OUWING.
Neerland's doodstrijd in 1918.
OUWING
No. 104. TWEEDE BLAD NIEUWE 2EEUWSCHE COURANT Zaterdag 2 September 1911.
FEUILLETON.
erlijk Armbestuur, Wees-
tsthuis en Kerkvoogden
Gemeente te Goes hei-
pachters aan hunne
gen tot het schoon-
schoonhouden van Sloo-
gangen en Drinkputten
gepachte perceelen,
AANDAG 18 SEPT. e.k
Zegt het voort!
oede - Zwakt®-
ROOS, Middelburg'
UIS MET TUIN,
BOVENHUIS
EEN LIED PER WEEK.
Zelandia Antiqua.
Middelburg
BUITENLAND.
De TIENDCOMMISSIE
in het 7e Tienddistrict
s Middelburg maakt
/olge art. 69, 3e lid der
)7 (Staatsblad 222), dat
eronder vermelden datum
le lid van art. 53 dier
aangevers bij geadviseer-
ft verzonden een afschrift
van uit te keeren schade-
:n te heffen tiendrenten,
t. 68 dierzelfde wet, vast-
esolutie van den Minister
n van 1 Maart 1910 no.
et mededeeling van den
70, luidende:
oedrag der schadeloosstel-
it onveranderlijk vast bij
vang der tweede maand,
op die, waarin de in art.
elde staat is opgemaakt."
elijke data een uittreksel
voor iedere gemeente
m het betrokken gemeente-
rzonden, hetwelk ter secre-
gedurende een maand
een ieder zal kunnen
dpleegd.
op 30 Augustus 1911.
Perceelen in den 5en blok
er, gemeente Kortgene.
73. Perceelen in den Poel-
nte 's-Heer Abtskerke.
74-, Perceelen in den Om-
rmalige gemeente Wissen-
Heer Arendskerke.
5. Perceelen in den Galg
oek, gemeente Borsselen.
77. Perceelen in de Am-
Campen en Soelekerke
ikerke) in Portionaris Am-
soord-Beveland, gemeente
[87. Perceelen in den tiend-
;ten de Raaije, gemeente
dskerke.
Perceelen in den Sel-
(Oude Kraaijert) gemeente
dskerke.
!9. Perceelen in den „Acht-
Goeschenpolder, gemeente
dskerke.
91. Perceelen in den „An-
in den Goeschenpolder,
ies.
12. Perceelen in den „Daan-
Goeschenpolder, gemeente
idskerke.
193. Perceelen in den „Fer-
nneente Goes.
14. Perceelen in „Vaardijk",
lewoutsdijk.
95. Perceelen in „de West-
ïde in den Ouden Kraaijert-
ente 's-Heer Abtskerke.
126. Perceelen in den 5en
Frederikspolder, gemeente
De Secretaris,
MR. P. DIELEMAN
y, 30 Augustus 1911.
gehouden,
im zullen de ingebreke
aaruitvloeiende kosten
rekening hebben.
gewoon per 1000 stuks f
5 cent Verzilverde per lOtw
alve flacon 80 cent.
STOND TE HUUR:
van de Kleine Kad®>
alsmede een
erlijken opgang. Te be-
P. A. DE LIGNY. Goes.
No. 48 uit „De Leeuwerk".
RING-KING.
Woorden van
Rbné de Cleroq.
Muziek van
Jkf Rhkinharb
Hoort gü dien ronk van ijzer,
Ring-king-king?
Nu luider en dan lijzer,
Ring-king-king?
't Is in die smisse, ring-king-king,
Dat ik te vrijen ging.
Dat ik te vrijen ging.
Het aanbeeld spuwde gensters,
Ring-king-king
Een meisje wiesck de vensters,
Ring-king-king;
En ik vergat den ring-king-king,
Al om dat lieve ding. enz.
Ik volgd' haar in de kamer,
Ring-king-king
Daarnevens viel de hamer,
Ring-king-king
Haar vader smeedde, ring-king-king,
Zjjn dochterken een ring. enz.
Hij smeedd' hem, dat hij vaste,
Ring-king-king;
Om mijnen vinger paste,
Ring-king-king
En dat er met 'nen ring-king-king,
Zjjn dochterken aanhing, enz.
