Veulens, ïaal Tii ACHINES IRD en WATERGANG De Saksische Koningsdochter. No. n. TWEEDE BLAD. NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT Zaterdag U Juni 1911. beu te Velde, UTHAHDEL el, Stoomzaiterü en Scliaverü. BUITENLAND. OERING VAK [CHE MANNENKOOR" SYMPHONIE", lag 26 Juni 1911, ro.50. cent koopt men bij C. TE Co., Drogisterij (ruis", Lange Delft H 2, |L. overheerlijke LIMO- aken. E KOOP: irijving te pachten (.22 HECTAREN lG prijsopgaaf MUBREGTSE, SCHSTELLEN met hangende BOL. AN WEEL, Goes- EEN LIED PER WEEK. FEUILLETON. 7). liurDhr. 0. Lies, I Orkestvereeniqinq )hr. F. X. Mannhardt, ds te 8 uur precies der Sociëteit V. 0. V. weer in de Concertzaal. [e van dhr. J. LOKER- zal plaatshebhen te jlder, op 15 Juli 1911 verzoeke' van dhr. p. e. a. te Nisse, op [li. W. NEERVOORT, Notaris. |en en èón Veulenmerrie, 3EEK, Landbouwers, lerseke. voor 7 jaar, I November I9II, in 2 perceelen .AND te Nisse in Verhoven- ÏA noa. 250 en 370, eigendom lonie-Armen te Nisse. pgsbiljetten met opgave van 2 Juen ingewacht tot en met 5 iten kantore van den notaris lERVOORT te 's Gravenpolder, trwaarden ter inzage liggen en Bh tingen te bekomen zijn. van uw fabriek van Machinale Houtbewerking. AND. O. A1.IIK11TS l«. 4 ÏIBBELBUEG. WENDERS en HARKEN. eu voldoet best. No. 6 uit ,,De Leeuwerk". ONS LANDJE. Woorden van Muziek van Mr. H. W. van bek Meï. Adr. P. Hamers. Ons landje, ons landje, dat is er zoo klein Wanneer je and're landen ziet, Dan haalt daarbij ons landje niet. Maar toch maar toch, we ruilen 't niet, Want is ons landje nog zoo klein, Een beter land kan nergens zijn Een beter land kan nergens zjjn! Ons landje, ons landje, dat is er zoo laag! De bergen, die je elders ziet, Die vind je in ons landje niet. Maar toch maar toch, we ruilen 't niet, Want ligt ons landje nog zoo laag, We houden toch ons landje graag! We houden toch ons landje graag! Ons landje, ons landje, dat is er zoo zwak! De legers, die je elders ziet, Bij deze haalt ons leger niet, Maar toch maar toch, we ruilen 't niet, Want is ons landje nog zoo zwak, Wij leven hier op ons ge-nak. Wjj leven hier op ons gemak. Ons landje, ons landje, dat is ons zoo goed We willen heuseh geen ander land, Al zjj het ook van grooter stand. Wip houden 't vast met hand en tand, En als het voor ons landje moet, Dan geven wij ons goed en bloed Dan geven wij ons goed en bloed. lütUELt.M). De Kroning van den Koning van Groot-Brittannië en Ierland. Gisteren. (Donderdag) was de lang ver beide kroningsdag aangebroken. Bij de opkomst der zon gaven de kanonnen in het Koninklijk park van den Tower sa luutschoten. Het was droog en veelbe- lovend weer. Tegen 4 uur in den morgen loste de latterij van Hyde-park 21 kanon schoten. De city stroomde toen al vol met toeschouwers uit de voorsteden. Den ge- heelen nacht heerschte een ongekende drukt.e .aan de stations. Vijftig duizend man troepen hadden den weg dien. de stoet moest nemen afgezet. Te half zeven .wei-den de groote deuren der Westminster-Abbey geopend. Te half negen was overal het verkeer reeds ge stremd. Te 9 uur kwam een uitgelezen gezel schap in de Abbey bijteen om de ma jesteiten op te wachten. Het bestond uit circa 7000 personen, waaronder ongeveer 40 leden der Koninklijke familie van En geland, ,200 vertegenwoordigers van bet buitenland, 220 leden van het corps di plomatique, 1000 pairs en pairesses, 900 leden van het parlement met hun dames, 800 vertegenwoordigers van de Koloniën en dominions (bezittingen). Tegen half tien vertrok vde stoet van prinsen en buitenlandsche vertegenwoor digers van het paleis. De stoet bestond uit 14 rijtuigen en werd geëscorteerd door de koninklijke horse-guards, overal eerbiedig gegroet. Te tien uren verliet de stoet van den prins van Wales het Buckingham-paleis, luide toegejuicht door de menigte. Een en twintig kanonschoten kondigden het vertrek aan van de majesteiten uit het paleis. Aan het hoofd der „proces sion" gingen de