TWEEDE BLAD NIEUWE ZEEUWSCHE COU11ANT Zaterdag 30 Maart 1912.
Zeiandia Antiqua.
ovezand.
concurrenten,
lat een
KOOPMAN.
e Markt,
FEUILLETON.
DE ERFENIS.
goes.
Effecten.
lade Zending
van af f 3.40 per rol
Sten van af 17 oent per i|
Fn de nieuwste patronen
en Tafelkleeden.
No, 49 uit „Do Lecwerk".
lied van den molenaar
irden van
Loyendaal
Muziek van
J. Worp.
Iwist ik waarvoor ik mijn broodje win
smel bezorgt mij gunatigen wind,
Het boerdje geld en koren,
teenen ronken en 't werkend bint
.it vroolijk zijn krikkrakken hooren
klonk door den molen Marieke heur taal,
iwist ik, waarvoor ik mijn koren maal,
enz.
ijl molentje draait er lustig en wel,
Mijn schoorsteen rookt er neven,
Maar 'k ben nog altijd een vrijgezel,
Wat heb ik alleen aan zoo'n leven!
Och trad er Marieke mijn molentjen in,
getal gevallen de kMtlJ>*l wist ik waarvoor ik mNu ,br00l'jB whl'
van A. JASPERS»^
gebruikt worden, wj|j3
Iheid b. bij ontsteking J
oschheid; d. bjj ontatek%
ken; e. bij ontsteking
stramheid, lamheid in i
b(j benauwdheid, (moeieljl
I bij boesl, ('t zij dat di^_
nd, droog, grillig of pij jDeBisch is bereid, de pot hangt te vuur,
hl in -'e keel. tij kinkb gevuld zijn kist en kasten,
f j- hB gepiep in de M»ar 't is geen leven zoo op den duur,
Inhalingk. bij geaakfeéii Al heb ik meer lusten dan lasten
■j slecht slapen m. bij h,.0ct trouwde er bet blonde Marieke met mij,
grauwe, gele of groenulPal wist ik, waarvoor ik den disch berei. enz.
Ld. bij koorts, o bjj windeke, blaas, en molentje draai!
Itbma); p en bij tal „f yirat het mulders leven!
jhjkbeden aan borst of z;ct mijn molen nooit kind of kraai,
doos van 30 pillen Dau is het ,nii net om bet eveB'
Ocb kwam op den molen Marieke mijn schat,
jm vangs van pos wissel n rdenk. dat ik spoedig zoo'n dreumes had
roor Zeelandenz.
TEREN, 's Heerenhoel
IV.
licht, Malaria (binn enkoor
'dpijn en Gebrek aan eetlus!
I f Knkenszand kon reeds in de 16de
A1 y vJT N eeuw roemen op zijn buitenplaats Water
vliet, waarvan Mr. C. van Citters' Bloe-
euvel een gedeelte innam. Daar wa-
rett perken in Watervliet van wel 300 roe-
den laag en men telde er 16000 hoornen
H. Manning buiten op derwisj testers. De oudste bezitter van dit
olkomen alkoholvrij. als het schoonste van geheel Zeeland
Chemische Fabriek, Oen Haag geroemde lustoord was Comelis Gilliszei
(lo Brouwer, wiens nakomelingen hun
ij C. A. SCHULTE Co plebeïschen naam verwisselden met dien
ker en GEBRS. MILDE! van Watervliet. Na den dood van dezen
J. GUDDE Cheiuioiliën,na manj vjan aanzien en vermogen (1612),
werden gaandeweg de heerlijkheden yan
Eltewoutsdijk, C'oudorpe, Everingen en
^Bjhiewegen, door erfenis, huwelijk en
;uHoop, geheel verleid op dezes oud
st*® zoon Mr. Gillis van Watervliet, als
eonige erfgenaam nalatend een onmon-
ilijjen knaap, die weldra op een ellendige
wijze het leven verloor. Nu werden ach
tereenvolgens heer van de daareven ge.
uBnde ambachten Gornelis (1642), F re
der ik (1669) en Emmery (1678), zoons
van Comelis van Watervliet, die zich
hoer van 's Heerhendrikskinderen betitel-
«I dol en een broer was van Mr. Gillis
0J a lal I van iW. Frederik en Emmery van Water
1 I Sri V'k'' waren be'> goeddeels de fond.
I 111 Ww IUI sen verschaften vanwege de Staten
cj werd 60Ü gulden 'toegestaan tot het'
stichten va,n het kerkje te Driewegen,
dat dus moet gebouwd zijn tussch'en de
jajjèn 1669 en 1685, Emmary's sterfjaar.
