f koffie
's Bank.
Schoeisel.
UIMING
Wand's doodstrijd in 1918.
Wo. 5). TWEEDE BLAD NIEUWE ZEEUWS€HE COURANT Zaterdag 20 Januari 1912.
iner* -
\r
'fecten.
)ssingen.
Dosito.
che
sloten
Af
10ES.
EEN LIED PER WEEK.
Ijn
15 GOES.
des fijds.
tie geleverd.
OpES.
Iels en Vorkens.
MIDDELBURG-
SERRARENS
"s Heerenhoet-
Echte Provencer Lucerne
met boog voeder!
Letteren en Kunst.
FEUILLETON.
BUITENLAMP.
DE OORLOG
tusschen Italië en Turkije.
zenuwzwakte.
van bloedarmoede,
osheid, gebrek aan
ierstellenden na de
kheden Bij zenuw-
nguinose wonderen,
'e zwakste gestellen
genomen wordt,
gezond en krachtig
waleD, die in schjjn
spoedig de goede
Drogisten en
|N DAM <fe Co jgp
No. 11 nit „De Leewerk".
TE LAND EN TER ZEE.
Woorden van Muziek van
J. P. HEXJE J- J- Viotta.
Van Mannen in oorlog, Van Mannen in vreê,
Oud Holland, daar mocht je van spreken
En riep je te Land of riep je ter Zee,
Ze bleven niet in gebreke!
Ze bleven niet in gebreke!
I Dezelfde hand
I Greep fiksch genoeg
He# zwaard, den roerstok en den ploeg,
Tot heil van 't lieve Vaderland,
,5 Van 't lieve Vaderland,
lot heil van lieve Vaderland,
■Van 't lieve Vaderland.
Wat suf je, jong-Neêrland, wat sluimer
fje dan?
Waarachtig, 't is zonde, 't is schand
Net of je geen tien haast ineer tellen kan
Te water en ook te lande
Te water en ook te lande!
Kom sla uw hand,
I Kn frisch genoeg,
O u zwaard, om roerstok en om ploeg,
Tot heil van 't lieve Vaderland,
Van 't lieve Vaderland.
Tot heil van 't lieve Vaderland,
Van 't lieve Vaderland.
|tegen
itant.
taal. -WB
isu «EOPEsr»
Llangrijk voordeel.
lORRADIG
TEN ZADEN,
voor den aanleg vflD
WEIDEN.
Kerkelijke Bouwkunst.
K Maria's heiligdommen in Zeeland
ive Maria Stella t"
„Wees gegroet, o Ster der Zeel"
Uit de beschrijving die wij onlangs
gaven van het herstelde noorderfront der
vroegere St. Mngdalonakerk te Goes blijkt
zonxjeklaar de groote geloofsijver onzer
Katholieke voorvaderen, die geen offers
te groot achtten waar het gold waardige
tempels te honwen voor den goddelijken
diensl. De lof komt ons dan ook niet
overdreven voor, welken reeds in do 15e
eeuw de beroemde volksprediker Jan
Brugman hij had België, Westfalen
en «oord-Frankrijk doorreisd van ons
volk gaf „hoewel het een klein deel van
de wereld is, daarom is het toch geenszins
het minstedaar het boven vele
natiën en landen zeer gevuld is met
christelijk leven, onvermoeid in het
houwen en zeer mild in liet
siejron van kerken"1)
■Haar de structuur en symboliek van
datzelfde noordertransept leerde ons ook,
hoel ons Roomsche voorgeslacht zich
onderscheidden liefde tot „de gezegende
onder de vrouwen", de H. 'Maagd en
Bfojjcior Gods Maria. Inderdaad, ons land,
Bat bij het uitbreken der Reformatie ruim
dfltyrheiligdommen telde aan Maria gewijd,
waaronder ware monumenten van bouw
kunst, mocht groot gaan op de eer, onder
■Brijken dor christenheid uit te blinken
■Openc vnrigo devotie tot Maria., In die
jBldeelden gelijkelijk al de tegenwoordige
provinciën van het koninkrijk der Neder
landen, ook Zeeland. Maria lag den stoeren
Zeetwen van die dagen na aan het hart.
