De Saksische Koningsdochter. No. 79. Donderdag 6 Juli 1911. Zevende Jaargang. BUITENLAND. FEUILLETON. V re Verkoopingen. nbestedingen. Ilissementen. Varschijnl eiken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIIDAGAÏOND. BINNENLAND. wel een, die niet voor latbaar is. ons toegeven, die den 1 i n g kent. de Vereeniging gevoeld afleid uit haai' uiterst fileerd antwoord aan den Ij n g e n e g e n i 11 d i e Tkzaam ite zijn". I regeling, eigenlijk is ran, aan de „De Ruytcrt- lokalen toe ite voegen eln len een specialen Belgeln|- |iciale leeraren en op-lei- Belgische stuurman st- Jaiine aannemen, dat dit lid en ernstig opgevat is. 10 vi'jj het volstrekt on,- thten. de duizenden vandaan, lelie voor zoo'n plan jaaf- lië, want dat Rijk subst- liitenlandsche vakscholen. TtLoodsencorps, dat jaar- puw-e schatting1, een to|n In de drie openbarje kasl- I Zeevaartschool wordt ge* [weer aangeklopt moeten Provincie en Gemeente. I ©enige grond om te v©r- 1 een dier drie inrichtingen |iten is voor een Belgisohje -xnet daaraan vehbonden |n? meening, dat juist dat JA 9 jaai' lang de vefwezen- j gestaan heeft van onzen Isch: Behandeling op lelijkheid van alle e ingezetenen, leidt toelating tot "terschool", die, tic ket oogpunt van geldelijk niet verschilt van eene r wasinrichting, rijven er toe hebben hijge- k'oorkomen, dat die utopie Jjve werken op onze pogin- fiet ook bewerken, dat de kleeding van t besproken Js niet verder onder ver deuren te willen foroee!- I'tpunt staan geopend te Ijnheer de Redacteur, met verzekering onzer hoog- ^sie uit het Belgisch Lood- voor zaken betreffende |iluitingskwestic", SMAGGHE, Voorzitter. Ih. LENAERS, Secretaris. Juli 1911. bhuis en erf en pakhuis en [perc. veldvruchten. Pilaar, bgge en gerst, Hendrikse. kerke, 0.77.80 H.A. bouwland, netten inboedel woonhuis Eimoleijn. perc. bouwl., vruchten te paarden, 11 st. hoornvee, pr. enz.. Schram. heerenli, met tuin, Hosang. jcruchten te velde, Dumolepn. I, vruchten te velde, Pilaar. J gerst en erwten, Hendrikse. Ie, woonhuis en erf, van Dissel. 1 paarden, 50 st. hoornvee, fereedscb. enz., Pilaar. I rogge en gerst, Hendrikse. p, 12 H A. weigras,Dumoleijn. woonb. met erf en inb.edel, 1 gem gerst, Zijlstra. irendskerke, 23 perc. veld- Hollm. Verh. H.A. tarwe, 17 H.A. gerst te velde, Pilaar, jke, 372 H.A. tarwe, Pilaar, appelen en rogge, Hendrikse. vland, Roersch. b. goederen, v. Dissel, r, woonhuis seisstr. Q 2 en 3, paarden, wagens, landb. for. Verh. 6.85 20 H.A. bouw- eu wei- issel. older, vruchten te velde, Neer- >on- en winkelhuis, waarin Dalsum. and, 3 paarden, wagons enz., chten te velde, Neervoort, rachtrjjdersinspan, Hollm. oefje, veldvruchten en inspan, steenbestorting calam. Tho- Best. waterk. Calam. Hoofdpl- hespldrs. ken: t-Verbrugge, manufacturer, te aradfjs). Rechter-commissaris W. Zjjlstra; curator: ar. J< - „a Abonnementsprijs p. 3 maanden voor Goes 0.75, daarbuiten f 0.95. Afzonderlijke nummers 5 cent, dubbele bladen 10 cent. Advertentiën worden ingewacht op Maandag en Woensdag vóór half drie en Vrijdag vóór een uur 's namiddags. Kantoor v. d. Administratie: Gangepoortstraat C 209, GOES. Reclameberichten 25 Ct. p. r. Bij abonnement speciale prija. Advertentiën van 1—5 regels f 0.50; iedere regel meer 10 Ct. Eenzelfde advertentie 3 X geplaatst,; wolrdt 2 X herdoend. Dienstaanbiedingen 5 regels voor 25 Gt. contant. SPANJE. De rede van den Koning. De „Groix" geeft een vertaling van de rede, door den koning van Spanje gehouden bij1 