en Goederen S fmppo, No. 89. TWEEDE BLAD. NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT Zaterdag 29 Juli 1911. BEESTENMARKT. GOES. LIISÏ" n „mm! e Oproeping. OfD Seenwsche Iborg-Maatsehappij an 1824, Hordijk'» Bank jaren vanaf 2 cents. ien en huidziekten. Smidsknecht longen gevraagd aineerbuizen, EEN LIED PER WEEK. De moeder van bisschop Wilhelm Emanuel von Ketteler. De verdwenen bankjes. BUITENLAND. IV. lortrcltd f 1.- (portretten f 1.— ortretten onveranderlijk. oor het overtrekken of iude Portretten, hoe ver inbevelend W. MINK, TER en WETHOUDERS Ipen op sollicitanten voor In Iigere School aldaar. omvat de vakken a tot It 2 der wet. Igens het wettel gk mini- vrye woning met tuin. 9 Augustus a.s. aan den te zenden. »d te Zierikzee, illlijke voorwaarden ping als tegen eene itingen worden gaarne ver- jfee GOES, Jligers voor Zuid öeveland, ILTHUySE, Irikant Amsterdam. erkoopers gezocht. luie prikkeling en jeukende Tl beien, eczema, roos, dauw- ptslag, winterhanden en-voe- i andere jeukende huidaan- onmiddellijk verzacht reeds Ite aanwending van Foster's Is hardnekkige gevallen, die feersitand boden aan andere moeten spoedig zwichten Ilelende zalf. alf is bizonder verzachtend, Intisoptisch. Niet alleen geeft Ier geval, waarhij de gebruiks- lorgvuldig wordt opgevolgd, n de genezingen bbgvend. alf is te Goes verkrijgbaar a Nathan Emannël; en te bij den heer Joh. de Roos, [i 157. Toezending geschiedt ontvangst van postwissel a én-, of f 10.voor zes doo- (35) Èi goed een paard kan beslaan. Loon naar bekwaamheid, en onder letter A, bureau kfabriek van A. S. J. DEKKER tSWOUDE bij Leidöü. tegen concurreerende prijzen wjjdten en lengten. teBt voor Zuid-Beveland e# laanderen P. ELENBAAS J> laarland. en: ESSEL, Ovezand. ENS, 's Heerenhoek. DORP, Ovezaad. No. 24 uit ,,De Leeuwerk". HET LIED. Woorden van V. A. de la Montanoe. Muziek van Jan Blockx. In reinen eenvoud klinkt Het uit aller hart en mond In alle talen zingt Het de gansehe wereld rond, De gansehe wereld rond. 't Galmt van den bergtoppen In groene dalen voort, Alom waar harten, kloppen, Het frissche volkenwoord Alom waar harten kloppen, Het frissche volkenwoord. 't Vindt kinderlijke klanken Voor heiige moedertrouw; 't Vindt woorden als gezangen Voor de aangebeden vrouw, Voor de aangebeden vrouw. Het brengt waar tranen vloeieD, En in oen zonn'gen woon, Waar liefde en vreugde bloeien, Den eenen rechten toon Waar liefde en vreugde bloeien, Den eenen rechten toon. 't Strooit op de levenspaden, Een groen bekranste fee, De milde, bigde zaden: Van hooger rust en vree, Van hooger rust en vree. Het brengt met licht en klaarheid Het lgdend hart zgn groet; Eenvoudig als de waarheid, Rein als het volksgemoed; Eenvoudig als de waarheid, Rein als het volksgemoed. Nu wij dit jaar het eeuwfeest vieren v,m den groeten bisschop van Mainz, zat het niet ondienstig zijn eenige woorden van waardeering te wijden aan zijne waarlijk christelijke ouders, aan wie hij zijne uit stekende opvoeding en de grondslagen van zgn later verdienstelijken arbeid te dan ken had. Zijn vader, vrijheer Friedrich von Ketteler-Harkotten, was een waar edelman zoowel in Uiterlijke verschijning als in innerlijke karaktereigenschappen. Met scherpen en verstandigen blik waakte hij over de opvoeding van zijne kinderen. Na zijnen dood werd nog dikwijls van hem gesproken als een streng man ten opzichte van de opvoeding zijner zonen. Nog grooteren invloed op de lichame lijke en geestelijke ontwikkeling had de