In hun hanlnekkigen, onverpoosden strijd
tegen het verraderlijk element, de zee,
dit* niet zelden het geheele gewest met
igKagen ondergang bedreigde, meenden
zij de hulp des Hemels des te zekerder
te yerwerven, wanneer zij de machtige
voorspraak inriepen van de „Stella Maris",
B»,Sterre der zee", zooals de Katho
lieke Kerk in eene hare lofzangen Maria
betitelt, .terwijl zij niet schroomden de
redding uit zoo menig bang gevaar aan
dievoorspraak te moeten toeschrijven.
Liefde en dankbaarheid beide deden dan
Jonze .Zeeuwsche vaderen tot de op
richting van 7.00 menig voortreffelijk hei
'■'"dom, 'Maria ter eere, besluiten.
vermaarde koopstad Biervliet
lo reeds in de 12e eeuw onder hare
wi eene Mariakerk; zij viel in puin,
de vloed van 1377 de stad over
men, 17 dorpen verzwolg en ,,De(n)
tman" schiep.
Sluis ging al in de 13ö eeuw trotsch
ft» DOOR TWEE PIOTTEN.
IJselmonde waren in. den avond
H den 13den Juni alle Zuid-Holland-
Ht eilanden in 'srijands bezit. De ver-
tedjgende stelling strekte zich nu nog
uit Kan den Hoek van Holland tot de
Nieuwe Holla,ndsche Waterlinie bij Gor-
1 "I me' t'en Waterweg, Je Nieuwe Maas,
^Hoord en de Beneden-Merwede tus
schen zich en de Fransche troepen. Ovieral
waren afdeelinkjes opgesteld om een
overgaan van den vijand waar te nemen
||«3<-zen zoolang tegen to houden, tot-
laf .de hoofdmachten konden toesnellen,
tin Vredestijd de oorlogsmarschon on-
te plagerijen waren, daar de midde-
versneld vervoer de troepen over
riden brengen, bleek ook hier een
tje voor den vaak. De spoorwegen
raken op vele plaatsen en waar zij
'Czig waren, liepen zij onmiddellijk
[s den rivieroever onder het bestrij-
bchot v'an den aanvaller. Rij de
op zijn Mariakerk, met het altaar, toe
gewijd aan 0. L. Vrouw ter Sneeuw'
waarboven een rijk versierd Mariabeeld
prijkte. In het laatste kwart der 16e eeuw
stortte zij ineen. Thans is do plaats,
waar de .kerk eenmaal stond, een moes
tuin.
Oost-Souburg had eveneens een
zeer vermaarde Mariakerk, in 1250 ge
sticht door Petrus van Souburg. In den
toren stond een beeld van Maria. In 1575
werd de kerk tot een Protestantsch bede
huis verbouwd.
Het dorp W.elzinge, tusschen Arne-
muiden en Vlissingen, sinds lang door de
zee overstroomd, had reeds in 1247 een
fraaie Mariakerk. De kerk van N i s s e,
een der fraaiste doi'pskerken in Zeeland,
die van K a d z a n d, die van het Land
v h n S a e f t i n g e, van het vroegere am
bacht Hinkelenoord op Zuid-Bevc-
land en van Z a n d ij k op Walcheren zijn
allo kerken Maria ter eere gebouwd. Ge
deeltelijk zijn zij vergaan met de plaats
waarop zij stonden, gedeeltelijk werden
zij verwoest in de godsdienstoorlogen der
16 eeuw, voorzoover zij bleven bestaan,
gingen zij over in Protestantsche handen.
De slotkapel der machtige heeren van
San den burg tusschen Sandijk en
Veere aan de Zoete Lieve Vrouwe
toegewijd, verwierf zulk eene vermaard
heid, dat paus Sixtus IV dezelve in 1484
verhief tot eene collegiale kerk met een
kapittel van twaalf kanunniken.
En wie kent er niet „de lange Jan"
te Middelburg?
Welnu, deze toren behoort bij de prach
tige Mariakerk, welke in de 13e eeuw
ter voltooing der fraaie Norbertijnerabdij
werd gebouwd en de trots werd der
grafelijke stad.
