ruari,
gegetó,
Koffie.
fdoütcU
'Xwetufoè
móvmi
t uu
door *n proef
tedrag.
O.
No. 15. TWEEDE BLAD NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT Zaterdag 3 Februari 1912.
S
ige's.
EEN LIED PER WEEK.
fpOTHEEKBANK,
Hordijk's Bank
Sociale Berichten.
FEUILLETON.
Letteren en Kunst.
No. 3 uit „De Leowerk".
WIJ WILLEN HOLLAND HOU'EN.
Mr
Woorden van
H. W. v. d Mf.ï.
Muziek van
Ana. P. Hamers.
Wjj willen Holland houen,
Ons Holland fier maar klein!
Wij blijven 't hou en trouwe,
Wat ook zgn lot moog' zgn!
En wie ons denkt te dreigen
En denkt te nemen ooit,
Hij zal ons land niet krijgen,
Wjj geven Holland nooit!
Hij zal ons land niet krijgen,
Wg geven Holland nooit!
En vast aan onze
Zal Holland's Leeuw daar staan
Die zal het nimmer lijden,
Dat Holland zal vergaan.
Zoolang de Leeuw zal dragen
Zjjn zwaard en zijne kroon,
Zal hg ons land ook schragen
En staan naast volk en troon.
Zal hg ons land ook schragen
En staan naast volk en troon.
Ons Holland zal niet vallen,
Zal nimmermeer vergaan
De Leeuw staat met ons allen,
Zal met ons big ven staan!
De Leeuw zal Holland houen
Zijn zwaard en zjjne kroon,
En tot den dood getrouwe
Bewaken volk en troon.
En tot den dood gotrouwe
Bewaken volk en troon.
van ieders aantal. Saldo I
en uitstaande hypotheken. -1
Uitvoerige jaarverslagen I
geeft uit in stukken van
ƒ100.— en ƒ50.—
en tot den koers van 98 'ij
en tot den koers van 91) I
an tot den koers van lOOVj 'lij
paar te Goes bij
ÏL VINKE, Adjunct-Directeur.
van Commissarissen der E(
co in Loterijen, Juliana v®(
dat zg in hunne gewone m
e activa en diverse besche
erifiëerd en niet alleen alles »J
jk actief méér dan de verplic»'|
Mitenant ter Zee.
Hypotheekbank,
en Procureur.
hout-bij Nacht,
ipitein der Infanterie.
I Majoor O. I. L.
Vollenhoven, 1
van Stad en Ambt Voller**I
DRANKBESTRIJ DING
Tegen de Bierhuisjes.
Het biergevaar ban zeer groot zijn, ook
al zijn er maar weinig localiteiten, waar
bier geschonken en gedronken wordt.
Want als de bierhuizen, wegens de hooge
Sschen door Rijkswet of Gemeenteveror-
deniDg daaraan gesteld, aanmerkelijk zou
den verminderen, dan zou de vindingrijke
winzucht van het bierkapitaal wel middelen
pinden, om het bier op gemakkelijke
wijze aan huis te bezorgen. Denk maar aan
die mooie biersyphons van 5 a 10 liter
Inhoud, die op vaste tijden door den bier-
bottelaar afgehaald en onder koolzuurdruk
gevuld, zulk prachtig en schuimend bier
spuwen en in de huismamer van menig
■erlustig Duitscher op bet buffet staan
te lokken. O zoo geriefelijk voor lui op
bovenwoningen zonder kelder! Maar o zoo
gevaarlijk!
Desniettemin zal de vermindering van
bierlocaliteiten er toe bijdragen, dat de
gevaarlijke gelegenheden, die ook den drin
ker maken, niet zoo talrijk zijn. Hoe
minder muizenvallen er staan, hoe minder
muizen er ook gevangen wordon. De drink'
woonteu verbeteren, en hiermee ook de
Irinkideëen.
De overheid moet dan ook over middelen
'Beschikken, om niet alleen de vergunningen,
uiaar ook de verloven te beperken.
I Een dier middelen is, dat aan de verlofs-
^abteiten hoogere eischen van ruimte,
it en luchtverversching worden gesteld,
die verhinderen, dat iedere hut, schuur of
vertrekje maar tot verlofslocaliteit wordt
(gericht.
