oor COGNAC.
NG
)n.
AANj
!R,Goes
LVER,
5, enz.
No. 154. TWEEDE BLAD NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT Zaterdag 30 December 1911.
ieraandoening,
n
EEN LIED PER WEEK.
Zelandia Antiqua.
Middelburg
EEN KERSTLIED.
UIT DE PERS.
et niet.
wen.- hebben nier-
bennen angielub-
ïiiet onder dien
zenuwhoofdpijn,
a rug iein de len-
umatische pijnen,
n toe.
loeh verreweg in
het de niergiften
fgemaite en rus-
:-stoornissen, wa-
rugpijn v-eroor-
a u prikkelbaar,
n en spoedig o-nt-
dat gij ©en on-
en dat gij niet
©handelt die oor-
door het gebruik
ieren Pillen, di-e
©zond maken en
t stellen om "de
jdeti veroorzaken,
oeren.
Op iedere echte
nerk de man
endanen voor.
illen zijn te Goes
Nathan Emanuël;
en hoer Joh. de
Toezending ge-
rgst van postwis-
of f 10.— voor
OL AAD
No. 20 uit „De Leewerk".
DE HERDERKENS LAGEN BIJ NACHTE.
De herderkens lagen bij nachte,
Ze lagen bij nacht in het veld.
Ze hielden vol trouwe de wachte;
Ze hadden hun schaapjes geteld.
Daar hooren zij de Engelen zingen,
Hun liederen vloeiend en klaar
De herders naar Bethlehem gingen
't Liep tegen het nieuwe jaar.
Toen zij er te Bethlehem kwamen,
Daar schoten drie stralen dooreen
Een straal van omhoog zij vernamen,
Een straal uit het kribje beneên;
Toen vlamde er een straal uit hun oogen,
En viel op het Kindeke teer;
Zjj stonden tot scbreiens bewogen,
En knielden bij Jesus neer.
Maria, die bloosde van weelde,
Van ootmoed en lieflijke vreugd;
De goede Sint Jozef, hg streelde,
Het Kindje, der menschen geneugt.
De herders bevalen te weiden
Hun schaapkens aan de engelenschaar:
Wg kunnen van 't kribje niet scheiden,
Wij wachten het nieuwe jaar".
Och Kindje, och Kindje, dat heden,
In 't needrige stalletje kwaamt,
Ach laat ons Uw paden betreden,
Want Gg hebt de wereld beschaamd.
G(j komt om de wereld te winnen,
Den maehtigsten vijand te slaan
De kracht uwer liefde van binnen,
Kan wereld, noch hel weerstaan.
in het wonderjaar 1566.
XI.
Er liep een gerucht door de stad, dat
de Priester, die de H. Mis opdroeg, aan
de hand was gewond door een kleer
maker, maar dit was een vergissing. Ka
nunnik Johan Jeroen, kenbaar aan zijn
manken gang, plaatste zich vóór de bre
kers en hield hen op, waardoor Kanun
nik Damouïs verder ongehinderd in de
sacristiekon verdwijnen. Het geval had
hem evenwel zoo aangepakt, dat hij twee
of drie maanden aan koo-rts geleden
heeft.
In de vergadering der Weth op den
volgenden dag werd besloten, de afkon
diging van het plakkaat op de buiten-
landsche predikersuit te stellen
en het voor de zooveelste maal gedane
verzoek van Mgr., om de Staten te be
schrijven, die ten hove een hoofd zouden
verzoeken en eenige bezetting, verklaar
de men onnoodig. De Weth zou de Hee-
ren beschermen. Den 4 Nov. ging het
stedelijk bestuur nog een stapje verder.
Indien de Staten soms voor, een bezet
ting zouden stemmen, dan zou het
„hoofd" en het soldatenvolk niet toege
laten worden. De Prins, de stadhouder
van Holland, Zeeland en Utrecht, was
hun hoofd. Juist 14 dagen later werd
dit besluit bevestigd, maar tevens zou
het plakkaat van de puie afgelezen en
de besluiten van het Concilie van Trente
in den loop der maand afgekondigd wor
den.
