nf's CorsetiBD ijschs Modellen No. 10. TWEEDE BLAD. NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT Zaterdag 21 Januari 1911. lEGINT en HYGIËNISCH. n HYGIËNISCH. ^bibliotheken. |k. lp en Verven alles. Zelandia Antiqua. FEUILLETON Langs verborgen paden. BUITENLAND. liDN In de nieuwste eten en prjjzen. ld, geopend Dinsdagavond rkrijgbaar gratis voor de [eeniging, geopend Woens- ur, 3 cent per boek, voor gratis verkrijgbaar. Aken zijn geplaatst in het l/incentiusvereeniging, ge- 1 121 uur. Abonnement |9 ct. per boek en per week. ijgbaar iedereu Zaterdag- [ure bjj den koster, Lange per bjek 2 cent ie Zusterschool. Te bevra na de hoogmis. de R.-K. Jongensschool, [d van ll1/,—12V2 uur. Prijs week en per deel. IZondags van 121 uur, in rt de Kerk. Prijs der boeken I 11)40: 1 cent per week [boven 1U40 21/, eest per leel; Illustraties cent per Bel. cent per stuk. de R. K. Bewaarschool, eopend eiken Zondag en te den Weleerw. Heer Baten- ■n. Prijs per week en per ie. ndag na de Hoogmis. krijgbaar aan de Pastorie, 12—121/, uur, 2 cent per leek. ind. fndag, onmiddellijk na Vespers lindag, onmiddellijk na Vespers in het Patronaatsgebouw, geopend van 1212V* uur' per boek. Bondag, onmiddelijk na Vespers 1 21 j cent per deel. Ln: Stoomgoed binnen 8, lied binnen 12 dagen, ketten ons direct franco Bgezonden, zen |n wij franco te rug met IO°/o korting ZIJN )ntvangen de Dieuwste alle maten en prijzen. De mirakuleuze Hostie te Middelburg. Een merkwaardig boekje berust ter Pro vinciale Bibliotheek v.an Zeeland, al lijkt het niets op de prachtuitgaven onzer da gen: „Historie ende Mirakelen van do Alderheyligste Hostie, in hot jaar 1374 tot Middelburg in Zeeland in zienlijk vleesch veranderd Het jaartal ont breekt, maar het moet in het begin der vorige eeuw gedrukt zijn „tot Loven (Leu ven) bij T. Franckx, boekdrukker in de Pensstraat" als een verbeterde uitgave van 1774, toen men daar te steile met groote plechtigheden het vierde eeuwgetij van de wondervolle gebeurtenis gevierd had. Achter in het boekskc is de volgen de goedkeuring afgedrukt van de oor spronkelijke uitgave: „Al is het zaek-en dat de weez-entlijke teg-enwoondigheyd van Christus Jezus in het H. Sacrament des Autaors opentlijk bew-eez-en worde zoo uyt het geschreeven woord Gods, als uyt het gemeen gevoelen der geloovigen van alle eeuwen, nogta.ns vermits wij dagelijks naderen tot die gevaarlijke tijden, op de welke, gelijk de Zaligmaker zelf heeft gezegd, schier geen geloof meer zal ge vonden worden op de aarde, de groote Fransche revolutie zou weldra losbarsten, zoo oordeel© ik dat dit boeksken, voerende voor titelHistorie oude Mirakelen enz. zeer profijtelijk in druk zal gegeven worden, opdat de op- regte Christenen door het lezen va.n het- -zelve nog meer zouden aangewakkerd worden tot den dienst enide eerbiedigheid van het alderheyligste Sacrament, endie de ong-eloovigen door zulk een bovenna tuurlijke en tastelijke preuve' overtuigd zijnde van hunne dolingen, de ware lee ring van do Kerk of zouden omhelzen', ofte ten minste zouden nalaten van de zelve vermetelijk te lasteren. Altlus j da,an binnen Loven den 3 Fehr. 1774. Franciscus Jacques, gezegd Jacobi. Licen tiaat in de H. Godgeleerdheid, Kanun nik der Collegiale Kerk van St. Pieter Apostolische en Koninklijke Keurder en Visiteerder der boeken in de Oostenrijk sche Nederlanden (België), President in het Collegie va,n de Drie Tongen, enz." Na met een enkel woord opgemerkt te hebben, dat de Heer op verschillende