moeder, Clementine von Kettelei', gebo ren vrijvrouw Von und zu WengeBeek, dochter van den gouverneur-generaal van Munster. Zij werd geboren in 1779 on huwde 10 Maart 1801. Gedurende 31 ja- reu leefden de «chtgenooten in innige liefde en waren ©en mooi voorbeeld in het christelijk familie-leven. In hot testa ment der beide echtgenooten vinden wij de volgende sohoone woorden: „Zoo als wij reeds langer dan 30 jaar .111 liefde en eendracht gelukkig hebben geleefd, zoo wenschen wij ook eens naast elkander in het graf te rusten en wij smeeken God ons in het .toekomstige leven in eeuwige zaligheid weer te vereenigen". En na den dood van haar echtgenoot schreef vrij vrouw Von Ketteler aan een van hare. zonen: „Zoo gelukkig als ik mot uw lie ven vader was, is er geen vrouw meer op de wereld. Ik geloof wel dat 'mijn geluk te groot was, en daarom eischte God dit offer van mij." Ofschoon uit voorname familie voort gekomen, vertroetelde mevrouw Von Ket teler haar kinderen geenszins. Hare zo nen gewende zij van jongsaf aan harde maatregelen. Zoowel des zomers als des winters droegen zij naar landsgebruik eenvoudige lijnwaad-kleeren. Een muts droegen zij niet en oen overjas mochten zij pas van af hun 18e jaar dragen. Lang- Zoo je blijft ontkennen? Ja, meneer, zoo waar as Nou, houd je eeden maar voor je - jg bent niet in dat kamertje geweest, hebt dus niet 'n zak-portefeuille zien lig gen en daar je niet daar bént geweest en de portefeuille niet gezien hebt, Ifün jij ook de vierhonderd gulden niet hebben er uitgenomen en de loege portefeuille weer op tafel hebben gelegd. Meneer ach, meneer o Natuurlijk is 't precies andersom. Dat kennen wel En 'tmakkelijkst is; ontken nen. Dat zal je je advocaat later ook wel aanraden, dat Mar. Hou je mond. Waar heb je 't geld verstopt? Denk je. M. Stil! zeg ik je, denk je dat je dat wat zal baten: die oude heer kent de nummers en nog van daag \veet heel het land, klle menschen, versta je dat, vrouw slaperij duldde do moeder niet, evenmin als .weekhartig klagen Lij onwelzijn of smarten. Gaarne zag zij, dat de kinderen plezier hadden in de landelijke sport en vooral spoorde zij ze aan bij schaatsen rijden en sleed je varen. Streng waakte zij er voor, dat geen tijd nutteloos ver loren guig en de dagelijksche uren voor het onderr.cht moesten ook heek-maal aan onderwijs besteed wouten. Bij al hare gestrengheid was zij de lief devolste en de meest opofferende moeder die men zich denken kan. „Ik heb u mijne lieve kinderen, allen onbesohrijlf- J'J zegt zijl in een harer brieven. Daarbij voel ik evenwel dat het niet is met zulk een buitensporige toegeeflijk heid zooals gij het gaarne zoudt zien ©n gaarne geloott. Uw geluk heeft mij altoos na aan het hart gelegen en groote offers neb ik daarvoor gebracht." Hare zorg betrot vooral een godsdiensti ge opvoeding. De ouders gaven dan ook zelf het mooiste voorbeeld in betrekking met de yreeze des Hoeren. Gezamenlijk bezocht de familie Zondags den II Dienst en gezamenlijk werden de dagelijksche gebeden verricht in de huiskapel. De brie yen der moeder aan do afwezige zonen behelsden roerende beden en vermanin gen om toch aan den godsdienst vast te houden. Zoo schrijft zij in het na jaar 1826 aan haren zoon Wilderich: „Houdt God steeds voor oog en, votg Zijne geboden en laat u door niets van uw vast besluit afbrengen, mijn beste, lieve Y\ ïlderioh. Altoos hebt gij getoond een oprecht Christen te zijn en slechts kan men goed verwachten van een monsch die godsdienst heeft, den