boomen
ÜWÏNG
No. 125.
Zaterdag 21 October 1911.
Zevende Jaargang.
Verschijnt eiken MAANDAG-,JfOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Dit miner bestaat uit 8 bladzijden.
EERSTE BLAD.
ing te koop:
fre gave
n, Dammen,
ui enz.
October 191k
bergmans,
:gman,
gnelie,
|man,
stenmarkt, GOES.
CLERICALENVRETERS.
BINNENLAND.
Welk weder zullen wij hebben
Erloos, Polderschendijk
veren by J. ZUID-
enpolder, Zw?.ke, vöór
Ir, 's namiddags 2 uur.
lOP
(iwoutsdijk en Driewegen
n het WATERSCHAP
aanvangende op
f). wijst er met nadruk
iken vóór den gemelden
hersteld.
e Vereeniging van
ntoor- en Handels
tienden.
OT PLAATSING
en reizigers, leden
|iet leden.)
Korendijk 59.
Lt Middelburg.
Ïis wordt beleefd verzocht
nde vacatures op hunne
te wendenomtrent on-
panten zijn volledige in-
fcmen.
In.
18 jaar en ouder, be-
Iderne talen, boekhouden,
lrijfmachine, binnen- en
één of meer dezer vakken
fin een of meer der mo-
ironder met diploma's,
ok met diploma, bekeDd
talen.
•schillende artikelen,
bij het Bureau (die voor
(kost bij vooruitbetaling)
ldig en kan daarna een
orden verlengd, opnieuw
bekend, dat boven-
Imer in vijftien series
(erop is in de vijfde klasse
frekkende Staatsloterij de
DUIZEND GULDEN en de
fRTIG DUIZEND GULDEN
het incasso wordt gaarne
de betrokken Hoofd-
feten:
[iwarsstraat 7, Amsterdam.
Yhaiieslraat 49, Amsterdam.
Co.,
\mt 8, Amsterdam (2 maal).
Co.,
Vat 17, Amsterdam 2 maal).
122, Amsterdam. (2 maal).
Dam 8, Amsterdam
Dam 2, Amsterdam.
Wilhelminalaan, Lochem.
te Veur.
Vichpoortplein 13, Zutphea.
46, London E.C [2 maal).
i schriftelijk verzoek aan bet
,OTISICO, Juliana van
ein Ulo. lI,'s©ravenbngCi
met bjjbehoorende
I gratis en franco per Pos'
Inlichtingen hij d0
tegenwoordigers
Firma TOLHOEK
NIEUWE ZEEUWSCHE COURANÏ
Abonnementsprijs p. 3 maanden voor Goes 0.75, daarbuiten f 0.95.
Afzonderlijke nummers 5 cent, dubbele bladen 10 cent.
Advertentiën worden ingewacht op Maandag en Woensdag vóór
balf drie en Vrijdag vóór een uur 's namiddags.
Kanfoor v. d. Administratie: Ganzepoortsfraat C 209, GOES.
Reclameberichten 25 Ct. p. r. Bij abonnement speciale prjje.
Advertentiën van 15 regels f 0.50; iedere regel meer 10 Ct.
Eenzelfde advertentie 3 X geplaatst,; wordt 2 X berekend,
Dienstaanbiedingen 5 regels voor 25 Gt. h contant
De lieden, die beweerden ,dat het re
dacteurschap van Mr. Kalma aan de
„Goesche Courant" niet lang zou, duren,
wijl genoemde heer te netjes, te fatsoen
lijk was, hebben gelijk gehad. Mr. Kalma
ging, en hoe, dat weten wij, dat weet
heel Nederland. En de directie heeft het
oude régime weer van kracht verklaard:
niet meer met degen of rapier, als eer
lijken strijders betaamt, zal men ons van
uit de Keizerstraat aanvallen, maar met
knuppel en klomp, naar plompen dor
pers wijs, met koolstronken en vuile
eieren, het wapen van het plebs in „schel
linkje" of „engelenbak". Wat nood, denkt
de directie, 't gaat immers maar tegen
„papen" en „fijnen", en tegen dat soort
volk is immers alles geoorloofd.
Die gedachtengang heeft blijkbaar voor
gezeten bij het overnemen uit hel „Vrij
zinnig .Weekblad v. Rotterdam en om
streken" van het artikeltje: „Clerica-
lisme" in de „Goesche" van Donderdag
j.l. Moe kan 't ook anders 1 Men heeft in
de Keizerstraat het stiel van clericaten-
vreter steeds met voorliefde beoefend en
neuriet niet de Franschman: „car on
revient toujours a, ses premiers amours?"