Nu dicht ik voor mijn vrouwke,
Ring-king-king
Een aardig donw-douw-douwke,
Ring-king-king;
En zie, 't is van den ring-king-kiDg,
Dat ik haar wieglied zing. enz.
in het wonderjaar 1566.
VI.
De burgemeesters deden aanstonds het
kerkgebouw ontruimen hoewel zjj met een
30 of 40 lieden veel moeite hadden. De
koster ontving bevel te sluiten en niemand
meer binnen te laten, tenzij de gildedekens
en de beleeaers. Enkele altaren waren
reeds van alles ontbloot. Floris van Grijpg-
kerke, de klerk van de trezoriers, had den
schoenlapper Mattheus het biertappersaltaar
zien afbreken en wegdragen, terwijl zjjn
vrouw later op den avond kwam zeggen
„De beelden zjjn geborgen." Maar, waar?
dat bleek niet. Gordijnen en ornamenten
kwamen terecht.
Vervolgens begaven de heeren zich naar
de andere kerken, om ook daar, zoo noodig,
ongeregeldheden te keer te gaan en bevel
tot sluiting te geven. Toen Joosse en
SerooBkerke de St. Pieter binnentraden,
zagen zij het schippers- en het St. Eloys-
gilde bezig met hun altaren „af te .doen".
Den eigen avond liet het consistorie
der nieuwsgezinden alom in de stad bekend
maken, dat belanghebbenden uit de kerken
zouden halen, wat men wenschte tesalveereD,
te behouden want des anderen daags zou
het „zaiveringswerk" een aanvang nemen.
Het was geheel in den stjjl, in het Zuilen
reeds toegepast. „Waarom ook niet?" vroeg
Rollema, toen hij aan de Mechelsche raads-
heeren deze mededeeling deedwaarom
de kerken niet ontledigd van alles, wat
aan den katholieken eeredienst herinnerde?
Inderdaad was dan de zaak zeor vereen
voudigd. Alle geweld ware dan overbodig
geweest en, vooral, alle opspraak vermeden.
Zjj, die door het consistorie voor het
ruwe werk aangewezen waren, de „onver
laten" de betiteling is van de burge
meesters Sampson Moreys, timmerman,
Adam de ljjndraaier, Mels de leidekker,
de zeeftenmaker Claes SimonBe, „Stulte",
een oflkleer koop met een houten been
Frans de Cramer, alias „Cromhals"
Lange Hans, de kleermaker, de sloten
maker „Coppen Slot" vooral niet te ver
geten, „Trompille", de stadstrompetter,
6)
DOOR TWEE PIOTTEN,
Zijn lichaam tril schokte en een gevoel,
dat weldra alles een einde zou nemen,
sloeg hem tot doffe radeloosheid.
De openbare kennisgeving van de op
komst met spoed was hedenmiddag aange
plakt en had ieder bereikt. In het groeze-
lig-gekleurde zakboekje was maar een hel
derwitte bladzijde, en daarop stond het uur
van vertrek van den trein, die bij mobili
satie de soldaten naar hun korps moest
vervoeren. Wat hadden de jongens vaak
gemeesmuild, wanneer bij vertrek naar huis
de sergeant-majoor met zijn dienstgezicht
hun had gewezen op het goed kennen van
hunne verplichtingen bij opkomst met
spoed, en telkens had men dan in hunne
oogen kunnen lezen't Zal mijn tijd wel
uitdienen. Wat had Van Oosten dikwijls
met zijn vrouw geschertst over deze beruch
te verplichting en hoevele onschuldige glos
sen hadden zij niet gemaakt over deze
Z4»k, die ia huoae oagsa a-uit werkelijk
konden hun breekwerktuigen thuis gelaten
hebben Eenige emmers kalk en de noodige
witkwasten zouden voldoende geweest zijn,
straks gevolgd door een streng verbod,
om nog ooit weer tot de „afgodische"
gebruiken terug te keeren.
Vóór dag en dauw kwam de Pastoor
van de Abdijkerk zich vervoegen ten huize
van burgemeester Adriaan Claesse. De
nood drong. Op deze Donderdag (22 Aug
zou alles in de verschillende kerken „aan
stukken gesmeten worden". Een onge
noemde had het den vorigen avond aan
Mgr. medegedeeld. Pastoor verzocht, dat
toch vooral de zeer kostbare schilderij
boven het Hoogaltaar in de koorkerk niet
gebroken zou worden of bedorven.
