AN.
er.
lering
aire Tip,
riand s
buitenland.
igazijn
TELS,
i Rokken.
[J
m
UJNEN.
DE.
No. 146. TWEEDE BLAD NIEUWE ZEEUWS!'HE COURANT Zaterdag 9 December 1911.
FEUILLETON.
tel- en
;ken,
rijen.
EEN LIED PER WEEK.
Zelandia Antiqua.
IDDELBURG.
NDI
bnd in Zeeland
Zierikzee op
8 uur
te Rotterdam,
itter van „Dn
iestuur,
DELE Se cr
ines behoeven
inprijzing.
eken slechts
etten, dat ze
uiste adres
worden.
OZEN.
LOSSE
deerd.
BO 10,000
verschillende
i onmiddellijk
n prjjs die er
No. 33 nit „De Leewerk".
HOU ZEE.
Woorden en muziek van M. A. Brandts Buys.
Hou zee, hou zee,
Hou moedig zee 1
Gij leus van onze vad'ren
Stort kracht en moed in de ad'ren:
Het loope tegen, 't loops mee
Hou zee, hou zeel
Hou zee, hou zee,
In krijg en vree!
Kamp wakker met de golven,
Wel worst'lend, nooit bedolven
Het loope tegen, 't loope mee I
Hou zee, hou zee!
Hou zee, hou zee,
Hou krachtig zeel
Wat stormen u omgeven,
Tot God de ziel geheven
Het loope tegen, 't loope mee
Hou zee, hou zee
Hou zee, hou zee,
Hou juichend zee
Wie dan zijn vlag moog' strijken.
Ons Neerland zal niet wijken,
Het loope ons tegen, 't loope ons mee'
't Houdt zee, t houdt zee.
Middelburg
in het wonderjaar 1566.
X.
De rest op den vloer smijtend, verzaakte
hij de Kerk en het Pausdom: ook dit
alles was „vol afgoderie". Of de toe
stand nog niet troosteloos genoeg ware!
Biggekerke behoorde! tot het rechtsgebied
van den rentmeester, die heer Bernard
gevangen nam en aan den Bisschop uit
leverde, om voor de geestelijke rechtbank
terecht te staan. De consistorie raakta
in beroering en Haeck dreigde, dat Se-
rooskerke de knodse zou krijgen, als hij
weer zoo iets deed. Evenals broer Claas
zal de Pastoor van Bekerke niet lang
de vrijheid gemist hebben.
Gedurende de overige dagen van deze
Septembermaand heerschte er betrekkelijk
rust in de hoofdstad. Wat elders ge
schiedde, bleef hier niet lang onbeke|nd
door de geheime verstandhouding der con-
sistoriën. Vooral op Antwerpen hieldejn
de Kalvinisten het oog gevestigd. Wan
neer daai' heftige tooneelen afgespeeld
werden, dan kon men hier den terug
slag waarnemen. De strijd. dier dagen
was zoowel een staatkundige als een
godsdienstige, goldt zoowel den staat als
het geloof, want de maatschappelijke in
stellingen waren geheel doortrokken van
het Catholicisme. „Wat wilt ge?" vroeg
de luitenant van den Prins, toen de Ant-
wcrpsche Kalvinisten gereed stonden, om
ten tweeden male de Lieve-Vrouwe te
bestormen en da aanvoerders antwoord
den: „De Kerk en het Stadhuis!" We
zullen het ook overduidelijk zien uitko
men in den mislukten aanslag op Wal
cheren (Maart 1567). Gilein's aanhalng,
hoewel verre van tevreden, al konde)n
de menschen zonder bezwaar vergade
ren buiten de Dampoort, achtte het al
licht geraden zich voorloopig rustig te
houden, daar er in Vlaanderen en elders
enkele beeldstormers terechlgesteld wer
den. Zoo liet Oranje, die overgens dein
nieuwsgezinden veel meer toestond dan
do Landvoogdes lief was, drie lieden,
die zich bijl het breken onderscheiden
hadden, ophangen, ofschoon Modet on
gestoord zijn afschuwelijke rol kon voort-
spelen.