tijden en plaatsen zeer dikwijls heeft doen blijken van Zijn wezenlijke tegenwoordig heid in het H. Sacrament des Altaars schoon maar zelden zoo „zienlijk", zoo overtuigend, a,ls het groote mirakel, te Middelburg geschied, begint de ongenoem de, doch blijkbaar zeer bevoegde schrij ver de buitengewone gebeurtenis te ver halen. Het was in hot voorjaar van 1374. In de Zeeuwsche hoofdstad woonde een edele en godvruchtige vrouwe, die nauw keurig acht gaf ,o-p de gangen van haar huisgezin. Daar de eerste Zondag van de Vasten aanstaande ,was, vermaande zij haar ondergeschikten, zoo in het al gemeen a,ls in het bizon-der, dat zij zich zorgvuldig zouden voorbereiden tot het ontvangen van de H. Communie. Een der dienstboden, een van .Keulen geboortig jonkman, veroorzaakte zijn meesteres door zijn ongeregeld leven en geringe godsvrucht veel verdriet. Hem vooral bad en smeekte zij, .om den verkeerden weg te verlaten -en zich op Zondag met zijn gezellen aan de Tafel des Heeren néér te zetten. Zij spaarde hem tevens geen bedreigingen. Meer vreezende een tij-deljjik verlies da,n zijn eeuwig verderf is de knecht met de anderen, zonder eerst zijn schuld in do biecht te belijden en de absolutie te ontvangen of ook maar berouw te verwekken, te Communie gegaan. Nau welijks echter ha.d het Brood der En gelen zijn tong aangeraakt of d-e hand des Heeren trof den heiligschenner. Als oen hulpelooze blinde zat hij 'daar aan de communiebank en hij voelde tevens, hoe do H,. Hostie veranderd was in vleesch. Hij ivilde het doorzwelgen en zette er de tanden in, maar op hetzelfde oogenblik sprong bet bloed uit zijn mond en bevlekte het communiekleed. 12. ,,'tKwam toch eenmaal uit", antwoord de de andere. „Kersten wandelt reeds lang boven -een vulkaan. Waarom legt lij het ook zoo dol aan? We spelen ook wel, maar zoo zonder overleg als hjLaten we er niet meer over spreken. Kom mee naar den punchbowl; misschien brengen we onzen capitano weer in goed -humeur". Op deze manier van den onder tucht gebrachten kameraad tot de dagorde over gaande, verlieten de officieren de speel zaal en vervoegden zich bij hunne oudere kameraden, die in de vroolijkste luim allerlei avonturen uit de laatste manoeu vres vertelden. Behalve kapitein van Bre- ding had niemand het voorval in de zjkamer opgemerkt. Do straat „Unter den Linden" was, zooals des avonds gewoonlijk, in een© zee van licht gehuld. Anders was zij op dit uur als op den dag druk bezocht, heden echt-er, bij dit hevig stormweer. F.en druppel van dat mirakuleus bloed werd hij de Paters Augustijnen te Leu ven bewaard in een kleine verguld-zil veren ciborie. Do Heer had den ongelukkige in Zijn oneindige barmhartigheid gestraft als een Vader: tot verbetering, ü-e knecht kwam tot inkeer en beleed onder veel tranen zijn schuld. Hij herkreeg het ge bruik zijner oogen. In zijn verder leven onderscheidde hij zich door een diepen eerbied voor het H. Altaarsacrament. Ten laatste is hij naar zijn geboorteplaats te ruggekeerd en aldaar, na een heilig en boetvaardig leven, in den Heer ontslapen. Die terugkeer van Jan den knecht had bepaald een veel gewichtiger reden dan om zijn laatste dagen door te brengen, waar hij zijn jongensjaren gesleten had. Daarheen, naar Keulen, werd nog in het zelfde jaar het H. Sacrament van Mi rakel overgebracht en in de Domkerk be waard. Als om den meuschen duidelijk te maken, hoeveel eerbiedigheid zij ver schuldigd waren aan deze in vleesch ver anderd© II. Hostie -en eenige druppelen