De Saksische Koningsdochter.
No. 79.
Donderdag 6 Juli 1911.
Zevende Jaargang.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
V
re Verkoopingen.
nbestedingen.
Ilissementen.
Varschijnl eiken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIIDAGAÏOND.
BINNENLAND.
wel een, die niet voor
latbaar is.
ons toegeven, die den
1 i n g kent.
de Vereeniging gevoeld
afleid uit haai' uiterst
fileerd antwoord aan den
Ij n g e n e g e n i 11 d i e
Tkzaam ite zijn".
I regeling, eigenlijk is
ran, aan de „De Ruytcrt-
lokalen toe ite voegen eln
len een specialen Belgeln|-
|iciale leeraren en op-lei-
Belgische stuurman st-
Jaiine aannemen, dat dit
lid en ernstig opgevat is.
10 vi'jj het volstrekt on,-
thten.
de duizenden vandaan,
lelie voor zoo'n plan jaaf-
lië, want dat Rijk subst-
liitenlandsche vakscholen.
TtLoodsencorps, dat jaar-
puw-e schatting1, een to|n
In de drie openbarje kasl-
I Zeevaartschool wordt ge*
[weer aangeklopt moeten
Provincie en Gemeente.
I ©enige grond om te v©r-
1 een dier drie inrichtingen
|iten is voor een Belgisohje
-xnet daaraan vehbonden
|n?
meening, dat juist dat
JA 9 jaai' lang de vefwezen-
j gestaan heeft van onzen
Isch: Behandeling op
lelijkheid van alle
e ingezetenen,
leidt toelating tot
"terschool", die, tic
ket oogpunt van geldelijk
niet verschilt van eene
r wasinrichting,
rijven er toe hebben hijge-
k'oorkomen, dat die utopie
Jjve werken op onze pogin-
fiet ook bewerken, dat de
kleeding van t besproken
Js niet verder onder ver
deuren te willen foroee!-
I'tpunt staan geopend te
Ijnheer de Redacteur, met
verzekering onzer hoog-
^sie uit het Belgisch Lood-
voor zaken betreffende
|iluitingskwestic",
SMAGGHE, Voorzitter.
Ih. LENAERS, Secretaris.
Juli 1911.
bhuis en erf en pakhuis en
[perc. veldvruchten. Pilaar,
bgge en gerst, Hendrikse.
kerke, 0.77.80 H.A. bouwland,
netten inboedel woonhuis
Eimoleijn.
perc. bouwl., vruchten te
paarden, 11 st. hoornvee,
pr. enz.. Schram.
heerenli, met tuin, Hosang.
jcruchten te velde, Dumolepn.
I, vruchten te velde, Pilaar.
J gerst en erwten, Hendrikse.
Ie, woonhuis en erf, van Dissel.
1 paarden, 50 st. hoornvee,
fereedscb. enz., Pilaar.
I rogge en gerst, Hendrikse.
p, 12 H A. weigras,Dumoleijn.
woonb. met erf en inb.edel,
1 gem gerst, Zijlstra.
irendskerke, 23 perc. veld-
Hollm. Verh.
H.A. tarwe, 17 H.A. gerst
te velde, Pilaar,
jke, 372 H.A. tarwe, Pilaar,
appelen en rogge, Hendrikse.
vland, Roersch.
b. goederen, v. Dissel,
r, woonhuis seisstr. Q 2 en 3,
paarden, wagens, landb. for.
Verh.
6.85 20 H.A. bouw- eu wei-
issel.
older, vruchten te velde, Neer-
>on- en winkelhuis, waarin
Dalsum.
and, 3 paarden, wagons enz.,
chten te velde, Neervoort,
rachtrjjdersinspan, Hollm.
oefje, veldvruchten en inspan,
steenbestorting calam. Tho-
Best. waterk. Calam. Hoofdpl-
hespldrs.
ken:
t-Verbrugge, manufacturer, te
aradfjs). Rechter-commissaris
W. Zjjlstra; curator: ar. J<
- „a
Abonnementsprijs p. 3 maanden voor Goes 0.75, daarbuiten f 0.95.
Afzonderlijke nummers 5 cent, dubbele bladen 10 cent.
Advertentiën worden ingewacht op Maandag en Woensdag vóór
half drie en Vrijdag vóór een uur 's namiddags.
Kantoor v. d. Administratie: Gangepoortstraat C 209, GOES.