Lang duurde de rust evenwel geens
zins. De Kalvinisten, die weldra in ons
vaderland de overhand kregen, streden
den niet, om God in alle stilte |naar
47.) DOOK TWEE PIOTTEN.
Men staarde zich blind op de valsche
vergelijkingVerlichting van persoonlijke
lasten -(- Vermindering van financiëele
druk Verhooging van weerkracht, en
de goochelkunst met cijfers, die deze
vergelijking indentiek deed schijnen, vier
de hoogtij onder het volk, dat men be
lette verder te tellen dan den inhoud
van zjjn portemoinnaie en de loonuren
van zijn arbeidsweek, verder te denken
dan tot zijn bot-egoïstisch belang. Doch
met één ruk was het valsche gelijkteeken
weggesleept en de tooverformule verdwe
nen, die in vredestijd zoo sterk bekoorde.
Achter de twee liggende streepjes was
nu geplaatst„totale verzwakking der
Weerkracht", de oorlog, de leermeester,
had dit er achter gezet. Doch het volk
gevoelde zich niet schuldig, ofschoon tal
rijke ernstige mannen het telkens en tel
kens hadden gewezien op den weg naar
den afgrond, waarop onze weermacht
zich onrustbarend snel voortbewoog. De
menigte begreep niets van de wisselwer
king tusschen volk en volksleiders en
Schoof de geheel© verantwoordelijkheid op
de inspraak van hun geweteln te die
nen, maar oim de opperheerschappij. Er
was hier en nergens sprake valn rustig
naast elkaar te leven, de verdraagzaam
heid onzer dagen was toen volslagen on
bekend.
Het was op Vrijdag 18 Oct. De Schelde-
stad was weer in roere. Zoolang de Prins
er vertoefd had, van 26 Aug. tot 12
Oct. was het er betrekkelijk rustig
gebleven, maar toen hij' naar het noor
den was getrokken tot een bezoek aan
zijn stadhouderschappen, meenden de Kal
vinisten de handen ruimer te hebben.
Zij. uitten bedreigingen, omdat de deer
lijk geschonden kerken aan dé Katho
lieken teruggeven moesten worden en de
vreemdelingen en de grootste rad
draaiers waren juist uit den vreemde
gekomen de stad hadden te ruimen,
zij beklaagden zich bij de overheid, 17
Oct. over bet herstel dier „afgoden" en
kondigden aan, dat zij- nog iets ergers
zou geschieden. Den volgenden dag ram
meiden zij1 de deur der O. L. Vr. met
brandladders, doch Hoogstraten kwam
met ©enige dienaars toegesneld en viel
de bestormers te lijf. Vijf wierden ge
vat. De belhamel ontliep het, maar werd
uit het bed gelicht en gehangen met nog
enkelen. Te Middelburg behoefde niet ge
rammeid. De deuren der kathedraal ston
den wijd geopend, om de geloovigen toe
te laten, want er zou op dezen feest
dag van den H. Lucas, Evangelist, een
plechtige H. Mis opgedragen worden. De
celebrant, Kanunnik Lyon Damours, keer
de zich vóór liet Evangelie om, tot het
zegenen v.an den Diaken, toen hij: zag,
hoe ©en troep volks ter kerke kwam,
allengs vermeerderend. Tien of twaalf
man namen plaats op een bank bij het
koor, bemerkte een burger, en het hin
derde hem, dat jle lieden vrij! luid met
elkaar praatten. „Dominus vobiseum",
wenschte de Priester de aanwezigen hij
de Offerande, de Heer zij' met u, en het
viel hem op, dat de kerels allengs het
koor naderden. De woed© v,an bet ge
peupel scheen te stijgen, naarmate de
H. Mis vorderde. Tijdens de Prefatie
huilde dat volk en schreeuwde het met
den Priester moe, zoo hard het maar
kon. Na het Sanctus zag Bauwen, de kos
ter, op bet koor zingend, 4 of 5 man op
het koor loopen, de burger vandaar straks
had er 8 of 10 bemerkt. Daar ging de
bel vóór de Elevatie. Na het Consacree-
ren der H. Hostie drongen zij. door, die
woestelingen, en schreeuwden: „De ra-
bauweri© is lange genouch gedaien! Ver