DMhalvo hebben de predikant Coene en
zijn opvolgers nog ongeveer een eeuw
lang gepreekt in het sindsdien spoorloos
verdwenen Coudorpsche bedehuis.
iJBapelle en Biezetinge, Kruiningen, We-
meldingen, Heinkenszand, Nisse, Baar
land en Hoedekenskerke hadden reeds
op 1 Dec. 1578 hun dominee bekomen
In 1579, Mei, hadden de „broeders" te
Kapellc de eerste klassikale vergadering
lout.
gelimden, om welhaast (Oct.) gevolgd té
Jj worden door een provinciale synode te
- Hoes, waar de Katholieken het verdriet
-carrillon.
ES.
hapen als scriba of secretaris te zien
eren den Deken der Kanunniken van
^fechoone Lieve-Vrouwekerk te yee-re.
lolan de Miggrode, die met een Middel
hnrgsche juffer Jacomijntje Ghybels, doch
tfEE VEREENIGDEN
ieuwarden.
N.
R HENDRIKSKINOEREH'
(bij GOES).
rlandsche Bank.
DSitO.
ter van een deurwaarder, geluiwd was
en op het nieuw fatsoen was gaan pree-
ken, den „zaligen' 'Miggrode, zegt een
zijner opvolgens met ware vereering, want
hij was nu eens geen schoenlapper of
kleermaker of wever, maar een gestudeerd
n, die niet gebeeldstormd had, geen
drijver -en niet zoo verschrikkelijk
heerschzuchtig was als veel anderen en
die de zieken ging bezoeken in hun hui
zen, zelfs met gevaar van besmetting.
JDe sterren zijn uit den hemel gevallen...
Menschen, wier werken loffelijk schenen,
zijn zeer diep gevallen, en die hot Brood
der Engelen aten, heb ik smaak zien
vinden in den draf der varkens", liad
een eeuw geleden de godvruchtige Tho
mas a Kempis gezegd en zijn woorden
klinken ze niet als een voorspelling in
dezen ongelukkigen tijd?
De Zuidbevelandsche geestelijkheid
bleef getrouw en aan haar waakzaamheid
was het, volgens een protestantsch schrij
ver, Ermerins, wiens werken nog altoos
druk geraadpleegd worden, te danken,
dat het geloof in veler harten bewaard
is gebleven. Een Kapelaan van Baarland
is getrouwd, nog vóór de invallen der
Watergeuzen en een Priester uit Goes
de Pastoor der St. Magdalena heeft
:en burgerlijke betrekking aanvaard. Toen
na den overgang van de stad aan den
Prins, de predikanten van Vlissingen en
Veere, Gerobulus en de Miggrode, her
waarts kwamen, om 'een kerk op te
eischen, bleken er onder de stedelijke
regenten „gematigden" te zijn, die een
middelweg wilden bewandelen: niet
Roomsch, niet Calvinistisch, maar daar
tusschendoor. De heeren der stad ver
klaarden iemand gevonden te hebben, die,
met weglating der Roomsche ceremo
nieën, tot aller genoegen preeken zou.
Mr. Quirijn? die Eenden de Walcher-
sche voorgangers wel, maat' hij ha.d geen
zending of roeping en was niet tot den
H. dienst toegelaten. Ofschoon het nog al
voor de hand lag te vragen, wie hen
dan wel gezonden en geroepen had, bleef
het hierbij. Mr. Quirijn Govaarts trok een
korten tijd een mager pensioentje uit
's lands middelen en werd toen ontvanger
dierzelfde middelen.
