Wand's doodstrijd in 1918.
No. 149. TWEEDE BLAD NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT Zaterdag 16 December 1911.
FEUILLETON.
BUITENLAND.
BINNENLAND.
EEN LIED PER WEEK.
UIT DE PERS.
No. 21 uit „De Leewerk".
LIEDEKEN
van Jesus en Sint Janneken,
die speelden met het Lammeken.
Woorden van Pater Adr. Poirtirb.
Laatst op een schoonen zomerdag;
Hoort wat mjjn geest bevalligs zag
Van Jesus 't heilig kindeken
En van Sint Jan zjjn vrindeken,
Die speelden in het klaverland,
Een lammeken aan een rooden band.
Met voetjes mollig, blank en bloot,
Lippekens als koraal zoo rood.
Zoo zaten bjj de waterkens
De zoete lieve praterkens.
Een kommeken melk ging om en om
Daar 't zonneken altoos warmer glom.
D'een wiegde 't schaapjen op zjjn schoot,
D'ander kittelie schaapkens poot.
Sint Janneke ging zingen,
Het lammeken ging springen,
En huppelde en trippelde door de wei,
De twee krullebollekens dansten daarbjj.
En als het dansen was gedaan,
Toen moest het lammeken eten gaan.
En Jesus gaf wat hooiken,
Joannes gaf wat brooiken.
Ter wereld was nooit grooter vreugd,
Dan deze twee vrindekens wai en ver-
[heugd<
1 L. J. -L SLk U
Joannes zjjn klem Neefken nam,
En zette hem boven op dat lam.
„Schoon Manneken moet rijden,
Ik zal naar huis u leiden,
Want Moederke die zal zjjn in pjjn
Waar wjj zoo lang gebleven zjjn".
Z(j reden, 't lammeken aan de hand,
En rolden en tuimelden in het zand.
En dees twee kleine jongskes,
Die deden zulke sprongskes,
Dat al de kindjes bleven staan
Totdat zjj ten leste naar huis zgn gegaan.
De Moeder maakte op staanden voet,
Van suiker ei melk een papken zoet,
Daar zaten de twee engeltjes,
Daar aten de twee bengeltjes,
En waren zoo vroolgk en zoo bljj.
Een koningsmaal haalt er zeker niet bjj
Na tafel dankten zjj onzen Heer,
En vielon op hunne kniekens neer,
Maria gaf een kruizeken,
Daarbij een suikerhuizeken.
En zong ze stillekens in slaap,
En naar zjjn stalleken ging het schaap.
De Jezuïet Adrianus Poirters, te Oisterwük
N.-Br.) in 1605 geboren, onderwees de letteren
te Maastricht, Roermond en Mechelen, waar hij
den 6en Juli 1675 overleed.
Zondagsrust.
De „Maasbode" schrijft:
De zorg vipor de Zondagsrust kentee-
kent de Christelijke Overheid.
Een Christelijk bestuur bracht ons de
Zondagswet, maar het liberale bewind
heeft ervoor gezorgd, dat er een voor
beeld kwam van afschaffing eener wet
door gewoonte; dat bewind roerde een
I praktijk in, die met de Zondagswet han
delt alsof er niet geschrevlen stond in
onze codificatie: „Eene wet kan alleen
doop eetn© latere wet voor hiet gebael
of gedeeltelijk, hare fa-acht vierliezen".
i Zong voor de Zondagsviering verdraagt
zich met de zuiveiriiberale principes niet.
Deze immers maken daarvan, omdat
er een reuk van religie aanzit, privaat-
zaak. Volgens die beginselen motet die
eene burger het weten, of hij des Zondags
stemmig ter kerk wil gaan, evenals an
dere voor zich moeten uitmaken, of zij
op den Zondagmorgen willen slapen of
in optocht met muziek doofi de straten
willen trekken.
80.) DOOR TWEE PIOTTEN.
De Vergadering geraakte al meer en
neer in opwinding. Druk gesticuleerend,
hoorden de onderhandsche debaters het
voortdurend gehamer maar nauwelijks;
de harde kraakstem van den unie-libe
raal met het traditioneel©: „Mijnheer de
Voofizitter", deden allen weer luisteren.
De heer Tommyson. Mijnheer de Voor
zitter. Het oogenblik, waarop de nieuwe
niilitiewet ons het volksleger gaf, heb-
ik gezegend omdat dit leger gedragen zou
worden door de sympathie van hiet volk,
omdat ons volk in dat leger zou zien
Let zinnebeeld van eigen kracht, omdat
alle burgers op eenzelfde wijze zouden
medewerken ter handhaving van de on
afhankelijkheid der Rijks en de verdedi
ging van het grondgebied.
