boomen ÜWÏNG No. 125. Zaterdag 21 October 1911. Zevende Jaargang. Verschijnt eiken MAANDAG-,JfOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Dit miner bestaat uit 8 bladzijden. EERSTE BLAD. ing te koop: fre gave n, Dammen, ui enz. October 191k bergmans, :gman, gnelie, |man, stenmarkt, GOES. CLERICALENVRETERS. BINNENLAND. Welk weder zullen wij hebben Erloos, Polderschendijk veren by J. ZUID- enpolder, Zw?.ke, vöór Ir, 's namiddags 2 uur. lOP (iwoutsdijk en Driewegen n het WATERSCHAP aanvangende op f). wijst er met nadruk iken vóór den gemelden hersteld. e Vereeniging van ntoor- en Handels tienden. OT PLAATSING en reizigers, leden |iet leden.) Korendijk 59. Lt Middelburg. Ïis wordt beleefd verzocht nde vacatures op hunne te wendenomtrent on- panten zijn volledige in- fcmen. In. 18 jaar en ouder, be- Iderne talen, boekhouden, lrijfmachine, binnen- en één of meer dezer vakken fin een of meer der mo- ironder met diploma's, ok met diploma, bekeDd talen. •schillende artikelen, bij het Bureau (die voor (kost bij vooruitbetaling) ldig en kan daarna een orden verlengd, opnieuw bekend, dat boven- Imer in vijftien series (erop is in de vijfde klasse frekkende Staatsloterij de DUIZEND GULDEN en de fRTIG DUIZEND GULDEN het incasso wordt gaarne de betrokken Hoofd- feten: [iwarsstraat 7, Amsterdam. Yhaiieslraat 49, Amsterdam. Co., \mt 8, Amsterdam (2 maal). Co., Vat 17, Amsterdam 2 maal). 122, Amsterdam. (2 maal). Dam 8, Amsterdam Dam 2, Amsterdam. Wilhelminalaan, Lochem. te Veur. Vichpoortplein 13, Zutphea. 46, London E.C [2 maal). i schriftelijk verzoek aan bet ,OTISICO, Juliana van ein Ulo. lI,'s©ravenbngCi met bjjbehoorende I gratis en franco per Pos' Inlichtingen hij d0 tegenwoordigers Firma TOLHOEK NIEUWE ZEEUWSCHE COURANÏ Abonnementsprijs p. 3 maanden voor Goes 0.75, daarbuiten f 0.95. Afzonderlijke nummers 5 cent, dubbele bladen 10 cent. Advertentiën worden ingewacht op Maandag en Woensdag vóór balf drie en Vrijdag vóór een uur 's namiddags. Kanfoor v. d. Administratie: Ganzepoortsfraat C 209, GOES. Reclameberichten 25 Ct. p. r. Bij abonnement speciale prjje. Advertentiën van 15 regels f 0.50; iedere regel meer 10 Ct. Eenzelfde advertentie 3 X geplaatst,; wordt 2 X berekend, Dienstaanbiedingen 5 regels voor 25 Gt. h contant De lieden, die beweerden ,dat het re dacteurschap van Mr. Kalma aan de „Goesche Courant" niet lang zou, duren, wijl genoemde heer te netjes, te fatsoen lijk was, hebben gelijk gehad. Mr. Kalma ging, en hoe, dat weten wij, dat weet heel Nederland. En de directie heeft het oude régime weer van kracht verklaard: niet meer met degen of rapier, als eer lijken strijders betaamt, zal men ons van uit de Keizerstraat aanvallen, maar met knuppel en klomp, naar plompen dor pers wijs, met koolstronken en vuile eieren, het wapen van het plebs in „schel linkje" of „engelenbak". Wat nood, denkt de directie, 't gaat immers maar tegen „papen" en „fijnen", en tegen dat soort volk is immers alles geoorloofd. Die gedachtengang heeft blijkbaar voor gezeten bij het overnemen uit hel „Vrij zinnig .Weekblad v. Rotterdam en om streken" van het artikeltje: „Clerica- lisme" in de „Goesche" van Donderdag j.l. Moe kan 't ook anders 1 Men heeft in de Keizerstraat het stiel van clericaten- vreter steeds met voorliefde beoefend en neuriet niet de Franschman: „car on revient toujours a, ses premiers amours?" Het artikeltje in kwestie luidt als volgt Clericalisme. Er is ons een staaltje van cle ricalisme ter oore gekomen, dat dient gesignaleerd, aldus het „Vrijz. Weekbl. voor Rotterdam en Omstre ken". Opnieuw behoort te blijken, van welke middelen Rome zich be dient «m te heerschen; opnieuw be hoort de Calvinist te weten, hoe de machten werken, die hem, den protestant! ter victorie leiden. In Limburg bestaat sinds enkele jaren een blad: „Limburg's Be lang", een onafhankelijk orgaan, dat strijdt vioert voor democratische beginselen, dat het clericalisme be strijdt. Dat blad was aanvankelijk een weekblaadje; de kring van lezers werd grooter; het verkreeg meer en meer steun. Nu verschijnt het drie maal in de week. En steeds neemt de invloed van het blad toe. Geen wonder, dat de clerus dit alles met leede oogen heeft gezien. Reeds ziet de clerus vele trouwe zonen van de kerk, de politieke Roomsche partij den rug toekeeren. Zoo voelt de clerus zich bedreigd in zijne macht. Daarom stelt nu de clerus macht boven recht. Hij doet wanhopige pogingen om „Limburg's Belang" kapot te maken. Onlangs is van den preekstoel te Roermond bisschoppelijk het „Limburg's Belang" verboden. Kort daarna heeft ©ene katho lieke dame in den biechtstoel ver klaard, dat zij in dat blad niets slechts zag; zij ontzegde den pries ter het recht, haar het lezen van dat blad te verbieden. Daarop ant woordde de priester, dat hij' haar „met kon helpen" (d.w.z. geen ab solutie kon geven.) Nu is hier sprake van eene vrouw mot karakter. Zij is naar huis gegaan en is in haar ziel over tuigd, niets te misdrijven als zij op den ingeslagen weg voortgaat. Maar hoevele Katholieken zullen niet zwichten voor zulk een clerica- len dwang? Voelt men aan calvinistische zij de niet het immoreele van de hou ding dier geestelijkheid? Met ar gumenten kan men het niet meer winnen; dan maar dwang, de war« Tan de Kerk om de Staats partij er boven op te houden. oo werkt het clericalisme 1 En onze stoere Calvinisten, llGfry -rinki v 9 v«.nriuoi.c«Jj wroi voorouders zich vrij hebben gevoch ten van het clerical© juk, kunnen in den politieken strijd slechts over winnen mot behulp van zoo kras sen clericalen dwang en accepted ren die hulp zonder blikken of blo- zen. Het is afschuwelijk f Wij zijn er zeker van, dat onze lezers na kennisnam© van 't bovenstaande zul len uitroepen: maar de vent, die dat geschreven heeft liegt! Want we lazen juist Donderdag in de „Nieuwe Zeeuw- sche dat „Limburgs Belang" NIET „grooter wordt", NIET „meer steun" ver krijgt, NIE1' MEER „driemaal in de week verschijnt, dat het weer geworden is het oude obscure weekblaadje van vroeger. Jul!Sn Z0<J werd uit Hoermond aan „De lijd geschreven en de „Nieuwe Koerier het wakkere Katholieke orgaan, dat te Roermond verschijnt, bevatte ver schenen Zaterdag over „Limburgs Be lang de volgende driestar: Korte vreugde. De Jansenisten verheugden zich uitermate over den bloei der on afhankelijke beweging in Limburg. Zie wat 'n vooruitgang zeiden zij het Orgaan van de onaf- hankelijken komt al driemaal per week. Och arm© Terwijl de Jansenisten dit vol vreugde schreven, moest het or gaan aankondigen, dathetinhet riejjvojlg nog maar eens per week zal verschijnen.1) Zoo kwijnt de onafhankelijke be weging evenals het verdorrend Jan senisme. Arme menschen, die op los zand willen bouwen, liever dan op de onvergankelijke rots van Petrus waarop de Roomsch Katholieke Kerk onwankelbaar staat. En dan durft de schrijver van .cle ricalisme die ons met dergelijke per- Me leugens aan boord komt, nog een hoog© borst zetten en „onze stoere Cal vinisten waarschuwen tegen „Rome" „de(n) dwang van de Kerk", de „immm reele houdnjg der geestelijkheid" ^u