bruide Paap, ga van hier, we willen geen
Mis meer hebben. Als ge niet gaat, zul
len wij u van hier, slaan!" En zij rukten
het altaarkleed met al wat ler zich op
bevond, weg, maar de Kanunnik had
reeds de H. Hostie genomen, den onge-
consacreerden kelk .en den corporaal1)' en
was in de sacristie verdwenen. Daar nut
tigde de Priester haastelijk, om dau met
kelk en corporaal naar zijn huis te gaan,
zeer kort bij de kerk. Het houweu en
smijten, begeleid door psalmgezang op
hun wijze, was zonder vertoef ter hand
genomen. Een groote verwoesting werd
aangericht. Een stoeldraaiersknecht sloeg
met -een ijzeren hamer een stuk van dein
altaarsteen. Ook het H. Sacramentsaltaar,
vóór het priesterkoor, deelde in de ver
woesting. Antwerpen was overtroffen. 1
Het komt ons onbegrijpelijk Voor, dat zoo
iets kon plaatsgrijpen. In Aug. stak de
storm zoo verbazend onverwachts op, dat
de menschen als verlamd waren van
schrik. Maar we weten. Chetin die vroed
schap zaten onderscheiden© Kalvinisten,
die zich duchtig roerden. In het begin
dezer maand was ©en aanschrijving, ge
komen van de Landvoogdes, dat er ge
beden zouden opgedragen en plechtige
processiën gehouden worden tot voor-
Corporaal (van hot Latijneolie woord corpus
lichaam) is de naam voor den witten doek,
waarop de priester onder de H. Mis de H. Hostie
neerlegt.
den oonlogs-minister, in hunne oogen nu
de incarnatie van oorlog,s-onmacht.
De hoogare karaktereigenschappen van
de natie warten nu naar boven geweld,
terwijl in de defensiezaken vroeger voort,
durend gespeculeerd was op de karakter
oppervlakte van het volk. Dat dit men-
schenkluwen voor de vergaderzaal thans
op ruwe en brute wijze daaraan uiting
gaf, kon wel niet door den beugel, maar
was te begrijpen.
De wegrijdende Leege auto moest nog
ontgelden, wat de opgewond© menigte den
Minister' had toegedacht. La psychologie
de la foute1) was weer een raadsel rijker.
In de ruime zaal met hare volgepropte
geïmproviseerde tribunes heerschte de
zelfde opgewonden stemming als daar
buiten. Ook hier had het publiek zich
één o,ogenblik laten gaan, maar de be
dreiging met ontruiming had verdere
gevoelsuitingen gesmoord. Druk armenbe-
woeg in de verschillende gi'ooepjes kamer
leden duidde reeds nu op een levendige
gedachtenwisseling, beloofd© eene storm
achtige zitting ©n wanneer de treurige
omstandigheden dit niet beletten te zeg
gen, ook interressante debatten.
Onder doodsche stilte opende de Voor
zitter juist om 10 uur de vergadering,
waarin 94 leden aanwezig waren. Het
korte inleidingswoord behelsde de hoop,
dat de verschillende sprekers de groote
spoed van 'sKeizeTs wapenen tegen de
Turken, die het Christelijk Europa ern
stig bedreigden, en Mgr. had er alweer
in moeten berusten, op het aanhouden
der stedelijke regeering, dat de proces
siën (6 weken lang) bininen de berken
en kloosters zouden rondgaan. Het is te
vatten, dat de nieuwsgezinden zich sterk
gevoelden. En op meer andere plaatsen
bleken dergelijke gruwelen mogelijk, zelfs
in de omstreken van Mecbelen. Eindelijk
verschenen de baljuw en de burgemees
ters, toch nog vóór het verdwijnen der
brekers, met hun hellebardiiers. Volgens
eerstgenoemde bevonden zich van 6 tot
800 menschen ter kerk, maar als bet aan
tal niet schromelijk overschat is, dan
waren het niet altemaal kwaadwilligen,
op geen stukken na. De beeldenbrekers
en hun patroons vormden steeds ©en
klein, door een man van energie gemak
kelijk te verdrijven clubje. Zij drongen
op de heeren aan, de brekers, toen ge
vraagd werd: „Wie heeft dit doen doen?
