Veulens,
ïaal Tii
ACHINES
IRD en WATERGANG
De Saksische Koningsdochter.
No. n. TWEEDE BLAD. NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT Zaterdag U Juni 1911.
beu te Velde,
UTHAHDEL
el, Stoomzaiterü en Scliaverü.
BUITENLAND.
OERING
VAK
[CHE MANNENKOOR"
SYMPHONIE",
lag 26 Juni 1911,
ro.50.
cent koopt men bij C.
TE Co., Drogisterij
(ruis", Lange Delft H 2,
|L. overheerlijke LIMO-
aken.
E KOOP:
irijving te pachten
(.22 HECTAREN
lG prijsopgaaf
MUBREGTSE,
SCHSTELLEN
met hangende BOL.
AN WEEL, Goes-
EEN LIED PER WEEK.
FEUILLETON.
7).
liurDhr. 0. Lies,
I Orkestvereeniqinq
)hr. F. X. Mannhardt,
ds te 8 uur precies
der Sociëteit V. 0. V.
weer in de Concertzaal.
[e van dhr. J. LOKER-
zal plaatshebhen te
jlder, op 15 Juli 1911
verzoeke' van dhr. p.
e. a. te Nisse, op
[li.
W. NEERVOORT,
Notaris.
|en en èón Veulenmerrie,
3EEK, Landbouwers, lerseke.
voor 7 jaar,
I November I9II, in 2 perceelen
.AND te Nisse in Verhoven-
ÏA noa. 250 en 370, eigendom
lonie-Armen te Nisse.
pgsbiljetten met opgave van 2
Juen ingewacht tot en met 5
iten kantore van den notaris
lERVOORT te 's Gravenpolder,
trwaarden ter inzage liggen en
Bh tingen te bekomen zijn.
van uw
fabriek van Machinale
Houtbewerking.
AND.
O. A1.IIK11TS l«. 4
ÏIBBELBUEG.
WENDERS en HARKEN.
eu voldoet best.
No. 6 uit ,,De Leeuwerk".
ONS LANDJE.
Woorden van Muziek van
Mr. H. W. van bek Meï. Adr. P. Hamers.
Ons landje, ons landje, dat is er zoo klein
Wanneer je and're landen ziet,
Dan haalt daarbij ons landje niet.
Maar toch maar toch, we ruilen 't niet,
Want is ons landje nog zoo klein,
Een beter land kan nergens zijn
Een beter land kan nergens zjjn!
Ons landje, ons landje, dat is er zoo laag!
De bergen, die je elders ziet,
Die vind je in ons landje niet.
Maar toch maar toch, we ruilen 't niet,
Want ligt ons landje nog zoo laag,
We houden toch ons landje graag!
We houden toch ons landje graag!
Ons landje, ons landje, dat is er zoo zwak!
De legers, die je elders ziet,
Bij deze haalt ons leger niet,
Maar toch maar toch, we ruilen 't niet,
Want is ons landje nog zoo zwak,
Wij leven hier op ons ge-nak.
Wjj leven hier op ons gemak.
Ons landje, ons landje, dat is ons zoo goed
We willen heuseh geen ander land,
Al zjj het ook van grooter stand.
Wip houden 't vast met hand en tand,
En als het voor ons landje moet,
Dan geven wij ons goed en bloed
Dan geven wij ons goed en bloed.
lütUELt.M).
De Kroning van den
Koning van Groot-Brittannië en Ierland.
Gisteren. (Donderdag) was de lang ver
beide kroningsdag aangebroken. Bij de
opkomst der zon gaven de kanonnen in
het Koninklijk park van den Tower sa
luutschoten. Het was droog en veelbe-
lovend weer. Tegen 4 uur in den morgen
loste de latterij van Hyde-park 21 kanon
schoten. De city stroomde toen al vol met
toeschouwers uit de voorsteden. Den ge-
heelen nacht heerschte een ongekende
drukt.e .aan de stations. Vijftig duizend
man troepen hadden den weg dien. de
stoet moest nemen afgezet.