Er heerschte rust en vrede. De nieuws-
gezinden hadden het voorshands bereik
bare gekregen. Een weinig voorzichtig
heid was nog wel geboden, maar overi
gens: er werd rekening met hen gehou-
Herinneringen aan den componist van
„Stille Nacht, heilige Nacht
Naar het Duitsch vrg bewerkt door H. R.1)
De Kerstvroegmis was geëindigd. Uit
de wijd geopende deuren van het kerkge
bouw te Arnsdorf stroomden de geloovigen
huiswaarts.
't Was nog donker, zoodat de terugkeer
over de met sneeuw bedekte velden en
bergwegen niet zonder gevaar was. Ouder
gewoonte waren echter spoedig de noodige
fakkels van pgnboomenhout ontstoken, die
door stevige knapen onder 't zingen van
vroolijke liederen werden vooruitgedragen.
Het was een werkelgk fantastisch schouw
spel, zulk een tocht over de smalle berg
paden, van die stoere landlieden in hun
Geruimen tijd heeft men Michael Haydn
te Salzburg voor den componist van dit lied
gehouden, doch dit was een dwaling. De ware
geschiedenis is deze: op 24 December 1818
ontving de organist JFrans Gruber te Arnsdorf
het verzoek van den priester Joseph Mohr, te
Obendorf, om bij een door dezen vervaardigd
gedicht de muziek te willen schrijven. Reeds op
25 December was Joseph Mohr in't bezit van de
compositie, die nog dienzelfden dag in de
Nicolaaekerk Ie Oberndorf werd gezongen.
In 1834 werd het lièd in Gebhardt'e „Jugend-
freund" opgenomen, en is thans over de geheele
wereld bekend.
De componist stierf in 1863 en op zijn graf
pry kt een steen met de woorden „Dem Schöp-
fer des wohlbekannten Weihnachtsliedes „Stille
Nacht, Heilige Nacht".
den: de bijgeloovige of afgodische mis
bruiken der Katholieken waren ten min
ste van de straten geweerd en op het
stadhuis zag men hen meer en meer naai
de oogen. De hellebaïdiers konden afge
schaft tegen het einde des jaaïs.
Te Antwerpen woonde de rijke Spaan-
sche koopman Marco Perez, die de nieuwe
leerstellingen had -omhelsd. Te zijnen
huize kwamen in de eerste helft van
Oct. afgevaardigden bijeen van al de Kal-
vinistische consistories. Ook Petrus Da-
thenus, de hevigste van al de strijdlus
tige predikanten, was aanwezig en stelde
voo-r 3 miljoen gulden te verzamelen en
den Koning aan te bieden met verzoek,
vrije godsdienstoefening toe te staan.
Ieder consistorie zou het verzoekschrift
ten stadhuize aanbieden en vragen, dat
regenten ,,'tselve de hertoginne in de
beste forme smakelijk maken" zouden.
Aangenomen is 'ten veel geld aangeboden,
maar in hoeverre het bijeengebracht is,
valt niet uit te maken. Gillis, Leclerc,
de zoo- bedrijvige agent der Antwerpsche
Kalvinisten hij de edelen, reisde van con
sistorie to-t consistorie. Geen oogenblik
hebben de ontwerpers er aan kunnen twij
felen, of de Koning de miljoenen zou
weigeren. Het was dan ook geen ernst;
geldinzamelingen te houden op eeui
bedekte manier to-t het werven van krijgs
volk, dat Filips zelf of zijn veldheer, als
zij met hulptroepen naderden, buiten de
grenzen zou houden, dat was eigenlijk
het doel. In een samenkomst van ver
bonden edelen te Amsterdam werd in
het laatst van Nov. of begin van Dec.
