nf's CorsetiBD
ijschs Modellen
No. 10. TWEEDE BLAD. NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT Zaterdag 21 Januari 1911.
lEGINT en HYGIËNISCH.
n HYGIËNISCH.
^bibliotheken.
|k.
lp en Verven alles.
Zelandia Antiqua.
FEUILLETON
Langs verborgen paden.
BUITENLAND.
liDN
In de nieuwste
eten en prjjzen.
ld, geopend Dinsdagavond
rkrijgbaar gratis voor de
[eeniging, geopend Woens-
ur, 3 cent per boek, voor
gratis verkrijgbaar.
Aken zijn geplaatst in het
l/incentiusvereeniging, ge-
1 121 uur. Abonnement
|9 ct. per boek en per week.
ijgbaar iedereu Zaterdag-
[ure bjj den koster, Lange
per bjek 2 cent
ie Zusterschool. Te bevra
na de hoogmis.
de R.-K. Jongensschool,
[d van ll1/,—12V2 uur. Prijs
week en per deel.
IZondags van 121 uur, in
rt de Kerk. Prijs der boeken
I 11)40: 1 cent per week
[boven 1U40 21/, eest per
leel; Illustraties cent per
Bel.
cent per stuk.
de R. K. Bewaarschool,
eopend eiken Zondag en te
den Weleerw. Heer Baten-
■n. Prijs per week en per
ie.
ndag na de Hoogmis.
krijgbaar aan de Pastorie,
12—121/, uur, 2 cent per
leek.
ind.
fndag, onmiddellijk na Vespers
lindag, onmiddellijk na Vespers
in het Patronaatsgebouw,
geopend van 1212V* uur'
per boek.
Bondag, onmiddelijk na Vespers
1 21 j cent per deel.
Ln: Stoomgoed binnen 8,
lied binnen 12 dagen,
ketten ons direct franco
Bgezonden, zen
|n wij franco te
rug met
IO°/o korting
ZIJN
)ntvangen de Dieuwste
alle maten en prijzen.
De mirakuleuze Hostie te Middelburg.
Een merkwaardig boekje berust ter Pro
vinciale Bibliotheek v.an Zeeland, al lijkt
het niets op de prachtuitgaven onzer da
gen: „Historie ende Mirakelen van do
Alderheyligste Hostie, in hot jaar 1374
tot Middelburg in Zeeland in zienlijk
vleesch veranderd Het jaartal ont
breekt, maar het moet in het begin der
vorige eeuw gedrukt zijn „tot Loven (Leu
ven) bij T. Franckx, boekdrukker in de
Pensstraat" als een verbeterde uitgave
van 1774, toen men daar te steile met
groote plechtigheden het vierde eeuwgetij
van de wondervolle gebeurtenis gevierd
had. Achter in het boekskc is de volgen
de goedkeuring afgedrukt van de oor
spronkelijke uitgave: „Al is het zaek-en
dat de weez-entlijke teg-enwoondigheyd van
Christus Jezus in het H. Sacrament des
Autaors opentlijk bew-eez-en worde zoo
uyt het geschreeven woord Gods, als uyt
het gemeen gevoelen der geloovigen van
alle eeuwen, nogta.ns vermits wij dagelijks
naderen tot die gevaarlijke tijden, op de
welke, gelijk de Zaligmaker zelf heeft
gezegd, schier geen geloof meer zal ge
vonden worden op de aarde, de
groote Fransche revolutie zou weldra
losbarsten, zoo oordeel© ik dat dit
boeksken, voerende voor titelHistorie
oude Mirakelen enz. zeer profijtelijk in
druk zal gegeven worden, opdat de op-
regte Christenen door het lezen va.n het-
-zelve nog meer zouden aangewakkerd
worden tot den dienst enide eerbiedigheid
van het alderheyligste Sacrament, endie
de ong-eloovigen door zulk een bovenna
tuurlijke en tastelijke preuve' overtuigd
zijnde van hunne dolingen, de ware lee
ring van do Kerk of zouden omhelzen',
ofte ten minste zouden nalaten van de
zelve vermetelijk te lasteren. Altlus j
da,an binnen Loven den 3 Fehr. 1774.