Het artikeltje in kwestie luidt als volgt
Clericalisme.
Er is ons een staaltje van cle
ricalisme ter oore gekomen, dat
dient gesignaleerd, aldus het „Vrijz.
Weekbl. voor Rotterdam en Omstre
ken". Opnieuw behoort te blijken,
van welke middelen Rome zich be
dient «m te heerschen; opnieuw be
hoort de Calvinist te weten, hoe
de machten werken, die hem, den
protestant! ter victorie leiden.
In Limburg bestaat sinds enkele
jaren een blad: „Limburg's Be
lang", een onafhankelijk orgaan, dat
strijdt vioert voor democratische
beginselen, dat het clericalisme be
strijdt.
Dat blad was aanvankelijk een
weekblaadje; de kring van lezers
werd grooter; het verkreeg meer
en meer steun. Nu verschijnt het
drie maal in de week. En steeds
neemt de invloed van het blad toe.
Geen wonder, dat de clerus dit
alles met leede oogen heeft gezien.
Reeds ziet de clerus vele trouwe
zonen van de kerk, de politieke
Roomsche partij den rug toekeeren.
Zoo voelt de clerus zich bedreigd in
zijne macht. Daarom stelt nu de
clerus macht boven recht. Hij doet
wanhopige pogingen om „Limburg's
Belang" kapot te maken.
Onlangs is van den preekstoel
te Roermond bisschoppelijk het
„Limburg's Belang" verboden.
Kort daarna heeft ©ene katho
lieke dame in den biechtstoel ver
klaard, dat zij in dat blad niets
slechts zag; zij ontzegde den pries
ter het recht, haar het lezen van
dat blad te verbieden. Daarop ant
woordde de priester, dat hij' haar
„met kon helpen" (d.w.z. geen ab
solutie kon geven.)
Nu is hier sprake van eene
vrouw mot karakter. Zij is naar
huis gegaan en is in haar ziel over
tuigd, niets te misdrijven als zij op
den ingeslagen weg voortgaat.
Maar hoevele Katholieken zullen
niet zwichten voor zulk een clerica-
len dwang?
Voelt men aan calvinistische zij
de niet het immoreele van de hou
ding dier geestelijkheid? Met ar
gumenten kan men het niet meer
winnen; dan maar dwang, de
war« Tan de Kerk om de Staats
partij er boven op te houden.
oo werkt het clericalisme 1
En
onze stoere Calvinisten,
llGfry -rinki v 9
v«.nriuoi.c«Jj wroi
voorouders zich vrij hebben gevoch
ten van het clerical© juk, kunnen
in den politieken strijd slechts over
winnen mot behulp van zoo kras
sen clericalen dwang en accepted
ren die hulp zonder blikken of blo-
zen.
Het is afschuwelijk f
Wij zijn er zeker van, dat onze lezers
na kennisnam© van 't bovenstaande zul
len uitroepen: maar de vent, die dat
geschreven heeft liegt! Want we lazen
juist Donderdag in de „Nieuwe Zeeuw-
sche dat „Limburgs Belang" NIET
„grooter wordt", NIET „meer steun" ver
krijgt, NIE1' MEER „driemaal in de
week verschijnt, dat het weer geworden
is het oude obscure weekblaadje van
vroeger.
Jul!Sn Z0<J werd uit Hoermond
aan „De lijd geschreven en de „Nieuwe
Koerier het wakkere Katholieke orgaan,
dat te Roermond verschijnt, bevatte ver
schenen Zaterdag over „Limburgs Be
lang de volgende driestar:
Korte vreugde.
De Jansenisten verheugden zich
uitermate over den bloei der on
afhankelijke beweging in Limburg.
Zie wat 'n vooruitgang zeiden
zij het Orgaan van de onaf-
hankelijken komt al driemaal per
week.
Och arm©
Terwijl de Jansenisten dit vol
vreugde schreven, moest het or
gaan aankondigen, dathetinhet
riejjvojlg nog maar eens per
week zal verschijnen.1)
Zoo kwijnt de onafhankelijke be
weging evenals het verdorrend Jan
senisme.
