Wand's doodstrijd in 1918. No. 149. TWEEDE BLAD NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT Zaterdag 16 December 1911. FEUILLETON. BUITENLAND. BINNENLAND. EEN LIED PER WEEK. UIT DE PERS. No. 21 uit „De Leewerk". LIEDEKEN van Jesus en Sint Janneken, die speelden met het Lammeken. Woorden van Pater Adr. Poirtirb. Laatst op een schoonen zomerdag; Hoort wat mjjn geest bevalligs zag Van Jesus 't heilig kindeken En van Sint Jan zjjn vrindeken, Die speelden in het klaverland, Een lammeken aan een rooden band. Met voetjes mollig, blank en bloot, Lippekens als koraal zoo rood. Zoo zaten bjj de waterkens De zoete lieve praterkens. Een kommeken melk ging om en om Daar 't zonneken altoos warmer glom. D'een wiegde 't schaapjen op zjjn schoot, D'ander kittelie schaapkens poot. Sint Janneke ging zingen, Het lammeken ging springen, En huppelde en trippelde door de wei, De twee krullebollekens dansten daarbjj. En als het dansen was gedaan, Toen moest het lammeken eten gaan. En Jesus gaf wat hooiken, Joannes gaf wat brooiken. Ter wereld was nooit grooter vreugd, Dan deze twee vrindekens wai en ver- [heugd< 1 L. J. -L SLk U Joannes zjjn klem Neefken nam, En zette hem boven op dat lam. „Schoon Manneken moet rijden, Ik zal naar huis u leiden, Want Moederke die zal zjjn in pjjn Waar wjj zoo lang gebleven zjjn". Z(j reden, 't lammeken aan de hand, En rolden en tuimelden in het zand. En dees twee kleine jongskes, Die deden zulke sprongskes, Dat al de kindjes bleven staan Totdat zjj ten leste naar huis zgn gegaan. De Moeder maakte op staanden voet, Van suiker ei melk een papken zoet, Daar zaten de twee engeltjes, Daar aten de twee bengeltjes, En waren zoo vroolgk en zoo bljj. Een koningsmaal haalt er zeker niet bjj Na tafel dankten zjj onzen Heer, En vielon op hunne kniekens neer, Maria gaf een kruizeken, Daarbij een suikerhuizeken. En zong ze stillekens in slaap, En naar zjjn stalleken ging het schaap. De Jezuïet Adrianus Poirters, te Oisterwük N.-Br.) in 1605 geboren, onderwees de letteren te Maastricht, Roermond en Mechelen, waar hij den 6en Juli 1675 overleed. Zondagsrust. De „Maasbode" schrijft: De zorg vipor de Zondagsrust kentee- kent de Christelijke Overheid. Een Christelijk bestuur bracht ons de Zondagswet, maar het liberale bewind heeft ervoor gezorgd, dat er een voor beeld kwam van afschaffing eener wet door gewoonte; dat bewind roerde een I praktijk in, die met de Zondagswet han delt alsof er niet geschrevlen stond in onze codificatie: „Eene wet kan alleen doop eetn© latere wet voor hiet gebael of gedeeltelijk, hare fa-acht vierliezen". i Zong voor de Zondagsviering verdraagt zich met de zuiveiriiberale principes niet. Deze immers maken daarvan, omdat er een reuk van religie aanzit, privaat- zaak. Volgens die beginselen motet die eene burger het weten, of hij des Zondags stemmig ter kerk wil gaan, evenals an dere voor zich moeten uitmaken, of zij op den Zondagmorgen willen slapen of in optocht met muziek doofi de straten willen trekken. 80.) DOOR TWEE PIOTTEN. De Vergadering geraakte al meer en neer in opwinding. Druk gesticuleerend, hoorden de onderhandsche debaters het voortdurend gehamer maar nauwelijks; de harde kraakstem van den unie-libe raal met het traditioneel©: „Mijnheer de Voofizitter", deden allen weer luisteren. De heer Tommyson. Mijnheer de Voor zitter. Het oogenblik, waarop de nieuwe niilitiewet ons het volksleger gaf, heb- ik gezegend omdat dit leger gedragen zou worden door de sympathie van hiet volk, omdat ons volk in dat leger zou zien Let zinnebeeld van eigen kracht, omdat alle burgers op eenzelfde wijze zouden medewerken ter handhaving van de on afhankelijkheid der Rijks en de verdedi ging van het