de sluiting van het Eucharistisch con gres, die gelijk men weet zooveel indruk gemaakt heeft. Ze luidt aldus: Hoogeerwaarde heeren, Bij den aanvang van dit congres, heb ik' den infant, Don Carlos, opgedragen mij te vertegenwoordigen en ik heb hem last gegeven om yoor u de tolk te zljh van de gevoelens, die mij en de koningin bezielden, bij deze plechtige gebeurtenis. Heden, op het oogenblik, dat dit congres een* einde gaat nemien, komen wij per soonlijk uiting geven aan de groote vreug de, waarmee wij uwen arbeid, hebben ge volgd, en u zeggen, hoe onze harten van geloovige Katholieken zich hebben Ver heugd, toen wij hier de vertegenwoordi gers zagen van al die volkeren, die on derling verschillen in hun geschiedenis, in hun taal, in hun gewoonten, maar die waren vereenigd tot één enkele massa door hun vurige liefde voor het Aller heiligst Sacrament des Altaars, het ver heven voedsel voor het geloof en |de liefde. Wijl komen u, mijne heeren, die uit uw vaderland hierheen zijt getogen, .zeggen, dat wij u, na u bij uwe komst welkom te hebben geheeten, na toen den wensch te hebben uitgesproken, dat uw verblijf onder ons u aangenaam zou zijn, thans,, nu wij een woord van afscheid tot u richten, vragen, dat gij, in uw vaderland teruggekeerd ons dierbaar Spanje niet zult vergeten, dat gij er met uw landgenoo- ten over zult spreken, het hun zult af schilderen, zooals gij' het hebt. gezien geloovig, goedgezind, gastvrij en niet als hel onbeschaafde en donkere Spanje, zoo als onze vijanden het noemen. Ten slotte, mijhe heeren, moet er een laatste woord van afscheid van mijn lip pen voor den vertegenwoordiger van den Boomschen Opperpriester, den Operherder der geheele Katholieke wereld. Zeg hem, dat de koningin en ik hem nog1 tal van jaren toewenschen, opdat hij nog lang voor ons blijve de onvermoeide apostel van Christus 'liefde in het H. Sacrament. Zeg hem, dat wij hem onder de betuiging van onze kinderlijke en eerbiedige aan hankelijkheid, zijn apostolischen zegen ai- smeeben voor ons zelf, voor onze fami lie, voor Spanje en voor al de volke ren, die hier zijn vertegenwoordigd. Na deze treffende rede gaf de kardi naal-legaat, aartsbisschop van Toledo, den apostolischen zegen. ERA N K IA IJ It. Omtrent het geval van sabotage op den sneltrein van Havre naar Parijs gepleegd, wordt nader gemeld: De sneltrein 102 van Havre is Donder dagavond bij' Port de l'Arche onmiddellijk voor de brug van de Maneir ontspoord. Door een gelukkig1 toeval .bleven de wa- 12) Zoo ver zij kon, volgde' zij den vogel met ha,re blikken. „Ja,, opwaarts, op waarts, naar vrijiheid, naar licht 1 Hoe. echter kom ik vrij?" klonk het harts tochtelijk van hare lippen. Een vroolijk geblaf klonk plotseling naast haar op eu Drago sprong met zijn voorpooten op haren schouder. Achter den Mond .kwam Wolfbrand met .groote schreden aangestapt. „He, wat doet Drago' raar, dat hijl u weer eens ziet!" riep de oude, bij wieu zelf de vreugde over die onverwachte ontmoeting op het gelaat stond. „Wijl tweeën zijn ithdns voortdurend in het woud. t Is nu de tijd om jonge wolven op ta sporen". „O kon ik ook met u gaan, naar bui ten de groene heerlijkheid inIk moet nu den ganschen, dag: onder, die Frankische vrouwen Verwijlen. „Bij Donnar, gij kent toch de toover- spreuk tegen giftig gewurmt! Runt gij' tusschen welke de verbindingen door den schok werden verbroken, op den dam •staan. Op hetzelfde oogenblik kwam langs het tweede spoor de trein Van 3 uur. Het was een