Wie heeft dit gedaan?" en zij' tartten:
„Roert u eens! Tast eens aan!" en stie
ten met afgewend gelaat naar hen, zonder
echter van hun zinkroeren en de mee
gebrachte straatsteenen gebruik te maken.
Toen de predikant, die sinds half Sept.
in de Langedelft was komen wonen, in
het huis van Haeck's schoonzoon „de
Gouden Leeuw", met Sampson Moreysz
ter kerke verscheen, om „ten verzoeke
der regeering" het breken te beletten,
werd er niemand meer gevonden: de da
ders waren tusschen het volk verdwenen.
Gilein en zijn helper zouden niettemin
„gedogen", „dat de beroerders en over
treders" gestraft werden. Wanneer Bau
wen, de opperkoster, die onder de H. Mis
op het zangkoor was, het goed heeft,
dan was de hoofddader een parmentier
of kleerenopmaker uit Amsterdam, een
kort persoon met zwarten baard; in den
loop van denzelfden dag nog te Arne-
muiden gezien, maar bemerkende, dat de
aandacht op hem gevestigd was, verdween
hij. De parmentier had te Middelburg hel
pers gevonden, want zij vreesden voor
herkenning; waarschijnlijk gekozen uit de
keurbende van 22 Aug. Bauwen had er
nog een „cannenverkooper" bij gezien,
die naast het gasthuis woonde en nu on
langs in Engeland gestorven was, en nog
een anderen, hem onbekend en gevlucht,
maar van zijn ambtgenoot uit de St.
Maarten gewaagde hij niet.
FRANKRIJK.
Zegepraal der onschuld. Voor
eenigen tijd werd in het plaatsje Igornay
(bisdom Autun) de koster vermoord ge
vonden en met anderen de pastoor als
vermoedelijke dader gearresteerd.
Niettegenstaande de openbare meening
zoowel als de faam van deugd eu recht
schapenheid van dezen priester hem on
schuldig verklaarden, werd zijn arrestatie
door de anti-clericale bladen in Frank
rijk en België met welgevallen vermeld
en daaraan de hatelijkste insinuaties ver
bonden op den geestelijken stand in het
Katholiek geloof.
En ziet, nu heeft de werkelijke dader
eene volledige bekentenis afgelegd en is
de pastoor in triomf door zijn vrienden
van de gevangenis te Autun naar de bis
schoppelijke woning gebracht.
Wat zal nu de pers doen, die hem eerst
heeft zwart gemaakt?
Misschien zwijgt zij, misschien ook
maakt zij zich er met een niet in 't oog
vallend bericht af.
Want deze pastoor is en blijft een pries
ter. En een „gevaarlijk" priester.
Het „Hbl. van Antw." schrijft:
't Blijkt meer en meer dat de aan
houding, de beschuldiging en de ge
vangenhouding van den pastoor van
Igornay heelemaal toeleg is van de
zaak, waarom het hier ging, ook zakelijk
zouden behandelen, met uitsluiting van
alle persoonlijke aantijgingen of hatelijk
heden, welke men in de laatste jaren
binnen de grenzen der parlementaire wel-
voegelijkheid had meenen te kunnen bin
nensmokkelen. De leider der vergaderin
gen verwachtte tevens, dat van het recht
van interruptie een bescheiden gebruik
zoude worden gemaakt en dit in 't belang
van 'eene geregelde gedachtenwisseling
over de hoofdzaak. Daarna werd het
woord gegeven aan den Minister van Oor
log tot het doen van de regeeringsmede-
deeling.
