oor COGNAC. NG )n. AANj !R,Goes LVER, 5, enz. No. 154. TWEEDE BLAD NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT Zaterdag 30 December 1911. ieraandoening, n EEN LIED PER WEEK. Zelandia Antiqua. Middelburg EEN KERSTLIED. UIT DE PERS. et niet. wen.- hebben nier- bennen angielub- ïiiet onder dien zenuwhoofdpijn, a rug iein de len- umatische pijnen, n toe. loeh verreweg in het de niergiften fgemaite en rus- :-stoornissen, wa- rugpijn v-eroor- a u prikkelbaar, n en spoedig o-nt- dat gij ©en on- en dat gij niet ©handelt die oor- door het gebruik ieren Pillen, di-e ©zond maken en t stellen om "de jdeti veroorzaken, oeren. Op iedere echte nerk de man endanen voor. illen zijn te Goes Nathan Emanuël; en hoer Joh. de Toezending ge- rgst van postwis- of f 10.— voor OL AAD No. 20 uit „De Leewerk". DE HERDERKENS LAGEN BIJ NACHTE. De herderkens lagen bij nachte, Ze lagen bij nacht in het veld. Ze hielden vol trouwe de wachte; Ze hadden hun schaapjes geteld. Daar hooren zij de Engelen zingen, Hun liederen vloeiend en klaar De herders naar Bethlehem gingen 't Liep tegen het nieuwe jaar. Toen zij er te Bethlehem kwamen, Daar schoten drie stralen dooreen Een straal van omhoog zij vernamen, Een straal uit het kribje beneên; Toen vlamde er een straal uit hun oogen, En viel op het Kindeke teer; Zjj stonden tot scbreiens bewogen, En knielden bij Jesus neer. Maria, die bloosde van weelde, Van ootmoed en lieflijke vreugd; De goede Sint Jozef, hg streelde, Het Kindje, der menschen geneugt. De herders bevalen te weiden Hun schaapkens aan de engelenschaar: Wg kunnen van 't kribje niet scheiden, Wij wachten het nieuwe jaar". Och Kindje, och Kindje, dat heden, In 't needrige stalletje kwaamt, Ach laat ons Uw paden betreden, Want Gg hebt de wereld beschaamd. G(j komt om de wereld te winnen, Den maehtigsten vijand te slaan De kracht uwer liefde van binnen, Kan wereld, noch hel weerstaan. in het wonderjaar 1566. XI. Er liep een gerucht door de stad, dat de Priester, die de H. Mis opdroeg, aan de hand was gewond door een kleer maker, maar dit was een vergissing. Ka nunnik Johan Jeroen, kenbaar aan zijn manken gang, plaatste zich vóór de bre kers en hield hen op, waardoor Kanun nik Damouïs verder ongehinderd in de sacristiekon verdwijnen. Het geval had hem evenwel zoo aangepakt, dat hij twee of drie maanden aan koo-rts geleden heeft. In de vergadering der Weth op den volgenden dag werd besloten, de afkon diging van het plakkaat op de buiten- landsche predikersuit te stellen en het voor de zooveelste maal gedane verzoek van Mgr., om de Staten te be schrijven, die ten hove een hoofd zouden verzoeken en eenige bezetting, verklaar de men onnoodig. De Weth zou de Hee- ren beschermen. Den 4 Nov. ging het stedelijk bestuur nog een stapje verder. Indien de Staten soms voor, een bezet ting zouden stemmen, dan zou het „hoofd" en het soldatenvolk niet toege laten worden. De Prins, de stadhouder van Holland, Zeeland en Utrecht, was hun hoofd. Juist 14 dagen later werd dit besluit bevestigd, maar tevens zou het plakkaat van de puie afgelezen en de besluiten van het Concilie van Trente in den loop der maand afgekondigd wor den. Er heerschte rust en vrede. De nieuws- gezinden hadden het voorshands bereik bare gekregen. Een weinig voorzichtig heid was nog wel geboden, maar overi gens: er werd rekening met hen gehou- Herinneringen aan den componist van „Stille Nacht, heilige Nacht Naar het Duitsch vrg bewerkt door H. R.1) De Kerstvroegmis was geëindigd. Uit de wijd geopende deuren van het kerkge bouw te Arnsdorf stroomden de geloovigen huiswaarts. 