„Nog staat er de groote kerk", aldus de
even geleerde als vrome geschiedschrijver
Kronenburg, „al is zij dan ook in handen
der Protestanten en in twee kerken ver
deeld; nog toonen ha.re muren fraaie
overblijfselen der oude bouwkunst; nog
rijst er de hooge, sierlijke toren en ge
tuigt aan geheel het vruchtbare eiland,
dat Maria hier eertijds een harer prach
tigste monumenten had" 2)
(Wordt vervolgd).
J. Brugman. Vita posterior. B. Lidwinae
(Boll. Acta 8.8. die 14 Apr. p. 303)
De spatieering is van ons. Red.
2) „Mana'B Heerlijkheid", 3 biz. 136. Aan dit
bij ons, Katholieken, te weinig bekende standaard
werk, ontleenden wij de gegevens voor boven
staand artikel. (Zie aldaar D. 5 hfst. 8 art. 1.)
Muziek.
Propaganda-avond der R.K. vereeniging
voor den volkszang te Amsterdam
De lied-eren, die wekelijks in ons blad
worden afgedrukt zijn die van den lie
derenbundel van de Limburgsche Dioce-
sainevereeniging voor den Volkszang.
Ook het bisdom Haarlem bezit sirtds
eenigen tijd zulk eeue vereeniging. Deze
heeft Woensdagavond in het concertge
bouw een propaganda-avond georgani
seerd, welke schitterend vjerliep.
De heer A. Laudy zette in een korte,
bezielende rede het doel der Vereeniging
het volledig eerherstel van het eertijds
zoo bloeiende volkslied, uiteen. Hij schet
ste ons een aardig historisch tafereel van
het lied, door het volk gezongen met een
scherpe gisping van de verbastering door
de laatste eeuwen heen - vooral het
midden der negentiende eeuw draagt in
ieder opzicht van die ontaarding de duide
lijkste sporen, toen ook in de kerkelijke
gezangen verwording merkbaar was; o.a.
werden Marialiedcren op een fragment uit
Robert le Diable gezongen.
Of thans het volkslied opnieuw wortel
zal kunnen schieten, is voor een groot
deel afhankelijk van hen, die geroepen
zijn, de jeugd daarin voortegaan, i.e. dus
onderwijzers ien opvoeders. Een ©eresaluut
brengende aan de bekend© vereeniging tot
verbetering van den Volkszang, naast wel
ke ook de nieuwe vereeniging alleszins
reden van. bestaan heeft, omdat zij ook zal
trachten het kerkelijk gezang te veralge-
meenen, zoodat ten slotte het Te Deum
laudamus in de kerken door de gansche
achterstaande afdeelingen stondien echter
talrijke gerequireerd© auto's gereed, die
in de -eerste aanvullingsbehoiofbe konden
voorzien.
Brandend heet vielen de bijna lood
rechte zonnestralen en deden de lucht
trillen boven de weilanden. Geen zuchtje
bracht ©enige verkoeling. Vlak bij ©ene
sloot lagen in verschillend© houding
eenige gevallen soklat-en. Enkele hadden
den geheimzinnig en overgang van l-even
naar dood niet begrepen, wellicht niet
gevoeld en rustig, met kalmte in de ge
laatstrekken, sliepen zij den eeuwigen
slaap. Anderen hadden een harden dood
strijd gestreden en de verwrongen gelaats
trekken, do samengeknepen vingers, do
stijf opgetrokken knieën en de losgescheur
de uniformen duidden op wanhoop en lij
den. Daartussch-en lag half op zij een jong
officier met wasbleek gelaat, waarvan ©en
gedeelte door de bepiklep beschermd weayl
tegen de verzengend© zon. De rechter
hand omvatte nog krampachtig het sabel-
gevest, terwijl de linker zich plat drukte
op de tuniek, ter hoogte van den glimmian-
den knoop bij den kijker. De hand kleefde
©enigszins vast door het zwart-rood© go-
gemeente in zuiver Gregoriaanschen stijl
kan worden medegezongen, besloot hij met
een warm gevoeld gedicht van llené de
Cl-erq zijne geestdriftige peroratie.