Welnu dit middel staat volgens art. 35
r Drankwet ter beschikking, zoowel van
Minister als van den Gemeenteraad. De
meenteraad kan eischen stellen omtrent
limte, licht en luchtververschingde
nister moet eischen stellen.
Aan dezen plicht heeft de minister van
nnenlandsche Zaken dan ook voldaan
algemeene maatregelen van bestuur,
e achteieenvolgsns den 7en Febr. 1906,
in 26 Mei 1909 en den 7en Juli 1910 zijn
uitgevaardigd.
R Dezer dagen nu, den 21en Januari, is een
nieuw Koninklijk Besluit openbaar gemaakt
69.) DOOR TWEE PIOTTEN.
De artillerie kreeg onmiddellijk bevel
den nieuwen vijand neer te halen, doch de
Srtillerie commandant nam het voertuig
onder vuur, daar kans van treffen door
iemis aan waarnemeing al heel klein was,
panneer de vliegers als doel werdengenomen.
'jpe vierde granaatkartets sloeg in met een
prachtigen treffer en het luchttafereel ver
anderde. De staaldraad scheen geknakt en
de vliegers stegen, geheel los, snel omhoog,
kleine vlieger volgde eerst de beweging,
>nd teen een oogenblib stil en daalde
rvolgens zeer langzaam. De vlieger-
•achute bracht den verkenner ongedeerd
zjjne troepen terug.
Het spannend tooneeltje had de aan-
Jeht op den heuvel niet afgeleid van het
JVerige gevechtsveld Ordonnansen gingen
kwamen voortdurend. Duidelijk waar-
smbaar bewogen zich nn vijandelijke
fdeelingen ten Zuiden van 't station Wezep
f Westelijke richting. Waarneming, over
ig en bevelen volgden vlug op elkaar.
(„Staatsblad" no. 9) dat een flinke stap
vooruit is op den goeden weg. Die al met een
„verlof" gezegend ijn, worden niet lastig
gevallen; die een groet bieapaleis wil
bouwen, wordt door het Kon. Basluif niet
bemoeilijktzelfs die een gewoon bierhuis
bouwen wil, heeft niet over hooge eischen
te klagen; maar in een bestaand huis,
vooral in een arbeiderswoning of een
keuterboershofsteedje eens gauw een ver
lofslocaliteit inrichten dit is thans veel
moeilijker zoo niet onmogelijk geworden.
Dit zal duidelijk blijken, door het Dieuwe
besluit met de vroegere te vergelijken.
De oppervlakte.
Hieromtrent was vroeger bepaald, dat de
localiteit een oppervlakte moet hebben van
ten minste 20 M2deze eisch is thans
verhoogd tot 25 M2.
Om deze bepaling niet te laten ontdui
ken en zooveel mogelijk de 25 M2 opper
vlakte te behouden, wordt thans ook
vereischt
„Gemetselde of getimmerde pilasters,
muurgedeeltcn en andere vóór de wanden
uitspringende deelen mogen niet verder dan
30 c.M. uitspringen en geen grootere breedte
hebben dan 50 c.M. eventueel aanwezige
stookplaatsen uitgezonderd.
„Vrijstaande steunpunten mogen niet
aanwezig zijn, tenzij op een ouderlingen
afstand of op een afstand van de muren
van tenminste 4 M. Zij mogen niet
zwaarder zijn dan 1 M. in omtrek".
Het komt dikwijls voor, dat het bier-
bedrijf in meer dan eene localiteit wordt
uitgeoefend. Over die bijlokalen werd
vroeger niets bepaaldhet konden hokjes
zijn, kleine alkoventhans is voorgeschreven,
dat zij „elk een oppervlakte moeten hebben
van tenminste 20 vieik. M terwijl de
hoofdkwaliteit altijd moet worden voldoen
aan den eisch van 25 vierk. M oppervlakte.
De hoogte.
Aangaande de gemiddelde hoogte der
verlofslocaliteit was bepaald, dat ze 2 65 M.
moest bedragen; thans is ze tot 2.80 M.
opgevoerd.