't Was nog donker, zoodat de terugkeer over de met sneeuw bedekte velden en bergwegen niet zonder gevaar was. Ouder gewoonte waren echter spoedig de noodige fakkels van pgnboomenhout ontstoken, die door stevige knapen onder 't zingen van vroolijke liederen werden vooruitgedragen. Het was een werkelgk fantastisch schouw spel, zulk een tocht over de smalle berg paden, van die stoere landlieden in hun Geruimen tijd heeft men Michael Haydn te Salzburg voor den componist van dit lied gehouden, doch dit was een dwaling. De ware geschiedenis is deze: op 24 December 1818 ontving de organist JFrans Gruber te Arnsdorf het verzoek van den priester Joseph Mohr, te Obendorf, om bij een door dezen vervaardigd gedicht de muziek te willen schrijven. Reeds op 25 December was Joseph Mohr in't bezit van de compositie, die nog dienzelfden dag in de Nicolaaekerk Ie Oberndorf werd gezongen. In 1834 werd het lièd in Gebhardt'e „Jugend- freund" opgenomen, en is thans over de geheele wereld bekend. De componist stierf in 1863 en op zijn graf pry kt een steen met de woorden „Dem Schöp- fer des wohlbekannten Weihnachtsliedes „Stille Nacht, Heilige Nacht". den: de bijgeloovige of afgodische mis bruiken der Katholieken waren ten min ste van de straten geweerd en op het stadhuis zag men hen meer en meer naai de oogen. De hellebaïdiers konden afge schaft tegen het einde des jaaïs. Te Antwerpen woonde de rijke Spaan- sche koopman Marco Perez, die de nieuwe leerstellingen had -omhelsd. Te zijnen huize kwamen in de eerste helft van Oct. afgevaardigden bijeen van al de Kal- vinistische consistories. Ook Petrus Da- thenus, de hevigste van al de strijdlus tige predikanten, was aanwezig en stelde voo-r 3 miljoen gulden te verzamelen en den Koning aan te bieden met verzoek, vrije godsdienstoefening toe te staan. Ieder consistorie zou het verzoekschrift ten stadhuize aanbieden en vragen, dat regenten ,,'tselve de hertoginne in de beste forme smakelijk maken" zouden. Aangenomen is 'ten veel geld aangeboden, maar in hoeverre het bijeengebracht is, valt niet uit te maken. Gillis, Leclerc, de zoo- bedrijvige agent der Antwerpsche Kalvinisten hij de edelen, reisde van con sistorie to-t consistorie. Geen oogenblik hebben de ontwerpers er aan kunnen twij felen, of de Koning de miljoenen zou weigeren. Het was dan ook geen ernst; geldinzamelingen te houden op eeui bedekte manier to-t het werven van krijgs volk, dat Filips zelf of zijn veldheer, als zij met hulptroepen naderden, buiten de grenzen zou houden, dat was eigenlijk het doel. In een samenkomst van ver bonden edelen te Amsterdam werd in het laatst van Nov. of begin van Dec. tot weerstand besloten, tot het dwingen van den Duitschen keizer, om als bemid- delaar op te treden en tot het verzoe ten van -de Zwitsers, om het Spaan- sche krijgsvolk den tocht door Savoye te beletten. Tevens zo-u men 30000 boeken naar Spanje zenden en 12 predikers, om het den koning in zijn eigen land lastig te maken. In de Scheldestad werd, 1 Dec., door de afgevaardigden ider ver schillende gereformeerde consistories be vestigend beantwoord de vraag, of opstand geoorloofd ware, mits