Naar het uiterlijke was het Katholicisme
van het Goesche Land zoo ongeveer ver
dwenen op het einde der 16de eeuw.
De kerken en kloosters a,an de bestem
ming onttrokken, de Priesters verdreven
en alle katholieke uitingen vasten
avondspelen, tooneelverlooningen, kruis
jes op de graven, scherp verboden.
Doch meer dan schijn was het niet. Voor
zeker werden er in elk dorp wel aan
stonds lieden gevonden, die de nieuwe
richting volgden en gingen in den loop
der tijden eenige families, door verflau
wing, gemengde huwelijken en lust naar
„baantjes", voor de kerk verloren, maar
dat er in 1739 te Goes maar 330 en op
het Land 900 communicanten waren,
daarvan lag de oorzaak elders. „Vele
Roomschen, verklaart Pastoor Kriiger,
die zijn Nauwkeurige Navorsehingen over
de Schelde in 1854 liet drukken, ver
lieten het land, omdat hun niet de minste
vrije oefening van hun godsdienst ver
gund werd, zij daarbij zware lasten moes
ten dragen en in gedurige vrees leefden
van gevankelijk weggevoerd te worden of
hun woningen afgebrand te zien. Ver
val van den handel, verwoesting door
den oorlog en „de weinige verdraagzaam
heid onzer kerkelijken" zegt Ermerins,
dit alles werkte samen, om een ontvol
king te veroorzaken".
(Wordt vervolgd.)
13.
„Neen, maar wat zou dat? Hier is de
«nyelnppe", zei de graaf, het stuk te
voorschijn halende.
gis ze daar?" riep Piëtro, een stap
achteruitgaande, „en Marietta zei...?"
WWat zei Marietta?"
„Dal u.dat hijdat zij ze had ge-
zien beneden in de kamer, in handen
van den waard, die met een heer zat
«Bralcn, wien hij een flescli wijn moest
^|en".
ezc enveloppe, maar gij ziet zelf,
h"t niet kan! Zij moet zich hebben
Sst".
a, dat merk ik ook, ik zal haar gauw
geruststellen, want zij was al bang,
u het stuk kwijt was en zij hoopt,
u, dai wij ook nog eenmaal, als alles
gaat
a-> ik begrijp wel, wat zij hoopt",
de graaf hem lachend in de rode,
ook wat gij hoopt: stel haar nu
r gerust en zeg, dat zij zich zeker
ISn vergist, want dat ik het stuk nog
F R A Al li R IJ K.
De autobandieten. De bladen
staan natuurlijk vol van allerlei bijzon
derheden over den brutalen roofmoord
door de autobandieten gepleegd. Hier vol
gen ine.'r uitvoerige bijzonderheden pver
heb, met inhoud en al, kijk maar." Hij
haalde er eenige der snippers uit, die hij
er dadelijk weer in deed.
„Ja 't is waar en zij zegt toch, dat
zij ook snippers heeft gezien, maar ik zie
nu, dat 't niet waar kan zijn, die vrou
wen verbeelden zich ook van alles. Maar
voor ik heenga, heb ik nog een boodschap
van Marietta, of u vooral voorzichtig
wilt zijn."
„Voorzichtig? Waarmee? Dat ik niet
van de tra,p val of zoo iets?"
„Ja, da,t zei ze. niet, ze wil me ook
niets vertellen van wat zij wel eens hoort;
ik moest u aJIeen maar zeggen, dat u
voorzichtig zoudt zijn."
„Nu 't is goed hoor, ik dank je voor je
moeite, en als je iets noodig hebt, kom
dan gerust hoor. Hoe is het met je be
trekking?"
„Ik weet h'et niet, signore, ik zal van
middag eens naar den heer advocaat
gaan".
„Nu, dat hoor ik dan wel, ik moet me
ook gaan klaar maken, want ik Jjeb al
een uitnoodiging voor van middag. Dag
Piëtro".