Arme menschen, die op los zand
willen bouwen, liever dan op de
onvergankelijke rots van Petrus
waarop de Roomsch Katholieke
Kerk onwankelbaar staat.
En dan durft de schrijver van .cle
ricalisme die ons met dergelijke per-
Me leugens aan boord komt, nog een
hoog© borst zetten en „onze stoere Cal
vinisten waarschuwen tegen „Rome"
„de(n) dwang van de Kerk", de „immm
reele houdnjg der geestelijkheid" ^u meer
dergelijken onzin, waar de lommerd geen
M,aar 'le »K«tholieke dame"
dan? Wat „Katholieke" dame! Een „Ka-
btïhfZÏK dam®,looPt «iet met haar
biecht te koop. Een „Katholieke".
S den 'eersten en voornaamsten
plicht, ons Katholieken boven alles bei
ng: gehoorzaamheid aan de beve
len onzer kerkelijke overheid, eerbied
voor het geestelijk gezag, verzaakt, ver
beurt daardoor het recht, zich „Katho-
n0?men' Ieder ^-rlijk Protestant
zat het met ons eens zijn, dat iemand,
die zyn godsdienstige overtuiging prijs.
geeft, de wetten en voorschriften van
zijn kerkgenootschap overtreedt, niet als
betrouwbaar getuige kan worden opge
roepen, wijl hij alle geloofwaardigheid
alle vertrouwen 'heeft ingeboet
En het bisschoppelijk verbod, tegen
„Limburgs Belang" uitgevaardigd? Dat
verbod, lezer, was goed, was billijk, was
noodig Wat doet gij met den min, die
onder het mom van vriendschap heime
lijk u tegenwerkt, u benadeelt in uwe
zaken in uw goeden naam? Gij wijst
hem de deur -en verbiedt aan de uwen
allen omgang met den eerlooze.
Zoo is het ook met „Limburgs Belang"
Onder den schijn van oprechtheid, met
vroom vertoon en een breed gebaar van
„onafhankelijkheid" ondermijnde dat
blaadje de Katholiciteit bij zijn lezers
trok een scheidsmuur op tussch-en hen
en den godsdienst, waarin zij waren ge
boren en opgevoed en aanvaardde ere-
wg de hulp van ongeloovigen en vrij-
denkers om het Roomsche geloof op g©
mepigo en verraderlijke wijze te dooden
n de harten der Limburgers. Worden
het karakter en de geest yan „Limburgs
Belang met juist geteekend in boven
staande driestar, waar wij lezen, hoe de
Jansenisten ,de verbitterds te vijanden der
Katholieke Kerk, gretig hunne Jianden
uitstaken naar dat blad als welkome hulp
voor hun propaganda 2)
En nu vragen wij iu gemoede: heeft
een Kerkgenootschap, dat zich zelf respec
teert, heeft vooral een Kerk die -zonaL
eelonfth°i!1tke'' -den haar toevertrouwden
geloofsschat zuiver en ongerept moet be
waren, met het recht, ja den onaf-
wnn'r ©nren plicht haie ledematen te
waarschuwen voor die wolven in de
schaapsvacht, die het toeleggen op den
afval der argeloozen en eenvoudigen van
hare gemeenschap? En al zijn die wol
ven hier nu geen menschen van vleesch
en been, ook waar zij als courant, als
nieuwsblad het Katholieke huisgezin bin
nendringen, mag en kan de kerkelijke
overheid niet anders doen dan die .ver
derfelijke persproducten te weren, de le
zing ervan ten strengste te verbieden.
Het tegendeel ware zelfmoord plegen, be
wijs geven van de meest grenzenlooze
minachting van eigen roeping en plichts
besef.
Wat onze „stoere Calvinisten" hier
mede te maken hebben? Niets, absoluut
niets 1 Het verbod, zolo juist besproken,
is aan hen niet uitgevaardigd, en de
schrijver van "het stukje „Clericalisme"
kan gerust zijn zij hebben van ,,de(n)
-dwang der (Roomsche) Kerk" niets te
duchten. Alleen zullen zij ondervinden,
dat zij hunne Katholieke medeburgers,
die zich uit hooger beginsel en om 's Hee-
ren wil dien z.g. dwang getroosten, dage
lijks meer bereid zullen vinden om met
hen die heilige goederen te verdedigen,
die zij, als geloovige Protestanten, met
ons gemeen hebben. Zij' zulten 'den obs-
curen scribent van „Clericalisme" met
zijn ophitsend gekrijsch den rug toekee
rend, en van ganscher harte instemmen
met hetgeen nog d-ezfer dagen de hieer J. de
Bruijn, Hoofd der Bijzondere Protestant-
sche school te Klazinaveen in Drenthe,
in eene vergadering van Antirevolutionai
re en Katholieke kiezers uiteenzette,
toen hij met kleim van redenen de een
drachtige samenwerking der Christelijke
partijen in Jiet openbare leven als een
eisch des tijds bepleitte.