koninklijke schenkers', achter hen volgden de aides-de-camp- des konings. Dan kwamen de opper-generaals, waaronder sir Evelyn Wood, de lords Grenfell en Roberts, de sirs Hamilton en John French. De hoera's beginnen en zwel len gaandeweg aan als .de statiekoets der majesteiten, door 8 witte paarden gel.rok- Wij laten u niet zoo spoedig weer ver trekken naar Bisschopssheim, verklaarde Rotrudis, 's keizers oudsto dochter. Wij willen veel versierselen maken voor de slotkapel, en daarvoor hebben wijl uwe hulp en onderricht noodig. „Blijft gij nog gaarne een tijd lang hier?" „0, al te gaarne", antwoordde Kunilind; haar scheen het hofleven als een sprookje, lian echter verschrokken van hare eigene woorden, blikte zij angstig naar hare moe der. Gelukkig was deze juist bozig met een^ der dienstmeisjes. „Zeker is hier meer kortswijl dan in '-t klooster?" vroeg Bertha lachend. „Zie maar eens, hoe daar beneden onze ede len zich vermaken met het wapenspel; dat hebt gij nog niet gezien." Zij trok haar mede in een vensternis, waar men, alles op de 'tornooiplaats kon zien. De geheime toeschouwers monsterden de -ampvechters scherp. „Zie eens, ridder toernot, hoe hij zijn tegenstander uit het adel licht. Op het tornooiveld is hij- steeds de eerste. Gelukkig degene, die ken nader komt. Achter het koninklijke rijtuig volgt de standaard en dan lord Kitchener, de hertog van Connaught, de prinsen Arthur v. Connaught en Louis van Battenberg, de hertog van Teek en de prins van Sleeswij'k-Holstein. Alle drie de stoeten werden luide toe gejuicht langs den weg. Bij het vertrek van den eersten viel een fijne regen, zoo- da.l men ternauwernood ©enig buiten? la.ndsch vertegenwoordiger kon onder scheiden, daar de rijtuigen gesloten waren. Toen de stoet des konings afreed stort regende hot geweldig; maar de zon drong door de wolken toen de koninklijke staat siekoets aan de Mall was gekomen. Nu barstte een zoo uitbundig gejuich los, dat het geluid tot Hyde-park doordrong en het kanongebulder overstemde. Een en zestig kanonschoten kondigden even voor elf uur d-e aankomst der ma jesteiten in de abbey aan. Het koor heft een lied aan. Herauten dragen de standaarden van Engeland, Schotland, Ierland en het Vereenigde Ko ninkrijk. Vooral zijn op- te merken de standaarden van Canada, Indië, Australië, Nieuw-Zeeland, Zuid-Afrika, welke gedra gen worden door gewezen onder-koningen en gouverneurs der koloniën. De koningin gaat achter de kerk in. Hare Majesteit draagt ©en wit-satij-nen kleed in goud bestikt met rozen, distel en klaver, met. sterren -en Indische lotus. Voor den koning schrijden de grooten, de regalia (Kon. onderscheidingsteekenen) dragend. Koning George in koninklijk ge waad met de koninklijke kleuren, draagt de halsketen en den kouseband en 'den staatsmantel. De processie vult. het ge- heele schip. D-e koning en de koningin knielen neer en bidden, voordat zij plaats nemen. De aartsbisschop van Canterbury, begeleid van den Lord Chancellor, van den Lord Grand Connetable, den Graaf Maarschalk wapenkoning van de orde van deit' Kouse band, stelt den koning aan de aanwezigen voor met de woordenIk stel u voor den koning George, onbetwistbaar koning, wien gijl, die hier gekomen zijt, hulde e.n eére geven wilt. Zijt gij' bereid die te geven? Trompetten-geschal klinkt en kre ten vanGod save the King George. Als- nu begint het zuiver godsdienstige deel der plechtigheid, waarna in een plech tigheid vol va.n symbolische beteekenis de koning bekleed wordt met de emble men der koninklijke macht. De koning plaatst zich op den troon voor de kro ning. De aartsbisschop stort een gebed. Men draagt de kroon aan, en de koning zet zich die op het hoofd. Op hetzelfde- oogenblik zetten ook de pairs en de wa penkoningen zich de kroon op-, p-e aan wezigen roepen luide: God save the King. Trompetten weerklinken. De groote ka nonnen van den Tower en de batterijen in de parken schieten salvo's pi en de klokken in