Te half zeven .wei-den de groote deuren
der Westminster-Abbey geopend. Te half
negen was overal het verkeer reeds ge
stremd.
Te 9 uur kwam een uitgelezen gezel
schap in de Abbey bijteen om de ma
jesteiten op te wachten. Het bestond uit
circa 7000 personen, waaronder ongeveer
40 leden der Koninklijke familie van En
geland, ,200 vertegenwoordigers van bet
buitenland, 220 leden van het corps di
plomatique, 1000 pairs en pairesses, 900
leden van het parlement met hun dames,
800 vertegenwoordigers van de Koloniën
en dominions (bezittingen).
Tegen half tien vertrok vde stoet van
prinsen en buitenlandsche vertegenwoor
digers van het paleis. De stoet bestond uit
14 rijtuigen en werd geëscorteerd door de
koninklijke horse-guards, overal eerbiedig
gegroet.
Te tien uren verliet de stoet van den
prins van Wales het Buckingham-paleis,
luide toegejuicht door de menigte.
Een en twintig kanonschoten kondigden
het vertrek aan van de majesteiten uit
het paleis. Aan het hoofd der „proces
sion" gingen de koninklijke schenkers',
achter hen volgden de aides-de-camp- des
konings. Dan kwamen de opper-generaals,
waaronder sir Evelyn Wood, de lords
Grenfell en Roberts, de sirs Hamilton en
John French. De hoera's beginnen en zwel
len gaandeweg aan als .de statiekoets der
majesteiten, door 8 witte paarden gel.rok-
Wij laten u niet zoo spoedig weer ver
trekken naar Bisschopssheim, verklaarde
Rotrudis, 's keizers oudsto dochter. Wij
willen veel versierselen maken voor de
slotkapel, en daarvoor hebben wijl uwe
hulp en onderricht noodig. „Blijft gij nog
gaarne een tijd lang hier?"
„0, al te gaarne", antwoordde Kunilind;
haar scheen het hofleven als een sprookje,
lian echter verschrokken van hare eigene
woorden, blikte zij angstig naar hare moe
der. Gelukkig was deze juist bozig met
een^ der dienstmeisjes.
„Zeker is hier meer kortswijl dan in '-t
klooster?" vroeg Bertha lachend. „Zie
maar eens, hoe daar beneden onze ede
len zich vermaken met het wapenspel;
dat hebt gij nog niet gezien." Zij trok
haar mede in een vensternis, waar men,
alles op de 'tornooiplaats kon zien. De
geheime toeschouwers monsterden de
-ampvechters scherp. „Zie eens, ridder
toernot, hoe hij zijn tegenstander uit het
adel licht. Op het tornooiveld is hij-
steeds de eerste. Gelukkig degene, die
ken nader komt. Achter het koninklijke
rijtuig volgt de standaard en dan lord
Kitchener, de hertog van Connaught, de
prinsen Arthur v. Connaught en Louis
van Battenberg, de hertog van Teek en
de prins van Sleeswij'k-Holstein.
Alle drie de stoeten werden luide toe
gejuicht langs den weg. Bij het vertrek
van den eersten viel een fijne regen, zoo-
da.l men ternauwernood ©enig buiten?
la.ndsch vertegenwoordiger kon onder
scheiden, daar de rijtuigen gesloten waren.
Toen de stoet des konings afreed stort
regende hot geweldig; maar de zon drong
door de wolken toen de koninklijke staat
siekoets aan de Mall was gekomen. Nu
barstte een zoo uitbundig gejuich los, dat
het geluid tot Hyde-park doordrong en
het kanongebulder overstemde.
Een en zestig kanonschoten kondigden
even voor elf uur d-e aankomst der ma
jesteiten in de abbey aan.
Het koor heft een lied aan. Herauten
dragen de standaarden van Engeland,
Schotland, Ierland en het Vereenigde Ko
ninkrijk. Vooral zijn op- te merken de
standaarden van Canada, Indië, Australië,
Nieuw-Zeeland, Zuid-Afrika, welke gedra
gen worden door gewezen onder-koningen
en gouverneurs der koloniën.