Stem. Niets dan grauwe theorie, zoo
lang het hooggeroemde volksleger niet be
staat uit allemaal Tommyson's.
De heer Tommyson. Ik stel het oompli-
i jh&ht op hoogen prijs en geef den onder-
Wat echter een onbevooroordeelde ziet,
reeds zonder .openbaring! en uit kracht
van do rede alleen, is, dat een over
wegende trek des menschen is de gods
dienstige.
Niet het toestaan aan 'dezen en genen
om alle plannen, die in hen opkomen,
uit te voeren, is de vrijheid.
Maar voor de vrijheid wordt gezorgd,
doordat de Overheid die voorwaarden
schept, welke het individu in staat stel
len en helpen om volgens zijn aard en
bestemming goed te leven en doordat an
derzijds de belemmeringen jdiie daaraan
in den weg treden, worden weggenomen.
Volstrekt is hiermee niet gezegd, dat
de Overheid zou moeten waken over de
gevoelens en treden in het meest-innige
van dien mensch. Maar' op het publieke
erf liggen die vioorwaarden en die belem
meringen, die wij bedoelen.
Daar ook liggen de overheidsmaatrege
len, die den metnsch in zijn godsdienstig
leven moeten tegemoet komen; maar dat
zijn dan ook de maatregelen, die men
aan het uitsluitend-negatieve en verderfe
lijke vrijheidsbegrip van het liberalisme
niet mag opofferen.
Wij ontveinzen ons niet, dat men, een
maal zóóver gekomen, de antithese keuze
te doen heeft: óf vóór óf tegen het Chris
tendom; tevens geloovesn wij echter, dat
een juist begrip van de taak der Over
heid noodzakelijk voert tot het punt, waar
het pleit tusschen de fundamenteel strij
dige wereldbeschouwing moet beslist wor
den.
Dit pleit stelt zich op allerlei gebied, en
ons recht 'geeft overal getuigenis, hoe
de Christelijk© zijde is gekozen.
Ons huwelijksrecht en het straf
recht sluit er zich bij aan bijvoorbeeld
vraagt niet, of men soms verkiest op
de wijze der Mormonen te leven, maar
huldigt de Cliristelijk© opvatting en laat
andere opvattingen niet toe.
Wij nemen hier eein voorbeeld, waar
menigeen de keus van zelf sprekend zal
vinden, zelfs al is hij met het liberale
vrijheidsbegrip behept.
Van zelf sprekend is het evenwel niet.
Het is daar in werkelijkheid hetzelfdei
probleem, ?;ooals het zich stelt bij nog
zooveel andere regelingen. Denk nog eens
aan de verhouding van ouders en kin
deren, den toestand van natuurlijke kinde
ren, td\e regeling van. het onderwijs, de
zedelijkheidswetgeving. Daar overal heeft
het probleem gegolden en het is ons re
den tot kritiek geweest, dat hier en daar
de Christelijk© weg werd verlaten en ont
houding of zelfs bestrijding v,an het Chris
tendom gekozen.
Zoo ook bij het vraagstuk der Zon
dagsrust. Ook hier (zijn maar twee we
gen.
Het is daarom, dat wij indertijd ons
aansloten bij een schrijven, dat van de
Nederlandsch Hervormde gemeente te
Charlois inkwam bij den Rotterdamschen
raad, waarin gevraagd werd om maatrege
len tegen het ontheiligen van den Zondag
door voetballen als anderszins.
Wij betoogden, dat de Overheid de
volksgewoonten op het stuk der Zon
dagsviering leiden moest, en belemme
ringen als optochten met muziek gedu
rende kerktijd wegnemen moest.
Geef den namiddag voor gepaste ont
spanning, jhjë^ben we gevraagd. Immers
de Zondag is ook rustdag en geen rust
zonder ontspanning.
Doch in dit vraagstuk past de Over
heid geen onthouding.
Alleen do lijberale theorie leert dat.
BEI.GIE.
Over den aanslag in de Luiksche bios
coop zegt de „Gazette de Liègedat het
misdrijf aan anarchisten is toe te schrijven.
Men vermoedt dat de persoon, die de
bom aanbracht, degene is. die de toeschou
wers aan den commissaris Neujan aanduid
den als hebbende gezeten op den hoek
eener bank. Nu komt volgens hunne be-
breker in overweging van stonde af aan
de volksopvoeding in die richting te be
ginnen.
Stem. Met genoegen, dan kunnen wij
over 200 jaar de organisatie van uw volks
leger eens opnieuw onder handen nemen.
De heer Tommyson. Als vurig strijder
voor het volksleger, heb ik met de voor
handen zijnde gegevens ernstig gezocht
en gespeurd naar de oofizaak van den
traurigen loop van den oorlog en ik meen
deize gevonden te hebben. In N.-Holland
toch hebben onze troepen zich dapper
gedragen ©n den vijand teruggedrongen
trots kleine moeielijkheden in 't begin. In
N.-Brabant waren wij sterker dan de En-
gelschen, wier individueel© dapperheid en
geoefendheid zeker niet grooter zijn dan
die van onze mannen.
Stem. Alleen de veigelijking reeds wijst
op onze minderwaardige geoefendheid,
vooral in de grootere verbanden.
De heer Tommyson. Do oofizaak van
de oorlogsrampen ligt in het verkeerde
gebruik van het volksleger.
Stem. Door de versteende officierskaste.
De Keer Tommyson. Het korps officie
ren staat nog te hoog om deze uitdruk
king, die een vergissing was, ooit heel
ernstig te hebben opgenomen. Doch ka.n
schrijving die persoon goed overeen met
een der gekwetsten, zekere Henri Verding,
dezelfde, die Maandagmorgen aan zijn won
den overleed.
Maar, zegt het Luiksche blad verder,
men moet zich, met het aanduiden van den
vermoedelijken plichtige niet te veel haasten.
Die Verding had namelijk tijdens de
verzorging geweigerd zijnen voornaam op
te geven.
Het is in uw belang, had de com
missaris gezegd. Het is, opdat men uwe
ouders en familie zou kunnen verwittigen.
Ik heb niemand te verwittigen, antwoord
de hij niemand zal naar mij vragen.
Het is slechts op herhaald aandringen,
dat hij zich eindelijk dei d kennen.
Had hij toen, vraagd het blad, nog al
het gebruik van zijn geestvermogens
Verding heeft echter nooit meegedaan
aan anarchisme. Zijne familie is algemeen
geacht, maar hij had min of meer sombere
buien en was een onvermoeibare roman
lezer.
Maandagnamiddag heeft het parket een
onderzoek gedaan in de woning van Verding.
De uitslag van dit onderzoek is niet bekend.
De politie heeft zekeren Jos. D., van
Grivegnée aangehouden, dien men had zien
staan tegenover het lokaal, voorzien van een
dameszakje, dat hij gevonden en meegeco
men had. Het bevatte twee stukken van
10 mark en moest aan een toeschouwster
behooren. Ook schijnen er in de verwarring
veel juweelen gestolen te zijn.
Een inwoner van Verviers, de heer Graff,
bijgevoegd griflier van de rechtbank dier
stad, was ook in de zaal met zijn vrouw.
Zij zaten omtrent 40 meters afstand van
de plaats, waar de bom ontplofte. De heer
Graff werd op zonderlinge wijze gekwetst.
Twee stalen naalden, heel gelijk aan die
welke voor phonografen dienen, drongen
door het leer zijner schoenen en de eene
bleef in het vleesch steken nevens den enkel
de andere drong van boven door den punt
van zijnen schoen, doorboorde den teen en
bleef met de punt in den zool steken.
De wonden zijn overigens niet gevaarlijk.
Hij verloor zijn tegenwoordigheid van
geest niet en bleef met zijn vrouw in de
zaal, terwijl de beangstigde menigte naar
den uitgang toe drong.
Nog drie der gekwetsten verkeeren in
levensgevaar het zijn Sylvina Hennin, van
Bressoux Arnold Donker en Michoi
Scheuren.
Het lijk van Verding (of Verveck) is in
het doodenhuis onderzocht door de genees-
heeren, die bevonden, dat een ijzerdraad,
welke de ingewanden doorboorde, den dood
veroorzaakt heeft.
FRANKRIJK.
D e u g d p r jj z e n De Fransche
Academie heeft de jaarlgksche pryzen uit
gereikt voor buitengewone acten van deugd.
In de eerste plaats aan het „Werk van
de kleine zusterkens der zieken van Mau-
riac", Dit „oeuvre" omvat thans 100 huizen
met 400 religieuzen, maar huizen, die geen
huizen zjjn, want deze Zusterkens hebben
geen tehuis; hun woning en verUjjf is aan
het ziekbed der armen, waar ze waken en
troosten en werken het zuurste werk.
Het is gebeurd, aat zulk een Zuster,
waar allen voor een besmettelijke ziekte
vluchtten, zelf een kar moest zoeken en
het ijjk begraven.
De tweede prijs is toegekend aan mej.
Rochebillard, een dame die zonder 't religi
eus gewaad te dragen, na een harde jeugd
zich gewijd beeft aan het belang der jonge
meisjes die zelfden kost moeten verdienen.
De organisatie en het vakonderwijs zijn
volgens haar de middelen tot verheffing,
beide op katholieke basis.
Een derde bekroonde heldin is een dame,
die zonder versagen een vreeselijk krank
zinnige zuster verpleegt.
En ten slotte wordt een prijs toegekend
aan pater Prun stichter van het werk der
weezen van Nazareth.
goo heeft de academie da vruchten be
kroond, alle van eenzelfden boom, het
katholiek geloof.
Ook in Frankrijk moet men de heldbaf
de generale stal hier geen fout gemaakt
hebben? In N.-Brabant had men noodza
kelijk met eene groote overmacht moeten
verschijnen
Stem. Om de débacle nog heter te
hebben doen uitkomen.
De h«or Tommyson. Die was voorko
men gewonden. Ware in. N.-Brabant een
leger geweest van 150.000 k 200.000 man,
dan zooi
Stem. De Tweede jK.amej; wel de kust
verdedigd hebben.
De hoer Tommyson. Wij zouden dan
een anderen uitslag gehad hehben. Het
onoordeelkundig gebruik, dat van. de troe
pen is gemaakt, heeft tot deze nederlagen
geleid. En waarom gaat men nu niet in
alle zijden aanvallend te werk? In 't
Noorden staat nu meer dan 100.000 man,
in Holland eenige honderdduizenden,
maar zonder eenig initiatief van deze ge
weldige troepenmacht
Stemmen. Chaos.
De heer Tommyson, laat men zich
kalmpjes de wet voorschrijven, terwjjl nu
de voordeelen van het overmachtige
volsleger voor het grijpen liggen. Aan alle
zijden den vijand bespringen, dat is
het eenige noodige. Doch daarvoor moet
het groote leger weer uit de vesting, weer
tige deugd niet zoeken in de kringen
waar 't ongeloof woedt, dddr zijn enkel te
te viDden deugdverkrachters als Flachon
De gemeenteraad van Bernis, een gemeen
te in hej departement Gard, had besioten
tot het afbreken van de kruisbeelden in
de gemeente. De heiligschennenle daad
moest Zaterdag plaats hebben en daartoe
waren verschillende gendarmengerequireerd.
Toen echter de burgemeester vergezeld
van den specialen commissaris van politie
en vtrscbillende werklieden, op het plein
der gemeente kwamen om daar het groote
kruis af te breken dat in 1803 werd op
gericht, vonden zg alle inwoners om het
kruis geschaard, hevig protesteerende tegen
zulk een heiligschennis. Bij het zien van
de vastberaden houding zyner onderdanen,
verzocht de burgemeester den specialen
commissaris de gendarmen maar terug te
roepen en geen pogingen te doen het
kruisbeeld af te breken. Het oude beeld
bleef, dank het krachtdadig optredeD der
inwoners.
PEKZIË.
Dit land wordt tegenwoordig brdreigd
door Rusland, dat onder voorwendsel van
bemiddelend op te treden in de binnen-
landsche troebelen, het gunstig oogenblik
afwacht om het rjjk van den Sjah in te
palmen.
Er is echter een sta-in-den weg n.l. een
Amerikaan die onder goedkeuring der re
geering de financieele hervorming van het
land heeft aangepakt. Zjjn naam is Mor
gan Shuster. H(j heeft aan den correspon
dent van de „New-York Herald" eenige
mededeelingen gedaan omtrent hetgeen h(j
sedert 13 Juni j.l., toen hjj zgn ambt
aanvaardde, tot stand heeft gebracht.
Er was op dat oogenblik een deficit van
100.000 doll, en geen cent in de schatkist,
terwjjl bovendien nog belangrijke sommen
betaald moesten worden. Ondanks den
burgeroorlog, die aan buitengewone onkos
ten 300.000 doll, vorderde en die natuurlek
de gewone hulpbronnen trager deed vloeien,
werden de achterstallige schulden afgedaan
en bevat de schatkist thans 160.000 doll.