't Is maar een kleine verbetering, maar
beter iets dan niets.
Evenals vroeger is ook thans voorge
schreven, dat wanneer de gemeentolijke
bouwverordening de hoogte der woonkamers
hooger dan 2.8U M. bepaalt, ook de verlofs
localiteit aan dezen eisch der verordening
moet voldoen.
Aanvoer van buitenlucht.
Hieromtrent was vroeger bepaald„De
localiteit moet ten minste één beweegbaar
raam en ééne beweegbare deur hebben,
zich elk bevindende in den buitenwand of
in een der buitenwanden."
Dit voorschrift is thanB zeer verscherpt,
doordat de doorlaatruimte voor de buiten-
lacht niet minder mag bedragen dan een
twintigste deel van de vloeroppervlakte
der localiteit, terwjjl voor de berekening
dier doorlaatruimte buiten aanmerking blijft
wat minder dan 2 M. boven den vloer der
localiteit gelegen is.
Over de noodzakelijke lichtramen in de
vereischte buitenwanden zgn geen strengere
voorschriiten gegeven, ze zgn trouwens
streng genoeg.
Hieruit blijkt, dat het nieuwe Koninklgk
Besluit zich schrap zet tegen nieuwe bier
huisjes, die ia tegenstelling met de g-oote
bierhuizen zooveel meer aanleiding gereD
tot clandestienen drankverkoop. Dit brengt
ook het niet te vei smaden voordeel mee,
dat de reëeele verlof- en vergunninghoudeis
met dit Koninklijk Besluit kunnen sym-
pathiseeren, wjjl het op krachtige wijze
hun kleine, meestal oneerlijke concurrenten
weert.
Het gaat in tegen de kleine bierhuisje?,
wgl de gewone huizen, vooral arbeiders
woningen, niet licht een vertrek hebben
met 25 vierk. M. vloeroppervlakte Men
zal dus een nieuw huis moeten bouwen of
twee vertrekken tot één groote localiteit
moeten verbouwen, en voor die onkosten
schrikt menigeen terug. Er kan volgens
art. 17 hiervan geen ontheffing worden
verleend.
„Ordonnans! ja jij! Dit bericht in den
snelgten gang naar den Artillerie comman
dant. De huzaar steeg op en rende weg,
juist op het oogenblik dat een granaat
kartets achter den heuvel sprong. De looden
kogeltjes renden harder dan het paard en
strekten het neer, terwijl de ruiter met
een flinken smak en den schrik vrij kwam.
„Vlug korporaal! jij hier! Dit naar den
commandant van de artillerie. De tweede
ordonnans verdweeneen tweede en derde
projectiel kwamen en toonden aan dat de
vijandelijke artillerie op het hooge waar-
nemingspunt was ingeschoten. Het buiten
gevechtstellen van een ordonnans-wielrijder
dwong den kolonel zgn mooie standplaats
te verlaten, ofschoon geen spier of zenuw
trek eenigen angst verried.
Het Nederlandsche detachement, dat de
opdracht had ten Zuiden van den IJsel
stand te houden en hetwelk bestond uit
afdeelingen van de le Divisie, kon 't
voortgaan van den zwakken vgand stuiten
en het gevechtsdoel, d.i de bescherming
van het overbrengen van het materieel der
werkplaatsen der S S. te Zwolle bereiken.
Twee dagen later veranderde de machte
verhouding. Van de troepen ten zuiden van
Hattem kwam het bericht in, dat uit
zuidelijke richting een vijandelijke colonne
In de huizen, die alleen naar boven
opschuivende ramen hebben, of wèl open
slaande ramen, maar die niet openslaan tot
aan de zoldering, zullen de vensters nog
veranderd moeten worden om aan de gestelde
eischen van luchtverversching te voldoen.
Wederom een nieuw beletsel, om maar
eens gauw een woonkamer tot verloflocaliteit
in te richten. Hiervan kan echter ontheffing
worden verleenddoch niet door het
gemeentebestuur, maar alleen door den
„Inspecteur voor de naleving der Drank
wet", van wien hooger beroep is op den
Minister van Binnenlandsche Zaken
W(j mogen dankbaar zijn voor deze
verscherping der verlofs-eischen.