leiddraad voor alles wat men onderneemt." Als een pa relsnoer zijn deze moederlijke vermanin gen geregen door haar schoonen brief; zoo munt ook de volgende uit, welken zij schreef bij het begin der school na de herfstvakantie: „Ik hoop, mijn innigge- hefde kinderen, dat gij nu uwe studiën zult beginnen met nieuwe kracht ©n ijver, femeek God om kracht en sterkte, want zonder Zijn machtige hulphelpt al uw streven niets." Niet alleen door woorden, maar ook door daden leerde mevrouw Clementine von Ketteler hare kinderen christelijk le ven en denken. Voor alles gaf zij hen een schoon voorbeeld in de naastenliefde, hetgeen haar groote zoon Wilhelm zoo keurig heeft nagevolgd. Vooral sedert den dood van haar echtgenoot logde zij zich bijzonder er op toe overal waar gebrek en ellende was, te helpen. Hare goedheid yverd dan ook geprezen. Zoo zegt een harer dienstboden: „voor ieder heeft zij een vriendelijk woord en troost, en waar het zgn moest ook hulp. Hare zieke dienst boden bracht zij zelf de medicijnen en het etenHare vrijgevigheid tegenover armen kende geen grenzen. Niemand ring ongetroost .heen ,en door ieder werd zn bemind. Nooit heb ik iemand een afkeu rend woord over haar Jrooren spreken." Zooals .vanzelf spreekt, waren de kin deren zulk een moeder ten zeerste ge negen. Zoo schreef Wilhelm Emanuel aan zijne zuster: „Ik kan niet zeggen, hoe weldadig immer een brief van onze ge liefde moeder mij aandoet. Een liefdevol ler moederhart als het hare is gewis op aarde met te vinden. Ik voel het in mijn hart, dat het hare groote liefde is, waar mede zij ons allen doordringt en waardoor zijnmm® m<i'- elkander verbonden De her.nnenng aan zijne moeder heeft <ie gioote bisschop steeds trouw bewaard, zooals duidelijk blijkt uit vele zijner rede voeringen en geschriften. Dij de heerlijke schildering der groote waardigheid dei- moeder, welke hij den 19 December 1848 in zijne vijfde predikatie gaf over de groote sociale vraag van den tegemvó'or- digen tijd in den Dom to Mainz, heeft hem duidelijk het beeld van zijne eigen moeder voor den geest gezweefd. »>De giootste weldaad - zoo zeide hij voor een gehoor van vele duizenden welke God den menschen kan schenken is zonder twijfel het geschenk van een ware christelijke moeder. Ik zeg niet ©ene teedere, lietdevolle moeder, want waar de Lokkerts, begrijp je dat, vrouw, precies de letters, de nummers van iou bankpapier en dat wordt overat genoteerd en al kom je over tien jaar om het in te wisselen dan komt het nog uit door de nom- mers. Dus zeg nou liever de waarheid, je hebt toch niks aan dat papieren-geld, dat eerst geld wordt als je het kunt ingewis seld krijgen. Dan zullen we zien, als hier meneer Odin en zijn schoonvader, van wien het geld is, hot goedvinden, dat we je uit het spinhuis houwen De heer Odin knikte, ook het jonge mevrouwtje Odin, die bij het verhoor was-, knikte. Vrouw Lokkers keek met haar eenige ééne oog en dat was nog maar half open, liet door 't onwillig ophuivende oog lid 'n smal ovaaltje wit zien met 'n stukje groenige katten-pupil keek met dat éénige streepje-oog het jeugdige me vrouwtje aan, dat pas, drie weken te voren, van haar huwelijksreis was terug gekeerd, en nog geen oen-en-twintig jaar, aan het begin van het volle leven stond Kunt uwes hét geleuve, mevrouw, dè ik dè zou hebb-o kiunne doen? Mevrouwtje schrok. Zij was maar meer uit nieuwsgierigheid «r bijl gekomen, toen moeder z.elf van den geest der wereld vervuld is, is hare liefde voor het kind niet