Claesse zond een boodschap naar zijn
collega en om 5 unr in den morgen stonden
de hoofden van het stedelijk bestuur vóór
den Proost der Abdij, heer Lambrecht
Seyllinck, die hen naar Mgr. geleidde.
Het onderhoud liep natuurlijk over de
brutaalweg openlijk aangekondigde geweld
daden. Of de heeren eenigen raad wisten
tot het keeren der „brekers"? Raad noch
middel konden zij aangeven. Of zg ge
sproken hadden met de poorters of de
schutterijen? Neen: wie kon uitmaken, of
de lieden al dan niet getrouw waren
Mgr. was van oordeel, dat zulks wel
degelijk behoorde geschied te zjjn; dan
had een schifting kunnen plaats hebben
tusschen got den en kwaden. De regenten
mochten wel toeziende verwoeste kerken
zouden zjj weer in orde moeten laten
breDgen, evenals zij zich te verantwoorden
zouden hebben voor Zijn koninklijke Ma
jesteit. Geruimen tijd later hoorde Kanunnik
van Breekt, de secretaris van Mgr., de
heeren nog in druk gesprek
Een weinig later ging de Kanunnik iangs
het rijpand van het koor der Abdijkerk
en toen hij een blik wierp in de voorberk,
ontstelde hg door een verschrikkelijk tooneel.
Het was nu ongeveer 6 uren in den morgen.
Enkelen waren bezig het altaar der H.
Maagd met hamers, bjjlen en houweelen
te vernielen. Er waren veel toeschouwers
sommigen lachten, anderen weenden. Al
licht, evenals de Kanannik, gewaarschuwd
door het rumoer, bevonden zich daar oek
de burgemeesters, die niets deden tot
keering van het geweld. Integendeelde
Kanunnik zag, hoe Claesse met de onver
schilligen meelachte; het verdriette hem
en hg keerde op zjjn schreden terug.
Thans zou het Hoogkoor aan de beurt
komen. Een beeldstormer geeft eenige
forsche slagen op het slot der deur, om zich
toegang te verschaffen, maar het wil niet
wjjken. De burgemeesters gaan onderhan
delen met de geweldenaars. „Wil je
wachten met breken, tot alles geborgeD
is Neen. „Wil je het Hoogkoor salveeren
Neen. „Dan ten minste zult ge de schilderjj
van het Hoogaltaar sparen en de sepulture,
het schoone grafmonument van den
Graaf en Roomsthkoning Willem II, nu
juist 20 jaar geleden door de toenmalige
Landvoogdes opgericht, mits conditie,
dat binnen 24 uren een en ander wegge
nomen wordt en dat 6 of 7 mannen mee
op het koor komen, om de behulpzame
hand te bieden." De burgemeesters plaatsten
zich voor de boordeur en de „aalmoezenier"
van het consistorie, Pieter Bureel, leest
het „gebodt": Niemand wage het burgers
of geestelijken te beschadigen aan lijf en
goed of te beleedigen met woorden of
werkenhij zal gehangen worden cd
geworgd I Niemand verstoute zich goud,
zilver of kleinoodiën te ontvreemdenhij
zal gehangen worden en geworgdAlles
moet onder de justitie gelaten. Leve de
Geuzen De burgemeesters verzoeken Heer
Jan, Kapelaan en Koster, hen in het koor
te laten. De sleutels worden gehaald en
de regenten gaan door de sacristie met
Pauwels in den Trechter, brandewgnmaD,
Mels, Jacob de Questere, Adam de lijn
draaier en nog 3 of 4 raddraaiers het koor
binnen. Jacob of Jacques de Questere, die
zich gaarne onder de notabelen gerekend
zag en wien men-indertjjd een plaats had
waardig gekeurd in de vroedschap, toonde
zich gedurende deze troebelen een dol
driftig partijganger van de nieuwsgezinden.