De koningin gaat achter de kerk in.
Hare Majesteit draagt ©en wit-satij-nen
kleed in goud bestikt met rozen, distel en
klaver, met. sterren -en Indische lotus.
Voor den koning schrijden de grooten, de
regalia (Kon. onderscheidingsteekenen)
dragend. Koning George in koninklijk ge
waad met de koninklijke kleuren, draagt
de halsketen en den kouseband en 'den
staatsmantel. De processie vult. het ge-
heele schip.
D-e koning en de koningin knielen neer
en bidden, voordat zij plaats nemen. De
aartsbisschop van Canterbury, begeleid
van den Lord Chancellor, van den Lord
Grand Connetable, den Graaf Maarschalk
wapenkoning van de orde van deit' Kouse
band, stelt den koning aan de aanwezigen
voor met de woordenIk stel u voor
den koning George, onbetwistbaar koning,
wien gijl, die hier gekomen zijt, hulde
e.n eére geven wilt. Zijt gij' bereid die te
geven? Trompetten-geschal klinkt en kre
ten vanGod save the King George. Als-
nu begint het zuiver godsdienstige deel
der plechtigheid, waarna in een plech
tigheid vol va.n symbolische beteekenis
de koning bekleed wordt met de emble
men der koninklijke macht. De koning
plaatst zich op den troon voor de kro
ning. De aartsbisschop stort een gebed.
Men draagt de kroon aan, en de koning
zet zich die op het hoofd. Op hetzelfde-
oogenblik zetten ook de pairs en de wa
penkoningen zich de kroon op-, p-e aan
wezigen roepen luide: God save the King.
Trompetten weerklinken. De groote ka
nonnen van den Tower en de batterijen
in de parken schieten salvo's pi en de
klokken in de stad luiden.
Toen het dreunen der klokken aankon
digde dat de koning gekroond wa,s, hief
het volk op de tribunes rondom de West-
minster Abbey den zang aan: God save
the Kingwelke werd overgenomen door
de menigten volks en langs den geheelen
weg voortgezet tot White-Hall.
D-e majesteiten bereikten om 2.51 weer
het paleis.
Hier dient aangemerkt, dat de cere
moniën en gebeden der kroiningsplechtig-
heden voor een groot deel zijn ontleend
aan den Katholieken ritus, volgens wel
ken de Engelsche koningen sinds de 7e
eeuw in de Westminster Abdij werden
gekroond.
Toen de reformatie in Engeland de
overhand kreeg, is ook dit ritueel ver-
protes-tantiseerd. Toch zijn nog groote
brokstukken bewaard gebleven van het
geen het Pontificale Romanum voor
schrijft.
In het kort is de kroningsplechtig
heid aldus:
Des morgens vroeg op den kronings
dag moet gezorgd worden voor het yul-
hij eenmaal tot zijne gemalin zal uit
kiezen."
Op dat oogenblik verhief Gernot de
oogen naar het venster; zijn blik straalde
van verrassing als hij het schoone meisje
ontwaarde.
Kunilind .wilde zich verwijderen, doch
op hetzelfde oogenblik boog hij voor haar
met hoffelijken groet. Een aangenaam ge
voel ging door haar- leden en zij werd
vuurrood.
Dit ontging hare gezellin niet en reeds
zweefde een plagend woord op dezer lip
pen, als de uitroep: „de keizer komt!"
allen deed verstommen.
Snel ijlden de nieuwsgierige Eva's doch
ters op hare plaats terug, en bij 't bin
nentreden van den aangekondigde, zaten
zij zoo ijverig over den arbeid gebogen,
alsof er geen ridders op het tornooiveld
waren.
De keizer groette de borduursters aller
vriendelijkst. Met kennersblik beschouwde
hij haren arbeid, die voor prachtige mis
gewaden en andere kerkversiering be
stemd was. Iedereen groette hij vrien
delijk en voor iedereen had hij een goed
keurend en aanmoedigend woord. Hij
keurde het plan zijner dochters goed om
een groot tapijt en een altaar-voorhang
voor de slotkapel te maken. En daar zjj
de teekening niet konden maken, beloofde
len van de a,mpul met zalfolie en deze
moet met den Iep-el op 't altaar gorden
geplaatst. De Anglicaansche aartsbisschop
pen en bisschoppen wachten in vol or
naat, buiten de westdeur dor kerk, (het
vorstelijk paar af.