Maar ook voldaan? Neen, want voor
sommige provincies of gemeenten denk
aan het Zuiden met zjjn duizenden bier
huizen zijn nog scherper bepalingen
noodig.
De minister, die zgn maatiegelen naar
de behoeiten van het geheele land moet
treffen, kan thans waarschjnljjk moeilijk
verder gaan.
Maar waar verder dient gegaan te worden,
daar kunnen volgens art. 35, 2o der Drank
wet de gemeenten nog veel strengere
voorwaarden stellen.
Een goed concept eener gemeentever-
ordening „tegen de bierhuisjes" vindt men
in „Sobriëtas", V, blz 11.
De meeste gemeenteraadsleden weten niet
eens, dat zg het recht hebben, dergelijke
verordeningen uit te vaardigen; en om te
beseffen, dat zjj in gegeven omstandigheden
daartoe verplicht kunnen zijn, hiertoe ont
breekt hun het goede inzicht omtrent de
gevaren van het bieraleoholisme.
Dat do gemeentebesturen en gemeente
raadsleden in beiderlei opzicht worlen
voorgelicht, zal hopeljjk een der mooie
resultaten zijn van het Limburgsch en
Roomsch congres tegen het bieraleoholisme,
dat onder hooge goedkeuring van Z D. H.
Mgr. Drehmanns, 6, 7 en 8 Augustus te
Roermond zal worden gehouden.
Niet onwaarschijnlijk, dat dit zelfde
congres voor den minister van Binnen
landsche Zaken een aanleiding en spoorslag
wordt, om in een nieuw Koninklijk Besluit
de eischen nog hooger te stellen en zoo
het aanvragen van nieuwe verloven nog
meer te temperen.
Zoo komt er langzamerhand een vermin
dering van verloven, omdat er steeds oude
verloven óf uitsterven, óf om welkeredenen
ook worden afgeschaft of opgeheven.
„Centrum" P. A. R jj k e n, G. P.
De dubbele Vlaamsche beweging.
door
HUGO VERRIEST.
Daartoe uitgenoodigd door de afdeeling
Walcheren van het Algemeen Ned. Ver
bond, trad op een van de dagen der vo
rige week de Vlaamsche pastoor Hugo
Verliest, in de kleine Concertzaal te
Middelburg op om oyer bovengenoemd
onderwerp te spreken. Na ingeleid te
zijn door don voorzitter, dhr. Dieybel,
verkreeg spreker het woord.
Om drieërlei redenen gevoelt hij groote
vrees wanneer hij hier optreedt. In de
eerste plaats omdat hij een oud man is
geworden, 72 jaar oud, reeds lang niet
meer \n do kracht van zijn leven; in
de tweede plaats omdat hij geen Hol-
landsch spreekt maar Vlaamsch, en in
de derde plaats omdat misschien een
sterker woorfi da,n het zijne noodig zou
zijn om te spreken over de dubbele
Vlaamsche bew:eging.
De dubbele beweging. Er zijn er dus
twee. D:o eerste is de welbekende, die
sprekende bewegingde beweging om
recht, om gelijkheid, de krachtige actie
allen bekend.
De tweede is de zwijgende beweging.
En als men zal vragen: „maar beer
pastoor, kan nu een beweging zwijgend
zijn, dan herinner ik u aan de zonne
stralen, die zwijgend komen tot de moeder
aarde en haar verwarmen, aan het zwij-
naderde en dat zich ten Oosten van den
IJsel sterke eaveleriepatrouilles vertoonden.
De tangvormige optnarsch der vijandelijke
versterkingen deed den commandant be
sluiten terug te trekken en de kans te
ontloopen afgesneden of tegen den IJsel
geworpen te worden. Terwijl langzaam de
stelling naar 't Noorden werd verlegd,
gingen de troepen over de spoorbrug en
over 't pont bij Katerveer. Onbegrijpelijk
was het voor alsnog, dat de vijand niet
energiek vervolgde, maar zonder 't bedekt
terrein te verlaten de spoorbaan onder
artillerievuur hield. Een bericht van de
wielrijders helderde deze zaak op. Dit
meldde, dat een sterke vijandelijke afdeeling
snel op Kampen aanrukte, klaarblijkelijk
met het doel de brug te bezetten. Typisch
klonk de mondelinge mededeeling van den
wielrijder namens zijn commandant, dat bjj
het afzenden van dit bericht, het vuurkoord
reeds brandde, dat de tot springen voor
bereide brug in de lucht zou doen vliegen.