goede middelen tot uitvoering niet ontbraken: hoofd(en), geld, soldaten. De Prins van Oranje werd wegens zijn knipoogen tegen de Luthe ranen om dezen tijd eenigszins gewan trouwd en hij zelf vond het ongeraden, reeds nu openlijk zijn gezindheid te doen blijken, terwijl de graai van Hoorne on vermogend was, o-m zich aan het hoofd te plaatsen, dus werd Hendrik van Bre- derode de leider v:an den o-pstand. Hem werd toegevoegd een raad van zes ver bonden edelen, door de Hervormde Ker ken benoemd en zonder welks toestem ming hij niets kon doen. Zes kooplie den, afgevaardigden bij dien raad, moesten gehoord worden over de geldzaken. De Kalvinisten hadden thans verkregen, wat een jaar te voren, bij het ontstaan van het compromis, nog onbereikbaar was. De revolutiepaxtij zou het volgende jaar het onderspit delven, maar in 1572 zege. pralen. In enkele plaatsen verschenen inder daad consistorieleden v-oor de Weth tot het overhandigen van het verzoekschrift in Amsterdam b.v. en te Antwerpen, maar ook op Walcheren. Rollema, die zich wel eens meer vergiste in den juisten datum zoo beweerde hij, dat het onderzoek d-er abdij plaats had „omtrent Baefsmisse" (1 Oct.), hoewel het een maand vroeger ge schiedde, sprak van Vastenavond of het begin der Vasten, dat Haeck, gevolgd door een aantal consistorieleden, de tred-en van het stadhuis opging, wa-ar hij- wist Weth en raden vergaderd te vinden. Dr. Nuyens stelt de overreiking van het ver schilderachtige kleederdracht, beschenen door het roode flikkerende schgnsel dier geïmproviseerde flambouwen. Nadat de laatste kerkgangers achter de vooruitspringende rotsen in het dal waren verdwenen, hoorde men nog eenige oogen- blikken het wegstervend geluid hunner stemmen. Daarna werd alles doodstil. De kaarsen aan het hoogaltaar waren reeds lang gedoofd. De maan scheen door de hooge spitse boogvensters en wierp hiar zilveren schijnsel in de stille schemer donkere ruimte, waar reeds zoo menig innig gebed en zoo velerlei wenschen tot den troon des Allerhoogsten waran opge zonden. Erans Gruber, de schoolmeester en orga nist der parochiekerk, bevond zich nog alleen in den God gewijden tempel. In zich zelf gekeerd, met beide handen het hoofd vasthoudende, zat hj onbewege lijk op de bank vóór het gesloten orgel. Wat hield hem zoo lang in de kerk gekluisterd Bestond er voor hem geen Kerstfeest met zjn vroolijk licht, zijn dennengeur en kindergejubel De torenklok deed dreunend hare slagen hooren en deze schenen den eenzamen man uit zijne overpeinzingen wakker te schudden. Hij stond op en pakte haastig zjne muziekboeken bijeen, waarbij een klein beschreven blad papier op den grond viel. Hij raapte het op en stak het met een droefgeestig lachje by zich. Het bevatte den tekst voor een Kerstlied, waarvoor hy den dichter de muziek had beloofd. Die belofte meende hj evenwel niet te kunnen volbrengen in den moeitevollen strijd, dien hij doorleefdehoe zou hj ook zoekschrift te Antwerpen in de tweede helft van Oct. en omtrent denzolfden tijd moet te Middelburg dit voorbeeld gevolgd zijn, zooals trouwens van andere zijde bevestigd wordt. Toen was het voor de Walchersche Kalvinisten een geschikte tijd, op Vastenavond geenszins. De hoofdman presenteerde het van 18 tot 20 namein voorziene request, waarbij- vrijheyt van religie -en vrijheyt van consciëntie werd verzocht, den raad