Een half uur later liep de graal door
de straten van Parma, tot aan de stads
poort van zijn knecht vergezeld, die daar
echter afscheid van zijn heer nam, daar
het gebeurde te Chantilly:
Slechts drie beambten van de Société
générale bevonden zich op het oogenblik,
dat de bandieten binnentraden, in de voor
het publiek bestemde zaal. Die zaal is
door een lang kantoor-bureau in tweeën
verdeeld, waarachter de beambten zich
bevonden. Tegenover den ingang is het
loket van de kas aangebracht, besGhermd
door traliewerk. Achter dit loket was de
kassier Trinquier aan het werk, terwijl
de twee andere beambten, Jüegendre en
üuilbert, aan hun plaatsen eveneens be
zig waron. De vierde plaats was ledig,
het was die van den eersten beambte
van het bijkantoor, Courbe, die juist het
vertrek was uitgegaan en zich op de
aangrenzende binnenplaats bevond.
Plotseling hoorde men het slaan van
de deur. Het geluid deed de drie beamb
ten het hoofd opheffen: vier mannen tra
den de zaal binnen. Een van de laatst
genoemde beambten, Guilbert, wilde juist
vragen wat de heeren wenschton; hem
werd daartoe echter de tijd niet gelaten.
In minder dan geen tijd speelde zich
het volgende tooneel af.
Nauwelijks in de zaal gekomen, hadden
de roovers zich snel van elkaar geschei
den, als gold het een militaire oefening.
Terwijl een van hen voor het loket van
den kassier Trinquier ging staan, plaat
sten de andere drie zich voor het kantoor
bureau, waar Legendre en .Guilbert geze
ten waren. En de revolvers werden plot
seling op hen gericht en afgeschoten. Een
kogel trof Trinquier in Üen hals. Le
gendre, in de borst geraakt, was bij zijn'
stoel neergevallen. Een derde kogel was
door den schouder van Guilbert gegaan,
die eveneens ineenzakte.
Alleen Trinquier, de kassier, had nog de
kracht zich op te heffen en trachtte de
afdeeling voor het personeel te bereiken,
doch de bandieten lieter er hem dien
tijd niet toe. Van de kogels, die op hem
werden afgevuurd, trof er een het voor
hoofd en de ongelukkige viel neer over
het lichaam van Guilbert.
Nu was eerst het oogenblik gekomen
om naar het geld te zoeken. Zij moe
ten toen over het kantoor-bureau gestapt
zijn en zich zoo van liet goud en het)
bankpapier ter waarde van omstreeks'
45,000 frank meester gemaakt hebben.
Effecten en pasmunt werden achtergela
ten.
Toen het oogenblik van den terugtocht
gekomen was, werd opeens ©en andere
deur van de zaal geopend en verscheen1
C'ourbe, de vierde beambte, die van de
binnenplaats kwam. Hij kreeg een salvo1
op zich af, doch sloot haastig de deur'
weer en ging alarm maken op de binnen-1
plaats. De schoeljes maakten er gebruik'
van tot den definitieven aftocht over te'
gaan.
Intusschen was het op het voorplein
ook allesbehalve rustig toegegaan. Dei
voorbijgangers hadden de binnen het ge
bouw geloste schoten gehoord en wilden
toesnellen. Zij werden daar echter in ver
hinderd door een vijfden bandiet, die,
met een karabijn gewapend, gereed stond
te schieten op ieder, die het waagde nader1
bij te komen. Zoo kreeg de toesnellende'
directeur van het bijkantoor een kogel
langs een zijner ooren en wist de scha
vuit het geheele plein schoon te vegen'
door naar alle richtingen te vuren. Ver-'
toonde men zich buiten de ramen van
naburige-huizen, dan gingen er ook kogels
been.
Kalm verschenen daar opeens de viei)
kerels, die naar binnen wanen/.gegaan,
en zij haastten zich niet al te zeer naaf
den auto, waar de bestuurder nog steedd
aan hét stuurrad zat en de motor niet
opgehouden had te werken. De man met
de karabijn dekt den aftocht en verwis'
selt zijn wapen zelfs inmiddels nog eens
met een revolver, die hij ook in verschil
lende richtingen leegschiet.