Voer half Mei had het gevecht bij Hattem
plaats, op dien datumstonden deEngelscben
in den driehoek Deventer, Zutfen, Apeldoorn
met detachementen in de lijn IJsel-Over-
ijselsehe kanaal-Almelo-Haaksbergen. De
cavalerie had verbinding met de cavalerie
van de legers in Duitschland en verkende
gende beekje (wajit ik heb nog nooit,
hoe ik ook luisterde, een beekje in
Vlaanderen hoonen kabbelen), dat vrucht,
baarheid geeft.
Allereerst dan |de eerste beweging. Die
vraagt 'recht, gelijkheid, onderwijs in kle
Vlaamsche taal. Als de parochianen een
brief krijgen uit Brussel of een papierke
van het gerecht uit Kortrijk, dan komen
ze naar hoer pastoor, want ze kunnen
het niet lezen omdat het Fransch is.
300 jaar lang zijn we onderdrukt. Stel
u voor dat Duitschland of Frankrijk
kwam en u zei dat er geen Hollandsch
meer is 1 En toch is dat gebeurd in
Vlaanderen. Daartegen is men zich gaan
verzetten, eerst zoetjes, zachtjes aan.
Spreker vertelt ons van Frans Willems,
van vader David, van Conscience met
zijn Leeuw van Vlaanderen.
Zij zijn de mannen van de sprekende
beweging geweest. Maar hoeveel tegen
strijdigs tusschen hu;n woorden en daden.
Kwam men bij hen, dan spraken zij
Fransch.
De beste der dichters, Ledeganck, de
dichter der drie zustersteden schreef aan
zijn vrienden in hetFransch. Dit
zegt spreker niet om te spotten, maar
om te doen zien hoe ontaard de boom
was, die zulke vruchten voortbracht. De
scholen, gymnasia en universiteiten, alles
was Fransch. En nu roept men om
Vlaamsch en als men het niet geeft zal
men het pakken. Spreker was in Leuven
bij de jubileumfeesten en 2000 studenten
stapten op de maat van: Wij willen de
Vlaamsche hoogeschool. Spreker is 72
jaar oud. Maar in de beide Vlaanderen
heeft hij geen 10 juffers ontmoet die be
tamelijk Vlaamsch kenden. Men moet
het Fransch kennen, omdat men niet voor
achterlijk wil aangezien worden. In Rous-
selaere kwam nu 10 jaar geleden ©en
professor om voor eenvoudige boelen te
spreken ©n hij yroeg hen of hij ze in
het Vlaamsch zou toespreken. Maar nee,
nee, riepen zij, die geen woord goed
Fransch kenden, in 't Fransch; in 't
Fransch dat boven hun hoofden zweefde
zonder Idoor hen begrepen te worden.
Thans werd enkele minuten gepauzeerd.
Van wat spreker na de pauze ons ver
telde kan ik geen verslag geven. De or
delijke rijen werden Verbroken en enkele
minuten hoorde men niets dan geschuifel
van stoelen. Wij zijn aJlem vooruitgescho
ven dicht opeen, rond onzen goeden pas
toor en wij allen zijn ©en oogenblik ge-
voelsmenscben geworden en hebben ge
luisterd, stil, doodstil naar de zoete
woordekens die vloeiden van de lippen
van den ouden sympathieken Verriest,
als parelkens op marmeren vloekstee-
nen.
In stil ontroerde stemming hoorden we
hem verhalen van de Vlaamsche zonen
en dochteren, hoe ze zich vroeger hadden
geschaamd Vlamingen te zijn, maar hoe
ze nu trotsch zijn op hun dierbaar land,
hoe zo nu mot blijheid de kopkens om
hoog beffen als ze denken aan hun
schoon© land met die beminnelijke, zoete
tale, met di© mooie historie, met di©
heerlijke kunst.