Franciscus Jacques, gezegd Jacobi. Licen
tiaat in de H. Godgeleerdheid, Kanun
nik der Collegiale Kerk van St. Pieter
Apostolische en Koninklijke Keurder en
Visiteerder der boeken in de Oostenrijk
sche Nederlanden (België), President in
het Collegie va,n de Drie Tongen, enz."
Na met een enkel woord opgemerkt
te hebben, dat de Heer op verschillende
tijden en plaatsen zeer dikwijls heeft doen
blijken van Zijn wezenlijke tegenwoordig
heid in het H. Sacrament des Altaars
schoon maar zelden zoo „zienlijk", zoo
overtuigend, a,ls het groote mirakel, te
Middelburg geschied, begint de ongenoem
de, doch blijkbaar zeer bevoegde schrij
ver de buitengewone gebeurtenis te ver
halen. Het was in hot voorjaar van 1374.
In de Zeeuwsche hoofdstad woonde een
edele en godvruchtige vrouwe, die nauw
keurig acht gaf ,o-p de gangen van haar
huisgezin. Daar de eerste Zondag van
de Vasten aanstaande ,was, vermaande
zij haar ondergeschikten, zoo in het al
gemeen a,ls in het bizon-der, dat zij zich
zorgvuldig zouden voorbereiden tot het
ontvangen van de H. Communie. Een der
dienstboden, een van .Keulen geboortig
jonkman, veroorzaakte zijn meesteres
door zijn ongeregeld leven en geringe
godsvrucht veel verdriet. Hem vooral bad
en smeekte zij, .om den verkeerden weg
te verlaten -en zich op Zondag met zijn
gezellen aan de Tafel des Heeren néér
te zetten. Zij spaarde hem tevens geen
bedreigingen.
Meer vreezende een tij-deljjik verlies da,n
zijn eeuwig verderf is de knecht met
de anderen, zonder eerst zijn schuld in
do biecht te belijden en de absolutie
te ontvangen of ook maar berouw te
verwekken, te Communie gegaan. Nau
welijks echter ha.d het Brood der En
gelen zijn tong aangeraakt of d-e hand
des Heeren trof den heiligschenner. Als
oen hulpelooze blinde zat hij 'daar aan
de communiebank en hij voelde tevens,
hoe do H,. Hostie veranderd was in
vleesch. Hij ivilde het doorzwelgen en
zette er de tanden in, maar op hetzelfde
oogenblik sprong bet bloed uit zijn
mond en bevlekte het communiekleed.
12.
,,'tKwam toch eenmaal uit", antwoord
de de andere. „Kersten wandelt reeds
lang boven -een vulkaan. Waarom legt
lij het ook zoo dol aan? We spelen
ook wel, maar zoo zonder overleg als
hjLaten we er niet meer over
spreken. Kom mee naar den punchbowl;
misschien brengen we onzen capitano
weer in goed -humeur".
Op deze manier van den onder tucht
gebrachten kameraad tot de dagorde over
gaande, verlieten de officieren de speel
zaal en vervoegden zich bij hunne oudere
kameraden, die in de vroolijkste luim
allerlei avonturen uit de laatste manoeu
vres vertelden. Behalve kapitein van Bre-
ding had niemand het voorval in de
zjkamer opgemerkt.
Do straat „Unter den Linden" was,
zooals des avonds gewoonlijk, in een©
zee van licht gehuld. Anders was zij
op dit uur als op den dag druk bezocht,
heden echt-er, bij dit hevig stormweer.
F.en druppel van dat mirakuleus bloed
werd hij de Paters Augustijnen te Leu
ven bewaard in een kleine verguld-zil
veren ciborie.
Do Heer had den ongelukkige in Zijn
oneindige barmhartigheid gestraft als
een Vader: tot verbetering, ü-e knecht
kwam tot inkeer en beleed onder veel
tranen zijn schuld. Hij herkreeg het ge
bruik zijner oogen. In zijn verder leven
onderscheidde hij zich door een diepen
eerbied voor het H. Altaarsacrament. Ten
laatste is hij naar zijn geboorteplaats te
ruggekeerd en aldaar, na een heilig en
boetvaardig leven, in den Heer ontslapen.
Die terugkeer van Jan den knecht had
bepaald een veel gewichtiger reden dan
om zijn laatste dagen door te brengen,
waar hij zijn jongensjaren gesleten had.