bloed, verhieven zich van zelf al de re- liquiën, toen de Priesters met den kost baren scha.t 'binnentraden, t geen later nog enkele koeren is geschied. Een religieuze, sinds twee jaren lam, genas op het aan roepen van het H. Sacrament van Mira kel en een lamp, er voor hangende, brandde 's morgens nog a,ls steeds, schoon men 's avonds vergeten had ze met olie te vullen. In het jaar 1374 werd Prior van het Augustijnenklooster te Keulen Pator Joan nes Byarens, gewoonlijk Pater Vander- geest geh-eeten, naar zijn geboorteplaats Sint-Jans-Geest onder Geldomaken. I>e Prior, die te Leuven zijn plechtige pro fessie had gedaan, was tevens de biecht vader v,a,n den KeuLscben Aartsbisschop en verheugde zich in de vriendschap en genegenheid van dezen hoogen Prelaat. Zoo is het geschied en misschien omdat het wonder, volgens de overle vering, had plaats gehad in de Midd-el- delhurgsche Augustijnerkerk, dat de H. Hostie is overgebracht naar de kerk dezer Paters. De Prior heelt toen een schoon verguld-zilveren kruis laten ver vaardigen met een gouden kelkje, als be waarplaats voor den H. Schat, daar waar de armen elkaar snijden. Na het eindigen van het Prioraat zou Pater Vandergeest naar zijn vaderland, naar Leuven terugkeer-en en gaf den Aarts bisschop zijn hartewensch te kennen, ten minste een deel van de II. R-eliquie te mogen m-edenemen naar het klooster, waar hij de professie had gedaan. Drie dagen lang vastten en baden de Kloos terlingen en toen werd het H. Vleesch wonderlijk verdeeld gevonden. Deze overbrenging geschiedde in het .jaar 1380 en van toen af trok jaarlijks op den derden Zondag na, Pinksteren een groote processie met het H. Sacrament van Mirakel na de plechtige Hoogmis door Leuven's straten. Deze processie is ook hierom merkwaardig, dat er voor het eerst gebruik gemaakt werd van rustaltaren tot het geven van de benedictie. Op den eersten Zondag van de Vasten den eigenlijken gedenkdag -en de beide vol gend© dagen hield men het Veertig-uren- gobed en gedurende de week vóór Pink sterfeest van Maandag tot Vrijdag da gelijks uitstelling van het H. Sacrament, een solemneele H. Mis, een processie door den kloosterhof en een plechtig Lof. Het feest op den derden Zondag werd ge vierd met ©en octaaf en den Zondag na dien besloten met een kleine processie in de buurt. L. (Slot volgt.). FKIif liK IJ li Do ontaarding ©ener vakorga nisatie. In de Fransche Kamer is een debat gehouden over de C. G. T., (Co mité Général du Travail), den bond van had ieder een zeker, warm plaatsje ge zocht. Slechts weinige voorbijgangers zag men en deze letten niet op- den offi cier miet hoog-opgeslagen mantelkraag, die waggelend, bijna gelijk een beschon ken©, zijn weg vervolgde. Johan Ker sten, want hij was liet, wist nauwelijks, waarheen zijne schreden hem leidden; werktuigelijk zette hij zijn weg naar bet station voort. Het zag er erbarmelijk met hem uit. Nu en dan lachte hij luidop, als iemand, die zijn verstand kwijt was; dan sloeg hij zich voor het voorhoofd, „Het is klaar, h-eelemaal afgemaakt' mompelde hij tusschen zijne tanden, „voor mij is er nog één ding over: een kogel!' En voort spoedde hij. Op de brug bij het slot, waar de storm bijzonder woed de en hem de muts van het hoofd dreigde te rukken, bleef hij als uitge put staan en blikte neer in de golven van de Spree, die langzaam voortrol -den. E-en sprong... en alles is gedaan! Een oogenblik schoot hem deze iluiv-elsch-e gedachte als een bliksemstraal door het brein. „Neen", zeide