de stad luiden. Toen het dreunen der klokken aankon digde dat de koning gekroond wa,s, hief het volk op de tribunes rondom de West- minster Abbey den zang aan: God save the Kingwelke werd overgenomen door de menigten volks en langs den geheelen weg voortgezet tot White-Hall. D-e majesteiten bereikten om 2.51 weer het paleis. Hier dient aangemerkt, dat de cere moniën en gebeden der kroiningsplechtig- heden voor een groot deel zijn ontleend aan den Katholieken ritus, volgens wel ken de Engelsche koningen sinds de 7e eeuw in de Westminster Abdij werden gekroond. Toen de reformatie in Engeland de overhand kreeg, is ook dit ritueel ver- protes-tantiseerd. Toch zijn nog groote brokstukken bewaard gebleven van het geen het Pontificale Romanum voor schrijft. In het kort is de kroningsplechtig heid aldus: Des morgens vroeg op den kronings dag moet gezorgd worden voor het yul- hij eenmaal tot zijne gemalin zal uit kiezen." Op dat oogenblik verhief Gernot de oogen naar het venster; zijn blik straalde van verrassing als hij het schoone meisje ontwaarde. Kunilind .wilde zich verwijderen, doch op hetzelfde oogenblik boog hij voor haar met hoffelijken groet. Een aangenaam ge voel ging door haar- leden en zij werd vuurrood. Dit ontging hare gezellin niet en reeds zweefde een plagend woord op dezer lip pen, als de uitroep: „de keizer komt!" allen deed verstommen. Snel ijlden de nieuwsgierige Eva's doch ters op hare plaats terug, en bij 't bin nentreden van den aangekondigde, zaten zij zoo ijverig over den arbeid gebogen, alsof er geen ridders op het tornooiveld waren. De keizer groette de borduursters aller vriendelijkst. Met kennersblik beschouwde hij haren arbeid, die voor prachtige mis gewaden en andere kerkversiering be stemd was. Iedereen groette hij vrien delijk en voor iedereen had hij een goed keurend en aanmoedigend woord. Hij keurde het plan zijner dochters goed om een groot tapijt en een altaar-voorhang voor de slotkapel te maken. En daar zjj de teekening niet konden maken, beloofde len van de a,mpul met zalfolie en deze moet met den Iep-el op 't altaar gorden geplaatst. De Anglicaansche aartsbisschop pen en bisschoppen wachten in vol or naat, buiten de westdeur dor kerk, (het vorstelijk paar af. Bij 't binnenkomen van koning en konin gin zingt het koor de verzen 1, 2, 3, 6 en 7 van Psalm 122, terwijl de koning e-n koningin naar hunne verhoogde zit plaatsen gaan. De aartsbisschop van Canterbury richt zich naar alle vier de zijden en de ko ning eveneens om zich zoo aan het „volk" voor te stellen. Twee geknielde bisschoppen zingen de litanie. Do dienst begint met den introïtus, ge volgd door 't lezen van den epistel (1 Petrus II 13.17), het Evangelie (Matth. XXII 15.22) en de geloofsbelijdenis. Een der bisschoppen houdt een korte preek, die volgens de voorschriften kort moot zijn en voor de gelegenheid ge schikt. De koning legt den bekenden eed elf, waaruit nu zooals men weet alle aan- stootelijke dingen voor de Katholieken verwijderd zijn en die nu aldus luidt,: „Ikbelijd, getuig en verklaar, in te genwoordigheid van God, plechtig en eer lijk, dat ik een geloovig Protestant (ben en dat ik, overeenkomstig de ware (bedoe ling van de instellingen des lands, He Protestantsche opvolging voor den troon wil verzekeren, handhaven en bekrachti gen, zooveel dat in mijn vermogen Ss, overeenkomstig de wet". De aartsbisschop zalft den koning, die in den kroningsstoel va,n Edw.ard I zetelt». De koninklijke kamerheer raakt knielend de hielen van den koning met. 