gelukkig; toeval dat er daarbij geen ongeluk voorviel. De afstand tusschen dezen trein en de ontspoorde wagens was op sommige plaatsen niet meer dan enkele centimeters. Die reizigers in den sneltrein, van wie er eenigen bij den schok lichte kwetsuren .hadden opgeloopen, werden door een extra-trein naar Parijs gebracht. Het is duidelijk, dat het ongeval aan misdaad moet worden toegeschreven. De rails waren losgeschroefd, en het daartoe gebruikt gereedschap werd op den weg gevonden. De dienst langs den spoorweg moest over eene lijn worden voortgezet, zoo lang de hersteRingsarheid duurde, waar mede 2 dagen gemoeid waren. BEL9IE. Anti-katholieke betoogingen. In de „Vingtième Siècle" vinden we eeïi verhaal van schandelijke anti-katholieke betoogingen, die te La Louvière hebben plaats gehad ter gelegenheid der inzege ning van het vaandel der jonge katholieke garde. Verschillende personen werden ge wond, on<ler wie eenige priesters. De gen darmerie moest charges maken. De fluiters en schreeuwers en bedreigers waren anti- clericalen. A MERIKA. Verschrikkelijke warmt©. Als een variant op de vele berichten over slecht weer, komt nu uit New-York de tijding, dat 'tdaar en in 't grootste deel der Ver. Staten verschrikkelijk, ja zelfs ondragelijk warm is. Er moeten te New- York 10 en te Chicago 5 personen tenge volge van de hitte gestorven zijn, terwijl honderdtallen bedwelmd worden. Ook zijln er verscheidene personen, die hun heil in het water zochten, hij het baden of zwemmen verdronken. Do meeste menschen brengen den nacht onder den blooten hemel door. President Fallières in ons land. De bladen leiden hunne berichten over het bezoek va.n den heer Fallières in met een woord van welkom. „Het Centrum" o. a. zegt: „De verandering van den rageerings;- vorm heeft geen wijziging gebracht in onze betrekking tot de Fransche natie en van internationaal standpunt hebben wij ook geen oordeel uit te spreken over haar bin- nenlandsche aangelegenheden. Natuurlijk beteekent dit niet, dat wij ons leedwezen zouden moeten-verhelen over den triomf, welke bet a.nti-ciericaiisme in Frankrijk sinds jaren vierde en de rampzalige ge volgen, welke daaruit voor het volk daarmee dat volk niet veirdrijlven 1 Zelfs in het bosch is men niet meer zeker", ging hij spijtig voort; „de ko ning van Aquitanië, die alitij'd een kruis op zijne borst draagt, speurt onoph|ote delijik naai- edel wild. Als 'tzoo nog lang; voortgaat, zullen zelfs de hjooge Asen in het nevelland trekken". „Wolf, ie hemelbewoners beminnen deze streek 1" sprak Hadu,mut verschrok) ken. „Ja, ja, lieveling", gaf de oude goed moedig toe, „ik geloof ook dat zij blij1- ven. Hier toc.h! heeft voor langen, lanl gen tijd een geweldige strijd gewoed, en, do overwinnaars hebben vele duizendenj mannen en paarden den Goden geofferd. Zij moesten wel een korte memorie hebf- hen, indien zij vergeten waren, dat hu|n| hier zooveel bloed geofferd is". Hadumut staarde nadenkend voor zich, uit. „De monnik echter zegt, dat gulk bloed waardeloos is; de God (der christe nen heeft zijn eigejn bloed voor de meb- schen vergoten"; sprak zij) halfluid. „Bedoelt gij dien man, die- toen in, dien nacht1 Wonderlijk, dat [hïj nu hier in zijn lange kleeren rondloopt!" „Erkendet gij hem, Wiolfbrand?" vroeg zij levendig. voortvloeien. Het is juist door onze sym pathie voor het land, eenmaal de „oudste dochter der Kerk" geheeten, dat wij! die toestanden betreuren. Wij wenschen een krachtig en eens gezind Frankrijk, ontworsteld