hij, in bittere woede, „dien dood niet. Een soldaat, al is het ook met hem gedaan, past een kogel., Maar ik hen katholiekeen eeuwig heid". akvereeniging-en. Nu, het was wel noo- dig, dat eens de aandacht werd geves tigd op deze organisatie, welke op af schrikwekkende wijze illustreert, wat er van oen vereeniging wordt, wanneer zij macht en geen goede beginselen heeft. Zij is thans een haard van revolutie-, die zelfs de huidigen Franschen met haar geestverwanten Staat bedreigt. Het was de heer Geo-rges Berry, die aangaande de O. G. T. eenige vragen) tot de regeering richtte, daarbij wel nu ©u dan van de uiterste Linkerzijde in de rede gevallen, maar toch over 't al gemeen met verrassende stilte aange hoord. Hij zeide blijkbaar dingen die nog niet tot het bewustzijn waren geyaakt en zich nu opeens openbaarden. Spreker toonde aan, hoe de C. G. T. bezig was geweest in de staking der mijnwerkers, in de spoorwegstaking, in de jacht op werkwilligen, de sabotage enz. Maar vooral .wees hij op- hot gevaar da.t van dien vakbond voor hot leger en aldus voor de veiligheid des lands zelf dreigde. In 1902 heeft zij reeds gesticht een fonds voor de oproerlingen, waaraan 5 pro cent van de contributies werden besteed. Daaruit werden soldaten gehonoreerd voor het mak-en van anti-militaristische propaganda onder hun kameraden in de kazerne. Berry legde ten bewijze van zijn m-e- dod-eelingen een twintigtal brieven over. ,En de vrijheid dan", riep men hem va,n links toe, waarop hij met kiem de vraag stolde: of het beginsel van vrij heid meebracht, do verdediging des lands in gevaar te brengen. Hij deelde ook nog mee, dat -er in do steden, waar arbeidsbeurzen zijn, schuilplaatsen worden ingericht, waar de serteurs zich kunnen verbergen en va,n kleeren voorzien voor liun vlucht over do grenzen. Ook ,met onderwijs bemoeit zich deze Vakbond". De urgentie is reeds aangenomen van een kas, waaruit onderwijzers zullen wor den beloond voor 't geven van onderwijs in den geest der beginsel-en van den Bond Ook een tweede sprezer, Lairoile, -een nieuweling in de Kamer, heelt het over 't zelfde onderwerp gehad. Hij vroeg, of men wettelijk bestaans recht kan toekennen aan een bond, die alle rechten, welke door d-e wet zelv-e zijn vastgelegd, tracht te vernietigen. Ja.urès he-eft er op geroemd, dat het reeds te laat was om zich te verzetten, maar .spreker wilde niet geiooven dat het te la.a.t was om Frankrijk te redden. De regeering heeft nog niet geant woord we zijn wel benieuwd naar wat zo z-cggon gaat. Misschien zal ze bewe ren dat z-e wel eens iemand die 't al te bont maakt, vervolgt. Maar -dan krijgt hij toch verzachting van straf, of men geeft hem, zooais met Patau-d geschiedde, een vrijgeleide! Een vervolgd mis-clad.gt-r met een vrijgeleide! „C." De aanslag op Briand. Thans wordt algemeen aangenomen, dat Gizol me, de persoon, die Dinsdagmiddag twee revolvez-schoten in liet Fransche parle ment loste, niet wel bij het liooL-d is. Nadat men hem ontwapend had, werd hij -door een beambte in verhoor genomen. Do man vroeg hem, waarom hij eigenlijk geschoten had. ik heb zoo maar in 't wilde weg geschoten", antwoordde d-e dader op dwazen toon. Daarop werd Gizolnie naar den rech ter van onderzoek geleid en deze li-et hem -ee-n uitvoerig v-erhaa.I van het voorval geven. Maar het kostte den ma gistraat ontzettend veel moeite om den gevangene aan -den praat te krijgen. Na langen tijd gezwegen te hebb-en, zei Gizolme: „lk zal probeeren om h-et u