'het zwaard aan; de aartsbisschop legt het zwaard in zijn hand. Den koning worden de armband en de koninklijke mantel omgedaan door den deken van Westminster, die hem ook Iden gouden rijksappel overhandigt. De aartsbisschop doet den ring aan den vierden vinger van 's konings rech terhand en geeft hem den schcpter met het kruis. De aartsbisschop plaatst de kroon op 's konings hoofd. De deken overhandigt den bijbel aan den aartsbisschop en deze aan don ko ning. Do koning wordt daarna gezegend. Daarop volgt de „inthronisation"; de koning gaat naar dejn troop, en (wordt daarin geplaatst door d-e aartsbisschop pen, bisschopen en pairs van het konink rijk. Do hooge geestelijkheid huldigt den ko ning, waarbij de aartsbisschop hem op zijn wang kust, vervolgens de kroonprins, do hertogen, markiezen, graven epz. Het koor zingt een psalm: de tamboers roffe len en het „volk" roept: „God behoede den koning, lang leve koning George I Moge de koning voor altijd lev.en" De koning neemt doel aan 't Avondmaal en offert een altaarkleed en eep staaf goud van een pond; de kopingin eveneens leen altaarkleed en. een staaf goud. Verschil lende gebeden worden uitgesproken. Een Te Deum wordt aangeheven. De koning en koningin verlaten de ab bey, .waarbij de koning de kroon ep de andere insignia draagt. Als eigenaardig vreugdebetoon mag ver der .worden vermeld, dat Donderdagnacht langs geheel de Engelsche kust vreugde vuren brandden, 2000 in getal, op een met vuurpijlen gegeven signaal ontstoken. Londen was schitterend verlicht met electrische gloeilampen Dinsdagavond werd in liet. Buckingham- paleis een gala-diner gegeven voor vijf honderd-zestig gasten, die gezeten waren aan rijen kleine tafels. De Koning presideerde één tafel, de Koningin een andere. Ter rechterzijde van de Koningin zat aartshertog Karl Franz Joseph, ter lin- hij terstond een ijlbode naar 't klooster te Fulda te zenden oin een teekanmeesr ter. Intusschen waren zijne blikken reeds meermalen zoekend over de vrouwen schaar gagaan. Eindelijk scheen hij ge vonden te hebben wat bij zocht; lang zaam schreed hij naar het andere einde der zaal en bleef staan voor een ijverige spinster. „Hadumut, ik vind u op zulke nederige plaats? .Waarom zit p de laatste van allen 1" Deze haalde zwijgend de schouders op. Vrouw Heltiburgis echter beijverde zich te antwoorden: „dat is eene slavin, on wetend en onbekwaam voor alle vrouwe lijke kunstvaar Het woord stierf op hare lippen bij den blik, die de oogen des keizers op haar wierpen. „Ik zal de plaats aanwijzen, die de dochter van don edelen Sigemunt toekomt. Daar ginds moet gij zitten, Hadumut, naast mijne dochters!" Hadumut stond op; zonder het met vlas omwonden spinrokken uit de hand te leggen, schreed zij rustig door de zaal. „Wat is dat voor een ongemanierde berin? Met schreden als een man gaat zjf over den vloer!" scheen het uit de spottende oogen van Bertha te vragen, kerzij-de d-e Duitsche kroonprins. De Duit sche kroonprinses zat rechts van den Ko ning, de Japansche prinses Higashi Fus- himi link's. De eetzaal was prachtig versierd. Een schitterend servies van gouden vaatwerk, was voor deze gelegenheid speciaal over gebracht van Windsor. Na afloop van het diner kwamen de prinsen en andere buitenlandsche vertegenwoordigers, tegen middernacht, het pittoreske- bal bijwonen, dat in de Albertzaal werd g-egeven door een buitengewoon groot aantal personen uit de aanzienlijkste kringen. Hun aankomst was het sein voor het begin van een der schitterendste toonee- len van den avond, n.l. een voorstelling van het weelderige hof van Koningin Eli sabeth in 1598, waarbij de rollen van verschillende waardigheidsbekleeders van dit hot uit 'de zestiende eeuw werden gespeeld door hunne directe nakomelin gen. Er werden quadrilles gedanst, geïnspi reerd door blijspelen van Shakespeare. Het feest duurde tot laat in den nacht. Tot de. geïnviteerden behoorden o. a. Prins Hendrik der Nederlanden, de kroon prins en kroonprinses van Pruisen, de prins-troonopvolger van Turkije, aartsher tog Franz Joseph, de hertog en hertogin van Absta, de infante Fernande, prins Heinrich van Pruisen enz. ITLLI! Een processie aangevallen. Op Sacramentsdag hielden de katholieken te Fabriano (Italië) de gebruikelijke pro cessie. De anti-clericalen hadden te voren de autoriteiten verzocht ze te verbieden, maar dezen hadden