aan het juk van godsdiensthaters en demagogen en zich ben volle bewust van de groote taak, welko het in de wereld heeft te vervullen. Vioor het Europeesch evenwicht, voor den ondernemingsgeest op zoo menig gebied, voor de beschaving en ontwikkeling, de verspreiding van wetenschap en kunst, is Frankrijlks bestaan en Frankrijks genie onmisbaar. En wij kunnen daarom slechts hopen, dat het bloeien moge onder elk opzicht en zijne roemrijke tradities in eere houden, of weder in eere brengen voor zoover daarvan in dien loop- der jaren is afgeweken. Staande hls land tegenover land, als volk tegenover volk, kunnen wij slechts sympathie gevoelen voor de groote Fran sche Natie, die alle eeuwen door van zoo vele en schitterende hoedanigheden heeft blijk gegeven en waarmede wij thans sinds een lange reeks van jaren door den band der vriendschap zijn vereenigd. Aan 't hoofd dier Natie, aan president Fallières roept gansch Nederland van heeler harte het welkom toe bij zijn komst op Neer land'» grondgebied, die komst beschou wende als hel onderpand en de bevesti ging der cordiale verhoudingen, welke tusschen beide landen bestaan". President Fallières is Dinsdagmorgen aan boord van het oorlogschip „Edgar Quinet", vergezeld van eenige andere vaartuigen te IJmuiden aangekomen en vandaar, begeleid door de Nederlamdsche flotilj© opgestoomd naar Amsterdam, waar Prins Hendrik hem per sloep van boord afhaalde. Aan den Dokkumersteiger, waar een fraai paviljoen was aangebracht, wachtte Hare Majesteit de Koningin met groot gevolg het Fransche Staatshoofd af. De begroeting was zeer hartelijk. De heer Fallières ziet er, n,aa,r men verzekert, on danks zijn 70 jaren, nog krachtig en wel varend uit. Daarna reed men naar het koninklijk 'paleis op den Dam. De stoet werd overal luide toegejuicht. Het» fraaie weder gaf aan de slraatversieringen een levendigen tint en aan geheel de plech tigheid een echt zomerscfa cachet. Te 5 urn- bracht de president ©en be zoek aan de Amstordamsche vroedschap in het raadhuis en beantwoordde met eenige minzame woorden den welkomst groet van den burgemeester. Wel aardig, dat de heer Fallières op dezelfde plaats zat waar honderd jaar geleden bij zijn bezoek aan Amsterdam keizer Napoleon plaats nam. Om half acht in den avond had in de groote burgerzaal van het paleis het gala-maal plaats waar een luisterrijk ge zelschap do Nederiandsche souvereinen en het Fransche staatshoofd omringde. De tafel droeg een schat van goud en zilver eetgerei, waartusschen witte rozen, thee rozen en witte en gele Aaronskelkein wa ren gelegd. D© president zat tusschen de Koningin en den Prins. „Zeker erkende ik hemt En ook hij ziet mij zoo vreemd aan; maar den kei zer heeft hij er niets van gezegd?" „Neen, Wolf, hij is geen verrader, anj- ders had hij1 ons den dood kunnen over leverenzeide |zij met warlmte. „En ook geen lafaard! Ik heb hem bei- spled als een vos", viel de woud-menschi bij en zijn grijze oog'en fonkelden. „On beschermd loopt hij1 r,ond en toeih geen enkele raakt hem aan. En waar hij een zieke weet, daar gaat hij heen, al is het nog zoo ver, en ai loopt de weg over rotsen en doo.r het water. Hij rei nigt en verbindt de wonden en zoekt kruiden, waarvan hij geneesmiddelen bet reidt. En bijl voorkeur zoekt hij de. ohzen op. Allen houden hem dan ook voor teen wonderdoener, wiens zegen krachtiger is, dan de oude zegenspreuken". „En Wolf, niet waar, dan spreekt hïj hun van den Gekruisigde, gelijk in den nacht, toen hij