AN. er. lering aire Tip, riand s buitenland. igazijn TELS, i Rokken. [J m UJNEN. DE. No. 146. TWEEDE BLAD NIEUWE ZEEUWS!'HE COURANT Zaterdag 9 December 1911. FEUILLETON. tel- en ;ken, rijen. EEN LIED PER WEEK. Zelandia Antiqua. IDDELBURG. NDI bnd in Zeeland Zierikzee op 8 uur te Rotterdam, itter van „Dn iestuur, DELE Se cr ines behoeven inprijzing. eken slechts etten, dat ze uiste adres worden. OZEN. LOSSE deerd. BO 10,000 verschillende i onmiddellijk n prjjs die er No. 33 nit „De Leewerk". HOU ZEE. Woorden en muziek van M. A. Brandts Buys. Hou zee, hou zee, Hou moedig zee 1 Gij leus van onze vad'ren Stort kracht en moed in de ad'ren: Het loope tegen, 't loops mee Hou zee, hou zeel Hou zee, hou zee, In krijg en vree! Kamp wakker met de golven, Wel worst'lend, nooit bedolven Het loope tegen, 't loope mee I Hou zee, hou zee! Hou zee, hou zee, Hou krachtig zeel Wat stormen u omgeven, Tot God de ziel geheven Het loope tegen, 't loope mee Hou zee, hou zee Hou zee, hou zee, Hou juichend zee Wie dan zijn vlag moog' strijken. Ons Neerland zal niet wijken, Het loope ons tegen, 't loope ons mee' 't Houdt zee, t houdt zee. Middelburg in het wonderjaar 1566. X. De rest op den vloer smijtend, verzaakte hij de Kerk en het Pausdom: ook dit alles was „vol afgoderie". Of de toe stand nog niet troosteloos genoeg ware! Biggekerke behoorde! tot het rechtsgebied van den rentmeester, die heer Bernard gevangen nam en aan den Bisschop uit leverde, om voor de geestelijke rechtbank terecht te staan. De consistorie raakta in beroering en Haeck dreigde, dat Se- rooskerke de knodse zou krijgen, als hij weer zoo iets deed. Evenals broer Claas zal de Pastoor van Bekerke niet lang de vrijheid gemist hebben. Gedurende de overige dagen van deze Septembermaand heerschte er betrekkelijk rust in de hoofdstad. Wat elders ge schiedde, bleef hier niet lang onbeke|nd door de geheime verstandhouding der con- sistoriën. Vooral op Antwerpen hieldejn de Kalvinisten het oog gevestigd. Wan neer daai' heftige tooneelen afgespeeld werden, dan kon men hier den terug slag waarnemen. De strijd. dier dagen was zoowel een staatkundige als een godsdienstige, goldt zoowel den staat als het geloof, want de maatschappelijke in stellingen waren geheel doortrokken van het Catholicisme. „Wat wilt ge?" vroeg de luitenant van den Prins, toen de Ant- wcrpsche Kalvinisten gereed stonden, om ten tweeden male de Lieve-Vrouwe te bestormen en da aanvoerders antwoord den: „De Kerk en het Stadhuis!" We zullen het ook overduidelijk zien uitko men in den mislukten aanslag op Wal cheren (Maart 1567). Gilein's aanhalng, hoewel verre van tevreden, al konde)n de menschen zonder bezwaar vergade ren buiten de Dampoort, achtte het al licht geraden zich voorloopig rustig te houden, daar er in Vlaanderen en elders enkele beeldstormers terechlgesteld wer den. Zoo liet Oranje, die overgens dein nieuwsgezinden veel meer toestond dan do Landvoogdes lief was, drie lieden, die zich bijl het breken onderscheiden hadden, ophangen, ofschoon Modet on gestoord zijn afschuwelijke rol kon voort- spelen. Lang duurde de rust evenwel geens zins. De Kalvinisten, die weldra in ons vaderland de overhand kregen, streden den niet, om God in alle stilte |naar 47.) DOOK TWEE PIOTTEN. Men staarde zich blind op de valsche vergelijkingVerlichting van persoonlijke lasten -(- Vermindering van financiëele druk Verhooging van weerkracht, en de goochelkunst met cijfers, die deze vergelijking indentiek deed schijnen, vier de hoogtij onder het volk, dat men be lette verder te tellen dan den inhoud van zjjn portemoinnaie en de loonuren van zijn arbeidsweek, verder te denken dan tot zijn bot-egoïstisch belang. Doch met één ruk was het valsche gelijkteeken weggesleept en de tooverformule verdwe nen, die in vredestijd zoo sterk bekoorde. Achter de twee liggende streepjes was nu geplaatst„totale