Eindelijk gaat het op weg, de rue de
Paris in. Een kar bevond zich daar, waar
van de koetsier zijn voertuig dwars op
den weg van den auto wilde plaatsen.
deze meende wel alleen den weg te kun'
nen gaan en Friedrich opdroeg, hier en
daar eens een praatje te maken oni wei-
licht nog een en ander uit te vorschen
aangaande de gebeurtenissen met 's gra
ven vader, die blijkbaar getuige Pië
tro nog niet uit de herinnering was
verdwenen.
Het was, zooals de markies had voor
speld, een prachtige namiddag, die een
heerlijken avond beloofde.
De zon was slechts nu en dan door
kleine wolkjes bedekt en scheen dan weer
stralend op het groene landschap, met
zijn schilderachtige heuvelen, zijn dichte
boomgroepen en bevallige huizen en
huisjes, en een frisch windje verkoelde
de slapen van den wandelaar, die vol be
wondering voor het Italiaansche land
schap, aanhoudend rondom zich zag.
Zoo, nu hier, dan daar de schoonste
punten opmerkende, had hij moeite te
zwijgen en sprak soms hij gebrek aan ge
zelschap met zichzelven.
Niet lang duurde het, of hij had, naar
de hem in 't hotel gegeven beschrijving,
onder de in de verte verspreid liggende
buitenverblijven dat van den markies ont
dekt. Helder stak het af tegen een bosch
van donkere cypressen en laurieren, die
op den heuvel daarachter groeiden ett
De revolvers deden echter hun werk en
de kar deed niets. Hetzelfde gebeurde
met een andere kar; een kogel door den
rechtervoorpoot van het paard en een in
den hiel van den man, die evenieens
den weg wilde versperren, maakten vrije
baan voor den auto, die de kogels rond
zich deed fluiten en spoedig uit het ge
zicht was verdwenen.
Van de drie kantoorbeambten heeft al
leen Guilbert er het leven afgebracht.
Toen het lichaam van Trinquier op hem
was gevallen, had hij het bewustzijn ver
loren, doch zijn toestand wekt geen on
gerustheid.
Van de bandieten is tot heden toe geen
spoor gevonden, ofschoon politie en justi
tie alle pogingen daartoe in het werk
stellen. De beambten Trinquier en Le
gendre zijn Donderdag op kosten van de
Bank, waaraan zij werkzaam waren, he
graven. De eerste was gehuwd en 28
jaar, de laatste ongehuwd en 17 jaar.
De Fransche Protestanten hebben in
dertijd de vereenigingen van den eere-
dienst, zooals die in Frankrijk Jsrachtens
de scheidingswet zijn opgericht, aan
vaard in tegenstelling met de Katholieken,
die daarin een gevaar zagen voor de
hiërarchie der Kerk 'en voor de Kerk
zelf.
Uit hetgeen dezer dagen in Jiet depar
tement Doubs gebeurd is blijkt echter,
dat de oprichting der vereenigingen vooi-
den eeredienst die voor de vrije uitoefe
ning van den eeredienst heeten te moe-,
ten zorgen de Protiestantsche kerken
al evenmin beschermt tegen de beroo-
ving als de Katholieke. Een legaat, aan
een Protestantsch© vereeniging voor den|
eeredienst vermaakt, werd geconfisqu-
eerd, omdat de gever een godsdienstig)
doel aan dat legaat wilde geven.
De Protestanten hebben tevergeefs hun,
beklag ingediend: de confiscatie is vol
komen geldig verklaard.
Een Protestantsche dominee besluit 'n
brief aan de „Débats" over deze kwestie,
aldus:
„Met zulke feiten voor oogen, schijnt,
het ons zeer moeilijk te roemen op de
zegeningen van het liberalisme en dej
scheidings wetten".
Védrines zet zijn campagne
voort. De bekende aviateur Védrines,'
die bij de Kamerverkiezingen in jhet de
partement Aude de nederlaag leed, heeft
thans besloten de candidatuur der natio
nale partij in Aix en Provence, welke;
hij eerst geweigerd had, aan te nemen.