grondgebied. Stem. Niets dan grauwe theorie, zoo lang het hooggeroemde volksleger niet be staat uit allemaal Tommyson's. De heer Tommyson. Ik stel het oompli- i jh&ht op hoogen prijs en geef den onder- Wat echter een onbevooroordeelde ziet, reeds zonder .openbaring! en uit kracht van do rede alleen, is, dat een over wegende trek des menschen is de gods dienstige. Niet het toestaan aan 'dezen en genen om alle plannen, die in hen opkomen, uit te voeren, is de vrijheid. Maar voor de vrijheid wordt gezorgd, doordat de Overheid die voorwaarden schept, welke het individu in staat stel len en helpen om volgens zijn aard en bestemming goed te leven en doordat an derzijds de belemmeringen jdiie daaraan in den weg treden, worden weggenomen. Volstrekt is hiermee niet gezegd, dat de Overheid zou moeten waken over de gevoelens en treden in het meest-innige van dien mensch. Maar' op het publieke erf liggen die vioorwaarden en die belem meringen, die wij bedoelen. Daar ook liggen de overheidsmaatrege len, die den metnsch in zijn godsdienstig leven moeten tegemoet komen; maar dat zijn dan ook de maatregelen, die men aan het uitsluitend-negatieve en verderfe lijke vrijheidsbegrip van het liberalisme niet mag opofferen. Wij ontveinzen ons niet, dat men, een maal zóóver gekomen, de antithese keuze te doen heeft: óf vóór óf tegen het Chris tendom; tevens geloovesn wij echter, dat een juist begrip van de taak der Over heid noodzakelijk voert tot het punt, waar het pleit tusschen de fundamenteel strij dige wereldbeschouwing moet beslist wor den. Dit pleit stelt zich op allerlei gebied, en ons recht 'geeft overal getuigenis, hoe de Christelijk© zijde is gekozen. Ons huwelijksrecht en het straf recht sluit er zich bij aan bijvoorbeeld vraagt niet, of men soms verkiest op de wijze der Mormonen te leven, maar huldigt de Cliristelijk© opvatting en laat andere opvattingen niet toe. Wij nemen hier eein voorbeeld, waar menigeen de keus van zelf sprekend zal vinden, zelfs al is hij met het liberale vrijheidsbegrip behept. Van zelf sprekend is het evenwel niet. Het is daar in werkelijkheid hetzelfdei probleem, ?;ooals het zich stelt bij nog zooveel andere regelingen. Denk nog eens aan de verhouding van ouders en kin deren, den toestand van natuurlijke kinde ren, td\e regeling van. het onderwijs, de zedelijkheidswetgeving. Daar overal heeft het probleem gegolden en het is ons re den tot kritiek geweest, dat hier en daar de Christelijk© weg werd verlaten en ont houding of zelfs bestrijding v,an het Chris tendom gekozen. Zoo ook bij het vraagstuk der Zon dagsrust. Ook hier (zijn maar twee we gen. Het is daarom, dat wij indertijd ons aansloten bij een schrijven, dat van de Nederlandsch Hervormde gemeente te Charlois inkwam bij den Rotterdamschen raad, waarin gevraagd werd om maatrege len tegen het ontheiligen van den Zondag door voetballen als anderszins. Wij betoogden, dat de Overheid de volksgewoonten op het stuk der Zon dagsviering leiden moest, en belemme ringen als optochten met muziek gedu rende kerktijd wegnemen moest. Geef den namiddag voor gepaste ont spanning, jhjë^ben we gevraagd. Immers de Zondag is ook rustdag en geen rust zonder ontspanning. Doch in dit vraagstuk past de Over heid geen onthouding. Alleen do lijberale theorie leert dat. BEI.GIE. Over den aanslag in de Luiksche bios coop zegt de „Gazette de Liègedat het misdrijf aan anarchisten is toe te schrijven. Men vermoedt dat de persoon, die de bom aanbracht, degene is. die de toeschou wers aan den commissaris Neujan aanduid den als hebbende gezeten op den hoek eener bank. Nu komt volgens hunne be- breker in overweging van stonde af aan de volksopvoeding in die richting te be ginnen. Stem. Met genoegen, dan kunnen wij over 200 jaar de organisatie van uw volks leger eens opnieuw onder handen nemen. De heer Tommyson. Als vurig strijder voor het volksleger, heb ik met de voor handen zijnde gegevens ernstig gezocht en gespeurd naar de oofizaak van den traurigen loop van den oorlog en ik meen deize gevonden te hebben. In N.