Hjj had de „aardigheid", geljjk Rollema
heid worden kon. Wat was er geschaterd
in de gezellige huiskamer, toen de oudste
dochter bij terugkomst van haar soldaat-
vader den zwarten verlofzak ledigde, het
zakboekje er uit haalde en met hare
nieuwsgierige kinderoogen dit doorbladerde,
tot zij plotseling uitriep„Paatje, hier
staat, dat je morgen om 7 uur aan het
station moet zijn. Mogen wij dan mee en
Maatje ook Wij zijn nog nooit in den
En nu de vreeselijke werkelijkheid. Mor
gen om 7 uur aan het station, om zich bij
zijn regiment te voegen. Nog óén nacht in
zijne gelukkige woning en dan weg naar
het onzekere, het onbestemde, nog euKele
uren bij zijne lievelingen en dan zich los
rukken van zijn gezin, zonder te weten,
wanneer en hoe hij zou terugbeeren, nog
één zonneopgang en het gelukzonnetje zou
verbleeken, daarna wegschuilen achter een
dikken nevel van rouw en smart.
Nog altijd zat Van Oosten onbeweeglijk
aan tafel, nog altijd stapelden zich de
foltergedachten tot bergen op Plotseling
werd de stilte verjaagd door bewogen, de
vote bidstemmen van vrouw en kinderen,
geknield voor de stoelen. VaD Oosten
schokte tot zich zelveu, knielde mede en
8nikkend herhaalde hij telkens en telken
verzekerde, overal de neuzen van de
Heiligenbeelden af te slaan. Nauwelijks in
het koor gekomen, rukte hij de vergulde
traliën voor het H. SacrameDtshuis uit en
wierp ze ten gronde, terwijl een ander
een gat sloeg in het gestoelte, midden in
het koor staande, maar daar bleef bet bg
Toen in de voorkerk alles vernield was,
verlangden de beeldstormers op het Hoog
koor gelaten te worden Zij poogden
herhaaldelijk de koorde^r open te loopen,
zoodat burgemeester Joosse tot driemaal
tse zjjn voet er voor moeBt zetteD. Sampson
Moreys hieuw er met een bij in en een
beeld werd afgeworpen. De pogingen der
beDde faalden evenwel, jahet gelukte
zelfs de kerk ontruimd te krjjgen.
Toen de burgemeesters omstreeds 11
uren op de Groote Markt kwamen, vonder
zjj de St. Maarten opengeloopen en
laten wij kortheidshalve maar zeggen
„gereinigd". Vervolgens met den baljuw
naar de St. Pieter stappendealles ge
reinigd"; by de Begijntjes: alles „ge
reinigd"; bg de Minderbroeders: alles
„gereinigd"! Men zou zoo denken, dat den
heeren was opgedragen te constateeren,
of de „brekers" hun werk wel volledig
volbracht hadden. L,
ITALIË.
De ziekte van den H. Vader.
De Romeinsche correspondent van het
„H. v. A." schrijft over de laatste ziekte
van Z. H. als volgt:
Het eerste wat dient vastgesteld, is
dat de pens, vooral de met-katholieke,
het feit heeft uitgebaat oirn sensatiewek-
kende kopie te maken, uiteïst nuttig in
dit doode seizoen. De Paus erg ziek, het
vooruitzicht eener verandering van ponti-
fikaat, ziedaar meer dan noodig tot het
vullen van verscheidene kolommen met
weinig kosten en tot het opwekken van
de belangstelling der lezers. Een Paus
mag niet ziek zijn als een gewoon ster
veling. De heete wereld is ontroerd, zelfs
en vooral de anti-clericale wereld, wan
neer de Paus ziek is.
Hoe betreurlijk de bemerkingen van ze
kere pers in dergelijke omstandigheden
ook 'zijn, moet men er toch het bewgs
in zien v'an de groote plaats die het.
Pausdom bekleedt in de algemeene be
zorgdheid, zelfs van onverschilligen en
vganden.
Dit gezegd stellen wij vast, dat de toe
stand van den doorluchtigen zieke geen
oogenblik onrustbarend is geweest. Hij
heeft opvblgenlijk geleden aan twee on
gesteldheden, misschien voortkomend uit
denzelfden oorsprongeene verkoudheid
of .strottenhoofd-ontsteking en de jicht in
.den knie.
Hij heeft wat koorts gehad, een zekere
verzwakking, vooral veroorzaakt door de
overdreven warmte, waarvan de uitwer
king vermeerderd was door de slechte
voorwaarden van de slaapkamer van den
H. Vader, en die integendeel verminderd
is, 'toen Pius X besloot zich in, de groote
bibliotheek te vestigen, waar hij gewoon
lijk vóór zijne ziekto, zijne dagen door
bracht, wat hem heeft toegelaten heter
te slapen en zijne krachten te herwinnen.