verzwakking der Weerkracht", de oorlog, de leermeester, had dit er achter gezet. Doch het volk gevoelde zich niet schuldig, ofschoon tal rijke ernstige mannen het telkens en tel kens hadden gewezien op den weg naar den afgrond, waarop onze weermacht zich onrustbarend snel voortbewoog. De menigte begreep niets van de wisselwer king tusschen volk en volksleiders en Schoof de geheel© verantwoordelijkheid op de inspraak van hun geweteln te die nen, maar oim de opperheerschappij. Er was hier en nergens sprake valn rustig naast elkaar te leven, de verdraagzaam heid onzer dagen was toen volslagen on bekend. Het was op Vrijdag 18 Oct. De Schelde- stad was weer in roere. Zoolang de Prins er vertoefd had, van 26 Aug. tot 12 Oct. was het er betrekkelijk rustig gebleven, maar toen hij' naar het noor den was getrokken tot een bezoek aan zijn stadhouderschappen, meenden de Kal vinisten de handen ruimer te hebben. Zij. uitten bedreigingen, omdat de deer lijk geschonden kerken aan dé Katho lieken teruggeven moesten worden en de vreemdelingen en de grootste rad draaiers waren juist uit den vreemde gekomen de stad hadden te ruimen, zij beklaagden zich bij de overheid, 17 Oct. over bet herstel dier „afgoden" en kondigden aan, dat zij- nog iets ergers zou geschieden. Den volgenden dag ram meiden zij1 de deur der O. L. Vr. met brandladders, doch Hoogstraten kwam met ©enige dienaars toegesneld en viel de bestormers te lijf. Vijf wierden ge vat. De belhamel ontliep het, maar werd uit het bed gelicht en gehangen met nog enkelen. Te Middelburg behoefde niet ge rammeid. De deuren der kathedraal ston den wijd geopend, om de geloovigen toe te laten, want er zou op dezen feest dag van den H. Lucas, Evangelist, een plechtige H. Mis opgedragen worden. De celebrant, Kanunnik Lyon Damours, keer de zich vóór liet Evangelie om, tot het zegenen v.an den Diaken, toen hij: zag, hoe ©en troep volks ter kerke kwam, allengs vermeerderend. Tien of twaalf man namen plaats op een bank bij het koor, bemerkte een burger, en het hin derde hem, dat jle lieden vrij! luid met elkaar praatten. „Dominus vobiseum", wenschte de Priester de aanwezigen hij de Offerande, de Heer zij' met u, en het viel hem op, dat de kerels allengs het koor naderden. De woed© v,an bet ge peupel scheen te stijgen, naarmate de H. Mis vorderde. Tijdens de Prefatie huilde dat volk en schreeuwde het met den Priester moe, zoo hard het maar kon. Na het Sanctus zag Bauwen, de kos ter, op bet koor zingend, 4 of 5 man op het koor loopen, de burger vandaar straks had er 8 of 10 bemerkt. Daar ging de bel vóór de Elevatie. Na het Consacree- ren der H. Hostie drongen zij. door, die woestelingen, en schreeuwden: „De ra- bauweri© is lange genouch gedaien! Ver bruide Paap, ga van hier, we willen geen Mis meer hebben. Als ge niet gaat, zul len wij u van hier, slaan!" En zij rukten het altaarkleed met al wat ler zich op bevond, weg, maar de Kanunnik had reeds de H. Hostie genomen, den onge- consacreerden kelk .en den corporaal1)' en was in de sacristie verdwenen. Daar nut tigde de Priester haastelijk, om dau met kelk en corporaal naar zijn huis te gaan, zeer kort bij de kerk. Het houweu en smijten, begeleid door psalmgezang op hun wijze, was zonder vertoef ter hand genomen. Een groote verwoesting werd aangericht. Een stoeldraaiersknecht sloeg met -een ijzeren hamer een stuk van dein altaarsteen. Ook het H. Sacramentsaltaar, vóór het priesterkoor, deelde in de ver woesting. Antwerpen was overtroffen. 