duidelijk te m.aken" en dan begon hij een zeer lange verwarde geschiedenis te vertellen. Hij was vroeger professor ge weest aan de hoogeschool van Bayoimo En wed-er een weinig moed vattend, ging hij verd-er, terwijl hij niet bemerkte, dat hij twee personen passeerde, waar van -de -een, de jongste, een jongeling van ongeveer twintig jaren, hem verbaasd nakeek. „Mijnheer Kapelaan, -dat was luitenant Kersten", zeide hij daarop tot zijn ge- zei, -een jongen priester in het zwarte priestergewaad, „wel, hij keek zoo op lettend naar de Spree; hij zou zich tocli nieteen wonder zou het waarlijk niet zijn; zooals moeder schrijft, moet bij Kersten de boel met groot verlies gesprongen zijn". „Neen, Karei, gij vergist u, da:t was Johan Kersten met", antwoordde de priester; „zoover ik weet staat -hij in Brandenburg en zal juist niet voor zijn pleizier uit zijn in dezen stormachti-gen, avond. Kom, ik heb nog iets in mijne woning to verrichten, en dan moeten wij naar het station. Om 4 uur 's moigens gaat de trein naar Keulen. Maandagavond hoop ik in Holland te zijn". „En ik ben dan hier heel en, al' ver laten, zei-de d-e jongeling op treurig-en toon, „wij zullen onzen adviseur in de katholieke -arbeidersvereeniging maar al to zeer missen". ..Houd gjj u maar flink en help -den en door d-e schuld van -den heer Briand afgezet, ,om even later te vertellen, dat hij griffier van -een gerechtshof was ge weest, maar heen werd gezonden, om dat men hem voor krankzinnig hield. De moest fantastische bijzonderheden, wel ke hij -dan uit zijn verder leven gaf, be wijzen duidelijk, dat hij aan vervolgings waanzin lijdt. Hoe hij in het parlementsgebouw geko men was? "Wel hij had een toegangs kaart ontvangen van afgevaardigde Gor- ral, die hem persoonlijk kende. Een der zaal-wachters, die meegehol pen liad om Gizolme te arresteeren, ver telde aan ,een journalist, dat hem de vreemde doening van den man reeds da delijk was opgevallen. Blotseling zag hij, hoe Gizolm-e een revolver uit den zak haalde -en schoot. Hij was direct op hem toegesprongen, maar tw-ee schoten waren reeds gevallen voor hij den arm van den dader grijpen ko-n. Het spreekt vanzelf, dat in do eer ste oogenbiikken -een hevige opschudding in het parlementsgebouw heerschte. Eerst toen -d-e afgevaardigden hoord-en, dat men met geen politieken aanslag te doen had, maar met de daad van een waan zinnige, kwamen -de opgewonden d-epu- té's eenigszins tot bedaren. Een der af gevaardigden dreef er zelfs den spot mee, door te zeggen: „Nu zal er toch geen bezwaar meer gemaakt worden tegen de verhooging van onze toelagen, want thans is aan het kamerlidmaatschap groot ge vaar verbonden." Dinsdagavond was het voor en in het min. v. binnenl. zaken buitengewoon druk; duizend-en menschen waren er heen -gestroomd, om -d-e diplomaten en poli tici, die Briand gingen gelukwenschen, te zi-en aankomen. Briand meende, dat het niet de moeite waard was, om -er over te praten. Men had hier slechts met de daad van een krankzinnige te -doen. Toch mag d-e premier van geluk spieken, want had Gizo-ime enkel-e centi meters naa.r rechts genomen, dan was de kogel niet in den enk-el van Mirmap, maar in het ho-ofd van den premier te recht gekomen. De afgevaardigde Danielou, die twee Danken ,achter Briand zat, vertelde aan een journalist nog de volgende bijzon derheden van het voorval„Ik hoorde een .kogel fluiten, zag 'n zwakke licht flits op de publieke tribune en bemerkte -dat een man over de borstwering boog en op Briand