ruari, gegetó, Koffie. fdoütcU 'Xwetufoè móvmi t uu door *n proef tedrag. O. No. 15. TWEEDE BLAD NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT Zaterdag 3 Februari 1912. S ige's. EEN LIED PER WEEK. fpOTHEEKBANK, Hordijk's Bank Sociale Berichten. FEUILLETON. Letteren en Kunst. No. 3 uit „De Leowerk". WIJ WILLEN HOLLAND HOU'EN. Mr Woorden van H. W. v. d Mf.ï. Muziek van Ana. P. Hamers. Wjj willen Holland houen, Ons Holland fier maar klein! Wij blijven 't hou en trouwe, Wat ook zgn lot moog' zgn! En wie ons denkt te dreigen En denkt te nemen ooit, Hij zal ons land niet krijgen, Wjj geven Holland nooit! Hij zal ons land niet krijgen, Wg geven Holland nooit! En vast aan onze Zal Holland's Leeuw daar staan Die zal het nimmer lijden, Dat Holland zal vergaan. Zoolang de Leeuw zal dragen Zjjn zwaard en zijne kroon, Zal hg ons land ook schragen En staan naast volk en troon. Zal hg ons land ook schragen En staan naast volk en troon. Ons Holland zal niet vallen, Zal nimmermeer vergaan De Leeuw staat met ons allen, Zal met ons big ven staan! De Leeuw zal Holland houen Zijn zwaard en zjjne kroon, En tot den dood getrouwe Bewaken volk en troon. En tot den dood gotrouwe Bewaken volk en troon. van ieders aantal. Saldo I en uitstaande hypotheken. -1 Uitvoerige jaarverslagen I geeft uit in stukken van ƒ100.— en ƒ50.— en tot den koers van 98 'ij en tot den koers van 91) I an tot den koers van lOOVj 'lij paar te Goes bij ÏL VINKE, Adjunct-Directeur. van Commissarissen der E( co in Loterijen, Juliana v®( dat zg in hunne gewone m e activa en diverse besche erifiëerd en niet alleen alles »J jk actief méér dan de verplic»'| Mitenant ter Zee. Hypotheekbank, en Procureur. hout-bij Nacht, ipitein der Infanterie. I Majoor O. I. L. Vollenhoven, 1 van Stad en Ambt Voller**I DRANKBESTRIJ DING Tegen de Bierhuisjes. Het biergevaar ban zeer groot zijn, ook al zijn er maar weinig localiteiten, waar bier geschonken en gedronken wordt. Want als de bierhuizen, wegens de hooge Sschen door Rijkswet of Gemeenteveror- deniDg daaraan gesteld, aanmerkelijk zou den verminderen, dan zou de vindingrijke winzucht van het bierkapitaal wel middelen pinden, om het bier op gemakkelijke wijze aan huis te bezorgen. Denk maar aan die mooie biersyphons van 5 a 10 liter Inhoud, die op vaste tijden door den bier- bottelaar afgehaald en onder koolzuurdruk gevuld, zulk prachtig en schuimend bier spuwen en in de huismamer van menig ■erlustig Duitscher op bet buffet staan te lokken. O zoo geriefelijk voor lui op bovenwoningen zonder kelder! Maar o zoo gevaarlijk! Desniettemin zal de vermindering van bierlocaliteiten er toe bijdragen, dat de gevaarlijke gelegenheden, die ook den drin ker maken, niet zoo talrijk zijn. Hoe minder muizenvallen er staan, hoe minder muizen er ook gevangen wordon. De drink' woonteu verbeteren, en hiermee ook de Irinkideëen. De overheid moet dan ook over middelen 'Beschikken, om niet alleen de vergunningen, uiaar ook de verloven te beperken. I Een dier middelen is, dat aan de verlofs- ^abteiten hoogere eischen van ruimte, it en luchtverversching worden gesteld, die verhinderen, dat iedere hut, schuur of vertrekje maar tot verlofslocaliteit wordt (gericht. Welnu dit middel staat volgens art. 35 r Drankwet ter beschikking, zoowel van Minister als van den Gemeenteraad. De meenteraad kan eischen stellen omtrent limte, licht en luchtververschingde