Daarheen, naar Keulen, werd nog in het
zelfde jaar het H. Sacrament van Mi
rakel overgebracht en in de Domkerk be
waard. Als om den meuschen duidelijk
te maken, hoeveel eerbiedigheid zij ver
schuldigd waren aan deze in vleesch ver
anderd© II. Hostie -en eenige druppelen
bloed, verhieven zich van zelf al de re-
liquiën, toen de Priesters met den kost
baren scha.t 'binnentraden, t geen later nog
enkele koeren is geschied. Een religieuze,
sinds twee jaren lam, genas op het aan
roepen van het H. Sacrament van Mira
kel en een lamp, er voor hangende,
brandde 's morgens nog a,ls steeds, schoon
men 's avonds vergeten had ze met olie
te vullen.
In het jaar 1374 werd Prior van het
Augustijnenklooster te Keulen Pator Joan
nes Byarens, gewoonlijk Pater Vander-
geest geh-eeten, naar zijn geboorteplaats
Sint-Jans-Geest onder Geldomaken. I>e
Prior, die te Leuven zijn plechtige pro
fessie had gedaan, was tevens de biecht
vader v,a,n den KeuLscben Aartsbisschop
en verheugde zich in de vriendschap en
genegenheid van dezen hoogen Prelaat.
Zoo is het geschied en misschien
omdat het wonder, volgens de overle
vering, had plaats gehad in de Midd-el-
delhurgsche Augustijnerkerk, dat de
H. Hostie is overgebracht naar de kerk
dezer Paters. De Prior heelt toen een
schoon verguld-zilveren kruis laten ver
vaardigen met een gouden kelkje, als be
waarplaats voor den H. Schat, daar waar
de armen elkaar snijden.
Na het eindigen van het Prioraat zou
Pater Vandergeest naar zijn vaderland,
naar Leuven terugkeer-en en gaf den Aarts
bisschop zijn hartewensch te kennen, ten
minste een deel van de II. R-eliquie te
mogen m-edenemen naar het klooster,
waar hij de professie had gedaan. Drie
dagen lang vastten en baden de Kloos
terlingen en toen werd het H. Vleesch
wonderlijk verdeeld gevonden.
Deze overbrenging geschiedde in het
.jaar 1380 en van toen af trok jaarlijks
op den derden Zondag na, Pinksteren een
groote processie met het H. Sacrament
van Mirakel na de plechtige Hoogmis door
Leuven's straten. Deze processie is ook
hierom merkwaardig, dat er voor het eerst
gebruik gemaakt werd van rustaltaren tot
het geven van de benedictie. Op den
eersten Zondag van de Vasten den
eigenlijken gedenkdag -en de beide vol
gend© dagen hield men het Veertig-uren-
gobed en gedurende de week vóór Pink
sterfeest van Maandag tot Vrijdag da
gelijks uitstelling van het H. Sacrament,
een solemneele H. Mis, een processie door
den kloosterhof en een plechtig Lof. Het
feest op den derden Zondag werd ge
vierd met ©en octaaf en den Zondag na
dien besloten met een kleine processie
in de buurt. L.
(Slot volgt.).
FKIif liK IJ li
Do ontaarding ©ener vakorga
nisatie. In de Fransche Kamer is een
debat gehouden over de C. G. T., (Co
mité Général du Travail), den bond van
had ieder een zeker, warm plaatsje ge
zocht. Slechts weinige voorbijgangers zag
men en deze letten niet op- den offi
cier miet hoog-opgeslagen mantelkraag,
die waggelend, bijna gelijk een beschon
ken©, zijn weg vervolgde. Johan Ker
sten, want hij was liet, wist nauwelijks,
waarheen zijne schreden hem leidden;
werktuigelijk zette hij zijn weg naar bet
station voort. Het zag er erbarmelijk met
hem uit. Nu en dan lachte hij luidop,
als iemand, die zijn verstand kwijt was;
dan sloeg hij zich voor het voorhoofd,
„Het is klaar, h-eelemaal afgemaakt'
mompelde hij tusschen zijne tanden, „voor
mij is er nog één ding over: een kogel!'
En voort spoedde hij. Op de brug bij
het slot, waar de storm bijzonder woed
de en hem de muts van het hoofd
dreigde te rukken, bleef hij als uitge
put staan en blikte neer in de golven
van de Spree, die langzaam voortrol
-den. E-en sprong... en alles is gedaan!