tot weerstand besloten, tot het dwingen
van den Duitschen keizer, om als bemid-
delaar op te treden en tot het verzoe
ten van -de Zwitsers, om het Spaan-
sche krijgsvolk den tocht door Savoye
te beletten. Tevens zo-u men 30000 boeken
naar Spanje zenden en 12 predikers, om
het den koning in zijn eigen land lastig
te maken. In de Scheldestad werd, 1
Dec., door de afgevaardigden ider ver
schillende gereformeerde consistories be
vestigend beantwoord de vraag, of opstand
geoorloofd ware, mits goede middelen
tot uitvoering niet ontbraken: hoofd(en),
geld, soldaten. De Prins van Oranje werd
wegens zijn knipoogen tegen de Luthe
ranen om dezen tijd eenigszins gewan
trouwd en hij zelf vond het ongeraden,
reeds nu openlijk zijn gezindheid te doen
blijken, terwijl de graai van Hoorne on
vermogend was, o-m zich aan het hoofd
te plaatsen, dus werd Hendrik van Bre-
derode de leider v:an den o-pstand. Hem
werd toegevoegd een raad van zes ver
bonden edelen, door de Hervormde Ker
ken benoemd en zonder welks toestem
ming hij niets kon doen. Zes kooplie
den, afgevaardigden bij dien raad, moesten
gehoord worden over de geldzaken. De
Kalvinisten hadden thans verkregen, wat
een jaar te voren, bij het ontstaan van
het compromis, nog onbereikbaar was.
De revolutiepaxtij zou het volgende jaar
het onderspit delven, maar in 1572 zege.
pralen.
In enkele plaatsen verschenen inder
daad consistorieleden v-oor de Weth tot
het overhandigen van het verzoekschrift
in Amsterdam b.v. en te Antwerpen, maar
ook op Walcheren. Rollema, die zich wel
eens meer vergiste in den juisten datum
zoo beweerde hij, dat het onderzoek d-er
abdij plaats had „omtrent Baefsmisse" (1
Oct.), hoewel het een maand vroeger ge
schiedde, sprak van Vastenavond of
het begin der Vasten, dat Haeck, gevolgd
door een aantal consistorieleden, de tred-en
van het stadhuis opging, wa-ar hij- wist
Weth en raden vergaderd te vinden. Dr.
Nuyens stelt de overreiking van het ver
schilderachtige kleederdracht, beschenen
door het roode flikkerende schgnsel dier
geïmproviseerde flambouwen.
Nadat de laatste kerkgangers achter de
vooruitspringende rotsen in het dal waren
verdwenen, hoorde men nog eenige oogen-
blikken het wegstervend geluid hunner
stemmen. Daarna werd alles doodstil.
De kaarsen aan het hoogaltaar waren
reeds lang gedoofd. De maan scheen door
de hooge spitse boogvensters en wierp hiar
zilveren schijnsel in de stille schemer
donkere ruimte, waar reeds zoo menig
innig gebed en zoo velerlei wenschen tot
den troon des Allerhoogsten waran opge
zonden.
Erans Gruber, de schoolmeester en orga
nist der parochiekerk, bevond zich nog
alleen in den God gewijden tempel.
In zich zelf gekeerd, met beide handen
het hoofd vasthoudende, zat hj onbewege
lijk op de bank vóór het gesloten orgel.
Wat hield hem zoo lang in de kerk
gekluisterd
Bestond er voor hem geen Kerstfeest
met zjn vroolijk licht, zijn dennengeur en
kindergejubel
De torenklok deed dreunend hare slagen
hooren en deze schenen den eenzamen man
uit zijne overpeinzingen wakker te schudden.
Hij stond op en pakte haastig zjne
muziekboeken bijeen, waarbij een klein
beschreven blad papier op den grond viel.
Hij raapte het op en stak het met een
droefgeestig lachje by zich. Het bevatte
den tekst voor een Kerstlied, waarvoor hy
den dichter de muziek had beloofd.