nuttig, maar verderfelijk. Maar eene christelijke moeder is van allen gaven de grootsteWanneer zoo'n moeder reeds lang in hot graf ligt en de zoon door de stormen des levens wordt aan gegrepen, zoodat hij heen en weer wordt geslingerd en 't gevaar hem dreigt van geloof en zeden te verliezen, zoo zal de vrome edele gestalte zijner moeder voor hem verschijnen en hem met wonderbaar geweld terugvoeren op den weg van ge loof en deugd." Met moederlijke Zorg eu deelname volgde mevrouw Clementine de innerlijke ontwikkeling van haren begaafden zoon, die, ofschoon langzaam en langs groote omwegen, hem van een glanzende, we reldlijke loophaan voerde tot het altaar des Heeren. God heeft haar de vreugde geschonken zijne wijding tot sub-diaken bij te wonen. Een paar dagen daarna werd zij ernstig ziek en stierf 13 Maart 1844. Zwaar trof het den trouwen zoon, dat hij hij zijn priesterwijding zijne in nig geliefde moeder onder de deelnemers missen moest. Een zijner vrienden vertelt daarom trent: „Zijn hart was bewogen van hei lige vreugde. Hij toondq mij het beeld zijner moeder en het misgewaad, 'twelk vervaardigd was van het zwart zijden kleed der vrome vrouw, en een geschenk was van zijne zusters en hij gedacht haar met een liefdevol en* trouw kinderhart. Maar de godsdienst gaf hem den waron troost en zoo kon hij, treurend als allen, die hopen, aan zijne schoonzuster schrijf ven: „Ik mag waarlijk onze moeder den hoogsten schat, den dood der rechtvaardi gen, niet roovcn. Geloofd zij Jezus Christus I" Tot welk een hoogt© Wilhelm Emanuel nog eens klimmen zou en welk ©en zegen zijn werken zouden verspreiden, dat heeft zijne moeder bijl haren dood niet kun nen vermoeden. Het bezoek van H. M de Koningin aan België. Zoodra Koningin Wilhelmina uitgerust was van de vermoeienissen van. de reis, vroeg zij de. koninklijke kinderen te zien. De beide prinsen en de prinses kwamen, haar bloemen aanbieden. Moederlijk kuste en streelde Koningin Wilhejmina de kleinen en sprak hiiln van Ju Liana,, die in Holland was achtergebleven. Zij schonk de kleinen speelgoed en lek kernijen eu onderhield zich nog ©enigen lijd met hen. Door Hare Majesteit de Koningin werd om hall vijf in particuliere, audiëntie ont vangen het Belgische bureau der Neder- landsch-Belgische commissie. De heeren Beernaert en Du pont, ministers van staat, de heer Eugene Baier, algemeen secre taris en de. heer, Léon Hennebicq, boden Hare Majesteit in naam der Belgische) afdee-ling, een prachtig garnituur in Bel gische kant a.an. Bij de particuliere audiëntie, die aan het bureau der Belgische afdeeling van de Hollandsch-Belgische commissie werd verleend, bood staatsminister Beernaert aan Hare Majesteit een ruiker orchideeën aan. Het menu van Jen feestmaaltijd ten paleizo luidt als volgt: Consommé Chate laine, Potage a, la Marigny, Petites cor- beilles Magenta, Saumon Victoria, Filet de boeuf ii la Porfugaise, Cotelettes d'agneau chasseur, Suprêmes d© Roueti- naises a 1'inla.nte, Marquise aux fraises, Haricots verts paysanne, Poularde rotie cresson, Homard a la Parisienne, Gou- honne a, Tanana.s glac)és javanaises, Fruits desserts. Te 6 uur werd ten paleize het gala banket, ter eere van de hooge Gast, op gediend. Rechts van den Koning zat Koningin Wilhelmina. Het banket werd ook bijge woond door de minister,s in aetieven dienst en de Staatsministers,- waaronder M. Beernaert. Twee heildronken in het Fransch wer- de inspecteur op het telefonisch verzoek van haar Lambert dadelijk was gekiomen