aan, opdat de Weth het aan de Landvoogdes zou zenden. Die van de nieuw© leer zouden 30 maal hon derdduizend guldens bijeenbrengen ter be schikking van den Koning. De ,,-edeldom" zou een gelijk adres te Brussel overhan digen. Afgeslagen. De burgemeesters wenschten zich de vingers niet te bran den, ten genoeg© van het consistorie. „Gij weigert ons dat te doen, viel flaeck uit, het is goedwe aullen u niet meer mo-ei-en in deze zaak; wij- zullen een ander hoofd zoeken 1" Van bet stadhuis gaande, kwam hij den baljuw teg-en en hij mo-est zijn gemoed lucht geven: „Ik ben daar bij die van de We-th geweest -en ik heb al daar -een request gepresenteerd, maar die beesten will-en ni-et verstaan. H-et ware -een goede zaai voor de Koninklijke Ma jesteit, pin hem uit aj z-ijn kwaad te helpen: hij kon 3 miljoen krijgen en -de n-eetringen ien het violk in zijn land hou den!Rollema verklaarde geant woord te hebben: „Hoe zijt gij zoo zotl Meent ge, dat de Koning uw geld van doen heeft? -dat hij zijn religie zal ver koop-en -en contrarie zijn geweten -en het katholiek geloof zal handelen, om jullie geld? Ja., hij zou liever al dei Neder landen verliezen, om meester te blijven Van het spel. Arme z'otten, die g© zijtl waf neemt gij v-oor u?" D-e baljuw scheen dus aan -den ernst van het verzoekschrift te gelopyien, -maar het valt moeielijk aan te nemien, flat teen man van zijn jjoisitie zoo weinig o-p de hoogte was van den gang der zaken. Hij wis t, dat Haeck, Oli vier Corbault en Jan van de Berre naar Breda, waar ook een bijeenkomst was gehouden, toe-n Oranje er vertoefde, Antwerpen, Amsterdam, Utrecht en -elders gereisd waren, naar Oranje, Bred-ero-de en -do and-ere consistories. Hij wist, dat velen beloofd hadden geld te geven100, 200, 60, 70 gulden minder of meer, maar namen kon hij niet noemen. Het Ant werpsche adres had de graaf van Hoog straten ten hove gebracht. D-e Landvoog des had het zwijgend aangenomen en doorgezonden naar Madrid. Met veront waardiging had de Koning het verzoek schrift van -de hand gewezen. De bij eengebrachte gelden w-erden gelijk Jan van den Ho-oghe van Belge-n-op-Zoom ver klaarde buiten weten van d-e contribuan ten, -dus niet .allen waren op de hoogte, ,aan -den koopman Marco Perez, ge zonden, ten behoeve van Brederode, Lo- dewijk van Nassau en aanhang-ers. Joris Van Steynamolen, d-e- ontvanger v,an -de wateringen op Walcheren en voor wi-en Haeck borg was, vroeg aan Do- misz, -die het volg-ende jaar burgemeester zou worden: „Wat dunkt u van de baeldbrekinge?" D-e ondervraagde gaf ten antwoord, -dat bet hem volstrekt niet kon behagen, ©r z-ou niets goeds uit voort komen. „Och wat, meende Steynemol-en, di© bij de belegering v,an Middelburg toch weer 's Koning,s zijde hield, het is ,,'n cl-een Zaicke; ze zullen nog al verder willen komen". Wat -er in het naaste voorjaar geschied de, hoop ik ©en and-eren keer te verhalen. L. Naschrift. Indertijd heb ik verhaald, dat in den namiddag van Woensdag 21 Aug. de b-eeldenstojrm te Middelburg werd den rechten toon kunnen vinden voor een lied der vreugde en des vredes Met looms schreden verliet hy de kerk, sloot de deur en bevond zich in de vrye lacht. Zjjne oogen dwaalden ovor den stillen Godsakker. Langzaam schreed hg voort. De nachtwind streek met killen adem over de bladerlooze struiken en door de kale en met rjjp bedekte boomtoppen. Verwelk