Die belofte meende hj evenwel niet te
kunnen volbrengen in den moeitevollen
strijd, dien hij doorleefdehoe zou hj ook
zoekschrift te Antwerpen in de tweede
helft van Oct. en omtrent denzolfden tijd
moet te Middelburg dit voorbeeld gevolgd
zijn, zooals trouwens van andere zijde
bevestigd wordt. Toen was het voor de
Walchersche Kalvinisten een geschikte tijd,
op Vastenavond geenszins. De hoofdman
presenteerde het van 18 tot 20 namein
voorziene request, waarbij- vrijheyt van
religie -en vrijheyt van consciëntie werd
verzocht, den raad aan, opdat de Weth
het aan de Landvoogdes zou zenden. Die
van de nieuw© leer zouden 30 maal hon
derdduizend guldens bijeenbrengen ter be
schikking van den Koning. De ,,-edeldom"
zou een gelijk adres te Brussel overhan
digen. Afgeslagen. De burgemeesters
wenschten zich de vingers niet te bran
den, ten genoeg© van het consistorie. „Gij
weigert ons dat te doen, viel flaeck uit,
het is goedwe aullen u niet meer mo-ei-en
in deze zaak; wij- zullen een ander hoofd
zoeken 1" Van bet stadhuis gaande, kwam
hij den baljuw teg-en en hij mo-est zijn
gemoed lucht geven: „Ik ben daar bij
die van de We-th geweest -en ik heb al
daar -een request gepresenteerd, maar die
beesten will-en ni-et verstaan. H-et ware
-een goede zaai voor de Koninklijke Ma
jesteit, pin hem uit aj z-ijn kwaad te
helpen: hij kon 3 miljoen krijgen en -de
n-eetringen ien het violk in zijn land hou
den!Rollema verklaarde geant
woord te hebben: „Hoe zijt gij zoo zotl
Meent ge, dat de Koning uw geld van
doen heeft? -dat hij zijn religie zal ver
koop-en -en contrarie zijn geweten -en het
katholiek geloof zal handelen, om jullie
geld? Ja., hij zou liever al dei Neder
landen verliezen, om meester te blijven
Van het spel. Arme z'otten, die g© zijtl
waf neemt gij v-oor u?" D-e baljuw scheen
dus aan -den ernst van het verzoekschrift
te gelopyien, -maar het valt moeielijk aan
te nemien, flat teen man van zijn jjoisitie
zoo weinig o-p de hoogte was van den
gang der zaken. Hij wis t, dat Haeck, Oli
vier Corbault en Jan van de Berre naar
Breda, waar ook een bijeenkomst was
gehouden, toe-n Oranje er vertoefde,
Antwerpen, Amsterdam, Utrecht en -elders
gereisd waren, naar Oranje, Bred-ero-de
en -do and-ere consistories. Hij wist, dat
velen beloofd hadden geld te geven100,
200, 60, 70 gulden minder of meer, maar
namen kon hij niet noemen. Het Ant
werpsche adres had de graaf van Hoog
straten ten hove gebracht. D-e Landvoog
des had het zwijgend aangenomen en
doorgezonden naar Madrid. Met veront
waardiging had de Koning het verzoek
schrift van -de hand gewezen. De bij
eengebrachte gelden w-erden gelijk Jan
van den Ho-oghe van Belge-n-op-Zoom ver
klaarde buiten weten van d-e contribuan
ten, -dus niet .allen waren op de hoogte,
,aan -den koopman Marco Perez, ge
zonden, ten behoeve van Brederode, Lo-
dewijk van Nassau en aanhang-ers.
Joris Van Steynamolen, d-e- ontvanger
v,an -de wateringen op Walcheren en voor
wi-en Haeck borg was, vroeg aan Do-
misz, -die het volg-ende jaar burgemeester
zou worden: „Wat dunkt u van de
baeldbrekinge?" D-e ondervraagde gaf ten
antwoord, -dat bet hem volstrekt niet kon
behagen, ©r z-ou niets goeds uit voort
komen. „Och wat, meende Steynemol-en,
di© bij de belegering v,an Middelburg toch
weer 's Koning,s zijde hield, het is
,,'n cl-een Zaicke; ze zullen nog al verder
willen komen".
Wat -er in het naaste voorjaar geschied
de, hoop ik ©en and-eren keer te verhalen.
L.
Naschrift. Indertijd heb ik verhaald,
dat in den namiddag van Woensdag 21
Aug. de b-eeldenstojrm te Middelburg werd
den rechten toon kunnen vinden voor een
lied der vreugde en des vredes
Met looms schreden verliet hy de kerk,
sloot de deur en bevond zich in de vrye
lacht.
Zjjne oogen dwaalden ovor den stillen
Godsakker. Langzaam schreed hg voort.