Reclameberichten 25 Ct. p. r. Bij abonnement speciale prija.
Advertentiën van 1—5 regels f 0.50; iedere regel meer 10 Ct.
Eenzelfde advertentie 3 X geplaatst,; wolrdt 2 X herdoend.
Dienstaanbiedingen 5 regels voor 25 Gt. contant.
SPANJE.
De rede van den Koning. De
„Groix" geeft een vertaling van de rede,
door den koning van Spanje gehouden
bij1 de sluiting van het Eucharistisch con
gres, die gelijk men weet zooveel indruk
gemaakt heeft. Ze luidt aldus:
Hoogeerwaarde heeren,
Bij den aanvang van dit congres, heb ik'
den infant, Don Carlos, opgedragen mij
te vertegenwoordigen en ik heb hem last
gegeven om yoor u de tolk te zljh van de
gevoelens, die mij en de koningin bezielden,
bij deze plechtige gebeurtenis.
Heden, op het oogenblik, dat dit congres
een* einde gaat nemien, komen wij per
soonlijk uiting geven aan de groote vreug
de, waarmee wij uwen arbeid, hebben ge
volgd, en u zeggen, hoe onze harten van
geloovige Katholieken zich hebben Ver
heugd, toen wij hier de vertegenwoordi
gers zagen van al die volkeren, die on
derling verschillen in hun geschiedenis,
in hun taal, in hun gewoonten, maar
die waren vereenigd tot één enkele massa
door hun vurige liefde voor het Aller
heiligst Sacrament des Altaars, het ver
heven voedsel voor het geloof en |de
liefde.
Wijl komen u, mijne heeren, die uit uw
vaderland hierheen zijt getogen, .zeggen,
dat wij u, na u bij uwe komst welkom te
hebben geheeten, na toen den wensch te
hebben uitgesproken, dat uw verblijf onder
ons u aangenaam zou zijn, thans,,
nu wij een woord van afscheid tot u
richten, vragen, dat gij, in uw vaderland
teruggekeerd ons dierbaar Spanje niet zult
vergeten, dat gij er met uw landgenoo-
ten over zult spreken, het hun zult af
schilderen, zooals gij' het hebt. gezien
geloovig, goedgezind, gastvrij en niet als
hel onbeschaafde en donkere Spanje, zoo
als onze vijanden het noemen.
Ten slotte, mijhe heeren, moet er een
laatste woord van afscheid van mijn lip
pen voor den vertegenwoordiger van den
Boomschen Opperpriester, den Operherder
der geheele Katholieke wereld. Zeg hem,
dat de koningin en ik hem nog1 tal van
jaren toewenschen, opdat hij nog lang
voor ons blijve de onvermoeide apostel
van Christus 'liefde in het H. Sacrament.
Zeg hem, dat wij hem onder de betuiging
van onze kinderlijke en eerbiedige aan
hankelijkheid, zijn apostolischen zegen ai-
smeeben voor ons zelf, voor onze fami
lie, voor Spanje en voor al de volke
ren, die hier zijn vertegenwoordigd.
Na deze treffende rede gaf de kardi
naal-legaat, aartsbisschop van Toledo, den
apostolischen zegen.
ERA N K IA IJ It.
Omtrent het geval van sabotage op den
sneltrein van Havre naar Parijs gepleegd,
wordt nader gemeld:
De sneltrein 102 van Havre is Donder
dagavond bij' Port de l'Arche onmiddellijk
voor de brug van de Maneir ontspoord.
Door een gelukkig1 toeval .bleven de wa-
12)
Zoo ver zij kon, volgde' zij den vogel
met ha,re blikken. „Ja,, opwaarts, op
waarts, naar vrijiheid, naar licht 1 Hoe.
echter kom ik vrij?" klonk het harts
tochtelijk van hare lippen.
Een vroolijk geblaf klonk plotseling
naast haar op eu Drago sprong met zijn
voorpooten op haren schouder. Achter
den Mond .kwam Wolfbrand met .groote
schreden aangestapt.
„He, wat doet Drago' raar, dat hijl u
weer eens ziet!" riep de oude, bij wieu
zelf de vreugde over die onverwachte
ontmoeting op het gelaat stond. „Wijl
tweeën zijn ithdns voortdurend in het
woud. t Is nu de tijd om jonge wolven
op ta sporen".