ons verraste?" vroeg zij verbleekend. „Wee, hoe zal hij met zijn zachte en toch zoo machtige stem allen 'treffen". „Ik geloof ook, lieveling', dat weldra allen tot Christus zullen bekeerd zijn. Zaagt gij niet, |ho© zij dezen mopgen bij hun godsdienstoefeningen tezamen Hare Majesteit spirak den president al dus toe; Mijnheer de President, Ik ben zeer gelukkig' U in mijn hoofdstad welkom te heeten en ik dank U hartelijk, dat Gij de reis naar Nederland hebt gemaakt. Ik en mijn landgenooten stellen Uw vriendelijk bezoek zeer op prijs. Ik zie daarin een onderpand, voor de goede betrekkingen, die er zoo gelukkig tusschen onze beide landen bestaan, en die, daarvan ben ik overtuigd, nog hechter .zullen wor den door Uw verblijf in Mijn Vader land. Er gaat van het schoon© Frankrijk een onzegbare bekoring uit .Het Fransche genie heeft ge straald en straalt nog over heel de wereld eu zijn kunst en littera tuur vinden overal een rechtvaar dige waard-eering van hun hooge waarde. Ik herinner mijl nog met levendig genoegen mijjn verblijf van vroeger te Parijs, die bron van licht, alles wat ik er bewonderd heb en de vriendelijke ontvangst die men mij1 er bereid heeft. Mijnheer ,de President, ik drink op- Uw gezondheid en op- de glorie van Frankrijk. President Fallières antwoordde hierop met de volgende woorden: Mevrouw, Ik hen diep1 getroffen, door de gratie, waarmede Uw Majesteit mij in haar' hoofdstad en haar konink rijk heeft ontvangen. Vergun mijl daarin een nieuw on derpand te zien voor de uitstekende betrekkingen, die er gelukkig be staan tusschen Frankrijk en Neder land, dat terecht trotsch is op zijn onafhankelijkheid en waarvan met zijn moreelen invloed bat gewicht in Europa steeds grooter wordt. Het heeft Uwe Majesteit behaagd met groote hoffelijkheid, die ik 'ten volle op prijs stel, ©en fijngevoelige' hulde te brengen aan den roem en den glans r;an de Fransche' letteren en d© voortbrengselen- van onze kunst. Heeft Uw schoone land van zijn kant niet groote wijsgeeren en kunstenaars voortgebracht, die over heel de wereld het heldere schijnsel van hun genie hebben doen stralen? Frankrijk, dat zich geluk wenschte de toekomst van Uw geslacht verze kerd te zien door de geboorte ©ener jonge Prinses, op wier hoofd zooveel verwachtingen rusten, zal niet on gevoelig zijln voor de goede herinne ring, .die Gij hebt behouden van Uw verblijf te Parijs. Het is gelukkig, dat het mij gegeven is U hier zijn hulde en zijn beste wensc-hen te komen aanbieden, fk 'drink .op de 'bezondheid van Uwe Majesteit, van H. M. d-e Koningin-Moeder, van Z. K. H. den Prins der, Nederlanden en van H. K. H. Prinses Juliana,. Ik stroomden?" Hadumut bedekte haar aangezicht met beide handen. „Ja, hij verstaat het te lokken, zij zullen de oude goden onl- trouw worden", zuchtte zij1 in de diepste smart. Ook het gelaat van den oude toekende bezorgdheid, maar het was meer een warm medelijden met zijn bescherme!- linge. Na eenige pauze nkm Wiolfbrand hare handen op en trok ze zacht voor haar gelaat weg. „Hoofd omhoog, kind! Laat do „raaf" krassen! troostte hij. Wij blij ven samen de oude goden (rouw. Voor zeker wilt gij de lieve llulda den dienst niet opzeggen?" Haar kleurloos aangezicht werd op eens vuurrood. „Wolfbrand, zoo vast en on bewogen onze heilige berg daar. staat, wil ik al mijn levensdagen de koningin, aller vrouwen getrouw blijven 1". Begeesterd klonk ,de belofte en dej blauwe oogen zagen lichtend naar den berg, die zich in ernstige majesteit