De nachtwind streek met killen adem over
de bladerlooze struiken en door de kale
en met rjjp bedekte boomtoppen. Verwelk
te lijkkransen bewogen zich ritselend om
de kruisen en grafsteenen.
Rustig en koud stond de maan aan de
donkere onmetelijke hemelruimterastig
en koud dekte de sneeuw, als een uitge
strekt ljjkkleed, de verstijfde aarde en
dekte ook den verseh opgeworpen grafheu
vel, waaronder zgn eenig kind den dood
slaap sluimerde.
Hij had echter meer verloren dan den
kleinen levenslustigen lieveling niet alleen
de vader, maar ook de echtgenoot droeg
rouw in het hart.
Sedert den dood van zijn kind was zijne
vrouw tot een schijnbaar ongeneeslijke
zwaarmoedigheid vervallen, en haar toestand
deed den armen man de toekomst donker
inzien.
Hier en daar steeg de rook van het
haardvuur uit de schoorsteenenin tal van
huizen schemerde een vriendelijk licht door
de reten der vensterluiken en de haan
verkondigde met luid gekraai het aanbre
ken van den heiligen Kerstdag.
Droeve gedachten omtrent zijn bekla
genswaardige vrouw vervulden het hart van
den organist. Door angst en vurig ver
langen gedreven, ijlde hij door het dorp
naar zijne woning.
Eenzaam en verlaten lag het huis daar,
ing-eluid door het vernielen valn twee beel
den uit de St. Maarben o-p de Gro-ote
Markt: -e-en kruisbeeld, dat m-e-n gewoon
was in d-e jaarlijkse!» processie mee te
dragen -en een. Christusbeeld, zittend op
-een lez-el. Dit laatste is e.en vo-oir1 ons
geheel ong-ewon-e voorstelling. Die mieening
lag vo-or de hand, -dat op Palmzondag dit
beeld meegevoerd werd in de pro-cessie,
om des Zaligmak-eBs intocht in Jeruzalem
te Veraanschouwelijken. H-et is me nader
gebleken, dat zulks inderdaad het geval
was en men leein dergelijke Voorstelling
in Vele kerken voind.
H-et 4-e deel Van d-e Bijdragen vo-or de
geschiedenis van h-et Bisdoim Haarl-ern
Vangt aan met -een plaatsbeschrijving van
do oude Haarlemsche St. Bavo en -daaruit
komen w-e t e weten, -dat tusschen de 2©
-en d-e4e pilaar, op het hoogkoor, de ezel
stond, waarop de triumph&eren-de Chris
tus was gezeten, ni-et op-en an bloot, maar
bewaard in -een kast of een tabernakel.
Zulk een beeld was op rollen geplaatst
en wieMd o-p Palmzondag in die proces
sie gebruikt, waarbij het door ©en „ductor
asdni" ©en ezelvo-erman geleid werd.
Recht tegenover deze bewaarplaats, dus
tusschen de le en de 3© pilaar en aan
de Evangeliezijde van het Hoogaltaar, be
vond zich een H. Sacram-entshuis tot be
waring -der H.H. Hostiën. Van die H. Sacra-
mentshuiz-en wordt herhaaldelijk gespro
ken in h-et verhaal van dem Beelden
storm te Middelburg. Zij waren in al de
kerken aanwezig, deze gro-ote, vrijstaande,
onmiddellijk op den grond rustende ta
bernakels. Vóór het II. Sacramentshuis
hing een lichtkroon en ter zijde stond
©en stoel, waarin men van 5 tot 11 uren
en des avonds -een uur vóór ein oen uur
na het Lof een vrouwtje kon zien zitten,
die de kaars-en bewaarde -en ten voor-
d-eele van de kerk verkocht, waarvoor het
mensch een halven stuiver p-e-r dag kreeg.