-Holland toch hebben onze troepen zich dapper gedragen ©n den vijand teruggedrongen trots kleine moeielijkheden in 't begin. In N.-Brabant waren wij sterker dan de En- gelschen, wier individueel© dapperheid en geoefendheid zeker niet grooter zijn dan die van onze mannen. Stem. Alleen de veigelijking reeds wijst op onze minderwaardige geoefendheid, vooral in de grootere verbanden. De heer Tommyson. Do oofizaak van de oorlogsrampen ligt in het verkeerde gebruik van het volksleger. Stem. Door de versteende officierskaste. De Keer Tommyson. Het korps officie ren staat nog te hoog om deze uitdruk king, die een vergissing was, ooit heel ernstig te hebben opgenomen. Doch ka.n schrijving die persoon goed overeen met een der gekwetsten, zekere Henri Verding, dezelfde, die Maandagmorgen aan zijn won den overleed. Maar, zegt het Luiksche blad verder, men moet zich, met het aanduiden van den vermoedelijken plichtige niet te veel haasten. Die Verding had namelijk tijdens de verzorging geweigerd zijnen voornaam op te geven. Het is in uw belang, had de com missaris gezegd. Het is, opdat men uwe ouders en familie zou kunnen verwittigen. Ik heb niemand te verwittigen, antwoord de hij niemand zal naar mij vragen. Het is slechts op herhaald aandringen, dat hij zich eindelijk dei d kennen. Had hij toen, vraagd het blad, nog al het gebruik van zijn geestvermogens Verding heeft echter nooit meegedaan aan anarchisme. Zijne familie is algemeen geacht, maar hij had min of meer sombere buien en was een onvermoeibare roman lezer. Maandagnamiddag heeft het parket een onderzoek gedaan in de woning van Verding. De uitslag van dit onderzoek is niet bekend. De politie heeft zekeren Jos. D., van Grivegnée aangehouden, dien men had zien staan tegenover het lokaal, voorzien van een dameszakje, dat hij gevonden en meegeco men had. Het bevatte twee stukken van 10 mark en moest aan een toeschouwster behooren. Ook schijnen er in de verwarring veel juweelen gestolen te zijn. Een inwoner van Verviers, de heer Graff, bijgevoegd griflier van de rechtbank dier stad, was ook in de zaal met zijn vrouw. Zij zaten omtrent 40 meters afstand van de plaats, waar de bom ontplofte. De heer Graff werd op zonderlinge wijze gekwetst. Twee stalen naalden, heel gelijk aan die welke voor phonografen dienen, drongen door het leer zijner schoenen en de eene bleef in het vleesch steken nevens den enkel de andere drong van boven door den punt van zijnen schoen, doorboorde den teen en bleef met de punt in den zool steken. De wonden zijn overigens niet gevaarlijk. Hij verloor zijn tegenwoordigheid van geest niet en bleef met zijn vrouw in de zaal, terwijl de beangstigde menigte naar den uitgang toe drong. Nog drie der gekwetsten verkeeren in levensgevaar het zijn Sylvina Hennin, van Bressoux Arnold Donker en Michoi Scheuren. Het lijk van Verding (of Verveck) is in het doodenhuis onderzocht door de genees- heeren, die bevonden, dat een ijzerdraad, welke de ingewanden doorboorde, den dood veroorzaakt heeft. FRANKRIJK. D e u g d p r jj z e n De Fransche Academie heeft de jaarlgksche pryzen uit gereikt voor buitengewone acten van deugd. In de eerste plaats aan het „Werk van de kleine zusterkens der zieken van Mau- riac", Dit „oeuvre" omvat thans 100 huizen met 400 religieuzen, maar huizen, die geen huizen zjjn, want deze Zusterkens hebben geen tehuis; hun