f koffie 's Bank. Schoeisel. UIMING Wand's doodstrijd in 1918. Wo. 5). TWEEDE BLAD NIEUWE ZEEUWS€HE COURANT Zaterdag 20 Januari 1912. iner* - \r 'fecten. )ssingen. Dosito. che sloten Af 10ES. EEN LIED PER WEEK. Ijn 15 GOES. des fijds. tie geleverd. OpES. Iels en Vorkens. MIDDELBURG- SERRARENS "s Heerenhoet- Echte Provencer Lucerne met boog voeder! Letteren en Kunst. FEUILLETON. BUITENLAMP. DE OORLOG tusschen Italië en Turkije. zenuwzwakte. van bloedarmoede, osheid, gebrek aan ierstellenden na de kheden Bij zenuw- nguinose wonderen, 'e zwakste gestellen genomen wordt, gezond en krachtig waleD, die in schjjn spoedig de goede Drogisten en |N DAM <fe Co jgp No. 11 nit „De Leewerk". TE LAND EN TER ZEE. Woorden van Muziek van J. P. HEXJE J- J- Viotta. Van Mannen in oorlog, Van Mannen in vreê, Oud Holland, daar mocht je van spreken En riep je te Land of riep je ter Zee, Ze bleven niet in gebreke! Ze bleven niet in gebreke! I Dezelfde hand I Greep fiksch genoeg He# zwaard, den roerstok en den ploeg, Tot heil van 't lieve Vaderland, ,5 Van 't lieve Vaderland, lot heil van lieve Vaderland, ■Van 't lieve Vaderland. Wat suf je, jong-Neêrland, wat sluimer fje dan? Waarachtig, 't is zonde, 't is schand Net of je geen tien haast ineer tellen kan Te water en ook te lande Te water en ook te lande! Kom sla uw hand, I Kn frisch genoeg, O u zwaard, om roerstok en om ploeg, Tot heil van 't lieve Vaderland, Van 't lieve Vaderland. Tot heil van 't lieve Vaderland, Van 't lieve Vaderland. |tegen itant. taal. -WB isu «EOPEsr» Llangrijk voordeel. lORRADIG TEN ZADEN, voor den aanleg vflD WEIDEN. Kerkelijke Bouwkunst. K Maria's heiligdommen in Zeeland ive Maria Stella t" „Wees gegroet, o Ster der Zeel" Uit de beschrijving die wij onlangs gaven van het herstelde noorderfront der vroegere St. Mngdalonakerk te Goes blijkt zonxjeklaar de groote geloofsijver onzer Katholieke voorvaderen, die geen offers te groot achtten waar het gold waardige tempels te honwen voor den goddelijken diensl. De lof komt ons dan ook niet overdreven voor, welken reeds in do 15e eeuw de beroemde volksprediker Jan Brugman hij had België, Westfalen en «oord-Frankrijk doorreisd van ons volk gaf „hoewel het een klein deel van de wereld is, daarom is het toch geenszins het minstedaar het boven vele natiën en landen zeer gevuld is met christelijk leven, onvermoeid in het houwen en zeer mild in liet siejron van kerken"1) ■Haar de structuur en symboliek van datzelfde noordertransept leerde ons ook, hoel ons Roomsche voorgeslacht zich onderscheidden liefde tot „de gezegende onder de vrouwen", de H. 'Maagd en Bfojjcior Gods Maria. Inderdaad, ons land, Bat bij het uitbreken der Reformatie ruim dfltyrheiligdommen telde aan Maria gewijd, waaronder ware monumenten van bouw kunst, mocht groot gaan op de eer, onder ■Brijken dor christenheid uit te blinken ■Openc vnrigo devotie tot Maria., In die jBldeelden gelijkelijk al de tegenwoordige provinciën van het koninkrijk der Neder landen, ook Zeeland. Maria lag den stoeren Zeetwen van die dagen na aan het hart. In hun hanlnekkigen, onverpoosden strijd tegen het verraderlijk element, de zee, dit* niet zelden het geheele gewest met igKagen ondergang bedreigde, meenden zij de hulp des Hemels des te zekerder te yerwerven, wanneer zij de machtige voorspraak inriepen van de „Stella Maris", B»,Sterre der zee", zooals