Bij 't binnenkomen van koning en konin
gin zingt het koor de verzen 1, 2, 3,
6 en 7 van Psalm 122, terwijl de koning
e-n koningin naar hunne verhoogde zit
plaatsen gaan.
De aartsbisschop van Canterbury richt
zich naar alle vier de zijden en de ko
ning eveneens om zich zoo aan het „volk"
voor te stellen.
Twee geknielde bisschoppen zingen de
litanie.
Do dienst begint met den introïtus, ge
volgd door 't lezen van den epistel (1
Petrus II 13.17), het Evangelie (Matth.
XXII 15.22) en de geloofsbelijdenis.
Een der bisschoppen houdt een korte
preek, die volgens de voorschriften kort
moot zijn en voor de gelegenheid ge
schikt.
De koning legt den bekenden eed elf,
waaruit nu zooals men weet alle aan-
stootelijke dingen voor de Katholieken
verwijderd zijn en die nu aldus luidt,:
„Ikbelijd, getuig en verklaar, in te
genwoordigheid van God, plechtig en eer
lijk, dat ik een geloovig Protestant (ben
en dat ik, overeenkomstig de ware (bedoe
ling van de instellingen des lands, He
Protestantsche opvolging voor den troon
wil verzekeren, handhaven en bekrachti
gen, zooveel dat in mijn vermogen Ss,
overeenkomstig de wet".
De aartsbisschop zalft den koning, die
in den kroningsstoel va,n Edw.ard I zetelt».
De koninklijke kamerheer raakt knielend
de hielen van den koning met. 'het zwaard
aan; de aartsbisschop legt het zwaard
in zijn hand.
Den koning worden de armband en de
koninklijke mantel omgedaan door den
deken van Westminster, die hem ook Iden
gouden rijksappel overhandigt.
De aartsbisschop doet den ring aan
den vierden vinger van 's konings rech
terhand en geeft hem den schcpter met
het kruis.
De aartsbisschop plaatst de kroon op
's konings hoofd.
De deken overhandigt den bijbel aan
den aartsbisschop en deze aan don ko
ning.
Do koning wordt daarna gezegend.
Daarop volgt de „inthronisation"; de
koning gaat naar dejn troop, en (wordt
daarin geplaatst door d-e aartsbisschop
pen, bisschopen en pairs van het konink
rijk.
Do hooge geestelijkheid huldigt den ko
ning, waarbij de aartsbisschop hem op
zijn wang kust, vervolgens de kroonprins,
do hertogen, markiezen, graven epz. Het
koor zingt een psalm: de tamboers roffe
len en het „volk" roept: „God behoede
den koning, lang leve koning George I Moge
de koning voor altijd lev.en"
De koning neemt doel aan 't Avondmaal
en offert een altaarkleed en eep staaf goud
van een pond; de kopingin eveneens leen
altaarkleed en. een staaf goud. Verschil
lende gebeden worden uitgesproken.
Een Te Deum wordt aangeheven.
De koning en koningin verlaten de ab
bey, .waarbij de koning de kroon ep de
andere insignia draagt.
Als eigenaardig vreugdebetoon mag ver
der .worden vermeld, dat Donderdagnacht
langs geheel de Engelsche kust vreugde
vuren brandden, 2000 in getal, op een
met vuurpijlen gegeven signaal ontstoken.
Londen was schitterend verlicht met
electrische gloeilampen
Dinsdagavond werd in liet. Buckingham-
paleis een gala-diner gegeven voor vijf
honderd-zestig gasten, die gezeten waren
aan rijen kleine tafels.
De Koning presideerde één tafel, de
Koningin een andere.