te lijkkransen bewogen zich ritselend om de kruisen en grafsteenen. Rustig en koud stond de maan aan de donkere onmetelijke hemelruimterastig en koud dekte de sneeuw, als een uitge strekt ljjkkleed, de verstijfde aarde en dekte ook den verseh opgeworpen grafheu vel, waaronder zgn eenig kind den dood slaap sluimerde. Hij had echter meer verloren dan den kleinen levenslustigen lieveling niet alleen de vader, maar ook de echtgenoot droeg rouw in het hart. Sedert den dood van zijn kind was zijne vrouw tot een schijnbaar ongeneeslijke zwaarmoedigheid vervallen, en haar toestand deed den armen man de toekomst donker inzien. Hier en daar steeg de rook van het haardvuur uit de schoorsteenenin tal van huizen schemerde een vriendelijk licht door de reten der vensterluiken en de haan verkondigde met luid gekraai het aanbre ken van den heiligen Kerstdag. Droeve gedachten omtrent zijn bekla genswaardige vrouw vervulden het hart van den organist. Door angst en vurig ver langen gedreven, ijlde hij door het dorp naar zijne woning. Eenzaam en verlaten lag het huis daar, ing-eluid door het vernielen valn twee beel den uit de St. Maarben o-p de Gro-ote Markt: -e-en kruisbeeld, dat m-e-n gewoon was in d-e jaarlijkse!» processie mee te dragen -en een. Christusbeeld, zittend op -een lez-el. Dit laatste is e.en vo-oir1 ons geheel ong-ewon-e voorstelling. Die mieening lag vo-or de hand, -dat op Palmzondag dit beeld meegevoerd werd in de pro-cessie, om des Zaligmak-eBs intocht in Jeruzalem te Veraanschouwelijken. H-et is me nader gebleken, dat zulks inderdaad het geval was en men leein dergelijke Voorstelling in Vele kerken voind. H-et 4-e deel Van d-e Bijdragen vo-or de geschiedenis van h-et Bisdoim Haarl-ern Vangt aan met -een plaatsbeschrijving van do oude Haarlemsche St. Bavo en -daaruit komen w-e t e weten, -dat tusschen de 2© -en d-e4e pilaar, op het hoogkoor, de ezel stond, waarop de triumph&eren-de Chris tus was gezeten, ni-et op-en an bloot, maar bewaard in -een kast of een tabernakel. Zulk een beeld was op rollen geplaatst en wieMd o-p Palmzondag in die proces sie gebruikt, waarbij het door ©en „ductor asdni" ©en ezelvo-erman geleid werd. Recht tegenover deze bewaarplaats, dus tusschen de le en de 3© pilaar en aan de Evangeliezijde van het Hoogaltaar, be vond zich een H. Sacram-entshuis tot be waring -der H.H. Hostiën. Van die H. Sacra- mentshuiz-en wordt herhaaldelijk gespro ken in h-et verhaal van dem Beelden storm te Middelburg. Zij waren in al de kerken aanwezig, deze gro-ote, vrijstaande, onmiddellijk op den grond rustende ta bernakels. Vóór het II. Sacramentshuis hing een lichtkroon en ter zijde stond ©en stoel, waarin men van 5 tot 11 uren en des avonds -een uur vóór ein oen uur na het Lof een vrouwtje kon zien zitten, die de kaars-en bewaarde -en ten voor- d-eele van de kerk verkocht, waarvoor het mensch een halven stuiver p-e-r dag kreeg. Daar waren ook banken geplaatst voor de geloovigen. Evenals in dat van d-e Middelburgsch-e kloosterkerk waren ©r (vergulde) traliën aan bet H. Sacraments huis. Het St. Bavosch-e moet van groote afmeting geweest zijn, daar het voorzien was van ©en trap met leuning. Op d-e binnenzijde va'n den bo-o-g, rustend op beide pilaren, zag men o-p hemelsblau- wen grond goud-en -sterren -en naar bo ven zwerende engeltjes, in. aanbiddend© en verheerlijkende houding. D:aar