Heden ten dage is voor de Calvinisten
het gevaar niet gelegen in „,Rome".
Neen, zoo zeide het Protestantsche school
hoofd voornoemd, „grootere gevaren, dan
de noord-wester stormen, beukend op
onze dijken, bedreigen ons volksbestaan.
De geest uit het heidendom, die die ab
solute autonomie van den mensch,
en de totale emancipatie van dien
mensch tegenover den levenden God pro
clameert, welke geest weer vlieesc-h en
bloed werd in de Fransche Revolutie,
bedreigt de ideale goederen va.n ons volks
bestaan: Kerk, Geloof, Godsdienst, Recht,
Zedelijkheid, De Kath. Le Maistre voerde
terecht de Fransche Revolutie aldus
sprekende in: „Ga weg, Almachtige, uit
vegen zullen we Uw Naam uit onze scho
len en kerken, uit onze wetenschappen
en kunst, uit onze staat en maatschappij,
uit onze huisgezinnen, hoofden en har
ten."
Dat heet dan„Moderne levensbeschou
wing". „De Liberale partijen op het vaste
land van Europa zijn voortgekomen uit
den Fransche Revolutie", aldus, schreef
niemand minder dan Mr. Cort van der
Linden.
Zij gaan dus uit van deze goddelooze
beginselen, evenals de sociaal-democra
ten, die in Godsverzaking het verst gaan.
Wat er onder dergelijk radicaal-socialis
tisch regime van de vrijheid terechl
komt, dat leert ons ovei'-duidelijk de te
genwoordige geschiedenis.
Trouwens in ons eigen land hebben
we reeds genoeg leergeld betaald."3)
Vooruit gij, die in het „Vrij'zinnig Week
blad voor Rotterdam en omstreken" uw
laffe aantijgingen en kleingeestige anti-
clericale ontboezemingen tegenover ons,
Katholieken, neerschrijft, vooruit, gij
„Goesche Courant", die dit alles zoo maar
klakkeloos, zonder nader onderzoek4)
overneemt, verblind als gij zijit door uw
clericalenhaat, komt op tegen deze ronde,
open taal van het Drentsche schoolhoofd 1
Niet langs slinksche wegen, niet in 'een
hinderlaag, maar in het open veld, en
dan met geen koolstronk of bedorven
ei, maar met zwaard of buks, met eer
lijke wapenenKomt opMan tegen man,
staal tegen staalZet uwe princiepen, zoo
ge ze hebt, tegenover de onze; formu
leer ze zoo scherp zoo vierkant moge
lijk. Niets is ons liever. Wij1 zulten er
de onze, -even scherp beiijnd, tegenover
zetten. Wij' vreezen den strijd niet. Waar
om niet? Omdat wij' vechten voor be
ginselen, die ruim achttien eeuwen proef
houdend zijn gebleken op elk gebied, die
nu nog het fundament uitmaken van het
maatschappelijk gebouw Üeli Christen
wereld, die ondanks het razen en tie
ren van U en Uwe trawanten, die trots
al uw „klerikalenfresserei" door mil-
lioenen trouwhartig worden hei-eden, ge
loovige Protestanten, zoowel als Katho
lieken, beginselen, waaraan 'de zege is
toegezegd, hier en hier namaals, door
den Goddelijken stichter des Cliristen-
doms, al het pogen van Ongeloof en Re
volutie ten spijt!
Wilt gij1 dien open tweekamp aan?
'tls goed, wij wachten U.
Maar weest voorzichtig met het over
brengen van de p'trijdmanieren der Lim-
burgsche „Onafhankelijken" naar hier.