Een oogenblik schoot hem deze iluiv-elsch-e
gedachte als een bliksemstraal door het
brein.
„Neen", zeide hij, in bittere woede,
„dien dood niet. Een soldaat, al is het
ook met hem gedaan, past een kogel.,
Maar ik hen katholiekeen eeuwig
heid".
akvereeniging-en. Nu, het was wel noo-
dig, dat eens de aandacht werd geves
tigd op deze organisatie, welke op af
schrikwekkende wijze illustreert, wat er
van oen vereeniging wordt, wanneer zij
macht en geen goede beginselen heeft.
Zij is thans een haard van revolutie-,
die zelfs de huidigen Franschen met
haar geestverwanten Staat bedreigt.
Het was de heer Geo-rges Berry, die
aangaande de O. G. T. eenige vragen)
tot de regeering richtte, daarbij wel nu
©u dan van de uiterste Linkerzijde in
de rede gevallen, maar toch over 't al
gemeen met verrassende stilte aange
hoord. Hij zeide blijkbaar dingen die nog
niet tot het bewustzijn waren geyaakt
en zich nu opeens openbaarden.
Spreker toonde aan, hoe de C. G. T.
bezig was geweest in de staking der
mijnwerkers, in de spoorwegstaking, in
de jacht op werkwilligen, de sabotage enz.
Maar vooral .wees hij op- hot gevaar
da.t van dien vakbond voor hot leger
en aldus voor de veiligheid des lands
zelf dreigde.
In 1902 heeft zij reeds gesticht een
fonds voor de oproerlingen, waaraan 5 pro
cent van de contributies werden besteed.
Daaruit werden soldaten gehonoreerd
voor het mak-en van anti-militaristische
propaganda onder hun kameraden in de
kazerne.
Berry legde ten bewijze van zijn m-e-
dod-eelingen een twintigtal brieven over.
,En de vrijheid dan", riep men hem
va,n links toe, waarop hij met kiem de
vraag stolde: of het beginsel van vrij
heid meebracht, do verdediging des lands
in gevaar te brengen.
Hij deelde ook nog mee, dat -er in
do steden, waar arbeidsbeurzen zijn,
schuilplaatsen worden ingericht, waar de
serteurs zich kunnen verbergen en va,n
kleeren voorzien voor liun vlucht over
do grenzen.
Ook ,met onderwijs bemoeit zich deze
Vakbond".
De urgentie is reeds aangenomen van
een kas, waaruit onderwijzers zullen wor
den beloond voor 't geven van onderwijs
in den geest der beginsel-en van den Bond
Ook een tweede sprezer, Lairoile, -een
nieuweling in de Kamer, heelt het over
't zelfde onderwerp gehad.
Hij vroeg, of men wettelijk bestaans
recht kan toekennen aan een bond, die
alle rechten, welke door d-e wet zelv-e
zijn vastgelegd, tracht te vernietigen.
Ja.urès he-eft er op geroemd, dat het
reeds te laat was om zich te verzetten,
maar .spreker wilde niet geiooven dat
het te la.a.t was om Frankrijk te redden.
De regeering heeft nog niet geant
woord we zijn wel benieuwd naar wat
zo z-cggon gaat. Misschien zal ze bewe
ren dat z-e wel eens iemand die 't al
te bont maakt, vervolgt.
Maar -dan krijgt hij toch verzachting
van straf, of men geeft hem, zooais met
Patau-d geschiedde, een vrijgeleide! Een
vervolgd mis-clad.gt-r met een vrijgeleide!
„C."
De aanslag op Briand. Thans
wordt algemeen aangenomen, dat Gizol
me, de persoon, die Dinsdagmiddag twee
revolvez-schoten in liet Fransche parle
ment loste, niet wel bij het liooL-d is.
Nadat men hem ontwapend had, werd
hij -door een beambte in verhoor genomen.
Do man vroeg hem, waarom hij eigenlijk
geschoten had. ik heb zoo maar in
't wilde weg geschoten", antwoordde d-e
dader op dwazen toon.
Daarop werd Gizolnie naar den rech
ter van onderzoek geleid en deze li-et
hem -ee-n uitvoerig v-erhaa.I van het
voorval geven. Maar het kostte den ma
gistraat ontzettend veel moeite om den
gevangene aan -den praat te krijgen.