Ter rechterzijde van de Koningin zat
aartshertog Karl Franz Joseph, ter lin-
hij terstond een ijlbode naar 't klooster
te Fulda te zenden oin een teekanmeesr
ter.
Intusschen waren zijne blikken reeds
meermalen zoekend over de vrouwen
schaar gagaan. Eindelijk scheen hij ge
vonden te hebben wat bij zocht; lang
zaam schreed hij naar het andere einde
der zaal en bleef staan voor een ijverige
spinster.
„Hadumut, ik vind u op zulke nederige
plaats? .Waarom zit p de laatste van
allen 1"
Deze haalde zwijgend de schouders op.
Vrouw Heltiburgis echter beijverde zich
te antwoorden: „dat is eene slavin, on
wetend en onbekwaam voor alle vrouwe
lijke kunstvaar
Het woord stierf op hare lippen bij den
blik, die de oogen des keizers op haar
wierpen.
„Ik zal de plaats aanwijzen, die de
dochter van don edelen Sigemunt toekomt.
Daar ginds moet gij zitten, Hadumut,
naast mijne dochters!"
Hadumut stond op; zonder het met
vlas omwonden spinrokken uit de hand
te leggen, schreed zij rustig door de zaal.
„Wat is dat voor een ongemanierde
berin? Met schreden als een man gaat
zjf over den vloer!" scheen het uit de
spottende oogen van Bertha te vragen,
kerzij-de d-e Duitsche kroonprins. De Duit
sche kroonprinses zat rechts van den Ko
ning, de Japansche prinses Higashi Fus-
himi link's.
De eetzaal was prachtig versierd. Een
schitterend servies van gouden vaatwerk,
was voor deze gelegenheid speciaal over
gebracht van Windsor. Na afloop van
het diner kwamen de prinsen en andere
buitenlandsche vertegenwoordigers, tegen
middernacht, het pittoreske- bal bijwonen,
dat in de Albertzaal werd g-egeven door
een buitengewoon groot aantal personen
uit de aanzienlijkste kringen.
Hun aankomst was het sein voor het
begin van een der schitterendste toonee-
len van den avond, n.l. een voorstelling
van het weelderige hof van Koningin Eli
sabeth in 1598, waarbij de rollen van
verschillende waardigheidsbekleeders van
dit hot uit 'de zestiende eeuw werden
gespeeld door hunne directe nakomelin
gen.
Er werden quadrilles gedanst, geïnspi
reerd door blijspelen van Shakespeare.
Het feest duurde tot laat in den nacht.
Tot de. geïnviteerden behoorden o. a.
Prins Hendrik der Nederlanden, de kroon
prins en kroonprinses van Pruisen, de
prins-troonopvolger van Turkije, aartsher
tog Franz Joseph, de hertog en hertogin
van Absta, de infante Fernande, prins
Heinrich van Pruisen enz.
ITLLI!
Een processie aangevallen.
Op Sacramentsdag hielden de katholieken
te Fabriano (Italië) de gebruikelijke pro
cessie. De anti-clericalen hadden te voren
de autoriteiten verzocht ze te verbieden,
maar dezen hadden geweigerd. Toen de
processie aan het rondtrekken was vielen
de anti-clericalen haar aan. De katholieken
verdedigden zich en nadat de karabinerie
die uit voorzorg den stoet begeleidde, de
de aanvallers had teruggeslagen, kon de
stoet haar weg vervolgen.
Tien minuten later hernieuwden de anti-
clericalen den aanval, maar nu heviger.
Vele geloovigen namen in angst de vlucht.
De bisschop zelf werd aangevallen. In het
gedrang viel hjj op den grond, doch hield
do monstrans vast tegen de borst gedrukt.
Soldaten en karabinerie wisten voor de
tweede maal de anti-clericalen te verjagen
en hun aanvoerders te arresteeren. De pro
cessie trok toen zonder verdere incidenten
naar de kathedraal, waar de bevolking den
prelaat een warme ovatie bracht.