En wo Voelden de liefde tot zijn meester
Guido Gezello toen hij ons zacht, soms
fluisterend vertelde van zijn fijne gedicht
jes. We hoorden den adem van den zoetejn
wind door ld© hoornen in de zoete Vlaam
sche lucht. En we hoorden het ranke riet
ruischen en de roggehalmen fluisteren en
de teere vlasbloemekens tot ons spreken:
„Al wat ik do©, is blomme zijn".
En het was ons of we in de kerk bij
onzen pastor waren en de eenvoudige
boeren hoorden fluisteren: „onze goed©
pastoor kan goed spaeken".
En het was ons of we verplaatst wer.
d©n in do eenvoudige liut en de moeder
hoorden neuriën. hot wiegelied, het
Vlaamsche wiegelied, vroeger onbekend;
en wo luisterden naar het oogstlied door
de Vlaamsche deernkens aangeheven.
En wij allen die daar rond hem hebben
gezeten, de hoofden vooruitgestoken om
toch maar geen wooi'd te missen, we heb
ben vastgesteld in qnze herinnering uw
tegen het Duitsche morderleger.
Zntpben was in nerveuse opwindiDg.
Vage geruchten omtret een flinken klap
van den vgand op de verbindingslijnen
werden opgeblazen tot een ramp van
ontzettende afmetingen en op het stramien
der verbeelding borduurden de niet- en
balf-weters de meest fantastische tooneeltjes.
En de feiten?
Bjj den commandant was per telegraaf
het bericht binnengekomen, dat de troepen
die het station Dieren en de spoorljjn aldaar
beveiligden door een afdeeling partijgangers
waren overvallen, dat de spoorbrug over
't Apeldoornsche kanaal weldra in handen
zou vallen van de alles wagende bende,
daar een hevig vuur uit die richting
werd gehoord, terwjjl de brug slechts zeer
zwak bezet was, dat de troepen bij Dieren
door hunne groote verliezen te zwak waren
om de brug te hulp te komen, zoodat een
vernieling daarvan niet was af te weDden.
Een ramp was het niet, maar een gevoelige
klap toch wel en 't eigenaardige, waajvan
de oplossing niet voor de hand lag, was,
dat de telegraaf het bericht geseind had
terwjjl het Nederlandsche vrjjkorps meester
was van het baanvak tusschen het station
Dieren en de spoorbrug.
sympathiek gelaat met die reeds grij
zende haren en we hebben u lief gekregen
omdat gij zoo goed on zoo waar waart en
met zoo innig teere liefde sprak van uw
dierbaar Vlaamsche land én wo liebbon
hel. met u gewenscht dat ge ïiog eens de
zegepraal zult zien van uw oiude Vlamin
gen, dat, waar ge reeds öe morgenzon na
duisteren nacht zaagt opgaan in heerlij
ken luister, h'et u ook moge gegevlen zijn,
eens te aanschouwen hoe zij in volle
pracht uwe Vlaamsche kuste zal bestra
len. God schenk© u, dapperen kampioen
voor uw Vlaamsche taal nog ©en sclioo-
nfen levensavond. Z
Een en ander over oude en nieuwe
bouwkunst en houtcuftuur.
Door de vereeniging „Nut en Genoegen"
to Veere trad Zaterdagavond als spreker
op dhr. B. von Bracken Fock uit Mid
delburg met bovenstaand onderwerp.
D© heer Fock begon met mede te dee
len, dat hij meermalen de woorden schoon
en schoonheid zou gebruiken. De vraag
wat schoon is een gevoelskwestie1); het
gevoel voor het schoon© aan te kweeken
is o.a. het doel der vereeniging „Neha-
lennia".
Spreker keurt het af, dat men nog
zoo weinig zich rekenschap geeft van
hetgeen er rond ons is, men kijkt naai
de menschen, maar niet naar het schoolne
in de natuur of naar de gebouwen.
De heer Fock gaf de aanwezigen een
uiteenzetting van wat verstaan wordt on
der Gothische- en Renaissance stijl. Tot
de Gothistijl behaoren de stadhuizen te
Veere en te Middelburg; al bewijst het
trapgeveltj© aan do zijkant van eerstge
noemd gebouw, dat het uit de Laat Go
thische stijl is. Dit tr,apgeveltje wijst ojr
Renaissance stijl. De toren van dit stad
huis is handend jaar jonger dan het go-
bouw zelf.
Hoe het komt, dat een kleine plaats
als Veere een zoo groote kerk kan heb
ben als het geval is, verklaart spr. uit
het feit, dat destijds geen geloofsVerdeeld.
heid bestond en men veel geld2) over had
voor den bloei zijner stad.
Vervolgens gaf spr. ,een beschouwing
over de wijze yan bouwen van kerken
en torens en herinnerde er aan hoe de
torenbouw in Veere door achteruitgang
der stad niet kon worden voltooideven
min als Van dien te Zierikzee.
De laatste is slechts 56 meter, doch
had volgens 1de oorspronkelijke plannen
205 meter 'hoog moeten worden.
Het verdwijnen der houten geveltjes
betreurt spr., het laatste dezer! geveltjes
op Walcheren, dat te Middelburg in de
Langedelft stond, is nog te zien in don
tuin van het museum in die Wagonaar-
straat.
De trapgeveltjes dateeren zooals ge
zegd uit den Renaissance tijd en zijn ty
pisch Noord-Nederlanidsch.
Het vandalisme der 19e en helaas ook
der 20e eeuw heeft Veel schoons bedor
ven; zelfs op liet platteland worden te
genwoordig veel wansmakelijke gebouwen
neergezet, treurig afstekende bij de lieve
ouderwetse!» boerenhuisjes met rooide
pannen, kleine ruitjes en blinden. „Neha-
lennia" heeft zich te dezer zake reeds
tot de dorps timmerlieden gewend met aan
moediging om wederom mooie huisjes te
bouwen.
Hel doen begroeien der huizen met
klimop en zelfhechtende wingerd, ver
dient in de oogen van dhr. Fock groote
aanbeveling. In Engeland geschiedt dit
algemeen; doch de Hollandsehe zindelijk-
Dit is niet waar. Het idee „schoonheid"
wordt wel degelijk door vaste begrippen omlijnd,
zooals de definities, door Thomas van Aquinie
over de schoonheid gegeven, bewijzen. Deze groote
geleerde der middeleeuwen omschrijft de schoon
heid nu eens als „splendor ordinis", „de orde
in haar glanspunt", dan weer als „splendor
unitatis in varietate", „de eenheid, die uitstraalt
te midden der verscheidenheid", of wel hy noemt
schoon: „qnod visum placet", „watna gezien te
zijn behaagt". Red. N. Z. Crt.
-) Zie „Nieuwe Zeeuwsch Crt". vau 27 Januari
2e blad: Maria's Heiligdommen in Zeelaud.
Zutfen begreep er niets van, doch 4
compagnieën infanterie, samen 600 man
rolden binnen 't kwartier het station uit
met de opdracht dit duister punt op te
helderen, beveiligd door een een op eenigen
afstand vooruit rijdende machine met aan
gekoppelde goederenwagen vol steenen.
In een boschrand tusschen Brummen en
Dieren zaten ineengedoken een 100-tal
partijgangers met de Beaumonts. tusschen
de knieën. Ljjkstil bleven de onverschrokken
kerels in het dichte hout en geen ritselend
takje, geen fluisterstem verried de binder-
laag. Hopen deden ze, hopen dat de gehate
Ecgelschen in den strik mochten vallen,
dien zg hadden gespannen en luisterden
naar het hevig vuren, dat in de nachtstilte
duidelgk tot hen doordrong. Daar waren
hunne kameraden reeds bezig een anderen
strik tot wurgens toe dicht te halen. Grof
wild was het, waarop 100 geweren loerden.
De Engelsche afdeeling, die te Brummen
was bijeengeschraapt en naar 't zuiden
gezonden, hadden zg ongehinderd laten
passeeren. De Engelsche patrouilles, die
zenuwachtig langs de lijn zwermden, lieten
hen volmaakt onverschillig en de vgaudelgke
post op 200 M. stond hen niets in den weg.
Men wachtte ijzig kalm op grooter buit.
(Wordt vervolgd.)