tusschen las men in h-e-t Latijn: „Wie dit brood eet, zal leven in -eeuwigheid" en „Zie het brood d-er -engelen", terwijl ©en derde opschrift ni-et meer ontcijferd kon wor den. E-en deskundige verklaarde-, dat dit schilderwerk stellig het schoonste was uit de g-eheel-e St. Bavo :en even zeker de vergelijking -doorstaan kon met de beste- werken van die tijden. E-a'n bewijs, dat men reeds in die dagen vain ou-ds het H. Sacrament m-et d-e grootste Vereering omgaf. Het Landbouwcrediet in Nederland. Bij gelegenheid, van d-e behandeling der Staatsbegrooting in de Tweede Kamer heeft een der afgevaardigden, de h-eer Teenstra, het landbouwcrediet in Neder land ter sprake gebracht. Hij z-eide ervan het volgende: „Die Staatscommissie voor den landbouw vat "haar taak zeer con sciëntieus -en ernstig op. Wij hebben dat gezien in het rapport, dat wij hebben gekregen over den toestand van de landarbeiders. Die commissie als uitgestorven. Daar binnen was alles stil en duister. Zijn eigen schreden deden hem schrikken. Aarzelend opende hij de kamerdeur en hg ontwaarde by het flauwe maanlicht zijne vrouw, die met een onbe weeglijk gelaat, met starre oogen, vóór het bedje van haar gestorven lieveling geknield lag en het leege kussen met hare handen krampachtig omvat hield. „Anna!" riep hg, doch zg bewoog zich niethg kwam naderbg en raakte haar schouder aan. Een wezenlooze blik trof hem, en toen hg zich voorover boog en haar zacht wilde oprichten, weerde zg hem met hare han den af. „Anna!" smeekte hg met een stem, die trilde van angst en weemoed, doch zgne bede bleef onverhoord. Het scheen echter, alsof een oude be proefde vriend zgn weeklacht had ver staan zgn blikken vielen op het geopende klavier. „Kom, beproef het hier eens mede 1" scheen het instrument hem toe te roepen, „reeds menigen vreugdetoon heb ik u ge zongen, waarom ditmaal geen toon der vertroosting?" Hij zette zich vóór het klavier en liet zich onbewust door den stroom zijner aandoeningen medevoeren. En ook nu bleaf de oude vriend hem getrouw. Boven de sombere en droevige golven der zwaarmoedigheid verhief zich allengs in zachte melodieën de herinnering aan het vervlogen geluk; door de smart gelouterd en in stille berusting voerde zg de ziel opwaarts naar de reine onbewolkte hoogte, waar het geschokte menschenhart toch alleen raad en troost kan vinden voor de heeft gemeend voor het landbouw crediet een sub-commissie te moeten benoemen en daaraan enkele deskun digen te moeten toevoegen. Zij- heeft het geluk gehad, dat zij daaraan kon toevoegen de hoeren P. J. F. Dubois, directeur van de Rijkspostspaarbank, ons geacht medelid dr. D. Bos, mr. J. G. N. da Hoop Scheffer, directeur der Nederlandsche Bank, F. B. Löhnis, inspecteur van den Landbouw ©n Th. H. A. M. van der Marck, rector te Roermond. Die namen zijn zoodanig, dat men mocht verwachten 'een rapport, dat 'de zaak in breed© trekken en ook in de détails met groote zaakkennis behandelt. Zóó is dat .rapport oo-k inderdaad uitgeval len; het is helder gesteld, het bevat al de détails, het geeft een breoden kijk op het landbouwcrediet. Ik breng die commissie daarvoor gaarne alle hulde, maar ik zou aan den Minister 'e-en enkele vraag willen, doen. Die commissie komt op blz. 84 van haar rapport tot de uitspraak, dai, zij „met haar beschouwingen is ge komen tot het dak van het gebouw van het