Een oogenblik nog kromde de tamelijk
foirsche gestalte van Minister de Koopman
boven de tafel met papieren, doch dade
lijk daarop blikten scherpe oogen door
de geheele zaal. Kaarsrecht met de handen
op den rug, begon hij Vervolgens m|et
matte stern, woord voor woord de reeks
van jobstijdingen officieel te bevestigen.
„Mijnheer de Voorzitter. Een moeielijker
taak dan nrij nu is opgelegd, een, zwaarder
gang dan ik nu heb moeten gaan, zullen
mijn levensweg wel nooit meer kruisen.
Aan die vertegenwoordigers van het Ne-
derlandschie volk de groote kans voor
te leggen, die dat volk heeft op volle-
digen ondergang is voor eiken Nederlan
der ©en bijna bovienmenschelijke taak,
doch de kleine kans, die het nog bezit,
vrijmetselarij. En inderdaad, sedert
velo dagen reeds was er geen twijfel
meer aan de onschuld van den pries
ter en toch bleef hij gevangen.
Van waar die hardnekkigheid tegen
een eenvoudigon buitonpastoor?
vraagt een redacteur van de „Echo de
Paris", die ter plaatse oen onderzoek
deed.
De invloed van den pastoor,
antwoordde men hem, was z-eer groot,
te Igornay; dan 'tis vooral een oude
wrok, die sedert lang tegen hem be
stond, ingevolge de volgende feiten
Twee jaar geleden omtrent, lag
er een gekend vrijmetselaar van Autun
op sterven, en de loge droomde reeds
van de prachtige anti-clericale betoo
ging, welke men had kunnen houden
in deze zeer katholieke stad, toen
men tot groote verbazing der vrij
metselaars vernam, dat de abbé La-
roue den stervende had bediend, ©n
deze berouwvol gestorven was. De
seciarissen hebben dat nooit vergeven
aan abbé Laroue, tegen wien hevige
bedreigingen werden geuit.
Een schandelijke toestand.
Door den ramp van de „Liberté" is op
nieuw gebleken welk een treurige toe
stand er heerscht in de militaire hospi
talen, wat betreft het ontvangen van gees-
stelijke hulp in het uur des doods.
Degenen, die daar verpleegd worden,
kunnen in hun ziekte en sterven den
geestelijken bijstand van een priester
slechts dan verkrijgen, wanneer ze daar
toe schriftelijk aanzoek doen.
Het gevolg is, dat de meesten, die d©
hulp, de troost ©n kracht van den gods
dienst zeker zouden hebben verlangd, van
deze geheel verstoken blijven.
Veten komen er tengevolge van ©en on
geluk jgelijk met de „Iéna" en de „Li
berté", zijn dan zwaar gekwetst, geheel
ontsteld, soms buiten kennis. Anderen
kwijnen langzaam weg, zonder zich be
wust te zijn, dat de dood zoo nabij is,
terwijl hun omgeving alles doet om valsche
illusies bij hen op te wekken.
Weer anderen missen den' moed, papier
en inkt te vragen en een verzoek om
een priester te schrijven; zij weten, dat ze
van dit oogenblik af 't bijzonder voorwerp
der spottende belangstelling zullen zijn.
Het is werkelijk een schandelijke-tyran-
nie, welke door dezen eisch van schrif
telijke aanvraag op de gewetens wordt
geoefend. En dat in naam der liberaliteit.
Een griezelige geschiedenis.
Een fantastisch verhaal wordt uit Belle-
Isle medegedeeld. Maandag kwam er n.l.
een groot zeilschip de „Antoinette" aan
met een lading suiker uit Semarang (Java).
Voor de reed© gaf het schip door signa
len te kennen, dat er een heftig© epi
demie aan boord woedde. Het schip werd
naar St. Nazaire gesleept en daar begaf
zich een dokter van het lazaret aan boord.