Maar er is nooit bronchitis geweest,
zooals men heeft gezeg'd, noch opgestegen
jicht, noch 'bezwijmingen, noch operatie
in den aard als de „Times" van Londen
heeft uitgevonden, 'tls eigenaardig op te
merken, met welken aandrang dagbladen,
die zich goed ingelicht noemen, gespro
ken hebben Van bozwijmingen. 't Schijnt
dat men met voorliefde deze kwaal wil
toeschrijven aan de Pausen! Aldus kon
digde men 'ten tijde van Leo XIII her
haaldelijk aan, dat de Paus eene bezwij
ming had gehad. Welnu, Leo XIII heeft
er nooit gehad, zelfs niet tijdens zijne
laatste ziekte. Hetzelfde is het geval met
Pius X; vóór zijn laatste ziekte had men
op zekeren dag aangekondigd, dat hij eene
bezwijming had gehad, en op 't oogen
blik zelf dat deze moest gebeurd zijn,
hield do Paus zjjne ontvangsten in de
met hen„Onze Vader, die in de hemelen
woont, Uw Naam zij geheiligd, Uw wil
geschiede op aardo als in den hemel."
Dit heerlijke gebed bracht de ontspan
ning, temperde de smart, wierp een licht
straal in de donkere toekomst. Het innig
Godsgeloof gaf hier de kracht, was hier de
hoop die leven doet. De kalmte keerde
terug en de kleine Jan klauterde als van
ouds op de knieën van zijn vader, sloeg
de armpjes vast om diens hals, en kweb
belde„Mama en wij hebben nu wel onzen
Lieven Heer overtuigd, dat u spoedig terug
moet komen. Koopt u dan voor mij in Den
Haag een mooie doos met soldaatjes en
paarden en kanonnen, dan kunnen wij, als
u terugkomt, ook hier eens oorlogje spelen."
Vluchtig gleed een lach over Van Oosten's
gelaat, en hij beloofde Jan het gevraagde
mede te brengen en nog veel meer.
Met zijn oude flinkheid regelde Van
Oosten daarna zijne zaken tot in de kleinste
bijzonderheden. Wel herhaalden zich nu
en dan de smart-uitroepen, doch het ver
trouwen in hoogere Macht en de herinne
ring aan de verdediging van de hoogste
belangen hadden berusting gebracht.
Het was een grauwe morgen op den
beste gezondheid.
In het huidige geval heeft de H. Va
der aan geen enkele kwaal van dien aard
geleden. Nu, einde goed, alles goed. Laat
ons hopen, dat er weldra geen enkele
reden meer zal zijn voor do minste on
lust over de gezondheid van Pius X,
hoewel hij, als elke sterveling, aan ziek
te onderworpen is, en dat zijn reeds hooge
ouderdom de ongesteldheden, die 'hom
kunnen overkomen, erger maakt, dan met
jonge menschen het geval is. Men mag
kortom zeggen, dat de Paus geleden hoeft
oen eene crisis van de jichtkwaal die
hem plaagt en hij deze nu weer te bo
ven is, zooals hij vroeger dergelijke cri
sissen is te boven gekomen, vóór hij
Paus was, en men heeft reden om te
hopen, dat zij geene sporen zal achter
laten. Buitendien zegt een Volksspr'eeik-
woord, dat de jicht een brevet is voor
een lang leven. Laat ons die voorspel
ling aanvaarden
Als Voorbeeld van de dwaasheden, die
de vindingrijke dagbladschrijvers kun
nen uitvinden, wil ik u onr ite eindigen djit
pareltje aanhalen, gevonden irf de Tfig-
liche Rimdschau van Biel-lijs„Indien de
gezondheidstoestand van den Paus ver
ergerde, zou Mgr. GioliLti geroepen worden
om zijn ambt te vervullen".
Men moet aannemen dat het ernstige
blad in quae&tie het slachtoffer is ge*
woest van een Ifaliaanschenkunstspeler,
die zich heeft willen vermaken ten koste
van den minister-voorzitter van het Ita-
liaansche rijk en van het blad zelf.
Anti-clericale politiek. Eergis-.
teren is te Rome een ministerieel decreet
afgekondigd, waar-bij bepaald wordt, dat
de bezittingen en fondsen van 19 Orden
in Parma, zelfs die fondsen welke
voor zieiemst van overledenen zijn aan
gelegd ger,oofd zullen worden. De be
zittingen, die op 1.800.000 lire geschat
worden, komen in handen van den staat.
Deze zal, evenals zoovelen, ondervin
den, dat gestolen goed niet gedijt.
Bovengenoemd besluit is eensdeels het
gevolg van de anti-clericale manifestaties,
welke in Parma hebben plaats gehad,
doch anderdeels zeker ook van de vrij
metselaars-politiek van het ministerie-:
Giolitti.
Een quaostie tussc,hen Kardi
naal Fischer en de Italiaan
se he Regeer ing. Een belangrijke
quaestie is op het oogenblik hangende
tusschen de Italiaansche Regeering en
Kardinaal Fischer, Aartsbisschop van
Keulen.
Deze draagt den titel van Kardinaal
van de kerk der: „Santi Nereo e Achilte'^
waarvan de regeering een oudheidkun
dig museum wil maken.
De autoriteiten hebben zich aangemeld,
om de sleutels in ontvangst te nemen
en de kerk [te sluiten; maar de koster
heeft beslist geweigerd, mieiodeelende, dat
de beslissing in deze heeft Kardinaal Fi
scher en dat Jiij zonder diens toestem
ming, beslist weigert de sleutels af te
geven.
Do kardinaal heeft zich ito-t het Ber-
lijnsche Ministerie gewend, oan verdedi
ging van zijn rechten op de Kerk.
Het Ministerie van zijn kant heeft den
Berljjnschen gezant te Romo met de zaak
belast. Advocaat Pacelli .zal ais verdedi
ger van kardinaal Fischer optreden.
BEL6IE.
De betoog ing te Leuven. De li
berate pers stelt alles in het werk om
de waarde van de betooging to Leuven
te verkleinen.
De „Chronique" spreekt van 25.000 be
toogers de „Etoile" 30 a 40.000de „Petit
Bleu" 45.000; de „Gazette" 47.000; de
„Indépendance" 60.000; de „Peuple"
70.000; en de „Précurseur" neemt 80.000
aan.
Tusschen het cijfer der „Chronique" en
dat van den „Précurseur" is het verschil
zoo maar 55.000.
17den Februari. Van Oosten had zieh ge
weld aangedaan, en met een ruwheid die
hem zelf striemend pijnigde, had hij vrouw
en kinderen van zich los gerukt. „Bidden,
veel bidden", waren zijne afscheidswoorden.
Reeds gedrongen tusschen de opgepakte
menigte, klonk hem het smart-geschrei van
de zijnen nog in de ooren.
Eene ongewone levendigheid heerschte
er in de straten van Schiedam. De nieuwe
wijken aan de Maas persten voortdurend
meer volk door de Plantage en de Oranje
laan naar 't centrum der stad, vanwaar de
men8chenstroomen zich als de armen eener
rivierdelta voortspoedden naar 't station.
Aan werken dacht niemandde groote
fabrieken, de branderijen, alles stond stil,
immers de 4de divisie werd gemobiliseerd
en bg het 13de regiment daarvan waren
alle dienstplichtigen van Schiedam inge
deeld. De winkels waren gesloten, men
vergezelde zijne zonen, echtgenooten, vaders
tot daar, waar men den laatsten groet bon
opvangen, of schreide snikkend in de stille
woonkamers het leed uit. Slechts de café's
en vooral de kleine kroegen stonden lok
kend wijd open, want een groot gedeelte
van het volk heeft bij droefheid en vreugde
drank noodigelke ongewone gebeurtenis
neodigt tot drinken en men verzuimde niet,
De „Etoile" en de „Chronique" be
spreken op hun manier de betooging.
Alleen de socialistische „Peuple" deelt
een onpartijdig verslag' mee, waarin zijl het
aantal betoogers op 70.000 schat, erkent
dat in het poliek gesproken „liberale"
Leuven bijna alle huizen waren gevlagd
en toegeeft dat de betooging indrukwek
kend was en dat er van de goed ge
schikte, wel ingerichte betooging een on
loochenbare indruk van groote kracht
uitging.
Overigens, zegt. de „N. Till). Cut.", doet
het er weinig aan, dunkt ons, hoeveel
menschen „betoogden".
Het iteekenend vel'seliil der twee be
toogingen zat ergens anders in.