de Katho lieke Kerk in eene hare lofzangen Maria betitelt, .terwijl zij niet schroomden de redding uit zoo menig bang gevaar aan dievoorspraak te moeten toeschrijven. Liefde en dankbaarheid beide deden dan Jonze .Zeeuwsche vaderen tot de op richting van 7.00 menig voortreffelijk hei '■'"dom, 'Maria ter eere, besluiten. vermaarde koopstad Biervliet lo reeds in de 12e eeuw onder hare wi eene Mariakerk; zij viel in puin, de vloed van 1377 de stad over men, 17 dorpen verzwolg en ,,De(n) tman" schiep. Sluis ging al in de 13ö eeuw trotsch ft» DOOR TWEE PIOTTEN. IJselmonde waren in. den avond H den 13den Juni alle Zuid-Holland- Ht eilanden in 'srijands bezit. De ver- tedjgende stelling strekte zich nu nog uit Kan den Hoek van Holland tot de Nieuwe Holla,ndsche Waterlinie bij Gor- 1 "I me' t'en Waterweg, Je Nieuwe Maas, ^Hoord en de Beneden-Merwede tus schen zich en de Fransche troepen. Ovieral waren afdeelinkjes opgesteld om een overgaan van den vijand waar te nemen ||«3<-zen zoolang tegen to houden, tot- laf .de hoofdmachten konden toesnellen, tin Vredestijd de oorlogsmarschon on- te plagerijen waren, daar de midde- versneld vervoer de troepen over riden brengen, bleek ook hier een tje voor den vaak. De spoorwegen raken op vele plaatsen en waar zij 'Czig waren, liepen zij onmiddellijk [s den rivieroever onder het bestrij- bchot v'an den aanvaller. Rij de op zijn Mariakerk, met het altaar, toe gewijd aan 0. L. Vrouw ter Sneeuw' waarboven een rijk versierd Mariabeeld prijkte. In het laatste kwart der 16e eeuw stortte zij ineen. Thans is do plaats, waar de .kerk eenmaal stond, een moes tuin. Oost-Souburg had eveneens een zeer vermaarde Mariakerk, in 1250 ge sticht door Petrus van Souburg. In den toren stond een beeld van Maria. In 1575 werd de kerk tot een Protestantsch bede huis verbouwd. Het dorp W.elzinge, tusschen Arne- muiden en Vlissingen, sinds lang door de zee overstroomd, had reeds in 1247 een fraaie Mariakerk. De kerk van N i s s e, een der fraaiste doi'pskerken in Zeeland, die van K a d z a n d, die van het Land v h n S a e f t i n g e, van het vroegere am bacht Hinkelenoord op Zuid-Bevc- land en van Z a n d ij k op Walcheren zijn allo kerken Maria ter eere gebouwd. Ge deeltelijk zijn zij vergaan met de plaats waarop zij stonden, gedeeltelijk werden zij verwoest in de godsdienstoorlogen der 16 eeuw, voorzoover zij bleven bestaan, gingen zij over in Protestantsche handen. De slotkapel der machtige heeren van San den burg tusschen Sandijk en Veere aan de Zoete Lieve Vrouwe toegewijd, verwierf zulk eene vermaard heid, dat paus Sixtus IV dezelve in 1484 verhief tot eene collegiale kerk met een kapittel van twaalf kanunniken. En wie kent er niet „de lange Jan" te Middelburg? Welnu, deze toren behoort bij de prach tige Mariakerk, welke in de 13e eeuw ter voltooing der fraaie Norbertijnerabdij werd gebouwd en de trots werd der grafelijke stad. „Nog staat er de groote kerk", aldus de even geleerde als vrome geschiedschrijver Kronenburg, „al is zij dan ook in handen der Protestanten en in twee kerken ver deeld; nog toonen ha.re muren fraaie overblijfselen der oude bouwkunst; nog rijst er de hooge, sierlijke toren en ge tuigt aan geheel het vruchtbare eiland, dat Maria hier eertijds een harer prach tigste monumenten had" 2) (Wordt vervolgd). J. Brugman. Vita posterior. B. Lidwinae (Boll. Acta 8.8. die 14 Apr. p. 303) De spatieering is van ons. Red. 2) „Mana'B Heerlijkheid", 3 biz. 136. Aan dit bij ons, Katholieken, te weinig bekende standaard werk, ontleenden wij de gegevens voor boven staand artikel. (Zie aldaar D. 5 hfst. 8 art. 1.) Muziek. Propaganda-avond der R.K. vereeniging voor den volkszang te Amsterdam De lied-eren, die wekelijks in ons blad worden afgedrukt zijn die van den lie derenbundel van de Limburgsche Dioce- sainevereeniging voor den Volkszang. Ook het bisdom Haarlem bezit sirtds eenigen tijd zulk eeue vereeniging. Deze heeft Woensdagavond in het concertge bouw een propaganda-avond georgani seerd, welke schitterend vjerliep. De heer A. Laudy zette in een korte, bezielende rede het doel der Vereeniging het volledig eerherstel van het eertijds zoo bloeiende volkslied, uiteen. Hij schet ste ons een aardig historisch tafereel van het lied, door het volk gezongen met een scherpe gisping van de verbastering door de laatste eeuwen heen - vooral het midden der negentiende eeuw draagt in ieder opzicht van die ontaarding de duide lijkste sporen, toen ook in de kerkelijke gezangen verwording merkbaar was; o.a. werden Marialiedcren op een fragment uit Robert le Diable gezongen. Of thans het volkslied opnieuw wortel zal kunnen schieten, is voor een groot deel afhankelijk van hen, die geroepen zijn, de jeugd daarin voortegaan, i.e. dus onderwijzers ien opvoeders. Een ©eresaluut brengende aan de bekend© vereeniging tot verbetering van den Volkszang, naast wel ke ook de nieuwe vereeniging alleszins reden van. bestaan heeft, omdat zij ook zal trachten het kerkelijk gezang te veralge- meenen, zoodat ten slotte het Te Deum laudamus in de kerken door de gansche achterstaande afdeelingen stondien echter talrijke gerequireerd© auto's gereed, die in de -eerste aanvullingsbehoiofbe konden voorzien. Brandend heet vielen de bijna lood rechte zonnestralen en deden de lucht trillen boven de weilanden. Geen zuchtje bracht ©enige verkoeling. Vlak bij ©ene sloot lagen in verschillend© houding eenige gevallen soklat-en. Enkele hadden den geheimzinnig en overgang van l-even naar dood niet begrepen, wellicht niet gevoeld en rustig, met kalmte in de ge laatstrekken, sliepen zij den eeuwigen slaap. Anderen hadden een harden dood strijd gestreden en de verwrongen gelaats trekken, do samengeknepen vingers, do stijf opgetrokken knieën en de losgescheur de uniformen duidden op wanhoop en lij den. Daartussch-en lag half op zij een jong officier met wasbleek gelaat, waarvan ©en gedeelte door de bepiklep beschermd weayl tegen de verzengend© zon. De rechter hand omvatte nog krampachtig het sabel- gevest, terwijl de linker zich plat drukte op de tuniek, ter hoogte van den glimmian- den knoop bij den kijker. De hand kleefde ©enigszins vast door het zwart-rood© go- gemeente in zuiver Gregoriaanschen stijl kan worden medegezongen, besloot hij met een warm gevoeld gedicht van llené de Cl-erq zijne geestdriftige peroratie. Toen kwam do propagandist van de daad, de heer Hubert Ouypers. Hij deed door een enorm kinderkooi*, onder bege leiding van het Concertgebouw-orkest, ©en 12-tal nationale lied-eren uitvoeren, waar onder het Wilhelmus, Valerius' liedje van de zee, Viotta's de zilvervloot, het Vlagge- lied en ten slotte het bekend© „Aan o Koning der Eeuwen", uit de Pius-Cantate van Verhulst. De