Toen kwam do propagandist van de
daad, de heer Hubert Ouypers. Hij deed
door een enorm kinderkooi*, onder bege
leiding van het Concertgebouw-orkest, ©en
12-tal nationale lied-eren uitvoeren, waar
onder het Wilhelmus, Valerius' liedje van
de zee, Viotta's de zilvervloot, het Vlagge-
lied en ten slotte het bekend© „Aan o
Koning der Eeuwen", uit de Pius-Cantate
van Verhulst.
De vertolking der liederen door de 600
knapen en meisjes was uitnemend en liet
bij het talrijke publiek een diepen indruk
achter.
Nog werden door mej. ,T. V- d. Linde
en den baryton Bram van der Stap ver
schillende Vlaamsch-e -en Hollandsche lie
deren m-et veel talent tem gehoore ge
bracht waarna onder een geestdriftige ova
tie van het publiek de heer Cuypers ©en
krans met rood, wit en blauwe linten
ontving.
In Turkije.
De correspondent van de „Köln. Ztg."
te Konstantinopel seint d.d. Donderdag:
Woensdag werd als zeer geloofwaardig
verzekerd, .dat de Turksche vloot in de
Rood-e Zee geen zeven kanonn-eerbootein
bezit en dat de Italiaansche overwinning
ter zee waarschijnlijk bevochten was op
-eenig-e douanekotters welke, bestemd zijn-
do tegen smokkelaars en zeerooVers op
te treden, met zeer licht geschut bewar
pend en voor een vlootactie niet geschikt
waren.
I n Bark a.
TOB ROEK, 18 Januari. Gisterenmorgen
zijn op een nieuw fort talrijke geweer
schoten afgegeven door op een vrij groo-
ten afstand verborgen Turken. Het Ita
liaansche geschut heeft hen uiteengejaagd.
Twee andere pogingen zijn eveneens af
geslagen. De Italianen hadden geen ver
liezen.
DERNA, 18 Januari. De Turken hebben
gisteren een Italiaansche troepenafdeeling
aangevallen, welke te verrichten werk
zaamheden beschermde, doch zij wenden
teruggeslagen met een verlies van een
honderdtal dooiden. De Italianen hadden
3 dooden en 7 gewonden.
Een Fransch schip in beslag
gen om en.
Over deze inbeslagneming worden
de volgende bijzonderheden gemeld:
„De Carthage" is een der postbooten, dio
geregeld tusschen Marseille en Tunis va
ren en staat onder commando van ka
pitein Te.nesse. Het schip had de vlieg
tuigen van de bei-de vli-egers Duval en
Obré aan boord, die in Tunis demonstra
ties gingen geven. In de laatste dagen
hadden zij hun vliegkunst in v-erscheidene
plaatsen van Sardinië 'ten beste gegeven
en daar ook van de Italiaansche auto
riteiten verlof ontvangen naar Marseille
te gaan en van daaruit hunne machines
naar Tunis t-e zenden, nadat zij zelf reeds
vertrokken waren.
De „Carthage" voer met volle snelheid,
toen het schip Dinsdagnamiddag door Ita
liaansche oorlogschepen, die in een baai
en de postboot gewacht hadden, omringd
werd. Ofschoon de kapitein de Fransch©
vlag en de vlag van d-em maildienst
heesch, namen de Italianen zijn schip in
beslag, omdat het vliegtuigen aan boord
had. Het schip werd haar dia haven van
Cagliari gebracht, waar het tot nu toe
nog aan do ketting ligt. Tijdens de reis
daarheen deelde de kapitein van de „Car
thage" de maatschappij to Marseille per
draadlooze telegrafie het geval mede.
Ook de vliegers Duval en Obré, die
reeds in Tunis waren aangekomen, zijn
er mee in kennis gesteld en hebben bij
den Franschen resident in Tuinis een pro
test ingediend- De Fransche regeering
romen bloed, dat uit het kogelgaatje was
gevloeid. Eensklaps schokt,© ©ome klein©
tril-schudding door het bewusteloos®
lichaam, de oogwimpers gingen omhoog,
een flauwe blik Verloor zich in de onein
dige ruimte, de mondhoeken beefden en
de lippen prevelden „Water, drinken".