1 Het komt ons onbegrijpelijk Voor, dat zoo iets kon plaatsgrijpen. In Aug. stak de storm zoo verbazend onverwachts op, dat de menschen als verlamd waren van schrik. Maar we weten. Chetin die vroed schap zaten onderscheiden© Kalvinisten, die zich duchtig roerden. In het begin dezer maand was ©en aanschrijving, ge komen van de Landvoogdes, dat er ge beden zouden opgedragen en plechtige processiën gehouden worden tot voor- Corporaal (van hot Latijneolie woord corpus lichaam) is de naam voor den witten doek, waarop de priester onder de H. Mis de H. Hostie neerlegt. den oonlogs-minister, in hunne oogen nu de incarnatie van oorlog,s-onmacht. De hoogare karaktereigenschappen van de natie warten nu naar boven geweld, terwijl in de defensiezaken vroeger voort, durend gespeculeerd was op de karakter oppervlakte van het volk. Dat dit men- schenkluwen voor de vergaderzaal thans op ruwe en brute wijze daaraan uiting gaf, kon wel niet door den beugel, maar was te begrijpen. De wegrijdende Leege auto moest nog ontgelden, wat de opgewond© menigte den Minister' had toegedacht. La psychologie de la foute1) was weer een raadsel rijker. In de ruime zaal met hare volgepropte geïmproviseerde tribunes heerschte de zelfde opgewonden stemming als daar buiten. Ook hier had het publiek zich één o,ogenblik laten gaan, maar de be dreiging met ontruiming had verdere gevoelsuitingen gesmoord. Druk armenbe- woeg in de verschillende gi'ooepjes kamer leden duidde reeds nu op een levendige gedachtenwisseling, beloofd© eene storm achtige zitting ©n wanneer de treurige omstandigheden dit niet beletten te zeg gen, ook interressante debatten. Onder doodsche stilte opende de Voor zitter juist om 10 uur de vergadering, waarin 94 leden aanwezig waren. Het korte inleidingswoord behelsde de hoop, dat de verschillende sprekers de groote spoed van 'sKeizeTs wapenen tegen de Turken, die het Christelijk Europa ern stig bedreigden, en Mgr. had er alweer in moeten berusten, op het aanhouden der stedelijke regeering, dat de proces siën (6 weken lang) bininen de berken en kloosters zouden rondgaan. Het is te vatten, dat de nieuwsgezinden zich sterk gevoelden. En op meer andere plaatsen bleken dergelijke gruwelen mogelijk, zelfs in de omstreken van Mecbelen. Eindelijk verschenen de baljuw en de burgemees ters, toch nog vóór het verdwijnen der brekers, met hun hellebardiiers. Volgens eerstgenoemde bevonden zich van 6 tot 800 menschen ter kerk, maar als bet aan tal niet schromelijk overschat is, dan waren het niet altemaal kwaadwilligen, op geen stukken na. De beeldenbrekers en hun patroons vormden steeds ©en klein, door een man van energie gemak kelijk te verdrijven clubje. Zij drongen op de heeren aan, de brekers, toen ge vraagd werd: „Wie heeft dit doen doen? Wie heeft dit gedaan?" en zij' tartten: „Roert u eens! Tast eens aan!" en stie ten met afgewend gelaat naar hen, zonder echter van hun zinkroeren en de mee gebrachte straatsteenen gebruik te maken. Toen de predikant, die sinds half Sept. in de Langedelft was komen wonen, in het huis van Haeck's schoonzoon „de Gouden Leeuw", met Sampson Moreysz ter kerke verscheen, om „ten verzoeke der regeering" het breken te beletten, werd er niemand meer gevonden: de da ders waren tusschen het volk verdwenen. Gilein en zijn helper zouden niettemin „gedogen", „dat de beroerders en over treders" gestraft werden. Wanneer Bau wen, de opperkoster, die onder de H. Mis op het zangkoor was, het goed heeft, dan was de hoofddader een parmentier of kleerenopmaker uit Amsterdam, een kort persoon met zwarten baard; in den loop van denzelfden dag nog te Arne- muiden gezien, maar bemerkende, dat de aandacht op hem gevestigd was, verdween hij. De parmentier had te Middelburg hel pers gevonden, want zij vreesden voor herkenning; waarschijnlijk gekozen uit de keurbende van 22 Aug. Bauwen had er nog een „cannenverkooper" bij gezien, die naast het gasthuis woonde en nu on langs in Engeland gestorven was, en nog een anderen, hem onbekend en gevlucht, maar van zijn ambtgenoot uit de St. Maarten gewaagde hij niet. FRANKRIJK. Zegepraal der onschuld. Voor eenigen tijd werd in het plaatsje Igornay (bisdom Autun) de koster vermoord ge vonden en met anderen de pastoor als vermoedelijke dader