vertolking der liederen door de 600 knapen en meisjes was uitnemend en liet bij het talrijke publiek een diepen indruk achter. Nog werden door mej. ,T. V- d. Linde en den baryton Bram van der Stap ver schillende Vlaamsch-e -en Hollandsche lie deren m-et veel talent tem gehoore ge bracht waarna onder een geestdriftige ova tie van het publiek de heer Cuypers ©en krans met rood, wit en blauwe linten ontving. In Turkije. De correspondent van de „Köln. Ztg." te Konstantinopel seint d.d. Donderdag: Woensdag werd als zeer geloofwaardig verzekerd, .dat de Turksche vloot in de Rood-e Zee geen zeven kanonn-eerbootein bezit en dat de Italiaansche overwinning ter zee waarschijnlijk bevochten was op -eenig-e douanekotters welke, bestemd zijn- do tegen smokkelaars en zeerooVers op te treden, met zeer licht geschut bewar pend en voor een vlootactie niet geschikt waren. I n Bark a. TOB ROEK, 18 Januari. Gisterenmorgen zijn op een nieuw fort talrijke geweer schoten afgegeven door op een vrij groo- ten afstand verborgen Turken. Het Ita liaansche geschut heeft hen uiteengejaagd. Twee andere pogingen zijn eveneens af geslagen. De Italianen hadden geen ver liezen. DERNA, 18 Januari. De Turken hebben gisteren een Italiaansche troepenafdeeling aangevallen, welke te verrichten werk zaamheden beschermde, doch zij wenden teruggeslagen met een verlies van een honderdtal dooiden. De Italianen hadden 3 dooden en 7 gewonden. Een Fransch schip in beslag gen om en. Over deze inbeslagneming worden de volgende bijzonderheden gemeld: „De Carthage" is een der postbooten, dio geregeld tusschen Marseille en Tunis va ren en staat onder commando van ka pitein Te.nesse. Het schip had de vlieg tuigen van de bei-de vli-egers Duval en Obré aan boord, die in Tunis demonstra ties gingen geven. In de laatste dagen hadden zij hun vliegkunst in v-erscheidene plaatsen van Sardinië 'ten beste gegeven en daar ook van de Italiaansche auto riteiten verlof ontvangen naar Marseille te gaan en van daaruit hunne machines naar Tunis t-e zenden, nadat zij zelf reeds vertrokken waren. De „Carthage" voer met volle snelheid, toen het schip Dinsdagnamiddag door Ita liaansche oorlogschepen, die in een baai en de postboot gewacht hadden, omringd werd. Ofschoon de kapitein de Fransch© vlag en de vlag van d-em maildienst heesch, namen de Italianen zijn schip in beslag, omdat het vliegtuigen aan boord had. Het schip werd haar dia haven van Cagliari gebracht, waar het tot nu toe nog aan do ketting ligt. Tijdens de reis daarheen deelde de kapitein van de „Car thage" de maatschappij to Marseille per draadlooze telegrafie het geval mede. Ook de vliegers Duval en Obré, die reeds in Tunis waren aangekomen, zijn er mee in kennis gesteld en hebben bij den Franschen resident in Tuinis een pro test ingediend- De Fransche regeering romen bloed, dat uit het kogelgaatje was gevloeid. Eensklaps schokt,© ©ome klein© tril-schudding door het bewusteloos® lichaam, de oogwimpers gingen omhoog, een flauwe blik Verloor zich in de onein dige ruimte, de mondhoeken beefden en de lippen prevelden „Water, drinken". Daarop volgde weer volslagen bewuste loosheid. Eenige oogenblikken daarna her haalde zich h-et zelfde smartelijk beweeg en gefluister, doch nu tastte de bloede rige kleverige hand onzeker naar de veldflesch. Begrijpen deed d-e zwaar ge wonde nog zeer weinig, want