De Biusselsche vrijzinnige stoet voer
de Iron derden platen mede me t betee-
digende teekeningen tegen de katholieken
en de geestelijken. Het was eenvoudig
weerzinwekkend.
En 'toch deed geen katholiek den be
toogers eenigen last. aan.
De betooging van Leuven had geen
enkele beleediging voor de vrijzinnigen
en toch maakten de laatsten verwarring,
moest er gevochten worden, werden men
schen gewond. En de huizen der voor
naamste katholieken in Leuven werden
nachts met rood bestreken en de be
toogers zelf hier en daar met blauwsel
geliefde propagandastof der liberalen
besmeurd.
Dkt was het karakteristiek verschil.
F1UKKRIJK.
Duurte van levensmiddelen.
De Fransche huismoeders volharden in
haar verzet tegen de duurte van de levens
middelen.
Uit Lens wordt gemeld, dat in het
geheele kolenbekken, waarvan die stad
het middelpunt is, betoogingen worden
gehouden.
Te Douxges omsingelden de betoogers
een boerderij, waar men melk en eieren
verkoopt. De boerin stelde zich met een
riek tegen de vijandige menigte te weer.
Een van de belegeraars liep een kwetsuur-
met dit wapen op.
Te Henin-Liétard heeft een stoet van
2000 vrouwen een ommegang door de
stad gehouden. De Kenau's aan het hoofd
van den stoet werden op het stadhuis
ontvangen. Daar beloofde men haar her
stel van grieven. Het eind-e was, dat een
van de aanvoersters een toespraak tot
het volk hield.
Te Rouvroy hebben de huismoeders
hare woede gekoeld op vleesch, melk,
boter en eieren, die ter markt aange
voerd waren. Zij maakten vleesch en bo
ter ongenietbaar, lieten de melk wegloo-
pen en sloegen de eieren tot struif.
Op de markt te Brest is het ook
Spaansch 'toegegaan. De huismoeders had
den, nu de oogst binnen was, verwacht,
dat de boter enz. in prijis zou daten.
Maar' de boeren uit den omtrek vroegen
voor de boter nog altijd 2 frs. en 2 fr.
35 het halve kilogram. De verwoede huis
vrouwen zwaaiden dreigend met para-
pluie's. Manden werden omgeworpen en
de verkoopers bestookt, zoodat zij do wijk
moesten nemen. De politie moest de orde
herstellen. Tot elf uur 's ochtends wei
gerden de vrouwen echter volstandig,
iets op de markt te koopen.
Toen gaven de boeren, die met hun
waar bleven zitten, toe en daalde de
prijs van de boter tot 1 fr. 75.
De Brestsche vrouwen zijn van plan,
op den volgenden marktdag weer eensge
zind te handelen.
DCIT8CULANO.
Bekeeringen. Te Dresden hebben
in de laatste maanden verschillende be
langrijke bekeeringen plaats gehad. Zoo
zijn b.v. de echtgenoote van den Ame-
rikaanschen consul-generaal Gaffney, de
dochter van generaal Henry en miss Leen-
tilhon tot het Kat.ho4icis.me overgegaan.
Ook Barones O'Byrn, de echtgenoote van
den militairen gouverneur, een Saksische
prinses, is Katholiek geworden.
ook deze gelegenheid aan te grijpen.
Stuitende tooneelen speelden zich af, en
met elk glas meer vermeerderde tevens de
ruwheid, de walglijke hartstocht van het
volk.
Het was een kaleidoscoopachtige menig
te, die door het mobilisatiebevel op de been
was gebracht. Mannen en vrouwen nit
iederen stand, van eiken leeftijd en te
midden van hen, militairen in volledige
uitrusting, sjokkende infanteristen met het
geweer aan den srhouder of over den rug,
artilleristen met hun gewilde onverschillig
heid en trots rammelende sporen, hun
kletterende sabels, die voortdurend aandacht
vragen voor het „hier ben ik", soldaten,
korporaals, onderofficieren.
De geestdrift, zoo deze al aanwezig was,
bleef diep verborgen. Menige vreuw liet
haar tranen den vrijen loop en somber
stonden de trekken van de honderden
mannen, die weggerukt uit hun werk, van
hun gezin, dachten aan de ellende, die
vrouw en kinderen te wachten stond, wan
neer de vreeselijke oorlog uit zou breken.
(Wffrdt vervolgd.)