gearresteerd. Niettegenstaande de openbare meening zoowel als de faam van deugd eu recht schapenheid van dezen priester hem on schuldig verklaarden, werd zijn arrestatie door de anti-clericale bladen in Frank rijk en België met welgevallen vermeld en daaraan de hatelijkste insinuaties ver bonden op den geestelijken stand in het Katholiek geloof. En ziet, nu heeft de werkelijke dader eene volledige bekentenis afgelegd en is de pastoor in triomf door zijn vrienden van de gevangenis te Autun naar de bis schoppelijke woning gebracht. Wat zal nu de pers doen, die hem eerst heeft zwart gemaakt? Misschien zwijgt zij, misschien ook maakt zij zich er met een niet in 't oog vallend bericht af. Want deze pastoor is en blijft een pries ter. En een „gevaarlijk" priester. Het „Hbl. van Antw." schrijft: 't Blijkt meer en meer dat de aan houding, de beschuldiging en de ge vangenhouding van den pastoor van Igornay heelemaal toeleg is van de zaak, waarom het hier ging, ook zakelijk zouden behandelen, met uitsluiting van alle persoonlijke aantijgingen of hatelijk heden, welke men in de laatste jaren binnen de grenzen der parlementaire wel- voegelijkheid had meenen te kunnen bin nensmokkelen. De leider der vergaderin gen verwachtte tevens, dat van het recht van interruptie een bescheiden gebruik zoude worden gemaakt en dit in 't belang van 'eene geregelde gedachtenwisseling over de hoofdzaak. Daarna werd het woord gegeven aan den Minister van Oor log tot het doen van de regeeringsmede- deeling. Een oogenblik nog kromde de tamelijk foirsche gestalte van Minister de Koopman boven de tafel met papieren, doch dade lijk daarop blikten scherpe oogen door de geheele zaal. Kaarsrecht met de handen op den rug, begon hij Vervolgens m|et matte stern, woord voor woord de reeks van jobstijdingen officieel te bevestigen. „Mijnheer de Voorzitter. Een moeielijker taak dan nrij nu is opgelegd, een, zwaarder gang dan ik nu heb moeten gaan, zullen mijn levensweg wel nooit meer kruisen. Aan die vertegenwoordigers van het Ne- derlandschie volk de groote kans voor te leggen, die dat volk heeft op volle- digen ondergang is voor eiken Nederlan der ©en bijna bovienmenschelijke taak, doch de kleine kans, die het nog bezit, vrijmetselarij. En inderdaad, sedert velo dagen reeds was er geen twijfel meer aan de onschuld van den pries ter en toch bleef hij gevangen. Van waar die hardnekkigheid tegen een eenvoudigon buitonpastoor? vraagt een redacteur van de „Echo de Paris", die ter plaatse oen onderzoek deed. De invloed van den pastoor, antwoordde men hem, was z-eer groot, te Igornay; dan 'tis vooral een oude wrok, die sedert lang tegen hem be stond, ingevolge de volgende feiten Twee jaar geleden omtrent, lag er een gekend vrijmetselaar van Autun op sterven, en de loge droomde reeds van de prachtige anti-clericale betoo ging, welke men had kunnen houden in deze zeer katholieke stad, toen men tot groote verbazing der vrij metselaars vernam, dat de abbé La- roue den stervende had bediend, ©n deze berouwvol gestorven was. De seciarissen hebben dat nooit vergeven aan abbé Laroue, tegen wien hevige bedreigingen werden geuit. Een schandelijke toestand. Door den ramp van de „Liberté" is op nieuw gebleken welk een treurige toe stand er heerscht in de militaire hospi talen, wat betreft het ontvangen van gees- stelijke hulp in het uur des doods. Degenen, die daar verpleegd worden, kunnen in hun ziekte en sterven den geestelijken bijstand van een priester slechts dan verkrijgen, wanneer ze daar toe schriftelijk aanzoek doen. Het gevolg is, dat de meesten, die d© hulp, de troost ©n kracht van den gods dienst zeker zouden hebben verlangd, van deze geheel verstoken blijven. Veten komen er tengevolge van ©en on geluk jgelijk met de „Iéna" en de „Li berté", zijn dan zwaar gekwetst, geheel ontsteld, soms buiten kennis. Anderen kwijnen langzaam