Na langen tijd gezwegen te hebb-en,
zei Gizolme: „lk zal probeeren om h-et
u duidelijk te m.aken" en dan begon hij
een zeer lange verwarde geschiedenis te
vertellen. Hij was vroeger professor ge
weest aan de hoogeschool van Bayoimo
En wed-er een weinig moed vattend,
ging hij verd-er, terwijl hij niet bemerkte,
dat hij twee personen passeerde, waar
van -de -een, de jongste, een jongeling
van ongeveer twintig jaren, hem verbaasd
nakeek.
„Mijnheer Kapelaan, -dat was luitenant
Kersten", zeide hij daarop tot zijn ge-
zei, -een jongen priester in het zwarte
priestergewaad, „wel, hij keek zoo op
lettend naar de Spree; hij zou zich tocli
nieteen wonder zou het waarlijk
niet zijn; zooals moeder schrijft, moet
bij Kersten de boel met groot verlies
gesprongen zijn".
„Neen, Karei, gij vergist u, da:t was
Johan Kersten met", antwoordde de
priester; „zoover ik weet staat -hij in
Brandenburg en zal juist niet voor zijn
pleizier uit zijn in dezen stormachti-gen,
avond. Kom, ik heb nog iets in mijne
woning to verrichten, en dan moeten wij
naar het station. Om 4 uur 's moigens
gaat de trein naar Keulen. Maandagavond
hoop ik in Holland te zijn".
„En ik ben dan hier heel en, al' ver
laten, zei-de d-e jongeling op treurig-en
toon, „wij zullen onzen adviseur in de
katholieke -arbeidersvereeniging maar al
to zeer missen".
..Houd gjj u maar flink en help -den
en door d-e schuld van -den heer Briand
afgezet, ,om even later te vertellen, dat
hij griffier van -een gerechtshof was ge
weest, maar heen werd gezonden, om
dat men hem voor krankzinnig hield. De
moest fantastische bijzonderheden, wel
ke hij -dan uit zijn verder leven gaf, be
wijzen duidelijk, dat hij aan vervolgings
waanzin lijdt.
Hoe hij in het parlementsgebouw geko
men was? "Wel hij had een toegangs
kaart ontvangen van afgevaardigde Gor-
ral, die hem persoonlijk kende.
Een der zaal-wachters, die meegehol
pen liad om Gizolme te arresteeren, ver
telde aan ,een journalist, dat hem de
vreemde doening van den man reeds da
delijk was opgevallen. Blotseling zag hij,
hoe Gizolm-e een revolver uit den zak
haalde -en schoot. Hij was direct op hem
toegesprongen, maar tw-ee schoten waren
reeds gevallen voor hij den arm van den
dader grijpen ko-n.
Het spreekt vanzelf, dat in do eer
ste oogenbiikken -een hevige opschudding
in het parlementsgebouw heerschte.
Eerst toen -d-e afgevaardigden hoord-en, dat
men met geen politieken aanslag te doen
had, maar met de daad van een waan
zinnige, kwamen -de opgewonden d-epu-
té's eenigszins tot bedaren. Een der af
gevaardigden dreef er zelfs den spot mee,
door te zeggen: „Nu zal er toch geen
bezwaar meer gemaakt worden tegen de
verhooging van onze toelagen, want thans
is aan het kamerlidmaatschap groot ge
vaar verbonden."
Dinsdagavond was het voor en in het
min. v. binnenl. zaken buitengewoon
druk; duizend-en menschen waren er heen
-gestroomd, om -d-e diplomaten en poli
tici, die Briand gingen gelukwenschen,
te zi-en aankomen. Briand meende, dat
het niet de moeite waard was, om -er
over te praten. Men had hier slechts
met de daad van een krankzinnige te
-doen. Toch mag d-e premier van geluk
spieken, want had Gizo-ime enkel-e centi
meters naa.r rechts genomen, dan was
de kogel niet in den enk-el van Mirmap,
maar in het ho-ofd van den premier te
recht gekomen.
De afgevaardigde Danielou, die twee
Danken ,achter Briand zat, vertelde aan
een journalist nog de volgende bijzon
derheden van het voorval„Ik hoorde
een .kogel fluiten, zag 'n zwakke licht
flits op de publieke tribune en bemerkte
-dat een man over de borstwering boog
en op Briand richtte.