„O kon ik ook met u gaan, naar bui
ten de groene heerlijkheid inIk moet
nu den ganschen, dag: onder, die Frankische
vrouwen Verwijlen.
„Bij Donnar, gij kent toch de toover-
spreuk tegen giftig gewurmt! Runt gij'
tusschen welke de verbindingen door
den schok werden verbroken, op den dam
•staan.
Op hetzelfde oogenblik kwam langs het
tweede spoor de trein Van 3 uur. Het was
een gelukkig; toeval dat er daarbij geen
ongeluk voorviel. De afstand tusschen
dezen trein en de ontspoorde wagens was
op sommige plaatsen niet meer dan enkele
centimeters.
Die reizigers in den sneltrein, van wie
er eenigen bij den schok lichte kwetsuren
.hadden opgeloopen, werden door een
extra-trein naar Parijs gebracht.
Het is duidelijk, dat het ongeval aan
misdaad moet worden toegeschreven. De
rails waren losgeschroefd, en het daartoe
gebruikt gereedschap werd op den weg
gevonden.
De dienst langs den spoorweg moest
over eene lijn worden voortgezet, zoo
lang de hersteRingsarheid duurde, waar
mede 2 dagen gemoeid waren.
BEL9IE.
Anti-katholieke betoogingen.
In de „Vingtième Siècle" vinden we eeïi
verhaal van schandelijke anti-katholieke
betoogingen, die te La Louvière hebben
plaats gehad ter gelegenheid der inzege
ning van het vaandel der jonge katholieke
garde. Verschillende personen werden ge
wond, on<ler wie eenige priesters. De gen
darmerie moest charges maken. De fluiters
en schreeuwers en bedreigers waren anti-
clericalen.
A MERIKA.
Verschrikkelijke warmt©. Als
een variant op de vele berichten over
slecht weer, komt nu uit New-York de
tijding, dat 'tdaar en in 't grootste deel
der Ver. Staten verschrikkelijk, ja zelfs
ondragelijk warm is. Er moeten te New-
York 10 en te Chicago 5 personen tenge
volge van de hitte gestorven zijn, terwijl
honderdtallen bedwelmd worden. Ook zijln
er verscheidene personen, die hun heil
in het water zochten, hij het baden of
zwemmen verdronken.
Do meeste menschen brengen den nacht
onder den blooten hemel door.
President Fallières in ons land.
De bladen leiden hunne berichten over
het bezoek va.n den heer Fallières in met
een woord van welkom. „Het Centrum"
o. a. zegt:
„De verandering van den rageerings;-
vorm heeft geen wijziging gebracht in onze
betrekking tot de Fransche natie en van
internationaal standpunt hebben wij ook
geen oordeel uit te spreken over haar bin-
nenlandsche aangelegenheden. Natuurlijk
beteekent dit niet, dat wij ons leedwezen
zouden moeten-verhelen over den triomf,
welke bet a.nti-ciericaiisme in Frankrijk
sinds jaren vierde en de rampzalige ge
volgen, welke daaruit voor het volk
daarmee dat volk niet veirdrijlven 1
Zelfs in het bosch is men niet meer
zeker", ging hij spijtig voort; „de ko
ning van Aquitanië, die alitij'd een kruis
op zijne borst draagt, speurt onoph|ote
delijik naai- edel wild. Als 'tzoo nog lang;
voortgaat, zullen zelfs de hjooge Asen
in het nevelland trekken".
„Wolf, ie hemelbewoners beminnen
deze streek 1" sprak Hadu,mut verschrok)
ken.
„Ja, ja, lieveling", gaf de oude goed
moedig toe, „ik geloof ook dat zij blij1-
ven. Hier toc.h! heeft voor langen, lanl
gen tijd een geweldige strijd gewoed, en,
do overwinnaars hebben vele duizendenj
mannen en paarden den Goden geofferd.
Zij moesten wel een korte memorie hebf-
hen, indien zij vergeten waren, dat hu|n|
hier zooveel bloed geofferd is".
Hadumut staarde nadenkend voor zich,
uit. „De monnik echter zegt, dat gulk
bloed waardeloos is; de God (der christe
nen heeft zijn eigejn bloed voor de meb-
schen vergoten"; sprak zij) halfluid.
„Bedoelt gij dien man, die- toen in,
dien nacht1 Wonderlijk, dat [hïj
nu hier in zijn lange kleeren rondloopt!"