om den diefstal in loco te onderzoeken. Zij schrok van dat leelijke, vreemde inensch, dat plotseling tegen haar sprak en haar aankeek uit die oogspleet met dat groen glinsterend© balletje. Odin stoof dan ook op Nou, je ziet er nog al niot naar uit om zoo'n gemeen© streek te doen. Gemeen, meneer! zei de vrouw wier Tolbrugstraatshart begon te jagen, gemeen, weet, uwes wé gemeen is, om mar dadelijk do pelicie hier te hale en 'n doodonschuldig mensch as ik ben zwart te make en dèt En ik zeg je, riep d© hëer Odin, dat ik do handelwijze laag, gemeen, meer dan gemeen vind, om hier in het bene denhuis, achter, waar je niet thuis hoort, in de kamer te komen neuzen, waar je heelemaal niks te maken hebt en dan zoo'n enorme diefstal De leelijke vrouw krijschte: Ik heb nié gestólel Ik zweer het oe allemaal hier, ik zeg 'toe veur Onzen Lieven Heer, veur Maria, veur alle Hei lige, 'ik heb ni© gestole, ik heb nóg nóóit gestoleII den uitgesproken; een door Koning Al- bert, een tweede door Koningin Wilhel mina. De „Soir" bevatte een artikel naar aan leiding van het bezoek van H. M. de Koningin, waaraan het volgende is ont leend. De Koningin van Holland zal gedurende drie dagen de gast zijn van koning Al- hert. Gedurende deze drie dagen en overal waai' zij zich zal vertoonen .zal de Ko ningin der Nederlanden met blijken van sympathie worden ontvangen; ze zal ge vierd worden door de Belgen, zooals het hoofd van den Belgischen staat door de Hollanders gevierd is. Men moet in het bezoek der souvereinen van beid© lan den meer zien dan eenvoudige bezoeken yolgens protocol en uit internationale be leefdheid. De manifestaties die hier plaats hebben geven uitdrukking aan den weder keerden wensch van de twee volkeren om tot een vriendschappelijke vereenjging te komen die men izoo langen tiitl als een utopie beschouwde. Doch laten wij' de zaken niet vooruit loopen. De moreele eu materieele belangen die heden ten gunste van een zoodanig sa mengaan spreken, zijn niet te vergelij ken met de argumenten die men. nog ten gunste van een isolement zou kun'nen aanvoeren. Wij leven niet meer jn den tijd, dat het welzijn des volks een weinig van don luim der souvereinen afhankelijk was; doch de houding van de staatshoofden is geen te veronachtzamen factor in de betrekkingen tusschen de naburige lan- En zelfs toegevende, dat men de) be- teekems van zekere feiten kan oVerdrijl- ven moet toch niet. vergeten worden, dat de bedoeling waaruit zij ontstaan bijna even belangrijk zijn als de feiten zelf. iel, zoowel als aan de andere zijlde van den Moerdijk gelooft men, dat de vrien delijke ontvangst te Amsterdam en te Brussel niet anders dan voor een entente tusschen Holland en België bevorderlijk kan zijn. Deze overtuiging zal niet na laten bij te dragen tot bet welslagen van de wederkeerig gewenschte en wenschedij- ke overeenkomst. En de toejuichingen die Hollanders en Belgen voortdurend hun souvereinen brengen verkrijgen daar door een zeer symbolische beteekenis. s Avonds had in de „Taverne Royal" een grootsch banket plaats, aangeboden door de Belgische journalisten, aan hun Nederlandsche confraters. Verschillende heildronken werden uitgebracht, onder velo andere dan door de heeren Neut Julius Hoste en den heer Henri Dekking'. Leeïschte een alleraangenaamste en geestdriftige stemming, ondanks de on- heersehte! °r d" zaal De Koningin verleemde het grootkruis van den Nederlandschen Leeuw aan den eersten minister de BroqueviUe, en aan Davignon, minister van