voortdurend gingen d-e zoekende vingers door d© haren en vervolgens naar het gelaat van den dood-en soldaat, die met het hoofd op den officier lag. Eindelijk was het wan hopig hegeerde in zijn bezit. M-et ontzet tende inspanning had hij zich half opge richt, d© flesch aan zijn droge lippen gebracht, enbegrepen, dat het leego voorwerp zrjn doodvonnis was. Opnieuw beving hem een flauwte en hij viel nu op zijn gesneuvelden krijgsmakker. Twee loeroogen hadden van achter een boom deze worsteling tegen den dood ge zien maar de bezitter had geen vinger lid uitgestoken tot hulp; integendeel, den heeft bij de Italiaansche hetzelfde gedaan. De inbeslagneming van 't Franschc schip „Carthage", dat twee vliegmachi nes aan boord had, heeft in de Franschc pers natuurlijk groot opzien gehaard. BELGIE. De Koning en de Oud-strijder. Het Brusselsche „N. v. d. D." vertelt nog eenige nadere bijzonderheden van het bezoek door koning Albert aan den 103- jarigen oud-strijder te Feluy-Arquennes ge bracht. Ze zijn zoo teekenend 'voor het karakter en de manier van spreken van koning Albert, dat we hier nog enkele typische bijzonderheden van dit bezoek laten volgen. Het blad vertelt dan, dat de oud-strijder zijn spijt had uitgedrukt, -dat hij zou moe ten sterven zonder koning. Albert gezien te hebben. „Ik heb hem eenmaal gezien, zeide hij, doch It oen was hij nog zoo klein", en hij voegde er bij: „Had ik maar een portret van hem". Dit werd ter kennis gebracht van den vorst. „Hij z«l niet alleen mijn portret hebben, verklaarde de koning, maar ik zelf zal hot hem gaan overhandigen". De koning wilde zulks volstrekt. Hij deed inlichtingen inwinnen over den ge zondheidstoestand van papa Dumoulin, en het antwoord luidde: „Uitmuntend". Doch, men moest den ouderling op het bezoek yan den koning voorbereiden. Een te groote ontroering zou voor hem nood lottig kunnen zijn. Daarom stuurde de koning Maandag zijn secretaris naar Feluy-Arquennes. Dumoulin woont te Feluy-Arquennes bij zijne dochters, die daar een kleine, maar kraaknette herberg houden. Toen de secre taris Maandagmorgen het huisje binnen trad, was de oud-strijder bezig met koffie te drinken. Hij zeide wie hij was en meldde den ouderling, dat de koning hem zou komen bezoeken. Dumoulin, die nog in 't volle bezit is zijner verstandvermogens, keek den bezoeker met een ongeloovig lachje aan, stak zijn pijp aan en zeide dan: „Dat 'is een grap, da.t geloof ik niet. De koning zou zich de moeite geven om mij zijn portret te brengen? Neen, men houdt mij voor den gek." De secretaris drong aan en kon den ouderling ten slotte overtuigen. Dumoulin weende en riep eensklaps uit: „Leve de koning Dinsdag, in 't begin van den namidi- dag, verliet de koning, in klein uniform van luitenanCgeneraal, vergezeld door zijn secretaris en commandant du Posch, staf officier, per automobiel het paleis van Brussel en reed naar Feluy-Arquennes, een dorpje nabij Nijvel, langs de groote baan van Bergen. Het nieuws van het bezoek des konings was te Feluy-Arquen nes en in den omtrek als een loopend vuurtje verspreid en alzoo kwam het, dat de vorst langs de baan door honderden nieuwsgierigen toegejuicht werd. Ten 2 ure 15 hield de koninklijke auto mobiel stil voor de herberg van Philippe Dumoulin. Op den drempel der deur stond papa Dumoulin den koning al te wach ten. Hij had zijn blauwen kiel met de