Staatssecretaris Guisthau, die over Bri
and zat, riep hem toe: „Buk, buk!" Maar
Briand ^ton-cl op en vroeg: „Wat is -er
toch .eigenlijk te do-en?" Toen .zag hij.,
dat Mirman bleek in do bank lag en na
den gewonden regoerings-oommissaris ge
vraagd ,to hebben, wat hem scheelde,
sprak Briand tot ons „Mijne h-eeron, Mir
man is gewond."
Wij .namen Mirman onder den arm-, en
droegen hem uit de zaai."
Ofschoon Gizolme volhoudt, dat hij niet
bepaaldelijk: op den minister-president ge
mikt had, Is het m-eerendeel der bladen
toch van meening, dat de dader wel der
gelijk een aanslag op den premier be
oogde.
Gizolme heeft een broer, die een hoo,-
g-en post bekleedt op het ministerie van
arbeid. D-eze was ook in het parlements
gebouw en had niet 't flauwste vermoe
d-en, dat zijn broer de dader was.
Volgens de laatste berichten is d-e won
de van den heer Mirman niet gevaar,-
lijk, toch is zij ernstiger, dan men eerst
meende.
Mirman is oud-afgevaardigde. Hij was
het, die in 1893 op het spreekgestoelte
stond, toen d-e anarchist Vaillant een
bom in het parlementsgebouw wierp. Mir
man bleef ongedeerd, maar tal van per
sonen werden gewond, desniettegenstaan
de sprak do voorzitter Dupuy de bekende
woorden: „De zitting wordt voortgezet".
M a r t h ,a S t c i n h >e i 1. Mejuffrouw
Martha Steinh-eil heeft do wereld vaar-
nieuwien adviseur een handje", sprak ver
manend de priester, „da,n kunt gij veel
voor -de goede za.ak doen. Als God wil,
kom ik eens terug en houd voor u een
lezing".
„Ja, als die -ellendige wet tegen de
Jezuiten maar eenmaal uit den w-eg ge
ruimd is", meende Karei, wie-n het hui
len nader stond dap hot lachen, dewijl
hij met hart en ziel aan zijn bescherm
heer George van Bergen gehecht was.
Want -deze priester was niemand anders
dan George van Bergen, op w-eg naar
Holland, om in een Jezuitenkoliegi-e als
novice in te treden. „Ook dat zullen wij
nog beleven, God moet het geschikte
oogenblik daarvoor nog niet gekomen ach
ten", antwoordde de jonge priester. „Maar
wij zijn, waar wij- wezen moeten. Daar
gij mij uitgeleide wilt doen, kom bij mij
binnen". En -eene breed© deur openend,
waren beiden spoedig in de pastorie van
de Si-nt-Sebastianus-kerk verdwenen.
ZEVENDE HOOFDSTUK.
Luitenant Kersten was intusschen aan
h-et station gekomen, w,a,s do korte af
stand teruggespoord en zat nu in zijn
eigene woning te Brandenburg voor zijne
schrijftafel.
wol gezegd, en is in het klooster ge
treden.
Reeds tij-dens het beruchte proces van
haar moeder, had zij den wensch te ken
nen gegeven, om -den sluier aa;n te ne,-
men, thans is zij in het Carmelietessen,-
klooster van Trov-es getreden.
UHITHCHLIHD.
Het vergaan van do „U III".
Met groote spanning en ongerustheid
heeft men gisteren in Duitschland die
krachtig© pogingen gevolgd, welke door
de marine-autoriteiten werden gedaan om
de d-ertig personen, die in d-e „U 3"
opgesloten zaten te redden. Over dit
reddingswerk, dat met groote moeite ge
paard ging vinden wij in de Duitsch-e
bladen nog de volgende bijzonderheden:
„Al zeer spoedig bemerkte men, zoo zegt
het „Berl. Tagebl.", -d,a;t h-et onmoge
lijk was om de gezonken torpedo te
lichten. Men bracht daarom in allerijl
do groote kraan van de keizerlijke w-erf
naar de plaats des onheils. Verschillend©
omstandigheden bemoeilijkten het red
dingswerk, vooral het weer, dat voortdu
rend sl-echter werd. Bij een nevelige lucht
werd d-e Z.W.-wind al sterker en ster
ker en veroorzaakte een hevige deining.