Daar waren ook banken geplaatst voor
de geloovigen. Evenals in dat van d-e
Middelburgsch-e kloosterkerk waren ©r
(vergulde) traliën aan bet H. Sacraments
huis. Het St. Bavosch-e moet van groote
afmeting geweest zijn, daar het voorzien
was van ©en trap met leuning. Op d-e
binnenzijde va'n den bo-o-g, rustend op
beide pilaren, zag men o-p hemelsblau-
wen grond goud-en -sterren -en naar bo
ven zwerende engeltjes, in. aanbiddend©
en verheerlijkende houding. D:aar tusschen
las men in h-e-t Latijn: „Wie dit brood
eet, zal leven in -eeuwigheid" en „Zie
het brood d-er -engelen", terwijl ©en derde
opschrift ni-et meer ontcijferd kon wor
den. E-en deskundige verklaarde-, dat dit
schilderwerk stellig het schoonste was uit
de g-eheel-e St. Bavo :en even zeker de
vergelijking -doorstaan kon met de beste-
werken van die tijden. E-a'n bewijs, dat
men reeds in die dagen vain ou-ds het
H. Sacrament m-et d-e grootste Vereering
omgaf.
Het Landbouwcrediet in Nederland.
Bij gelegenheid, van d-e behandeling der
Staatsbegrooting in de Tweede Kamer
heeft een der afgevaardigden, de h-eer
Teenstra, het landbouwcrediet in Neder
land ter sprake gebracht.
Hij z-eide ervan het volgende:
„Die Staatscommissie voor den
landbouw vat "haar taak zeer con
sciëntieus -en ernstig op. Wij hebben
dat gezien in het rapport, dat wij
hebben gekregen over den toestand
van de landarbeiders. Die commissie
als uitgestorven. Daar binnen was alles
stil en duister. Zijn eigen schreden deden
hem schrikken. Aarzelend opende hij de
kamerdeur en hg ontwaarde by het flauwe
maanlicht zijne vrouw, die met een onbe
weeglijk gelaat, met starre oogen, vóór
het bedje van haar gestorven lieveling
geknield lag en het leege kussen met
hare handen krampachtig omvat hield.
„Anna!" riep hg, doch zg bewoog zich
niethg kwam naderbg en raakte haar
schouder aan.
Een wezenlooze blik trof hem, en toen
hg zich voorover boog en haar zacht wilde
oprichten, weerde zg hem met hare han
den af.
„Anna!" smeekte hg met een stem, die
trilde van angst en weemoed, doch zgne
bede bleef onverhoord.
Het scheen echter, alsof een oude be
proefde vriend zgn weeklacht had ver
staan zgn blikken vielen op het geopende
klavier.
„Kom, beproef het hier eens mede 1"
scheen het instrument hem toe te roepen,
„reeds menigen vreugdetoon heb ik u ge
zongen, waarom ditmaal geen toon der
vertroosting?" Hij zette zich vóór het
klavier en liet zich onbewust door den
stroom zijner aandoeningen medevoeren.
En ook nu bleaf de oude vriend hem
getrouw.
Boven de sombere en droevige golven
der zwaarmoedigheid verhief zich allengs
in zachte melodieën de herinnering aan het
vervlogen geluk; door de smart gelouterd
en in stille berusting voerde zg de ziel
opwaarts naar de reine onbewolkte hoogte,
waar het geschokte menschenhart toch
alleen raad en troost kan vinden voor de
heeft gemeend voor het landbouw
crediet een sub-commissie te moeten
benoemen en daaraan enkele deskun
digen te moeten toevoegen. Zij- heeft
het geluk gehad, dat zij daaraan kon
toevoegen de hoeren P. J. F. Dubois,
directeur van de Rijkspostspaarbank,
ons geacht medelid dr. D. Bos, mr.
J. G. N. da Hoop Scheffer, directeur
der Nederlandsche Bank, F. B.
Löhnis, inspecteur van den Landbouw
©n Th. H. A. M. van der Marck,
rector te Roermond. Die namen zijn
zoodanig, dat men mocht verwachten
'een rapport, dat 'de zaak in breed©
trekken en ook in de détails met
groote zaakkennis behandelt. Zóó is
dat .rapport oo-k inderdaad uitgeval
len; het is helder gesteld, het bevat
al de détails, het geeft een breoden
kijk op het landbouwcrediet. Ik breng
die commissie daarvoor gaarne alle
hulde, maar ik zou aan den Minister
'e-en enkele vraag willen, doen.