weg, zonder zich be wust te zijn, dat de dood zoo nabij is, terwijl hun omgeving alles doet om valsche illusies bij hen op te wekken. Weer anderen missen den' moed, papier en inkt te vragen en een verzoek om een priester te schrijven; zij weten, dat ze van dit oogenblik af 't bijzonder voorwerp der spottende belangstelling zullen zijn. Het is werkelijk een schandelijke-tyran- nie, welke door dezen eisch van schrif telijke aanvraag op de gewetens wordt geoefend. En dat in naam der liberaliteit. Een griezelige geschiedenis. Een fantastisch verhaal wordt uit Belle- Isle medegedeeld. Maandag kwam er n.l. een groot zeilschip de „Antoinette" aan met een lading suiker uit Semarang (Java). Voor de reed© gaf het schip door signa len te kennen, dat er een heftig© epi demie aan boord woedde. Het schip werd naar St. Nazaire gesleept en daar begaf zich een dokter van het lazaret aan boord. Hij zag een verschrikkelijk tooneel. Van de bemanning, 15 koppen sterk, lagen er drie dood op het dek, 10 waren zwaar ziek of buiten kennis en slechts 2 scheeps jongens waren nog ter been. Een wilde zwerm ratten bedekte heel het schip. Dadelijk werd een onderzoek ingesteld en het bleek, dat de zieken noch aan pest, noch aan cholera of gele koorts leden. Waarschijnlijk is het beri-beri. D© zieken werden van boord gehaald en in het lazaret gebracht. Het schip wordt ge desinfecteerd. OOSTENRIJK-HONGARIJF. De overreiking der baretten aan de nieuwe kardinalen. Op 3 December ontvingen de beid© Oostenrijk- sche kardinalen, mgr. Nagel van Weenen en mgr. dr. Bauer, aartsbisschop vim Olmütz, de kardinaalsbaret uit de handen des keizers. Om half elf reeds hadden de pauselijke afgezanten mgr. Pascini en om zijne heiligste goederen aa.n den bruten indringer te ontrukken, geeft mij de kracht deze taak te volbrengen. De binnenlandsche toestand is u uit de regeeringsbulletins te genoegzaam be kend, dan dat ik van di© aaneenschakel ling van rampspoeden en tegenslagen nog maals het donkere tooneel moet ophan gen, nog versomberd door de ernstig© verontrustende berichten, die zoo even de Regeering bereikten, welke tijdingen echter uit 't oogpunt van defensie-belang nog niet medegedeeld kunnen woajden. On der geheimhouding liggen deze voor de leden der Staten-Generaal ter inzage op mijn kabinet. Ook bereikten de Regee ring heden berichten over onze koloniën, berichten met bange vrees tegemoet ge zien, idoch niet behelzende die natio nale ramp, welke met elke opvolgende tijding tot een niet te kieejlen debacle aangroeide. Over Berlijn, miet behulp der draadlooz© telegraphic, gewerden ons deze wanhoopstijdingen. Enkele telegram men zijn echter zoo verward, dat een volledig beeld van den toestand daar niet kan gegeven worden. Het staat evenwel vast, dat Java nog in onze handen is en de driekleur Van Sierang tot Banjoe- wangi ongerept wappert. De buitenbezit tingen zijn alten in Engelsche handen. Voor de machtig© Engelsch-Indische vloot waren de kustlanden van Borneo een ge- Rossi, die van den II. Vader de yolinacht ontvingen den beiden nieuwen kardinalen hun verheffing mee te deelen, de barets naar de Hofpfarrkirche gebracht, waar zij op gouden schalen werden neergelegd. Ter zelfder tijd legde Hofzeremoniell-direktor Nepalleh de heide pauselijke brieven op twee gouden schalen op het altaar, vervol gens werden de beide kardinalen door 's Pausen gezanten afgehaald. Geheel die keizerlijke hofstaat had zich' intusschen opgesteld ter begroeting der nieuwe digni tarissen, die in met zes paarden bespan nen galarijtuigen paar den Hofburg reden. Voorop reed de hoofdburgwacht in de schitterende gouden jiniformen, daarachter het gevolg der kardinalen in hof-galakoet sen met vier paarden bespannen en tear slotte de beide nieuwe leden van bet H. College. Een breede schaar van nieuws gierigen had zich langs den weg opgesteld, waar de stoet