Nieuwe anti-clericale schan
dalen. Het eene bericht na het andeie
over schandelijke, satanische aanvallen van
anti-clericalen benden op processies in
verschillende plaatsen van Italië! Volgens
de „Tribuna" die als anti-katholiek
orgaaD zeer zeker niet zal overdrijven
drongen zich te Fano socialisten en repu
blikeinen in de rijen der processie en wilden
aan den celebrant de monstrans ontrukken.
Er ontstond dientengevolge een verwoed
gevecht, waarbjj de gendarmerie moest
optreden. Een dergeljjk betreurenswaardig
schandaal wordt gemeld uit Padua.
DCITNCHLAK D.
Lijkverbranding. Een noodlottige
dag voor het Pruisische Heerenhuis maar
ook voor het christelijk gezinde Duitsche
volk, noemt de „Germania" aan het slot
van een beschouwing over de lijkverbran
ding, den dag van Dinsdag, toen de hooge
heeren uit de Leipzigerstrasse het voor
naamste prineipieele artikel van de wet op
de lijkverbranding met 90 tegen 84 dus
met een zeer kleine meerderheid stem
men aannamen. Men zal dus voortaan in
Pruisen zijn stoffelijk overschot mogen laten
verbranden. In een land met een zooge
naamd christelijke regeering is een oud-
heidensch gebruik officieel goedgekeurd.
Dit laatste stelde vooral in bewoordingen
der scherpste afkeuring graaf Droste zu
terwijl ook Rotrudis de wenkbrauwen
fronste, en haar blikken schenen, te be
duiden: „wat beteekent dat opgedrongen
gezelschap
Zij echter, wie deze spottende en hoog
moedige blikken golden, scheen er niets
van te merken. Koel en gelaten, maar
met een waardigheid, alsof zij de vooiv
naamste ,was, plaatste zij zich op den
aangewezen zetel neer.
De keizer was haar lachend gevo-lgd
en stond weer voor haar, terwijl zijne
oogen met milden blik vorschend in het
trotsehe aangezicht staarden.
„Zijt gij nu tevreden, Hadumut, dochter
van Sigemunt?"
Nog eens moest hij de vraag herhalen,
dan eerst klonk het helder en duidelijk:
„Mij is 't om 't even of ik daar benedeni
of hier zit; overal ben ik mij bewust,
dat ik van niet minder edele maagschap
ben dan deze Franken-dochters."
Toornig en vol verontwaardiging rezen
de effete vrouwen op. Kon do keizer zulke
ongepaste taal dulden? Moest hij niet op
staande voet de onbeschaamde spreekster
straffen
Doch hij scheen niet in 't minst zijn.
vroolijike luim verloren te hebben. Want
lachend streek hij' over zijn langen witten
baard: „gij hebt gelijk dat gij uwe hooge
afkomst roemt; zij' zal ook nimmer meer
Visschering van het Centrum in het licht
en hij vond daarbij krachtigen steun bjj
den evaugelischen generaal-veldmaarschalk
graaf Von Haeseler, die de lijkverbranding
een teeken van achteruitgang der bescha
ving, van het verlies van hooge ideale
goederen en voornamelijk van den familie
geest Doemde. Een betoog van prof. dr.
Löning als zou de lijkverbranding niet in
strijd zijn met de leer der Katholieke Kerk,
werd door kardinaal Fischer van Keulen
toegelicht en gerectificeerd, blijkbaar zóó
zeer ten genoegen van den betooger zeiven,
dat deze beide ledeu van het Heerenhuis
elkaar na het einde der voor de pers ove
rigens moeilijke verstaanbare rede des
kardinaals, elkaar de hand reikten. De
kardijaal verklaarde, dat delijkverbranding
weliswaar niet strijdig was met eenige
dogma der katholieke of der evangelische
belijdenis, doeh door de katholieke Kerk
ten strengste verboden was. Door de aan
neming van dit ontwerp zou men wederom
een stap verder gaan in de richting van
de ontkerstening des volks. Minister Von
Dallwitz bleef het ontwerp verdedigen als
een tegemoetkoming aan de wenschen eener
„aanzienlijke meerderheid" van anders
denkenden in Pruisen.
BELGIS.
De regeeringsverklaring.