richtte. Staatssecretaris Guisthau, die over Bri and zat, riep hem toe: „Buk, buk!" Maar Briand ^ton-cl op en vroeg: „Wat is -er toch .eigenlijk te do-en?" Toen .zag hij., dat Mirman bleek in do bank lag en na den gewonden regoerings-oommissaris ge vraagd ,to hebben, wat hem scheelde, sprak Briand tot ons „Mijne h-eeron, Mir man is gewond." Wij .namen Mirman onder den arm-, en droegen hem uit de zaai." Ofschoon Gizolme volhoudt, dat hij niet bepaaldelijk: op den minister-president ge mikt had, Is het m-eerendeel der bladen toch van meening, dat de dader wel der gelijk een aanslag op den premier be oogde. Gizolme heeft een broer, die een hoo,- g-en post bekleedt op het ministerie van arbeid. D-eze was ook in het parlements gebouw en had niet 't flauwste vermoe d-en, dat zijn broer de dader was. Volgens de laatste berichten is d-e won de van den heer Mirman niet gevaar,- lijk, toch is zij ernstiger, dan men eerst meende. Mirman is oud-afgevaardigde. Hij was het, die in 1893 op het spreekgestoelte stond, toen d-e anarchist Vaillant een bom in het parlementsgebouw wierp. Mir man bleef ongedeerd, maar tal van per sonen werden gewond, desniettegenstaan de sprak do voorzitter Dupuy de bekende woorden: „De zitting wordt voortgezet". M a r t h ,a S t c i n h >e i 1. Mejuffrouw Martha Steinh-eil heeft do wereld vaar- nieuwien adviseur een handje", sprak ver manend de priester, „da,n kunt gij veel voor -de goede za.ak doen. Als God wil, kom ik eens terug en houd voor u een lezing". „Ja, als die -ellendige wet tegen de Jezuiten maar eenmaal uit den w-eg ge ruimd is", meende Karei, wie-n het hui len nader stond dap hot lachen, dewijl hij met hart en ziel aan zijn bescherm heer George van Bergen gehecht was. Want -deze priester was niemand anders dan George van Bergen, op w-eg naar Holland, om in een Jezuitenkoliegi-e als novice in te treden. „Ook dat zullen wij nog beleven, God moet het geschikte oogenblik daarvoor nog niet gekomen ach ten", antwoordde de jonge priester. „Maar wij zijn, waar wij- wezen moeten. Daar gij mij uitgeleide wilt doen, kom bij mij binnen". En -eene breed© deur openend, waren beiden spoedig in de pastorie van de Si-nt-Sebastianus-kerk verdwenen. ZEVENDE HOOFDSTUK. Luitenant Kersten was intusschen aan h-et station gekomen, w,a,s do korte af stand teruggespoord en zat nu in zijn eigene woning te Brandenburg voor zijne schrijftafel. wol gezegd, en is in het klooster ge treden. Reeds tij-dens het beruchte proces van haar moeder, had zij den wensch te ken nen gegeven, om -den sluier aa;n te ne,- men, thans is zij in het Carmelietessen,- klooster van Trov-es getreden. UHITHCHLIHD. Het vergaan van do „U III". Met groote spanning en ongerustheid heeft men gisteren in Duitschland die krachtig© pogingen gevolgd, welke door de marine-autoriteiten werden gedaan om de d-ertig personen, die in d-e „U 3" opgesloten zaten te redden. Over dit reddingswerk, dat met groote moeite ge paard ging vinden wij in de Duitsch-e bladen nog de volgende bijzonderheden: „Al zeer spoedig bemerkte men, zoo zegt het „Berl. Tagebl.", -d,a;t h-et onmoge lijk was om de gezonken torpedo te lichten. Men bracht daarom in allerijl do groote kraan van de keizerlijke w-erf naar de plaats des onheils. Verschillend© omstandigheden bemoeilijkten het red dingswerk, vooral het weer, dat voortdu rend sl-echter werd. Bij een nevelige lucht werd d-e Z.W.