woning en verUjjf is aan het ziekbed der armen, waar ze waken en troosten en werken het zuurste werk. Het is gebeurd, aat zulk een Zuster, waar allen voor een besmettelijke ziekte vluchtten, zelf een kar moest zoeken en het ijjk begraven. De tweede prijs is toegekend aan mej. Rochebillard, een dame die zonder 't religi eus gewaad te dragen, na een harde jeugd zich gewijd beeft aan het belang der jonge meisjes die zelfden kost moeten verdienen. De organisatie en het vakonderwijs zijn volgens haar de middelen tot verheffing, beide op katholieke basis. Een derde bekroonde heldin is een dame, die zonder versagen een vreeselijk krank zinnige zuster verpleegt. En ten slotte wordt een prijs toegekend aan pater Prun stichter van het werk der weezen van Nazareth. goo heeft de academie da vruchten be kroond, alle van eenzelfden boom, het katholiek geloof. Ook in Frankrijk moet men de heldbaf de generale stal hier geen fout gemaakt hebben? In N.-Brabant had men noodza kelijk met eene groote overmacht moeten verschijnen Stem. Om de débacle nog heter te hebben doen uitkomen. De h«or Tommyson. Die was voorko men gewonden. Ware in. N.-Brabant een leger geweest van 150.000 k 200.000 man, dan zooi Stem. De Tweede jK.amej; wel de kust verdedigd hebben. De hoer Tommyson. Wij zouden dan een anderen uitslag gehad hehben. Het onoordeelkundig gebruik, dat van. de troe pen is gemaakt, heeft tot deze nederlagen geleid. En waarom gaat men nu niet in alle zijden aanvallend te werk? In 't Noorden staat nu meer dan 100.000 man, in Holland eenige honderdduizenden, maar zonder eenig initiatief van deze ge weldige troepenmacht Stemmen. Chaos. De heer Tommyson, laat men zich kalmpjes de wet voorschrijven, terwjjl nu de voordeelen van het overmachtige volsleger voor het grijpen liggen. Aan alle zijden den vijand bespringen, dat is het eenige noodige. Doch daarvoor moet het groote leger weer uit de vesting, weer tige deugd niet zoeken in de kringen waar 't ongeloof woedt, dddr zijn enkel te te viDden deugdverkrachters als Flachon De gemeenteraad van Bernis, een gemeen te in hej departement Gard, had besioten tot het afbreken van de kruisbeelden in de gemeente. De heiligschennenle daad moest Zaterdag plaats hebben en daartoe waren verschillende gendarmengerequireerd. Toen echter de burgemeester vergezeld van den specialen commissaris van politie en vtrscbillende werklieden, op het plein der gemeente kwamen om daar het groote kruis af te breken dat in 1803 werd op gericht, vonden zg alle inwoners om het kruis geschaard, hevig protesteerende tegen zulk een heiligschennis. Bij het zien van de vastberaden houding zyner onderdanen, verzocht de burgemeester den specialen commissaris de gendarmen maar terug te roepen en geen pogingen te doen het kruisbeeld af te breken. Het oude beeld bleef, dank het krachtdadig optredeD der inwoners. PEKZIË. Dit land wordt tegenwoordig brdreigd door Rusland, dat onder voorwendsel van bemiddelend op te treden in de binnen- landsche troebelen, het gunstig oogenblik afwacht om het rjjk van den Sjah in te palmen. Er is echter een sta-in-den weg n.l. een Amerikaan die onder goedkeuring der re geering de financieele hervorming van het land heeft aangepakt. Zjjn naam is Mor gan Shuster. H(j heeft aan den correspon dent van de „New-York Herald" eenige mededeelingen gedaan omtrent hetgeen h(j sedert 13 Juni j.l., toen hjj zgn ambt aanvaardde, tot stand heeft gebracht. Er was op dat oogenblik een deficit van 100.000 doll, en geen cent in de schatkist, terwjjl bovendien nog belangrijke sommen betaald moesten worden. Ondanks den burgeroorlog, die aan buitengewone onkos ten 300.000 doll, vorderde en die natuurlek de gewone hulpbronnen