geweigerd. Toen de processie aan het rondtrekken was vielen de anti-clericalen haar aan. De katholieken verdedigden zich en nadat de karabinerie die uit voorzorg den stoet begeleidde, de de aanvallers had teruggeslagen, kon de stoet haar weg vervolgen. Tien minuten later hernieuwden de anti- clericalen den aanval, maar nu heviger. Vele geloovigen namen in angst de vlucht. De bisschop zelf werd aangevallen. In het gedrang viel hjj op den grond, doch hield do monstrans vast tegen de borst gedrukt. Soldaten en karabinerie wisten voor de tweede maal de anti-clericalen te verjagen en hun aanvoerders te arresteeren. De pro cessie trok toen zonder verdere incidenten naar de kathedraal, waar de bevolking den prelaat een warme ovatie bracht. Nieuwe anti-clericale schan dalen. Het eene bericht na het andeie over schandelijke, satanische aanvallen van anti-clericalen benden op processies in verschillende plaatsen van Italië! Volgens de „Tribuna" die als anti-katholiek orgaaD zeer zeker niet zal overdrijven drongen zich te Fano socialisten en repu blikeinen in de rijen der processie en wilden aan den celebrant de monstrans ontrukken. Er ontstond dientengevolge een verwoed gevecht, waarbjj de gendarmerie moest optreden. Een dergeljjk betreurenswaardig schandaal wordt gemeld uit Padua. DCITNCHLAK D. Lijkverbranding. Een noodlottige dag voor het Pruisische Heerenhuis maar ook voor het christelijk gezinde Duitsche volk, noemt de „Germania" aan het slot van een beschouwing over de lijkverbran ding, den dag van Dinsdag, toen de hooge heeren uit de Leipzigerstrasse het voor naamste prineipieele artikel van de wet op de lijkverbranding met 90 tegen 84 dus met een zeer kleine meerderheid stem men aannamen. Men zal dus voortaan in Pruisen zijn stoffelijk overschot mogen laten verbranden. In een land met een zooge naamd christelijke regeering is een oud- heidensch gebruik officieel goedgekeurd. Dit laatste stelde vooral in bewoordingen der scherpste afkeuring graaf Droste zu terwijl ook Rotrudis de wenkbrauwen fronste, en haar blikken schenen, te be duiden: „wat beteekent dat opgedrongen gezelschap Zij echter, wie deze spottende en hoog moedige blikken golden, scheen er niets van te merken. Koel en gelaten, maar met een waardigheid, alsof zij de vooiv naamste ,was, plaatste zij zich op den aangewezen zetel neer. De keizer was haar lachend gevo-lgd en stond weer voor haar, terwijl zijne oogen met milden blik vorschend in het trotsehe aangezicht staarden. „Zijt gij nu tevreden, Hadumut, dochter van Sigemunt?" Nog eens moest hij de vraag herhalen, dan eerst klonk het helder en duidelijk: „Mij is 't om 't even of ik daar benedeni of hier zit; overal ben ik mij bewust, dat ik van niet minder edele maagschap ben dan deze Franken-dochters." Toornig en vol verontwaardiging rezen de effete vrouwen op. Kon do keizer zulke ongepaste taal dulden? Moest hij niet op staande voet de onbeschaamde spreekster straffen Doch hij scheen niet in 't minst zijn. vroolijike luim verloren te hebben. Want lachend streek hij' over zijn langen witten baard: „gij hebt gelijk dat gij uwe hooge afkomst roemt; zij' zal ook nimmer meer Visschering van het Centrum in het licht en hij vond daarbij krachtigen steun bjj den evaugelischen generaal-veldmaarschalk graaf Von Haeseler, die de lijkverbranding een teeken van achteruitgang der bescha ving, van het verlies van hooge ideale goederen en voornamelijk van den familie geest Doemde. Een betoog van prof. dr. Löning als zou de lijkverbranding niet in strijd zijn met de leer der Katholieke Kerk, werd door kardinaal Fischer van Keulen toegelicht en gerectificeerd, blijkbaar zóó zeer ten genoegen van den betooger zeiven, dat deze beide ledeu van het Heerenhuis elkaar na het einde der voor de pers ove rigens moeilijke verstaanbare rede des kardinaals, elkaar de hand reikten. De kardijaal verklaarde, dat delijkverbranding weliswaar niet strijdig was met eenige dogma der