Slechts met de grootste moeite, -en na
uren-langen arbeid slaagde nven er in
om het voorschip te lichten en boven
water te brengen, zoodat de 27 man,
die zich in dat gedeelte van den onder
zeeër bevonden, konden gered worden.
Ook dit reddingswerk ging met veel moei
te gepaard, vooral omdat vijf mannen
het bewustzijn verloren hadden en de
meeston niet bij machte waren hun lede
maten to verroeren. Om half negen wa
ren zij -echter gered, en uit d-en mond
van een der .officieren, kon men verne
men, dat d-e commandant Fischer, de of
ficier van d-e wiacht, luitenant Kalbe en
de dienstdoende stuurman in den toren
waren.
Aan redding van deze ingeslotenen viel
nog niet te denken, want de- toren be
vond zich onder water en met het ma
teriaal, dat tot nu toe ter plaatse was,
kon het schip niet zoover gelicht wor
den, dat d-e toren vrij kwam. Daarom
besloot d-e vice-admiraal Lans, de inspec
teur van bet torpedo-wezen, d-e hulp van
het groote lichterschip de „Vulkaan" in
te roepen. Onder de helle verlichting der
zoeklichten van den kruiser „Augsburg"
begon m-en in het bijzijn van prins Hein-
rich, aan het verdere reddingswerk. Uren
lang was men bezig om het achterste
gedeelte te lichten; eindelijk, na bov-en-
mensch-elijke krachtsinspanningen geluk
te meu er in, o-m kettingen aan hiet
schip te bevestigen en de „U 3" zoo
hoog te lichten, dat het boven waten
uitstak. Dan sloeg men de luiken van
■den toren in, om de opgesloten-en ver-
sche lucht to-e te vo-eren.
'tWas toen vier uur in -den morgen.
De redders sprongen aa,n boord van de
„U III", en haalden in enkele oogenblik-
ken d-e wezenlooze lichamen v,an de
ingeslotenen naar boven. Hoopte m-en
aanvankelijk nog, dat de ongelukkigen al
leen het bewustzijn hadden verloren, spoe.
dig bleek die hoop ij-del, want alle po
gingen om d-e levensgeesten weer op te
wekken, waren vruchteloos. De drie lij
ken werden naar het hospitaal overge
bracht en d-e „U 3" in de haven van
Kiel gesleept.
Over -d-e oorzaak van dit droevig on
geluk, weten zelfs de geredde manschap
pen geen opheldering te geven. Wel loopt
er -een gerucht, dat de „U 3"?door ©en
andere torpedo is aangevaren, maar aan
dit bericht wordt weinig of geen waarde
gehecht. Van andere zijde wordt gemeld,
dat men over do oorzaak der ramp het
stilzwijgen bewaart, wijl men niets over
den bouw van dézen onderzeeër wil be
kend mak-en.
Het is d-e eerste maal, dat de Duit-
scho vloot, door een onclerzeesch onge
luk getroffen wordt.
Mantel, dogen en muts had hij haastig
van zich geworpen, zijn wapenrok los
geknoopt en nu zat hij- daar, met hot
hoofd in de handen en was in doffe mij
mering verzonken.
Neen, wat en hoeveel hij! oo,k tobde,
voor hem was er geen andere uitweg meer
dan een kogelEn toch in gaarheid
is het geen kleine zaak, va,n het leven
afscheid te nemen, als men nauwelijks
24 jaren telt en men nog zoo gaarne
had geleefd en nog lev-en wild-e Maar,
hoe leven? Weder gleed een zelfv orach-
ten-de glimlach om den mond van den
jongen officierHet was immers mte't
hem gedaan, hij had uitgediend. Schul
den had hij gemaakt op schuldenko
lossaio sommen betaalde zijn vader, tot
deze niet meer kon. Deze stond, zooals
hij gehoord had, voor een volkomen bank
roet, s-edert hij zich door dien aarts-
gauwdief Bi-eler had laten inpalmen
Waarachtig, het is om wanhopig te wor
denNog -een geluk, dat Elisabeth
zich met alle kracht had verzet, o-m den
ollendigen deugniet, d-en jongen Biel-er
te huwien
(Wordt, vervolgd.)