Daarop volgde weer volslagen bewuste
loosheid. Eenige oogenblikken daarna her
haalde zich h-et zelfde smartelijk beweeg
en gefluister, doch nu tastte de bloede
rige kleverige hand onzeker naar de
veldflesch. Begrijpen deed d-e zwaar ge
wonde nog zeer weinig, want voortdurend
gingen d-e zoekende vingers door d© haren
en vervolgens naar het gelaat van den
dood-en soldaat, die met het hoofd op
den officier lag. Eindelijk was het wan
hopig hegeerde in zijn bezit. M-et ontzet
tende inspanning had hij zich half opge
richt, d© flesch aan zijn droge lippen
gebracht, enbegrepen, dat het leego
voorwerp zrjn doodvonnis was. Opnieuw
beving hem een flauwte en hij viel nu
op zijn gesneuvelden krijgsmakker.
Twee loeroogen hadden van achter een
boom deze worsteling tegen den dood ge
zien maar de bezitter had geen vinger
lid uitgestoken tot hulp; integendeel, den
heeft bij de Italiaansche hetzelfde gedaan.
De inbeslagneming van 't Franschc
schip „Carthage", dat twee vliegmachi
nes aan boord had, heeft in de Franschc
pers natuurlijk groot opzien gehaard.
BELGIE.
De Koning en de Oud-strijder.
Het Brusselsche „N. v. d. D." vertelt
nog eenige nadere bijzonderheden van het
bezoek door koning Albert aan den 103-
jarigen oud-strijder te Feluy-Arquennes ge
bracht. Ze zijn zoo teekenend 'voor het
karakter en de manier van spreken van
koning Albert, dat we hier nog enkele
typische bijzonderheden van dit bezoek
laten volgen.
Het blad vertelt dan, dat de oud-strijder
zijn spijt had uitgedrukt, -dat hij zou moe
ten sterven zonder koning. Albert gezien
te hebben. „Ik heb hem eenmaal gezien,
zeide hij, doch It oen was hij nog zoo
klein", en hij voegde er bij: „Had ik
maar een portret van hem".
Dit werd ter kennis gebracht van den
vorst. „Hij z«l niet alleen mijn portret
hebben, verklaarde de koning, maar ik
zelf zal hot hem gaan overhandigen".
De koning wilde zulks volstrekt. Hij
deed inlichtingen inwinnen over den ge
zondheidstoestand van papa Dumoulin, en
het antwoord luidde: „Uitmuntend".
Doch, men moest den ouderling op het
bezoek yan den koning voorbereiden. Een
te groote ontroering zou voor hem nood
lottig kunnen zijn. Daarom stuurde de
koning Maandag zijn secretaris naar
Feluy-Arquennes.
Dumoulin woont te Feluy-Arquennes bij
zijne dochters, die daar een kleine, maar
kraaknette herberg houden. Toen de secre
taris Maandagmorgen het huisje binnen
trad, was de oud-strijder bezig met koffie
te drinken. Hij zeide wie hij was en meldde
den ouderling, dat de koning hem zou
komen bezoeken. Dumoulin, die nog in
't volle bezit is zijner verstandvermogens,
keek den bezoeker met een ongeloovig
lachje aan, stak zijn pijp aan en zeide
dan: „Dat 'is een grap, da.t geloof ik
niet. De koning zou zich de moeite geven
om mij zijn portret te brengen? Neen,
men houdt mij voor den gek."
De secretaris drong aan en kon den
ouderling ten slotte overtuigen. Dumoulin
weende en riep eensklaps uit: „Leve de
koning
Dinsdag, in 't begin van den namidi-
dag, verliet de koning, in klein uniform
van luitenanCgeneraal, vergezeld door zijn
secretaris en commandant du Posch, staf
officier, per automobiel het paleis van
Brussel en reed naar Feluy-Arquennes,
een dorpje nabij Nijvel, langs de groote
baan van Bergen. Het nieuws van het
bezoek des konings was te Feluy-Arquen
nes en in den omtrek als een loopend
vuurtje verspreid en alzoo kwam het, dat
de vorst langs de baan door honderden
nieuwsgierigen toegejuicht werd.
Ten 2 ure 15 hield de koninklijke auto
mobiel stil voor de herberg van Philippe
Dumoulin. Op den drempel der deur stond
papa Dumoulin den koning al te wach
ten. Hij had zijn blauwen kiel met de
driekleurlinten aangetrokken en zijne muts
van 1830 opgezet. De ouderling was om
ringd door zijn kinderen en kleinkinde
ren, door den burgemeester, den pastoor
en den veldwachter.
Buiten stonden honderden nieuwsgieri
gen. De koning stapte uit den auto, iiep
recht naar den oudstrijder en drukte hem
hartelijk de handen, terwijl een geestdrif
tig gejuich uit de menigte opsteeg.
Papa Dumoulin leidde den vorst de ne
derige herberg binnen. Op 'n schenkbord
stonden eene flesch champagne en eenige
glazen. „Sire, zegde de ouderling, gij
zult toch wel een glaasje drinken?"
„Neen, neen, antwoordde de koning, ik
dank u voor uw goed inzicht". Doch papa
Dumoulin was hiermee niet tevreden. „Ja,
ja', Sire, drong hij aan, gij zult me dat
plezier niet weigeren". 'tZij zoo, sprak
de koning, ik zal met u, eens tikken en
op uwe gezondheid drinken."
De flesch champagne werd ontkurkt en
doodssnik va,n den gewonde had hij dank
baar opgevangen. Nadat de gore boeven
tronie naar aJle richtingen "had gespied,
kroop hij plat op den grond voorwaarts
naar den buit. Een grijnslach verdierlijkte
nog meer dit ploertmensch bij dit bui
tenkansje. Op het slagveld was geen slagje
te slaan, daar waren de dokters, de
hospitaalsoldaten, de ziekendragers en de
scherp-speurende maréchaussées en gen
darmen, maar op dit afgelegen plek
jeDe hyena kroop verder naar zijn
lijkenbuit en als het echte diersoort be
snuffelde hij eerst de prooi. „Gelukkig
alles dood", mompelde de roever en den
officier bemerkende gaf hij dezen de voor
keur bij de uitschudding. De vuile dief-
handen graaiden als roofvogelsklauwen in
de zakken van het slachtoffer en het hor
loge en de portemonnaie verhuisden in
de zijne, het kleingoed smeet hij in de
sloot. Dan rukte hij de tuniek los, maar
even schrok de booswicht.
„Water", fluisterde de verstijvende lip
pen. „Nog niet dood", flitste het door
brein van den lijkensohenner, „doch ik
geloof geen handje te hoeven helpen".
„Eene goede vondst" meesmuilde de
schurk, en meteen -verdween de porte-
de glazen gevuld. De koning trad met
een glas in de hand vooruit naar Dumou
lin, die in zijn zetel rustte, en sprak
„Mijn brave Dumoulin, ik drink op uwe
goede gezondheid en ik hoop u nog weer
te zien!" „Leve de Koning!" riep Dumou
lin uit. En de vorst tikte met' de groot
ste eenvoudigheid met al de aanwezigen,
met tie familie, met den pastoor, met
den burgemeester en ook met den veld
wachter.
Vervolgens overhandigde de koning den
oud-strijder een zijner laatste portretten
in groot tenue, zeer prachtig ingelijst.
Tot weenens toe bewogen vroeg Dumou
lin aan den koning of hij nog eens de
twee Jianden mocht drukken. Al de aan
wezigen weenden en de koning zelf was
diep .ontroerd. „Leve de koning! Leve de
prinsen!" riep Dumoulin uit, toen do
vorst yan hem afscheid nam. Wanneer
de koning huiten verscheen werd hij door
eene pvertalrijke menigte geestdriftig toe
gejuicht. Ten 41/a ure w,as de koning in
het paleis te Brussel weergekeerd.
Rumoer in de Kamer. Donderdag,
bij de interpellatie over de duurte dei-
levensmiddelen in de Kamer wond de so
cialist Van de Velde zich zóó op hij de
rede van den rechtschen afgevaardigde
Du Bus do Wa.rnaffo, dat hij op hem af
wilde vliegen waardoor een hevig rumoer
ontstond. De voorzitter schorst© de ver
gadering.
Nadat de Kamer weer hijeen was ge
komen, werd met 54 tegen 49 stemmen
rechterzijde tegen linkerzijde de
censuur op VanderVeWe toegepast wegens
poging tot geweldpleging.
Kardinaal Bourne te Brussel.
Naar uit Brussel wordt gemeld, is zijn
Em. kardinaal Bourne en primaat van
Engeland, daar aangekomen. Tijdens zijn
verblijf aldaar zal hij de gast zijn van
den Belgischen minister van justitie, Car
ton do Wiart.
FRANKRIJK.
Een nieuw© aanslag wordt op de
Fransche Katholieken, hun vrijheid en hun
recht gepleegd.
Bij de Scheidingswet waren do kerken
tot Staatseigendom verklaard, doch in ge
bruik gelaten aan de geestelijkheid. Deze
oefende daar een toezicht uit.
Thans echter heeft de heer Thalamas,
bekend door zijn aanvallen tegen de II.
Jeanne d'Arc, op de begrooting voor 1912
een post weten geplaatst te krijgen, groot
20.000 francs, waaruit „bewakers der ka
thedralen" zullen worden bekostigd.
De bedoeling is, dit bedrag geleidelijk
te vergrooten, zoodat ten slotte alle kerken
onder toezicht van zulke staatsbeambten
zullen worden geleid. Zij zullen dan
voortaan in de kerken het oppergezag
uitoefenen, de pastoor staat onder hen.
Zij zijn het ook, die de gewaden bewaren
ende reliquieën.
Zoo wordt het eertijds ridderlijke Frank
rijk een land waar de meest kwellende
plagerij en tyrannie gaat heerschen.
De minister-president heeft intusschen
in de Kamer zijn „verklaring" gegeven:
„In de eerste plaats wondt geconsta
teerd, dat alle fracties der'republikeinsche
partij door een zelfde nationaal gevoel
worden beheerscht. Het land, altijd al
onverschillig voor persomep-quaesties, wil
zich in moeilijke tijden tot groote opvat
tingen verheffen tot het algemeen wel
zijn. Wat Spanje betreft: een loyale en
tente, in oprecht vredelievenden geest zal
de organisatie van het protectoraat in
Marokko mogelijk maken. Iln de verkla.-
ring wordt verder gezegd, dat die regee
ring zonder zwakheid het gezag zal uit
oefenen en niet alleen dein vrede zal moe
ten handhaven doch ook onder controle
der Kamers leiding zal moeten geven aan
de js'pciale ontwikkeling.
De regeering zal zich met de kiesrecht-
oommissie in verbinding stellen, opdat zoo
spoedig mogelijk een hervorming zal kun
nen tot stand komen, die de politieke
partijen een juistere yertegenwoordiging
feuille in de schunnige broek.
Water, drinken" en de hand van den
gewonde zocht voor de tweede maal naai
de veldflesch. Weer deinsde de gore ge
stalte even terug, maar met een ruk greep
hij die zoekende hand, waaraan nieuwe
buit zat, een ring met een steen, die
de schitterende zonnestralen duizendvou
dig terugkaatste in de gluiperige oogen
van den maraudeur. Met de andere hand
rukte hij aan den ring, maar de opge
zwollen vinger belette den roof; nog ruwer
werd de rukbeweging en een hoorbaar
steunen ontsnapte het slachtoffer. „Verd...
dan maar"Een gemeen dolkmes
flikkerde in het zonlicht en de roover
richtte zich op, omPang I een nikkel
projectiel sloeg naast hem in den grond,
en weg snelde hij. Pang! Pang! de vluch
tende kerel sloeg beide handen in de
lucht, wankelde en "stortte neer. Twee
Fransche gendarmen kwamen aanrennen
van achter den dijk en geen tel te vroeg.
„Dood", en de sergeant schopte ver
achtend het lichaam van den bandiet, in
eene andere houding. „Morsdood, een
schot in het hoofd en een in den buik;
de hond is er eigenlijk nog veel te goed
afgekomen". (Wordt; vervolgd.)