nister moet eischen stellen. Aan dezen plicht heeft de minister van nnenlandsche Zaken dan ook voldaan algemeene maatregelen van bestuur, e achteieenvolgsns den 7en Febr. 1906, in 26 Mei 1909 en den 7en Juli 1910 zijn uitgevaardigd. R Dezer dagen nu, den 21en Januari, is een nieuw Koninklijk Besluit openbaar gemaakt 69.) DOOR TWEE PIOTTEN. De artillerie kreeg onmiddellijk bevel den nieuwen vijand neer te halen, doch de Srtillerie commandant nam het voertuig onder vuur, daar kans van treffen door iemis aan waarnemeing al heel klein was, panneer de vliegers als doel werdengenomen. 'jpe vierde granaatkartets sloeg in met een prachtigen treffer en het luchttafereel ver anderde. De staaldraad scheen geknakt en de vliegers stegen, geheel los, snel omhoog, kleine vlieger volgde eerst de beweging, >nd teen een oogenblib stil en daalde rvolgens zeer langzaam. De vlieger- •achute bracht den verkenner ongedeerd zjjne troepen terug. Het spannend tooneeltje had de aan- Jeht op den heuvel niet afgeleid van het JVerige gevechtsveld Ordonnansen gingen kwamen voortdurend. Duidelijk waar- smbaar bewogen zich nn vijandelijke fdeelingen ten Zuiden van 't station Wezep f Westelijke richting. Waarneming, over ig en bevelen volgden vlug op elkaar. („Staatsblad" no. 9) dat een flinke stap vooruit is op den goeden weg. Die al met een „verlof" gezegend ijn, worden niet lastig gevallen; die een groet bieapaleis wil bouwen, wordt door het Kon. Basluif niet bemoeilijktzelfs die een gewoon bierhuis bouwen wil, heeft niet over hooge eischen te klagen; maar in een bestaand huis, vooral in een arbeiderswoning of een keuterboershofsteedje eens gauw een ver lofslocaliteit inrichten dit is thans veel moeilijker zoo niet onmogelijk geworden. Dit zal duidelijk blijken, door het Dieuwe besluit met de vroegere te vergelijken. De oppervlakte. Hieromtrent was vroeger bepaald, dat de localiteit een oppervlakte moet hebben van ten minste 20 M2deze eisch is thans verhoogd tot 25 M2. Om deze bepaling niet te laten ontdui ken en zooveel mogelijk de 25 M2 opper vlakte te behouden, wordt thans ook vereischt „Gemetselde of getimmerde pilasters, muurgedeeltcn en andere vóór de wanden uitspringende deelen mogen niet verder dan 30 c.M. uitspringen en geen grootere breedte hebben dan 50 c.M. eventueel aanwezige stookplaatsen uitgezonderd. „Vrijstaande steunpunten mogen niet aanwezig zijn, tenzij op een ouderlingen afstand of op een afstand van de muren van tenminste 4 M. Zij mogen niet zwaarder zijn dan 1 M. in omtrek". Het komt dikwijls voor, dat het bier- bedrijf in meer dan eene localiteit wordt uitgeoefend. Over die bijlokalen werd vroeger niets bepaaldhet konden hokjes zijn, kleine alkoventhans is voorgeschreven, dat zij „elk een oppervlakte moeten hebben van tenminste 20 vieik. M terwijl de hoofdkwaliteit altijd moet worden voldoen aan den eisch van 25 vierk. M oppervlakte. De hoogte. Aangaande de gemiddelde hoogte der verlofslocaliteit was bepaald, dat ze 2 65 M. moest bedragen; thans is ze tot 2.80 M. opgevoerd. 