landbouw-bedrijfscrediet. H-et zal voltooid wezen, wanneer ant woord gegeven is op deze vraaghoie de centrale banken haar zaken vlot tend kunnen houden, wanneer een onderling samengaan geen hulp kan brengen, daar de eenie centrale al behoevender is dan die andere? Di© vraag beantwoordt de commis sie aldus, dat zij medewerking inroept van de Neiderlandsche Bank en van de Rijkspostspaarbank en zij dringt verder op blz. 96 op controle aan op de banken, die niet aangesloten zijn bij een Centrale Bank. Ik zou den Minister willen vragen of hij en zijn Departement van dat rapport tennis hebben genomen «n zoo ja, of m-en aan het Departement reeds bezig is dat rapport uit te werken en of er spoedig wat aan deze zaak zal worden gedaan. Ik do© di© vraag, omdat er haast bij de zaak is. D© Commissie zegt ook, dat zij dit Tapport vooruit zendt en niet wil wachten totdat het geheele rapport klaar is. Het spreekt ook vanzelf, dat 'er haast bij is, want als er eens iets met een enkele kleine bank ge beurt, wordt daardoor het vertrouwen van al de andere boerenleenbanken geschokt. Ik Vraag dus: hoe ver is men ban het Departement met de uitwerking van het rapport? D© heer Teenstra heeft uit het Rapport de voornaamste zaken, opgediept. Vooreerst de gel-dkwestie. De plaatselijke banken, moeten steeds in staat zijn, om de spaargelden terug te geven. Zijn deze ba-nken zooals behoort bij ©ene Centrale Bank aangesloten, dan zullen zij gemakkelijk aa-n hare verplich tingen kunnen voldoen, indien de voor schriften worden opgevolgd. Want Ide Centrale Banken hebben zulk-e maatrege len getroffen, dat zij niet spoedig zonder geldmiddelen zullen zijn, tenminste, indien er geene buitengewone crisis zoud-e in treden. En juist deze mogelijkheid van buitengewone cri-sis moest d-e Staatscom missie ook onder de oogen zien; daar vandaan haar beroep op den steun der Rijkspostspaarbank. Verder bracht de heer Teenstra het ge wichtig punt dier controle ter sprake. Is ©ene boerenleenbank aangesloten bij ©ene Centrale Bank, dan staat zij onder smarten en moeilijkheden des levens. Anna bewoog zichde gewgde hand der muziek had haar aangeraakt en de vreese- lyke tooverketen, waarin haar ziel was gekluisterd, werd verbroken. Erans Gruber echter zag en hoorde niet wat er in zgne nabijheid voorviel Naeene korte inleiding en als voorbereiding tot een plechtige en gevoelvolle melodie, begoa hg met een van aandoening trillende stem te zingen: „Stille Nacht, heilige Nacht I Gottes Sohn, o wie lacht Lieb' aus Deinen göttlichen Mund, Da uns schlagt die rettende Stund, Christ in Deiner Geburt. Stille Nacht, heilige Nacht 1 Hirten erst kund gemacht Durch der Engel, Halleluja, Tönt es Iaut von fern und nah „Christ der Retter ist dal" En de Kerstengel, die zooveel menschen- harten, groot en klein, ryk en arm, geluk kig gemaakt en verkwikt had, ging ook het stille huis der droefheid niat voorby. Diep bewogen luisterde Anna naar het gezang van haar echtgenoot. Toen echter het laatste accoord wegstierf en Frans Gruber wilde opstaan, voelde hg zich eens klaps door twee zachte armen omvat, en een geliefd gelaat boog zich met al da innigheid en liefde van vroeger over naar het zgne. „Frans," zeide zg, „ik had u en den goeden God in myn bittere smart vergeten vergeef het mg 1" (N. K.)

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1911 | | pagina 5