driekleurlinten aangetrokken en zijne muts van 1830 opgezet. De ouderling was om ringd door zijn kinderen en kleinkinde ren, door den burgemeester, den pastoor en den veldwachter. Buiten stonden honderden nieuwsgieri gen. De koning stapte uit den auto, iiep recht naar den oudstrijder en drukte hem hartelijk de handen, terwijl een geestdrif tig gejuich uit de menigte opsteeg. Papa Dumoulin leidde den vorst de ne derige herberg binnen. Op 'n schenkbord stonden eene flesch champagne en eenige glazen. „Sire, zegde de ouderling, gij zult toch wel een glaasje drinken?" „Neen, neen, antwoordde de koning, ik dank u voor uw goed inzicht". Doch papa Dumoulin was hiermee niet tevreden. „Ja, ja', Sire, drong hij aan, gij zult me dat plezier niet weigeren". 'tZij zoo, sprak de koning, ik zal met u, eens tikken en op uwe gezondheid drinken." De flesch champagne werd ontkurkt en doodssnik va,n den gewonde had hij dank baar opgevangen. Nadat de gore boeven tronie naar aJle richtingen "had gespied, kroop hij plat op den grond voorwaarts naar den buit. Een grijnslach verdierlijkte nog meer dit ploertmensch bij dit bui tenkansje. Op het slagveld was geen slagje te slaan, daar waren de dokters, de hospitaalsoldaten, de ziekendragers en de scherp-speurende maréchaussées en gen darmen, maar op dit afgelegen plek jeDe hyena kroop verder naar zijn lijkenbuit en als het echte diersoort be snuffelde hij eerst de prooi. „Gelukkig alles dood", mompelde de roever en den officier bemerkende gaf hij dezen de voor keur bij de uitschudding. De vuile dief- handen graaiden als roofvogelsklauwen in de zakken van het slachtoffer en het hor loge en de portemonnaie verhuisden in de zijne, het kleingoed smeet hij in de sloot. Dan rukte hij de tuniek los, maar even schrok de booswicht. „Water", fluisterde de verstijvende lip pen. „Nog niet dood", flitste het door brein van den lijkensohenner, „doch ik geloof geen handje te hoeven helpen". „Eene goede vondst" meesmuilde de schurk, en meteen -verdween de porte- de glazen gevuld. De koning trad met een glas in de hand vooruit naar Dumou lin, die in zijn zetel rustte, en sprak „Mijn brave Dumoulin, ik drink op uwe goede gezondheid en ik hoop u nog weer te zien!" „Leve de Koning!" riep Dumou lin uit. En de vorst tikte met' de groot ste eenvoudigheid met al de aanwezigen, met tie familie, met den pastoor, met den burgemeester en ook met den veld wachter. Vervolgens overhandigde de koning den oud-strijder een zijner laatste portretten in groot tenue, zeer prachtig ingelijst. Tot weenens toe bewogen vroeg Dumou lin aan den koning of hij nog eens de twee Jianden mocht drukken. Al de aan wezigen weenden en de koning zelf was diep .ontroerd. „Leve de koning! Leve de prinsen!" riep Dumoulin uit, toen do vorst yan hem afscheid nam. Wanneer de koning huiten verscheen werd hij door eene pvertalrijke menigte geestdriftig toe gejuicht. Ten 41/a ure w,as de koning in het paleis te Brussel weergekeerd. Rumoer in de Kamer. Donderdag, bij de interpellatie over de duurte dei- levensmiddelen in de Kamer wond de so cialist Van de Velde zich zóó op hij de rede van den rechtschen afgevaardigde Du Bus do Wa.rnaffo, dat hij op hem af wilde vliegen waardoor een hevig rumoer ontstond. De voorzitter schorst© de ver gadering. Nadat de Kamer weer hijeen was ge komen, werd met 54 tegen 49 stemmen rechterzijde