't Is maar een kleine verbetering, maar beter iets dan niets. Evenals vroeger is ook thans voorge schreven, dat wanneer de gemeentolijke bouwverordening de hoogte der woonkamers hooger dan 2.8U M. bepaalt, ook de verlofs localiteit aan dezen eisch der verordening moet voldoen. Aanvoer van buitenlucht. Hieromtrent was vroeger bepaald„De localiteit moet ten minste één beweegbaar raam en ééne beweegbare deur hebben, zich elk bevindende in den buitenwand of in een der buitenwanden." Dit voorschrift is thanB zeer verscherpt, doordat de doorlaatruimte voor de buiten- lacht niet minder mag bedragen dan een twintigste deel van de vloeroppervlakte der localiteit, terwjjl voor de berekening dier doorlaatruimte buiten aanmerking blijft wat minder dan 2 M. boven den vloer der localiteit gelegen is. Over de noodzakelijke lichtramen in de vereischte buitenwanden zgn geen strengere voorschriiten gegeven, ze zgn trouwens streng genoeg. Hieruit blijkt, dat het nieuwe Koninklgk Besluit zich schrap zet tegen nieuwe bier huisjes, die ia tegenstelling met de g-oote bierhuizen zooveel meer aanleiding gereD tot clandestienen drankverkoop. Dit brengt ook het niet te vei smaden voordeel mee, dat de reëeele verlof- en vergunninghoudeis met dit Koninklijk Besluit kunnen sym- pathiseeren, wjjl het op krachtige wijze hun kleine, meestal oneerlijke concurrenten weert. Het gaat in tegen de kleine bierhuisje?, wgl de gewone huizen, vooral arbeiders woningen, niet licht een vertrek hebben met 25 vierk. M. vloeroppervlakte Men zal dus een nieuw huis moeten bouwen of twee vertrekken tot één groote localiteit moeten verbouwen, en voor die onkosten schrikt menigeen terug. Er kan volgens art. 17 hiervan geen ontheffing worden verleend. „Ordonnans! ja jij! Dit bericht in den snelgten gang naar den Artillerie comman dant. De huzaar steeg op en rende weg, juist op het oogenblik dat een granaat kartets achter den heuvel sprong. De looden kogeltjes renden harder dan het paard en strekten het neer, terwijl de ruiter met een flinken smak en den schrik vrij kwam. „Vlug korporaal! jij hier! Dit naar den commandant van de artillerie. De tweede ordonnans verdweeneen tweede en derde projectiel kwamen en toonden aan dat de vijandelijke artillerie op het hooge waar- nemingspunt was ingeschoten. Het buiten gevechtstellen van een ordonnans-wielrijder dwong den kolonel zgn mooie standplaats te verlaten, ofschoon geen spier of zenuw trek eenigen angst verried. Het Nederlandsche detachement, dat de opdracht had ten Zuiden van den IJsel stand te houden en hetwelk bestond uit afdeelingen van de le Divisie, kon 't voortgaan van den zwakken vgand stuiten en het gevechtsdoel, d.i de bescherming van het overbrengen van het materieel der werkplaatsen der S S. te Zwolle bereiken. Twee dagen later veranderde de machte verhouding. Van de troepen ten zuiden van Hattem kwam het bericht in, dat uit zuidelijke richting een vijandelijke colonne In de huizen, die alleen naar boven opschuivende ramen hebben, of wèl open slaande ramen, maar die niet openslaan tot aan de zoldering, zullen de vensters nog veranderd moeten worden om aan de gestelde eischen van luchtverversching te voldoen. Wederom een nieuw beletsel, om maar eens gauw een woonkamer tot verloflocaliteit in te richten. Hiervan kan echter ontheffing worden verleenddoch niet door het gemeentebestuur, maar alleen door den „Inspecteur voor de naleving der Drank wet", van wien hooger beroep is op den Minister van Binnenlandsche Zaken W(j mogen dankbaar zijn voor deze verscherping der verlofs-eischen. Maar ook voldaan? Neen, want voor sommige provincies of gemeenten denk aan het Zuiden met zjjn duizenden bier huizen zijn nog scherper bepalingen noodig. De minister, die zgn maatiegelen naar de behoeiten van het geheele land moet treffen, kan thans waarschjnljjk moeilijk verder gaan. Maar waar verder dient gegaan te worden, daar kunnen volgens art. 35, 2o der Drank wet de gemeenten nog veel strengere voorwaarden stellen. Een goed concept eener gemeentever- ordening „tegen de bierhuisjes" vindt men in „Sobriëtas", V, blz 11. De meeste gemeenteraadsleden weten niet eens, dat zg het recht hebben, dergelijke verordeningen uit te vaardigen; en om te beseffen, dat zjj in gegeven omstandigheden daartoe verplicht kunnen zijn, hiertoe ont breekt hun het goede inzicht omtrent de gevaren van het bieraleoholisme. Dat do gemeentebesturen en gemeente raadsleden in beiderlei opzicht worlen voorgelicht, zal hopeljjk een der mooie resultaten zijn van het Limburgsch en Roomsch congres tegen het bieraleoholisme, dat onder hooge goedkeuring van Z D. H. Mgr. Drehmanns, 6, 7 en 8 Augustus te Roermond zal worden gehouden. Niet onwaarschijnlijk, dat dit zelfde congres voor den minister van Binnen landsche Zaken een aanleiding en spoorslag wordt, om in een nieuw Koninklijk Besluit de eischen nog hooger te stellen en zoo het aanvragen van nieuwe verloven nog meer te temperen. Zoo komt er langzamerhand een vermin dering van verloven, omdat er steeds oude verloven óf uitsterven, óf om welkeredenen ook worden afgeschaft of opgeheven. „Centrum" P. A. R jj k e n, G. P. De dubbele Vlaamsche beweging. door HUGO VERRIEST. Daartoe uitgenoodigd door de afdeeling Walcheren van het Algemeen Ned. Ver bond, trad op een van de dagen der vo rige week de Vlaamsche pastoor Hugo Verliest, in de kleine Concertzaal te Middelburg op om oyer bovengenoemd onderwerp te spreken. Na ingeleid te zijn door don voorzitter, dhr. Dieybel, verkreeg spreker het woord. Om drieërlei redenen gevoelt hij groote vrees wanneer hij hier optreedt. In de eerste plaats omdat hij een oud man is geworden, 72 jaar oud, reeds lang niet meer \n do kracht van zijn leven; in de tweede plaats omdat hij geen Hol- landsch spreekt maar Vlaamsch, en in de derde plaats omdat misschien een sterker woorfi da,n het zijne noodig zou zijn om te spreken over de dubbele Vlaamsche bew:eging. De dubbele beweging. Er zijn er dus twee. D:o eerste is de welbekende, die sprekende bewegingde beweging om recht, om gelijkheid, de krachtige actie allen bekend. De tweede is de zwijgende beweging. En als men zal vragen: „maar beer pastoor, kan nu een beweging zwijgend zijn, dan herinner ik u aan de zonne stralen, die zwijgend komen tot de moeder aarde en haar verwarmen, aan het zwij- naderde en dat zich ten Oosten van den IJsel sterke eaveleriepatrouilles vertoonden. De tangvormige optnarsch der vijandelijke versterkingen deed den commandant be sluiten terug te trekken en de kans te ontloopen afgesneden of tegen den IJsel geworpen te worden. Terwijl langzaam de stelling naar 't Noorden werd verlegd, gingen de troepen over de spoorbrug en over 't pont bij Katerveer. Onbegrijpelijk was het voor alsnog, dat de vijand niet energiek vervolgde, maar zonder 't bedekt terrein te verlaten de spoorbaan onder artillerievuur hield. Een bericht van de wielrijders helderde deze zaak op. Dit meldde, dat een sterke vijandelijke afdeeling snel op Kampen aanrukte, klaarblijkelijk met het doel de brug te bezetten. Typisch klonk de mondelinge mededeeling van den wielrijder namens zijn commandant, dat bjj het afzenden van dit bericht, het vuurkoord reeds brandde, dat de tot springen voor bereide brug in de lucht zou doen vliegen. Voer half Mei had het gevecht bij Hattem plaats, op dien datumstonden deEngelscben in den driehoek Deventer, Zutfen, Apeldoorn met detachementen in de lijn IJsel-Over- ijselsehe kanaal-Almelo-Haaksbergen. De cavalerie had verbinding met de cavalerie van de legers in Duitschland en verkende gende beekje (wajit ik heb nog nooit, hoe ik ook luisterde, een beekje in Vlaanderen hoonen kabbelen), dat vrucht, baarheid geeft. Allereerst dan |de eerste beweging. Die vraagt 'recht, gelijkheid, onderwijs in kle Vlaamsche taal. Als de parochianen een brief krijgen uit Brussel of een papierke van het gerecht uit Kortrijk, dan komen ze naar hoer pastoor, want ze kunnen het niet lezen omdat het Fransch is. 300 jaar lang zijn we onderdrukt. Stel u voor dat Duitschland of Frankrijk kwam en u zei dat er geen Hollandsch meer is 1 En toch is dat gebeurd in Vlaanderen. Daartegen is men zich gaan verzetten, eerst zoetjes, zachtjes aan. Spreker vertelt ons van Frans Willems, van vader David, van Conscience met zijn Leeuw van Vlaanderen. Zij zijn de mannen van de sprekende beweging geweest. Maar hoeveel tegen strijdigs tusschen hu;n woorden en daden. Kwam men bij hen, dan spraken zij Fransch. De beste der dichters, Ledeganck, de dichter der drie zustersteden schreef aan zijn vrienden in hetFransch. Dit zegt spreker niet om te spotten, maar om te doen zien hoe ontaard de boom was, die zulke vruchten voortbracht. De scholen, gymnasia en universiteiten, alles was Fransch. En nu roept men om Vlaamsch en als men het niet geeft zal men het pakken. Spreker was in Leuven bij de jubileumfeesten en 2000 studenten stapten op de maat van: Wij willen de Vlaamsche hoogeschool. Spreker is 72 jaar oud. Maar in de beide Vlaanderen heeft hij geen 10 juffers ontmoet die be tamelijk Vlaamsch kenden. Men moet het Fransch kennen, omdat men niet voor achterlijk wil aangezien worden. In Rous- selaere kwam nu 10 jaar geleden ©en professor om voor eenvoudige boelen te spreken ©n hij yroeg hen of hij ze in het Vlaamsch zou toespreken. Maar nee, nee, riepen zij, die geen woord goed Fransch kenden, in 't Fransch; in 't Fransch dat boven hun hoofden zweefde zonder Idoor hen begrepen te worden. Thans werd enkele minuten gepauzeerd. Van wat spreker na de pauze ons ver telde kan ik geen verslag geven. De or delijke rijen werden Verbroken en enkele minuten hoorde men niets dan geschuifel van stoelen. Wij zijn aJlem vooruitgescho ven dicht opeen, rond onzen goeden pas toor en wij allen zijn ©en oogenblik ge- voelsmenscben geworden en hebben ge luisterd, stil, doodstil naar de zoete woordekens die vloeiden van de lippen van den ouden sympathieken Verriest, als parelkens op marmeren vloekstee- nen. In stil ontroerde stemming hoorden we hem verhalen van de Vlaamsche zonen en dochteren, hoe ze zich vroeger hadden geschaamd Vlamingen te zijn, maar hoe ze nu trotsch zijn op hun dierbaar land, hoe zo nu mot blijheid de kopkens om hoog beffen als ze denken aan hun schoon© land met die beminnelijke, zoete tale, met di© mooie historie, met di© heerlijke kunst. En wo Voelden de liefde tot zijn meester Guido Gezello toen hij ons zacht, soms fluisterend vertelde van zijn fijne gedicht jes. We hoorden den adem van den zoetejn wind door ld© hoornen in de zoete Vlaam sche lucht. En we hoorden het ranke riet ruischen en de roggehalmen fluisteren en de teere vlasbloemekens tot ons spreken: „Al wat ik do©, is blomme zijn". En het was ons of we in de kerk bij onzen pastor waren en de eenvoudige boeren hoorden fluisteren: „onze goed© pastoor kan goed spaeken". En het was ons of we verplaatst wer. d©n in do eenvoudige liut en de moeder hoorden neuriën. hot wiegelied, het Vlaamsche wiegelied, vroeger onbekend; en wo luisterden naar het oogstlied door de Vlaamsche deernkens aangeheven. En wij allen die daar rond hem hebben gezeten, de hoofden vooruitgestoken om toch maar geen wooi'd te missen, we heb ben vastgesteld in qnze herinnering uw tegen het Duitsche morderleger. Zntpben was in nerveuse opwindiDg. Vage geruchten omtret een flinken klap van den vgand op de verbindingslijnen werden opgeblazen tot een ramp van ontzettende afmetingen en op het stramien der verbeelding borduurden de niet- en balf-weters de meest fantastische tooneeltjes. En de feiten? Bjj den commandant was per telegraaf het bericht binnengekomen, dat de troepen die het station Dieren en de spoorljjn aldaar beveiligden door een afdeeling partijgangers waren overvallen, dat de spoorbrug over 't Apeldoornsche kanaal weldra in handen zou vallen van de alles wagende bende, daar een hevig vuur uit die richting werd gehoord, terwjjl de brug slechts zeer zwak bezet was, dat de troepen bij Dieren door hunne groote verliezen te zwak waren om de brug te hulp te komen, zoodat een vernieling daarvan niet was af te weDden. Een ramp was het niet, maar een gevoelige klap toch wel en 't eigenaardige, waajvan de oplossing niet voor de hand lag, was, dat de telegraaf het bericht geseind had terwjjl het Nederlandsche vrjjkorps meester was van het baanvak tusschen het station Dieren en de spoorbrug. sympathiek gelaat met die reeds grij zende haren en we hebben u lief gekregen omdat gij zoo goed on zoo waar waart en met zoo innig teere liefde sprak van uw dierbaar Vlaamsche land én wo liebbon hel. met u gewenscht dat ge ïiog eens de zegepraal zult zien van uw oiude Vlamin gen, dat, waar ge reeds öe morgenzon na duisteren nacht zaagt opgaan in heerlij ken luister, h'et u ook moge gegevlen zijn, eens te aanschouwen hoe zij in volle pracht uwe Vlaamsche kuste zal bestra len. God schenk© u, dapperen kampioen voor uw Vlaamsche taal nog ©en sclioo- nfen levensavond. Z Een en ander over oude en nieuwe bouwkunst en houtcuftuur. Door de vereeniging „Nut en Genoegen" to Veere trad Zaterdagavond als spreker op dhr. B. von Bracken Fock uit Mid delburg met bovenstaand onderwerp. D© heer Fock begon met mede te dee len, dat hij meermalen de woorden schoon en schoonheid zou gebruiken. De vraag wat schoon is een gevoelskwestie1); het gevoel voor het schoon© aan te kweeken is o.a. het doel der vereeniging „Neha- lennia". Spreker keurt het af, dat men nog zoo weinig zich rekenschap geeft van hetgeen er rond ons is, men kijkt naai de menschen, maar niet naar het schoolne in de natuur of naar de gebouwen. De heer Fock gaf de aanwezigen een uiteenzetting van wat verstaan wordt on der Gothische- en Renaissance stijl. Tot de Gothistijl behaoren de stadhuizen te Veere en te Middelburg; al bewijst het trapgeveltj© aan do zijkant van eerstge noemd gebouw, dat het uit de Laat Go thische stijl is. Dit tr,apgeveltje wijst ojr Renaissance stijl. De toren van dit stad huis is handend jaar jonger dan het go- bouw zelf. Hoe het komt, dat een kleine plaats als Veere een zoo groote kerk kan heb ben als het geval is, verklaart spr. uit het feit, dat destijds geen geloofsVerdeeld. heid bestond en men veel geld2) over had voor den bloei zijner stad. Vervolgens gaf spr. ,een beschouwing over de wijze yan bouwen van kerken en torens en herinnerde er aan hoe de torenbouw in Veere door achteruitgang der stad niet kon worden voltooideven min als Van dien te Zierikzee. De laatste is slechts 56 meter, doch had volgens 1de oorspronkelijke plannen 205 meter 'hoog moeten worden. Het verdwijnen der houten geveltjes betreurt spr., het laatste dezer! geveltjes op Walcheren, dat te Middelburg in de Langedelft stond, is nog te zien in don tuin van het museum in die Wagonaar- straat. De trapgeveltjes dateeren zooals ge zegd uit den Renaissance tijd en zijn ty pisch Noord-Nederlanidsch. Het vandalisme der 19e en helaas ook der 20e eeuw heeft Veel schoons bedor ven; zelfs op liet platteland worden te genwoordig veel wansmakelijke gebouwen neergezet, treurig afstekende bij de lieve ouderwetse!» boerenhuisjes met rooide pannen, kleine ruitjes en blinden. „Neha- lennia" heeft zich te dezer zake reeds tot de dorps timmerlieden gewend met aan moediging om wederom mooie huisjes te bouwen. Hel doen begroeien der huizen met klimop en zelfhechtende wingerd, ver dient in de oogen van dhr. Fock groote aanbeveling. In Engeland geschiedt dit algemeen; doch de Hollandsehe zindelijk- Dit is niet waar. Het idee „schoonheid" wordt wel degelijk door vaste begrippen omlijnd, zooals de definities, door Thomas van Aquinie over de schoonheid gegeven, bewijzen. Deze groote geleerde der middeleeuwen omschrijft de schoon heid nu eens als „splendor ordinis", „de orde in haar glanspunt", dan weer als „splendor unitatis in varietate", „de eenheid, die uitstraalt te midden der verscheidenheid", of wel hy noemt schoon: „qnod visum placet", „watna gezien te zijn behaagt". Red. N. Z. Crt. -) Zie „Nieuwe Zeeuwsch Crt". vau 27 Januari 2e blad: Maria's Heiligdommen in Zeelaud. Zutfen begreep er niets van, doch 4 compagnieën infanterie, samen 600 man rolden binnen 't kwartier het station uit met de opdracht dit duister punt op te helderen, beveiligd door een een op eenigen afstand vooruit rijdende machine met aan gekoppelde goederenwagen vol steenen. In een boschrand tusschen Brummen en Dieren zaten ineengedoken een 100-tal partijgangers met de Beaumonts. tusschen de knieën. Ljjkstil bleven de onverschrokken kerels in het dichte hout en geen ritselend takje, geen fluisterstem verried de binder- laag. Hopen deden ze, hopen dat de gehate Ecgelschen in den strik mochten vallen, dien zg hadden gespannen en luisterden naar het hevig vuren, dat in de nachtstilte duidelgk tot hen doordrong. Daar waren hunne kameraden reeds bezig een anderen strik tot wurgens toe dicht te halen. Grof wild was het, waarop 100 geweren loerden. De Engelsche afdeeling, die te Brummen was bijeengeschraapt en naar 't zuiden gezonden, hadden zg ongehinderd laten passeeren. De Engelsche patrouilles, die zenuwachtig langs de lijn zwermden, lieten hen volmaakt onverschillig en de vgaudelgke post op 200 M. stond hen niets in den weg. Men wachtte ijzig kalm op grooter buit. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1912 | | pagina 5