buitenlandsche za ken; het grootkruis van Oranje Nassau- orde aan de ministers Carton de Wiart 1 oullet en Levie. De burgemeester van Brussel is benoemd itot grootofficier in de orde Oranje Nassau. Het corps diplomatique is om vier uur ten paleize aan Koningin Wilhelmina voorgesteld. Tegenwoordig waren alle hooiden van de gezantschappen met den nuntius aan het hoofd. De Nederlandsche gezant te Brussel, jhr. Staal v. Piershil stelde de verschillende personen voor De Koningin onderhield zich welwillend met <111011. De Koningin ontving in een pa.rticu- here audiëntie de leden van liet bureau ef HC !f fhe aMeeling van de Hol- lanusch-Belgische commissie, onder Iei- a Va? JB*fnaert- Ue Prins, het gevolg f'" ,d.e Nederlandsche gezant woonden de ciuuientje bij. n/n di'" u0,?p, van de ontvangst van do ilollandsc-h-Belgische commissie zeide Beernaert, dat de commissie als haar program beschouwde de banden van sym pathie tusschen beide naties aan te halen Zooveel als mogelijk was, zou men moe ten vermijden de hinderpalen, die zich En even was haar stem gedaald, had gebeefd, ais hingen tranen aan haar ver- ontwaardige ontkenning maar plotse ling gilde ze uit met de ruwheid van vTouw-uit-'n-achterbuurt Ik heb nooit, nooit gestole, ik heb wel ooit gevloekt, wel ooit gedronk©, wel ooit gevochte, mar gestole heb ik nooit, nooit! De deur ging open en de helm van 'n jxditieagent glinsterde in den hier. Vermeer, zei de inspecteur, ga. jnet do vrouw in de voorkamer tot ik je roep. Vrouw Lokkers frommelde zenuwachtig haar voorschoot tot een dot en bedekte haar gelaat. Snikkend volgde ze den agent naar de voorkamer. Wat 'n vreeselijk monsch, zei me vrouwtje, toen de deur dicht was. Afschuwelijk! riep haar man ja, je hebt wat tuig in de krotten der achter buurten. Maar hoe komt toch mevrouw Vleugels er aan, oin zulk 'n schepsel in huis te halen! De inspecteur vroeg om ook dien heer eens te hooien. Zonder boord, in 'n dun gestreept-ver- schoten jasje, gauw aangeschoten, kwam voordoen aan de grens of in administra tieve regelen. Onze pogingen en strevingen konden geen vollediger wijding erlangen dan door de tegenwoordigheid te Brussel van uwe majesteit. De koningin acht zich, zoo luidt haar antwoord, gelukkig met de hartelijke east- zrgheid van Brussel en zijn bevolking en drukte den wensch, uit voor het herstel der Belgische koningin. a-diaer ter eere van Koningin v\ ïlhehiuna, den prins, en gevolg had plaats in de grooite zaal van hét paleis te Brussel. Er waren 200 couverts. Be- halye de Belgische souvfeinen en het ko ninklijk Nederlandsch echtpaar waren te genwoordig de leden der Nederlandsche legatie, de voorzitters der kamers, de mi nisters, waardigheidsbekteeders van bet hof, de Belgische gezant te Den Haag enz. Bij den toast, die koning Albert uitsprak aan het gala-banket, zeide hij-, dat het voor hem een waarlijk geluk was. Hare Majes teit een oprecht welkom toe te wenschen en Haai' te verzekeren de vreugde, hem door Hare Majesteit bereid, zoodat hij Haar kan^ begroeten in zijn hoofdstad, Haar, de Souvereine, zoo bemind bij onze noordelijke huren. De zoo zeer verbeide tegenwoordigheid van Uwe Majesteit te Brussel, zal een nieuw en kostbaar on derpand zijn van de gevoelens va,ni we- derkeerige vriendschap en broederschap, die onze betrekkingen met de bevolking der Nederlanden kenmerken. De Belgen zijn bij het toejuichen Uwer Majesteit bijzonder gelukkig de gelegenheid te heb ben, haar getuigenis af te leggen van hun eerbied en te itoonen