„Limburg's Belang" heeft 'er schier het
leven bij ingeschoten, gij, „Goesche Cou
rant", zoudt er u zelf den doodsteek mee
kunnen geven. Want „kterikalenfresse-
rei" is -een gevaarlijke bezigheid. Daar
op is -mutatis mutandis van toe
passing het onsterfelijk woord van Jo
seph De Maistre„Celui qui mange
du Pape, EN MEURT".5)
Wij spatieeren. Eed.
-J Wij zullen binnenkort het ware karakter
van „Limburgs Belaag" nog scherper belichten.
Wij hebben daarvoor overvloedige en voor het
blad verpletterende gegevens.
3) Zie de Maasbode, avondblad van 18 Oct. 1911.
4) Tot een Roermondenaar, die geacht kan
worden van de gebeurtenissen in zijn vaderstad
op de hoogte te zijn, wendden wij ons om nadere
inlichtingen en ontvingen van hem per omgaande
bericht dat hem nietB ter oore was gekomen
van eene dame, aan wie de absolutie zou zijn
geweigerd in verband met „Limburgs Belang."
s) Wie van den Paus eet, sterft er aan.
TWEEDE KAMER.
De Militiewet.
Zitting van Woensdag. Aan
bet woord waren de liberalen Elaud, Rood-
huyzen, Thomson en Tydeman.
Eerstgenoemde spaarde zijn kritiek niet,
vond echter ook veel goeds in het ontwerp.
Roodhuyzen hield een speech, die meer
den secretaris der liberale Unie, dan den
parlementariër deed kennen. De rede droop
ran politek en was doorspekt met de
gewone kwinkslagen, die den afgevaardigde
van Brielie tot een soort van parlemen
tairen hansworst stempelen.
't Moet zeer vermakelijk zijn geweest,
maar ook z a k e 1 ij k
De „Nieuwe Ceurant" zegt ervan:
„De heer Roodhuyzen maakt eenige
politieke sprongen rondom de ministers
tafel. Dat is altijd wel vermakelijk. Hij
heeft een hartgrondigen afkeer van al wat
naar politiek zweemt bij zijn politieke
tegenstanders".
Zelfs noemde hij de vrij-libeiale „Nieuwe
Courant" een zeer geacht orgaan van
de Rechterzijde!
Roodhuyzen's betoog kwam feitelijk
hierop neer, dat spreker geen vaste lijn
kan zien in de militaire politiek der
regeering, weshalve hij zijn steun niet kan
bepalen.
Een zeer fel betoog, waarin hij zich niet
ontzag op de meest krasse wijze af te geven
op verschillende legeraanvoerders, werd
geleverd door den heer Thomson, die in de
heele wet niets goeds zag dan de uitbreiding
van den kaderplicht waarvan hij de
regeling nog niet eens goed achtte en
de invoering der voorkeuring. Overigens
was het „haastig werk in reactionairen
zin", omdat het niets geeft ten gunste van
een volksleger, waarvoor de afgevaardigde
een vurig pleidooi hield, evenals voor
verkorten oefentijd, als welks bekroning
hij een motie voorstelde, waarin de Kamer
als haar oordeel zou uitspreken, dat
verkorting van het kazerneverblijf de
voorwaarde moet zijn voor contingents-
uitbreiding. Verder sputterde hij geweldig
tegen het niet afschaffen der loting, tegen
het niet verkorten van den duur der
herhalingsoefeningen, tegen het bandhaven
van het tweeploegenstelsel.
De heer Tydeman was beter over het
onderwerp te spreken. Hij deed o.a. de
verstandige opmerking, dat men altijd
bereid moet zijn tot het aanvaarden van
het redelijk goede. Daarom is deze wets
wijziging urgent en spreker wilde daarom
minister Colijn volgen.
Toch gaf ook de heer Tydeman nog
erietiek. Vervallen terecht de viermaan-
ders, ook de zesmaanders behooren niet in
het ontwerp. Nog in twee opzichten ging
spreker niet met het wetsontwerp mee.
Hij miste in de wet den eenvoud en
gelijkheid van behandeling van de militie
door de instelling van militaire werkers.
En de eerste oefeningstijd wenschte spreker
met den heer Van lijmen op lODj maand
te brengen.
Verwachting tot aan den avond van 21 Dot.:
Meest matige, af en toe krachtige zuide
lijke tot zuidwestelijken wind. Zwaarbe
wolkte tot betrokken lucht. Waarschijnlijk
regenbuien. Weinig verandering van tempe-
rratuur.