trager deed vloeien, werden de achterstallige schulden afgedaan en bevat de schatkist thans 160.000 doll. Shuster verklaarde verzekerd te zjjn, dat hjj in twee jaren de Perzische financiën op gezonden grondslag ,zeu hebben gebracht en een begin zou hebben gemaakt met de exploitatie der rgke hulpbronnen van het land, die slechts wachten op verbeterde verkeersmiddelen en kapitaal. Toen Rusland den eisch tot ontslag van Shuster stelde, had deze den leden van den „Medsjlis" (Parlement) medegedeeld, dat hjj hun geheel overliet, welk besluit zjj zouden nemen en dat hjj zich zonder tegenstribbelen daarbij zou nederleggen. Desondanks besloot het parlement, niet tegenstaande de dreigende houding van Rusland, hem te handhaven. „Na dat treffend bewijs van vertrouwen", zoo vervolgde Shuster „terwijl het voort bestaan van Perzië op het spel staat, acht ik rnjj moreel verplicht te blijven. Mocht de Medsjlis echter nog tot de overtuiging komen, dat mijn vertrek ten bate van het land zal zjjn. dan ben ik alsnog bereid heen te gaan." We denken dat Rusland dien heeren bedoelde „overtuiging" wel bijbrengen zal. ENGELAND. Een nieuwe Aartsbisschop. In verband met de nieuwe reeds vroeger gemelde wijziging, die er in de Engelscbe diocesen gekomen is, waardoor, zooals men zich herinnert, o. a. het bisdom Birmingham tot aartsbisdom verheveu is, werd Zaterdag de bisschop van dat diocees tot aartsbisschop gewijd, een plechtigheid, die naar Engelscbe bladen verzekeren, nog slechts eens in meer dan 350 jaren in Engeland heeft plaats gehad. Bij de plechtigheid preekte bisschop Hedley van Newport, die vooral de eenheid van de Kerk het groote aantrekkingspunt noemde voor hen, die niet tot haar behooren. in 'topen veld. Op vele plaatsen en te gelijk moeten energieke uitvallen plaats hebben, om de insluit-lini© te verbreken en daarna op te rollen. Stem. Eenvoudiger kan hot niet. De heer Tommyson. De geacht© stem zegt hoonend de waarheid, zeker, een voudiger kan hot niet. De oorlog moet opnieuw en volgens dit nieuwe plan be gonnen worden. Den strijd opgeven, waar zooveel gewapende mannen in 'tveld staan, is verraad plegen aan het hei ligste, dat wij bezitten, aan het vader land". Toen de wierook v"an het volksleger, waaraan de vergadering blijkens uitlatin gen, een verdacht luchtje bespeurde, was opgetrokken, de lauwerkrans van verwelk te bladeren, die reeds mufte, weer was opgeborgen en het zwak applaus op des heeren Tommysons vaderlandslievende slotrede uitstierf, was de veteraan der Kar mer, de generaal van Waalwijk» aan 't woord. „Mijnheer de Voorzitter. Met vlijmende smart, met grievend leedwezen hebben wij, Katholieken, het vonnis zien vol trekken, dat tegelijk met en door de in voering van het volkleger over ons Ne derland is uitgesproken. Verachting, ver- DÜIT8GHLAND. Het Vrijzinnige „Berliner Tageblatt" bevatte onlangs een qualificatie van infante Maria de Ia Paz, gemalin van prins Ludwig Ferdinand vaa Beieren. Van haar werd daar gezegd, dat zij „zich vaak door haar aan religieus fanatisme grenzende clericale gezindheid heeft onderscheiden". Nu ontvangt echter de „Köln. Volksz." een schrijven een een niet-katholiek, di» de prinses goed kent en die haar noemt een vrome katholieke, maar een zeer verdraagzaam karakter. Zij laeft zeer teruggetrokken, voedt haar kinderen uit stekend op en doet in stilte weldaden, zonder te vragen of de nooddruftigen jood, katholiek of protestant zijn. Zij legt zich zelfs ontberingen op, om haar weldadigheid te kunnen beoefenen. En zulk een vrouw wordt door de liberale pers gescholden! De Bond van R.K. Gemeenteraadsleden en onze Kieevereenlgingen. Ondier dezen titel lezen wij in „Het Centrum" Met de goedkeuring der concept-statu ten op de, den 26an September j.l. ga- houden vergadering van R.-K. gemeen teraadsleden, is de oprichting van bo- vengenoemden bond een feit geworden. Door velen in den lande zal dit met instemming zijn viernomen. Telkens duidelijker toch bleek de nood- zekelijkheid ©enerzijds tegen het verwerpe lijk liberale vrijheidssysteem, anderzijds tegen het onzinnig socialistisch drijven in de richting van staatsalmacht ook in onze gemeenteraden principieel post te vatten. Maar duidelijk ook bleek, dat van het voeren eener katholiek-principieel© ge meentepolitiek nog bijna nergens sprake was. Wel werd het aantal stemmen van R.-K. gemeenteraadsleden, die een zoodanige po litiek getuigden voor, te staan, dank zij het voortdurend meer doordringen der juiste katholiek idee, steeds talrijker; wel wisten sommigen ook in raadsvergaderin gen tegen de liberale of socialistisch© re deneeringen de gezond katholieke opvat tingen te plaatsen, doch meest waren het slechts op zich zelf staande schermut selingen, zojider vaste leiding en vaak dan ook met weinig resultaat. Het beslist noodzakelijk gezamenlijk op trekken onzer raadsleden, volgens een goed omlijnd plan en met een duidelijk vooropgesteld doel voor oogen, kwam slechts sporadisch voor. Hierin nu zal de pas opgerichte bond een belangrijke en heilzame verbetering kunnen brengen. Blijkens de statuten toch' is zijn doel, het bevorderen van de toepassing der katholieke beginselen bij de behandeling van gemeentezaken. Wordt dit doel bereikt, dan zal zulks ook een aanmoediging en krachtig© aan sporing zijn voor onze kiesvereenigingen te blijven ijveren, steeds meer, om ook bij gemeenteraadsverkiezingen katholieke mannen op het kussen te brengen. Dan zullen steeds minder persoonlijke motie ven en allerlei kleine bijoogmerken bij onze gemeenteraadsverkiezingen den door slag geven, zeer ten voordeele van ons partijleven, dat thans nog zoo vaak ern stig van dergelijk® verkiezingen te lijden heeft. Om echter tot dit doel te geraken is aansluiting over de gansche linie nood zakelijk. Meermalen hoorden we lechter de op merking: „Ja, zoo'n bond is zeer mooi voor onze groote plaatsen en industrie centra, waar voortdurend allerlei beginsel- quaesties op het tapijt komen, doch voo? het platte land, vooral in bijna geheel Roomsche gemeenten is hij overbodig". De vrees is dan ook allerminst onge grond, dat de organisatie onzer raadsleden een gedeeltelijke zal blijven. Wel zullen in onze groote plaatsen en ook op en- dachtmaking, verguizing is ons deel ge weest, wanneer wij de waarschuwende stem verhieven tegen de ontwrichting van onze weermacht in al hare geledingen. Ons beroep op de staten van Europa met hun twee- of driejarigen eersten oefe- ningstijd, werd overschreeuwd door het „kijk naar Zwitserland". Zwitserland, dat nog nooit iets gepresteerd had, ja waarvan zelfs ,hlet leger in troebele stakingstjjden niet betrouwbaar was. Ons onophoudelijk wijzen op de fouten van 't Zwitsersche stelsel, reeds in vredestijd voor ieder waar te nemen, stuitte af op de blindheid der volkslegermannen. Wij gingen (niet mede met de defensie-mode, waren niet mo dern genoeg, bleven staan op de evolutie- baan der weermacht, krabbelden zelfs te rug op dien weg, wij waren de incarnatie van het starre militarisme. Doch wij zrjn blijven waarschuwen tot op den huidigen dag, tot op dit oogenblik, maar onze stem uitte den noodkreet in de woestijn. Star- conservatisme was ons merkteeken, en daarmede was ons stelsel van een „ein- gelebte" krijgstucht, van kazerne-oefening, en van aanvoering door vakmannen, voor eens en voor altijd veroordeeld. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1911 | | pagina 5