de hechte sym pathie voor de Nederlandsche natie Ik wensch oprechtelijk, dat onze beide vol- ken, zoo krachitig en zoo arbeidzaam, meei" en meer zich bewust mogen worden van hunne gemeenschappelijke strevin gen en van de solidariteit, die er is ge schapen door de menigvuldige belangen blndhen °P natu,llrl^k<! wiïze wederkeerig De Koning voegt er aan toe, wij moe ten ons ook met dankbaarheid herinne ren de beminnelijke ontvangst, die wij van Lwe Majesteit ondervonden, even- als van de bevolking van Amsterdam. Wij durven hopen, dat onze hooge'Gas ten een goede herinnering mogen mee dragen van hun al te kort verblijf onder ons en, als ;t|olk van al mijne lajndge- nooten, druk ik de warme wenschen uit voor het geluk van Uwe Majesteit, voor de grootheid van Uw volk, en zij ver- guune mij in deze wenschen mede te gedenken de Koningin-Moeder, den Prins der Nederlanden en Prinses Juliana, op wie zoovele dierbare verwachtingen zijn gebouwd. Ik hef mijn glas ter; eere van de Koningin der Nederlanden, Hare hooge familie en de welvaart van «Holland D© Koningin antwoordde: IF*ben zeer gevoelig voor de beminnelijke woorden die Lwe Majesteit zoo juist tot AJij heeft gericht en zeer dankbaar voor de ont vangst, die ons werd bereid door Uwe Majesteiten en het Belgische volk. Ik ge voel mij in het bijzonder gelukkig, dat de gezondheidstoestand van de Koningin Uwe Majesteiten heeft in staat gesteld ons te ontvangen en, Mij en den Prins mogelijk maakte hen ite bezoeken in ant- woowl op het bezoek, dat zij! ons on langs wel hebben willen brengen en waar van wij de kostbare herinnering bewa- ren. De uitnemende betrekkingen, die zoo gelukkig tusschen onze heide landen be staan de gevoelens van wederkeerigo vriendschap en vertrouwen, gaan Mij' te zeer ter harte, dan dat niet alle mid- cleien, die strekken om ze te versterken Mijn warme instemming hebben. De schoone eigenschappen van het Belgi sche volk, zijn ijver in den arbeid, zijn vernuft en beschaving, wekken bij Mij en Mijn landgenoolen de levendige W .wondermg en wij staan er op, onze zui- dehjke buren als goede vrienden te groeten De Koningin drukte Hare levendige voldoe ning er over uit zich te bevinden in de schoone en bloeiende sfad Brussel, en vol dankbaarheid voor de zoo aangena me ontvangst, kan Ik Uwe Majesteiten de verzekering geven, dat de Prins en de gepensioneerde ontvanger Vleugels da delijk naar heneden. Z'n kort dik lijfje wiebelde op twee beweeglijke beentjes of- ie er de koorts in had, toen-ie vertelde hoe zijn vrouw, d:e momenteel naar haar zuster was, aan een vroegere meid van haar gevraagd had of ze ook een werkster voor r wist en toen had ze dat potstuk hun op t dak gestuurd. Hij had dadelijk al wel gedacht dat er iets met die ma dame met in den haak was, 'n neus als n champagnekurk, 'n vies-vettig© mond net een hplap, en dan kon ze niet zien' ook, ze had bijna z'n tabakspot, waarde, -oo enorm aan hechtte, van een, tafeltje gestooten, en nou hadden ze ze pas twee keer te werken gehad - nou schrobt dee ze goed den zolder had ze in 'n wip gedweild en hun meid was te zwak om het zonder werkster 'te doen maar toch zou ze bij hen geen zak zout ge geten hebben; hij was er half bang vin en vies, bah en had ze van hier dat geM gegapt? gut gut da.t had ze bij hem eens motten lappen dan was ik geruïneerd, meneer de inspecteur Dus u hebt ze maar twee keer te werken gehad te Ja, meneer, iedere weak een dag.

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1911 | | pagina 5