„Erkendet gij hem, Wiolfbrand?" vroeg
zij levendig.
voortvloeien. Het is juist door onze sym
pathie voor het land, eenmaal de „oudste
dochter der Kerk" geheeten, dat wij! die
toestanden betreuren.
Wij wenschen een krachtig en eens
gezind Frankrijk, ontworsteld aan het juk
van godsdiensthaters en demagogen en
zich ben volle bewust van de groote taak,
welko het in de wereld heeft te vervullen.
Vioor het Europeesch evenwicht, voor den
ondernemingsgeest op zoo menig gebied,
voor de beschaving en ontwikkeling, de
verspreiding van wetenschap en kunst,
is Frankrijlks bestaan en Frankrijks genie
onmisbaar. En wij kunnen daarom slechts
hopen, dat het bloeien moge onder elk
opzicht en zijne roemrijke tradities in eere
houden, of weder in eere brengen voor
zoover daarvan in dien loop- der jaren is
afgeweken.
Staande hls land tegenover land, als
volk tegenover volk, kunnen wij slechts
sympathie gevoelen voor de groote Fran
sche Natie, die alle eeuwen door van
zoo vele en schitterende hoedanigheden
heeft blijk gegeven en waarmede wij thans
sinds een lange reeks van jaren door den
band der vriendschap zijn vereenigd. Aan
't hoofd dier Natie, aan president Fallières
roept gansch Nederland van heeler harte
het welkom toe bij zijn komst op Neer
land'» grondgebied, die komst beschou
wende als hel onderpand en de bevesti
ging der cordiale verhoudingen, welke
tusschen beide landen bestaan".
President Fallières is Dinsdagmorgen
aan boord van het oorlogschip „Edgar
Quinet", vergezeld van eenige andere
vaartuigen te IJmuiden aangekomen en
vandaar, begeleid door de Nederlamdsche
flotilj© opgestoomd naar Amsterdam, waar
Prins Hendrik hem per sloep van boord
afhaalde.
Aan den Dokkumersteiger, waar een
fraai paviljoen was aangebracht, wachtte
Hare Majesteit de Koningin met groot
gevolg het Fransche Staatshoofd af. De
begroeting was zeer hartelijk. De heer
Fallières ziet er, n,aa,r men verzekert, on
danks zijn 70 jaren, nog krachtig en wel
varend uit. Daarna reed men naar het
koninklijk 'paleis op den Dam. De stoet
werd overal luide toegejuicht. Het» fraaie
weder gaf aan de slraatversieringen een
levendigen tint en aan geheel de plech
tigheid een echt zomerscfa cachet.
Te 5 urn- bracht de president ©en be
zoek aan de Amstordamsche vroedschap
in het raadhuis en beantwoordde met
eenige minzame woorden den welkomst
groet van den burgemeester. Wel aardig,
dat de heer Fallières op dezelfde plaats
zat waar honderd jaar geleden bij zijn
bezoek aan Amsterdam keizer Napoleon
plaats nam.
Om half acht in den avond had in
de groote burgerzaal van het paleis het
gala-maal plaats waar een luisterrijk ge
zelschap do Nederiandsche souvereinen en
het Fransche staatshoofd omringde. De
tafel droeg een schat van goud en zilver
eetgerei, waartusschen witte rozen, thee
rozen en witte en gele Aaronskelkein wa
ren gelegd. D© president zat tusschen de
Koningin en den Prins.
„Zeker erkende ik hemt En ook hij
ziet mij zoo vreemd aan; maar den kei
zer heeft hij er niets van gezegd?"
„Neen, Wolf, hij is geen verrader, anj-
ders had hij1 ons den dood kunnen over
leverenzeide |zij met warlmte.
„En ook geen lafaard! Ik heb hem bei-
spled als een vos", viel de woud-menschi
bij en zijn grijze oog'en fonkelden. „On
beschermd loopt hij1 r,ond en toeih geen
enkele raakt hem aan. En waar hij een
zieke weet, daar gaat hij heen, al is
het nog zoo ver, en ai loopt de weg
over rotsen en doo.r het water. Hij rei
nigt en verbindt de wonden en zoekt
kruiden, waarvan hij geneesmiddelen bet
reidt. En bijl voorkeur zoekt hij de. ohzen
op. Allen houden hem dan ook voor teen
wonderdoener, wiens zegen krachtiger is,
dan de oude zegenspreuken".