Shuster verklaarde verzekerd te zjjn, dat
hjj in twee jaren de Perzische financiën op
gezonden grondslag ,zeu hebben gebracht
en een begin zou hebben gemaakt met de
exploitatie der rgke hulpbronnen van het
land, die slechts wachten op verbeterde
verkeersmiddelen en kapitaal.
Toen Rusland den eisch tot ontslag van
Shuster stelde, had deze den leden van
den „Medsjlis" (Parlement) medegedeeld,
dat hjj hun geheel overliet, welk besluit
zjj zouden nemen en dat hjj zich zonder
tegenstribbelen daarbij zou nederleggen.
Desondanks besloot het parlement, niet
tegenstaande de dreigende houding van
Rusland, hem te handhaven.
„Na dat treffend bewijs van vertrouwen",
zoo vervolgde Shuster „terwijl het voort
bestaan van Perzië op het spel staat, acht
ik rnjj moreel verplicht te blijven. Mocht
de Medsjlis echter nog tot de overtuiging
komen, dat mijn vertrek ten bate van het
land zal zjjn. dan ben ik alsnog bereid heen
te gaan."
We denken dat Rusland dien heeren
bedoelde „overtuiging" wel bijbrengen zal.
ENGELAND.
Een nieuwe Aartsbisschop.
In verband met de nieuwe reeds vroeger
gemelde wijziging, die er in de Engelscbe
diocesen gekomen is, waardoor, zooals men
zich herinnert, o. a. het bisdom Birmingham
tot aartsbisdom verheveu is, werd Zaterdag
de bisschop van dat diocees tot aartsbisschop
gewijd, een plechtigheid, die naar Engelscbe
bladen verzekeren, nog slechts eens in meer
dan 350 jaren in Engeland heeft plaats
gehad.
Bij de plechtigheid preekte bisschop
Hedley van Newport, die vooral de eenheid
van de Kerk het groote aantrekkingspunt
noemde voor hen, die niet tot haar behooren.
in 'topen veld. Op vele plaatsen en te
gelijk moeten energieke uitvallen plaats
hebben, om de insluit-lini© te verbreken
en daarna op te rollen.
Stem. Eenvoudiger kan hot niet.
De heer Tommyson. De geacht© stem
zegt hoonend de waarheid, zeker, een
voudiger kan hot niet. De oorlog moet
opnieuw en volgens dit nieuwe plan be
gonnen worden. Den strijd opgeven, waar
zooveel gewapende mannen in 'tveld
staan, is verraad plegen aan het hei
ligste, dat wij bezitten, aan het vader
land".
Toen de wierook v"an het volksleger,
waaraan de vergadering blijkens uitlatin
gen, een verdacht luchtje bespeurde, was
opgetrokken, de lauwerkrans van verwelk
te bladeren, die reeds mufte, weer was
opgeborgen en het zwak applaus op des
heeren Tommysons vaderlandslievende
slotrede uitstierf, was de veteraan der Kar
mer, de generaal van Waalwijk» aan 't
woord.
„Mijnheer de Voorzitter. Met vlijmende
smart, met grievend leedwezen hebben
wij, Katholieken, het vonnis zien vol
trekken, dat tegelijk met en door de in
voering van het volkleger over ons Ne
derland is uitgesproken. Verachting, ver-
DÜIT8GHLAND.
Het Vrijzinnige „Berliner Tageblatt"
bevatte onlangs een qualificatie van infante
Maria de Ia Paz, gemalin van prins Ludwig
Ferdinand vaa Beieren. Van haar werd
daar gezegd, dat zij „zich vaak door haar
aan religieus fanatisme grenzende clericale
gezindheid heeft onderscheiden".
Nu ontvangt echter de „Köln. Volksz."
een schrijven een een niet-katholiek, di»
de prinses goed kent en die haar noemt
een vrome katholieke, maar een zeer
verdraagzaam karakter. Zij laeft zeer
teruggetrokken, voedt haar kinderen uit
stekend op en doet in stilte weldaden,
zonder te vragen of de nooddruftigen jood,
katholiek of protestant zijn. Zij legt zich
zelfs ontberingen op, om haar weldadigheid
te kunnen beoefenen.
En zulk een vrouw wordt door de liberale
pers gescholden!
De Bond van R.K. Gemeenteraadsleden en
onze Kieevereenlgingen.
Ondier dezen titel lezen wij in „Het
Centrum"
Met de goedkeuring der concept-statu
ten op de, den 26an September j.l. ga-
houden vergadering van R.-K. gemeen
teraadsleden, is de oprichting van bo-
vengenoemden bond een feit geworden.
Door velen in den lande zal dit met
instemming zijn viernomen.
Telkens duidelijker toch bleek de nood-
zekelijkheid ©enerzijds tegen het verwerpe
lijk liberale vrijheidssysteem, anderzijds
tegen het onzinnig socialistisch drijven in
de richting van staatsalmacht ook in onze
gemeenteraden principieel post te vatten.
Maar duidelijk ook bleek, dat van het
voeren eener katholiek-principieel© ge
meentepolitiek nog bijna nergens sprake
was.
Wel werd het aantal stemmen van R.-K.
gemeenteraadsleden, die een zoodanige po
litiek getuigden voor, te staan, dank zij
het voortdurend meer doordringen der
juiste katholiek idee, steeds talrijker; wel
wisten sommigen ook in raadsvergaderin
gen tegen de liberale of socialistisch© re
deneeringen de gezond katholieke opvat
tingen te plaatsen, doch meest waren het
slechts op zich zelf staande schermut
selingen, zojider vaste leiding en vaak
dan ook met weinig resultaat.
Het beslist noodzakelijk gezamenlijk op
trekken onzer raadsleden, volgens een
goed omlijnd plan en met een duidelijk
vooropgesteld doel voor oogen, kwam
slechts sporadisch voor.
Hierin nu zal de pas opgerichte bond
een belangrijke en heilzame verbetering
kunnen brengen.
Blijkens de statuten toch' is zijn doel,
het bevorderen van de toepassing der
katholieke beginselen bij de behandeling
van gemeentezaken.
Wordt dit doel bereikt, dan zal zulks
ook een aanmoediging en krachtig© aan
sporing zijn voor onze kiesvereenigingen
te blijven ijveren, steeds meer, om ook
bij gemeenteraadsverkiezingen katholieke
mannen op het kussen te brengen. Dan
zullen steeds minder persoonlijke motie
ven en allerlei kleine bijoogmerken bij
onze gemeenteraadsverkiezingen den door
slag geven, zeer ten voordeele van ons
partijleven, dat thans nog zoo vaak ern
stig van dergelijk® verkiezingen te lijden
heeft.
Om echter tot dit doel te geraken is
aansluiting over de gansche linie nood
zakelijk.
Meermalen hoorden we lechter de op
merking: „Ja, zoo'n bond is zeer mooi
voor onze groote plaatsen en industrie
centra, waar voortdurend allerlei beginsel-
quaesties op het tapijt komen, doch voo?
het platte land, vooral in bijna geheel
Roomsche gemeenten is hij overbodig".
De vrees is dan ook allerminst onge
grond, dat de organisatie onzer raadsleden
een gedeeltelijke zal blijven. Wel zullen
in onze groote plaatsen en ook op en-
dachtmaking, verguizing is ons deel ge
weest, wanneer wij de waarschuwende
stem verhieven tegen de ontwrichting van
onze weermacht in al hare geledingen.
Ons beroep op de staten van Europa
met hun twee- of driejarigen eersten oefe-
ningstijd, werd overschreeuwd door het
„kijk naar Zwitserland". Zwitserland, dat
nog nooit iets gepresteerd had, ja waarvan
zelfs ,hlet leger in troebele stakingstjjden
niet betrouwbaar was. Ons onophoudelijk
wijzen op de fouten van 't Zwitsersche
stelsel, reeds in vredestijd voor ieder waar
te nemen, stuitte af op de blindheid der
volkslegermannen. Wij gingen (niet mede
met de defensie-mode, waren niet mo
dern genoeg, bleven staan op de evolutie-
baan der weermacht, krabbelden zelfs te
rug op dien weg, wij waren de incarnatie
van het starre militarisme. Doch wij zrjn
blijven waarschuwen tot op den huidigen
dag, tot op dit oogenblik, maar onze stem
uitte den noodkreet in de woestijn. Star-
conservatisme was ons merkteeken, en
daarmede was ons stelsel van een „ein-
gelebte" krijgstucht, van kazerne-oefening,
en van aanvoering door vakmannen, voor
eens en voor altijd veroordeeld.
(Wordt vervolgd.)