Hij zag een verschrikkelijk tooneel. Van
de bemanning, 15 koppen sterk, lagen er
drie dood op het dek, 10 waren zwaar
ziek of buiten kennis en slechts 2 scheeps
jongens waren nog ter been. Een wilde
zwerm ratten bedekte heel het schip.
Dadelijk werd een onderzoek ingesteld
en het bleek, dat de zieken noch aan
pest, noch aan cholera of gele koorts
leden. Waarschijnlijk is het beri-beri. D©
zieken werden van boord gehaald en in
het lazaret gebracht. Het schip wordt ge
desinfecteerd.
OOSTENRIJK-HONGARIJF.
De overreiking der baretten
aan de nieuwe kardinalen. Op 3
December ontvingen de beid© Oostenrijk-
sche kardinalen, mgr. Nagel van Weenen
en mgr. dr. Bauer, aartsbisschop vim
Olmütz, de kardinaalsbaret uit de handen
des keizers. Om half elf reeds hadden
de pauselijke afgezanten mgr. Pascini en
om zijne heiligste goederen aa.n den bruten
indringer te ontrukken, geeft mij de kracht
deze taak te volbrengen.
De binnenlandsche toestand is u uit
de regeeringsbulletins te genoegzaam be
kend, dan dat ik van di© aaneenschakel
ling van rampspoeden en tegenslagen nog
maals het donkere tooneel moet ophan
gen, nog versomberd door de ernstig©
verontrustende berichten, die zoo even
de Regeering bereikten, welke tijdingen
echter uit 't oogpunt van defensie-belang
nog niet medegedeeld kunnen woajden. On
der geheimhouding liggen deze voor de
leden der Staten-Generaal ter inzage op
mijn kabinet. Ook bereikten de Regee
ring heden berichten over onze koloniën,
berichten met bange vrees tegemoet ge
zien, idoch niet behelzende die natio
nale ramp, welke met elke opvolgende
tijding tot een niet te kieejlen debacle
aangroeide. Over Berlijn, miet behulp
der draadlooz© telegraphic, gewerden ons
deze wanhoopstijdingen. Enkele telegram
men zijn echter zoo verward, dat een
volledig beeld van den toestand daar niet
kan gegeven worden. Het staat evenwel
vast, dat Java nog in onze handen is
en de driekleur Van Sierang tot Banjoe-
wangi ongerept wappert. De buitenbezit
tingen zijn alten in Engelsche handen.
Voor de machtig© Engelsch-Indische vloot
waren de kustlanden van Borneo een ge-
Rossi, die van den II. Vader de yolinacht
ontvingen den beiden nieuwen kardinalen
hun verheffing mee te deelen, de barets
naar de Hofpfarrkirche gebracht, waar zij
op gouden schalen werden neergelegd. Ter
zelfder tijd legde Hofzeremoniell-direktor
Nepalleh de heide pauselijke brieven op
twee gouden schalen op het altaar, vervol
gens werden de beide kardinalen door
's Pausen gezanten afgehaald. Geheel die
keizerlijke hofstaat had zich' intusschen
opgesteld ter begroeting der nieuwe digni
tarissen, die in met zes paarden bespan
nen galarijtuigen paar den Hofburg reden.
Voorop reed de hoofdburgwacht in de
schitterende gouden jiniformen, daarachter
het gevolg der kardinalen in hof-galakoet
sen met vier paarden bespannen en tear
slotte de beide nieuwe leden van bet H.
College. Een breede schaar van nieuws
gierigen had zich langs den weg opgesteld,
waar de stoet voorbijkwam, en kon in
hel wel niet aangename maar toch droge
Decemberweder ten volle genieten van het
schitterend schouwspel.
Na door den keizer in den Hofburg te
zijn ontvangen, begaven zich de kardina
len, geëscorteerd door de keizerlijke lijf
wacht en gevolgd door den keizer, met
den hofstaat naar de kerk, waar de pause
lijke nuntius reeds wachtte op de komst
van den stoet. In de kerk was de Hoji-
gaarsche lijfwacht, die in veelkleurig uni
form een frappant beeld oplevert, opge
steld, terwijl de keizerlijke hofmuziekkapel
een marsch speelde.