Maar dat in dit ontwerp de uitbreiding
van het contingent is opgenomen, noemde
spreker het grootste voordeel. Zoo komen
we langzamerhand gelukkig tot algemeenen
dienstplicht.
De antirevolutionaire heer Middelberg
(Amsterdam VII) drong nogmaals aan op
de indiening eener huisbelaeting.
Iu de avondvergadering betuigde Dr.
Kuyper zjjn ingenomenheid met het wets
ontwerp, dat wel op niet ideale maar toch
op practische wyze de bestaande gebreken
der wet van 1901 (voornamelijk de ont
sten tenia van geoefende miliciens, de mis
lukking der viermaanders en van het
vooronderricht) zal verbeteren. Spr. betoog
de voorts dat de financieele oorlogslasten
naar verhoudÏDg thans niet zwaarder zyn
dan midden in de vorige eenw al wilde hjj
daarmede niet zeggen dat oorlog by ons
goedkoop is. Wat het volksleger betreft,
bleef spr. van meening, dat dit stelsel voor
ons niet deugt en dat een vergelijking met
Zwitserland niet opgaat wegens verschil
in positie en volksaard. Terwyl hy er op
wees, dat de voorstanders van verkorten
oefentijd den minister wel dankbaar moch
ten zyn, dat hy dien tyd niet verlengt,
daar alle landen met welke wij in oorlog
kunnen komen, een veel langeren oefentijd
hebben.
De heer Duymaer Van Twist Bprak
ongeveer in danzelfden geest, terwijl na
hem de heer De Stuers (R.k. afgevaar
digde voor Weert) in een geestige rede
zich zeer secptisch betoonde ia 't geloof
aan een betere toekomst voor ons leger,
gezien het rapport van den Raad van
Defensie. Spreker geloofde dat men een
leger in A of 6 maanden wél kan oefe
nen maar niet kan vormen. En hel
denmoed alleen zal den vijand niet baiten
onze grenzen houden, merkte spreker hee!
nuchter op. Zelfs in een oefeningstijd van
8 maanden had de heer De Stuers geen
vertrouwen.
Ten slotte begon de heer Marchant een
felle oppositie tegen de Militiewet, die hjj
in de zitting van Donderdag voortzette.
Hy en de heer Thomson hoorden zich ter
snede door den heer Lohman in zyn boeiende
rede toevoegen, dat zij door hun afbreken
van al hetgeen ten onzent op militair ge
bied gedaan wordt en bestaat, ons toch al
niet j bepaald „militaristisch" aangelegd
volk volkomen ongeschikt maken voordat
„volksleger" waaraan zy hun hart verpand
hebben eu hetwelk juist in de eigenschap
pen van vaardigheid en toewijding des
volke zal moeten wortelen.
Ook spraken dien dag nog de heeren
Arts (K.-K. afgevaardigde voor Tilburg),
die ziek van elke verzwaring der militaire
lasten afkeerig toonde eu Dr. Nolens, die
de Regeering zyn steun toezegde.
In dien namiddag beantwoordde de
minister van Oorlog, de heer Coljjn, de
verschillende sprekers. Hy deed dit „dui
delijk, degelijk en uitnemend verstaanbaar
zooals de liberale „Nieuwe Courant" zegt.
Thomson, Marchant en de socialisten werden
op hun nummer gezet. Eerstgenoemde b.v.,
die gezegd had dat de publicatie van het
advies van den Raad van Defensie geleid
had tot een afbrekende beoordeeling van
ons militiesysteem in een tijdschrift van
den Duitschen generales staf en te hooron
kreeg, dat die beoordeeling was verschenen
een maand vóór bedoelde publicatie.
Tableau
Hij wees de meeste amendementen als
oatoelaatbaar van de hand en gaf niet
onduidelijk te kennen, dat aan het lot van
deze amendementen het geheele ministerie
hangt. Alleen wilde hjj ten opzichte van
de militaire werkers een concessie doen.
Zy strekken om den 8'/2 maandsoefentjjd
volledig tot zyn recht doen komen. Daar
voor acht ik ze noodig, zeide de minister,
maar weet de Kamer my er een equivalent
voor te geven, ik zal het gaarne aanvaarden.
De minister van Binnenlandsche Zaken,
de heer Heemskerk, belastte zich met de
politieke zyde van het debat en deed dit
met groote handigheid en veel zwier zoo
b.v., naar aan aanleiding van het door den
socialist Terlaan gesprokene: