OUWING. Neerland's doodstrijd in 1918. OUWING No. 104. TWEEDE BLAD NIEUWE 2EEUWSCHE COURANT Zaterdag 2 September 1911. FEUILLETON. erlijk Armbestuur, Wees- tsthuis en Kerkvoogden Gemeente te Goes hei- pachters aan hunne gen tot het schoon- schoonhouden van Sloo- gangen en Drinkputten gepachte perceelen, AANDAG 18 SEPT. e.k Zegt het voort! oede - Zwakt®- ROOS, Middelburg' UIS MET TUIN, BOVENHUIS EEN LIED PER WEEK. Zelandia Antiqua. Middelburg BUITENLAND. De TIENDCOMMISSIE in het 7e Tienddistrict s Middelburg maakt /olge art. 69, 3e lid der )7 (Staatsblad 222), dat eronder vermelden datum le lid van art. 53 dier aangevers bij geadviseer- ft verzonden een afschrift van uit te keeren schade- :n te heffen tiendrenten, t. 68 dierzelfde wet, vast- esolutie van den Minister n van 1 Maart 1910 no. et mededeeling van den 70, luidende: oedrag der schadeloosstel- it onveranderlijk vast bij vang der tweede maand, op die, waarin de in art. elde staat is opgemaakt." elijke data een uittreksel voor iedere gemeente m het betrokken gemeente- rzonden, hetwelk ter secre- gedurende een maand een ieder zal kunnen dpleegd. op 30 Augustus 1911. Perceelen in den 5en blok er, gemeente Kortgene. 73. Perceelen in den Poel- nte 's-Heer Abtskerke. 74-, Perceelen in den Om- rmalige gemeente Wissen- Heer Arendskerke. 5. Perceelen in den Galg oek, gemeente Borsselen. 77. Perceelen in de Am- Campen en Soelekerke ikerke) in Portionaris Am- soord-Beveland, gemeente [87. Perceelen in den tiend- ;ten de Raaije, gemeente dskerke. Perceelen in den Sel- (Oude Kraaijert) gemeente dskerke. !9. Perceelen in den „Acht- Goeschenpolder, gemeente dskerke. 91. Perceelen in den „An- in den Goeschenpolder, ies. 12. Perceelen in den „Daan- Goeschenpolder, gemeente idskerke. 193. Perceelen in den „Fer- nneente Goes. 14. Perceelen in „Vaardijk", lewoutsdijk. 95. Perceelen in „de West- ïde in den Ouden Kraaijert- ente 's-Heer Abtskerke. 126. Perceelen in den 5en Frederikspolder, gemeente De Secretaris, MR. P. DIELEMAN y, 30 Augustus 1911. gehouden, im zullen de ingebreke aaruitvloeiende kosten rekening hebben. gewoon per 1000 stuks f 5 cent Verzilverde per lOtw alve flacon 80 cent. STOND TE HUUR: van de Kleine Kad®> alsmede een erlijken opgang. Te be- P. A. DE LIGNY. Goes. No. 48 uit „De Leeuwerk". RING-KING. Woorden van Rbné de Cleroq. Muziek van Jkf Rhkinharb Hoort gü dien ronk van ijzer, Ring-king-king? Nu luider en dan lijzer, Ring-king-king? 't Is in die smisse, ring-king-king, Dat ik te vrijen ging. Dat ik te vrijen ging. Het aanbeeld spuwde gensters, Ring-king-king Een meisje wiesck de vensters, Ring-king-king; En ik vergat den ring-king-king, Al om dat lieve ding. enz. Ik volgd' haar in de kamer, Ring-king-king Daarnevens viel de hamer, Ring-king-king Haar vader smeedde, ring-king-king, Zjjn dochterken een ring. enz. Hij smeedd' hem, dat hij vaste, Ring-king-king; Om mijnen vinger paste, Ring-king-king En dat er met 'nen ring-king-king, Zjjn dochterken aanhing, enz. Nu dicht ik voor mijn vrouwke, Ring-king-king Een aardig donw-douw-douwke, Ring-king-king; En zie, 't is van den ring-king-kiDg, Dat ik haar wieglied zing. enz. in het wonderjaar 1566. VI. De burgemeesters deden aanstonds het kerkgebouw ontruimen hoewel zjj met een 30 of 40 lieden veel moeite hadden. De koster ontving bevel te sluiten en niemand meer binnen te laten, tenzij de gildedekens en de beleeaers. Enkele altaren waren reeds van alles ontbloot. Floris van Grijpg- kerke, de klerk van de trezoriers, had den schoenlapper Mattheus het biertappersaltaar zien afbreken en wegdragen, terwijl zjjn vrouw later op den avond kwam zeggen „De beelden zjjn geborgen." Maar, waar? dat bleek niet. Gordijnen en ornamenten kwamen terecht. Vervolgens begaven de heeren zich naar de andere kerken, om ook daar, zoo noodig, ongeregeldheden te keer te gaan en bevel tot sluiting te geven. Toen Joosse en SerooBkerke de St. Pieter binnentraden, zagen zij het schippers- en het St. Eloys- gilde bezig met hun altaren „af te .doen". Den eigen avond liet het consistorie der nieuwsgezinden alom in de stad bekend maken, dat belanghebbenden uit de kerken zouden halen, wat men wenschte tesalveereD, te behouden want des anderen daags zou het „zaiveringswerk" een aanvang nemen. Het was geheel in den stjjl, in het Zuilen reeds toegepast. „Waarom ook niet?" vroeg Rollema, toen hij aan de Mechelsche raads- heeren deze mededeeling deedwaarom de kerken niet ontledigd van alles, wat aan den katholieken eeredienst herinnerde? Inderdaad was dan de zaak zeor vereen voudigd. Alle geweld ware dan overbodig geweest en, vooral, alle opspraak vermeden. Zjj, die door het consistorie voor het ruwe werk aangewezen waren, de „onver laten" de betiteling is van de burge meesters Sampson Moreys, timmerman, Adam de ljjndraaier, Mels de leidekker, de zeeftenmaker Claes SimonBe, „Stulte", een oflkleer koop met een houten been Frans de Cramer, alias „Cromhals" Lange Hans, de kleermaker, de sloten maker „Coppen Slot" vooral niet te ver geten, „Trompille", de stadstrompetter, 6) DOOR TWEE PIOTTEN, Zijn lichaam tril schokte en een gevoel, dat weldra alles een einde zou nemen, sloeg hem tot doffe radeloosheid. De openbare kennisgeving van de op komst met spoed was hedenmiddag aange plakt en had ieder bereikt. In het groeze- lig-gekleurde zakboekje was maar een hel derwitte bladzijde, en daarop stond het uur van vertrek van den trein, die bij mobili satie de soldaten naar hun korps moest vervoeren. Wat hadden de jongens vaak gemeesmuild, wanneer bij vertrek naar huis de sergeant-majoor met zijn dienstgezicht hun had gewezen op het goed kennen van hunne verplichtingen bij opkomst met spoed, en telkens had men dan in hunne oogen kunnen lezen't Zal mijn tijd wel uitdienen. Wat had Van Oosten dikwijls met zijn vrouw geschertst over deze beruch te verplichting en hoevele onschuldige glos sen hadden zij niet gemaakt over deze Z4»k, die ia huoae oagsa a-uit werkelijk konden hun breekwerktuigen thuis gelaten hebben Eenige emmers kalk en de noodige witkwasten zouden voldoende geweest zijn, straks gevolgd door een streng verbod, om nog ooit weer tot de „afgodische" gebruiken terug te keeren. Vóór dag en dauw kwam de Pastoor van de Abdijkerk zich vervoegen ten huize van burgemeester Adriaan Claesse. De nood drong. Op deze Donderdag (22 Aug zou alles in de verschillende kerken „aan stukken gesmeten worden". Een onge noemde had het den vorigen avond aan Mgr. medegedeeld. Pastoor verzocht, dat toch vooral de zeer kostbare schilderij boven het Hoogaltaar in de koorkerk niet gebroken zou worden of bedorven. Claesse zond een boodschap naar zijn collega en om 5 unr in den morgen stonden de hoofden van het stedelijk bestuur vóór den Proost der Abdij, heer Lambrecht Seyllinck, die hen naar Mgr. geleidde. Het onderhoud liep natuurlijk over de brutaalweg openlijk aangekondigde geweld daden. Of de heeren eenigen raad wisten tot het keeren der „brekers"? Raad noch middel konden zij aangeven. Of zg ge sproken hadden met de poorters of de schutterijen? Neen: wie kon uitmaken, of de lieden al dan niet getrouw waren Mgr. was van oordeel, dat zulks wel degelijk behoorde geschied te zjjn; dan had een schifting kunnen plaats hebben tusschen got den en kwaden. De regenten mochten wel toeziende verwoeste kerken zouden zjj weer in orde moeten laten breDgen, evenals zij zich te verantwoorden zouden hebben voor Zijn koninklijke Ma jesteit. Geruimen tijd later hoorde Kanunnik van Breekt, de secretaris van Mgr., de heeren nog in druk gesprek Een weinig later ging de Kanunnik iangs het rijpand van het koor der Abdijkerk en toen hij een blik wierp in de voorberk, ontstelde hg door een verschrikkelijk tooneel. Het was nu ongeveer 6 uren in den morgen. Enkelen waren bezig het altaar der H. Maagd met hamers, bjjlen en houweelen te vernielen. Er waren veel toeschouwers sommigen lachten, anderen weenden. Al licht, evenals de Kanannik, gewaarschuwd door het rumoer, bevonden zich daar oek de burgemeesters, die niets deden tot keering van het geweld. Integendeelde Kanunnik zag, hoe Claesse met de onver schilligen meelachte; het verdriette hem en hg keerde op zjjn schreden terug. Thans zou het Hoogkoor aan de beurt komen. Een beeldstormer geeft eenige forsche slagen op het slot der deur, om zich toegang te verschaffen, maar het wil niet wjjken. De burgemeesters gaan onderhan delen met de geweldenaars. „Wil je wachten met breken, tot alles geborgeD is Neen. „Wil je het Hoogkoor salveeren Neen. „Dan ten minste zult ge de schilderjj van het Hoogaltaar sparen en de sepulture, het schoone grafmonument van den Graaf en Roomsthkoning Willem II, nu juist 20 jaar geleden door de toenmalige Landvoogdes opgericht, mits conditie, dat binnen 24 uren een en ander wegge nomen wordt en dat 6 of 7 mannen mee op het koor komen, om de behulpzame hand te bieden." De burgemeesters plaatsten zich voor de boordeur en de „aalmoezenier" van het consistorie, Pieter Bureel, leest het „gebodt": Niemand wage het burgers of geestelijken te beschadigen aan lijf en goed of te beleedigen met woorden of werkenhij zal gehangen worden cd geworgd I Niemand verstoute zich goud, zilver of kleinoodiën te ontvreemdenhij zal gehangen worden en geworgdAlles moet onder de justitie gelaten. Leve de Geuzen De burgemeesters verzoeken Heer Jan, Kapelaan en Koster, hen in het koor te laten. De sleutels worden gehaald en de regenten gaan door de sacristie met Pauwels in den Trechter, brandewgnmaD, Mels, Jacob de Questere, Adam de lijn draaier en nog 3 of 4 raddraaiers het koor binnen. Jacob of Jacques de Questere, die zich gaarne onder de notabelen gerekend zag en wien men-indertjjd een plaats had waardig gekeurd in de vroedschap, toonde zich gedurende deze troebelen een dol driftig partijganger van de nieuwsgezinden. Hjj had de „aardigheid", geljjk Rollema heid worden kon. Wat was er geschaterd in de gezellige huiskamer, toen de oudste dochter bij terugkomst van haar soldaat- vader den zwarten verlofzak ledigde, het zakboekje er uit haalde en met hare nieuwsgierige kinderoogen dit doorbladerde, tot zij plotseling uitriep„Paatje, hier staat, dat je morgen om 7 uur aan het station moet zijn. Mogen wij dan mee en Maatje ook Wij zijn nog nooit in den En nu de vreeselijke werkelijkheid. Mor gen om 7 uur aan het station, om zich bij zijn regiment te voegen. Nog óén nacht in zijne gelukkige woning en dan weg naar het onzekere, het onbestemde, nog euKele uren bij zijne lievelingen en dan zich los rukken van zijn gezin, zonder te weten, wanneer en hoe hij zou terugbeeren, nog één zonneopgang en het gelukzonnetje zou verbleeken, daarna wegschuilen achter een dikken nevel van rouw en smart. Nog altijd zat Van Oosten onbeweeglijk aan tafel, nog altijd stapelden zich de foltergedachten tot bergen op Plotseling werd de stilte verjaagd door bewogen, de vote bidstemmen van vrouw en kinderen, geknield voor de stoelen. VaD Oosten schokte tot zich zelveu, knielde mede en 8nikkend herhaalde hij telkens en telken verzekerde, overal de neuzen van de Heiligenbeelden af te slaan. Nauwelijks in het koor gekomen, rukte hij de vergulde traliën voor het H. SacrameDtshuis uit en wierp ze ten gronde, terwijl een ander een gat sloeg in het gestoelte, midden in het koor staande, maar daar bleef bet bg Toen in de voorkerk alles vernield was, verlangden de beeldstormers op het Hoog koor gelaten te worden Zij poogden herhaaldelijk de koorde^r open te loopen, zoodat burgemeester Joosse tot driemaal tse zjjn voet er voor moeBt zetteD. Sampson Moreys hieuw er met een bij in en een beeld werd afgeworpen. De pogingen der beDde faalden evenwel, jahet gelukte zelfs de kerk ontruimd te krjjgen. Toen de burgemeesters omstreeds 11 uren op de Groote Markt kwamen, vonder zjj de St. Maarten opengeloopen en laten wij kortheidshalve maar zeggen „gereinigd". Vervolgens met den baljuw naar de St. Pieter stappendealles ge reinigd"; by de Begijntjes: alles „ge reinigd"; bg de Minderbroeders: alles „gereinigd"! Men zou zoo denken, dat den heeren was opgedragen te constateeren, of de „brekers" hun werk wel volledig volbracht hadden. L, ITALIË. De ziekte van den H. Vader. De Romeinsche correspondent van het „H. v. A." schrijft over de laatste ziekte van Z. H. als volgt: Het eerste wat dient vastgesteld, is dat de pens, vooral de met-katholieke, het feit heeft uitgebaat oirn sensatiewek- kende kopie te maken, uiteïst nuttig in dit doode seizoen. De Paus erg ziek, het vooruitzicht eener verandering van ponti- fikaat, ziedaar meer dan noodig tot het vullen van verscheidene kolommen met weinig kosten en tot het opwekken van de belangstelling der lezers. Een Paus mag niet ziek zijn als een gewoon ster veling. De heete wereld is ontroerd, zelfs en vooral de anti-clericale wereld, wan neer de Paus ziek is. Hoe betreurlijk de bemerkingen van ze kere pers in dergelijke omstandigheden ook 'zijn, moet men er toch het bewgs in zien v'an de groote plaats die het. Pausdom bekleedt in de algemeene be zorgdheid, zelfs van onverschilligen en vganden. Dit gezegd stellen wij vast, dat de toe stand van den doorluchtigen zieke geen oogenblik onrustbarend is geweest. Hij heeft opvblgenlijk geleden aan twee on gesteldheden, misschien voortkomend uit denzelfden oorsprongeene verkoudheid of .strottenhoofd-ontsteking en de jicht in .den knie. Hij heeft wat koorts gehad, een zekere verzwakking, vooral veroorzaakt door de overdreven warmte, waarvan de uitwer king vermeerderd was door de slechte voorwaarden van de slaapkamer van den H. Vader, en die integendeel verminderd is, 'toen Pius X besloot zich in, de groote bibliotheek te vestigen, waar hij gewoon lijk vóór zijne ziekto, zijne dagen door bracht, wat hem heeft toegelaten heter te slapen en zijne krachten te herwinnen. Maar er is nooit bronchitis geweest, zooals men heeft gezeg'd, noch opgestegen jicht, noch 'bezwijmingen, noch operatie in den aard als de „Times" van Londen heeft uitgevonden, 'tls eigenaardig op te merken, met welken aandrang dagbladen, die zich goed ingelicht noemen, gespro ken hebben Van bozwijmingen. 't Schijnt dat men met voorliefde deze kwaal wil toeschrijven aan de Pausen! Aldus kon digde men 'ten tijde van Leo XIII her haaldelijk aan, dat de Paus eene bezwij ming had gehad. Welnu, Leo XIII heeft er nooit gehad, zelfs niet tijdens zijne laatste ziekte. Hetzelfde is het geval met Pius X; vóór zijn laatste ziekte had men op zekeren dag aangekondigd, dat hij eene bezwijming had gehad, en op 't oogen blik zelf dat deze moest gebeurd zijn, hield do Paus zjjne ontvangsten in de met hen„Onze Vader, die in de hemelen woont, Uw Naam zij geheiligd, Uw wil geschiede op aardo als in den hemel." Dit heerlijke gebed bracht de ontspan ning, temperde de smart, wierp een licht straal in de donkere toekomst. Het innig Godsgeloof gaf hier de kracht, was hier de hoop die leven doet. De kalmte keerde terug en de kleine Jan klauterde als van ouds op de knieën van zijn vader, sloeg de armpjes vast om diens hals, en kweb belde„Mama en wij hebben nu wel onzen Lieven Heer overtuigd, dat u spoedig terug moet komen. Koopt u dan voor mij in Den Haag een mooie doos met soldaatjes en paarden en kanonnen, dan kunnen wij, als u terugkomt, ook hier eens oorlogje spelen." Vluchtig gleed een lach over Van Oosten's gelaat, en hij beloofde Jan het gevraagde mede te brengen en nog veel meer. Met zijn oude flinkheid regelde Van Oosten daarna zijne zaken tot in de kleinste bijzonderheden. Wel herhaalden zich nu en dan de smart-uitroepen, doch het ver trouwen in hoogere Macht en de herinne ring aan de verdediging van de hoogste belangen hadden berusting gebracht. Het was een grauwe morgen op den beste gezondheid. In het huidige geval heeft de H. Va der aan geen enkele kwaal van dien aard geleden. Nu, einde goed, alles goed. Laat ons hopen, dat er weldra geen enkele reden meer zal zijn voor do minste on lust over de gezondheid van Pius X, hoewel hij, als elke sterveling, aan ziek te onderworpen is, en dat zijn reeds hooge ouderdom de ongesteldheden, die 'hom kunnen overkomen, erger maakt, dan met jonge menschen het geval is. Men mag kortom zeggen, dat de Paus geleden hoeft oen eene crisis van de jichtkwaal die hem plaagt en hij deze nu weer te bo ven is, zooals hij vroeger dergelijke cri sissen is te boven gekomen, vóór hij Paus was, en men heeft reden om te hopen, dat zij geene sporen zal achter laten. Buitendien zegt een Volksspr'eeik- woord, dat de jicht een brevet is voor een lang leven. Laat ons die voorspel ling aanvaarden Als Voorbeeld van de dwaasheden, die de vindingrijke dagbladschrijvers kun nen uitvinden, wil ik u onr ite eindigen djit pareltje aanhalen, gevonden irf de Tfig- liche Rimdschau van Biel-lijs„Indien de gezondheidstoestand van den Paus ver ergerde, zou Mgr. GioliLti geroepen worden om zijn ambt te vervullen". Men moet aannemen dat het ernstige blad in quae&tie het slachtoffer is ge* woest van een Ifaliaanschenkunstspeler, die zich heeft willen vermaken ten koste van den minister-voorzitter van het Ita- liaansche rijk en van het blad zelf. Anti-clericale politiek. Eergis-. teren is te Rome een ministerieel decreet afgekondigd, waar-bij bepaald wordt, dat de bezittingen en fondsen van 19 Orden in Parma, zelfs die fondsen welke voor zieiemst van overledenen zijn aan gelegd ger,oofd zullen worden. De be zittingen, die op 1.800.000 lire geschat worden, komen in handen van den staat. Deze zal, evenals zoovelen, ondervin den, dat gestolen goed niet gedijt. Bovengenoemd besluit is eensdeels het gevolg van de anti-clericale manifestaties, welke in Parma hebben plaats gehad, doch anderdeels zeker ook van de vrij metselaars-politiek van het ministerie-: Giolitti. Een quaostie tussc,hen Kardi naal Fischer en de Italiaan se he Regeer ing. Een belangrijke quaestie is op het oogenblik hangende tusschen de Italiaansche Regeering en Kardinaal Fischer, Aartsbisschop van Keulen. Deze draagt den titel van Kardinaal van de kerk der: „Santi Nereo e Achilte'^ waarvan de regeering een oudheidkun dig museum wil maken. De autoriteiten hebben zich aangemeld, om de sleutels in ontvangst te nemen en de kerk [te sluiten; maar de koster heeft beslist geweigerd, mieiodeelende, dat de beslissing in deze heeft Kardinaal Fi scher en dat Jiij zonder diens toestem ming, beslist weigert de sleutels af te geven. Do kardinaal heeft zich ito-t het Ber- lijnsche Ministerie gewend, oan verdedi ging van zijn rechten op de Kerk. Het Ministerie van zijn kant heeft den Berljjnschen gezant te Romo met de zaak belast. Advocaat Pacelli .zal ais verdedi ger van kardinaal Fischer optreden. BEL6IE. De betoog ing te Leuven. De li berate pers stelt alles in het werk om de waarde van de betooging to Leuven te verkleinen. De „Chronique" spreekt van 25.000 be toogers de „Etoile" 30 a 40.000de „Petit Bleu" 45.000; de „Gazette" 47.000; de „Indépendance" 60.000; de „Peuple" 70.000; en de „Précurseur" neemt 80.000 aan. Tusschen het cijfer der „Chronique" en dat van den „Précurseur" is het verschil zoo maar 55.000. 17den Februari. Van Oosten had zieh ge weld aangedaan, en met een ruwheid die hem zelf striemend pijnigde, had hij vrouw en kinderen van zich los gerukt. „Bidden, veel bidden", waren zijne afscheidswoorden. Reeds gedrongen tusschen de opgepakte menigte, klonk hem het smart-geschrei van de zijnen nog in de ooren. Eene ongewone levendigheid heerschte er in de straten van Schiedam. De nieuwe wijken aan de Maas persten voortdurend meer volk door de Plantage en de Oranje laan naar 't centrum der stad, vanwaar de men8chenstroomen zich als de armen eener rivierdelta voortspoedden naar 't station. Aan werken dacht niemandde groote fabrieken, de branderijen, alles stond stil, immers de 4de divisie werd gemobiliseerd en bg het 13de regiment daarvan waren alle dienstplichtigen van Schiedam inge deeld. De winkels waren gesloten, men vergezelde zijne zonen, echtgenooten, vaders tot daar, waar men den laatsten groet bon opvangen, of schreide snikkend in de stille woonkamers het leed uit. Slechts de café's en vooral de kleine kroegen stonden lok kend wijd open, want een groot gedeelte van het volk heeft bij droefheid en vreugde drank noodigelke ongewone gebeurtenis neodigt tot drinken en men verzuimde niet, De „Etoile" en de „Chronique" be spreken op hun manier de betooging. Alleen de socialistische „Peuple" deelt een onpartijdig verslag' mee, waarin zijl het aantal betoogers op 70.000 schat, erkent dat in het poliek gesproken „liberale" Leuven bijna alle huizen waren gevlagd en toegeeft dat de betooging indrukwek kend was en dat er van de goed ge schikte, wel ingerichte betooging een on loochenbare indruk van groote kracht uitging. Overigens, zegt. de „N. Till). Cut.", doet het er weinig aan, dunkt ons, hoeveel menschen „betoogden". Het iteekenend vel'seliil der twee be toogingen zat ergens anders in. De Biusselsche vrijzinnige stoet voer de Iron derden platen mede me t betee- digende teekeningen tegen de katholieken en de geestelijken. Het was eenvoudig weerzinwekkend. En 'toch deed geen katholiek den be toogers eenigen last. aan. De betooging van Leuven had geen enkele beleediging voor de vrijzinnigen en toch maakten de laatsten verwarring, moest er gevochten worden, werden men schen gewond. En de huizen der voor naamste katholieken in Leuven werden nachts met rood bestreken en de be toogers zelf hier en daar met blauwsel geliefde propagandastof der liberalen besmeurd. Dkt was het karakteristiek verschil. F1UKKRIJK. Duurte van levensmiddelen. De Fransche huismoeders volharden in haar verzet tegen de duurte van de levens middelen. Uit Lens wordt gemeld, dat in het geheele kolenbekken, waarvan die stad het middelpunt is, betoogingen worden gehouden. Te Douxges omsingelden de betoogers een boerderij, waar men melk en eieren verkoopt. De boerin stelde zich met een riek tegen de vijandige menigte te weer. Een van de belegeraars liep een kwetsuur- met dit wapen op. Te Henin-Liétard heeft een stoet van 2000 vrouwen een ommegang door de stad gehouden. De Kenau's aan het hoofd van den stoet werden op het stadhuis ontvangen. Daar beloofde men haar her stel van grieven. Het eind-e was, dat een van de aanvoersters een toespraak tot het volk hield. Te Rouvroy hebben de huismoeders hare woede gekoeld op vleesch, melk, boter en eieren, die ter markt aange voerd waren. Zij maakten vleesch en bo ter ongenietbaar, lieten de melk wegloo- pen en sloegen de eieren tot struif. Op de markt te Brest is het ook Spaansch 'toegegaan. De huismoeders had den, nu de oogst binnen was, verwacht, dat de boter enz. in prijis zou daten. Maar' de boeren uit den omtrek vroegen voor de boter nog altijd 2 frs. en 2 fr. 35 het halve kilogram. De verwoede huis vrouwen zwaaiden dreigend met para- pluie's. Manden werden omgeworpen en de verkoopers bestookt, zoodat zij do wijk moesten nemen. De politie moest de orde herstellen. Tot elf uur 's ochtends wei gerden de vrouwen echter volstandig, iets op de markt te koopen. Toen gaven de boeren, die met hun waar bleven zitten, toe en daalde de prijs van de boter tot 1 fr. 75. De Brestsche vrouwen zijn van plan, op den volgenden marktdag weer eensge zind te handelen. DCIT8CULANO. Bekeeringen. Te Dresden hebben in de laatste maanden verschillende be langrijke bekeeringen plaats gehad. Zoo zijn b.v. de echtgenoote van den Ame- rikaanschen consul-generaal Gaffney, de dochter van generaal Henry en miss Leen- tilhon tot het Kat.ho4icis.me overgegaan. Ook Barones O'Byrn, de echtgenoote van den militairen gouverneur, een Saksische prinses, is Katholiek geworden. ook deze gelegenheid aan te grijpen. Stuitende tooneelen speelden zich af, en met elk glas meer vermeerderde tevens de ruwheid, de walglijke hartstocht van het volk. Het was een kaleidoscoopachtige menig te, die door het mobilisatiebevel op de been was gebracht. Mannen en vrouwen nit iederen stand, van eiken leeftijd en te midden van hen, militairen in volledige uitrusting, sjokkende infanteristen met het geweer aan den srhouder of over den rug, artilleristen met hun gewilde onverschillig heid en trots rammelende sporen, hun kletterende sabels, die voortdurend aandacht vragen voor het „hier ben ik", soldaten, korporaals, onderofficieren. De geestdrift, zoo deze al aanwezig was, bleef diep verborgen. Menige vreuw liet haar tranen den vrijen loop en somber stonden de trekken van de honderden mannen, die weggerukt uit hun werk, van hun gezin, dachten aan de ellende, die vrouw en kinderen te wachten stond, wan neer de vreeselijke oorlog uit zou breken. (Wffrdt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1911 | | pagina 5