Dinsdag heeft het ministerie De Broque-
ville voor de Kamer zijn regeeringsverkla
ring afgelegd, waarbij het zich van dezelfde
kleur verklaarde als het ministerie. Schol-
laert, dus geen zakenkabinet. En wat het
kritieke punt betreft;
Naar aanleiding van de wet op het
verplichte onderwijs, met waarborg van
vrije schoolkeus, zegt de regeering, dat
op de wet, wat haar bedoelingen betreft,
zoo goed als niets aan te merken valt, wat
de uitvoering betreft is zij echter voor ver
betering vatbaar. De regeering doet een
beroep op de bedaardheid en het overleg
van allen.
De eerste, die 't woord voerde, was
Woeste.
Hij was aan de Kamer, aan het land en
aan zjjn eer versehuldigd, eenige uitleg
gingen te geven. Vóór 4 Juni had hjj met
den koning geen gedacht over de school
wet gewisseld. Toen heeft de koning hem
geroepen. Van zjjn rede wil hjj geen woord
terug nemen. Men heeft die aangevallen
doch haar niet gepubliceerd.
Er staat geen woord of geen zin in die
in strijd is met de beginselen, welke hem
zijn geheele openbare leven hebben geleid
en die ook de beginselen der Rechterzijde
zjjn.
Hjj spoort ten slotte de rechterzijde aan
zich om de regeering te scharen.
Tweede spreker was Hij mans: De ver
dwijning van het kabinet-Schollaert, dat
het land tot een burgeroorlog voerde (sic)
was een opluchting (soulagement).
Hij brengt hulde aan Woeste, die zijn
plicht heeft gedaan.
De ware oorzaak van den val van het
kabinet was zijn onmacht om het onder
nomen werk ten einde te brengen.
„Wij hebben de toenadering van de beide
partjjen der linkerzijde gewild en willen
die meer dan ooit. Konder afstand te doen
van eigen beginselen, met het doel om
een einde te maken aan het clericale stelsel,
zullen wij de formule vinden om u omver
te werpen en aan het land een stelsel van
zedelijke en politieke vrijheid te schenken".
De eerste minister verklaart naar aan
leiding van de parlementsontbinding, die
door de oppositie is geeischt, dat parlements
ontbinding onder de praerogatieven van
de Kroon valt en dat hij in de Kamer niet
behoeft te zeggen, wat hij den Koning
zal raden.
Vandevelde, de socialistische leider,
verklaart dat de partijen der linkerzijde
schouder aan schouder zullen strijden tot
verwezenlijking der hervormingen, die iö
beider programma's zijn opgenomen.
Schollaert betoogt, dat de rechterzijde,
waar de partijen der linkerzijde samengaan,
vergeten warden. Waarlijk, Hadumut, gij
zijt van edelen geslachte en gij zult op mijn
woord in eere gehouden worden. Een
nieuw leven zal voor u beginnen, en, gij
moet alles leeren, wat hooggeboren vrou
wen te weten en te kennen betaamt",
Vriendelijk en vaderlijk was de af
scheidsgroet, dien hij allen toeknikte, eer
hij de zaal verliet.
Zoodra het geluid zijner dreunende voet
stappen wegstierf, begon in alle hoeken
en kanten weer het gefluister, gepraat
en gelach. Van de schoone lippen der
hofdames echter kwamen scherpe woor
den voor Hadumut. Hoe verheugden zij
zich een voorwerp te hebben, waaraan zij1
vrij haar spotlust konden botvieren
De Saksische jonkvrouw evenwel vol
hardde in ongenaakbaar trotsehe houding.
Alle stekelige gezegden schenen langs haar
heen te gaan. En toch drongen ze diep.
en pijnlijk in haar gemoed. In hare vrcug-
delooze eenzaamheid vroeger had zij zich
niet zoo verlaten gevoeld ,als thans onder
deze zoo aanminnige en toch zoo hoosaar
dige Frankische dochteren. hoe haatte
zij deii keizer, die haar aan dit droeve ge
zelschap had overgeleverd!
(Wordt vervolgd.)