voorbijkwam, en kon in hel wel niet aangename maar toch droge Decemberweder ten volle genieten van het schitterend schouwspel. Na door den keizer in den Hofburg te zijn ontvangen, begaven zich de kardina len, geëscorteerd door de keizerlijke lijf wacht en gevolgd door den keizer, met den hofstaat naar de kerk, waar de pause lijke nuntius reeds wachtte op de komst van den stoet. In de kerk was de Hoji- gaarsche lijfwacht, die in veelkleurig uni form een frappant beeld oplevert, opge steld, terwijl de keizerlijke hofmuziekkapel een marsch speelde. De keizer begaf zich onmiddellijk naar den troon, di© ter rechterzijde van het altaar staat, waar tevens twee tronen wa ren opgericht voor de nieuwe kardinalen. Nadat wijbisschop mgr. Sschokke 'tHoch- amt had opgedragen, overhandigd© mgr. Pascini knielend voor den keizer, aan Z. M. de Pauselijke Breve. Nadat de keizier zijn toestemming had gegeven, bedoeld decreet voor te lezen, en een der aan wezige priesters zich met die taak had belast, overhandigden de beide Pauseljjk© legaten weder knielend voor Z. M. de beide barets. Nu knielden de beide nieuwe kardi nalen op de bovenste trede van 's kei zers troon neder, bogen het hoofd, dat reeds met het kardinaalscalotje bedekt was, en ontvingen daarop uit 's keizers hand de baret. Onmiddellijk hierop begaven zij zich naar het altaar, waar zij met den cele brant, mgr. Zchokke, het Te Deum aan hieven. Na beëindiging van dit kerkelijk! danklied, trok zich keizer Frans Jozef in zijn vertrekken terug, waar, Z. M. de beide kardinalen, die zich in de sacristie met den rooden kardinaalsmantel hadden be kleed, in particuliere audiëntie ontving. De audiëntie duurde ongeveer ©en half uur; daarna reden de kardinalen weer met dezelfde statie naar het aartsbisschop pelijk paleis. De plechtigheid werd besloten met Ben z.g. kardinaalsdiner bij den keizer, dat des .avonds te zes uur in den Hofburg plaats vond en waartoe behalve de kar dinalen, ook de pauselijke legaten 'en d© minister van onderwijs genoodigd waren. AMERIKA. Revolutionair© vakorganisa- t i e. Wat een vakorganisatie, die de revo lutionaire beginselen huldigt, zooal durft bestaan, heeft het volgend© hoogst merk waardige geval geleerd, dat thans in Ame rika de gemoederen in spanning houdt. In October 1910 werd het gebouw van de „Los Angelos Times", een blad, dat zich altijd een krachtige tegenstander der Amerikaansche vakbeweging had getoond, door dynamiet vernield. Bij' dezen aanslag gingen tal van memschenlevens verloren. 21 personen toch vonden den dood en velen werden bovendien gewond. Een scherp onderzoek werd naar de bedrijvers van den aanslag ingesteld en de taak van de opsporing der daders -makkelijke buit. Op Sumatra is heldhaf tig gestreden, maar de plotselinge over- valling door den vijand heeft elke con centratie van de troepen belet. De uit eengeslagen afdeehngen hebben zich tot guerillabenden gevormd, die door de be kendheid met het terrein, den Engelschon veel afbreuk hebben gedaan en nog doen. De Atjiehers zijn in vollen opstand on der leiding van de bevriende hoofden, en loopen alle ondernemingen af, waar zich Europeanen bevinden. Op Celebes schijnen verschillende stammen tegen de invallers op to staan. Op de klein© Soenda-eilanden waait overal d© JEngel- sche vlag, doch vage berichten wijzien ■er op, dat het onzen agenten gelukt is de geheel© inlandsche bevolking tegen den indringer op te zetten. In d© overig© bezittingen zien de inboorlingen alles lij delijk aan jen vooral op Java heerscht onder hen de grootste onverschilligheid. Wel zijn hier ©n daar benden vrijwil ligers gevormd, maar niet in verhouding. Eene energieke poging der Engelschen om Batavia verrassend te nemen is mis lukt. Onze vloot is grootendeels vernield, de rest zit in de Jayaansch© havens op gesloten. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1911 | | pagina 5