„En Wolf, niet waar, dan spreekt hïj
hun van den Gekruisigde, gelijk in den
nacht, toen hij ons verraste?" vroeg zij
verbleekend. „Wee, hoe zal hij met zijn
zachte en toch zoo machtige stem allen
'treffen".
„Ik geloof ook, lieveling', dat weldra
allen tot Christus zullen bekeerd zijn.
Zaagt gij niet, |ho© zij dezen mopgen bij
hun godsdienstoefeningen tezamen
Hare Majesteit spirak den president al
dus toe;
Mijnheer de President,
Ik ben zeer gelukkig' U in mijn
hoofdstad welkom te heeten en ik
dank U hartelijk, dat Gij de reis
naar Nederland hebt gemaakt.
Ik en mijn landgenooten stellen
Uw vriendelijk bezoek zeer op prijs.
Ik zie daarin een onderpand, voor
de goede betrekkingen, die er zoo
gelukkig tusschen onze beide landen
bestaan, en die, daarvan ben ik
overtuigd, nog hechter .zullen wor
den door Uw verblijf in Mijn Vader
land. Er gaat van het schoon©
Frankrijk een onzegbare bekoring
uit .Het Fransche genie heeft ge
straald en straalt nog over heel
de wereld eu zijn kunst en littera
tuur vinden overal een rechtvaar
dige waard-eering van hun hooge
waarde.
Ik herinner mijl nog met levendig
genoegen mijjn verblijf van vroeger
te Parijs, die bron van licht, alles
wat ik er bewonderd heb en de
vriendelijke ontvangst die men mij1
er bereid heeft.
Mijnheer ,de President, ik drink
op- Uw gezondheid en op- de glorie
van Frankrijk.
President Fallières antwoordde hierop
met de volgende woorden:
Mevrouw,
Ik hen diep1 getroffen, door de
gratie, waarmede Uw Majesteit mij
in haar' hoofdstad en haar konink
rijk heeft ontvangen.
Vergun mijl daarin een nieuw on
derpand te zien voor de uitstekende
betrekkingen, die er gelukkig be
staan tusschen Frankrijk en Neder
land, dat terecht trotsch is op zijn
onafhankelijkheid en waarvan met
zijn moreelen invloed bat gewicht in
Europa steeds grooter wordt.
Het heeft Uwe Majesteit behaagd
met groote hoffelijkheid, die ik 'ten
volle op prijs stel, ©en fijngevoelige'
hulde te brengen aan den roem en
den glans r;an de Fransche' letteren
en d© voortbrengselen- van onze
kunst. Heeft Uw schoone land van
zijn kant niet groote wijsgeeren en
kunstenaars voortgebracht, die over
heel de wereld het heldere schijnsel
van hun genie hebben doen stralen?
Frankrijk, dat zich geluk wenschte
de toekomst van Uw geslacht verze
kerd te zien door de geboorte ©ener
jonge Prinses, op wier hoofd zooveel
verwachtingen rusten, zal niet on
gevoelig zijln voor de goede herinne
ring, .die Gij hebt behouden van
Uw verblijf te Parijs. Het is gelukkig,
dat het mij gegeven is U hier zijn
hulde en zijn beste wensc-hen te
komen aanbieden, fk 'drink .op de
'bezondheid van Uwe Majesteit, van
H. M. d-e Koningin-Moeder, van Z.
K. H. den Prins der, Nederlanden en
van H. K. H. Prinses Juliana,. Ik
stroomden?"
Hadumut bedekte haar aangezicht met
beide handen. „Ja, hij verstaat het te
lokken, zij zullen de oude goden onl-
trouw worden", zuchtte zij1 in de diepste
smart.
Ook het gelaat van den oude toekende
bezorgdheid, maar het was meer een
warm medelijden met zijn bescherme!-
linge.
Na eenige pauze nkm Wiolfbrand hare
handen op en trok ze zacht voor haar
gelaat weg. „Hoofd omhoog, kind! Laat
do „raaf" krassen! troostte hij. Wij blij
ven samen de oude goden (rouw. Voor
zeker wilt gij de lieve llulda den dienst
niet opzeggen?"
Haar kleurloos aangezicht werd op eens
vuurrood. „Wolfbrand, zoo vast en on
bewogen onze heilige berg daar. staat,
wil ik al mijn levensdagen de koningin,
aller vrouwen getrouw blijven 1".