katholieke of der evangelische belijdenis, doeh door de katholieke Kerk ten strengste verboden was. Door de aan neming van dit ontwerp zou men wederom een stap verder gaan in de richting van de ontkerstening des volks. Minister Von Dallwitz bleef het ontwerp verdedigen als een tegemoetkoming aan de wenschen eener „aanzienlijke meerderheid" van anders denkenden in Pruisen. BELGIS. De regeeringsverklaring. Dinsdag heeft het ministerie De Broque- ville voor de Kamer zijn regeeringsverkla ring afgelegd, waarbij het zich van dezelfde kleur verklaarde als het ministerie. Schol- laert, dus geen zakenkabinet. En wat het kritieke punt betreft; Naar aanleiding van de wet op het verplichte onderwijs, met waarborg van vrije schoolkeus, zegt de regeering, dat op de wet, wat haar bedoelingen betreft, zoo goed als niets aan te merken valt, wat de uitvoering betreft is zij echter voor ver betering vatbaar. De regeering doet een beroep op de bedaardheid en het overleg van allen. De eerste, die 't woord voerde, was Woeste. Hij was aan de Kamer, aan het land en aan zjjn eer versehuldigd, eenige uitleg gingen te geven. Vóór 4 Juni had hjj met den koning geen gedacht over de school wet gewisseld. Toen heeft de koning hem geroepen. Van zjjn rede wil hjj geen woord terug nemen. Men heeft die aangevallen doch haar niet gepubliceerd. Er staat geen woord of geen zin in die in strijd is met de beginselen, welke hem zijn geheele openbare leven hebben geleid en die ook de beginselen der Rechterzijde zjjn. Hjj spoort ten slotte de rechterzijde aan zich om de regeering te scharen. Tweede spreker was Hij mans: De ver dwijning van het kabinet-Schollaert, dat het land tot een burgeroorlog voerde (sic) was een opluchting (soulagement). Hij brengt hulde aan Woeste, die zijn plicht heeft gedaan. De ware oorzaak van den val van het kabinet was zijn onmacht om het onder nomen werk ten einde te brengen. „Wij hebben de toenadering van de beide partjjen der linkerzijde gewild en willen die meer dan ooit. Konder afstand te doen van eigen beginselen, met het doel om een einde te maken aan het clericale stelsel, zullen wij de formule vinden om u omver te werpen en aan het land een stelsel van zedelijke en politieke vrijheid te schenken". De eerste minister verklaart naar aan leiding van de parlementsontbinding, die door de oppositie is geeischt, dat parlements ontbinding onder de praerogatieven van de Kroon valt en dat hij in de Kamer niet behoeft te zeggen, wat hij den Koning zal raden. Vandevelde, de socialistische leider, verklaart dat de partijen der linkerzijde schouder aan schouder zullen strijden tot verwezenlijking der hervormingen, die iö beider programma's zijn opgenomen. Schollaert betoogt, dat de rechterzijde, waar de partijen der linkerzijde samengaan, vergeten warden. Waarlijk, Hadumut, gij zijt van edelen geslachte en gij zult op mijn woord in eere gehouden worden. Een nieuw leven zal voor u beginnen, en, gij moet alles leeren, wat hooggeboren vrou wen te weten en te kennen betaamt", Vriendelijk en vaderlijk was de af scheidsgroet, dien hij allen toeknikte, eer hij de zaal verliet. Zoodra het geluid zijner dreunende voet stappen wegstierf, begon in alle hoeken en kanten weer het gefluister, gepraat en gelach. Van de schoone lippen der hofdames echter kwamen scherpe woor den voor Hadumut. Hoe verheugden zij zich een voorwerp te hebben, waaraan zij1 vrij haar spotlust konden botvieren De Saksische jonkvrouw evenwel vol hardde in ongenaakbaar trotsehe houding. Alle stekelige gezegden schenen langs haar heen te gaan. En toch drongen ze diep. en pijnlijk in haar gemoed. In hare vrcug- delooze eenzaamheid vroeger had zij zich niet zoo verlaten gevoeld ,als thans onder deze zoo aanminnige en toch zoo hoosaar dige Frankische dochteren. hoe haatte zij deii keizer, die haar aan dit droeve ge zelschap had overgeleverd! (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1911 | | pagina 5