Reeds is hij met zijn aeroplane naar ge-!
noemd departement vertrokken om aan
de verschillende gemeenten een bezoek
te brengen, en er de noodige verzie-:
zingsredevoeringen te houden.
BELGIË.
De Staking te Gent.
GENT, 28 Maart. De staking aan de
haven heeft zich nog uitgebreid; er ziju
nu 2000 stakers en werkeloozen.
De Loodsen. In de Belgische Ka
mer is het vergaan van een Belgischen
loodskotter op het tapijt gebracht. De heer
Augusteijns leest het verslag voor uit het
„Hbl. van Antw.", een ministrieel blad)
en laakt de nalatigheid en slordigheid)
die aan het departement van bet zee'
wezen ten opzichte van de loodsen
heerscht. Hij vergelijkt dezen dienst met
den Nederlandschen en komt tot die con'
clusie, dat do eerste voor verbetering
vatbaar is. Hij wenscht veiligheidsmaatre'
gelen en geldelijken steun voor de wei
duwen en weezen.
De heer Segers, katholiek afgevaardigd
de van Antwerpen, klaagt, eveneens
Vlaamsch sprekend, over den gebrekkigeri
toestand der Belgische loodsvaautuigen t«
Vlissingen en dringt, om de concurrentie
met de Nederlandsche vol te kunnen hou-
waartegen de eenigszins grillige vormen
van het dak met zijn torentjes en schoor1-
steenen een praehtigen indruk maakten'.
Een groot park lag er voor, waarheen
een breede weg, met grind bestrooid, om-
hoog glooide.
Telkens links en rechts iets te bewonder
ren vindende, sloeg de graaf dezen weg
in en bereikte na nog een goed kwartier
wandelens de hoofdpoort van het kasteel,
waar spoedig uit een zijgebouwtje een
bediende toeschoot, die de deur voor hem
opende en hém liet binnengaan. Een
ruime vestibule, met marmeren vloer en
aan alle zijden met gekleurde vensters,
waardoor een zacht licht naar binneti
viel, deed zich aan zijn oogen voor, van
waar een breede trap, met fraai bewerkte
koperen leuningen naar boven voerde.
Nog voordat de graaf dit alles eenigs
zins had kunnen beschouwen, hoorde hij
de hem zoo buitengewoon welbekende
stem van den markies, die hem nog meer
dan te voren onaangenaam aandeed, toen
hij op bijzonder vleienden toon zijn gast
Begroette.
„Gij bewijst mijn huis een zeer bijzon
dere eer door uw bezoek, heer graaf".
Deze wist niet goed, wat op zulk een
onverdiende lofspraak te antwoorden en
stamelde eenige woorden, waarna de mar
den, op het in dienst stellen van stoom-
loodskotters aan.
Derde spreker is de heer Franck, die,
wederom in het Vlaamsch, vraagt, de
straffen niet te streng toe te passen en
beweert, ijat ook de voorbereiding der
loodsen voor verbetering vatbaar is.
De heer De Broqueville beantwoordt
de sprekers. Hij gaat breedvoerig de om
standigheden na, waarin het ongeluk is
voorgevallen er. betoogt, dat de bedoelde
Belgische vaartuigen van twee tuigen zei
len zijn voorzien, om den strijd met do
Nederlandsche te kunnen volhouden.
Ten aanzien van den loodsdienst te Vlis
singen, verklaart hij, dat deze geregeld
wordt door verdragen met Nederland, op
grondslag van een eerlijke mededinging;
zoolang Nederland den stoombootdienst
niet invoert, kan België het ook niet doen.
Handelend over de motorboot, deelt hij
mee, dat zijn departement binnenkort een
tweede zal aankoopen.
DEITBOHLAND.
De .Hohenzollern" met den keizer aan
boord, is Woensdagmiddag voor Korfoe
aangekamen. Het keizerschip en de be
geleidende kruiser gingen in de haven
voor anker. De keizer bleef nog aan
boord.