tegen linkerzijde de censuur op VanderVeWe toegepast wegens poging tot geweldpleging. Kardinaal Bourne te Brussel. Naar uit Brussel wordt gemeld, is zijn Em. kardinaal Bourne en primaat van Engeland, daar aangekomen. Tijdens zijn verblijf aldaar zal hij de gast zijn van den Belgischen minister van justitie, Car ton do Wiart. FRANKRIJK. Een nieuw© aanslag wordt op de Fransche Katholieken, hun vrijheid en hun recht gepleegd. Bij de Scheidingswet waren do kerken tot Staatseigendom verklaard, doch in ge bruik gelaten aan de geestelijkheid. Deze oefende daar een toezicht uit. Thans echter heeft de heer Thalamas, bekend door zijn aanvallen tegen de II. Jeanne d'Arc, op de begrooting voor 1912 een post weten geplaatst te krijgen, groot 20.000 francs, waaruit „bewakers der ka thedralen" zullen worden bekostigd. De bedoeling is, dit bedrag geleidelijk te vergrooten, zoodat ten slotte alle kerken onder toezicht van zulke staatsbeambten zullen worden geleid. Zij zullen dan voortaan in de kerken het oppergezag uitoefenen, de pastoor staat onder hen. Zij zijn het ook, die de gewaden bewaren ende reliquieën. Zoo wordt het eertijds ridderlijke Frank rijk een land waar de meest kwellende plagerij en tyrannie gaat heerschen. De minister-president heeft intusschen in de Kamer zijn „verklaring" gegeven: „In de eerste plaats wondt geconsta teerd, dat alle fracties der'republikeinsche partij door een zelfde nationaal gevoel worden beheerscht. Het land, altijd al onverschillig voor persomep-quaesties, wil zich in moeilijke tijden tot groote opvat tingen verheffen tot het algemeen wel zijn. Wat Spanje betreft: een loyale en tente, in oprecht vredelievenden geest zal de organisatie van het protectoraat in Marokko mogelijk maken. Iln de verkla.- ring wordt verder gezegd, dat die regee ring zonder zwakheid het gezag zal uit oefenen en niet alleen dein vrede zal moe ten handhaven doch ook onder controle der Kamers leiding zal moeten geven aan de js'pciale ontwikkeling. De regeering zal zich met de kiesrecht- oommissie in verbinding stellen, opdat zoo spoedig mogelijk een hervorming zal kun nen tot stand komen, die de politieke partijen een juistere yertegenwoordiging feuille in de schunnige broek. Water, drinken" en de hand van den gewonde zocht voor de tweede maal naai de veldflesch. Weer deinsde de gore ge stalte even terug, maar met een ruk greep hij die zoekende hand, waaraan nieuwe buit zat, een ring met een steen, die de schitterende zonnestralen duizendvou dig terugkaatste in de gluiperige oogen van den maraudeur. Met de andere hand rukte hij aan den ring, maar de opge zwollen vinger belette den roof; nog ruwer werd de rukbeweging en een hoorbaar steunen ontsnapte het slachtoffer. „Verd... dan maar"Een gemeen dolkmes flikkerde in het zonlicht en de roover richtte zich op, omPang I een nikkel projectiel sloeg naast hem in den grond, en weg snelde hij. Pang! Pang! de vluch tende kerel sloeg beide handen in de lucht, wankelde en "stortte neer. Twee Fransche gendarmen kwamen aanrennen van achter den dijk en geen tel te vroeg. „Dood", en de sergeant schopte ver achtend het lichaam van den bandiet, in eene andere houding. „Morsdood, een schot in het hoofd en een in den buik; de hond is er eigenlijk nog veel te goed afgekomen". (Wordt; vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1912 | | pagina 5