meer dergelijken onzin, waar de lommerd geen M,aar 'le »K«tholieke dame" dan? Wat „Katholieke" dame! Een „Ka- btïhfZÏK dam®,looPt «iet met haar biecht te koop. Een „Katholieke". S den 'eersten en voornaamsten plicht, ons Katholieken boven alles bei ng: gehoorzaamheid aan de beve len onzer kerkelijke overheid, eerbied voor het geestelijk gezag, verzaakt, ver beurt daardoor het recht, zich „Katho- n0?men' Ieder ^-rlijk Protestant zat het met ons eens zijn, dat iemand, die zyn godsdienstige overtuiging prijs. geeft, de wetten en voorschriften van zijn kerkgenootschap overtreedt, niet als betrouwbaar getuige kan worden opge roepen, wijl hij alle geloofwaardigheid alle vertrouwen 'heeft ingeboet En het bisschoppelijk verbod, tegen „Limburgs Belang" uitgevaardigd? Dat verbod, lezer, was goed, was billijk, was noodig Wat doet gij met den min, die onder het mom van vriendschap heime lijk u tegenwerkt, u benadeelt in uwe zaken in uw goeden naam? Gij wijst hem de deur -en verbiedt aan de uwen allen omgang met den eerlooze. Zoo is het ook met „Limburgs Belang" Onder den schijn van oprechtheid, met vroom vertoon en een breed gebaar van „onafhankelijkheid" ondermijnde dat blaadje de Katholiciteit bij zijn lezers trok een scheidsmuur op tussch-en hen en den godsdienst, waarin zij waren ge boren en opgevoed en aanvaardde ere- wg de hulp van ongeloovigen en vrij- denkers om het Roomsche geloof op g© mepigo en verraderlijke wijze te dooden n de harten der Limburgers. Worden het karakter en de geest yan „Limburgs Belang met juist geteekend in boven staande driestar, waar wij lezen, hoe de Jansenisten ,de verbitterds te vijanden der Katholieke Kerk, gretig hunne Jianden uitstaken naar dat blad als welkome hulp voor hun propaganda 2) En nu vragen wij iu gemoede: heeft een Kerkgenootschap, dat zich zelf respec teert, heeft vooral een Kerk die -zonaL eelonfth°i!1tke'' -den haar toevertrouwden geloofsschat zuiver en ongerept moet be waren, met het recht, ja den onaf- wnn'r ©nren plicht haie ledematen te waarschuwen voor die wolven in de schaapsvacht, die het toeleggen op den afval der argeloozen en eenvoudigen van hare gemeenschap? En al zijn die wol ven hier nu geen menschen van vleesch en been, ook waar zij als courant, als nieuwsblad het Katholieke huisgezin bin nendringen, mag en kan de kerkelijke overheid niet anders doen dan die .ver derfelijke persproducten te weren, de le zing ervan ten strengste te verbieden. Het tegendeel ware zelfmoord plegen, be wijs geven van de meest grenzenlooze minachting van eigen roeping en plichts besef. Wat onze „stoere Calvinisten" hier mede te maken hebben? Niets, absoluut niets 1 Het verbod, zolo juist besproken, is aan hen niet uitgevaardigd, en de schrijver van "het stukje „Clericalisme" kan gerust zijn zij hebben van ,,de(n) -dwang der (Roomsche) Kerk" niets te duchten. Alleen zullen zij ondervinden, dat zij hunne Katholieke medeburgers, die zich uit hooger beginsel en om 's Hee- ren wil dien z.g. dwang getroosten, dage lijks meer bereid zullen vinden om met hen die heilige goederen te verdedigen, die zij, als geloovige Protestanten, met ons gemeen hebben. Zij' zulten 'den obs- curen scribent van „Clericalisme" met zijn ophitsend gekrijsch den rug toekee rend, en van ganscher harte instemmen met hetgeen nog d-ezfer dagen de hieer J. de Bruijn, Hoofd der Bijzondere Protestant- sche school te Klazinaveen in Drenthe, in eene vergadering van Antirevolutionai re en Katholieke kiezers uiteenzette, toen hij met kleim van redenen de een drachtige samenwerking der Christelijke partijen in Jiet openbare leven als een eisch des tijds bepleitte. Heden ten dage is voor de Calvinisten het gevaar niet gelegen in „,Rome". Neen, zoo zeide het Protestantsche school hoofd voornoemd, „grootere gevaren, dan de noord-wester stormen, beukend op onze dijken, bedreigen ons volksbestaan. De geest uit het heidendom, die die ab solute autonomie van den mensch, en de totale emancipatie van dien mensch tegenover den levenden God pro clameert, welke geest weer vlieesc-h en bloed werd in de Fransche Revolutie, bedreigt de ideale goederen va.n ons volks bestaan: Kerk, Geloof, Godsdienst, Recht, Zedelijkheid, De Kath. Le Maistre voerde terecht de Fransche Revolutie aldus sprekende in: „Ga weg, Almachtige, uit vegen zullen we Uw Naam uit onze scho len en kerken, uit onze wetenschappen en kunst, uit onze staat en maatschappij, uit onze huisgezinnen, hoofden en har ten." Dat heet dan„Moderne levensbeschou wing". „De Liberale partijen op het vaste land van Europa zijn voortgekomen uit den Fransche Revolutie", aldus, schreef niemand minder dan Mr. Cort van der Linden. Zij gaan dus uit van deze goddelooze beginselen, evenals de sociaal-democra ten, die in Godsverzaking het verst gaan. Wat er onder dergelijk radicaal-socialis tisch regime van de vrijheid terechl komt, dat leert ons ovei'-duidelijk de te genwoordige geschiedenis. Trouwens in ons eigen land hebben we reeds genoeg leergeld betaald."3) Vooruit gij, die in het „Vrij'zinnig Week blad voor Rotterdam en omstreken" uw laffe aantijgingen en kleingeestige anti- clericale ontboezemingen tegenover ons, Katholieken, neerschrijft, vooruit, gij „Goesche Courant", die dit alles zoo maar klakkeloos, zonder nader onderzoek4) overneemt, verblind als gij zijit door uw clericalenhaat, komt op tegen deze ronde, open taal van het Drentsche schoolhoofd 1 Niet langs slinksche wegen, niet in 'een hinderlaag, maar in het open veld, en dan met geen koolstronk of bedorven ei, maar met zwaard of buks, met eer lijke wapenenKomt opMan tegen man, staal tegen staalZet uwe princiepen, zoo ge ze hebt, tegenover de onze; formu leer ze zoo scherp zoo vierkant moge lijk. Niets is ons liever. Wij1 zulten er de onze, -even scherp beiijnd, tegenover zetten. Wij' vreezen den strijd niet. Waar om niet? Omdat wij' vechten voor be ginselen, die ruim achttien eeuwen proef houdend zijn gebleken op elk gebied, die nu nog het fundament uitmaken van het maatschappelijk gebouw Üeli Christen wereld, die ondanks het razen en tie ren van U en Uwe trawanten, die trots al uw „klerikalenfresserei" door mil- lioenen trouwhartig worden hei-eden, ge loovige Protestanten, zoowel als Katho lieken, beginselen, waaraan 'de zege is toegezegd, hier en hier namaals, door den Goddelijken stichter des Cliristen- doms, al het pogen van Ongeloof en Re volutie ten spijt! Wilt gij1 dien open tweekamp aan? 'tls goed, wij wachten U. Maar weest voorzichtig met het over brengen van de p'trijdmanieren der Lim- burgsche „Onafhankelijken" naar hier. „Limburg's Belang" heeft 'er schier het leven bij ingeschoten, gij, „Goesche Cou rant", zoudt er u zelf den doodsteek mee kunnen geven. Want „kterikalenfresse- rei" is -een gevaarlijke bezigheid. Daar op is -mutatis mutandis van toe passing het onsterfelijk woord van Jo seph De Maistre„Celui qui mange du Pape, EN MEURT".5) Wij spatieeren. Eed. -J Wij zullen binnenkort het ware karakter van „Limburgs Belaag" nog scherper belichten. Wij hebben daarvoor overvloedige en voor het blad verpletterende gegevens. 3) Zie de Maasbode, avondblad van 18 Oct. 1911. 4) Tot een Roermondenaar, die geacht kan worden van de gebeurtenissen in zijn vaderstad op de hoogte te zijn, wendden wij ons om nadere inlichtingen en ontvingen van hem per omgaande bericht dat hem nietB ter oore was gekomen van eene dame, aan wie de absolutie zou zijn geweigerd in verband met „Limburgs Belang." s) Wie van den Paus eet, sterft er aan. TWEEDE KAMER. De Militiewet. Zitting van Woensdag. Aan bet woord waren de liberalen Elaud, Rood- huyzen, Thomson en Tydeman. Eerstgenoemde spaarde zijn kritiek niet, vond echter ook veel goeds in het ontwerp. Roodhuyzen hield een speech, die meer den secretaris der liberale Unie, dan den parlementariër deed kennen. De rede droop ran politek en was doorspekt met de gewone kwinkslagen, die den afgevaardigde van Brielie tot een soort van parlemen tairen hansworst stempelen. 't Moet zeer vermakelijk zijn geweest, maar ook z a k e 1 ij k De „Nieuwe Ceurant" zegt ervan: „De heer Roodhuyzen maakt eenige politieke sprongen rondom de ministers tafel. Dat is altijd wel vermakelijk. Hij heeft een hartgrondigen afkeer van al wat naar politiek zweemt bij zijn politieke tegenstanders". Zelfs noemde hij de vrij-libeiale „Nieuwe Courant" een zeer geacht orgaan van de Rechterzijde! Roodhuyzen's betoog kwam feitelijk hierop neer, dat spreker geen vaste lijn kan zien in de militaire politiek der regeering, weshalve hij zijn steun niet kan bepalen. Een zeer fel betoog, waarin hij zich niet ontzag op de meest krasse wijze af te geven op verschillende legeraanvoerders, werd geleverd door den heer Thomson, die in de heele wet niets goeds zag dan de uitbreiding van den kaderplicht waarvan hij de regeling nog niet eens goed achtte en de invoering der voorkeuring. Overigens was het „haastig werk in reactionairen zin", omdat het niets geeft ten gunste van een volksleger, waarvoor de afgevaardigde een vurig pleidooi hield, evenals voor verkorten oefentijd, als welks bekroning hij een motie voorstelde, waarin de Kamer als haar oordeel zou uitspreken, dat verkorting van het kazerneverblijf de voorwaarde moet zijn voor contingents- uitbreiding. Verder sputterde hij geweldig tegen het niet afschaffen der loting, tegen het niet verkorten van den duur der herhalingsoefeningen, tegen het bandhaven van het tweeploegenstelsel. De heer Tydeman was beter over het onderwerp te spreken. Hij deed o.a. de verstandige opmerking, dat men altijd bereid moet zijn tot het aanvaarden van het redelijk goede. Daarom is deze wets wijziging urgent en spreker wilde daarom minister Colijn volgen. Toch gaf ook de heer Tydeman nog erietiek. Vervallen terecht de viermaan- ders, ook de zesmaanders behooren niet in het ontwerp. Nog in twee opzichten ging spreker niet met het wetsontwerp mee. Hij miste in de wet den eenvoud en gelijkheid van behandeling van de militie door de instelling van militaire werkers. En de eerste oefeningstijd wenschte spreker met den heer Van lijmen op lODj maand te brengen. Verwachting tot aan den avond van 21 Dot.: Meest matige, af en toe krachtige zuide lijke tot zuidwestelijken wind. Zwaarbe wolkte tot betrokken lucht. Waarschijnlijk regenbuien. Weinig verandering van tempe- rratuur. Maar dat in dit ontwerp de uitbreiding van het contingent is opgenomen, noemde spreker het grootste voordeel. Zoo komen we langzamerhand gelukkig tot algemeenen dienstplicht. De antirevolutionaire heer Middelberg (Amsterdam VII) drong nogmaals aan op de indiening eener huisbelaeting. Iu de avondvergadering betuigde Dr. Kuyper zjjn ingenomenheid met het wets ontwerp, dat wel op niet ideale maar toch op practische wyze de bestaande gebreken der wet van 1901 (voornamelijk de ont sten tenia van geoefende miliciens, de mis lukking der viermaanders en van het vooronderricht) zal verbeteren. Spr. betoog de voorts dat de financieele oorlogslasten naar verhoudÏDg thans niet zwaarder zyn dan midden in de vorige eenw al wilde hjj daarmede niet zeggen dat oorlog by ons goedkoop is. Wat het volksleger betreft, bleef spr. van meening, dat dit stelsel voor ons niet deugt en dat een vergelijking met Zwitserland niet opgaat wegens verschil in positie en volksaard. Terwyl hy er op wees, dat de voorstanders van verkorten oefentijd den minister wel dankbaar moch ten zyn, dat hy dien tyd niet verlengt, daar alle landen met welke wij in oorlog kunnen komen, een veel langeren oefentijd hebben. De heer Duymaer Van Twist Bprak ongeveer in danzelfden geest, terwijl na hem de heer De Stuers (R.k. afgevaar digde voor Weert) in een geestige rede zich zeer secptisch betoonde ia 't geloof aan een betere toekomst voor ons leger, gezien het rapport van den Raad van Defensie. Spreker geloofde dat men een leger in A of 6 maanden wél kan oefe nen maar niet kan vormen. En hel denmoed alleen zal den vijand niet baiten onze grenzen houden, merkte spreker hee! nuchter op. Zelfs in een oefeningstijd van 8 maanden had de heer De Stuers geen vertrouwen. Ten slotte begon de heer Marchant een felle oppositie tegen de Militiewet, die hjj in de zitting van Donderdag voortzette. Hy en de heer Thomson hoorden zich ter snede door den heer Lohman in zyn boeiende rede toevoegen, dat zij door hun afbreken van al hetgeen ten onzent op militair ge bied gedaan wordt en bestaat, ons toch al niet j bepaald „militaristisch" aangelegd volk volkomen ongeschikt maken voordat „volksleger" waaraan zy hun hart verpand hebben eu hetwelk juist in de eigenschap pen van vaardigheid en toewijding des volke zal moeten wortelen. Ook spraken dien dag nog de heeren Arts (K.-K. afgevaardigde voor Tilburg), die ziek van elke verzwaring der militaire lasten afkeerig toonde eu Dr. Nolens, die de Regeering zyn steun toezegde. In dien namiddag beantwoordde de minister van Oorlog, de heer Coljjn, de verschillende sprekers. Hy deed dit „dui delijk, degelijk en uitnemend verstaanbaar zooals de liberale „Nieuwe Courant" zegt. Thomson, Marchant en de socialisten werden op hun nummer gezet. Eerstgenoemde b.v., die gezegd had dat de publicatie van het advies van den Raad van Defensie geleid had tot een afbrekende beoordeeling van ons militiesysteem in een tijdschrift van den Duitschen generales staf en te hooron kreeg, dat die beoordeeling was verschenen een maand vóór bedoelde publicatie. Tableau Hij wees de meeste amendementen als oatoelaatbaar van de hand en gaf niet onduidelijk te kennen, dat aan het lot van deze amendementen het geheele ministerie hangt. Alleen wilde hjj ten opzichte van de militaire werkers een concessie doen. Zy strekken om den 8'/2 maandsoefentjjd volledig tot zyn recht doen komen. Daar voor acht ik ze noodig, zeide de minister, maar weet de Kamer my er een equivalent voor te geven, ik zal het gaarne aanvaarden. De minister van Binnenlandsche Zaken, de heer Heemskerk, belastte zich met de politieke zyde van het debat en deed dit met groote handigheid en veel zwier zoo b.v., naar aan aanleiding van het door den socialist Terlaan gesprokene:

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1911 | | pagina 1