De keizer begaf zich onmiddellijk naar
den troon, di© ter rechterzijde van het
altaar staat, waar tevens twee tronen wa
ren opgericht voor de nieuwe kardinalen.
Nadat wijbisschop mgr. Sschokke 'tHoch-
amt had opgedragen, overhandigd© mgr.
Pascini knielend voor den keizer, aan Z.
M. de Pauselijke Breve. Nadat de keizier
zijn toestemming had gegeven, bedoeld
decreet voor te lezen, en een der aan
wezige priesters zich met die taak had
belast, overhandigden de beide Pauseljjk©
legaten weder knielend voor Z. M. de
beide barets.
Nu knielden de beide nieuwe kardi
nalen op de bovenste trede van 's kei
zers troon neder, bogen het hoofd, dat
reeds met het kardinaalscalotje bedekt
was, en ontvingen daarop uit 's keizers
hand de baret.
Onmiddellijk hierop begaven zij zich
naar het altaar, waar zij met den cele
brant, mgr. Zchokke, het Te Deum aan
hieven. Na beëindiging van dit kerkelijk!
danklied, trok zich keizer Frans Jozef in
zijn vertrekken terug, waar, Z. M. de beide
kardinalen, die zich in de sacristie met
den rooden kardinaalsmantel hadden be
kleed, in particuliere audiëntie ontving.
De audiëntie duurde ongeveer ©en half
uur; daarna reden de kardinalen weer
met dezelfde statie naar het aartsbisschop
pelijk paleis.
De plechtigheid werd besloten met Ben
z.g. kardinaalsdiner bij den keizer, dat
des .avonds te zes uur in den Hofburg
plaats vond en waartoe behalve de kar
dinalen, ook de pauselijke legaten 'en d©
minister van onderwijs genoodigd waren.
AMERIKA.
Revolutionair© vakorganisa-
t i e. Wat een vakorganisatie, die de revo
lutionaire beginselen huldigt, zooal durft
bestaan, heeft het volgend© hoogst merk
waardige geval geleerd, dat thans in Ame
rika de gemoederen in spanning houdt.
In October 1910 werd het gebouw van
de „Los Angelos Times", een blad, dat
zich altijd een krachtige tegenstander der
Amerikaansche vakbeweging had getoond,
door dynamiet vernield. Bij' dezen aanslag
gingen tal van memschenlevens verloren.
21 personen toch vonden den dood en
velen werden bovendien gewond.
Een scherp onderzoek werd naar de
bedrijvers van den aanslag ingesteld en
de taak van de opsporing der daders
-makkelijke buit. Op Sumatra is heldhaf
tig gestreden, maar de plotselinge over-
valling door den vijand heeft elke con
centratie van de troepen belet. De uit
eengeslagen afdeehngen hebben zich tot
guerillabenden gevormd, die door de be
kendheid met het terrein, den Engelschon
veel afbreuk hebben gedaan en nog doen.
De Atjiehers zijn in vollen opstand on
der leiding van de bevriende hoofden,
en loopen alle ondernemingen af, waar
zich Europeanen bevinden. Op Celebes
schijnen verschillende stammen tegen de
invallers op to staan. Op de klein©
Soenda-eilanden waait overal d© JEngel-
sche vlag, doch vage berichten wijzien
■er op, dat het onzen agenten gelukt is
de geheel© inlandsche bevolking tegen den
indringer op te zetten. In d© overig©
bezittingen zien de inboorlingen alles lij
delijk aan jen vooral op Java heerscht
onder hen de grootste onverschilligheid.
Wel zijn hier ©n daar benden vrijwil
ligers gevormd, maar niet in verhouding.
Eene energieke poging der Engelschen
om Batavia verrassend te nemen is mis
lukt. Onze vloot is grootendeels vernield,
de rest zit in de Jayaansch© havens op
gesloten.
(Wordt vervolgd.)