ten hemel hief. Ook Wolfbrand keek ei" heen met zijn valkenoogen. „Nog altijd staat het gehate kruis op de woonplaats der godin", begon hij na Welk weder zullen wij hebben Verwachting tot aan den avond van 6 Juli: Zwakke meest westelijke wind. Lichtbe- wolkte lucht. Waarschijnlijk droog weer. Warmer. drink op tl© roem en den voorspoed van Nederland. Beide tafelreden werden gesproken in de Fransche taal. Dies avonds nam (le president de schit terende illuminatie d,e.r oorlogschepen in het IJ in oogenschouw. Heden (Woensdag) morgen bezocht de heer Fallières in gezelschap van den Prins het Rijksmuseum, om in den mid dag naar Den Haag te sporen, waar ver schillende feestelijkheden bekroond met een militaire taptoe hom tot hedenavond: laat in beslag zullen nemen, waarna hij met de koninklijke familie naar de hoofd stad terugkeert. Ook ontving de president te 5 u,ur om ge veer de Fransche kolonie. Morgen wordt het bezoek besloten met een lunch aan boord van de „Edgar Quinet", waaraan onze koningin met den prins deelneemt, waarna het Franschp staatshoofd op dezelfde manier als hij is gekomen naar zijn vaderland terugkeert. Onderscheidingen. De president der Fransche republiek heeft o. m, benoemd to-t grootkruis in het Legioen van Eer Z. K. Hoogheid Prins Hendrik en de ministers Th. Heemskerk ten De Marees v,an Zwinderen; tot groot officier in dezelfde orde de overige mi nisters. Naar wij1 vernemen wordt de Eerste Kamer tegen Dinsdagavond 11 dezer bij eengeroepen, teneinde op den daarop volgenden dag de nog aanhangige wets ontwerpen af te doen. Het plan is na deze hijteenkonist het zomerreces te doen aanvangen. Ziekteverzekering. Do vergadering der presidenten en vice- presidenten van -de Sint Joseph's Gezel len Vereeniging in Nederland, gehouden 19 Juni, heeft, naar de „Residentiebode" mededeelt, besloten een adres te zenden aan den minister van landbouw, handel en nijverheid, waarbij1 wordt verzocht „het daarheen te willen leiden, dat onder de overigens met verhingen tegemoet geziene ziekteverzekeringswetten het particuliere initiatief in deze niet worde uitgeseha;- keld, doch onder van regeeringswege te stellen voorwaarden ook de ziekenfond sen door requestranten opgericht, hun bestaansreden zullen blijven behouden en aan hen een plaats in de vanwege Uwe Excellentie te verdedigen wetsontwerpen moge worden ingeruimd.' Standbeeld Willem III, t Het fonijfi voor een standbeeld voor den koning-stadhouder Willem III is thans bijeen. De oprichting van het standbeeld 'te Breda is verzekerd. eenigen tijd. „Nog kort geleden ben ik naai' boven geklommen om het omver to halen; maar de gieschorene was er- weer. Met uitgestrekte armen knielde hij el voor neer, zijn aangezicht blonk, en boven hem zweefde een groote arend. Ongemerkt sloop ikvweg en liet hem en zijn teeken ongehinderd. Wodan's ko>- ninklijke vogel had mij verkondigd, dat do pij-drager tot groote dingen geroe pen is". „Hij is geleerd, Wolf; zoo veel wetend, alsof hij dag voor dag uit Mimir's wijs heidsbron drinkt.. Hem is 't verledene, wat er op aarde geschiedde, zoowel .als do toekomst bekend. Ik geloof, hij leert alles uit do sterren". „Ik weet het, want ik heb hem be spied. In een heldoren sterrennacht zag ik hem met den koning van Aquütanië den wachttoren bestijgen en aan den he mel zoeken". „Geloof gij ook, Wolf, dat hij1 daaruit zijne macht ,ove:r de menschen put?" vroeg zij vol spanning. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1911 | | pagina 1