Begeesterd klonk ,de belofte en dej
blauwe oogen zagen lichtend naar den
berg, die zich in ernstige majesteit ten
hemel hief.
Ook Wolfbrand keek ei" heen met zijn
valkenoogen.
„Nog altijd staat het gehate kruis op
de woonplaats der godin", begon hij na
Welk weder zullen wij hebben
Verwachting tot aan den avond van 6 Juli:
Zwakke meest westelijke wind. Lichtbe-
wolkte lucht. Waarschijnlijk droog weer.
Warmer.
drink op tl© roem en den voorspoed
van Nederland.
Beide tafelreden werden gesproken in
de Fransche taal.
Dies avonds nam (le president de schit
terende illuminatie d,e.r oorlogschepen in
het IJ in oogenschouw.
Heden (Woensdag) morgen bezocht de
heer Fallières in gezelschap van den
Prins het Rijksmuseum, om in den mid
dag naar Den Haag te sporen, waar ver
schillende feestelijkheden bekroond met
een militaire taptoe hom tot hedenavond:
laat in beslag zullen nemen, waarna hij
met de koninklijke familie naar de hoofd
stad terugkeert.
Ook ontving de president te 5 u,ur om
ge veer de Fransche kolonie.
Morgen wordt het bezoek besloten met
een lunch aan boord van de „Edgar
Quinet", waaraan onze koningin met den
prins deelneemt, waarna het Franschp
staatshoofd op dezelfde manier als hij
is gekomen naar zijn vaderland terugkeert.
Onderscheidingen.
De president der Fransche republiek
heeft o. m, benoemd to-t grootkruis in het
Legioen van Eer Z. K. Hoogheid Prins
Hendrik en de ministers Th. Heemskerk
ten De Marees v,an Zwinderen; tot groot
officier in dezelfde orde de overige mi
nisters.
Naar wij1 vernemen wordt de Eerste
Kamer tegen Dinsdagavond 11 dezer bij
eengeroepen, teneinde op den daarop
volgenden dag de nog aanhangige wets
ontwerpen af te doen. Het plan is na
deze hijteenkonist het zomerreces te doen
aanvangen.
Ziekteverzekering.
Do vergadering der presidenten en vice-
presidenten van -de Sint Joseph's Gezel
len Vereeniging in Nederland, gehouden
19 Juni, heeft, naar de „Residentiebode"
mededeelt, besloten een adres te zenden
aan den minister van landbouw, handel
en nijverheid, waarbij1 wordt verzocht „het
daarheen te willen leiden, dat onder de
overigens met verhingen tegemoet geziene
ziekteverzekeringswetten het particuliere
initiatief in deze niet worde uitgeseha;-
keld, doch onder van regeeringswege te
stellen voorwaarden ook de ziekenfond
sen door requestranten opgericht, hun
bestaansreden zullen blijven behouden en
aan hen een plaats in de vanwege Uwe
Excellentie te verdedigen wetsontwerpen
moge worden ingeruimd.'
Standbeeld Willem III, t
Het fonijfi voor een standbeeld voor
den koning-stadhouder Willem III is thans
bijeen. De oprichting van het standbeeld
'te Breda is verzekerd.
eenigen tijd. „Nog kort geleden ben ik
naai' boven geklommen om het omver
to halen; maar de gieschorene was er-
weer. Met uitgestrekte armen knielde
hij el voor neer, zijn aangezicht blonk,
en boven hem zweefde een groote arend.
Ongemerkt sloop ikvweg en liet hem en
zijn teeken ongehinderd. Wodan's ko>-
ninklijke vogel had mij verkondigd, dat
do pij-drager tot groote dingen geroe
pen is".
„Hij is geleerd, Wolf; zoo veel wetend,
alsof hij dag voor dag uit Mimir's wijs
heidsbron drinkt.. Hem is 't verledene, wat
er op aarde geschiedde, zoowel .als do
toekomst bekend. Ik geloof, hij leert alles
uit do sterren".
„Ik weet het, want ik heb hem be
spied. In een heldoren sterrennacht zag
ik hem met den koning van Aquütanië
den wachttoren bestijgen en aan den he
mel zoeken".
„Geloof gij ook, Wolf, dat hij1 daaruit
zijne macht ,ove:r de menschen put?"
vroeg zij vol spanning.
(Wordt vervolgd.)