Die commissie komt op blz. 84 van
haar rapport tot de uitspraak, dai,
zij „met haar beschouwingen is ge
komen tot het dak van het gebouw
van het landbouw-bedrijfscrediet. H-et
zal voltooid wezen, wanneer ant
woord gegeven is op deze vraaghoie
de centrale banken haar zaken vlot
tend kunnen houden, wanneer een
onderling samengaan geen hulp kan
brengen, daar de eenie centrale al
behoevender is dan die andere?
Di© vraag beantwoordt de commis
sie aldus, dat zij medewerking inroept
van de Neiderlandsche Bank en van
de Rijkspostspaarbank en zij dringt
verder op blz. 96 op controle aan
op de banken, die niet aangesloten
zijn bij een Centrale Bank.
Ik zou den Minister willen vragen
of hij en zijn Departement van dat
rapport tennis hebben genomen «n
zoo ja, of m-en aan het Departement
reeds bezig is dat rapport uit te
werken en of er spoedig wat aan
deze zaak zal worden gedaan. Ik do©
di© vraag, omdat er haast bij de zaak
is. D© Commissie zegt ook, dat zij
dit Tapport vooruit zendt en niet wil
wachten totdat het geheele rapport
klaar is. Het spreekt ook vanzelf,
dat 'er haast bij is, want als er eens
iets met een enkele kleine bank ge
beurt, wordt daardoor het vertrouwen
van al de andere boerenleenbanken
geschokt.
Ik Vraag dus: hoe ver is men ban
het Departement met de uitwerking
van het rapport?
D© heer Teenstra heeft uit het Rapport
de voornaamste zaken, opgediept.
Vooreerst de gel-dkwestie.
De plaatselijke banken, moeten steeds
in staat zijn, om de spaargelden terug
te geven.
Zijn deze ba-nken zooals behoort
bij ©ene Centrale Bank aangesloten, dan
zullen zij gemakkelijk aa-n hare verplich
tingen kunnen voldoen, indien de voor
schriften worden opgevolgd. Want Ide
Centrale Banken hebben zulk-e maatrege
len getroffen, dat zij niet spoedig zonder
geldmiddelen zullen zijn, tenminste, indien
er geene buitengewone crisis zoud-e in
treden. En juist deze mogelijkheid van
buitengewone cri-sis moest d-e Staatscom
missie ook onder de oogen zien; daar
vandaan haar beroep op den steun der
Rijkspostspaarbank.
Verder bracht de heer Teenstra het ge
wichtig punt dier controle ter sprake.
Is ©ene boerenleenbank aangesloten bij
©ene Centrale Bank, dan staat zij onder
smarten en moeilijkheden des levens.
Anna bewoog zichde gewgde hand der
muziek had haar aangeraakt en de vreese-
lyke tooverketen, waarin haar ziel was
gekluisterd, werd verbroken.
Erans Gruber echter zag en hoorde niet
wat er in zgne nabijheid voorviel Naeene
korte inleiding en als voorbereiding tot
een plechtige en gevoelvolle melodie, begoa
hg met een van aandoening trillende stem
te zingen:
„Stille Nacht, heilige Nacht I
Gottes Sohn, o wie lacht
Lieb' aus Deinen göttlichen Mund,
Da uns schlagt die rettende Stund,
Christ in Deiner Geburt.
Stille Nacht, heilige Nacht 1
Hirten erst kund gemacht
Durch der Engel, Halleluja,
Tönt es Iaut von fern und nah
„Christ der Retter ist dal"
En de Kerstengel, die zooveel menschen-
harten, groot en klein, ryk en arm, geluk
kig gemaakt en verkwikt had, ging ook
het stille huis der droefheid niat voorby.
Diep bewogen luisterde Anna naar het
gezang van haar echtgenoot. Toen echter
het laatste accoord wegstierf en Frans
Gruber wilde opstaan, voelde hg zich eens
klaps door twee zachte armen omvat, en
een geliefd gelaat boog zich met al da
innigheid en liefde van vroeger over naar
het zgne.
„Frans," zeide zg, „ik had u en den
goeden God in myn bittere smart vergeten
vergeef het mg 1" (N. K.)