De Atheensche regeering zond tot be
groeting van den keizer den kruiser
„Georgios Averoff."
Tunnelverkeer gestremd. Door
doorbraak van het water in het nieuwe
gedeelte van den ondergrondschen spoor
wegtunnel Alexanderplatz-Spittelmarkt te
Berlijn, is het verkeer van den onder
grondschen spoorweg op 3è lijn Leip-
zigerplatz-Spittelmarkt waarschijnlijk voor
vier weken verbroken.
Men schat dat 100,000 kubieke meter
water naar binnen gestroomd zijn. Voor
dat alles weggepompt of weggelóopen is,
zal er nog wel eenige tijd vergaan.
In de nabijhefd van het station Spit-
teliriarkt waren ook dé straten versperd.
Cement, klei en hout werd vari alle kan
ten aangereden om den mo'rid van de
schacht vol te stóppén. Waar nóg een
plaatsje vrij was lagen de dikke slan
gen van de stoompompen. En tüsschen
dit alles stond een groóle" menigte men
schen toe te zién. Men kon merken dat
het een buitengewone dag was voor de
rijpere Berlijnsche straatjeugd.
Men had de aanlegkosten van den tun
nel onder de Spreé op 31/, millioen mark
berekend, waarvan l1/» millioen op het
eigenlijke graaf- en bouwwerk 'kwamen.
De rekening zal nu wel geducht hóoger
worden. Maar erger dan het vérlies van
de kostbare machines, die nu in de diep
te staan té bederven, en dan dé' óverige
geldelijke schade is wel, dat het pijnlijk
gemis van een snelle verbinding tusschen
de nieuwe en de oude stad hu nog langer
gevoeld zal moeteh worden.
------- -•
ITALIË.
De nieuwe klokkentoren op het San
Marcoplein te Venetië, die weer sinds
langen tijd in de lucht oprijst, is eigen
lijk eerst dezer dagen voltooid. Thans
heeft hij ook zijn oude „spits" herkregen,
n.t. den grootcn vergulden engel, die als
windwijzer dient eti de' stad geheel be-
heerscht.' Het beeld,'door Vittorio Muna
retti vervaardigd, stelt voor den aartsengel
Gabriël, die ten 'teeken van zijn hoog
heilige opdracht, een lelie in de hand
houdt. Armen én voeten zijn uit massief
brohs en de rest van hét- 'lichaam is
uitdcopereh platen samengesteld; een ijzer
geraamte' houdt de' verschillende deelen
tezamen.
Het beeld staat boven op een lange,
ijzeren staaf, en wel zoo dat hét zich
naar den 'wind draait. Het hoofd is door
een aureool van 40 c.M. doorsnede om
geven én alleen de lelie weegt 9 K.G.
en is 1.75 M. lang.
De definitieve inwijding van den toren
kies voorging, de trap op, naai* een ont
vangkamer, die in pracht en weelde wer
kelijk alles overtrof; wat de graaf tot nu
toe in zijn leven had gezien.
Niet alleen, dat alles, tapijten en meu
belen en' wandversieringen, spiegels en
schilderijen blijkbaar van de kostbaarste
grondstoften waren gemaakt, maar ook
toonde de bijeenvoeging en rangschikking
van vormen en kleuren, dat hier iemand
van keurigen smaak het bestuur voerde.
Nadat de graaf had plaats genomen in
een zachten schommelstoel, begon de
markies het gesprek: „Het was een harde
strijd dien wij de laatste twintig jaren
hebben doorleefd; heer graaf".
Wanneer wij hebben geleden, dan is
het toch hiervoor goed geweest", ant
woordde de graaf, „dat wij onze macht
hebben leeren kennen, 'dat onze vader
landsliefde is ontwaakt en ontwikkeld on
der het juk van den reus, den tweeden
Alexander, die ons verpletteren wilde,
maar ondervond, dat hij op den duur
niets vermocht tegen den eendrachtigen
weerstand van een vrij volk, dat door
de Goddelijke Voorzienigheid werd ge
holpen".
(Wordt vervolgd.)