-wind al sterker en ster ker en veroorzaakte een hevige deining. Slechts met de grootste moeite, -en na uren-langen arbeid slaagde nven er in om het voorschip te lichten en boven water te brengen, zoodat de 27 man, die zich in dat gedeelte van den onder zeeër bevonden, konden gered worden. Ook dit reddingswerk ging met veel moei te gepaard, vooral omdat vijf mannen het bewustzijn verloren hadden en de meeston niet bij machte waren hun lede maten to verroeren. Om half negen wa ren zij -echter gered, en uit d-en mond van een der .officieren, kon men verne men, dat d-e commandant Fischer, de of ficier van d-e wiacht, luitenant Kalbe en de dienstdoende stuurman in den toren waren. Aan redding van deze ingeslotenen viel nog niet te denken, want de- toren be vond zich onder water en met het ma teriaal, dat tot nu toe ter plaatse was, kon het schip niet zoover gelicht wor den, dat d-e toren vrij kwam. Daarom besloot d-e vice-admiraal Lans, de inspec teur van bet torpedo-wezen, d-e hulp van het groote lichterschip de „Vulkaan" in te roepen. Onder de helle verlichting der zoeklichten van den kruiser „Augsburg" begon m-en in het bijzijn van prins Hein- rich, aan het verdere reddingswerk. Uren lang was men bezig om het achterste gedeelte te lichten; eindelijk, na bov-en- mensch-elijke krachtsinspanningen geluk te meu er in, o-m kettingen aan hiet schip te bevestigen en de „U 3" zoo hoog te lichten, dat het boven waten uitstak. Dan sloeg men de luiken van ■den toren in, om de opgesloten-en ver- sche lucht to-e te vo-eren. 'tWas toen vier uur in -den morgen. De redders sprongen aa,n boord van de „U III", en haalden in enkele oogenblik- ken d-e wezenlooze lichamen v,an de ingeslotenen naar boven. Hoopte m-en aanvankelijk nog, dat de ongelukkigen al leen het bewustzijn hadden verloren, spoe. dig bleek die hoop ij-del, want alle po gingen om d-e levensgeesten weer op te wekken, waren vruchteloos. De drie lij ken werden naar het hospitaal overge bracht en d-e „U 3" in de haven van Kiel gesleept. Over -d-e oorzaak van dit droevig on geluk, weten zelfs de geredde manschap pen geen opheldering te geven. Wel loopt er -een gerucht, dat de „U 3"?door ©en andere torpedo is aangevaren, maar aan dit bericht wordt weinig of geen waarde gehecht. Van andere zijde wordt gemeld, dat men over do oorzaak der ramp het stilzwijgen bewaart, wijl men niets over den bouw van dézen onderzeeër wil be kend mak-en. Het is d-e eerste maal, dat de Duit- scho vloot, door een onclerzeesch onge luk getroffen wordt. Mantel, dogen en muts had hij haastig van zich geworpen, zijn wapenrok los geknoopt en nu zat hij- daar, met hot hoofd in de handen en was in doffe mij mering verzonken. Neen, wat en hoeveel hij! oo,k tobde, voor hem was er geen andere uitweg meer dan een kogelEn toch in gaarheid is het geen kleine zaak, va,n het leven afscheid te nemen, als men nauwelijks 24 jaren telt en men nog zoo gaarne had geleefd en nog lev-en wild-e Maar, hoe leven? Weder gleed een zelfv orach- ten-de glimlach om den mond van den jongen officierHet was immers mte't hem gedaan, hij had uitgediend. Schul den had hij gemaakt op schuldenko lossaio sommen betaalde zijn vader, tot deze niet meer kon. Deze stond, zooals hij gehoord had, voor een volkomen bank roet, s-edert hij zich door dien aarts- gauwdief Bi-eler had laten inpalmen Waarachtig, het is om wanhopig te wor denNog -een geluk, dat Elisabeth zich met alle kracht had verzet, o-m den ollendigen deugniet, d-en jongen Biel-er te huwien (Wordt, vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1911 | | pagina 5